Een echte „fiellesoon
ALBERT HEIJN
37
67
44
73
Duivensport
een boeiend bedrijf
Beschadiging van aardappels
bij machinaal rooien
De tijd gaat snel!
NIEUWE KEEKED
BEL BIJ BRAND
3 9 2
door Herman H.J. Maas
Ja, zo word Toon van Kol in zyn
omgeving algemeen genoemd. En of
hij die mooie naam dan ook ver
diende Daar mogen de lezers aan
het eind van deze beschrijving zelf
hot antwoord op geven.
Na enkele jaren by do marechaus
sees gediend te hebben, vond hij die
dienst, ook niet alles. Hy had 't zich
nooit druk gemaakt, want zich ergens
voor of om druk maken, lag niet in
zijn aard.
Maar hij had ook nooit aanleiding
gegovon tot ontevredenheid by zyn
oversten. Toon hy kans zag om de
dienst te verlaten met een pensioentje
greep hij die gelegenheid aan. Het
was niet veel, dat pensioentje, zestig
jaren geledon, maar licht meegeno
men, hy kon het immers slapend
„verdienen"'
Hy werd dadelyk aangenomen als
ploogwerker op oen traject van de
spoorweg Vonlo—Nymegon. Met het
krijgen van dat baantje dacht liy zijn
kost gemaakt. Alleen te blijven voor
een man vond hy echter niets.
Ily keek uit naar een huisje met
wat grond erbij om te keuterboeren,
dat kon hij 's avonds na diensttijd
nog best waarnemen. Zjjn vrouw zou
hem daarby behulpzaam kunnen zijn
en misschien later zijn kinderen, om
een paar varkens, een paar geiten,
een schaap, een koe en wat kippen
te houden. Zyn loon by de Staats
spoor en zijn pensioentje brachten
gereed geld in.
Do eerste kans de beste om zo'n
huisje te kopen, tien minuten gaans
van zijn naaste buurman gelogen,
benutte hij en trouwde. Dat huisje
met zijn omgeving is zyn heem ge
bleven, zyn hele verdere leven.
Ja, de levensomstandigheden waren
toen heel anders dan tegenwoordig.
Voortgang is or wel geweest. Maar
ook vooruitgang Is het: mensdom
voel gelukkiger geworden
Iedereen getuigde steeds, dat Toon
van Kol goed boorde, maar dat hij
ook een „echte fiellesoof" was. Geen
wonder, dat goed boeren Hy bezat
vast „inkomende" en over genoeg
vrije tyd beschikte hij by het spoor
immers ook.
Als voor doandere boeren do avond
klok nog lang niet sloeg, sjokte Toon
van Kol al huiswaarts. Hy wist heel
goed, dat ze hem dan spotpraatjes
achterna gaven.
Toon had op de spoorlijn weer
goed gerust om thuis nog wat te
kunnen werken
Maar dat nam hij hun niets kwa
lijk, de mensen hadden nu eenmaal
graag wat te praten en te lachen.
Én haten kor. hij nooit iemand, want
dat zou hem veelS te druk geweest
zijn. En och, placht hij te zeggen,
een slechte naam was het kostelijk
ste bezit van een mens, omdat
niemand je die probeerde af te nemen.
Die lieten ze jo rustig houden, maar
van een goede konden ze niet af
blijven
Zonder veol rusten, met de gekruis
te armen op de schop geleund, en
slapen op de berm langs de spoorlijn
wat Toon van Kol zelfs best kon op
kille regenachtige herfstdagen, zouden
do ploogwerkers niet geweten hebben
hoe de werkdag vol te krijgen.
Hier en daar een moer aandraaien
en wat kiezel aanstampen onder de
biels was immers gauw gebeurd. In
de regel viel er al niet meer te doen,
maar het was toch nodig.
Nooit had iemand Toon van Kol
uit zyn sjokgang zien komen, al goot
een onweer emmers regen uit zware
zwarte wolken. Alle bewegingen van
zyn groot breed log lichaam waren
even traag als zyn gedachten.
Hy week geen haarbreed van de
zich eenmaal gestelde weg af, om
geen voorstellen, voorspiegelingen ot
spotternijen. Al zat een heel gezel
schap rondom hem te schreeuwen en
te schateren, niemand en niets kreeg
hem uit de plooi.
Zyn levensregel was, dat een mens
zich een goede dag moet aandoen,
zich niet moe werken, en vooral goed
eten en drinken moest.
Eons, toen hy met een grote kaas
uit oen winkel kwam, riep een spot
vogel hem toe, of hy wat te eten ge
haald had; en doodernstig antwoordde
hy „jao, 'ne werkende mins meugt
ok wei o stuksko hebbe!"
Hy hield zich altijd, alsof iedereen
vast geloofde wat hy zei. Hy kwam
by eon grote boer op de stal, daar
lagen tien welgevoede koeien op een
ry, en benijdend zuchtte hy „Wat
hebbe die koewe het goed, die kunne
d'r nog booj gaon ligge, as ze nierke
De hele buurt moest er om lachen.
IJy kon ook wel eens iemand goed
zijn vet geven, want al keek hij allyd,
alsof zijn ogen dicht vielen van de
slaap, toch merkte hy veel op, waar
andoren niet eons erg in hadden.
Zo had hy goed gezien, dat op
Zondagen in do kerk onder de Mis
vole manslui diep achteraf onder de
toron kropen on daar languit gingen
liggon met de rug tegen de muur om
achter hun kieps te praten en te
grinniken.
En op een keer, dat die op de huis-
weg hadden gemopperd, dat de Mis
zo lang had geduurd, duwde hy hun
zijn droog, traag antwoord toe: „Now,
daor hoefde gillie toch nio ovver te
klage, went gillie gaot ummers languut
beej liggo
Daar liad hot hele dorp lol van
had, het was een goede veeg uit de
pan goweest. Ja, hy kende de mensen,
Zo zei hy men kon de dikke aard
appels en de poters wel uitzoeken, als
ze allemaal op een hoop lagen, maar
in de grond groeiden zo door elkaar
zonder dat mon het verschil zag en
met de mensen was het al krek zo,
die waren* ook lang niet allemaal
al-ens. Men moest zo maar uitzoeken
uit de hoop, de meer- en de minder
waardigen. Die het minst deugden
onder do mensen, hadden gewoonlijk
het grootste lawaai en konden alles
en rolden er nog het gemakkelijkst
doorheen in het leven.
Als men zulke lui zag en hoorde
doen, dan zou iemand anders wel
moeten denken, dat hy met al zyn
tobben en poejakken nog niets was.\
Onder de mensen ging het al precies
als möt de drek op het veld. Die had
immers overal de beste aard. Waar
nog geen spier koren wilde groeien,
daar schoten de distels en de brand
netels nog een meter hoog op, voor
de drek was do grond nooit to mager
en het weer nooit te slecht.
In de grond waren de mensen wel
al-ens, maar niemand wilde er in
Zo kon hij klassioneren.
Op een goede keer slofte Toon van
Kol by. Janboer de keuken binnen,
net toen zo daar aan de vieruurkoffie
zaten. „Smakelyk same an de koffie",
wenste hy. De Janboersvrouw zei, dat
hij maar moest meedoen. Och nee,
merci, hy had de koffie krek op.
Toon van Kol had beleefdheid ge
loerd en goede manieren. Maar erge
zin had hy wel
Bedanken moest men eerst kwan
suis doen, anders was men lomp.
Dadelyk zou de vrouw het immers
nog wel eens zeggen?
Maar zo zei er niets meer van, dat
was hem toch te gek!
De koffie rook zo lekker, de weite-
weg zag er zo smakelijk uit en de
boter zo malsgeel, het water kwam
hem in de mond. „Och, as ge 't dan
mit alle geweld wilt hebbe, dan mer
vooruit mit de geit", schoof hij een
stoel in de kring. En kuumde zes
dikke boterhammen door de keel, met
veel kumkes koffie.
„Ge bint toch nio ziek spotte de
vrouw een beetje. Maar Toon hield
zich van den domme, zo iets begreep
hij nooit!
Nee, zei hii, dat niet, maar hy was
al in de vy'ftig en hij voelde zich
toch niet meer zo'n kerel, als toen hij
dertig was!
Nou, dat geloofde zy wel, lachte de
vrouw, zo'n gekken zouden er wel
meer zijnHij moest maar afkrijgen
„Nou, één botram dan nog", zuchtte
hij, „anders verdreugt het mer en dat
zeui jaommer zien
En dan moest hij maar eens naar
huis sloffen. Tegen de tyd, dat hy
daar was, zou do vrouw de avond-
kost wel klaar hebben. „Erpel mit
saus en botermelk kan me 'saoves
toch nie misse!'!
Fiellesoof of niet?
In het seizoen zien wij allen des
Zondags de „duivenmelkers", zoals de
beoefenaren van de duivensport, lelijk
loeg, genoemd worden, wel eens
met een klok door de straat komen.
Dat is dan ongeveer alles wat de
buitenstaander van deze sport krijgt
te zien. Hy weet er dan ook veelal
niets van, dat de liefhebberij voor
postduiven in ons land ■'.eer uitgebreid
is, zowel in de hoogt als in de breedte,
Sommigen menen, dat duiven vrij
wel alleen maar gehouden worden
door de gewone man. De waarheid is
geheel anderslieden van allerlei rang
en stand houden er zich mee bezig
dokters, advocaten, rechters, zelfs
geestelijken en om helemaal boven
aan te sluitenPrins Bernhard heeft
een prachtig hok met duiven en hy
„vliegt mee" ook!
Als u een duivenmelker tegen komt,
moet u er maar 'ns aan denken, dat
hy er één is van de meer dan 50.000
in Nederland. Dat het toplichaam, de
Nederlandse Postduivenorganisatie
(N.P.O.) een eigen gezondheidsdienst
voor duiven bezit met zeven man per
soneel met een heuse professor aan
't hoofdprof. dr Jansen.
Dat zy een eigen [advocaat heeften
een duivenkliniek met echte vee
artsen in stand houdt, dat zy elk
jaar 'n halve ton uitkeert aan lief
dadige instellingen, dat zy een der
beste klanten van de Nederlandse
Spoorwegen is, dat zy meer dan 100
man vast personeel heeft.
Natuurlijk is dat niet allemaal in
eens gekomen. Dit is gegroeid uit de
honderd en een hondjes, die voor de
oorlog bestonden.
De Duitsers, die, zoals men weet,
van concentratie op grote schaal
hielden, hebben nogal wat schoon
maak gehouden. Er zijn nu nog zes
bonden over, waarvan de Zuid Nederl
Bond de op één na grootste is. Hy
telt 16 a 17.Ó00 leden. De zes bonden
staan alle onder het eerdergenoemde
overkoepelings orgaan, de Nederlandse
Postduiven organisatie.
Organisatie der wedvluchten
Essentieel voor de duivensport zijn
de wedvluchten. Die worden erpl.m,
30 in één seizoen gehouden. Het
vervoer der duiven naar de losplaat
sen is daarby, uit een oogpunt van
organisatie, het meest kapitale vraag
stuk.
Telkenj are, vóór het seizoen in
April begint, gaan de bonden by de
Spoorwegen in Utrecht praten. Het
resultaat daarvan is, dat de duiven-
mensen thuis komen met een lange
lijst bevattende alle gegevens over
alle treinen waarmee de duiven zul
len kunnen worden vervoerd.
Dat klopt altijd precies.
Het grote duivenstation van Neder
land is Roosendaal, waar de convooien
by elkaar komen. Treinen met 50
wagons, waarin tezamen 100.000
duiven vervoerd worden zyn maar
heel gewoon daar. In deze wagons
reizen ook de verzorgers, de z.g.
convoyeurs mee. Zij voederen en
drenken de duiven, die in de man
den zeer op hun gemak zynze gaan
eenvoudig op hun buik liggen en
rusten.
Wanneer 'n mens een dag per trein
heeft gereisd is hy bek-af en hy
verlangt naar rust. Zo is het met de
duiven niet. Vaak genoeg gaan ze
by aankomst in de plaats van lossing
meteen het perron op om binnen
enkele uren de vrijheid te krijgen.
Het opentrekken van alle manden is
het werk van nog niet één minuut.
Het is een uitgemaakte zaak, dat
duiven berghoogten op hun thuis
vlucht my den.
Duiven die b.v. in San Sebastian
in Spanje worden gelost komen ge
garandeerd allemaal via een 20 km
breed lager stuk van de Phyreneeën
gevlogen. Zy „weten" dat de hoge
bergen gevaarlijk zyn, niet het minst
vanwege de roofvogels.
Vanzelfsprekend speelt de weers
gesteldheid by de wedvlucht een grote
rol. Soms moet men een of zelfs wel
twee dagen wachten voor men kan
lossen
Ondanks alle voorzieningen Kunnen
z g. rampvluchten niet worden voor
komen. In 1950 is er b.v. een ge
weest, vanuit Orleans, waarby twee
derden der duiven haar hok niet meer
heeft bereikt. Hagel regen en storm
slaan do duiven tegen de grond, in
graanvelden b.v. De natte dieren ko
men dan niet meer weg.
Dat zo'n ramp niet altyd te voor
komen is, leerde het laatste seizoen
nog. Terwyl de Nederlandse vlucht
vanuit St. Vincent binnen één dag
sloot, d.w.z., dat toen alle prijswin
nende duiven 'n vierde deel
thuis waren, stond de vlucht vanuit
Dax in België vier dagen „open". En
toch vonden heide vluchten op het
zelfde tijdstip plaats.
De laatste jaren doet men aan het
weduwschapvliegen, 'n methode die de
grote liefhebbers al jaren geladen in
toepassing brachten en die nu hand
over hand toeneemt.
Het is van belang, om de ingekorfde
duiven een prikkel mee te geven om
vlug naar huis te komen vliegen. De
paardrift en de ouderlijke zorg spelen
daarby natuurlijk de hoofdrol. Van
daar dat men de duiven in het ver
leden vooral liet vliegen op eieren of
kleine, zorgbehoevende jongen.
Het schy'nt, dat deze metbode min
der doeltreffend is dan het z.g. weduw
schap vliegen, 'n Doffer die volgens
deze methode in conditie wordt ge
bracht, ziet z'n duivin 'n hele week
niet.
Vóór het inkorven echter mag hy
eventjes by z'n geliefde komen en
dan gaat „mijnheer" de korf inver
vuld, kan men zeggen, van verlangen
jegens haar die z'n duivenzorgen
deelt. In z'n „herinnering" blijft het
beeld van zijn geliefde zo levendig,
dat de doffer zich tot het uiterste in
spant om, eenmaal gelost, zo vlug
mogelijk thuis te ziin.
Arriveert zo'n doffer, dan „valt" hy
boven uit de lucht in het hok zonder
zelfs maar de klep te raken, aldus
een duivenmelker.
Er is vrijwel geen land ter wereld
waar de aardappel zulk een belang
rijke plaats in het menu inneemt als
in Nederland. Daarnaast leveren
vooral pootgoedaardappelen veel devie
zen op. Dat het daarom van belang
is de aardappel in uitstekende staat
aan dè koper af te leveren behoeft
geen betoog. Het is dus begrijpelijk
dat de wijze van rooien, waarby de
aardappel dikwijls beschadigd wordt,
op de proefbedrijven wordt bestudeerd
om het verlies tot een minimum
terug te brengen.
Dit geldt speciaal het machinaal
rooien, dat ook hier hoe langer hoe
meer veld wint in navolging van de
Verenigde Staten. Daar heeft men
om de beschadigingen te voorkomen
alle onderdelen van werktuigen, die
met de aardappel in aanraking komen,
met rubber bekleed.
De studiegroep, die de V.S. in
1950 heeft bezocht, beveelt deze
methode ook voor Nederland aan,
wil men onze positie, vooral by de
levering van aardappels voor con
sumptie, handhaven.
Machines met staafkettingen be
schadigen de aardappels aanzienlijk;
ofschoon dit afhangt van de lengte
van de weg. Hier dienen de staven
met rubber bekleed te worden. In
Amerika is men zelfs zover, dat ook
de draadkorven van rubber zyn voor
zien.
Laat men, wanneer men machinaal
rooit, hiermee rekening houden, mede
omdat de beschadigingen niet direct
zichtbaar zyn, maar eerst aan de dag
treden, nadat ze uit de bewaarplaat
sen komen of de consument hebben
bereikt.
Verschillende fabrikanten zyn er
reeds toe overgegaan hun machines
van rubber te voorzien. Voorzover men
echter nog een oude machine zonder
deze bescherming gebruikt, dient men
dus op zyn hoede te zyn.
Het gaat om een verbetering, die
niet slechts het eigen bedrijf, maar
tevens onze nationale economie ten
goede komt.
Nu van vele percelen bouwland de
stoppel weer bloot ligt en de tyd
weer aangebroken is aan de bemes
ting te denken, willen wy even in
het kort nagaan wat momenteel de
nodige aandacht verdient.
In de eerste plaats is thans een
zeer gunstige periode aangebroken
voor de uitstrooi van goed verteerde
stalmest. Evenwel een stalmest bemes
ting van 20—30 ton per ha moet men
niet toedienen met de gedachte: „Nu
heb ik meteen alle voedingsstoffen
aan de grond toegediend, daar kan ik
wel weer op voorttelen", neen, zo is
het beslist niet.
Een stalmestgift en dit geldt in het
algemeen voor een organische bemes
ting, is daarom zo belangrijk, omdat
het een opgewekt bacteriënleven in
de grond sterk bevordert. Denk hier
bij vooral ook aan de verbetering van
de structuur.
Daarna hebben vanzelfsprekend de
in stalmest aanwezige plantenvoeden-
de stoffen stikstof, fosforzuur, kali,
kalk (e.a.) hun waarde, maar dit mag
beslist niet worden overdreven.
Vooral het gehalte van fosforzuur
is meestal laag. Naar gelang van de
hoedanigheid van stalmest zyn deze
gehalten aan voedingsstoffen aan
schommelingen onderhevig.
Van de kunstmeststoffen verdient
het aanbeveling om thans, waar dit
nodig blijkt te zyn, over te gaan tot
het uitstrooien van kalk. Er zyn ver
schillende soorten kalkmeststoffen
in de handel verkrijgbaar.
Van hogerhand wordt telkens weer
gehamerd op productieverhoging. Deze
kan alleen worden verkregen door een
gezonde basis voor plantengroei te
leggen.
Grondonderzoek wijst ons de weg
hoe het bemestingsplau oordeelkundig
moet worden opgesteld. Niet uitstellen
wat thans nog met goed resultaat
kan worden bereikt, want de tijd
gaat snel.
Twee militairen gedood b^j het
laden van een kanon
Op de vliegbasis Leeuwarden is
Maandag een ernstig ongeluk gebeurd,
dat aan twee dienstplichtigen hei
leven heeft gekost, De namen der
slachtoffers zyn de 26-jarige sergeant
D. Pekel uit Jelsum en de 22 jarige
soldaat A. Polman uit Ees
Toen men bezig was met het laden
van de Kanonnen van een „Gloster
Meteor" is door tot nu toe onoekende
oorzaak een schot afgegaan, waardoor
twee militairen aoueiyk weiden ge
troffen. Er is een commisbie van
onderzoek ingesteld. Het is thans reeds
komen vast te staan, dat niet de
nodige veiligheidsmaatregelen waren
getroffen-
Aangezien gebleken is dat vele
vreemdelingen door onwetendheid of
nalatigheid niet in het bezit zyn van
een geldige verblijfsvergunning,
vordert de Burgemeester, Hoofd van
de plaatselijke politie als bedoeld in
art. 1 van het Vreemdelingenregie
ment, dat de vreemdelingen (ook voor
zover zij de Indonesische nationaliteit
hebben) die hun woon- of verblijfplaats
hebben of vertoeven in de gemeente
Venray en die langer dan 30 achter
eenvolgende dagen in Nederland heb
ben verbleven, zich op 23 September
1952 in persoon by hem aanmelden
ter gemeente-secretarie Afd. II, des
voormiddags tussen 9 en 12 uur.
Deze aanmelding kan achterwege
bly^en t.a.v. die vreemdelingen die:
ie reeds houder zyn van een nog
geldige hun reeds eerder uitge
reikte verblijfsvergunning
2e houder van een nog geldig visum
3e houder zyn van een indentiteits-
kaart, verstrekt door de Minister
van Buitenlandse Zaken en
namens deze ondertekend door de
Secretaris Generaal van diens
Departement
4e vrijgesteld zyn van vreemdelingen
registratie op grond van door
Nederland gesloten verdragen
5e zonder Nationaliteit zijnde, de
Nederlandse nationaliteit hebben
verloren tengevolge van hande
lingen tussen 10 Moi 1940 en 5
Mei 1945 en
6e hun woonplaats hebben in een
woonoord of kampement daartoe
door de Nederlandse Overheid
aangewezen.
Onverminderd de andere maatrege
len, die kunnen worden getroffen ten
aanzien van de vreemdeling, die
voornoemde aanmeldingsplicht niet
nakomt, kan hy worden gestraft met
hechtenis van ten hoogste twee
maanden of geldboete van ten hoogste
vyf duizend gulden.
Yenray, 15 September 1952.
De Burgemeester,
Hfd. van plaatselijke politie voornoemd
Mr A. H. M. Janssen
Bouwpastoor, wil niet versagen,
Eenmaal zal ze er staan uw Kerk-
Zonder morren, zonder klagen
Steunt de collectant Uw werk.
Niet beneden 16 jaar
op bromfiets
De ambtenaar van het Openbaar
Ministerie by cie kantougerecnten in
net Arronuisement 's Gravenhage
heeft medegedeeld, dat het beryden
van bremüetsen door personen beue
den de 16 jaar in suryd is met de
letter en geest van de wet. in daartoe
aanleiding gevende gevallen zal de
pull tie prooos verbaal opmaken. Een
sii'alvervolging ter zake leidde reeds
tot een verooi deling.
Stap over op Albert Heijn. Neem éénmaal de proef
met Albert Heijn als kruidenier en dan zult ook U
constateren: nergens betaalt U zulke LAGE PRIJZEN
en krijgt U zulk een HOGE KWALITEIT I
ZWAAR STUK
BADZEEP
Ie SOORT
HUISHOUQJAMpot
GEMENGDE
CHOCOLADE too gr.
PRACHTIGE
LUNCH-SCHOTEL
Gekruid Speculaas
extra kwaliteit 250 gr. t" y
Amandel Speculaas a c
met véél Amandelen 250 gr. O 3
Borstplaatjes -
fijn van smaak 100gr. JL I
Fondant Borstplaat
bijzonder fijn 1 00 gr.
ONZE
PRACHTIGE
LUNCH-SCHOTEL
bestaat uit
Cervelaatworst,
Heerlijke Ham,
Boterhamworst en
Haagse Leverworst
MAAKT U HET LEVEN GOEDKOPER!