TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Dagboek van een krijgsgevangene De Vleesverwerking en export drie; bn zeventigste jaargang Jammerlijk artikel Mctaalbcwerkersbond St. Eloy afdeling Vcnray Schildei ten P. Beerkens ZATERDAG 28 JUNII»« No 26 van de heer Roebroek in Rolducse Studentenkrant aldus de Vesti gingscommissie van de LLTB Betreflende emigratie wordt er veel domme en weinig wijze praat ver kocht, aldus Credo dd. 30 Mei. Deze constatering is ook van toepassing op het ongelukkig artikel van de heer Roebroek in Enfant Terrible No. 5. (Dit artikel is o.a. ook door Peel on Maas overgenomen, vandaar dat wij nu ook liet antwoord van de L L.T.B. plaatsen Red,) Om diverse redonen een betreurens waardig artikelDe eerste en voor naamste daarvan is wel deze, dat schrijver t.a.v. de kern fundamenteel mis is. Hij stolt n 1. simpelweg dat bij voorlichting etc. t.a.v. emigratie, de keuze Arbeidsbureau of Stands organisatie een kwestie is van louter administratief-techmsche aard. En op grond van zijn eenzijdige en overdreven critiek m.b.t. dit ondergeschikte punt, meent hij aan het Arbeidsbureau de voorkeur te mogen geven. Dit mag men niet zo simpel stellen Vooral een academicus niet. Want met de groeiende noodzaak zal de emigratiepolitiek meer moeten op schuiven naar urgentiepunt, nummer éón op hot regeringsprogram. En hoe zal dan de taakverdeling Overheid (Arbeidsbureaux) -Standsorganisaties zijn? En welke belangen van onze emigranten zyn daarmee gemoeid? Wat zal er van een juiste belangen behartiging terecht komen als de katholieken zélf er zo licht over denken Laten wo omwille van het gewicht ervan hierop dieper ingaan. Grondslagen Een verantwoorde emigratie heeft drie grondslagen voorlichting, voor bereiding en nazorg. En deze moeten alle drie op principiële basis plaats hebben. Nu is het zo dat de vrije keuze t.a.v. de aard der bemiddeling bij voorlichting on voorbereiding aan sluit by de individuele vrijheid van ieder mens. Maar als hij dan vanuit deze vryheid verkiest volgens zyn principes te leven en te handelen, dan kiest een katholiek Limburger zyn eigen Standsorganisatie. Deze Standsorganisaties immers vinden hun grondslag en bestaans recht in verschillen in levensbeschou wing en maatschappelijke functie, en het zal de emigrant derhalve tot heil en bevrediging strekken, dat voorlichting en voorbereiding vaiï zyn emigratie zo zijn, dat deze met zijn heiligste inzichten en "beroepseisen overeenkomt. Het is dus van funda menteel belang dat de aspirant- emigrant principiële volledige en betrouwbare voorlichting kan ont vangen, die tevens past in het kader van zyn levens- en wereldbeschouwing Welnu deze voorlichting komt het best tot de emigrant via instanties en personen die het dichtst by hem staan en zijn vertrouwen mogen genieten. De eigen standsorganisatie staat dichter by de aspirant, zodat zy het te vormen beeld van het toekomstig leven van de emigrant beter in diens tot nu toe gangbare denkwijze kan overbrengen en ook "voor informaties tot de bron kan teruggaan door haar organisatorische aftakkingen tot in ieder gehucht. Zij kan geacht worden niet alleen in geestelijk en maatschappelijk op zicht het dichtst bij de emigrant te staan, maar ook hem in deze opzich ten het best te vertegenwoordigen. Nu zyn er inderdaad taken die specifiek tot het strikte werkterrein van de Overheid gerekend kunnen worden. Zo b.v. do algemene voor lichting m.b.t. de emigratie-noodzaak, contracten afsluiten, nota-wisseling met en besprekingen in het buiten land, verstrekking van hulp m.b.t. deviezen en subsidie, het toezicht op emigratie-organen. Maar om principiële redenen, om subsidiariteitsbeginsel en doelmatig heid vallen de drie grondslagen, voor lichting, voorbereiding en nazorg onder de bevoegdheid van stands organisaties. Deze conclusie trekt men spontaan zelf als men nader gaat bezien wat de grondslagen feitolyk inhouden. Voorlichting, voorbereiding, nazorg Voorlichting: omvat inlichtingen m.b.t. het maatschappelijk leven, arbeidsvoorwaarden, lonen, sociale voorzieningen, belastingen, kosten van levensonderhoud, huisvesting, klimaat levensgewoonten, godsdienstig leven, kerken, onderwijsmogelijkheden cul tureel leven. Hiervan ligt zoveel op levensbeschouwelijk terrein, dat een kleurloze overheidsinstelling, als het Arbeidsbureau uiteraard is, hier wel tekort moet schieten. De Overheid kan hierbij slechts aanvullend optre den via ter beschikkingstelling van zakelijke gegevens en het helpen verzamelen daarvan. Voorbereidingomvat kennis van de taal, werkmethoden, gezondheids zorg, huishouding, levenswijze, onder wijs, alle beschouwd vanuit onze katholieke godsdienstige overtuiging. Deze dient zo gedegen mogelijk te zyn wegens de werkelijk ingrijpende ver anderingen in levensmilieu en arbeids terrein die de emigrant te wachten staan. Leiding in de vorm van cur sussen onder auspiciën van de eigen standsorganisatie is daarbij onmis baar. Dit geschiedt dan ook door de zelfde instanties die de verantwoor delijkheid hebben bij de voorlichting. In nog mindere mate dan bij de voor lichting ligt hier een uitvoerende taak voor de Overheid (Arbeidsbureau). Nazorg: dit is de hulp die de emigrant geboden wordt gedurende de eerste tijd van zyn verblijf in liet nieuwe land. Deze nazorg ligt weer in een vlak, dat in het bijzonder werk vraagt van anderen dan de Overheid of haar instellingen. Men ziet uit het bovenstaande, dat al te veel ligt op geestelijk terrein en ook binnen de sfeer van de individuele menselijke persoonlijkheid, waarmee de Overheid zich niet kan bezighouden, tenzij aanvullend. Daar bevindt zich dus een groots werk terrein, waarop particuliere organisa ties of instellingen een belangrijke taak hebben te vervullen. Dit is intussen een steeds breder erkend feit. Ook in de Wet op de organen voor emigratie is deze taakverdeling erkend en de afbakening in werkter rein tot uitdrukking gebracht. De samenvoeging der krachten van Overheid en maatschappelijke instel lingen verhoogt de waarde van de resultaten, welke er verkregen kun nen worden ten behoeve der emigra n ten. En tenslotte gaat het by dit alles toch geheel om de behartiging van hun belangen en niet om „Land- bouwhuis", of „Arbeidsbureau". Het artikel van de heer R. is daarom ongelukkig omdat het de natuurlyke taak van de Standsorga nisaties ten deze miskent. De Over heid en haar instellingen dienen te erkennen dat de in vryheid door de emigranten gekozen organisaties aan gewezen zyn om de volheid van persoons-belangen-behartiging voor de emigrant te vervullen en ook ge machtigd zyn om als diens vertegen XIV Do dood van Joep Het hoeft nu lang genoeg geduurd, vind ik en daarom vraag ik de dokter of ik weg mag. Beterschap is onder deze omstandigheden.toch uitgesloten en verder kan de dokter ook niets voor me doen. Maar dan vraagt hy, of ik niet verpleger wil spelen voor „the old man". Dio „oude man" is Joep, een rasechte Limburge koloniaal van het oude stempel. Joop ligt eón eindje verderop en gaat langzaam achteruit. Lydt aan geen enkele ziokte; is alleen maar levensmoe en mist de kracht de geestelijk kracht, om te vechten voor zyn leven. Ik heb wel eens met Joep gepraat over Limburg, maar onze levensstijl verschilt toch te veel, om echt contact met elkaar te hebben. En nu dit verzoekNatuurlijk zeg ik„Ja" en zo komt Joep met matje en al naast me liggen. Hij kan niet veel meer. De eerste dagen haal ik alleen eten voor hem, wat water en praat over Limburg. Van andere jongens hoor ik een relaas over Joep z'n vroegere leven. Als zoveelBto kind van eenvoudige ouders heeft hy „getekend" voor Indiö en het, voor zijn doen, ver geschopt. Joep is adjudant, „stip" zoals wij zeggen. De stip heeft ge dronken als een tempelier en zich verder van vrouw en kinderen niet veel aangetrokken. Natuurlijk is Joep katholiek, maar als ik, heel voorzichtig, daarover begin, kry'g ik de wind van voren. „Biste gek mit dè flauwe kul. Aste kapot gès, is 't aafgelaupe". Zo gaat hy door. In geen 17 jaar heeft hy „ziene Paose" gehouden en daar is hy trots op. Over het roepen van een pater wil hij helemaal niets horen. En dan begint weer die domme, onberede neerde critiek op de geestelijken. Die pastoors heeft hij niet nodig; die zyn goed voor de boertjes op zyn dorp, waar ze nooit iets anders gezien of meegemaakt hebbenen zo raaskalt Joep maar door. Tot ik een keer tegen hem zeg „Joep, juist omdat je zo voortdurend erover praat, weet ik zeker, dat diep in je hart er wel iets leeft en knaagt. Je bent zo zwaar ziek, kerel, het kan toch geen kwaad, om e6ns met je oude aalmoezenier te praten. Alleen maar eens praten, kerel." - Joep wordt steeds zwakker, zodat ik alles voor hem moet doen. De Engelse verplegers kan hy niet uitstaan en die weten geen raad met hem. The old man is lastig, zeggen ze, en als Joep er weer eens een prach tige verwensing uitbraakt aan het adres van dokter en verplegers, vragen ze: Wat zegt hy eigenlijk? Dan geef ik er maar een draai aan, dat hy scheldt op zyn ziekte en de Jappen. woordiger op te treden. En dat hierby zelfs van een reëler en directer vertegenwoordiging sprake is dan wanneer de Overheid als zodanig optreedt. De staat heeft in deze zeker een taak doch deze taak is direct ontleend aan het algemeen belang van de kleurloze „gemiddelde" Nederlander niet aan het peraoonlyk belang van één katholieke boer, arbeider of middenstander. Administratie M.b.t. de administratieve critiek van de heer R. willen we kort zijn, Vooraf willen wy nog even vaststel len by de voorlichting, het voor naamste onderdeel der emigratie verzorging, is schrijver volgens zyn eigen woorden niet aanwezig geweest. In byzyn van drie getuigen heeft schrijver verder verklaard dat hy de op het Landbouwhuis ontbrekende inlichtingen evenmin op het Arbeids bureau kon bemachtigen. Dit is begrijpelijk voor iemand die weet dat in de eerste tyd de dossiervor ming door de Stichting Landverhui zing zelf geschiedde en gewestelijk enkel een afschrift aanwezig was van het eerste door de aanvrager zulf ingevulde aanmeldingsformu lier en verder enige adviezen. Voorts dient in acht te worden genomen dat het emigratiewerk van de L L.T.B. practisch uitsluitend betaald wordt uit eigen middelen (contributies) en dat liet Arbeidsbureau kan putten uit belastinggelden. De L.LT.B. subsidiëerde dus naar best vermogen, doch niet in die mate dat men over kon gaan tot inrich ting van luxueuze vertrekken met op gemakstellende clubfauteuilles en het aanbieden van sigaren of even tueel zenuwpillen, hetgeen R. in zyn artikel als vanzelfsprekend doet ver onderstellen. 'Kortom bij de ongetwijfeld aan wezige tekortkomingen is de critiek eenzydig en schromelijk overdreven. Zó zelfs, dat hij in ons de vraag oproept of de heer R. misschien heeft geschreven om een of andere roden, Hoe het ook zy, wy zyn dankbaar voor de ontvangen tips, en gaan geïnspireerd verder met naar best vermogen onze aspirant emigranten van dienst te zijn. De Vestigingscommissie van de L L.T.B. KindervcrlamniiDg in Limburg Enkele raadgevingen ter voorkoming der ziekte Zoals verwacht kon worden is het aantal gevallen van kinderverlamming in de algelopen week nog toegenomen. Omdat het nog betrekkelijk vroeg in het jaar is en niemand kan voor spellen wat de komende zomer ons brengt, menen we ondanks het gebrek aan definitieve kennis van de ver spreidingswijze van deze ziekte, de ouders in ieder geval bepaalde belang rijke aanwijzingen te mogen ont houden. Nadrukkelijk zy er op gewezen, dat hetgeen hier volgt, berust op eigen waarnemingen 80 pet van de gevallen betreffen kinderen beneden de 5 jaar. Verschil lende gevallen zijn waargenomen op de meest afgelegen plaatsen, waar vrywel geen verkeer is, kilometers verwijderd van de bebouwde kom. Deze twee vaststaande feiten wet tigen de conclusie, dat de ziekte niet rechtstreeks van mens op mons be hoeft over te gaan. Het schijnt, dat het meest ideale landelijke isolement, geen waarborg biedt om de ziekte te voorkomen. Tal van waarnemingen bevestigen de waarschijnlijkheid, dat het voedsel een rol speelt. De leeftijd der slachtoffers recht vaardigt de veronderstelling, dat de melk bijzondere aandacht verdient. Deze melk, dit blijkt uit de zeer Maar lang kan het niet meer duren en daarom trek ik de stoute schoenen aan en ga voor het eerst naar buiten, om de pastoor te waarschuwen. Die begrypt, als man van jaren ervaring in het leger, direct de situatie en belooft me, dat hy zal komen, zó, dat het Joep niet zal opvallen. 's Avonds laat loopt de pater onop vallend alle bedden eens langs, praat met de Engelse jongens even vlot als met de Nederlandse en komt zo ook bij Joep terecht. „Hó oude vriend, kennen wij mekaar niet van de manoeuvres by Cheribon We hebben toen samen nog een borrel gedronken." Zo begint het gesprek tussen twee mannen met een lang leven achter zich, de een van gebed en versterving, de ander van het tegenovergestelde. Ik ga zolang by een ander op het matje zitten, en breng de pater heel laat weg naar de deur. „Morgen kom ik terug, dat hebben we afgesproken", is zyn enige com mentaar. Joep zegt niets; hy praat trouwens niet veel meer. Stil ligt hy te wach ten en nu dringt het ook tot hem door, hoe ernstig zyn toestand is. De aalmoezenier komt weer laat, na het „speruur" van de Jappen. Weer zit ik 2 uur elders en weer zal hy terugkomen „hebben we afge sproken". Dat geschiedt, en als ik de derde avond de pater uitgeleide doe naar de ingang, komt het er als een blijde jubel uit: „Je bent bedankt; do oude man heeft gebiecht en is zeer gelaten. Morgen vroeg zal ik hem komen bedienen en dan zul jy wel willen helpen." Met onze primitieve middelen maken we een tafeltje gereed met onregelmatige en de onsamenhangende verspreiding der ziektegevallen, moet dan noodzakelijkerwijze in de huizen van de patiënten zyn besmet. In verband met het bovenstaande en met hetgeen overigens van deze ziekte als bekend kan worden ver ondersteld, zouden we de ouders nog het volgende willen adviseren Zorg dat uw kinderen niet over vermoeid raken; Zoig dat uw kinderen voldoende nachtrust genieten; Betracht de' grootst mogelijke zindelijkheid bij de bereiding en het gebruik van voedsel, handen wassen met zeep Melk dient niet in open vaatwerk bewaard te worden (insectenen moet uitsluitend direct na het koken worden gebruikt; Hot is onder deze omstandig heden zeker noodzakelijk de melk en pap, die bewaard is geworden, op nieuw te koken voor het gebruik. Rauwe groenten en fruit moeten zorgvuldig en in ruim water worden gewassen. De Geneeskundig Inspecteur van de Volksgezondheid voor de provincie Limburg. MIJN LAND (Wijze: O Tannenbaum) O Venrays land, O Venrays land, Hoe lief zyn my Uw oorden Vanaf de Maas tot Peelse rand, Van Oostrum tot de Nagtegaal, De Herenpas en Valkenkamp, D'Eikenhof op Cedrons boorden. O Veldheims land, O Veldheimsland, Waar Jan van Houtum werd geboren. Waar Oostrum reikt aan Smakt de hand, Sint Wilbert aan Sint Oeike, Daar heeft ook mijn wieg gestaan, En daar bleef ik toe behoren. O Moederland, O Vaderland, Voor U heb ik gestreden. Lang zwierf ik troostloos langs Uw kant, Gy bleeft my lief, met Uw gebreken. Nooit kon ik U meer vergeten, Want voor U heb 'k veel geleden 1 Eindhoven. HERMAN H.J. MAAS. Op de gehouden ledenvergadering van 20 Juni in Hotel 't Hert werden verschillende punten behandeld. Zo bracht de voorzitter verslag uit uit over de gehouden bondsvergade ring in Utrecht. Een zes tal resoluties werden ter vergadering voor gelezen, waaruit bleek, dat by ziekte en onge val geprobeerd zal worden een uit kering van ïoo pet voor getroffenen te krijgen. Verder: Mede dragen in de kosten door de ongeorganiseerden. Gelijke lonen voor gelijke arbeid. Zeggenschap in bedryfsraden, onder nemingsraden personeelsraden, kern- of fabrieksraad door georganiseerden. Een spoedige uitvoering van de P.B O. Dat een verplichtend gestelde goede winst delingsregeling tesamen met een hogere en meer progressieve kinderbijslag-regeling met daarop aansluitende vacantietoeslagregeling de voorkeur verdient boven vrye loonvorming. De vergadering besloot een tweede contributie inner aan te stellen, dit in verband met de groei van de afd. Het contributie-probleem werd door de voorzitter en districtsbestuurder H. v. Hagen duidelyk uiteen gezet. Er werd besloten dit jaar op 19 Juli weer een vacantia uitstapje te maken en wel naar Duitland. Het is de bedoeling om naar Keulen, het Aarthal gebergte met Neuenahr en de wynkelders van Masschoss te bezichtigen, alsmede de Drachenfels in Koningswinter. een kleedje erover. Als ik heel laat naast Joep ga liggen, draait hij zyn moede hoofd naar me toe en zegt alleen„Du bis bedaank; 't is goed zoe." Heel die nacht houden we de wacht by hem, om de beurt. De Engelse verplegers zyn toegewijde knapen, die als Anglicaans Christen ook de biecht en H. Communie be grijpen. Het lange, sneeuwwitte baai- hangt als een krans om het uitge mergelde gelaat. Dagen lang heeft Joep niet meer gegeten. 's Morgens komt een Australische pater hem de H. Communie brengen en het H. Oliesel toedienen. Tot diep in my'n ziel ben ik geroerd door dit tafereel; O.L. Heer vindt zyn afge dwaalde schapen overal terug, ook in de ellende van dysentrie-zaal. Heel die lange dag ligt Joop stil, met gesloten ogen. Aan de adem haling, moeilijk en hortend, merk je, dat er leven in hem is. Af en toe mummelt hy nog woor den en prevelt zyn mond delen uit het Wees Gegroet. Vliegen zetten zich neer op zyn voeten en dat is het bewijs van het naderend einde. Joep jaagt ze niet meer weg, ook niet als hij wakker is. Zyn lichaam doet overal pijn, omdat hy doorgele gen is op de harde vloer. 's Avonds kwam pastoor nog even kijken, gaf Joep de zegen. Midden in de nacht hield de adem haling zomaar op, geen teen bewoog zelfs. De verpleger merkte^het op, terwijl we samen aan weerszijden naast Joep zaten te kyken naar dit vredige heengaan. Toen we samen Joep aflegden, dacht ik even aan de oude Joep van ïoo kilo, de donderende adjudant en de woudloper. Lang heb ik in ge Het verslag van de Coöp. Vereniging Slachtvee-centrale voor Limburg Lirn- co in Weert over het afgelopen boek jaar duidt duidelijk aan dat 103voor de Vee-en Vleeshandel niet ongunstig is geweest. Immers de export van vlees beliep in l Q51 35.000 ton bacon en 55.000 ton vleesconserven. Voor het jaar 1950 waren de resp. cyfers 21.000 ton en 32.000 ton, voor 1949 11.000 en 17.000 ton. In de laatste drie jaren is dé uitvoer van bacon en vleesconserven dus meer dan verdrie dubbeld. Het aandeel wat de Limco hieraan had was beduidend. 7542 Leden ver deeld in 157 secties en 12 kringen, zagen do organisatie groeier, en on danks do vele moeilijkheden grote successen boeken. De omzetten wai en dan ook heel wat hoger dan vooraf gaande jaren. In 1952 werden aan de vereniging geleverd 85799 varkens, 4996 runderen, 6591 kalveren, 47 paarden, 130 schapen en 257 runderen en kalveren, tesamen 97820 dieren. Hiervoor werd uitbetaald f 20,410.070 De totaal cyfers over 1950 en 1951 waren resp. f 15.776.083. en 10.349.747 De totale omzet voor dekring Venray luiden als volgt: Leden Varkens Kalveren Runderen Div. Bedrag Blitterswijk 47 Geysteren 27 Meerlo en 49 Wanssum samen 54 2131 140 68 2 f 472.822.64 Castenray 37 604 11 18 f 129.993.16 Heide en 41 Venray samen 60 1353 61 48 3 f 340.702.46 Leunen 129 2117 87 64 3 f 490.366.32 Merselo 101 1635 65 31 2 f 347.200.85 Oirlo 55 1080 44 86 4 f 242.777.13 Oostrum 53 843 29 16 1 f 179.712.28 Ysselsteyn 113 2396 87 47 6 f 520.682.99 In totaal is dus in de kring Venray uitbetaald f 2.723.257.83 In 1950 was dit f 2.050.101.44 en in 1949 f 1.369.281.95. Het ledenaantal steeg van 748 in 1949 tot 766 in 1951. Opmerkelijk is dat men in andere kringen met een veel groter of gelijk ledental ver onder deze bedragen blyft, wel een bewijs, dat hier in Noord Limburg wat vee- en vleeshandel betreft Venray een hoge plaats inneemt. Ir. Rooyackers sprak op deze jaar vergadering over de eenwording van de landbouw in West Europa en de kentering die de Nederlandse land bouwpolitiek moet maken. „Nederland is commercieel en agra risch groot geworden door de vryheid van onderneming en concurentie, na tionaal en internationaal. Concurentie prikkelt tot grotere krachtsinspanning enjeidt daardoor tot kostprijsverlaging en dat is nu juist," zo zei ir. Royac- kers „wat we voor een gezonde agra rische economie nodig hebben." De Stichting heeft zich by het ont werpen van een goed en aanvaard baar stelsel van landbouwpolitiek voor ogengesteld, welke de algemene doel stelling moet zijn bij het toekomstige landbouwbeleid. - Namelijk het scheppen van voor- waardon voor een productieve en efficiënt producerende land- en tuin bouw, waarin do agrarische bevolking een welvarend bestaan kan vinden zulks binnen het kader van het al gemeen belang. Wil men dit bereiken, dan volgt hieruit, dat de beschikbare eultuui- grond, onze belangrijkste natuurlijke hulpbron, intensief moet worden ge bruikt. Een intensieve land- en tuin bouw is noodzakelijk, want Nederland heeft te veel arbeidskrachten en daar naast een ruime werkgelegenheid in de land- en tuinbouw. Vryheid van bedrijfsvoering en afzet dient zoveel mogelijk gehandhaafd te worden. Verder is een prima oriëntatie gewenst van de producie op de afzet mogelijkheden in binnen- en buiten land en een verruiming van het handelsverkeer met het buitenland, Bij genoeg deelname zal met ver schillende bussen gereden worden. Een veertigtal deelnemers gaven zich ty'dens de vergadering op. Opgave by het bestuur kan geschieden tot uiter lijk 30 Juni. Allen gelieve voor een bewijs van Nederlandschap te zorgen Een Pas na 1946 uitgeschreven en eventueel ver lopen is, is ook goed. dachten naar dit skelet, met een vel omtrokken, staan kyken. Voor het eerst in mijn leven zag ik iemand langzaam sterven. Als je zovelen door kogels en granaten uit elkaar hebt zien scheuren en sterven, doet dit heengaan je goed. Doodgaan is niet erg voor de dode zelf. 's Morgens al is Joep weggedragen. Op een baar werd het lijk naar de ingang van het kerkhof gedragen; de lopeDde zieken gingen met de pater mee. In simpele woorden nam de pater afscheid„Je leven begon zo schoon. Als een blijde morgen ging je leven op in het goede Limburgse land. De zon van eenvoud en ouder liefde omstraalde je leventje. Toen kwamen duistere wolken je levens zon verduisteren, maar laat brak nog de avondzon door en in schone kleuren ging zy onder. Hoog in de hemel zie je nu neer op dit schamele aardse einde. Voor jou echter is de vrede reeds gekomen, de vrede, welke de aarde ons niet geven kan. Rust in vrede." Naast zovele anderen zal de as van myn oude vriend aan de aarde worden toevertrouwd. De rijen graven groeien; als we hier lang blijven, zal het kerkhof te klein gaan worden. Je leest de namen, en vooral de leeftijden 22 jaar, 20 jaar, 24 jaar, een enkele zoals Joep 50 jaar. Vaarwel Joep, ik ben blij, dat ik een klein ietsje voor je kon doen. Je was een Limburger! Ik ga recht door naar de dokter en vraag ontslag uit het ziekenhuis. Drie maanden heb ik er doorgebracht en veel goede vrienden gekregen onder deze Engelse jongens, sjouwers, havenwerkers en beroepsvoetballers. Ook jullie vaarwel, Bill, Jack en George en zovele anderen. dient zoveel mogelijk te worden be vorderd. By voor de land- en tuinbouw on gunstige economische omstandigheden dient het landbouwbeleid gericht te worden op het handhaven van een redelijke bestaansmogelijkheid voor de werkers in de land- en tuinbouw. Ook moet er voor gewaakt worden, dat de prijzen van de voornaamste voedingsmiddelen op de binnenlandse markt niet te hoog worden. Als laatste eis stelde ir. Royaekera, dat, indien tengevolge :van bepaalde onevenwichtigheden de productie zich in een ongewenste richting dreigt te ontwikkelen, of wel de rentabiliteit van een bepaalde tak van productie ernstig in gevaar wordt gebracht, maatregelen noodzakelijk zyn, die meer evenwichtige verhoudingen kun nen bevorderen. De practische uitwerking komt hier op neer, dat een minimumprijs-garan tie voor de belangrijkste producten moet komen, waardoor een redelijke bestaansmogelijkheid wordt gehand haafd onder voor land- en tuinbouw ongunstige economische omstandig heden. Deze basisproducten zynmelk, tarwe, suikerbieten, fabrieks- en con sumptieaardappelen, voedergranen, varkenvlees, eieren en enkele belang rijke tuinbouwproducten. „Bij een te hoog oplopen van de pry zen van de voornaamste voedings middelen op de binnenlandse markt, dienen maatregelen te worden ge nomen om de prijzen op een voor do consument redely k te achten niveau te handhaven door het instellen van maximum-pryzen en het afremmen van de export. Binnen de door deze beide vormen van ingrijpen gestelde grenzen, moet do prijsvorming in het algemeen niet beïnvloed worden, aldus ir. Royackers. ia nog steeds noodzakelijk. Doet U het zelf? Goed I... maar gebruikt dan verf van U weet dan wat U hebt. Het Nederlandse onderdeel is alweer verhuisd intussen. Van de 30.000 jongens, die in Singapore aankwamen, zyn er nog 250 over. De rest is uit gespreid over de eindeloze gebieden, welke Japan overrompeld heeft. Ons nieuwe kamp ligt wel een halt uur verder op. Om een plein liggen 8 grote kazernes en één ervan is toegewezen aan ons. By de comman dant hoor ik, dat iedere ex-zieke s dagen geïsoleerd wordt in een col, om eventueel besmettingsgevaar te voorkomen. Je mag er niet uit en niemand mag erin. Acht dagen retraite dus, die kun nen or ook nog wel by. Wat waardeer je zulke dagen toch, dat je een hobby hebt. Met teken papier en een stompje potlood doe je veel. Portretten tekenen wordt routinewerk op de duur, vooral als het naar foto's gaat. Het ene ontstaat na het andere, maar de dagen vliegen voorbij. Af en toe komt eens iemand voor de cel staan, waarvan de deur steeds open staat, een praatje maken. Je vraagt naar vrienden; waar die en die gebleven is. Steeds is het Up country.... dood.... afgevoerd per schip. Er gebeurt deze 8 dagen niets aparts; myn darmen houden zich nogal koest en zo breekt dan de volgende episode aan in myn gevan genschap. Ons kamp is nu veel kleiner, het gehele complex is nu afgenomen op deze 8 blokken en het pleintje na. 's Morgens sta ik met het restant van de 30.000 aangetreden op liet grote kale plein. We schrijven 1 Mei 1943. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1952 | | pagina 5