TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Dagboek van een krijgsgevangene De Mijnen in het goud Het vergeten leger der gedupeerden Kunnen wij de werkloosheid bestrijden? D.E.-trewen Nijmegen Roermond ZATERDAG 10 MEI 1952 No'19 DRIE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Honderden sneuvelen jaarlijks aan liet ondergrondse front,... Een mijnwerker moet grote afstanden afleggen Een hal78 eeuw delven we nu al kolen onder leiding van vadertje staat. Geheel juist is dit eigenlyk niet,want reeds in de tijd van Napoleon bemoeide zich de overheid met de exploitatie van kolenmijnen. Na de franse tijd duurde deze be moeiing voort, totdat men in 1845 tot de conclusie kwam dat elke vorm van staatsexploitatie uit den boze moest worden geacht. Het mijnbeheer werd vanaf dat jaar overgelaten aan particulieren, doch na 1900 is de staat zich opnieuw gaan bezig houden met de kolenwinning en zo ontstond in 1002 het staatsmijnbedrijf, dat nu zijn gouden jubileum viert. Opmerkelijk is, dat de domaniale mijn, die tijdens de franse overheer sing door de staat werd overgenomen, niet meer door de overheid wordt geëxploiteerd. Met zes andere behoort zij thans tot de particuliere mijnen. Uit het bovenstaande blijkt reeds, dat in Nederland al veel langer dan een halve eeuw kolen worden gedol ven. Er zijn oude geschriften, waaruit blijkt, dat reeds in de elfde eeuw monniken zich bezig hielden met de kolenwinning. De kolenlagen bevon den zich tosn nog dicht aan de oppervlakte, zodat het zwarte goud heel wat gemakkelijker werd gewon nen dan thans. Later werden er tunnels en schachten gebouwd en men moet bewondering hebben voor de volharding en vindingrijkheid onzer voorouders, die kans zagen met gebrekkige hulpmiddelen een mijn bedrijf te bouwen. De moeilijkheden bij do mijnbouw zijn velen. Men kan zich de luxe van fouten maken nauwelijks permit teren, want er kunnen onmiddellijk mensenlevens mee gemoeid zyn. Het graven van een mijnschacht van zes bij zes meter is een werk van jaren. Voor elke meter diepte moet er honderd ton steen worden verplaatst. Daarna worden de wanden van een betonlaag voorzien, die vanzelfspre kend zwaar gelardeerd is met ijzer. Zo werkt men zich langzaam de grond in tot op een diepte van wel acht- tot negenhonderd meter. De arbeiders, die in de schacht werken, worden beschermd door een „dak" dat een Hink eind boven hun hoofden hangt. Zouden ze immers van grote hoogte iets op hun hoofd krijgen» dan kan dit onmiddellijk dodelijk zyn. Van de schacht uit worden tal van zijgangen - gegraven. In de loop der jaren is er zo onder de grond van Limburg een uitgebreid kanalenstel- sel ontstaan, waarvan een deel weer wordt opgevuld, voor zover er gevaren aan verbonden zyn. Het gevaar voor instorten is in de loop der jarenaanzienlijk miDder geworden. Men weet ook in de mijnen van beton een nuttig gebruik te maken. Echter, de nieuwe gangen, juist ontstaan door het hakken van de mijnwerker, zijn nog niet van beton voorzien. Daar stut de mijn werker zelf of wordt hy bijgestaan door ervaren „stutters". Elk gevaar van instorten is dan ook nog lang niet verdwenen. Daarnaast ondervinden de mijn werkers hinder van myngas, dat soms plotseling te voorschijn kan komen. De mijnwerkers worden hier voor door hun lamp gewaarschuwd. Zodra de vlam in de lamp gaat verkleuren is de plaats waar men werkt onveilig. Komt er een ontplof fing, dar. kan men de mijnlampen op de bedreigde plaatsen niet meer ge bruiken. Dan laat men kanaries komen in een kooitje, die verder als waarschuwers dienst doen. Het gevaar der ontploffingen is nog steeds het ergste dat de mijnwerkers by hun werk in de mynen bedreigt. Daarom spreekt men nog dikwijls van een kolenfront. Elk jaar moeten nog honderden in de wereld hun werk aan dit front met hun leven betalen. De verbruikers van kolen vergeten dit maar al te dikwijls. Grote afstanden Wy misBen in Nederland nog zoiets als de metro in Parijs, althans voor passagiers. Voor het kolenvervoer heeft men in Zuid-Limburg een com pleet ondergronds spoorwegstelsel Lange treinen, getrokken door een perslocomotief, trekken duizenden karren van en naar het kolenfiont De drukte is zo groot, dat het ver keer door middel van de telefoon moet worden geregeld. Een lift zorgt tenslotte voor de afvoer van de kolen. Die mijnliften zyn juweeltjes van technisch kunnen. Verdeeld in vier verdiepingen kunnen zij wel vijftig man met een snelheid van vijftig km per uur vervoeren. Men moet wel een beetje haast maken, want het duurt toch minstens nog drie kwartier voordat de mijnwerker de plaats van zijn werk heeft bereikt Nu komen de kolen vanzelfsprekend in veel verschillende maten uit de myn. Bovendien zyn ze nog met stenen gemengd en dus moeten ze worden gesorteerd. Dit geschiedt door middel van schudzeven, die de kleinere stukken door Iaat en de grotere op een leesband brengt, waar de stukken steen er worden uitgezocht. De fijnere kool wordt dan nog in een groot basin met water geworpen, waar door een golvende beweging de kolen blijven drijven, terwijl de stenen op de bodem zinken. Zelfs het fy'ne gruis wordt nog gezuiverd en daarna verwerkt tot eierkolen en briketten. Het verhaal van de kolen houdt hiermee niet op. Zy" dienen voor huis brand en industrie. Zij leveren ons daarnaast gas, stikstof, aethyleen, alcohol, ammoniak, benzol en ver schillende soorten olie. Dank zy de resultaten der chemie wordt het aan tal producten uit steenkool verkregen, steeds groter. Daarmee wordt ons mynbedryf evenredig belangrijker voor ons land. De geweldige feesten, die in Limburg worden gevierd ter gelegenheid van het jubileum der staatsmijnen, zyn dan ook ten volle gerechtvaardigd. Wy bezitten in het mijnbedrijf een onmisbare bron voor onze welvaart. Wy weten hoezeer onze mijnwerkers zwoegen om hun aandeel te leveren tot het behouden van die welvaart. Zij geven hun beste krachten en daarby meer dan eens hun leven, Daarom willen wy hen by dit jubileum in de eerste rlaats danken en bovenal een stille groet brengen aan hen die vielen aan het kolenfront. Voor hen geldt ten volle: zy stier ven in het harnas dat zy met ere droegen tot meerdere glorie van een klein land, dat in deze dagen zijn dappere mijnwerkers zal weten te VII het eerste kamp |j« In Soekaboemi staan 6 flinke grote barakken achter de Landbouwschool en daarin hebben sedert 10 Mei 1940 de Duitsers en NSB'ers „knijp" gezeten. De Jappen zyn voor hen bevrijders geworden en als we de poort binnen rijden van ons eerste kamp, staan er verscheidene duitsers en onvaderland se vaderlanders ons uit te jouwen. Ze voelen zich weer 0 zo stoer van daag. Onze eerste indruk is gewoonweg enorm: we mogen het gehele complex tuinen, 25 Ha gebruiken. Er is geen andere afscheiding dan de prikkel draad rond de tuinen. Contact met de buitenwereld is dan ook spoedig gemaakt en de „zwarte post" werkt perfect. Het lykt allemaal zo onwezenlijk: 1500 gezonde kerels zitten hier werkeloos te wachten op het einde van de oorlog en dat komt, volgens geruchten, binnen 6 maanden of nog eerder zelfs. Eten hebben we volop. Er worden lezingen gehouden, cursussen in alle mogelijke vakken, wetenschappelijke discussies onder leiding van profes soren. Pater Kuypers leest de H. Mis en bidt elke avond het rozenhoedje Ons „kerkje" puilt ochtend aan ochtend uit van de mannen. We leggen tuinen aan, graven een zwembad en houden wedstrijden, als veldloop, voetballen, boksen en andere takken van sport. En honderden malen is het die eerste weken herhaald: „Is dat nou krijgsgevangenschap Het lykt meer vacantie in dit heerlijke oord op de helling van de Qedeh. De jap slaat wel eens, maar lachen de slachtoffers uit, zoals die lange van twee meter: Een jap wil hem een muilpeer verkopen, doch hoe hoog hy ook slaat, de oren van de lange zyn nog hoger. Het woedende japje gelast hem il de sloot gaan te staan en, zo terug gebracht tot normale proporties, kan onze kortpotige bewaker de afstraffing toedienen. De administratie van de jappen is slecht en daarom zien een veertigtal jongens kans om er van door te gaan zonder dat er een haan naar kraait. De huidskleur bepaalt in deze geval len of de ontvluchting succes zal hebben. Maar deze betrekkelijke vrijheid is slechts schijn. De jap is beter psycholoog dan wy veronderstellen. Al zyn de bewakers gewone soldaten, onontwikkelde en primitieve kereltjes, de kopstukken hebben de algemene richtlijnen goed bepaald. Er blijkt spoedig, dat er nog wel systeem zit in de behandeling der krijgsgevangenen. Op een onzalige dag worden alle burgers van Soekaboemi opgepikt. Ze waren tot nu toe vry gebleven en moesten zich met'hun „vryheidspas" elke dag melden. Eerst komen er een honderdtal, meest oudere Indo's, die hun pensioentijd doorbrengen in dit mooie stadje. De jap stelt ze op in rijen van tien met drie meter tussenruimte. Voor de groep wat jappen, onder aanvoering van onze kampcommandant, een heel onverstoorbaar kalme kerel. Ineens een schreeuw en deze zo gereserveerde man ondergaat een totale metamorphose. Als een vurige sadistische duivel stormt hy op een By het groot aantal arbeiders, dat ieder volk, ook het Nederlandse, op zyn totaal aantal inwoners heeft, spelen de vakorganisaties een grote rol, zy vormen een sterke macht, niet alleen door het getal, maar ook door hun hechte organisatie en de tech nische mogelijkheden om hun wensen te demonstreren. Zy kunnen met name de machinerie der nationale productie naar believen voor kortere of lange tyd door middel van stakingen lam- leggen. Wat 50 jaren geleden door de onder nemers, verenigd in trusts, kartels en concerns, aan sociale onrechtvaardig heid werd gepleegd, en nu nog hiel en daar kan worden bedreven, kan thans ook door de arbeiders-organisa ties worden gedaan. Zij gebruiken in feite te recht of ten onrechte, dat valt niet altijd gemakkelijk te be oordelen, maar meestal nog terecht hun macht, in het buitenland met groter felheid dan hier. Tegenover deze bijna gigantisch ge worden macht der georganiseerde arbeidersmassa staat de veel schralere, byna povere macht der middenklasse; niet alleen wat haar getal betreft is zy zwakker, ook wat haar organisatie en haar uitbundigheid betreft. Zij is van nature minder geneigd tot matiging en compromis. Het is die groep in het maatschappelijke leven, welke de druk der omstandig heden wel heel bijzonder ondervindt. Beperken wy ons tot Nederland. Om eerlijk te zynde regering van ons land loopt niet zo hard om de sociale onrechtvaardigheden, tegen over de middengroepen bedreven, uit de weg te ruimen, noch voor de handeldrijvende middenstand, noch voor het leger d9r kleine ondernemers, noch voor de léerkrachten en be ambten. Met de beste wil van de wereld ontkomt men niet aan de indruk, dat een regering met een zo sterk socialis tisch element als de onzeDrees (algemeen), Joekes (sociaal), In't Veld (Volkshuisvesting), Mansholt (Land bouw) en Lieftink (Financiën), alty'd maar weer geneigd is eerst socialis tische visie op de maatschappij, de arbeidersbelangen, naar voren te schuiven. Onze Katholieke politici kunnen met alle bekwaamheden, die zij aan de dag leggen, niet immer tegen deze stroom oproeien. Niemand minder dan de fractie leider der K.V.P., een man, die dit kabinet toch zelf heeft geformeerd, moest de banvloek over dit punt van het regeringsbeleid uitspreken, toen hy op 23 November van het vorig jaar in de Tweede Kamer verklaarde: Ook hebben wy in de stukken ge sproken over de middengroepen met vaste inkomens, wy hebben er op ge wezen, hoe deze middengroepen in het algemeen in de afgelopen periode eigenlyk tekort gekomen zyn. Het lykt my bepaald een debetpost op de balans van de regering. Ik vraag dus de regering zeer bepaaldelijk en zeer uitdrukkelijk, te dezer zake een afzonderlijk advies van de Sociaal Economische Raad te vragen, met name over de vraag, hoe in het by zonder voor de grote gezinnen van de middengroepen met vaste inkomens het nodige soulaas kan worden ver kregen, waarby i* denk aan een op vijzeling van het plafond, dat op het ogenblik, ten onrechte, by de kinder bijslag aanwezig is. Bravo Prof. Romme, dat was juist gesproken, maar het was nog* niet een tiende deel van wat er leeft in de werkelijkheid. Wat denkt de rege ring van de grens der sociale ver zekeringen De politiek der regering doet niets anders dan systematisch de gelijk blijvende inkomens der midden groepen verzwaren met de stijging der pry'zen, terwijl zy andere ontlast. En wat in het bijzonder voor de midden standers, die handel drijven of kleine bedrijven exploiteren? Voor hen geen kinderbijslag, geen verzekering by tegenslagen, by invali diteit en ouderdom. Wel verzwaring van de belastingen, omzetbelasting, winstbelasting, ingewikkelde admini straties van loonbelasting en sociale voorzieningen, belemmeringen in ves tiging, onmogelijkheid tot uitbreiding. Iedere gezonde groei van een bedrijf gaat gepaard met zulke belastingver zwaring, dat de burger de moed in de schoenen zinkt om nog verder initia tief te ontwikkelen. Altijd maar weer geldt de klacht, dat de regering by haar maatregelen, hetzij deze voordelen brengen, hetzij deze lasten opleggen, onvoldoende aandacht besteedt aan de midden klassen. In de afgelopen regeringsjaren heb ben wy gezien, dat de K.V.P.-fractie onder druk der groeiende critiek heeft gepoogd het in de Kamer op te nemen voor de middenscanders. „Wy zyn van mening", zeide Dr. Lucas by het belastingdebat in de Kamer, „dat de vervlakking en nivel lering thans zover zyn gegaan, dat onrechtvaardigheid zou geschieden, indien nu niet zou worden opgekomen voor bescherming der middengroepen". Het wordt hoog tyd, dat er niet alleen voor wordt opgekomen, maar dat er ook eens iets bereikt wordt, voegen wy er aan toe. Want deze regering heeft al te zeer gefaald. Echter, niet in het opleggen van lasten, niet in het uitdelen van voor delen en lasten over allen, die bur gers zyn. Te veel zyn diegenen ver geten, die niet zo gauw met staking dreigen. werkloosheidsbestrijding hanteert men een der belangrijkste middelen tot handhaving van de wereldvrede. Welke wapenen hebben wij tegen de werkloosheid Werkgelegenheid nu beter in de hand Niemand zal ontkennen dat een aantal van 16O 000 werklozen zijnde vier procent of meer van de beroepsbevolking, veront rustend is. Al is het niet waarschijnlijk dat zich de bestaande werkloosheid zal gaan ontwikkelen tot een massaal verschijn sel, het is toch zeer nuttig om nu reeds de wapenen te smeden, waarmee deze draak oventueel zal kunnen worden bestreden. Het merkwaardige is, dat men meestal wel tijdig de strijd middelen gereed heeft om een oorlog doeltreffend te kunnen voeren, terwijl er aan de middelen ter bevordering van de vrede dikwijls nog wel een en ander ontbreekt. En juist door der slachtoffers aan en met allerlei jijutsugrepen wordt het weerloze oudje de lucht in geslingerd, gesmakt getrapt en letterlijk gekraakt. Als het beest doodmoe zyn slacht offer voor dood op de keien ziet liggen, mogen zyn manschappen hun opgekropte haat botvieren. Het is alsof alle lagere instincten loskomen. Een voor een worden de onschuldigen onder handen genomen en na een kwartier is deze rustige groep burgers één hoop kermende, bloedende lichamen, met ontwrichte ledematen, gebroken sleutelbeenderen, vol builen, bloed en vuil. Intussen staan er mitrailleurs in onze richting opgesteld Wy walgen, doch moeten deze marteling machte loos aanzien. In een aparte schuur moeten deze ongelukkigen nog dagen lang zonder medische verzorging geïsoleerd blijven. Twee dagen later: een groep van 120 planters wordt binnen gedreven en zy ondergaan een zo mogelijk nog gemenere behandeling. Als er tenslotte geen van hen meer kan staan, zyn de sadisten bevredigd en ook deze mannen worden nog een week afgezonderd. Eenmaal per dag een schepje droge ryst en verder geen verzorging. Ze zitten opgepropt en kermen by de minste aanraking. Geen WC's of urinoirs, geen wasgelegenheid. Na een week de vervuiling en stank zyn niet te beschrijven. Dan pas kan begonnen worden met het spalken van gebroken benen en het behandelen van etterende wonden. Onze 23 Ha terrein worden geredu ceerd tot nul; één meter van de barakken af wordt een driedubbele prikkeldraad gespannen, met wacht torens op alle hoeken. Jappen patrouilleren dag en nacht tussen de draadversperringen, op de wachttorens steken mitrailleurs drei gend hun lopen in onze richting. Het leren excerceren op japanse commando's wordt een drama. Wy moeten de jongens leren allerhande japanse bewegingen te maken en we krijgen daartoe speciale lessen en lijsten met commando's. „Kiotseké" -is „geef acht" enz. Na drie dagen trainen komt de japanse commandant persoonlijk een inspectie houden. We staan netjes in het gelid, de jap voor ons. Plots een onverstaanbaar gebrul, zo iets als „Sret". Wy kyken mekaar eens aan, al weer een nieuw commando Een eind bamboe en wat trappen tegen de schenen spreken een dui delijker taal en zo begrypen we dat sret ook geeft acht betekent. We staan dus „sret" en dan weer een yel, precies hetzelfde. Weer vra gende blikken, weer slaan en met een „Tomorrow again" verdwijnt de jap. Dat spelletje duurt zo dagen lang. Zo nadert 10 Mei. Ons lieve vader land zucht nu twee jaar onder de duitse knoet, slachtoffer van een even verraderlijke vijand als wy. Ik zit op myn 60 cm breed bed van harde planken te schrijven en laat myn gedachten nog eens deze zwarte dag beleven. Om 11 uur nadert een hele stoet ons kaïrp. Voorop jappen met bajonet op geweer, dan de commandant te paard en daar achter twee van onze jongens, knapen van 19 en 20 jaar. Zy zyn enige dagen geleden er van door gegaan en nu gepakt aan de Zuidkust, waar ze wachtten op een schip naar Australië. Ze zyn zwaar geboeid. Als laatsten in de stoet twee jappen met een dodenkruis en daarachter twee lijk kisten. Als wy allen, op bevel, moeten aantreden voor het kamp, in carré- vorm, vrezen we het ergste. Het vonnis wordt voorgelezen in het japans en maleis. Beiden zullen doorboord worden als schrikbarend Voorheen overheerste by velen, ook in Nederland de mening, dat de werkloosheidsziekte moest uitwoeden zonder dat er iets kon worden gedaan. Hieruit is ook de gedachte van het stempelen voortgesproten, welke ge dachte als een vloek voor ons en ieder volk moet worden gekenschetst. Door een algemene loon- en prijs verlaging pompt men gedurende een depressie het economische leven geen nieuw leven in. Daarvoor moet men actief optreden. Er is in een depres- sietydperk onder meer een gebrek aan koopkracht. Er moet dus meer koopkracht aan de verbruikers worden toegeschoven. Hiertoe kunnen de belastingen worden verlaagd. Blijven de uitgaven van de overheid op een gelijk peil, terwijl de inkomsten dalen, dan schept men tekorten, die door lenin gen by de nationale bank kunnen worden gedekt. Het gevolg van een en ander is een vergroting van de hoeveelheid geld in omloop, waardoor een prijsdaling wordt voorkomen en zelfs prysstygende beweging in het leven kan worden geroepen. Dit is de zgn. inflatoire werking, die zeer gevaarlijk is, omdat de munt erdoor wordt aangetast, zodat zy met de grootste omzichtigheid zal moeten worden toegepast. Ook kan van overheidswege na verloop van voorbereidende maat regelen de werkgelegenheid worden vergroot. Wij doelen hier op de uit breiding van het aantal openbare werken. De inpoldering kan worden verhaast of uitgebreid. Er kunnen nieuwe wegen worden aangelegd of de oude kunnen worden verbreed. Men kan een geweldig plan uitwerken tot uitbreiding van de electriciteits- bedryven. De woningbouw kan wor den bevorderd. Al die maatregelen komen er op neer, dat er werk komt voor handen, die daar om vragen. Algemene opleving Met de genoemde maatregelen be reikt men meer dan een directe werkverschaffing aan degenen, die op een bepaald moment zonder werk zyn. Het gehele economische leven wordt er door opgefrist. Er zyn belangrijke psychologische gevolgen, doordat de massa het ver trouwen in de toekomst weer herwint en daardoor de consumptie een meer normaal beeld gaat vertonen. De opnieuw ingeschakelde arbeiders genieten weer inkomen en door dit alles komt de industrie van consump tieartikelen weer op gang. Deze ver schaft weer werk aan bouwmaat schappijen, machine-industrieën en scheepsbouwers, zodat het gehele economische leven weer op een hoger niveau wordt gebracht. Deze politiek heeft zyn concse- kwenties voor een tyd van hoogcon junctuur. De opdrachten voor openbare werken moeten dan worden vermin derd, omdat zy immers de prijsver hogingen slechts in de hand werken. Bovendien is de prjjs van alles dan op zyn hoogst. Er is dus voor elke overheid alles voor te zeggen om in tyden van depressie de opdrachten voor haar rekening uit te breiden, terwyl deze in tijden van welvaart moeten worden beperkt. Er zijn nog andere factoren, die ertoe geleid hebben, dat men de werkgelegenheid beter in de hand heeft dan voorheen. Wy bedoelen hier speciaal de maatregelen, die leiden tot prysstabilisatie. Dit geldt in de eerste plaats de prijs van de arbeid, het loon. Het instituut der collectieve con tracten is, speciaal in Nederland, zeer belangrijk geworden. In tijden van depressie wordt hierdoor een prijs verlaging vertraagd. In hausse-dagen wordt er een prijsverhoging door afgeremd. Het allerwege toenemende overheidstoezicht op dit terrein in ons land door de rijksbemiddelaars zal zeker bevorderlijk werken om de koopkracht van de bevolking op een redelijk peil te stabiliseren. Rondetafelconferenties Die stabilisatie werkt echter ook door op ander terrein. Men heeft zich na de jongste oorlog erop toegelegd om prijsafspraken te maken op inter nationaal niveau. Landen, die bepaalde belangrijke goederen uitvoeren, gaan daartoe samen met de landen, die deze producten in hoofdzaak invoeren, om de ronde tafel zitten, teneinde het eens te worden aangaande de te bepalen prijzen. Naarmate deze politiek meer wordt toegepast, zal een plotselinge daling of stijging van goederenpryzen minder voorkomen, zodat de economische bedrijvigheid meer gelijkmatig zal verlopen. Het is voornamelijk de werkgelegenheid, die daarvan ryke vruchten zal pluksen. Het nauwer contact dat sinds de oorlog tussen vele landen is ge schapen, kan de belangrijkste bijdrage vormen tot de vergelykmatiging van de werkgelegenheid in grote delen van de wereld. Europa en Amerika hebben in de dertiger jaren in dezelfde mate onder de gesel van de werkloosheid geleden. In beide werelddelen heerst dezelfde gedachtede werkloosheid moet steeds worden bestreden totdat men in staat is haar naar de hand te zetten. Het steeds toenemende begrip voor de ernstige zedelijke en politieke gevolgen van deze maatschappelyke ziekte moge een waarborg voor ons zijn, dat wy inderdaad flink op weg zyn om een langdurige en ernstige werkloosheid, zoals die in het verle den heeft bestaan, voorgoed naar het rijk der onmogelijkheden toverbannen. Tussen Nijmegen en Roermond zul len de stoomtreinen „in vaste dienst" geheel verdwijnen. Er komt een twee uren dienst met Diesels tussen Yenlo en Nijmegen en een uurdienst tussen Roermond en Venlo. Met deze uur- dienst zal worden gestopt te Tegelen, Reuver en S wal men. Te Roermond bestaat drie maal per dag een goede aansluiting op de Amsterdamse exprestreinen naar en van Maastricht en Heerlen De N.S.- busdienst Venlo Roermond verdwijnt. De tweeuurstreinen Roermond Nij megen zullen een enkele maal door- voorbeeld voor ons. De pater en dominee trachten nog te interveniëren maar bereiken niets anders als dat een van hun zal onthoofd worden in plaats van doorstoken. Dan worden twee palen in de grond geplaatst en de oudste, die ik nog als muloleerling heb gekend, wordt een meter boven de grond aan handen en voeten aan de palen gebonden. Hy lykt net een kikker, zoals hij daar hangt. De andere knielt neer en met één slag klieft het samurai zwaard de hals van deze knaap, wien het leven achter prikkeldraad te machtig werd. Ik heb er al velen zien vallen in de strijd of bij bombardementen, maar dit maakt je misselijk. De kist wordt naast het slachtoffer geplaatst en alles is voorbij. Een krans er op en weer is een jong leven geëindigd. Dit alles geschiedt vlak voor zijn vriend, daar aan de palen. Drie jappen stellen zich nu voor hem op, de bajonet vooruit gestoken. Een erbarmelijk gebrul: „Banzai Dai Nippon" (leve groot japan) en een jap stormt vooruit. De bajonet steekt dwars door 't rillende lichaam. Hij trekt terug. Weer een schreeuw en nog eens doorboort het staal de borst. Dan de derde. Yol ontzetting wenden wy het gezicht af, knijpen de ogen toe en bidden. Een tweede kist wordt gevuld; de krans er op en even onverstoorbaar als ze kwamen, trekken de jappen weg met hun „buit". Hun gezichten verraden niets van hun sadisme. Japan heeft zyn reputatie gevestigd de schrik zit er in. Wy kennen nu de kracht van Nippon, van deze super mensen, die hun „beschaving" zullen brengen aan Azië! Vluchten doet niemand meer. Angst heerst ook onder de Indo nesiërs, by de spaarzame contacten horen we, hoe de jap daaronder huis houdt. lopen naar en van Zwolle. Aan deze tweeuursdienst worden nog 3 treinen in beide richtingen, eveneens D. E. toegevoegdde zo dringend gewenste trein van 7.46 uur uit Nymegen naar Roermond met aansluiting op de expres-trein naar Zuid-Limburg behoort tot dit drietal, alsmede een trein van 17.46 uit Nymegen, eveneens te Roermond, aansluitend op de exprestrein naar het Zuiden. De thans alleen op Zon- en Feest dagen rijdende late trein (wordt Nij megen v. 22.46) zal dagelijks gaan ryden tot Venlo en op Zon-en Feest dagen als thans doorgaan naar Roermond met aansluiting naar het Zuiden. In omgekeerde richting zyn even eens nieuwe treinen ingelegd Roer mond v. 7.32 en 17.32, terwyl de laatste trein v. 22 36 naar Venlo nu dagelijks zal doorgaan naar Nymegen a. 24.00 uur. Op Zaterdagmiddag worden 3 D. E. treinen in beide rich tingen toegevoegd. Te Sittard zal by de tweeuursdienst met sneltreinen Holland-Maastricht' Heerlen het treindeel voor Heerlen tydelyk het eerst vertrekken en, omgekeerd van Heerlen het laatst binnenkomen. Als ik eens moet werken buiten 't kamp, by een groot hotel, spreek ik met een Javaan, die me vertelt, hoe by de inval een compagnie stoot troepen daar een week gelogeerd heeft. De eerste avond werd de kam pong afgezet en alle volwassen vrou wen, joDg en oud, werden meegeno men naar het hotel. Het waren er 40 voor 200 woes telingen, die zonder enige zelfbeheer sing, alleen met dierlijke driften handelen. „Nu is geen enkele vrouw in de verre omtrek meer te bekennen", zegt de oude baas. „Ze zijn erger dan beesten, meneer, veel erger." Dag in, dag uit moeten we nu gaan excerceren onder een jap. De slagen vallen zonder ophouden, onze koppen worden kaal geschoren. De hel van de krijgsgevangenschap drukt nu in alle zwaarte op 't kamp en op ieder persoonlijk. Wie geestelijk niet sterk en elas tisch genoeg is, verdraagt deze onder drukking en vernedering niet. Andere maakt het heimwee naar vrouw on kinderen kapot en al spoedig begraven we onze eerste doden. Over het wonderschone Indië is de nacht gevallen: afgesloten van de buitenwereld, geknoet en leeggeroofd zucht het volk. Ljjdt in stilte en met een gelatenheid, zoals alleen een Oosterling dat kan. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1952 | | pagina 5