TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS llagM van een krijgsgevangene Emigratie-perikelen Kunsttentoonstelling op het Gemeentehuis Réken en oordeel; zie uw voordeel ZATERDAG 17 MEI 1952 V No 20 DRIB EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Nu zake In (1e Rolducse studentenkrant schrijft Eugéne Koebroek een artikel over de emigratievoorbereiding, waarin nog al enkele fouten en tekortkomingen worden aangetoond. Hieraan ontlenen wu het volgende Al jaren lang bestaat er verschil van mening over het aandeel dat de 'maatschappelijke organisaties bij de emigratie te vervullen hebben on het aandeel dat de overheid hierbij op zich moet nemen. -Mr zitten n l. diverse facetten aan emigratie vast. In de volgorde zoals do emigrant die zelf tegen komt noemen we: de aanmelding, de voorlichting, de voorbereiding (wanneer de aspirant emigrant tot emigratie besloten heeft), de selectie liet transport en de regeling van zijn toekomstige positie in den vreemde. Bii een verhuizing over grote afstanden, zoals dat by de emigratie het geval is, doen zich bepaalde moeilijkheden voor. Het zo goed mogelijk oplossen van deze moeilijkheden, noemt men het beharti gen der belangen van de emigranten op geestelijk zedelijk en cultureel gebied. Onder deze drie termen vat men dus allo moei lijkheden moeilijkheden die niet gemakkelijk te omschrijven zijn en voor iedere persoon anders liggen samen. deel, vooral door het systeem der bijkantoren, goed over onze provincie verspreid te liggen. Dit, gecombineerd met de wetenschap dat bij ons de mensen elkaar over grotere afstanden kennen dan elders het geval is, maakt een aanmelding op de arbeids bureaus minder „officieel" en daar door aangenamer. Is het wat dit betreft een voordeel zich tot de arbeidsbureaux te wenden, als verdere voordelen kunnen ge noemd worden, de kortere reis-duur en vooral de voorkomendheid waar mee de aspirant-emigrant er behan deld wordt en de goede ontvangst die men er hem bereidt. Iemand die naar de arbeidsbureaux gaat, waar dan ook, vindt daar een wachtkamer of een gang met stoelen of banken waar de belangstellende zyn beurt kan afwachten. Daarna komt hy in een keurig vertrek waar de ambtenaar rustig met hem kan praten, hem kan inlichten en tege lijkertijd poolshoogte van de zich meldende kan krijgen. In die ver trekken zowel in Maastricht, Heerlen als Venlo is het ruim; er staat niet te veel, er staat niet te weinig, er staat wat er nodig is. En wat naar onze smaak belangrijk is, er hangen landkaarten. De inlichtingen die er verstrekt worden zy'n in het begin nog maar van eenvoudige aard, maar vaak wordt er toch al zo'n kaart bijgehaald, aan de hand waarvan do treklustige over toestanden die elders heersen wijzer wordt gemaakt. Op de arbeidsbureaux vindt men een opvallende ordemen weet waar men mee bezig is, men weet waar iets naar toe moet en men weet waar iets opgeborgen is. Naast de papier-boel die er aan emigratie vast zit, is men bovendien zeör goed op de hoogte van de mensen waar men mee* te doen heeft of te doen heeft. Op het Landbonwhnis Op het Landbouwhuis in Roermond is dit alles anders en helaas voor de emigrant onaantrekkelijker. Evenals dat op de arbeidsbureaux het geval is gaan daar de emigranten óók over twee ambtenaren. De kamer van ontvangst is kamer 29. Het woord „COVAS" op de deur duidt er al op dat hier niet alléén het emigratie kantoor gevestigd is. Op kamer 29 zitten 7 ambtenaren Ze is ruim, maar wordt volkomen opgevuld door een groot aantal bureaux waaraan van de vroege morgen tot de late avond in een enorme papierbende gewerkt wordt. De weldadig rustige orde die de emigrant op de arbeidsbureaux tegen- straalt is hier volmaakt afwezig! Twee van de genoemde ambtenaren nu, hebben het lot in handen van onze z.g. „principiölen". En dat zyn er sinds de oorlog zeker 600 geweest Twee ambtenaren, maar één daarvan. bestaan er twee meningen tn de samenwerking tussen de overheid en de maatschappelijke organisaties op het gebied der emi gratie. Aan de éne kant staan zij, die de behartiging der belangen van de treklustigen vooral willen leggen in de handen der maatschappelijke organisaties, aan de andere kant zij, die die belangen het liefst behartigd zien door do openbare organen i.e. de arbeidsbureaux. In onze provincie nu staat men merendeels aan de kant van de eerstgenoemdenmen is de mening toegedaan dat de maatschappelijke organisaties de belangen die er voor de emigrant op geestelijk zedelijk en cultureel gebied liggen, het best kun nen behartigen. De praktyk voor de aspirant-emi grant is thans zo, dat hy vry is zich tot dió organen te wenden, die hij voor de behartiging vaneen en ander het, geschikst acht, dus óf naar de arbeidsbureaux, óf naar de maatschap pelijke organisaties kan gaan. Nu komt in onze provincie echter het woord „principieel" in zwang. „Principieel" is men wanneer men zich tot do maatschappelijke organi saties wendt. De organisatie die zich in Limburg al in ruime mate met de emigratie bezig houdt is de L.L.T.B., de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond, zetelend in het Landbouwhuis te Roermond. Dat de landbouw andere groeperingen in zekere zin hierin vóór is, wordt duidelijk wanneer men bedenkt dat de emigratie uit de landbouwsector langere tyd i nypend probleem vormt dan de emigratie uit andere beroepsgroepen, Op 't arbeidsbureau Yan het woord „principieel" gaat, geloven wo, een zekere dwang uit. Een landbouwer die voor principieel wil doorgaan gaat dus naar Roermond Hierdoor ontstaat in vele gevallen een gekke figuur. Er kan immers geen twijfel over bestaan dat de ambtenaar van het bijkantoor van het Gewestelijk Arbeidsbureau te Yaals beter van de omstandigheden en mogelijkheden van landbouwer Jansen uit Vijlen op de hoogte is dan dat de ambtenaar op het Landbouw huis ook maar kan zijn. Iemand die in het Vaalse woont, uit die streek wellicht geboortig kent do mensen aldaar vóór dat zé zich op het bureau komen melden. En dit is naar onze smaak een groot voordeel, want wanneer men iemands belangen op geestelijk, zedelijk en cultureel gebied moet gaan behartigen dan is een grondige kennis van de betrokken persoon daarvoor oen eerste vereiste. Deze persoonlijke band a.h.w., dio al vóór de aanmelding op de arbeidsbureaux tussen ambtenaar en betrokkene aanwezig is, moet in Roermond in vele gevallen ontbreken omdat de mensen van té ver komen. De arbeidsbureaux hebben het voor- en wel het Hoofd van de Afdeling Emigratie is, Daar hij ons zelf mee deelde, daarbij nog secretaris van een snel groeiende coöperatie. Dat deze mynheer wel eens de indruk op ons maakte vermoeid te zyn, hoeft dan ook niemand te verwonderende organisatie van een op gang komende emigratie plus de dagelijkse werk zaamheden die aan emigratie vast zitten (aanmelding en voorlichting) plus de COVAS-aangelegenheden lig gen hier practisch in één hand. De andere ambtenaar, dachten we, is voornamelijk administratief bezig. Men kan op zijn vingers natellen dat op die manier de zaken onmoge lijk in orde kunnen zyn. Van bijna geen enkele aanvrager is dan ook bekend of hy werkelijk vertrokken We weten het wel, voor een deel is dit ook de schuld van de instantie's den Haag, die de vertrekdata niet doorgeven. Maar daar tegenover staat dan toch dat een en ander op de arbeidsbureaux wel bekend is, of schoon daar ook de oflicieele beves tigingen nauwelijks of niet doorko men. We willen hier, zonder aan de overige kantoren ook maar iets te kort te doen, Venlo als voorbeeld noemen. Daar wist men ons tot in het jaar .947 van de emigranten waarvan het officieel niet vaststond dat ze vertrok ken waren, nauwkeurig te vertellen wie er wel en wie er niet weg waren. Men hield dit by en dat tuigt van grote belangstelling. Boven dien komt hier weer tot uiting, dat het contact wat de ambtenaren der arbeidsbureaux hebben met de mensen het district dat ze „bedienen" goed is, in Venlo zelfs voortreffelijk Slechte administratie Wanneer men, zoals dat in Roer mond het geval is, niet weet of iemand geëmigreerd is of niet, dan spreekt het vanzelf, dat men de dossiers niet kan splitsen naar „ver trokken" en „nog in behandeling zynden". Het gevolg is dan ook, dat op het Landbouwhuis alles door elkaar ligt. Van jaren her. En dan is er van iedere aanvrager niet één rapport, maar verschillende, soms vier of vyf, van allerlei instanties. Tussen dit alles in liggen nog offi ciele stukken, persoonlijke krabbels, adressen van enkelen, die elders zyn aangekomen, ja, tot huwelijksaankon digingen toe. Ook de manier van opbergen, waarvoor op de arbeidsbureaux cen traal gegeven ljjnen gevolgd worden en dus uniformiteit bestaat, kan ons in Roermond weinig bekoren. De rapporten liggen niet volgens jaar en nauwelijks alphabetisch. We begrijpen niet hoe hier ooit nog eens iets teruggevonden kan worden. Daarby komt nog, dat degenen, die de formulieren invullen, niet in staat het gezegde fatsoenlijk op te nemen, of het geschrevene netjes te copiëren. Het jaar van geboorte van een en dezelfde emigrant is op het ene for mulier 1927, op een ander 1924 en op een derde 1921; een huisnummer verspringt al gauw van 146 op 164; Straelseweg wordt Stroelseweg en zelfs Syraelseweg. Als we niet willen zeggen, dat het van deze fouten krioelt,' dan moet ons toch van het hart, dat ze op zyn minst zeer opvallend veel voorkomen. In tegenstelling tot wat er op de arbeidsbureaux gebeurt, is dit zonder meer grote knoeiboel We weten niet op welke manier de aspirant emigrant in Roermond ingelicht wordt. We hebben niet de eer gehad daarby te zijn. Het Hoofd van de Emigratie begaf zich daarvoor naar e6n ander vertrek, niet een bepaald vertrek, nee, daar voor werd gewoonlyk nog eens door het huis gebeld om te zien „wat er vry was". VIII In het begin kom ik nog wel eens buiten als chauffeur van een vracht wagen, om kapotte auto's en oorlogs materiaal op te halen in de omgeving van Soekaboemi. Die dagen zijn een waar feest. Dan zie je de vrijheid en je hebt do ruimte. Af en- toe moeten we naar de paardenstallen van de Japanse kazorne. Die hebben onze logerpaarden ingepikt en rijden er nu als molochs mee door de stad. Het is een koddig gezichtzo'n kloine krompoot op een levensgroot beest. Maar wy mogen do stallen schoon maken en de mest opruimen. Affyn, alles betor dan die prikkeldraad. 13 Juni zitten we 3 maanden vast en dan wordt bekend gemaakt, dat wij verhuizon. Tevens, zegt de Jap, dat onze vrouwen ons mogen ont moeten. Ja, wat heb je daar nu aan, als je vrouw 120 km verderop woont en or geen verbinding mogelijk is E11 toch hopen wo, ieder voor zich! tegen allö logica in. Om 12 uur komen de eerste vrouwen binnen. Achter de 3 dubbele draad versperring staan mannen en vrouwen over en weer te brullen. Na een kwartier komen delaatsten druppels gowys bir.nen en als de Jap reeds bezig is de grote poort te sluiten zie ik myn flink vrouwtje brutaalweg langs de verbaasde Jap glippen en in draf op onze prikkeldraad afstormen. De tolk, een Hollands officier, die jarenlang in Japan handel dreef, wil haar tegenhouden, omdat ze te laat is, maar uit de verte zie ik, hoe ze hem iets stiekum in zijn zak moffelt. En dan beleef je een zalig en toch 0 zo zielig en treurig moment, waaraan ons leven zo rijk is. Maar je verbyt de schrynende pijn in je ziel en stoerdoende sta je te lachen en laat je de kaalgeknipte kletskop zien, waarop eens weelderige lokken wap perden. „Hou je taai en omhels de kinderen van me", en weg trekken ze weer, deze schare dappere vrouwen, die alleen de last dragen, de angst en de zorg om de toekomst en de kin deren. Menige mannenhand strijkt eens door de ogen, als de troep door de poort weer verdwijnt, 's Avonds geeft de tolk me een foto van de kinderen. „Ook wy worden binnen kort opgesloten" heeft er een ge roepen. 's Middags gaan we in lange stoet naar het station, een half uur tippe len. AaD een bamboe tors ik de bullen van mezelf en myn vriend, die al zo afgetakeld is, dat hy genoeg aan zyn eigen magere corpus heeft. Vlak by het station gekomen zie ik vrouwlief weer. Ze loopt met ons mee en spreekt me allerhande be moedigende woorden toeWe maken het best.Volop etende kinderen groeien als koolnergens geen last van Op het station een mooie speech, in het Japans, waar we bijna niets van verstaan. Je kent enkele losse woorden. In het Engels brabbelt de Jap er een welkomsgroet achteraan. Wij hebben nu 100 millioen nieuwe vrienden, zegt hy. Maar nauwelijks in de trein, met 60 man per beesten wagen ramen en deuren potdicht worden onze nieuwe vrienden weer beesten. In Tjimabi, by Bandoeng, moeten we eruit en daar komen we in een oude kazerne. Er zitten reeds 3000 mannen in en nu wordt het aantal met 2000 vermeerderd. De officieren komen in een ander kamp, speciaal voor hen bestemd. Het is of ons hart opengaat: hier is alles ruim, fris en goed georgani seerd. We hebben zelfs een kerkje in een ongebruikte loods. Werken hoeven we hier niet en daarom blijft er tijd over voor studie, ontspanning en sport. Alle leerkrachten geven lessen, in de openlucht. Er is een H.B S., Mulo en vervolgschool. Profs geven zelfs colleges. Het is allemaal wel primitief, maar het heft de geest weer wat op, De kunstschilders, tekenaars en reclameschilders hebben een eigen atelier, waar ieder zyn eigen kunst kan beoefenen. De Jap vindt het best en bezorgt ons papier, verf en ander materiaal. Ook ik werk daar meestal, als ik geen les geef. Er komen massa's portretten van myn teken plank en ook de Jap laat zich uitbeelden. De eerste is de commandant. Op een ochtend moet ik by hem komen en verwacht het ergste. „You artist", zegt hy. „You make picture of me". En meteen gaat hy zitten, star voor zich uitstarend. Op de schrijftafel liggen papier, potloden en kleurkrijt. Je kunt eenvoudig geen „neen" zeggen en daarom tracht ik de trek ken van dat niets verradende, starre gezicht vast te leggen. Ook die ge niepige blik Als ik na een paar uur doodmoe opsta, ontspant zich pas het gelaat van de Jap. Zonder een spier van zijn lichaam te bewegen heeft hy uren zo gezeten. Het is onbegrijpelijk. Maar, als hy het portret ziet, met de Ie soort Huishoudjam Per pot ienjam 7 Per pot Abrikozenjam 7 7 Per pot Gemberjam -_q Van Chin. Stemgember pot 7 Oranjemarmelade Per potO/ Limonadesiroop or4 Grote lies 130-110- 07 Vruchtenlimonadesiroop nnr Grote flesZbü Fruiidrups />c 3 rollen Z!) Peerdrups c 1 50 gram JL S Ananasblokjes 100 gram JL W Vruchten koekjes div. soorten 100 gram 32- JL V We hebben de indruk, dat de men sen er veel te lang moeten wachten. Op de vyf willekeurige dagen dat we er waren, hebben we ons horloge eens bijgehouden en het gemiddelde bleek plm. 1 uur te zijn. En dat, wachten gebeurt in diezelfde kamer 29, die daardoor helemaal overbevolkt wordt. Zyn er méér dan drie tegelijk dan moeten die in de gang wachten. Stoblen worden dan van elders ge haald. Aan de eenvoudigste gemakken is hier niet gedacht We kunnen niet anders besluiten dan dat er naast een gebrek aan efficiency op het Landbouwhuis ook een groot gebrek aan prettige service heerst. Hoe méér men hier vraagt hoe onduidelijker hier alles wordt en hoe eenzamer men zich gaat voelen in deze zee van papier, tussen deze klappers en kaartenbakken waarvan men Diet weet wafer in moet, wat erin zit en waarvoor ze eigenlijk aan gelegd zyn. Wy vragen ons daarom in alle ernst af, wanneer men niet eens in staat is tot een fatsoenlijke ontvangst en een ordelijke administratie te komen, wat er dan wel moet worden van de zo vaak genoemde geestelijke, zedelijke en culturele belangen der emigranten. We geloven er goed aan te doen deze Limburge toestand voor het Lim burgse forum te brengen en er met de meeste klem by de verantwoor delijke personen op aan te dringen onze op gang komende emigratie in puisten, de gemene trek om zyn mond en in zijn ogen, kryg ik een watjekauw, waar ik van duizel. „Tomorrow better" (Morgén beter). En zo ontstaat de volgende dag een ülmschoonheid, met liefelijke wan getjes, rose-rood. De sterren strepen op zyn kraag blinken en mot welgevallige blik aanschouwt de lelijkerd zijn schoonheid. Een schou derklopje en een flink pak cigaretten zijn de directe beloning, maar als prijs vraag ik tekenpapier. Wat prompt de volgende dag komt. Achter ons kamp liggen 2 graven van Braam en Ooms. Beiden zijn 10 Mei terechtgesteld, op dezelfde dag als in ons kamp geschiedde. De ene is een Limburger, ongelofelijk sterk en moedig. Voor de Jap hem kon boeien had hy er 3 tegen de vlakte geslagen. Maar tenslotte doen kolf slagen hem bezwijken. Toen by 10 Mei weer in het kamp kwam, hing zyn kaak slap omlaag en ver toonde zyn naakte lichaam overal striemen en bulten. Beide werden tegen de prikkeldraad gebonden, maar de Limburger weiger- de een blinddoek. Ook hier dezelfde vertoning. Toen de eerste Jap op hem afstormde met de bajonet spuwde hy hem recht in het gelaat, om het volgende moment zieltogend neer te hangen. Zyn laatste daad was de grofste belediging en vernedering, welke men een Oosterling kan aan doen. Hun graf wordt door ons allen uiterst goed verzorgd en velen bidden 's avonds even een Onze Vader voor deze twee moedige jongens. Ook in het andere kamp Tjimahi werden op 10 Mei jongens terecht gesteld. Of er ook systeem in zat Daar waren het 7 Indonesische sol daten, Timorezen en Ambonuezen, die hun vrijheidsdrang met de dood moesten bekopen. Zaterdag werd in de Raadzaal van het Gemeentehuis in kleine kring de tentoonstelling geopend, die daar was ingericht door Ven ray Vooruit, van 't werk van de edelsmid CorSandifort en de kunstschilder Jackson. Na een kort woord van de heer Colsen, als Voorzitter van de Schoon heidscommissie van Venray Vooruit, hield de Limburgse letterkundige Paul Haimon een schitterende inleiding, over het werk van beide kunstenaars, fraai van sty 1 en prachtig van visie. Hieruit bleek, dat de schilder Jack son na zijn bekering in Geysferen is komen wonen, om hierin de rust van het Noord-Limburgse land, nieuwe kracht en inspiratie op te doen. Het gebodene op de tentoonstelling was te weinig om van zyn kunnen een volledig beeld te geven, maar uit de enkele stukkeD, die aanwezig zyn, blijkt vooral zyn kracht te liggen in het portret. het oog te houden omdat er de be langen van hen mee gemoeid zy 1 die een grote stap in hun leven, wellicht de grootste willen g&an zetten. Toch is dit kamp niet slecht, rela tief gesproken dan. De Jap Iaat ons nog veel vrijheid binnen de omhei ning. We mogen onze Godsdienst vryuit belijden en de Pateren Dominé, gezworen vrienden, kunnen veel doen om het geestelijk peil hoog te houden. Van de 5000 gevangenen zijn 1000 Indo's en de rest Nederlanders. Hier onder z(jn liefst 800 Limburgers, meest beroeps militairen. Ook ontmoet ik er een paar Venrayers en dat trekt vanzelf. Er is menig verbaal verteld ovor „ald Rooy". Onze bakker is Flip Sassen, een doodgoede man, die alles en alles weggeeft. Avond aan avond is het „verzamelen" in zyn hokje by de bakkery, voor alle jongens uit deze buurt. We leven in geheel ver schillend milieu, maar hier spreekt alleen hot Venrays bloed. Eon waas van geheimzinnigheid hangt ia het hokje als ieder de laatste „geruchten" vertelt. Want daar leven we zowat op. Elke dag brengt nieuwe fantas tische verhalen over het naderend einde van de strijd. Radio Sydney seint- ditBuiten riep een Indone siër datDe Jap vertelde zus en Radio Londen meldde zo. De geruchten stapelen zich op en de spanning wordt steeds heftiger. Gelukkig word ik door de veearts geregeld van de ware toestand op de hoogte gehouden. Die gaat dagelijks het kamp uit, om voor de Japanners vlee3 te keuren. Hy weet op do een of andere wyze achter de juiste toe stand te komen, via oen geheime radio. Anders zou ook ik in die maal stroom meegesleurd worden. Er zyn jongens, die de hele dag niets anders doen dan rondgaan, vragend naar nieuws en nieuws verspreidend. Het zyn in feite ziolige kerels, die ééns de terugslag zullen ondervinden. Maar nu léven ze in hun schyn-optimisme; ze gaan soms Naar aanleiding van Sandiforts werk merkte de inleider op, dathetindozo tyd van mechanisatie en kitsch, een verademing is het werk van deze edelsmid te kunnen bewonderen. Hierin herleeft weer het knappe vakmanschap der Middeleeuwen, hier uit spreekt weer een ziel. De glorie van het edele ambacht is weer in ere hersteld en schone dingen worden geschapen. Gaaf en nobel komen de sieraden uit de hand van de kunstenaar en het sieraad wordt weer opgeheven uit de onbenulligheid, die het door de mechanische vervaardiging heeft ge kregen. Het is geen confectie, geen massa-artikel zonder ziel en leven, maar hier fonkelt de edelsteen in zijn juiste vatting, hier spreekt het edele metaal in al zyn flonkeringen. Het publiek "kan hier weer leren zien en genieten van wat werkelyk schoon is en mooi. Scherp hekelde hy de kunst, waar van de mechaniek zich meester had gemaakt. Deze wordt dan slechts kundigheid en confectie. Nu in deze tijd is dan ook het ogenblik aange broken, dat men wat de kerkelijke zó ver, dat ze hun weinige bezittingen verdolen, omdatbinnen een week alles voor elkaar is. Anderen komen in totaal overspannen toestand in het hospitaal terecht, omdat op „hun voorspelde dag" niets gebeurde. En toch is het vreemd. Geregeld komen er over de prikkeldraad brieven binnen, waarin berichten staan, welke onder het volk buiten de ronde doen. Of onze vy'and in het verspreiden van deze geruchten de hand heeft De geruchten gaan van mond tot mond, 5000 maal. En ieder doet er iets bij of af, zodat een uur later een geheel ander gerucht rondwaart door het kamp. Als de spanning het hoogst is en de fantasten de vlag van do Geallieerden elk moment op ons kamp verwachten, marcheren do eerste 1000 beroepsmilitairon het kamp uit. Ze gaan zingend op stap. Velen laten hun spullen achter want het is afgelopen We schrijven 15 September 1042. Eon paar uur later komt do tolk, die meeging naar het station, weer terug en vertelt, tot grote ontnuch tering van alle fantasten, dat de jongens met slagen en stompon in beestenwagens gefrommeld werden, luiken en deuren dicht. De volgende dag gaan er weer 1000, zwijgend en terneergeslagen. De geruchten verstommen by de achterblijvers en weer eens is allo hoop op spoedige bsvryding de kop ingedrukt. Begin October gaan de laatste 1000 beroepssoldaten weg en intussen weten we reeds, weer uit geruchten, dat de vorige transporten ingescheept zyn Het restant van het kamp moet ook inpakken en verhuist naar een kamp vlakby. Een echt Indo-kamp en het bevalt er me niets. Veel corruptie en chaos. Ieder voor zich. ii het parool en 2 dagen later goef

Peel en Maas | 1952 | | pagina 5