TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Dagboek van een krijgsgevangene
De Vleesverwerking en export
drie; bn zeventigste jaargang
Jammerlijk artikel
Mctaalbcwerkersbond St. Eloy
afdeling Vcnray
Schildei
ten
P. Beerkens
ZATERDAG 28 JUNII»« No 26
van de heer Roebroek
in Rolducse Studentenkrant
aldus de Vesti
gingscommissie
van de LLTB
Betreflende emigratie wordt er veel
domme en weinig wijze praat ver
kocht, aldus Credo dd. 30 Mei. Deze
constatering is ook van toepassing
op het ongelukkig artikel van de
heer Roebroek in Enfant Terrible
No. 5. (Dit artikel is o.a. ook door
Peel on Maas overgenomen, vandaar
dat wij nu ook liet antwoord van de
L L.T.B. plaatsen Red,)
Om diverse redonen een betreurens
waardig artikelDe eerste en voor
naamste daarvan is wel deze, dat
schrijver t.a.v. de kern fundamenteel
mis is. Hij stolt n 1. simpelweg dat
bij voorlichting etc. t.a.v. emigratie,
de keuze Arbeidsbureau of Stands
organisatie een kwestie is van louter
administratief-techmsche aard.
En op grond van zijn eenzijdige
en overdreven critiek m.b.t. dit
ondergeschikte punt, meent hij aan
het Arbeidsbureau de voorkeur te
mogen geven.
Dit mag men niet zo simpel stellen
Vooral een academicus niet. Want
met de groeiende noodzaak zal de
emigratiepolitiek meer moeten op
schuiven naar urgentiepunt, nummer
éón op hot regeringsprogram. En hoe
zal dan de taakverdeling Overheid
(Arbeidsbureaux) -Standsorganisaties
zijn? En welke belangen van onze
emigranten zyn daarmee gemoeid?
Wat zal er van een juiste belangen
behartiging terecht komen als de
katholieken zélf er zo licht over
denken Laten wo omwille van het
gewicht ervan hierop dieper ingaan.
Grondslagen
Een verantwoorde emigratie heeft
drie grondslagen voorlichting, voor
bereiding en nazorg. En deze moeten
alle drie op principiële basis plaats
hebben. Nu is het zo dat de vrije
keuze t.a.v. de aard der bemiddeling
bij voorlichting on voorbereiding aan
sluit by de individuele vrijheid van
ieder mens. Maar als hij dan vanuit
deze vryheid verkiest volgens zyn
principes te leven en te handelen,
dan kiest een katholiek Limburger
zyn eigen Standsorganisatie.
Deze Standsorganisaties immers
vinden hun grondslag en bestaans
recht in verschillen in levensbeschou
wing en maatschappelijke functie,
en het zal de emigrant derhalve tot
heil en bevrediging strekken, dat
voorlichting en voorbereiding vaiï zyn
emigratie zo zijn, dat deze met zijn
heiligste inzichten en "beroepseisen
overeenkomt. Het is dus van funda
menteel belang dat de aspirant-
emigrant principiële volledige en
betrouwbare voorlichting kan ont
vangen, die tevens past in het kader
van zyn levens- en wereldbeschouwing
Welnu deze voorlichting komt het
best tot de emigrant via instanties
en personen die het dichtst by hem
staan en zijn vertrouwen mogen
genieten.
De eigen standsorganisatie staat
dichter by de aspirant, zodat zy het
te vormen beeld van het toekomstig
leven van de emigrant beter in diens
tot nu toe gangbare denkwijze kan
overbrengen en ook "voor informaties
tot de bron kan teruggaan door haar
organisatorische aftakkingen tot in
ieder gehucht.
Zij kan geacht worden niet alleen
in geestelijk en maatschappelijk op
zicht het dichtst bij de emigrant te
staan, maar ook hem in deze opzich
ten het best te vertegenwoordigen.
Nu zyn er inderdaad taken die
specifiek tot het strikte werkterrein
van de Overheid gerekend kunnen
worden. Zo b.v. do algemene voor
lichting m.b.t. de emigratie-noodzaak,
contracten afsluiten, nota-wisseling
met en besprekingen in het buiten
land, verstrekking van hulp m.b.t.
deviezen en subsidie, het toezicht op
emigratie-organen.
Maar om principiële redenen, om
subsidiariteitsbeginsel en doelmatig
heid vallen de drie grondslagen, voor
lichting, voorbereiding en nazorg
onder de bevoegdheid van stands
organisaties. Deze conclusie trekt men
spontaan zelf als men nader gaat
bezien wat de grondslagen feitolyk
inhouden.
Voorlichting,
voorbereiding, nazorg
Voorlichting: omvat inlichtingen
m.b.t. het maatschappelijk leven,
arbeidsvoorwaarden, lonen, sociale
voorzieningen, belastingen, kosten van
levensonderhoud, huisvesting, klimaat
levensgewoonten, godsdienstig leven,
kerken, onderwijsmogelijkheden cul
tureel leven. Hiervan ligt zoveel op
levensbeschouwelijk terrein, dat een
kleurloze overheidsinstelling, als het
Arbeidsbureau uiteraard is, hier wel
tekort moet schieten. De Overheid
kan hierbij slechts aanvullend optre
den via ter beschikkingstelling van
zakelijke gegevens en het helpen
verzamelen daarvan.
Voorbereidingomvat kennis van
de taal, werkmethoden, gezondheids
zorg, huishouding, levenswijze, onder
wijs, alle beschouwd vanuit onze
katholieke godsdienstige overtuiging.
Deze dient zo gedegen mogelijk te zyn
wegens de werkelijk ingrijpende ver
anderingen in levensmilieu en arbeids
terrein die de emigrant te wachten
staan. Leiding in de vorm van cur
sussen onder auspiciën van de eigen
standsorganisatie is daarbij onmis
baar. Dit geschiedt dan ook door de
zelfde instanties die de verantwoor
delijkheid hebben bij de voorlichting.
In nog mindere mate dan bij de voor
lichting ligt hier een uitvoerende taak
voor de Overheid (Arbeidsbureau).
Nazorg: dit is de hulp die de
emigrant geboden wordt gedurende
de eerste tijd van zyn verblijf in liet
nieuwe land. Deze nazorg ligt weer
in een vlak, dat in het bijzonder
werk vraagt van anderen dan de
Overheid of haar instellingen.
Men ziet uit het bovenstaande, dat
al te veel ligt op geestelijk terrein
en ook binnen de sfeer van de
individuele menselijke persoonlijkheid,
waarmee de Overheid zich niet kan
bezighouden, tenzij aanvullend. Daar
bevindt zich dus een groots werk
terrein, waarop particuliere organisa
ties of instellingen een belangrijke
taak hebben te vervullen. Dit is
intussen een steeds breder erkend
feit.
Ook in de Wet op de organen voor
emigratie is deze taakverdeling
erkend en de afbakening in werkter
rein tot uitdrukking gebracht. De
samenvoeging der krachten van
Overheid en maatschappelijke instel
lingen verhoogt de waarde van de
resultaten, welke er verkregen kun
nen worden ten behoeve der emigra n
ten. En tenslotte gaat het by dit
alles toch geheel om de behartiging
van hun belangen en niet om „Land-
bouwhuis", of „Arbeidsbureau".
Het artikel van de heer R. is
daarom ongelukkig omdat het de
natuurlyke taak van de Standsorga
nisaties ten deze miskent. De Over
heid en haar instellingen dienen te
erkennen dat de in vryheid door de
emigranten gekozen organisaties aan
gewezen zyn om de volheid van
persoons-belangen-behartiging voor de
emigrant te vervullen en ook ge
machtigd zyn om als diens vertegen
XIV
Do dood van Joep
Het hoeft nu lang genoeg geduurd,
vind ik en daarom vraag ik de dokter
of ik weg mag. Beterschap is onder
deze omstandigheden.toch uitgesloten
en verder kan de dokter ook niets
voor me doen.
Maar dan vraagt hy, of ik niet
verpleger wil spelen voor „the old
man". Dio „oude man" is Joep, een
rasechte Limburge koloniaal van het
oude stempel.
Joop ligt eón eindje verderop en
gaat langzaam achteruit. Lydt aan
geen enkele ziokte; is alleen maar
levensmoe en mist de kracht de
geestelijk kracht, om te vechten voor
zyn leven.
Ik heb wel eens met Joep gepraat
over Limburg, maar onze levensstijl
verschilt toch te veel, om echt contact
met elkaar te hebben. En nu dit
verzoekNatuurlijk zeg ik„Ja" en
zo komt Joep met matje en al naast
me liggen. Hij kan niet veel meer.
De eerste dagen haal ik alleen eten
voor hem, wat water en praat over
Limburg.
Van andere jongens hoor ik een
relaas over Joep z'n vroegere leven.
Als zoveelBto kind van eenvoudige
ouders heeft hy „getekend" voor
Indiö en het, voor zijn doen, ver
geschopt. Joep is adjudant, „stip"
zoals wij zeggen. De stip heeft ge
dronken als een tempelier en zich
verder van vrouw en kinderen niet
veel aangetrokken.
Natuurlijk is Joep katholiek, maar
als ik, heel voorzichtig, daarover
begin, kry'g ik de wind van voren.
„Biste gek mit dè flauwe kul. Aste
kapot gès, is 't aafgelaupe". Zo gaat
hy door. In geen 17 jaar heeft hy
„ziene Paose" gehouden en daar is
hy trots op.
Over het roepen van een pater wil
hij helemaal niets horen. En dan
begint weer die domme, onberede
neerde critiek op de geestelijken. Die
pastoors heeft hij niet nodig; die zyn
goed voor de boertjes op zyn dorp,
waar ze nooit iets anders gezien of
meegemaakt hebbenen zo raaskalt
Joep maar door.
Tot ik een keer tegen hem zeg
„Joep, juist omdat je zo voortdurend
erover praat, weet ik zeker, dat diep
in je hart er wel iets leeft en knaagt.
Je bent zo zwaar ziek, kerel, het kan
toch geen kwaad, om e6ns met je
oude aalmoezenier te praten. Alleen
maar eens praten, kerel."
- Joep wordt steeds zwakker, zodat
ik alles voor hem moet doen. De
Engelse verplegers kan hy niet
uitstaan en die weten geen raad met
hem.
The old man is lastig, zeggen ze,
en als Joep er weer eens een prach
tige verwensing uitbraakt aan het
adres van dokter en verplegers,
vragen ze: Wat zegt hy eigenlijk?
Dan geef ik er maar een draai aan,
dat hy scheldt op zyn ziekte en de
Jappen.
woordiger op te treden. En dat
hierby zelfs van een reëler en
directer vertegenwoordiging sprake
is dan wanneer de Overheid als
zodanig optreedt. De staat heeft in
deze zeker een taak doch deze taak
is direct ontleend aan het algemeen
belang van de kleurloze „gemiddelde"
Nederlander niet aan het peraoonlyk
belang van één katholieke boer,
arbeider of middenstander.
Administratie
M.b.t. de administratieve critiek
van de heer R. willen we kort zijn,
Vooraf willen wy nog even vaststel
len by de voorlichting, het voor
naamste onderdeel der emigratie
verzorging, is schrijver volgens zyn
eigen woorden niet aanwezig geweest.
In byzyn van drie getuigen heeft
schrijver verder verklaard dat hy de
op het Landbouwhuis ontbrekende
inlichtingen evenmin op het Arbeids
bureau kon bemachtigen. Dit is
begrijpelijk voor iemand die weet
dat in de eerste tyd de dossiervor
ming door de Stichting Landverhui
zing zelf geschiedde en gewestelijk
enkel een afschrift aanwezig was
van het eerste door de aanvrager
zulf ingevulde aanmeldingsformu
lier en verder enige adviezen. Voorts
dient in acht te worden genomen
dat het emigratiewerk van de L L.T.B.
practisch uitsluitend betaald wordt
uit eigen middelen (contributies) en
dat liet Arbeidsbureau kan putten uit
belastinggelden.
De L.LT.B. subsidiëerde dus naar
best vermogen, doch niet in die mate
dat men over kon gaan tot inrich
ting van luxueuze vertrekken met
op gemakstellende clubfauteuilles en
het aanbieden van sigaren of even
tueel zenuwpillen, hetgeen R. in zyn
artikel als vanzelfsprekend doet ver
onderstellen.
'Kortom bij de ongetwijfeld aan
wezige tekortkomingen is de critiek
eenzydig en schromelijk overdreven.
Zó zelfs, dat hij in ons de vraag
oproept of de heer R. misschien heeft
geschreven om een of andere roden,
Hoe het ook zy, wy zyn dankbaar
voor de ontvangen tips, en gaan
geïnspireerd verder met naar best
vermogen onze aspirant emigranten
van dienst te zijn.
De Vestigingscommissie
van de L L.T.B.
KindervcrlamniiDg in Limburg
Enkele raadgevingen
ter voorkoming der ziekte
Zoals verwacht kon worden is het
aantal gevallen van kinderverlamming
in de algelopen week nog toegenomen.
Omdat het nog betrekkelijk vroeg
in het jaar is en niemand kan voor
spellen wat de komende zomer ons
brengt, menen we ondanks het gebrek
aan definitieve kennis van de ver
spreidingswijze van deze ziekte, de
ouders in ieder geval bepaalde belang
rijke aanwijzingen te mogen ont
houden.
Nadrukkelijk zy er op gewezen, dat
hetgeen hier volgt, berust op eigen
waarnemingen
80 pet van de gevallen betreffen
kinderen beneden de 5 jaar. Verschil
lende gevallen zijn waargenomen op
de meest afgelegen plaatsen, waar
vrywel geen verkeer is, kilometers
verwijderd van de bebouwde kom.
Deze twee vaststaande feiten wet
tigen de conclusie, dat de ziekte niet
rechtstreeks van mens op mons be
hoeft over te gaan.
Het schijnt, dat het meest ideale
landelijke isolement, geen waarborg
biedt om de ziekte te voorkomen.
Tal van waarnemingen bevestigen
de waarschijnlijkheid, dat het voedsel
een rol speelt.
De leeftijd der slachtoffers recht
vaardigt de veronderstelling, dat de
melk bijzondere aandacht verdient.
Deze melk, dit blijkt uit de zeer
Maar lang kan het niet meer duren
en daarom trek ik de stoute schoenen
aan en ga voor het eerst naar buiten,
om de pastoor te waarschuwen. Die
begrypt, als man van jaren ervaring
in het leger, direct de situatie en
belooft me, dat hy zal komen, zó,
dat het Joep niet zal opvallen.
's Avonds laat loopt de pater onop
vallend alle bedden eens langs, praat
met de Engelse jongens even vlot
als met de Nederlandse en komt zo
ook bij Joep terecht.
„Hó oude vriend, kennen wij
mekaar niet van de manoeuvres by
Cheribon We hebben toen samen
nog een borrel gedronken."
Zo begint het gesprek tussen twee
mannen met een lang leven achter
zich, de een van gebed en versterving,
de ander van het tegenovergestelde.
Ik ga zolang by een ander op het
matje zitten, en breng de pater heel
laat weg naar de deur.
„Morgen kom ik terug, dat hebben
we afgesproken", is zyn enige com
mentaar.
Joep zegt niets; hy praat trouwens
niet veel meer. Stil ligt hy te wach
ten en nu dringt het ook tot hem
door, hoe ernstig zyn toestand is.
De aalmoezenier komt weer laat,
na het „speruur" van de Jappen.
Weer zit ik 2 uur elders en weer
zal hy terugkomen „hebben we afge
sproken".
Dat geschiedt, en als ik de derde
avond de pater uitgeleide doe naar
de ingang, komt het er als een blijde
jubel uit: „Je bent bedankt; do oude
man heeft gebiecht en is zeer gelaten.
Morgen vroeg zal ik hem komen
bedienen en dan zul jy wel willen
helpen."
Met onze primitieve middelen
maken we een tafeltje gereed met
onregelmatige en de onsamenhangende
verspreiding der ziektegevallen, moet
dan noodzakelijkerwijze in de huizen
van de patiënten zyn besmet.
In verband met het bovenstaande
en met hetgeen overigens van deze
ziekte als bekend kan worden ver
ondersteld, zouden we de ouders nog
het volgende willen adviseren
Zorg dat uw kinderen niet over
vermoeid raken;
Zoig dat uw kinderen voldoende
nachtrust genieten;
Betracht de' grootst mogelijke
zindelijkheid bij de bereiding en het
gebruik van voedsel, handen wassen
met zeep
Melk dient niet in open vaatwerk
bewaard te worden (insectenen
moet uitsluitend direct na het koken
worden gebruikt;
Hot is onder deze omstandig
heden zeker noodzakelijk de melk en
pap, die bewaard is geworden, op
nieuw te koken voor het gebruik.
Rauwe groenten en fruit moeten
zorgvuldig en in ruim water worden
gewassen.
De Geneeskundig Inspecteur
van de Volksgezondheid
voor de provincie Limburg.
MIJN LAND
(Wijze: O Tannenbaum)
O Venrays land, O Venrays land,
Hoe lief zyn my Uw oorden
Vanaf de Maas tot Peelse rand,
Van Oostrum tot de Nagtegaal,
De Herenpas en Valkenkamp,
D'Eikenhof op Cedrons boorden.
O Veldheims land, O Veldheimsland,
Waar Jan van Houtum werd geboren.
Waar Oostrum reikt aan Smakt de
hand,
Sint Wilbert aan Sint Oeike,
Daar heeft ook mijn wieg gestaan,
En daar bleef ik toe behoren.
O Moederland, O Vaderland,
Voor U heb ik gestreden.
Lang zwierf ik troostloos langs Uw
kant,
Gy bleeft my lief, met Uw gebreken.
Nooit kon ik U meer vergeten,
Want voor U heb 'k veel geleden 1
Eindhoven. HERMAN H.J. MAAS.
Op de gehouden ledenvergadering
van 20 Juni in Hotel 't Hert werden
verschillende punten behandeld.
Zo bracht de voorzitter verslag uit
uit over de gehouden bondsvergade
ring in Utrecht. Een zes tal resoluties
werden ter vergadering voor gelezen,
waaruit bleek, dat by ziekte en onge
val geprobeerd zal worden een uit
kering van ïoo pet voor getroffenen
te krijgen. Verder: Mede dragen in
de kosten door de ongeorganiseerden.
Gelijke lonen voor gelijke arbeid.
Zeggenschap in bedryfsraden, onder
nemingsraden personeelsraden, kern-
of fabrieksraad door georganiseerden.
Een spoedige uitvoering van de P.B O.
Dat een verplichtend gestelde goede
winst delingsregeling tesamen met
een hogere en meer progressieve
kinderbijslag-regeling met daarop
aansluitende vacantietoeslagregeling
de voorkeur verdient boven vrye
loonvorming.
De vergadering besloot een tweede
contributie inner aan te stellen, dit
in verband met de groei van de afd.
Het contributie-probleem werd door
de voorzitter en districtsbestuurder
H. v. Hagen duidelyk uiteen gezet.
Er werd besloten dit jaar op 19
Juli weer een vacantia uitstapje te
maken en wel naar Duitland. Het is
de bedoeling om naar Keulen, het
Aarthal gebergte met Neuenahr en
de wynkelders van Masschoss te
bezichtigen, alsmede de Drachenfels
in Koningswinter.
een kleedje erover. Als ik heel laat
naast Joep ga liggen, draait hij zyn
moede hoofd naar me toe en zegt
alleen„Du bis bedaank; 't is goed
zoe."
Heel die nacht houden we de
wacht by hem, om de beurt. De
Engelse verplegers zyn toegewijde
knapen, die als Anglicaans Christen
ook de biecht en H. Communie be
grijpen. Het lange, sneeuwwitte baai-
hangt als een krans om het uitge
mergelde gelaat. Dagen lang heeft
Joep niet meer gegeten.
's Morgens komt een Australische
pater hem de H. Communie brengen
en het H. Oliesel toedienen. Tot diep
in my'n ziel ben ik geroerd door dit
tafereel; O.L. Heer vindt zyn afge
dwaalde schapen overal terug, ook in
de ellende van dysentrie-zaal.
Heel die lange dag ligt Joop stil,
met gesloten ogen. Aan de adem
haling, moeilijk en hortend, merk je,
dat er leven in hem is.
Af en toe mummelt hy nog woor
den en prevelt zyn mond delen uit
het Wees Gegroet. Vliegen zetten
zich neer op zyn voeten en dat is
het bewijs van het naderend einde.
Joep jaagt ze niet meer weg, ook
niet als hij wakker is. Zyn lichaam
doet overal pijn, omdat hy doorgele
gen is op de harde vloer.
's Avonds kwam pastoor nog even
kijken, gaf Joep de zegen.
Midden in de nacht hield de adem
haling zomaar op, geen teen bewoog
zelfs. De verpleger merkte^het op,
terwijl we samen aan weerszijden
naast Joep zaten te kyken naar dit
vredige heengaan.
Toen we samen Joep aflegden,
dacht ik even aan de oude Joep van
ïoo kilo, de donderende adjudant en
de woudloper. Lang heb ik in ge
Het verslag van de Coöp. Vereniging
Slachtvee-centrale voor Limburg Lirn-
co in Weert over het afgelopen boek
jaar duidt duidelijk aan dat 103voor
de Vee-en Vleeshandel niet ongunstig
is geweest. Immers de export van
vlees beliep in l Q51 35.000 ton bacon
en 55.000 ton vleesconserven.
Voor het jaar 1950 waren de resp.
cyfers 21.000 ton en 32.000 ton, voor
1949 11.000 en 17.000 ton. In de laatste
drie jaren is dé uitvoer van bacon en
vleesconserven dus meer dan verdrie
dubbeld.
Het aandeel wat de Limco hieraan
had was beduidend. 7542 Leden ver
deeld in 157 secties en 12 kringen,
zagen do organisatie groeier, en on
danks do vele moeilijkheden grote
successen boeken. De omzetten wai en
dan ook heel wat hoger dan vooraf
gaande jaren.
In 1952 werden aan de vereniging
geleverd 85799 varkens, 4996 runderen,
6591 kalveren, 47 paarden, 130 schapen
en 257 runderen en kalveren, tesamen
97820 dieren. Hiervoor werd uitbetaald
f 20,410.070
De totaal cyfers over 1950 en 1951
waren resp. f 15.776.083. en 10.349.747
De totale omzet voor dekring Venray luiden als volgt:
Leden
Varkens
Kalveren
Runderen
Div. Bedrag
Blitterswijk
47
Geysteren
27
Meerlo en
49
Wanssum samen
54
2131
140
68
2
f 472.822.64
Castenray
37
604
11
18
f 129.993.16
Heide en
41
Venray samen
60
1353
61
48
3
f 340.702.46
Leunen
129
2117
87
64
3
f 490.366.32
Merselo
101
1635
65
31
2
f 347.200.85
Oirlo
55
1080
44
86
4
f 242.777.13
Oostrum
53
843
29
16
1
f 179.712.28
Ysselsteyn
113
2396
87
47
6
f 520.682.99
In totaal is dus in de kring Venray uitbetaald f 2.723.257.83
In 1950 was dit f 2.050.101.44 en in 1949 f 1.369.281.95.
Het ledenaantal steeg van 748 in
1949 tot 766 in 1951. Opmerkelijk is
dat men in andere kringen met een
veel groter of gelijk ledental ver
onder deze bedragen blyft, wel een
bewijs, dat hier in Noord Limburg
wat vee- en vleeshandel betreft
Venray een hoge plaats inneemt.
Ir. Rooyackers sprak op deze jaar
vergadering over de eenwording van
de landbouw in West Europa en de
kentering die de Nederlandse land
bouwpolitiek moet maken.
„Nederland is commercieel en agra
risch groot geworden door de vryheid
van onderneming en concurentie, na
tionaal en internationaal. Concurentie
prikkelt tot grotere krachtsinspanning
enjeidt daardoor tot kostprijsverlaging
en dat is nu juist," zo zei ir. Royac-
kers „wat we voor een gezonde agra
rische economie nodig hebben."
De Stichting heeft zich by het ont
werpen van een goed en aanvaard
baar stelsel van landbouwpolitiek voor
ogengesteld, welke de algemene doel
stelling moet zijn bij het toekomstige
landbouwbeleid.
- Namelijk het scheppen van voor-
waardon voor een productieve en
efficiënt producerende land- en tuin
bouw, waarin do agrarische bevolking
een welvarend bestaan kan vinden
zulks binnen het kader van het al
gemeen belang.
Wil men dit bereiken, dan volgt
hieruit, dat de beschikbare eultuui-
grond, onze belangrijkste natuurlijke
hulpbron, intensief moet worden ge
bruikt. Een intensieve land- en tuin
bouw is noodzakelijk, want Nederland
heeft te veel arbeidskrachten en daar
naast een ruime werkgelegenheid in
de land- en tuinbouw.
Vryheid van bedrijfsvoering en afzet
dient zoveel mogelijk gehandhaafd te
worden. Verder is een prima oriëntatie
gewenst van de producie op de afzet
mogelijkheden in binnen- en buiten
land en een verruiming van het
handelsverkeer met het buitenland,
Bij genoeg deelname zal met ver
schillende bussen gereden worden.
Een veertigtal deelnemers gaven zich
ty'dens de vergadering op. Opgave by
het bestuur kan geschieden tot uiter
lijk 30 Juni.
Allen gelieve voor een bewijs van
Nederlandschap te zorgen Een Pas na
1946 uitgeschreven en eventueel ver
lopen is, is ook goed.
dachten naar dit skelet, met een vel
omtrokken, staan kyken.
Voor het eerst in mijn leven zag
ik iemand langzaam sterven. Als je
zovelen door kogels en granaten uit
elkaar hebt zien scheuren en sterven,
doet dit heengaan je goed. Doodgaan
is niet erg voor de dode zelf.
's Morgens al is Joep weggedragen.
Op een baar werd het lijk naar de
ingang van het kerkhof gedragen; de
lopeDde zieken gingen met de pater
mee. In simpele woorden nam de
pater afscheid„Je leven begon zo
schoon. Als een blijde morgen ging
je leven op in het goede Limburgse
land. De zon van eenvoud en ouder
liefde omstraalde je leventje. Toen
kwamen duistere wolken je levens
zon verduisteren, maar laat brak nog
de avondzon door en in schone kleuren
ging zy onder. Hoog in de hemel zie
je nu neer op dit schamele aardse
einde. Voor jou echter is de vrede
reeds gekomen, de vrede, welke de
aarde ons niet geven kan. Rust in
vrede."
Naast zovele anderen zal de as van
myn oude vriend aan de aarde
worden toevertrouwd. De rijen graven
groeien; als we hier lang blijven, zal
het kerkhof te klein gaan worden. Je
leest de namen, en vooral de leeftijden
22 jaar, 20 jaar, 24 jaar, een enkele
zoals Joep 50 jaar.
Vaarwel Joep, ik ben blij, dat ik
een klein ietsje voor je kon doen.
Je was een Limburger!
Ik ga recht door naar de dokter
en vraag ontslag uit het ziekenhuis.
Drie maanden heb ik er doorgebracht
en veel goede vrienden gekregen
onder deze Engelse jongens, sjouwers,
havenwerkers en beroepsvoetballers.
Ook jullie vaarwel, Bill, Jack en
George en zovele anderen.
dient zoveel mogelijk te worden be
vorderd.
By voor de land- en tuinbouw on
gunstige economische omstandigheden
dient het landbouwbeleid gericht te
worden op het handhaven van een
redelijke bestaansmogelijkheid voor
de werkers in de land- en tuinbouw.
Ook moet er voor gewaakt worden,
dat de prijzen van de voornaamste
voedingsmiddelen op de binnenlandse
markt niet te hoog worden.
Als laatste eis stelde ir. Royaekera,
dat, indien tengevolge :van bepaalde
onevenwichtigheden de productie zich
in een ongewenste richting dreigt te
ontwikkelen, of wel de rentabiliteit
van een bepaalde tak van productie
ernstig in gevaar wordt gebracht,
maatregelen noodzakelijk zyn, die
meer evenwichtige verhoudingen kun
nen bevorderen.
De practische uitwerking komt hier
op neer, dat een minimumprijs-garan
tie voor de belangrijkste producten
moet komen, waardoor een redelijke
bestaansmogelijkheid wordt gehand
haafd onder voor land- en tuinbouw
ongunstige economische omstandig
heden.
Deze basisproducten zynmelk,
tarwe, suikerbieten, fabrieks- en con
sumptieaardappelen, voedergranen,
varkenvlees, eieren en enkele belang
rijke tuinbouwproducten.
„Bij een te hoog oplopen van de
pry zen van de voornaamste voedings
middelen op de binnenlandse markt,
dienen maatregelen te worden ge
nomen om de prijzen op een voor do
consument redely k te achten niveau
te handhaven door het instellen van
maximum-pryzen en het afremmen
van de export.
Binnen de door deze beide vormen
van ingrijpen gestelde grenzen, moet
do prijsvorming in het algemeen niet
beïnvloed worden, aldus ir. Royackers.
ia nog steeds noodzakelijk.
Doet U het zelf? Goed I...
maar gebruikt dan verf van
U weet dan wat U hebt.
Het Nederlandse onderdeel is alweer
verhuisd intussen. Van de 30.000
jongens, die in Singapore aankwamen,
zyn er nog 250 over. De rest is uit
gespreid over de eindeloze gebieden,
welke Japan overrompeld heeft.
Ons nieuwe kamp ligt wel een halt
uur verder op. Om een plein liggen
8 grote kazernes en één ervan is
toegewezen aan ons. By de comman
dant hoor ik, dat iedere ex-zieke
s dagen geïsoleerd wordt in een col,
om eventueel besmettingsgevaar te
voorkomen. Je mag er niet uit en
niemand mag erin.
Acht dagen retraite dus, die kun
nen or ook nog wel by.
Wat waardeer je zulke dagen toch,
dat je een hobby hebt. Met teken
papier en een stompje potlood doe
je veel. Portretten tekenen wordt
routinewerk op de duur, vooral als
het naar foto's gaat. Het ene ontstaat
na het andere, maar de dagen vliegen
voorbij. Af en toe komt eens iemand
voor de cel staan, waarvan de deur
steeds open staat, een praatje maken.
Je vraagt naar vrienden; waar die
en die gebleven is. Steeds is het
Up country.... dood.... afgevoerd per
schip.
Er gebeurt deze 8 dagen niets
aparts; myn darmen houden zich
nogal koest en zo breekt dan de
volgende episode aan in myn gevan
genschap.
Ons kamp is nu veel kleiner, het
gehele complex is nu afgenomen op
deze 8 blokken en het pleintje na.
's Morgens sta ik met het restant
van de 30.000 aangetreden op liet
grote kale plein. We schrijven 1 Mei
1943.
Wordt vervolgd.