Dagboek van een krijgsgevangene mvm KEfiKEti Wordt werkloosheid voldoende bestreden? 25-jarig Priester- en Uit „Peel en Maas" De Politierechter vonnist ZATERDAG 24 MEI 1952 No 21 DRIE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRUS^PE^KWARTAAlff L2™mBuiteiPven^ay^f'L^5 Gunstig cijferbeeld is geflatteerd... De bolangrykste vraag die men in Nederland momenteel kan stellen met betrekking tot het verruimen van de werkgelegenheid is wel, hoe deze ver ruiming is te rijmen met de belangen van de betalingsbalans. Dezo laatste eist een vermindering van investering verbruiksbeperkingen, muntversterking, terwijl verruiming van workgelegen- hein 'daar moeilijk mee is te vereni gen. Geen werkloosheid en toch een gezonde betalingsbalans is het streven van de overheid. Het lijkt een zelfde soort uitspraak alsof men zou zeggen wij willen op reis gaan en toch ook-thuis blijven. Den volkomen uitvoering van beider lei plannen zal daarom in de praktijk onmogelijk blijken. Minister van den Brink heeft als gevolg van een Karaerinterpellatie zijn gedachten laten gaan over het werkloosheidsvraagstuk van heden. Hy kondigde een aantal te nemen maatregelen aan, waarbij hij beloofde zowel de kool (betalingsbalans) als de geit (werkgelegenheid) te zullen sparen. Daartoe zullen een aantal publieke werken worden uitgevoerd, de woningbouw zal met kracht wor den aangepakt, de defensie-orders zullen toenemen en de ontwikkelings gebieden zullen versneld tempo wor den opengelegd en tenslotte zal de sigarenindustrie worden gesteund door accijns verlaging. Reeds vroeger hebben wij betoogd, dat de werkloosheid van thans speci fiek Nederlands is en een gevolg van de veranderde economische structuur van ons land. Er moeten dus maat regelen worden genomen, die met de gewijzigde structuur overeenkomen. Wjj moeten doelbewust gaan stre ven naar een ander patroon van ons economisch leven. Bezien wij nu de beloften, dan blijken deze daar slechts ten dele opgericht, Het uitvoeren van openbare werken ligt geheel in de conjuncturele sfeer. De bedoeling van dergelijke projecten is om een tijdelijke verslapping van bedrijvigheid op te vangen. Hiervan is echter geen sprake. In het grootste deel van de wereld kan men nog niet sproken van oen depressie, integendeel, eerder van een hoogconjunctuur. Daarom moet 'men zich afvragen of deze openbare wer ken wel tot het beoogde doel zullen leiden. Zij zullen de positie van onze betalingsbalans in ieder geval ver zwakken, evenals de versnelde woning bouw. De tegemoetkoming aan de sigaren- industrie kan in dezo sector van het bedrijfsleven zeker tot de gewenste opleving leiden. Tenslotte zijn daar de verwachte defensieorders. Zelfs de minister zit al gevangen in_die ban van een redding der landseconomie door defensie-opdrachten, waarmee wij het helemaal niet eens kunnen zyn. Dit is een vraagstuk op zichzelf en daarom kunnen wij er hier niet dieper op ingaan. Ook deze defensie-orders zullen, wanneer ze voor Nederlandse rekening zyn, de positie van onze betalings balans aantasten. Wij vermoeden daarom, dat een deel van de verwachte orders in de militaire sector uit Amerika zullen komen, waardoor er ook nog een be drag aan dollars ons land zal binnen stromen. Men kan niet anders zeggen, dan dat hier inderdaad de werkge legenheid tydelyk door zal verbeteren. Andere maatregelen Wil men inderdaad de werkgelegen heid in Nederland aanpassen aan de veranderde economische structuur, dan zullen toch een reeks van andere maatregelen moeten worden getroffen. Een verschuiven van de gevaren, die onze arbeiders bedreigen, naar de toe komst, is niet meer dan een zoet houden, dat alleen kan passen in de gedragslijn van een kabinet, dat over een half jaar heen gaat. Er zullen niet eeuwig defensie orders blijven en de overspannen werk gelegenheid in de bouwvakken, die men wil effectueren, kan ook slechts een tydelyk karakter dragen. Daarom noemen wy de beoogde opvoering van de werkgelegenheid geen afstel maar uitstel van de werkloosheid, tenzij men zich in haast voorbeieidt om de ontwikkelingsgebieden tot vol leven te brengen. Hierdoor zal de vestiging van een reeks nieuwe industriën mogelijk worden, waarvoor vanzelfsprekend ge weldige kapitalen geïnvesteerd moeten worden. In hoeverre zal dit mogelijk zijn bij de huidige belastingtarieven en de plannen tot credietbeperking, waar mee minister Lieftinck in zijn zak loopt Er is dan ook geen andere mogelijk heid of de overheid moet, om een grotere werkgelegenheid te bereiken, op verschillende punten van de be staande gedragslijn water in de wyn doen. Er zjjn meer werklozen! Over het getal van de werklozen kan men ook nog van mening ver schillen. Statistisch spreekt men van 165.000 werklozen. Hoeveel bedrijven zyn daarnaast nog, die werklozen verbergen, alhoewel de mensen offi cieel nog in dienst zyn De remmende werking van de ontslagvergunning is zeker te prijzen. Zij heeft echter tot gevolg dat de gepubliceerde werkloos heid cijfers een geflateerd gunstig beeld vertonen. Indien de leiding van het bedrijfs leven volkomen vrij zou zyn in het afstoten van arbeidskrachten dan zou ons inzien het getal der werklozen veel groter zyn dan heden wordt aangenomen. Daarom lijkt het ons niet aanbevelenswaardig om een arbeidsreserve op papier te houden van plm. 100.000, zoals de minister normaal vond. Liever te veel werk dan te weinig, zy de stelregel. Nederlands probleem Tenslotte worde er nog eens de aandacht op gevestigd, dat de dreigen de werkloosheid een specifiek neder- land8 karakter draagt. Zy bestaat niet overal ter wereld. Zy kreeg haar ernstig karakter toen de maatregelen tot consumptiebc perking door de overheid werden ingevoerd. Gedeelte lyk zal zy dus daar ook een gevolg van zyn. IX Glodok Een onbestemde pijn in mijn rug, ik grijp er naar en voel iets weg trekken. „Hou je poten op je eigen matje". ik wil me omdraaien, maar voor en achter ben ik geblokkeerd. Ik voel de piepende adem van Lo tegen mijn wang; die vent ligt altijd met zijn mond open. Hij heeft maar één ge brek de wandluizen lusten hem niet. En daarom maakt hij zijn klamboe nooit „beren-vry". Meteen voel ik jeuk op mijn schouder, onder mijn rug en overal. Zittend op myn matje staar ik half wakker in het donkere hol, dat wij onze kam&r noemen. Met z'n honderden precies liggen we op een vloer van 9 bij 12. Ieder heeft twee meter by 50 cm, om z'n rommel te bewaren, te slapen en zitten. De vloer bestaat uit grote uitgesleten en afgebrokkelde tegels, ze dateren even als de hele gevangenis uit de tyd van de V.O.C.; Glodok is een „begrip" gewordenvervuiling, wandluizen, stank. De lucht hangt zwaar in de kamer; too ademende, zwetende mannen liggen hier nu 10 uur lang; de deuren en ramen moeten dicht van de Jap. Ik wil naar buiten, maar dat kan niet voor het licht wordt. Je trapt op koppen en lijven, je zou hoogstens een paar plaatsen verder struikelen en een schoen naar je kop krijgen. Ik hoor er al meer rommelen op hun matje; één probeert met een lucifer aan naar buiten te komen. Zeker een dysentrielyder, die zo'n beetje op en neer loopt naar de goot tussen de muren. Ik ben er zelf weer eens vanaf; heb er al 3 aanvallen opzitten, 2 keer bacillaire en pas geleden amoebe- dysentrie. Dat is een „vuiltje"; je gaat wat witte slym af, zo'n keer of wat per dag, maar het wreet je darmen op en genezen is er niet by Maar telkens ben ik er vlug doorge komen; nog veel te sterk, om er onderdoor te gaan. Die Engelse jongens hier sterven als ratten. Die knapen zyn net te laat in de far-east gekomen om in Singapore te kunnen capituleren; toen werden ze maar naar Java gediri geerd, waar ze geen schot gelost hebben. Ze weten van niets en begrijpen van dit wonderlijke land niets. Van tropenhygiëne hebben ze geen notieze wassen hun etens- pannetjes in de goot en zichzelf was sen ze niet vaker dan in Engeland. Daarom lyken ze meer op verzamel plaatsen van huidziektenringwurm, scabies en rode hond. Omdat ze de verstrekte „lombok" weggooien, geen „kangkong" lusten en ryst alleen in de vorm van pap. By hen komen de eerste typische oorlogs-ziekten voorontvellingen tussen de benen, een hels gekriebel in de tenen en blindheid. Allemaal door a vitaminose. Zodra er een glimpje licht ons hol binnendringt komt er leven in de levende vloer. Honderd kerels ont waken uit een diepe slaap; hoe meer de lucht bedorven is, des te zwaarder maf je. Het is ineens één gewriemel van naakte mannenlijven. Schaamte gevoel hebben we voor elkaar niet meer. Waarom ook Hier en daar flitst een lichtje aan; het lyken nu wel spookfiguren," omdat je overal armen en benen ziet bewe- De vraag moet dan ook worden gesteld of deze consumptiebeperking niet te ver is doorgevoerd, al heeft zy in de officiële stukken dan ook nog steeds de vyf procent niet over schreden. Er is geen Nederlander of hy voelt zich wel 10 pet. in zijn verbeteringen gekort. Een afremmen van de bestaande consumptiebeperking zou weer velen aan arbeid kunnen helpen, menen wy, Geve de regering zich alle moeite om het ernstige probleem van de werkloosheidvoortdurend te bestrijden met inzet van alle middelen. Wij zullen desnoods bereid moeten zijn onze fraaie restauratie-plannen met de betalingsbalans op te offeren aan de werkgelegenheid, die onze volks kracht meer direct en niet minder ernstig beïnvloed. Het is inderdaad, zoals minister Van den Brink in de kamer betoogde: meer dan 150 000 paar ogen zijn in verband met het werkloosheidsvraag stuk voortdurend gericht op het werk van regering en parlement. Liever had ik natuurlijk m'n zil veren Priester- en Missionarisjubileum te midden van myn vrienden en keunissen van Oirlo gevierd, maar dat kan nu eenmaal niet. Geen zeeën en landen kunnen echter beletten, dat ik dien dag met m'n hart en gedachten by jullie allen ben en de Afrikaanse winden zullen myn oprechte gevoelens van dank voor alles wat jullie op geestelijk en stoffelijk gebied voor me deden, zeker wel naar U overbrengen. Want al heb ik zelf hard geploeterd en gewerkt voor myn geliefde negers van Afrika, voor een zeker deel hebben jullie me al die jaren helpen verwezenlijken, wat ik daar aan kerken en scholen heb mogen bouwen. En geestelijk stonden jullie me by door Uw gebed èn financieel heb ik altijd op Uw steun mogen rekenen. Dit ondervond ik steeds, maar het meest, toen ik in i94S-'i9 ziek en afgetobd m'n gezondheid by jullie in Oirlo kwam terugzoeken. En of ik deze weer teruggevonden heb De bewijzen kan ik „God zy dank" by m'n Priesterjubileum overleggen en ziedaar, naast m'n dankbaarheid ook de rede van dit artikeltje. Ja, 't hinkende patertje op z'n stokske" uit de jaren '48-'40 (een flinke sterke wandelstok had een Oirlose jongen me stikum met St. Nicolaas aan de deur gezet, als stille wenk, dat hy me graag op m'n kleine wandeltochten vergezelde, om me dan met z'n vrolijk gebabbel op te mon teren, waar hij dikwijls ook heel aardig in geslaagd is) is op 't ogen blik niet alleen overste op een der voornaamste posten van de Missie, maar ook een der grootste tuinders van onze Afrikaanse Missie. Lach nu maar niet, want 't is werkelijk zo. Buiten 't administratief werk van heel de Missie, inspectie van onderwijzers en opzichters van verschillende buitenkerken, heb ik ook nog een grote plantage van zonnebloemzaden, bonen en apenootjes (kon ik er maar eens flink wat over de zee heen te grabbel gooien voor de jeugd van Oirlo by myn jubeleum) en ik mag zeggen zonder over drijven: 't afgelopen jaar is zeer goed gen en er niet gepraat wordt. Wy praten niet veel hier en Z6ker 's mor gens vroeg niet; hoogstens schelden we op de wandluizen. Als je ergens gejeuk voelt, krab je flink. Als je vingers dan vreselyk stinken, is het een wandluis; anders een gewone. Wandluizen en krijgsgevangenen horen by elkaar; met horden tippelen zo over de vloer; zolang er „vetjes" tussen ons liggen, helpt bestrijding niets en winnen de wandluizen. Als je de buitendeur openduwt, is het of een zoet aroma je neus bin nen stroomtfris, zoet en vooral licht. Je zuigt de frisse heerlijke lucht heel diep in; even wordt het leven mooi en je ziet het aan de mensen. Een katjer in de boom by de Chinees fluit zijn hoogste lied; mussen op de gevangenismnur trekken zich van ons niets aan en vechten en vrijen op hun manier. Even is het goed te leven, ook voor ons; fris water uit de douche op het pleintje tussen de barakken spoelt alle stank en stof van je body. Buurman vertelt de iaatste geruch ten van gisteravondeen zeeslag HitierNieuw Guinea, Salomons eilanden. We blyven bibbemat en poedel naakt in het eerste morgenzonnetje staan tot we zowat droog zyn. Met onze handen strijken we langs onze buik en benen om het water af te vegen, dat spaart" je enige handdoek. Langs ons heen trekt een onregel matige stroom van goot-hurkers, normale ochtendklanten en dysentrie- lÜ'ders. Het is eigenlijk ongepast erover te praten; er zyn heel enkele dingen waar zelfs een krijgsgevangene met zeker gevoel van walging aan denkt; en één zaak, welke by in „sortie" wil doen. Daar wen je nooit aan We hebben geen W.C.! De 2000 Glodokkers hurken achter elkaar boven de riool- goot, welke door de gevangenis stroomt. Het is zo vies, afstotend, dat zelfs een krijgsgevangene ervan geweest. Ik heb werkelijk vlot ge boerd. (Hoe kan 't ook anders, oen jongen, die tussen do nijvere boeren van Oirlo is opgegroeid). Nou en wat zeggen jullie daarvan, vrienden uit Oirlo, als jullie terug denken aan die Goede Vrijdag in 1048, toen ik thuiskwam, alléén nog maar goed om m'n pakje voor de eeuwigheid in orde te brengen 5 Neen hoor, de Heer van de oogst heeft daar toen anders over geoor deeld en ik kan U zeggen, dat ik sinds myn terugkeer in 1950, nog nooit een echte beklemmende be nauwdheid van m'n hartkwaal heb ondervonden. Met al m'n gesjouw en getrek als aalmoezenier-inspecteur van de goud mijnen van Rode8ia en Zuid-Afrika, had ik immers een verkalking van de kroonader van 't hart opgelopen. Eén droom is echter nog niet ver wezenlijkt, 't hoofddoel feitelijk van myn derde terugkeer naar Afrika. Gaarne had ik, zoals jullie allen weet, de eerste courant in de Neger taal laten verschijnen, waarvoor ik ook een complete drukkerij had meegenomen. Helaas, twee van de vijftien kisten zyn in gruzelementen aangekomen, waaronder ook de snel pers, het voornaamste stuk, kan ik wel zeggen, in een drukkerij en nu ontbreken jammer genoeg de nodige financiën om deze weer aan te schaffen. Maar daarom niet getreurd, wil God dat deze courant er komt, dan komt deze er en misschien nog veel beter dan ik 't had verwacht. Welgemoed treed ik dan ook mijn tweede jubileum in, rekenende op Uw aller gebed en offer, opdat God door Maria mijn verder priesterleven rijkelijk zegenen mag en doen ge dijen. Tabé, brave mensen van Oirlo en allen, die my kennen en tot over zes jaren, als 't God belieft. Father JAN DE PONTI, Cath. Misson. P.O. Afrika. Palombe, Brits Nyasaland, Tan 26 Jlei 1888 Op 22 Mei vierden hun gouden bruiloft Petrus Bom, oud 69 jaar en Leonora Rosen, oud 71 jaar. Tot gardiaan van het Minder broedersklooster was gekozen Pater Georgius SiraoDS, professor aan het Gymnasium. Mgr. A. F. Boermans, diende de H. Priesterwijding toe aan Frater Ivo de Boer, professor aan het Gymnasium. P Iv 'gir 10 20 00 Kleine ruitjes vormen ramen Waardoor heen de zonne straalt. Onze kwartjes stellen samen De kerk, waarin Gods zegen daalt. walgt en zal blijven walgen. Maar als je dysentrie hebt, hurk je tegen de 50 keer per dag en nacht boven die goot; de ergste lyders mis sen de kracht en fut om telkens de weg naar de barakken en over de slapende lijven van hun vrienden af te leggenze hebben hun matje in het gras langs de goot gelegd en liggen de lange nacht aan de dag te rygen door keer op keer met hun fles spoelwater naar de goot te strompelen. Buiten kun je de slape loze nachten korten met praten, een stro'tje roken, je te wentelen. Nu leeft iedereen; de bel luidt voor de keuken. Gelukkig hebben we wat Indo-jongens in do keuken, die voor de „Dutchies" koken: droge ryst met sambalans. Om 6 uur aantreden voor corvee; elke dag vechten we om een plaats in de colonne slaven, die by een temperatuur van boven de 100 gr. puin sjouwen of in de smoorhete loodsen ijzer laden, auto's slopen of grint laden. Je hebt de vloeken der Jappen, de spotlach van opgeschroefde heiho's er voor over. Je laat je desnoods afranselen, maar mee moet je. Want een kans op de honderd, dat je vrouwlief ziet ergens in de stad. Het is of die moedige wijfjes van ons ruiken waar we zyn; het is of ze geen Jappen zien, zo brutaal dringen ze door alles heen, om die vuilgewerkte kerels te zien in hun schaamlapje en met de kaalgeknipte knikkers. Daarom „kopen" we werk- beurten van jongens buiten Batavia, die niets kunnen zien op straat. Ik ben er telkens by, al zie je ook nooit iets. We staan al lang bij de poort te wachten op een goede plaats, aan de kant van de weg, we dringen elkaar weg, wantvandaag komen ze misschien. We hebben er geen weet van, welke risico's de vrouwen nemen. Tot ook voor my de grote dag Vorige week Vrijdag hield de politie rechter zijn gebruikelijke zitting in Venray. Opmerkelijk is, dat, van de 20 ver dachten die gedagvaard worden, er steeds maar 'n enkele Venrayer is. Dit feit kan ons slechts tot tevreden heid stemmen, want wie met de politierechter in aanraking komt, heeft beslist niet de smalle weg dei- wet bewandeld. Het bewijst boven dien, dat de „misdadigheid" in Venray, toch geen grote omvang aanneemt. Het eerste slachtoffer was ditmaal R. uit Ottersum, die wegens diefstal veroordeeld werd. Hy had zo links en rechts enkele gereedschappen „ge vonden", t.w. een byl, snoeizaag en troffel, welke hy best kon gebruiken. En al had de verbaliserende politie man nog wel truffel in het verbaal gezet, wat een eetbare paddenstoel is, het mocht niet baten, f 40 of 20 dagen. P. uit Bergen, die al enkele veroor delingen er op heeft zitten, had een wachtmeester der rijkspolitie beschul digd van valse-eed aflegger. Deze dienaar der wet voelde zich daardoor in zyn goede naam aangetast, reden waarom P. veroordeeld werd tot f 40 boete of 20 dagen. In Horst had zekere A. te diep in het glaasje gekeken, waardoor hij niet meer naar behoren zyn rijwiel kon besturen. Goed bedoelde raad van de zijde der politie, om maar te voet zyn tocht naar huis te ondernemen, werd niet geaccepteerd, zodat er niets anders als een proces-verbaal opzat. Dat kostte hem nu f30 of 15 dagen. V. uit Gennep vond de kolen de afgelopen winter veel te duur. Hy zal deze mening heus niet alleen gehad hebben, maar dat rechtvaardigt nog niet de diefstal ervan. Nu komen die gestolen steenkolen hem nog veel duurder want de politie-rechter ver oordeelde hem tot f 23 boete of 15 Het is bekend, dat de politie-rechter streng optreedt togen de overmatige gebruikers van bier en jenever, wie n.l. meer dan twee veroordelingen wegens dronkenschap op zyn naam heeft staan, gaat de gevangenis in. Dit keer viel zulks G. uit Venlo ten deol. Hoewel reeds 65 jaren kon hy het maar niet leren zyn rijwiel te laten staan, wanneer hy te veel van 't goede genoten had. Met zyn rijwiel vormt hy een gevaar voor de andere weggebruikers. De rechter oordeelde, dat G. nu maar eens een week droog gelegd moest worden in Roermond. Dat schermutselingen aan de grens niet alleen by grote landen plaats hebben, bewezen de volgende twee, die elkaar een proces-verbaal hadden aangedaan. In het eerste geval was de een getuige, de ander verdachte, in het tweede geval juist andersom. Beide heren waren aan het knokken geslagen op de Duits—Nederlandse grens, omdat de een daar weidepalen zou hebben weggehaald van de ander. Het ging er maar om wie de eerste klap gegeven had, want die was in dit geval de schuldige. Aangezien beiden elkaar daarvan be schuldigden en, dat zelfs onder ede, komt. Ik citeer uit mijn dagboek: „vandaag, kinderen, beleefde ik de grootste sensatie van deze oorlog. Ik had de hele dag het trottoir moeten opbreken op Kebon Sirih; honderden Indonesiërs stonden ons aan te gapennaakte belanaa's met een pikhouweel. Ik zag ook oud leerlingen van de kweekschool. De meisjes begonnen te grienen, toen ze hun meneer zagen. 's Middags moesten we naar een kapot huis op Noordwyk puin halen en daar zag ik mamie staan met onze zoon. Ik zwaaide en schreeuwde, vergat de jap helemaal. Ik was, nog helemaal van streek, aebter Versteegh aan het laden, toen mans, dat bru taaltje, door het gangetje kwam en de Jap haar aanhield. Ik zag haar praten en toen ineens kwam jjj aan hollen naar ons toe. Jongen, je weet niet en je zult nooit weten, wat er toen in je vader omging. Ik was als verstijfd van aandoening, toen ik jou in myn armen sloot en jy dat éne woordje zei: „Pappie". Dat zal je vader nooit meer vergeten. Ik wilde je naam wel uitschreeuwen, ik wilde alles zeggen, maar het was of een prop in myn keel elk woord deed stikken. Ik liet je los en je liep hard naar mammie terug. De jongens zeiden geen woord tegen me; ik stond daar maar naar jullie te kyken door myn tranen heen. Ineens werd ik me bewust, wat er allemaal gebeurde en ik riep je terug. Tussen het puin heb je op myn schoot gezeten en vertelde je over mams en de zusjes; over het kamp, dat nog niet helemaal gesloten was; je praatte maar door en ik luisterde naar dat hoge stemmetje van je, dat ik een jaar niet gehoord had. Dank, myn jongen, van dat uur van intens geluk. In de gevangenis terug, ging myn „avontuur" als een lopend vuurtje rond. Ze waren jaloers maar felici teerden me; zoiets had nog niemand meegemaakt. en omdat de advocaat van een der partyen schitterde door afwezigheid, wachtte de rechter liever met zyn uitspraak tot een volgende gelegen heid. Intussen kan dan de advocaat ook nog zijn woordje doen. J. uit Groe8beek was dronken, stapte op een fiets en zwierde zo geducht over het fietspad, dat dit veel te klein werd. Daarom ging hy toen maar op de grote weg aan het zwieren, waar hy meer ruimte had. Hy werd echter opgepikt en stond nu voor de bali, waar de Officier hem weer plechtig het bekende pamflet met de doodskop en de jeneverkruik uitreikte voor boven zijn bed te hangen, terwyl hij verder f 23 of 10 dagen als beloning kreeg. Hetzelfde lot onderging M. uit Broekhuizen. H. uit Gennep was niet verschenen en kreeg van de Officier het predicaat dronkenlap ie klasse. Deze onder scheiding kost hem nu 14 dagen. Een juffrouw uit Gennep had bjj haar broer in de café geholpen. Daar was er eentje geweest, die zo om en de naby 23 borrels op had en die juffrouw had op zyn verzoek nog maar weer eens een borreltje ingeschud. Dat een kastelein een dronken man, niet nog meer dronken mag maken, kreeg deze juffrouw in de gaten toen ze dt boete kreeg van f 40 of 20 dagen. W. uit Horst had by hem in de buurt uit een kippenhok 20 eieren gegapt. Daarom hield hetO.M. nu een prachtige speech over de kippenfok kerij in deze streken en vergat niet f 20 te eisen, die deze eierendief prompt kreeg toegewezen. J. uit Yenray had een boswachtor voor houtdief uitgemaakt en daar dit nu eenmaal zo maar niet kan kreeg hy 14 dagen gevangenisstraf. Dan stond daar een oude heer, op wiens velden een stroper gepakt was. Toen deze stroper voor moest komen, bleek hy een getekende verklaring te hebben van dit oude heertje, dat hy daar rustig mocht jagen. De heor legde een eed af, dat die verklaring al heel oud was, maar naderhand was uitgekomen, dat hy hem vlak voor de rechtzitting had gegeven. Er was dus om een dergelijk onbenullig zaakje een meineed afgelegd. Het O M. was hierover allerminst te spreken en vroeg zich met verbazing af, hoe iemand, die al met een been in het graf stond, zo iets kon doen. Van wege zyn hoge leeftyd en zyn suiker ziekte kreeg hy slechts een maand. V. uit Bergen was op HBS en toen hy op een middag studeren moest, ging hy het nuttige met het aange name verenigen door te gaan zonne baden in zwembroek aan de boorden van de Maas en tevens te studeren. De politie onderbrak echter het zonne baden en het studeren, door hem op de bon te zetten. Ook de Officier bracht hem aan zijn verstand, dat Noord- Limburg nog steeds geen Scheveningen en Zandvoort is en eiste prompt f 10. Ik zie alsmaar nog je ronde toet en je witte haren voor me, en alles lijkt me zo onecht te zyn De chauffeur van onze auto is Susuki. Elke dag rijden we nu naar Tangerang om grint te halen. Een wonderlijk ventje toch, die kleine Jap, één brokje edelmoedigheid. Hy rydt de wagen en ik zit naast hem. Als ik myn zakdoek op oen keer uit myn zak haal, komt een eindje rozenkrans naar buiten. „Anatawa katolika?" „Ben je ka tholiek"... Hai, Susuki. En diep uit zyn hemd haalt hy een scapulier-medaille te voorschijn. En hy vertelt: Ik was in Shangai op een internaat en onze pastoor was erg lang met een baard. Geurts heette hy. Ik was stout, want eens riep ik hem en hy bukte zich heel diep, omdat ik zo klein was. Toen trok ik aan zyn baard en liep hard weg. Maar de pater lachte en streek me later over myn hoofd. Om die heilige man mag ik de Nederlanders graag en ben ik goed voor jullie. En dat was hySusuki heeft elke dag wat anders; vandaag pisangs, morgen cigaretten en dan weer een bungkua ryst. Hy brengt voor een paar van ons briefjes naar huis en waagt er zyn hals mee. De Jap is niet zuinig met koppen afhakken; ze zyn tegen hun eigen mannen harder dan tegen on». „Zou jij dat ook doen, als jy in myn plaats was en ik in de uwe „Nee, Susuki, ik zou het niet doen." ..Vergeet nooit, dat ik dit doe; ook niet als een andere soldaat je slaat." Als ik eens alleen mee moet naar Tangerang om 3 m3 grint te laden op elk van de 4 auto's, sta ik te snuffen in de richting van een kam ponghuis. Ik ruik, wat ik een jaar niet g.-roken hebgebraden vlees. „Zou je het graag lusten „Hai, Susuki." Susuki weg en ik werken. 's Middags, weer laden en dan trekt Susuki me weg, achter langs het huisje, moffelt me naar binnen en daar staat een complete karbouwen lever, gebraden en wel, op tafel. „Tabeh Toean, selamat maken", zegt de visser. Ik heb zelden zo'n buikpijn gehad als na die lever en plof zowat als ik buiten kom; heb het gevoel of mijn verschrompelde maag barsten zal. En wat zie ik daar: Susuki staat grint te laden in myn plaati...

Peel en Maas | 1952 | | pagina 1