TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
r. Dr. H. A. Poels
Dagboek van een krijgsgevangene
zijn leven en zijn werken
ecsoonfiji(
styfuot
mixx}ui8
Venrays Vroede Vaderen
vergaderden
ZATEttD\Q 27 'SEPTEMBER 31952No,.39 j
DRIE EN-ZEVENTIGSTE JAARGANG
ii
Zo kwam dan Dr. Poels naar ayn
geliefd Venray terug, nu als consul-
tator van de Pauselijke Bijbelcommis
sie, een van de twaalf geleerden, die
de Bybelkwestie zouden moeten
onderzoeken en nieuwe richtlijnen'
zouden moeten geven. Maar dat be
tekende geenszins dat de Doctor een
kamergeleerde werd, die alleen voor
zyn boeken leefde en zich voor de
rest niets bekommerde, integendeel,
wie zyn rede leest, gehouden op de
vijfde Katholiekendag in Weert, die
merkt, dat Dr. Poels midden in zyn
tyd staat en dat deze priester de
tijdsomstandigheden beter begreep als
menig arfder, die met zyn werk
midden in het volle leven stond.
In deze redevoering wekte hy de
verschillende standen op om toch te
zorgen klaar te staan, om zelf het
heft in handen te nemen, om zelf de
mensen te organiseren en een sterk
bolwerk op te worpen tegen het op
komende socialisme.
Trouwens voordien had men hem
in Venlo reeds teruggeroepen, toen
daar de socialisten een spoorweg
staking uitriepen, die zeer ernstige
gevolgen zou gehad hebben, indien
Dr. Poels niet diplomatiek en uiterst
deskundig beide partyen weer by
elkaar had gebracht.
Men begon in Nederland Dr. Poels
te kennen. Men wist, wat men aan
deze vechter had en men betreurde
het, dat hij een professoraat aannam
in 1004 aan de katholieke universiteit
in Washington, waar hij weer verder
werkt aan zyn baanbrekend Bijbel
onderzoek.
Terug naar Nederland
g jaar lang is Dr. Poela Bybelpro-
feBSor in Washington, 6 jaar lang
onderwees hy daar in de Bybelkunde.
Maar ieder jaar kwam hy op vacantie
in Venray en ieder jaar zag hy
duidelijker, dat Limburg voor zeer
grote vraagstukken werd gesteld, die
het lot van deze streken voor lange
jaren zouden beslissen.
Ieder jaar opnieuw zag hy scherper
de weg, die ingeslagen moest worden,
om de toekomstige tijden gunstig te
beïnvloeden, zodat Limburg, ons
Limburg zou blijven.
In 1910 vroeg hy de Bisschop van
Roermond hem gelegenheid te geven
in de Mijnstreek daadwerkelijk aan
de oplossing van die vraagstukken
mee te mogen werken. Welk offer
Dr. Poels persoonlijk bracht door het
opgeven van zyn geliefde studie, weet
God alleen.
De Bisschop benoemde hem daarop
tot Rector in het kleine gehucht
Weiten, opdat hij niet al te zeer
belast met de dagelijkse beslomme
ringen van de zielzorg tyd zou
hebben om zich aan de grote proble
men te kunnen geven met al het
inzicht, de werklust en de toewijding
waarover hy beschikte.
Wat waren nu die problemen In
het Limburgse myngebied greep een
sociaal economische omwenteling
plaats. Het platteland met zijn oor-
oude tradities van een katholieke
landbouwbevolking werd overstroomd
met vreemde arbeiders van allerlei
nationaliteit, godsdienst en levens
beschouwing.
Dorpen en gehuchten groeiden snel
uit tot kleine steden. De bebouwde
kommen moesten worden uitgebreid
en gemoderniseerd en samen vormden
zy weldra een groot centrum van
mijnindustrie.
Wetgeving noch administratie
waren op dit in Nederland nieuwe
verschijnsel berekend. Schrikwekkend
steeg de woningnood. De goede zeden
werden ondermijnd door opeenhoping
van bevolking in geheel onvoldoende
behuizing. Het sociale verenigings
leven was eerst in zyn aanvang en
kon maar moeilijk wortel schieten
by de zo gemengde bevolking. Naar
mate het echter dieper doordrong
begon ook een aan de katholieke
volksovertuiging vijandig socialisme
invloed te krijgen. De ontwikkeling
van de nabijgelegen myngebieden in
Duitsland en België toonden hoe ge
weldig deze gebieden sociaal, moreel
en godsdienstig waren ontaard en
hoe deze zelfde ontaarding ook ons
Limburg dreigde.
Verheffing van de
arbeidersstand
Als hy later in >935 Protonotarius
Apostolicus wordt, kiest Mgr. Poels
als wapenspreuk: Misereor super
turbam, Ik heb medely'den met de
schare, een devies, wat hij heel zyn
priesterlijk leven in vervulling heeft
doen gaan. Want als Rector van dat
kleine gehucht, is hij de grondlegger
geweest van een sociale geschiedenis
in ons Limburg, die heden nog de
bewondering wekt van allen, die
deze hebben-leren kennen.
Drie taken nam de doctor op de
allereerste plaats op zyn schouders,
toen hy als aalmoezenier midden in
het myngebied geplaatst werd: de
organisatie der arbeiders; 2. de volks
huisvesting en 3. arbeidsbemiddeling.
Toen Dr. Poels in Limburg terug
kwam, was er de Christelyke Myn-
werkersbond, opgericht op initiatief
van Mgr. Nolens, waarin de christe
lijke en ook de katholieke arbeiders
samenwerkten voor betere arbeids
voorwaarden en lotsverbetering. Dit
was feitelijk ontstaan door de innige
samenwerking, die vooral in de aan
vang bestond met de Duitse Mynbond,
die ook op interconfessionele grond
slag gesticht was.
De stry'd tegen het socialisme, een
strijd, die alle kerkelijke groeperingen
aanging, was de tweede oorzaak van
dit samengaan. Toch wilden later de
Protestanten op eigen benen staan
en kregen we de Kath. Mynwerkers-
bond, waarvan Dr. Poels de geeste
lijke leidsman werd.
Behalve aan de mynwerkersbond
wy'dde Dr. Poels vooral veel aandacht
aan de standsorganisaties der arbei
ders. Jarenlang heeft hy hiervoor een
soms harde strijd gevoerd.
Over Dr. Poels zijn streven en
werken op dit terrein is alleen reods
een boek vol te schrijven. Wy bepa
len ons met te zeggen, dat vooral
Dr. Poels aan de standsorganisaties
in h6t algemeen en aan de K.A.B.
in het bijzonder een principiële grond
slag gaf, die het karakter van de
gehele sociale beweging in Nederland
heeft bepaald en die overeenstemt
met de uitspraken en de besluiten
van het Episcopaat. Onze sociale
beweging trekt dan ook terecht de
aandacht van alle geloofsgenoten in
het buitenland en we worden er
wederom terecht om benijd.
In enkele regels hier neergeschreven,
ligt een stuk levenswerk van een
Venray's priester, dat tot in de verre
toekomst nog verstrekkende gevolgen
zal hebben en dat Limburg heeft
behouden. Hier werd naast de ge
bouwen, opgetrokken voor de orga
nisatie zoals het bondsgebouw in
Heerlen en de grote coöperatie „Ons
Dagelijks Brood", een geestelijk ge
bouw opgetrokken, dat de stormen
des tyds heeft doorstaan en waaraan
steeds verder wordt gebouwd, tot
heil van hen, die er onderdak zoeken.
Woningbouw
Doch Dr. Poels had aan een prach
tige standsorganisatie niets, als de
arbeiders, by honderden naar de
my'nen getrokken, daar leefden en
samenhokten als dieren. Hier moest
geholpen worden en weer is Dr Poels
bouwer, bouwer van honderden en
honderden nieuwe woningen en
1945: honger
Ik wou, dat ik een stem had, die
de wereld kon omvattenDan zou ik
hier, vanuit myn donkere cel met
het tralievensterf je op 3 meter hoogte
en het betonnen „bed", uitbrullen en
rondschreeuwen
„Komt en ziet, wat oorlog is. Komt
en ziet ons hier; de tienduizend kerels,
die verrekken on kreperen. De Jap
haalt een vuile streek met ons uit,
gegarandeerd. Omdat ie de oorlog
verliest. Ik wou, dat er een stelletje
fotografen kon vastleggen, wat hier
rondkruipt en rondhangt; vastleggen,
wat hier geleden wordt en hoe er
gevochten wordt tegen die vyand,
die overal rondsluiptde dood."
Ik zou nog veel meer willen rond-
brullen. Want later zullen onze ver
halen niet geloofd worden; men zal
van „overdrijving" en dikdoenerij
spreken.
Soms heb ik de moed in het stukje
spiegelglas mezelf te bekijken. Ik
zie de matheid in myn ogen en de
diepe lynen rond myn mond; ik zie
de moeheid en ik voel me oud en
doodop.
Elke maand worden we „gekeurd".
Dan gaan we de weegschaal op; de
dokter tikt en klopt wat op het was
bord rond je bost, je moet diepe
kniebuiging maken en dan proberen
weer omhoog te komen.
Het gaat best I Elke maand val ik
10 pond af. De rest idem
Als ik aan de pil vraag, wat er
toch '.met ons allen aan de hand is,
wiyft hy de hand langs zyn diep-
gerimpeld voorhoofd en zucht
„Over 3 maanden zullen de sterk-
sten onder ons, zoals fij en ik, krui
pend de laatsten begraven. En over
6 maanden leeft er geen een meer in
deze gevangenis". Als ik erom lach,
wordt hy kwaad en intens treurig.
„Het is myn heilige overtuiging;
als er geen spoedige verandering komt,
een radicale verandering, klapt dit
hele kamp in elkaar".
Daar kan ik het mee doenin drie
maanden ben ik 30 pond afgekacheld;
goed uitgerekend kan ik nog vier
maanden leven, om aan het krepeer-
gewicht te komen. Dat kritieke ge
wicht ligt rond de 35 a 40 kilo voor
een grote vent; wie daar aan toe
komt, kan zyn spullen wel verdelen
onder vrienden.
Ons lichaam vormt geen nieuw
bloed meer; ik heb by lijkschouwing
het merg in de dy beenderen als ver
schrompelde velletjes gezien, onze
darmen functioneren niet meerer
zitten flarden darmwand in je faeces.
nieuwe wijken. De woningbouwver
eniging Ons Limburg werd opgericht
en huizen rezen als paddenstoelen
omhoog. Woningbouw op zo grote
schaal bevorderde natuurlijk grond-
speculaties. Maar weer greep Dr.
Poels in. Hij stichtte een grond-
maatschappij „Tijdig", die de gronden
aankocht. Als financieringsinstituul
werd verder opgericht „Thuis Best",
waarin vooral de my'nen zelf gelden
beschikbaar stellen naast de finan
ciering van Ry'k en Gemeenten inge
volge de woningwet.
Tot voor de laatste oorlog werden
elf duizend woningen gebouwd en is
daardoor de volkshuisvestiging in de
Limburgse Mijnstreek de beste van
de gehele wereld. Yoor de huisvesting
van de kostgangers werden de zg.
gezellenhuizen gebouwd, waarin de
ongehuwden en zij die overbleven
maar elders woonden, een aantrekke
lijk tehuis geboden werd. En zelfs
voor de zwervers, die in deze mijn
streek, vooral in het begin zo talrijk
waren werd dan tenslotte het „Goede
Kosthuis" gesticht, waardoor ook
deze mensen wat huiselijkheid en
gezelligheid kregen.
Dan is er tenslotte zyn arbeids
bemiddeling. Wy kennen nu onze
arbeidsbureaux en we vinden het
heel gewoon, dat deze alles regelen.
Toondertijd bestonden er slechts
enkele en dan nog met zeer neutraal
karakter. Toch was het van geweldig
belang dat in het nieuwe mijnbedrijf
goede werkkrachten kwamen en dat
revolutionair gezinden en zedelijk
minderwaardigen zoveel mogelijk de
kans ontnomen werd een noodlottige
invloed op de rustige arbeidersge
meenschap uit te oefenen. Daarvoor
stichtte Dr. Poels een particuliere
instelling, verbonden aan de arbeiders
beweging, die zich om het zedelijk
welzyn der bevolking bekommerde.
Melkersexamen te Merselo
De Coöp. Zuivelfabriek „Venray,,
organiseerde in de afgelopen maanden
te Merselo een melkerscursus. De
theoretische lessen werden gegeven
door Dhr. de Ponti, onderwijzer te
Oirlo en de practische lessen door J.
Rongen, voormelker te Overloon.
Op Woensdag 17 en Donderdag
18 September j 1. werd de deelnemers,
onder toezicht van het Rykszuivel-
consulentschap voor Limburg een
examen afgenomendit examen had
plaats op het bedrijf van S. Willems
te Weverslo.
Van de 24 candidaten slaagden er
23; deze zyn de dames Johanna Arts,
Liena Arts Cisca van Dyck, Tiny van
Dijck, Anny Ermens, Truus Janssen,
Mia Michels, Nelly Poels, Lena van
Rijs wyck M 121, Lena van Ryswijck
M 121a, Nelly Wismans, MiaWismans
en de heren J. Arts, M. Arts, H. van
Dyck, J. van Hoof, Ant. Poels, Alb.
Poels, Gerrit Poels, A. van Stiphout
Chr. Verstraten, P. Verstegen, en
H. van de Zanden.
Als jury-leden fungeerdenDhr. J.
Leenders, Hoofdassistent van de Rijks,
zuivelconsulent voor Limburg; Dhr J.
Boonen, Leeraar-voormelker van de
C.Z.N.Z. teRoermond en Dhr Jenniskes
voormelker te Wanssum.
Na de uitreiking van de punten-
lijsten, waaruit bleek dat enkele
leerlingen 'n zeer hoog puntenaantal
hadden behaald, werden de geslaagden
gefeliciteerd en toegesproken namens
de examen commissie door Dhr Leen
ders, Hoofdassistent van de Rykszui-
velconsulent voor Limburg, en namens
de Coöp. Zuivelfabriek „Venray" door
de Voorzitter, Dhr H. Asselberghs en
de Directeur, Dhr A. de Kroon. Hier
bij werd de cursisten nog eens
gewezen op het practische belang van
het door hen behaalde melkersdiploma.
Telefoon
Voor de aangeslotenen op de auto
matische telefoonetten, waarvan het
netnummer begint met 47 is de
mogelijkheid geopend de abonné's
van de geautomatiseerde telefoonnet
ten van het technisch district Breda
automatisch te bereiken.
De netnummers van de geautoma
tiseerde netten van het technisch
district Breda, beginnende met 16, zyn
aangegeven in de Naamlijst voor de
interlocale telefoondienst.
Soms staan op een morgen zomaar
al je tanden los in je kaken, maar
de dokter zegt er niets aan te kunnen
doen. Na enkele dagen of weken gaan
ze vanzelf weer vast staan. Dan heeft
je lichaam zich weer aangepast voor
de zoveelste maal.
En dag aan dag trekt een lange
stoet langs de gevangenispoort, lijken
van vrienden worden op eigengemaak
te draagbaren weggevoerd naar het
kerkhof. Zul je dan toch je zin
krijgen, vervloekte Jap
Toen je ons moreel niet kapot
kreeg, ging je ons uithongeren. Maar
ook dat zal je niet lukkenWe
vreten allesIn de verre omtrek
durft zich geen kat of hond te ver
tonen, of hy verhuist in onze eeuwig-
hongerige magen.
We maken zelf rattenvallen en
leuren ermee langs de officiersbarak
ken, of we onder hun bed er een
mogen zetten. Eén kat is een delica
tesse, een hond minder. Die smaakt
zoetig en maakt je wee. Maar een
rat is heerlijk. We snijden hem aan
kleine stukjes, rijgen die aan een
ijzerdraad en roosteren het vlees in
de gevangeniskeuken in het vuur.
We slikken zelfs kokhalzend agaat
slakken, grote vettig-glibberende
beesten. Eerst even afkoken, het
slymwater eraf en dan weer koken.
Aan een ijzerdraad rijgen en dan
roosteren. Ik kan die snotterige
rommel niet naar binnen krijgen,
maar het moet! Eiwitten hebben we
nodig. En we plukken zakken vol
hegbladeren af, die we rauw naar
NIJMEGEN
KORTE MOLENSTRAAT. HOEK ZIEKERSTRAAT
't trefpunt voor de modieuze Vrouw
in de morgenuren is het prettig kopen
Honore
jeugdig
vormgevend
gekleed-sporliei
FL 3675
Obligatielening van 2 millioen gulden
B. en W. hadden Vrijdag j 1. slechts
een punt op de agenda staan n.l. het
voorstel tot het uitgeven van een
obligatielening van f 2000000.-.
In haar toelichting op dit voorstel
zegt B. en W. o.a.
Sedert enkele jaren zyn in de ge
meente het merendeel van de uitge
voerde kapitaals werken gefinancierd
uit de opbrengsten van kasgeldlenin
gen en rekening courant overeenkoms
ten, met behulp dus van z g. kort geld.
Ook voor dit boekjaar heeft B. en
W. reeds de toestemming van de Raad
om voor twee millioen kasgeldleningen
te sluiten.
Deze hebben één groot voordeel, zy
vragen heel wat minder rente als een
binnenwerken. Het slijm druipt langs
je kin. Het is allemaal even walge
lijk.
Maar honger, echte honger van
jaren, doodt elke vergelijking met de
jaren van overvloedje weet niet
meer, hoe snert smaakt en een
gewone boterham. Als ze me later
zullen vragen, wat we dan toch wel
aten, kan ik alleen maar zeggen, wat
we niet kregennooit vlees, nooit
melk, nooit boter of vet, nooit suiker,
en ga maar door.
Ze zullen ons niet geloven, en dat
kan ik begrijpen. Ze kunnen ook
niet geloven, dat een troep mensen
als wilden afstormen op een slang,
die op het vliegveld onder een hoop
ruigte wegkronkelt; hoe een veldmuis
door 10 handen tegelijk uit elkaar
gescheurd wordt en dat de brokken,
even geroosterd, zomaar naar binnen
gaan
HongerIk heb alleen honger ge
kend vroeger uit overdaad, omdat je
immer verzadigde maag niet precies
op tyd weer volgestopt werd met oen
overdaad van calorieën.
Verleden week heb ik een stomme
streek uitgehaald. Ik moest op wacht
staan in de tuinen, omdat er zoveel
groenten gestolen werden. We telen
een soort plant, die wel 3 meter hoog
wordt en bladeren geeft van 50 c.m.
Die worden, fijngehakt, deor de rijst
gekookt.
Door die tuin stroomt de afvoer-
goot van het Japanse kamp. Ik stond
me dood te vervelen en dan doemen
allerlei visioenen voor je geest op
vasto geldlening, maar het grote be
zwaar is, dat er niet altyd geld te
kry'gen is voor deze kortlopende le
ningen en, dat ze daardoor ook moeilijk
af te lossen zyn.
Maar vele gemeenten hebben deze
financieringswijze moeten volgen, om
dat het onmogelijk bleek binnen de
door de overheid gestelde grenzen,
geldleningen met een langere looptijd
af te sluiten.
De laatste maanden echter neemt
de geldmarkt zeer grote bedragen op
in de vorm van obligatieleningen van
verschillende gemeenten.
Dit is wel kostbaar geld i.v.m. de
hogere rentevoet en de bijkomende
kosten, zoals van zegel, drukkosten,
grote borden bruine bonen met spek
en hoerlyk vlees ruik je. De hete
lucht danst op de heuvels rondom en
de hitte en de honger dreigen je gek
te maken. In de vuile goot zag ik
stukken koolbladeren en geweekte
erwten dry ven tussen allerlei vuilig
heid.
En ineens duik ik in de vuile
goot, ga op myn knieën in het gore
water liggen en vis met grijpgrage
handen alles, wat eetbaar is, op uit
het drab en knauw het op, zonder
nadenken, zonder walging.
Een bot komt aandrijven en ik
scheur de rafeltjes vlees eraf. Steeds
meer knaagt de honger. Het is stom,
wat ik doe, dat weet ik. Maar ik heb
een innerlijke drang in me, dat iK
zal sterven als ik niet eet. In de cel
terug zwijg ik over myn „smulpartij",
ik hak nog wat hegbladeren fijn en
meng ze door myn portie ryst.
Drie dagen later: een verschrikke
lijke kramp in myn maag en buik en
dan breekt de dysentrie los. Het
bloed siepelt, ongecontroleerd, naar
buiten en dwingt je tot dagen lang
liggen. Medicijnen hebben we niet
meer, niets meer. De dokters zyn
goochelaars. Die laten je in zo'n
geval, witte klei opgelost in water
drinken. Die vormt in je maag een
betonlaag, die niets meer door laat.
Je gaat nog een dag bloed af, maar
dan volgt een verstopping, waar je
bijna geen einde aan kunt maken.
's Avonds, gedurende de lange
donkere uren in de cel, zonder enige
verlichting, vertellen we mekaar over
provisie etc., maar van de andere kant
staat er ook geen andere weg open
om de schulden te consolideren.
De gemeente stond dus voor do
vraag, óf verder te gaan met de finan
ciering met z g. kort geld, óf ook een
obligatielening uit te schrijven.
Met kort geld loopt men grote kans
vandaag of morgen geen gelden meer
beschikbaar te vinden, of alleen via
rek.-courant-overeenkomsten, waarvan
de rente zeer hoge bedragen vordert,
terwy'l bovendien de schulden niet
geconsolideerd worden.
Wil men deze moeilijkheden voor
komen, dan zal zo spoedig mogelijk
moeten worden overgegaan tot het
uitschrijven van een obligatielening.
Van de begroting 1952 is aan kapi
taalsuitgaven ongedekt f 950.000.
Van de begroting 1951 is nog on
gedekt f 350 000.
De herstellingen en verbeteringen
ten gevolge van oorlogsschade, die de
gemeente zelf moet betalen bedragen
f 700 000. In totaal dus ongeveer
f 2.000.000.
onze vrouwen en hun kookkunst.
De korporaal, die met een Javaanse
vrouw getrouwd is, komt steeds
weer terug op haar snert met kluif.
Tergend langzaam legt hy het geholo
kookproces uit. Hy heeft er blykbaar
plezier in, ons te laten watertanden.
De tweede celgenoot, we liggen niet
z'n drieën, is specialist op het gebied
van pudding. Die heeft een heel
kookboek aangelegd, gekrabbeld op
strookjes krantenpapier. Iedereen, die
iets te vertellen heeft over lekker
eten, vindt in hem een dankbaar
gehoor. Dan haalt hy zyn stompje
potlood te voorschijn en schrijft alle
culinaire finesses op. We vragen
elkaar, wat volgens ons wel het top
punt van geluk en genot zal zyn, als
we weer vrij en thuis zyn.
Ik spiegel me dat volle genot voor
alsliggend in een zachte stoel, met
een schemerlamp naast je, een goede
sigaar of pyp en dan de krant lezen;
je vrouw by je, bezig met een hand
werkje. En dan niets zeggen, hele
maal niets, alleen maar genieten van
dat stille, diepe geluk.
De korporaal wil grote potten bier
en muziek en sneit, met borden vol.
Maar dan snert van zyn vrouw, je
weet weleerst de erwten en
opnieuw begint het lange verhaal
van voren af aan.
Af en toe kunnen we knollen
kopen. Van de 9 Japanse dollars,
welke we in de maand verdienen op
het vliegveld, kunnen we net oen
knol kopen. Die raspen we zorgvuldin
fyn, drogen ze in de zon en dag