TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Dagboek van een krijgsgevangene Hoe wordt men mijnwerker Voor de politierechter liet oog van de meester... Altijd \0°/o korting bij VéGé-Thee! Twaalf Franciscanen kregen Missiekruis NIEUWE KIEKEN ZVTERDAG 11 OCTOBER ]1952 ^No 41 DRIB EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Mon zou kunnon zoggen, dat dit de titel was, waaronder verleden week een voorlichtingsavond werd gegeven over het munwerk en hoo men daarbü kan worden ingeschakeld. Het was er jammer genoeg met druk maar wat daar verteld werd, was toch wol van belang, zeker vooi oen deel van de jeugd. Daarom volgt hieronder een korte samenvatting wat over de vakoplei ding tot mijnwerker werd verteld. De OVS is een vakschool voor de jongens, die mijnwerker willen wor den. Sommige mensen zullen vragen: „Is er dan om mijnwerker te worden een vakschool nodig Ze vragen dit waarschijnlijk, om dat ze menen, dat 't mijn werkers vak eigenlijk geen „echt" vak is. Ze veronderstellen nog, dat een jonge kerel, als hy ondergronds gaat wer ken, „zo maar" of in oen paar weken een goed mijnwerker kan zijn. Deze mensen vergissen zich. Het mijnwerkersvak is niet alleen een zwaar vak, maar ook een moeilijk vak. Het is niet in een paar weken geleerd en ook niet in een paar maanden. Het duurt jaren voor men zijn houwersexamen kan doen en als hy dan slaagt, kan men pas zeggen dat hy volslagen vakman is. Vroeger begonnen de jongens, die mijnwerker wilden worden, meestal als „leesjongen". Ze stonden dan een groot gedeelte van hun werktijd aan de leesband en kregen daarbij nog wat onderwijs in enkele „schoolvak ken" en eenvoudige mijnbouwkunde. Men sprak toen van een „leesjon- gensopleiding". In die opleiding viel al veel te waarderen. De tegenwoordige oplei ding, dus do OVS, is echter geen loesjongensopleiding meer, omdat de jongens in het eerste jaar van hun 'opleiding in het geheel niet meer aan de leesband komen en in het tweede jaar nog maar een korte periode. Stenen uit de kolen „lezen" is een heel nuttig werk, maar 't is toch maar een van de vele dingen, die een toekomstig mijnwerker moet kunnen. En van deze vele dingen leert hij heel wat op do OVS De jongens, die op ongeveer ïsjarige leeftijd op de OVS komen, krygen daar een opleiding van ongeveer drie jaar. Komen ze op een oudere leeftijd 'dan duurt de opleiding korter, want op ïsjarige leeftijd gaan de OVSörs naar liet bedrijf over De OVS is een vooropleiding. De jongens, die deze opleiding gehad hebben, beginnen als ze op ïsjarige leeftijd ondeigronds gaan werken, als „sleper met vakopleiding" Ze hebben dan al een flink stuk van hun opleiding achter de rug, al hebben ze ook nog veel voor de boeg. Omdat ze een vakopleiding hebben genoten, verdienen ze ook meer dan een arbeider, die zonder vakopleiding zijn loopbaan onder gronds begint. Een goede grondslag Bij aanmelding voor de OVS worden de jongens onderzocht en gekeurd. Dat is zeker ook in hun belang. Niet elke jongen is geschikt om myn werker te worden. Maar van de jongens, die worden aangenomen, wordt dan ook getracht degelijke en gezonde mensen en goede vaklieden te maken. Voor hen zyn er in het bedrijf talrijke mogelijkheden om vooruit te komen en zich een goede positie te verwerven. Jongens met een goed verstand, die tevens van aanpakken wetenj kunnen na het behalen van het houwersdiploma, in aanmerking ko men voor de Mynschool. Bezit van een diploma van de Mynschool biedt in het mijnbedrijf vele mogelijkheden Maar ook voor hen, die niet naar de Mynschool gaan, bestaan er goede kansen om verder te komen. Voor een taak als voorman, schud- gootmeester, meester houwer en nog dergelijke functies, is geen diploma van de Mijnschool vereist. In de OVS wordt onderlijs gegeven volgens een methode, die door onder wijsdeskundigen en mynbouwkundi- gen tesamen is ontworpen. Er wordt niet alleen vakonderwijs gegeven, doch aan karaktervorming wordt veel aandacht geschonken. Een goede mijnwerker is iemand, die verantwoordelijkheid weet te dragen, die het goed met zijn leiders en medewerkers weet te vinden en die zyn plichten kent tegenover het gezin en de maatschappij. De OVS tracht de jongens tot dit alles te vormen en draagt zo ook by om het goede en mooie Limburg en zyn bevolking in stand te houden en te verbeteren. De OVS opleiding omvat 3 leerjaren, In het eerste jaar krygen de jongens behalve mijnbouwkunde ook algemeen vormend onderwijs, lichamelijke op voeding, godsdienstonderwijs en prac tisch werk in de jeugdwerkplaats. In het tweede jaar staan de jongens onder leiding van een instructeur, die hen vertrouwd maakt met allerlei werkzaamheden in het bedrijf boven gronds. Aan het overige onderwijs wordt nu nog ongeveer de helft van de tyd besteed. Houtterein en leer- mijn zyn nu in hoofdzaak hun „werk plaatsen". Ook in het tweede jaar staat de lichamelijke opvoeding nog dagelijks op het programma. In het derde leerjaar is de tijd aangebroken, dat de jongens kennis maken met het bedrijf ondergronds. In de eerste drie maanden van het jaar wordt slechts één dag onder gronds gewerkt; elke volgende drie maanden komt daar een dag bij. Door deze overgang zijn ze op 18 jarige leeftijd, wanneer ze aan het bedrijf worden overgedragen, aan het ondergronds werken reeds goed ge wend. Ook gedurende het derde jaar gaan de theoretische lessen en de lichame lijke oefening door, hoewel er natuur lijk minder tijd aan kan gegeven worden dan in de voorafgaande jaren. Als de jongens op de OVS zyn aangenomen, gaan ze dadelijk ver dienen. Deze lonen variëren van 25 cent voor 14 jarigen tot 43 cent voor 19 jarigen. Behalve hun uurloon ge nieten ze tijdens hun gehele opleiding ook productie toeslagen beoordelings- premie. Bovendien verdienen ze f 1.50 per dag extra voor elke dag, die ze in het derde leerjaar ondergronds werken. Vele ouders hebben nog een ver keerde indruk van de opleiding tot mijnwerker en zien er daarom tegen op hun jongens naar de myn te laten gaan en leesjongen te laten worden. Een OVS-er en een leesjongen is even wel niet het zelfde. De OVS opleiding biedt goede kansen voor het leven. Een nieuwe gareelconstructie, die de levendige belangstelling heelt van de Nederlandse Vereniging tot Be scherming van Dieren, voorkomt, naar gebleken is, niet alleen oponthoud, maar zorgt er bovendien voor, dat de dieren in betere conditie blijven. Sinds enige tijd zyn namelijk ook in ons land garelen in de handel die, doordat ze zijn opgevuld met spons- rubber en voorzien zijn van stalen spanen, de hals van het paard bewa ren voor verwondingen en knobbels en daarnaast het voordeel bieden, dat de dieren zich niet kunnen door werken. Garelen van rubberbandjes voorzien zorgen ervoor, dat de hinder van het gareel zo klein mogelijk gehouden wordt. De meester, die het welzijn van zyn paard ter harte gaat, zal onge twijfeld oog hebben voor het belang van deze nieuwe gareelconstructie; het paard (en dus ook de gang van zaken op zijn bedrijf) waaraan in de komende tijd hoge eisen worden ge steld, zal er wel by varen LAND- EN TUINBOUW Juist de boer beseft ten volle, dat zyn toeziend oog de gezondheid van zijn paard garandeert. Dat dit oog alziend is, nu voor het trekpaard de drukste tyd aanbreekt, behoeft geen betoog. Iedere eigenaar kent de last, die het paard krijgt van de oneffen heden en harde knobbels, veroorzaakt door de vaak met stro en hooi opge vulde garelen. Doorgewerkte paarden veroorzaken stagnatie in de najaars werkzaamheden van de kleine bedrij ven. Hitler gevallen Hoera, Hitler is gevallen en dood. „De duivel hebbe...." nee, dat niet. Ook (leze psychopatische mens had een ziel, al was zyn geest nog zo vervron- gen. Het hele kamp popelt, want nu voelen we het einde naderen. De Jap wordt in de Pacific steeds verder terug gedrongen en krijgt slag na slag. We weten niet, of we huilen of lachen zullen, of bidden. Soms doe ik alle drie tegelijk. In bet duister van de cel zie ik vaak schimmen opdoemen; kinder kopjes zien me lachend en vererend aan, een vrouwenhoofd lacht me be moedigend toe. Ik geloof niet, dat ze er uitzien, zoals ik ze me in de geest gevormd heb in de deze jaren van alleen zijn. Als je dan uit z'o'n droom met open ogen wakker schrikt, voel je tranen langs je wangen lopen zon der te huilen. „Een van de kenmerken van ondervoeding", zegt de dokter, „afwezigheid van de geest, visioenen, hallucinaties". Maar vanavond vieren we feest.... met sigaren! Meer dan 3 jaar geleden zwoer ik, de io sigaren op te roken bij de val van Duitsland. De io sigaren uit 't enige pakje, dat mijn vrouw binnen het kamp wist te smokkelen. Een klein onnozel pakje waa het maar io sigaren,'een paar onsjes tabak, tandpasta en wat snoep goed. Eerlyk is alles opgedeeld onder de „slapies", maar die sigaren.... Die roken we samen op, als Hitier keldert. Dat zwoer ik, en 3 jaar trekken ze nu al mee van kamp naar kamp. Zorgvuldig zoek ik myn 9 beste vrienden uit; de slapies van toen zyn dood of verweg. Eu heel geheimzinnig gaat het doosje open; een sigaar na 2 jaar niet roken. Ocbarme; in het doosje zitten io wit beschimmelde staafjes. Geen sigaar meer aan te herkennen. Dan maar redeneren, hoe lang het nog duren zal, eer de god keizer van Japan zijn beide vrienden volgt in de eeuwigheid. Het varieert tussen en 6 maanden. Laat de Jap ons nog maar even afjakkeren; het zyn de laatste stuiptrekkingen. Op het avondappèl wordt een kendmaking van Takahasji, onze Japanse commandant, voorgelezen, dat voortaan de Rode Kruispaketten verdeeld zullen worden onder de krijgsgevangenen. Ongelovig kijken we elkaar aan knippen oogjes van begrijpen tegen elkaar en krygen weerhoop en moed. Moed om nog even verder te leven, hoop op terugkeer van de zo vurig afgebeden vrede. Ja, die Rode Kruispaketten Sedert t942 ligt een scheepslading vol van die paketten te rotten in de loodsen van Singapore. De jongens, beweging. Als de rechterhand van mgr. dr. Poels is hy' twintig jaren werkzaam geweest in de KAB Lim burg als directeur van de vorming en propaganda en leider van Credo Pugno. Daarnaast was hy ook leraar aan de RK. School voor Maatschappelijk Werk, welke functie hy thans nog vervult. In de Boskantkerk te Den Haag heeft Zondagavond de indrukwekken de plechtigheid plaats gevonden van de uitreiking der Missiekruisen aan een aantal Franciscaner Missionaris sen, die binnenkort naar hun arbeids veld in de missie zullen gaan. Op 14 October vertrekken naar Brazilië de paters Joaquim van Res teren (voor de derde maal), Dagobert Wolswyk (voor de eerste maal), Melchisedech Loenen (voor de eerste maal), Aemilianus Soede (voor de eerste maal), benevens de studenten Ad. van Uiterwaal, Piet Vlasman en Jan Wolfkamp; die in Brazilië in het noviciaat treden en daar hun philoso- phische en theologische studies zullen maken. Op 20 October vertrekken naar Java: pater dr. Cletus Groenen (voor de eerste maal), en frater Felix Bos (voor de eerste maal). Naar Nieuw-Guinea vertrekken op 15 Novemberpater Rombout Camps (voor de eerste maal) en pater Nico- demus Verheyen (voor de eerste maal). Ten slotte vertrekken half Novem ber naar Pakistanpater Zephyrinus de Man (voor de tweede maal), pater Alfrid Stokman (voor de eerste maal), pater Flavius Haas (voor de eerste maal) en broeder Hilarius Lardenoye (voor de tweede maal). Broeder Hila rius Lardenoye heeft als architect in Pakistan verschillende kerken en scholen gebouwd en een hotel voor de K.L M. Ook zyn enkele boeken van zyn hand verschenen. De missiekruisen werden uitgereikt door de hoogeerw. pater Provinciaal der Franciscanen, Castulus van den Eynden, daarbij geassisteerd door de paters Odulphus v.d. Vat als diaken, Barontius Wellink als sub-diaken en Benvenuto Zuidwyk als ceremonia- rius. Pater Jacobs ereburger van Sittard Pater Jacques Jacobs M.S.C. heeft Zondag in het klooster* van de pators Missionarissen van het H. Hart te O verhoven—Sittard zyn gouden kloos terjubileum gevierd. In de rectoraats- kerk droeg de jubilaris een plechtige hoogmis op, waarbij deken Poels van Wyk—Maastricht de feestpredicatie hield. Pater Jacobs, in Gilze-Ryen geboren, werd na zyn priesterwijding in i9ió in België professor in do theologie. In 1919 kwam hy naar Zuid-Limburg, waar hy verder zijn gehele leven bleef werken. Aanvankelijk onder de Bel gische vluchtelingen als zielzorger te Treebeek, later als docent aan het na de eerste wereldoorlog te Stein ge opende missiehuis. In 1930 werd pater Jacobs vast verbonden aan de R K. Arbeiders die in de havens werken, zien ze dagelijks liggen, nu al drie jaar lang. De Jap verd... het om ze ons te geven, maar nu komen ze binnen, met vrachtwagens vol. En voor het eerst proeven we weer melk, echte melk. Het eerste slokje blyf je een tyd lang door je mond spoelen, om de smaak weer te herkennen. In de soep dry ven kraaltjes vet en by onze rijst smullen we een stukje corned beef op. Maar twee keer per week krygen we een beetje, maar op die feestmaaltijden spitsen we ons dagen van te voren. Het oorlogsterrein komt naderbij, Mac Arthur omsingelt Japan. Beest achtig is de strijd op de Filipynen; de Jap vecht zich letterlijk kapot. Op Leithe sneuvelen 70000 Jappen slechts 6 krijgsgevangenen, versuft en murw door de gruwelijke bombarde menten. Op de andere eilanden dito. De Amerikanen moeten met vlammen werpers meter na meter veroveren en mangat na mangat uitbranden, zo fanatiek-tot-de-dood vechten deze baar lijke duivels voor hun keizer. Onze troep, nog ïoooo man sterk, wordt sterk uitgedund. Telkens gaan kleine groepjes; de meesten op het eiland zelf, andere naar Malaka. We horen wel, wat ze doen moeten. Yechtgaten maken; tunnels voor munutie, opslagplaatsen en ge vecht s stellingen. Dus verwacht de Jap toch een aanval op Singapore. Byna dagelijks karnen golven vlieg tuigen nu aanvallen doen op het Singapore eiland. Meestal de marine haven; de vliegvelden en soms ook de havens zelf. Als we in de gevangenis zyn en er klinkt luchtalarm, dan moet alles naar de cellen. Alleen 3 man moeten buiten de wacht houden en De Officier van Justitie, die Vrouwe Justitia vertegenwoordigd by do jolitierechter, is niet van de gemak kelijkste. Dat bleek ook weer Vrijdag .1. toen daar twee stoere smids knechten uit Bergen voor de gerech telijke tafel stonden. Deze twee smeden hadden de hele middag last gehad van een paar kleine snotpeukies, die maar bleven vervelen, mee Btenen gooiden, scholden, kortom dose twee brave borsten het leven hadden zuur gemaakt. De bom barstte en een paar grote smidshanden be werkten toen de broek van een der plaaggeesten. Hoewel ze wijzer had moeten wezen, maakte de moeder van het „gemartelde" kind er een politiezaakje van en zo stonden Vry'dag de twee smeden voor de politierechter en moesten de peukies als getuigen optreden. Dat de Officier deze kans om voor Pieterman te spelen niet liet voorbij gaan, was duidelijk en deze jochies zullen voor hun hele leven de herin nering aan deze rechtszaal niet ver geten. Want in plaats van de ver dachten kregen zij de toorn van de Officier in volle mate over hun berouwvolle hoofdjes. De ene smids knecht werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, de ander kreeg f 5. daar nu eenmaal recht gespro ken moet worden en bovendien het onderste gedeelte van de rug niet als aambeeld gebruikt kan worden. Daar was verder een chique dame uit den Haag, die in Venlo by V. D. een paar kleedjes had gestolen. Dat de Officier niet van chique dames houdt, die bij tyd en wijle ook nog voor winkeldievegge spelen was wel duidelijk. Met grimmige onverstoor baarheid somde hy het zondenregister van deze dame op. En het bleek wel dat zij een allesbehalve schone lei had. Het vreemde van de geschiedenis was echter, dat deze dame in het geheel niet behoefde te stelen, daar zij er warmpjes by zat. Een troef die door de verdediger dan ook handig werd uitgespeeld. De politierechter ging dan ook niet mee met de eis van de Officier, die haar de gevange nis in wilde hebben. Hy wil eerst eens een onderzoek naar de lichame lijke en geestelijke gesteltenis van deze dame. Dan kwam er een heer uit Venlo, die het met zyn buurvrouw aan de stok had gekregen en direct klaar stond met scheldwoorden. Deze buur vrouw was daardoor op haar beurt weer dodelijk beledigd en het einde van het lied had plaats in de Raads zaal. De verdachte ontkende, maar de juffrouw bleef by haar verklaring. Nu was er verder nog een getuige, maar die had een hartaanval gekre gen toen hy de trap naar boven op ging. Daarom was hy niet verder gekomen dan de hal van Venray's Raadhuis en hy durfde niet verder naar boven. De getuige moest echter gehoord worden en daarom trok de politierechter, de griffier en de Officier naar beneden, vergezeld van deur waarder, verdachte, getuige, persmen sen en belangstellenden. En zo ge beurde het dat de hal van Venray's Gemeentehuis ook al rechtzaal werd en dat de verbaasde bezoekers der diverse afdelingen van het raadhuis plotseling midden in een rechtzitting terecht kwamen. De verdachte kreeg f 15.— boete. Een juffrouw uit Tienray wekte de toorn van de Officier, door halstarrig te ontkennen, dat zy een buurjochie met de haren van een fiets getrokken VéGé-Thee is van bij zondere kwaliteit! Zó geurig, zó fijn, zó heer lijk, dat iedereen in huis U een complimentje maakt! En bovendien: bij VéGé-Kwaliteits- TheekrijgtU altijd geld- iegels I00/o korting. Kies uit deze edele mélanges GOUDMERK 76 ct met 15 geld zegelj BUTTERFLY 88 ct met 18 geld zegeli ORANJE PECCO 80 ct met 16 geld-zegeli BLAUWMERK 59 ct met 1 2 geld zegels per pakje van 100 gram GULLER MET ZEGELS GULLER MET GULDENS had. Maar ook de getuigen waren wat twijfelachtig en hadden net niet' genoeg gezien en daarom zal de volgende keer een nieuwe reeks getuigen verschijnen en begint de zaak van voren af aan. Een boerenjongen had een glas te veel op en ruzie gekregeD. Toen dan die ruzie op zyn hoogst was, trok hy zijn mes. Nu is mes wel een groot woord voor het blikken gevalletje, wat als corpus delicti op de tafel lag, maar desniettemin had hij de mouw van de regenjas van zyn tegenstander toch weten te doorboren. En aange zien het de linker mouw was, was dit voor de Officier een welkome gelegenheid om er op te wijzen, dat de „doorboring vlak by het hart was en dat men haast van doodslag zou kunnen spreken". De getuige kreeg de doorboorde jas terug, maar aan gezien hy geen rekening bij zich bad voor de schadevergoeding, kreeg hy ook niets toegewezen. De verdachte kwam er ondanks de doodslag van af met f 25.— en een maand voor waardelijk. Vorige zitting wat er een twist voor de rechter geweest, waarbij een der Venrayse verdachten had ontkent de getuige geslagen te hebben. Deze zaak kwam ook nu weer voor, maar de verdachte bleef weg en de verbali sant bleef by zijn verklaring, f 20.— was de beloning. Een echtpaar uit Amsterdam was op vacantie in dees schone dreven en kwam ook op de pont in Katwijk terecht. Toen ze daar zo stonden te wachten op de overvaart, reed een vrachtwagen de pont op, en de jonge man, die voor in de cabine zat, had toen enkele woorden geroepen, waar door betrokken echtpaar zich beledigd gevoelde. De jongeman ontkende pertinent. Hij had alleen „dagMarietje" geroepen. Op de vraag of hy die dame dan kende, zei hij „neen, maar zo is de jeugd tegenwoordig", waarvan de Officier maar nota nam. Maar „dag Marietje" is niet beledigend en volgens de verdachte kon hy niets anders roepen, omdat hij zyn aandacht by het stuur nodig had. Bovendien, als hy meer gezegd had, was dit onmoge lijk te verstaan geweest, omdat zijn eigen motor nog liep en de motor van de pont ook een hels kabaal maakte. En of de Officier al sputterde, de rechter gaf vrijspraak. Waarschijn lijk is, dat de Officier in hoger beroep zal gaan. De juffrouw uit Siebengewald was ten einde raad, doodgetreiterd als ze was door de buren. „As gej wist, wat ik te lieje haaj, menheer, dan hadde al vul gauwer dur op geslage". Dit daar ben ik ook by. Als politie man. Boven in de 45 meter hoge toren, staan 4 mitrailleurs dreigend omlaag gericht op de gevangenis blokken. Het is een facinerend gezicht, hoe die dapper Japanse „kistjesde lucht in cirkelen en zonderbedenken de reuzen- kisten der Amerikanen aanvallen. Meestal brengen ze het niet eens tot een gevecht. Dan stoot zo'n B 29 van alle kanten een straal vuur uit en zie je flarden van vleugels en romp naar omlaag dwarrelen. Maar wee de Amerikaan, als deze razend snelle Navy O's door deze kogelregen heen- breken. Dan draaien en kronkelen ze om de reus heen als een kievit. Diep in mijn hart krijg ik bewon dering voor deze moedige onverschrok ken kereltjes. Veel gaan er naar beneden; slechts eenmaal vloog een B 29 in brand. Uit de dikke rookzuil daalden parachutes omlaag. Een dag later 10 vette blozende Amerikanen komen gummy-kauwend tussen de half naakte sukkels staan. Onverschillig, hautain zien ze op ons neer. Nee, de Amerikanen gedragen zich verre van sympathiek. By een aanval op het vliegveld moeten we in een blikken hangar, maar meestal smeren we hem de bush-bush in, want in de hangars houd je het niet vol van de angst en span ning, als de zware bommen inslaan en allies waggelt en dreunt. Dan breekt het koude zweet je uit. Als de aan val voorby is, hebben we weer de grootste praatjes, zoals vroeger na een erge onweersbui. Het wordt Juni en de aanval op Okinawa begint. Via onze „geheime" radio krygen we de titanenstrijd te horen. Hoe de Amerikanen, ondanks materiële overmacht slechts meter na meter vorderen. „200 yards advanced", bombardementen op de Japanse stel lingen; 5 krijgsgevangenen en 10.000 Jappen gedood. Zo gaat het maar door, doch het duurt volgens ons veel te lang. Dan mogen we ineens niet meer naar het vliegveld, 'n jaar en negen maanden zyn dagelijks 2000 man daar heen gepjokt, nu is het uit. Het veld is nog niet klaar, gelukkig hoog stens geschikt voor lichte jagers. Het gaat ook niet meer; elke dag komt een grote platte wagen de jongens ophalen, die zo maar in mekaar gezakt zyn. Ik ben ook bijna zover, als ik 100 meter loop, wordt alles zo maar zwart voor de ogen. Dan moet ik even stil staan, leunen tegen een boom of muur met de ogen dicht. Dan gaat het na een poosje weer. En die Rode Kruis paketten, twee maal per week een beetje helpen ook al niet veel. Het aantal doden stijgt met den dag maar nu mogen ze tenminste normaal be graven worden; wel zonder kist zo maar naakt de grond in, maar ze salueren tenminste en spuwen niet meer op de grond als een dode voor by gedragen wordt. Ook mag de vlag op het lyk gelegd worden op weg naar het kerkhof. In onze ryst-loods liggen een paar duizend zakken rijst. Takahasji heeft grote voorraden op gekocht en elke dag smokkelen ze een zak extra rijst voor ons potje het scheelt wel niet veel, maar alles helpt. In plaats van die zak ryst wordt dan een zak zand tussen de voorraad gelegd. De controlerende Jap telt alleen maar en de aantallen kloppen. Zouden er nu in Venray weer vredesfeesten zyn zoals in 1018? Toen werd door de Officier ten stelligste ontkent, hij was direct naar de politie gelopen, die is er voor dergelijke akkevietjes, en om de juffrouw daar aan een volgende keer te laten den ken, kreeg ze f 10.— boete. Een jongeman uit Gennep, die een tang had geleend, maar ze nooit meer had teruggebracht kreeg, ook al vanwege de kostbaarheid der tang f 40.— Bespaar ons verder het verhaal van al diegenen, die weer geladen met bier en of genever het stalen ros van hun fiets of brommer bestegen hadden en lustig over 's Heren wegen ge zwaaid hadden, tot ze by de politie in het verbalen-boekje belandden. De meeste waren zo wijs om zich in het onvermijdelijke te schikken en de f 30.- boete met rouwmoedig hart in ontvangst te nemen. Enkelen echter onkenden tegen beter weten in en zullen volgende maal geconfronteerd worden met de politieman die hen dronken verbali seerden. En dan is de boete alleen maar wat hoger. Wel is het eigenaardig dat deze heren veelal uit Venlo en omgeving komen, waar het beste bier vooral onder fietsen- en bromfietsberijders beste vrienden heeft zitten. GIRO 10.10 80 Op 't zelfde aambeeld steeds te slaan Vereist standvastigheid en moed. Wie steeds om 't kwartjerond moet gaan Verdient een pluim wel op z'n hoed Pas op met wag-benzine Na afloop van werkzaamheden aan een hijskraan op de terreinen van de steenbrekery „Holland" aan het Juliana-kanaal te Borgharen, wilden twee arbeiders hun handen ontdoen van de daaraan klevende olie. Zy ge bruikten daarvoor wasbenzine. Geen rekening houdende met de grote vluchtigheid van deze vloeistof, stak een andere arbeider in de buurt een lucifer aan. De benzine vloog in brand en eveneens de 18-jarige J.W. uit Maastricht. In deerniswekkende toestand met zeer ernstige brand wonden over het gehele lichaam moest hy naar het ziekenhuis St Annadal worden overgebracht, alwaar hy is overleden. we gingen mastklimmen en ringste ken. Ik herinner me dat allemaal nog zo goed. Die paal met zeep ingesmeerd waar je in moest klimmen. Als je net boven was gleed je met een plof naar beneden. Of ligt ons dorp plat De veranderingen volgen elkaar nu in een snel tempo op. Aan de poort staan nu Indiërs op wacht, oud-Engel se militairen, en die weten werkelijk geen houding aan te nemen. Ze geven ons cigaretten en zeggen maarSoon peace (vlug vrede) en meer dergelyke smoesjes. We négeren deze overlopers volkomen. En steeds maar door gaan kleine groepjes de gevangenis uit. Vreest de Jap soms voor een der gelijke grote groep, als het eens op knokken aankomt Als hy goed wist, wat voor gammel uitgehongerd stel letje we zyn, zou hy ons rustig by mekaar laten zitten. Het is allemaal zo vreemd, willoos overgeleverd te zyn aan de willekeur van je vijand. Tot het laatste moment zal ons leven afhangen van zyn wil. Zo kruipen de dagen voorbij bom bardementen, honger, Rode Kruis, fantaseren, hopen en wanhopen. Zijn het de laatste, de zwaarste loodjes? JA, goddank, het is 9 Augustus, als onshet eerste teken van het einde bereikt. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1952 | | pagina 5