TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
llagM van een krijgsgevangene
Emigratie-perikelen
Kunsttentoonstelling
op het Gemeentehuis
Réken en oordeel; zie uw voordeel
ZATERDAG 17 MEI 1952 V No 20
DRIB EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
Nu
zake
In (1e Rolducse studentenkrant schrijft Eugéne Koebroek een artikel
over de emigratievoorbereiding, waarin nog al enkele fouten en
tekortkomingen worden aangetoond. Hieraan ontlenen wu het
volgende
Al jaren lang bestaat er verschil van mening over het aandeel dat
de 'maatschappelijke organisaties bij de emigratie te vervullen
hebben on het aandeel dat de overheid hierbij op zich moet nemen.
-Mr zitten n l. diverse facetten aan emigratie vast. In de volgorde
zoals do emigrant die zelf tegen komt noemen we: de aanmelding,
de voorlichting, de voorbereiding (wanneer de aspirant emigrant tot
emigratie besloten heeft), de selectie liet transport en de regeling
van zijn toekomstige positie in den vreemde.
Bii een verhuizing over grote afstanden, zoals dat by de emigratie
het geval is, doen zich bepaalde moeilijkheden voor. Het zo goed
mogelijk oplossen van deze moeilijkheden, noemt men het beharti
gen der belangen van de emigranten op geestelijk zedelijk en
cultureel gebied. Onder deze drie termen vat men dus allo moei
lijkheden moeilijkheden die niet gemakkelijk te omschrijven zijn
en voor iedere persoon anders liggen samen.
deel, vooral door het systeem der
bijkantoren, goed over onze provincie
verspreid te liggen. Dit, gecombineerd
met de wetenschap dat bij ons de
mensen elkaar over grotere afstanden
kennen dan elders het geval is,
maakt een aanmelding op de arbeids
bureaus minder „officieel" en daar
door aangenamer.
Is het wat dit betreft een voordeel
zich tot de arbeidsbureaux te wenden,
als verdere voordelen kunnen ge
noemd worden, de kortere reis-duur
en vooral de voorkomendheid waar
mee de aspirant-emigrant er behan
deld wordt en de goede ontvangst
die men er hem bereidt.
Iemand die naar de arbeidsbureaux
gaat, waar dan ook, vindt daar een
wachtkamer of een gang met stoelen
of banken waar de belangstellende
zyn beurt kan afwachten. Daarna
komt hy in een keurig vertrek waar
de ambtenaar rustig met hem kan
praten, hem kan inlichten en tege
lijkertijd poolshoogte van de zich
meldende kan krijgen. In die ver
trekken zowel in Maastricht, Heerlen
als Venlo is het ruim; er staat niet
te veel, er staat niet te weinig, er
staat wat er nodig is. En wat naar
onze smaak belangrijk is, er hangen
landkaarten.
De inlichtingen die er verstrekt
worden zy'n in het begin nog maar
van eenvoudige aard, maar vaak
wordt er toch al zo'n kaart bijgehaald,
aan de hand waarvan do treklustige
over toestanden die elders heersen
wijzer wordt gemaakt.
Op de arbeidsbureaux vindt men
een opvallende ordemen weet waar
men mee bezig is, men weet waar
iets naar toe moet en men weet
waar iets opgeborgen is. Naast de
papier-boel die er aan emigratie vast
zit, is men bovendien zeör goed op
de hoogte van de mensen waar men
mee* te doen heeft of te doen
heeft.
Op het Landbonwhnis
Op het Landbouwhuis in Roermond
is dit alles anders en helaas voor de
emigrant onaantrekkelijker. Evenals
dat op de arbeidsbureaux het geval
is gaan daar de emigranten óók over
twee ambtenaren. De kamer van
ontvangst is kamer 29. Het woord
„COVAS" op de deur duidt er al op
dat hier niet alléén het emigratie
kantoor gevestigd is.
Op kamer 29 zitten 7 ambtenaren
Ze is ruim, maar wordt volkomen
opgevuld door een groot aantal
bureaux waaraan van de vroege
morgen tot de late avond in een
enorme papierbende gewerkt wordt.
De weldadig rustige orde die de
emigrant op de arbeidsbureaux tegen-
straalt is hier volmaakt afwezig!
Twee van de genoemde ambtenaren
nu, hebben het lot in handen van
onze z.g. „principiölen". En dat zyn
er sinds de oorlog zeker 600 geweest
Twee ambtenaren, maar één daarvan.
bestaan er twee meningen tn
de samenwerking tussen de
overheid en de maatschappelijke
organisaties op het gebied der emi
gratie. Aan de éne kant staan zij,
die de behartiging der belangen van
de treklustigen vooral willen leggen
in de handen der maatschappelijke
organisaties, aan de andere kant zij,
die die belangen het liefst behartigd
zien door do openbare organen i.e. de
arbeidsbureaux.
In onze provincie nu staat men
merendeels aan de kant van de
eerstgenoemdenmen is de mening
toegedaan dat de maatschappelijke
organisaties de belangen die er voor
de emigrant op geestelijk zedelijk en
cultureel gebied liggen, het best kun
nen behartigen.
De praktyk voor de aspirant-emi
grant is thans zo, dat hy vry is zich
tot dió organen te wenden, die hij
voor de behartiging vaneen en ander
het, geschikst acht, dus óf naar de
arbeidsbureaux, óf naar de maatschap
pelijke organisaties kan gaan.
Nu komt in onze provincie echter
het woord „principieel" in zwang.
„Principieel" is men wanneer men
zich tot do maatschappelijke organi
saties wendt. De organisatie die zich
in Limburg al in ruime mate met de
emigratie bezig houdt is de L.L.T.B.,
de Limburgse Land- en Tuinbouw
Bond, zetelend in het Landbouwhuis
te Roermond. Dat de landbouw andere
groeperingen in zekere zin hierin
vóór is, wordt duidelijk wanneer men
bedenkt dat de emigratie uit de
landbouwsector langere tyd i
nypend probleem vormt dan de
emigratie uit andere beroepsgroepen,
Op 't arbeidsbureau
Yan het woord „principieel" gaat,
geloven wo, een zekere dwang uit.
Een landbouwer die voor principieel
wil doorgaan gaat dus naar Roermond
Hierdoor ontstaat in vele gevallen
een gekke figuur. Er kan immers
geen twijfel over bestaan dat de
ambtenaar van het bijkantoor van
het Gewestelijk Arbeidsbureau te
Yaals beter van de omstandigheden
en mogelijkheden van landbouwer
Jansen uit Vijlen op de hoogte is dan
dat de ambtenaar op het Landbouw
huis ook maar kan zijn.
Iemand die in het Vaalse woont,
uit die streek wellicht geboortig
kent do mensen aldaar vóór dat zé
zich op het bureau komen melden.
En dit is naar onze smaak een groot
voordeel, want wanneer men iemands
belangen op geestelijk, zedelijk en
cultureel gebied moet gaan behartigen
dan is een grondige kennis van de
betrokken persoon daarvoor oen eerste
vereiste. Deze persoonlijke band a.h.w.,
dio al vóór de aanmelding op de
arbeidsbureaux tussen ambtenaar en
betrokkene aanwezig is, moet in
Roermond in vele gevallen ontbreken
omdat de mensen van té ver komen.
De arbeidsbureaux hebben het voor-
en wel het Hoofd van de Afdeling
Emigratie is, Daar hij ons zelf mee
deelde, daarbij nog secretaris van een
snel groeiende coöperatie. Dat deze
mynheer wel eens de indruk op ons
maakte vermoeid te zyn, hoeft dan
ook niemand te verwonderende
organisatie van een op gang komende
emigratie plus de dagelijkse werk
zaamheden die aan emigratie vast
zitten (aanmelding en voorlichting)
plus de COVAS-aangelegenheden lig
gen hier practisch in één hand. De
andere ambtenaar, dachten we, is
voornamelijk administratief bezig.
Men kan op zijn vingers natellen
dat op die manier de zaken onmoge
lijk in orde kunnen zyn. Van bijna
geen enkele aanvrager is dan ook
bekend of hy werkelijk vertrokken
We weten het wel, voor een deel
is dit ook de schuld van de instantie's
den Haag, die de vertrekdata niet
doorgeven. Maar daar tegenover staat
dan toch dat een en ander op de
arbeidsbureaux wel bekend is, of
schoon daar ook de oflicieele beves
tigingen nauwelijks of niet doorko
men.
We willen hier, zonder aan de
overige kantoren ook maar iets te
kort te doen, Venlo als voorbeeld
noemen.
Daar wist men ons tot in het jaar
.947 van de emigranten waarvan het
officieel niet vaststond dat ze vertrok
ken waren, nauwkeurig te vertellen
wie er wel en wie er niet weg
waren. Men hield dit by en dat
tuigt van grote belangstelling. Boven
dien komt hier weer tot uiting, dat
het contact wat de ambtenaren der
arbeidsbureaux hebben met de mensen
het district dat ze „bedienen"
goed is, in Venlo zelfs voortreffelijk
Slechte administratie
Wanneer men, zoals dat in Roer
mond het geval is, niet weet of
iemand geëmigreerd is of niet, dan
spreekt het vanzelf, dat men de
dossiers niet kan splitsen naar „ver
trokken" en „nog in behandeling
zynden".
Het gevolg is dan ook, dat op het
Landbouwhuis alles door elkaar ligt.
Van jaren her. En dan is er van
iedere aanvrager niet één rapport,
maar verschillende, soms vier of vyf,
van allerlei instanties.
Tussen dit alles in liggen nog offi
ciele stukken, persoonlijke krabbels,
adressen van enkelen, die elders zyn
aangekomen, ja, tot huwelijksaankon
digingen toe.
Ook de manier van opbergen,
waarvoor op de arbeidsbureaux cen
traal gegeven ljjnen gevolgd worden
en dus uniformiteit bestaat, kan ons
in Roermond weinig bekoren. De
rapporten liggen niet volgens jaar en
nauwelijks alphabetisch. We begrijpen
niet hoe hier ooit nog eens iets
teruggevonden kan worden.
Daarby komt nog, dat degenen, die
de formulieren invullen, niet in staat
het gezegde fatsoenlijk op te nemen,
of het geschrevene netjes te copiëren.
Het jaar van geboorte van een en
dezelfde emigrant is op het ene for
mulier 1927, op een ander 1924 en op
een derde 1921; een huisnummer
verspringt al gauw van 146 op 164;
Straelseweg wordt Stroelseweg en
zelfs Syraelseweg.
Als we niet willen zeggen, dat
het van deze fouten krioelt,' dan
moet ons toch van het hart, dat ze
op zyn minst zeer opvallend veel
voorkomen. In tegenstelling tot wat
er op de arbeidsbureaux gebeurt, is
dit zonder meer grote knoeiboel
We weten niet op welke manier
de aspirant emigrant in Roermond
ingelicht wordt. We hebben niet de
eer gehad daarby te zijn.
Het Hoofd van de Emigratie begaf
zich daarvoor naar e6n ander vertrek,
niet een bepaald vertrek, nee, daar
voor werd gewoonlyk nog eens door
het huis gebeld om te zien „wat er
vry was".
VIII
In het begin kom ik nog wel eens
buiten als chauffeur van een vracht
wagen, om kapotte auto's en oorlogs
materiaal op te halen in de omgeving
van Soekaboemi. Die dagen zijn een
waar feest. Dan zie je de vrijheid en
je hebt do ruimte. Af en- toe moeten
we naar de paardenstallen van de
Japanse kazorne. Die hebben onze
logerpaarden ingepikt en rijden er
nu als molochs mee door de stad.
Het is een koddig gezichtzo'n kloine
krompoot op een levensgroot beest.
Maar wy mogen do stallen schoon
maken en de mest opruimen. Affyn,
alles betor dan die prikkeldraad.
13 Juni zitten we 3 maanden vast
en dan wordt bekend gemaakt, dat
wij verhuizon. Tevens, zegt de Jap,
dat onze vrouwen ons mogen ont
moeten. Ja, wat heb je daar nu aan,
als je vrouw 120 km verderop woont
en or geen verbinding mogelijk is
E11 toch hopen wo, ieder voor zich!
tegen allö logica in.
Om 12 uur komen de eerste vrouwen
binnen. Achter de 3 dubbele draad
versperring staan mannen en vrouwen
over en weer te brullen. Na een
kwartier komen delaatsten druppels
gowys bir.nen en als de Jap reeds
bezig is de grote poort te sluiten zie
ik myn flink vrouwtje brutaalweg
langs de verbaasde Jap glippen en in
draf op onze prikkeldraad afstormen.
De tolk, een Hollands officier, die
jarenlang in Japan handel dreef, wil
haar tegenhouden, omdat ze te laat
is, maar uit de verte zie ik, hoe ze
hem iets stiekum in zijn zak moffelt.
En dan beleef je een zalig en toch 0
zo zielig en treurig moment, waaraan
ons leven zo rijk is. Maar je verbyt
de schrynende pijn in je ziel en
stoerdoende sta je te lachen en laat
je de kaalgeknipte kletskop zien,
waarop eens weelderige lokken wap
perden.
„Hou je taai en omhels de kinderen
van me", en weg trekken ze weer,
deze schare dappere vrouwen, die
alleen de last dragen, de angst en
de zorg om de toekomst en de kin
deren. Menige mannenhand strijkt
eens door de ogen, als de troep door
de poort weer verdwijnt, 's Avonds
geeft de tolk me een foto van de
kinderen. „Ook wy worden binnen
kort opgesloten" heeft er een ge
roepen.
's Middags gaan we in lange stoet
naar het station, een half uur tippe
len. AaD een bamboe tors ik de bullen
van mezelf en myn vriend, die al
zo afgetakeld is, dat hy genoeg aan
zyn eigen magere corpus heeft.
Vlak by het station gekomen zie
ik vrouwlief weer. Ze loopt met ons
mee en spreekt me allerhande be
moedigende woorden toeWe maken
het best.Volop etende kinderen
groeien als koolnergens geen last
van
Op het station een mooie speech,
in het Japans, waar we bijna niets
van verstaan. Je kent enkele losse
woorden. In het Engels brabbelt de
Jap er een welkomsgroet achteraan.
Wij hebben nu 100 millioen nieuwe
vrienden, zegt hy. Maar nauwelijks
in de trein, met 60 man per beesten
wagen ramen en deuren potdicht
worden onze nieuwe vrienden
weer beesten.
In Tjimabi, by Bandoeng, moeten
we eruit en daar komen we in een
oude kazerne. Er zitten reeds 3000
mannen in en nu wordt het aantal
met 2000 vermeerderd. De officieren
komen in een ander kamp, speciaal
voor hen bestemd.
Het is of ons hart opengaat: hier
is alles ruim, fris en goed georgani
seerd. We hebben zelfs een kerkje
in een ongebruikte loods. Werken
hoeven we hier niet en daarom blijft
er tijd over voor studie, ontspanning
en sport.
Alle leerkrachten geven lessen, in
de openlucht. Er is een H.B S., Mulo
en vervolgschool. Profs geven zelfs
colleges. Het is allemaal wel primitief,
maar het heft de geest weer wat op,
De kunstschilders, tekenaars en
reclameschilders hebben een eigen
atelier, waar ieder zyn eigen kunst
kan beoefenen. De Jap vindt het best
en bezorgt ons papier, verf en ander
materiaal. Ook ik werk daar meestal,
als ik geen les geef. Er komen massa's
portretten van myn teken plank en
ook de Jap laat zich uitbeelden. De
eerste is de commandant. Op een
ochtend moet ik by hem komen en
verwacht het ergste.
„You artist", zegt hy. „You make
picture of me". En meteen gaat hy
zitten, star voor zich uitstarend. Op
de schrijftafel liggen papier, potloden
en kleurkrijt.
Je kunt eenvoudig geen „neen"
zeggen en daarom tracht ik de trek
ken van dat niets verradende, starre
gezicht vast te leggen. Ook die ge
niepige blik
Als ik na een paar uur doodmoe
opsta, ontspant zich pas het gelaat
van de Jap. Zonder een spier van
zijn lichaam te bewegen heeft hy
uren zo gezeten. Het is onbegrijpelijk.
Maar, als hy het portret ziet, met de
Ie soort Huishoudjam
Per pot
ienjam 7
Per pot
Abrikozenjam 7 7
Per pot
Gemberjam -_q
Van Chin. Stemgember pot 7
Oranjemarmelade
Per potO/
Limonadesiroop or4
Grote lies 130-110- 07
Vruchtenlimonadesiroop nnr
Grote flesZbü
Fruiidrups />c
3 rollen Z!)
Peerdrups c
1 50 gram JL S
Ananasblokjes
100 gram JL W
Vruchten koekjes
div. soorten 100 gram 32- JL V
We hebben de indruk, dat de men
sen er veel te lang moeten wachten.
Op de vyf willekeurige dagen dat we
er waren, hebben we ons horloge
eens bijgehouden en het gemiddelde
bleek plm. 1 uur te zijn. En dat,
wachten gebeurt in diezelfde kamer
29, die daardoor helemaal overbevolkt
wordt. Zyn er méér dan drie tegelijk
dan moeten die in de gang wachten.
Stoblen worden dan van elders ge
haald. Aan de eenvoudigste gemakken
is hier niet gedacht
We kunnen niet anders besluiten
dan dat er naast een gebrek aan
efficiency op het Landbouwhuis ook
een groot gebrek aan prettige service
heerst. Hoe méér men hier vraagt
hoe onduidelijker hier alles wordt en
hoe eenzamer men zich gaat voelen
in deze zee van papier, tussen deze
klappers en kaartenbakken waarvan
men Diet weet wafer in moet, wat
erin zit en waarvoor ze eigenlijk aan
gelegd zyn.
Wy vragen ons daarom in alle ernst
af, wanneer men niet eens in staat
is tot een fatsoenlijke ontvangst en
een ordelijke administratie te komen,
wat er dan wel moet worden van de
zo vaak genoemde geestelijke, zedelijke
en culturele belangen der emigranten.
We geloven er goed aan te doen
deze Limburge toestand voor het Lim
burgse forum te brengen en er met
de meeste klem by de verantwoor
delijke personen op aan te dringen
onze op gang komende emigratie in
puisten, de gemene trek om zyn
mond en in zijn ogen, kryg ik een
watjekauw, waar ik van duizel.
„Tomorrow better" (Morgén beter).
En zo ontstaat de volgende dag een
ülmschoonheid, met liefelijke wan
getjes, rose-rood. De sterren
strepen op zyn kraag blinken en mot
welgevallige blik aanschouwt de
lelijkerd zijn schoonheid. Een schou
derklopje en een flink pak cigaretten
zijn de directe beloning, maar als
prijs vraag ik tekenpapier. Wat prompt
de volgende dag komt.
Achter ons kamp liggen 2 graven
van Braam en Ooms. Beiden zijn 10
Mei terechtgesteld, op dezelfde dag
als in ons kamp geschiedde. De ene
is een Limburger, ongelofelijk sterk
en moedig. Voor de Jap hem kon
boeien had hy er 3 tegen de vlakte
geslagen. Maar tenslotte doen kolf
slagen hem bezwijken. Toen by
10 Mei weer in het kamp kwam,
hing zyn kaak slap omlaag en ver
toonde zyn naakte lichaam overal
striemen en bulten.
Beide werden tegen de prikkeldraad
gebonden, maar de Limburger weiger-
de een blinddoek. Ook hier dezelfde
vertoning. Toen de eerste Jap op hem
afstormde met de bajonet spuwde
hy hem recht in het gelaat, om het
volgende moment zieltogend neer te
hangen. Zyn laatste daad was de
grofste belediging en vernedering,
welke men een Oosterling kan aan
doen.
Hun graf wordt door ons allen
uiterst goed verzorgd en velen bidden
's avonds even een Onze Vader voor
deze twee moedige jongens.
Ook in het andere kamp Tjimahi
werden op 10 Mei jongens terecht
gesteld. Of er ook systeem in zat
Daar waren het 7 Indonesische sol
daten, Timorezen en Ambonuezen,
die hun vrijheidsdrang met de dood
moesten bekopen.
Zaterdag werd in de Raadzaal van
het Gemeentehuis in kleine kring de
tentoonstelling geopend, die daar was
ingericht door Ven ray Vooruit, van
't werk van de edelsmid CorSandifort
en de kunstschilder Jackson.
Na een kort woord van de heer
Colsen, als Voorzitter van de Schoon
heidscommissie van Venray Vooruit,
hield de Limburgse letterkundige Paul
Haimon een schitterende inleiding,
over het werk van beide kunstenaars,
fraai van sty 1 en prachtig van visie.
Hieruit bleek, dat de schilder Jack
son na zijn bekering in Geysferen is
komen wonen, om hierin de rust van
het Noord-Limburgse land, nieuwe
kracht en inspiratie op te doen.
Het gebodene op de tentoonstelling
was te weinig om van zyn kunnen
een volledig beeld te geven, maar uit
de enkele stukkeD, die aanwezig zyn,
blijkt vooral zyn kracht te liggen in
het portret.
het oog te houden omdat er de be
langen van hen mee gemoeid zy 1 die
een grote stap in hun leven, wellicht
de grootste willen g&an zetten.
Toch is dit kamp niet slecht, rela
tief gesproken dan. De Jap Iaat ons
nog veel vrijheid binnen de omhei
ning. We mogen onze Godsdienst
vryuit belijden en de Pateren Dominé,
gezworen vrienden, kunnen veel doen
om het geestelijk peil hoog te
houden.
Van de 5000 gevangenen zijn 1000
Indo's en de rest Nederlanders. Hier
onder z(jn liefst 800 Limburgers, meest
beroeps militairen. Ook ontmoet ik
er een paar Venrayers en dat trekt
vanzelf. Er is menig verbaal verteld
ovor „ald Rooy". Onze bakker is Flip
Sassen, een doodgoede man, die alles
en alles weggeeft. Avond aan avond
is het „verzamelen" in zyn hokje by
de bakkery, voor alle jongens uit
deze buurt. We leven in geheel ver
schillend milieu, maar hier spreekt
alleen hot Venrays bloed. Eon waas
van geheimzinnigheid hangt ia het
hokje als ieder de laatste „geruchten"
vertelt. Want daar leven we zowat
op. Elke dag brengt nieuwe fantas
tische verhalen over het naderend
einde van de strijd. Radio Sydney
seint- ditBuiten riep een Indone
siër datDe Jap vertelde zus
en Radio Londen meldde zo.
De geruchten stapelen zich op en
de spanning wordt steeds heftiger.
Gelukkig word ik door de veearts
geregeld van de ware toestand op de
hoogte gehouden. Die gaat dagelijks
het kamp uit, om voor de Japanners
vlee3 te keuren. Hy weet op do een
of andere wyze achter de juiste toe
stand te komen, via oen geheime
radio. Anders zou ook ik in die maal
stroom meegesleurd worden.
Er zyn jongens, die de hele dag
niets anders doen dan rondgaan,
vragend naar nieuws en nieuws
verspreidend. Het zyn in feite ziolige
kerels, die ééns de terugslag zullen
ondervinden. Maar nu léven ze in
hun schyn-optimisme; ze gaan soms
Naar aanleiding van Sandiforts werk
merkte de inleider op, dathetindozo
tyd van mechanisatie en kitsch, een
verademing is het werk van deze
edelsmid te kunnen bewonderen.
Hierin herleeft weer het knappe
vakmanschap der Middeleeuwen, hier
uit spreekt weer een ziel. De glorie
van het edele ambacht is weer in ere
hersteld en schone dingen worden
geschapen.
Gaaf en nobel komen de sieraden
uit de hand van de kunstenaar en
het sieraad wordt weer opgeheven
uit de onbenulligheid, die het door de
mechanische vervaardiging heeft ge
kregen. Het is geen confectie, geen
massa-artikel zonder ziel en
leven, maar hier fonkelt de edelsteen
in zijn juiste vatting, hier spreekt het
edele metaal in al zyn flonkeringen.
Het publiek "kan hier weer leren
zien en genieten van wat werkelyk
schoon is en mooi.
Scherp hekelde hy de kunst, waar
van de mechaniek zich meester had
gemaakt. Deze wordt dan slechts
kundigheid en confectie. Nu in deze
tijd is dan ook het ogenblik aange
broken, dat men wat de kerkelijke
zó ver, dat ze hun weinige bezittingen
verdolen, omdatbinnen een week
alles voor elkaar is. Anderen komen
in totaal overspannen toestand in het
hospitaal terecht, omdat op „hun
voorspelde dag" niets gebeurde.
En toch is het vreemd. Geregeld
komen er over de prikkeldraad brieven
binnen, waarin berichten staan, welke
onder het volk buiten de ronde doen.
Of onze vy'and in het verspreiden
van deze geruchten de hand heeft
De geruchten gaan van mond tot
mond, 5000 maal. En ieder doet er
iets bij of af, zodat een uur later een
geheel ander gerucht rondwaart door
het kamp. Als de spanning het hoogst
is en de fantasten de vlag van do
Geallieerden elk moment op ons
kamp verwachten, marcheren do
eerste 1000 beroepsmilitairon het
kamp uit. Ze gaan zingend op stap.
Velen laten hun spullen achter
want het is afgelopen
We schrijven 15 September 1042.
Eon paar uur later komt do tolk,
die meeging naar het station, weer
terug en vertelt, tot grote ontnuch
tering van alle fantasten, dat de
jongens met slagen en stompon in
beestenwagens gefrommeld werden,
luiken en deuren dicht.
De volgende dag gaan er weer
1000, zwijgend en terneergeslagen.
De geruchten verstommen by de
achterblijvers en weer eens is allo
hoop op spoedige bsvryding de kop
ingedrukt.
Begin October gaan de laatste
1000 beroepssoldaten weg en intussen
weten we reeds, weer uit geruchten,
dat de vorige transporten ingescheept
zyn
Het restant van het kamp moet
ook inpakken en verhuist naar een
kamp vlakby. Een echt Indo-kamp
en het bevalt er me niets. Veel
corruptie en chaos. Ieder voor zich.
ii het parool en 2 dagen later goef