tweede blad van peel en maas
Dagboek van een krijgsgevangene
De Politierechter
vonnist
Enkele gedachten bij de
Boerenkermis Veulen
1952
Uit de geschiedenis
van Venray en omgeving
Uit „Peel en Maas'
Vader Overste van St. Servaas
gedecoreerd
ZATERDAG 26 APRIL 1952 '*No- 17
DRIE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
In de afgelopen weken hebben
verschillende mensen weer bezoek ge
had van de organisatoren van de
Boerenkermis op het Veulen. En ik
kan my zo voorstellen, dat zulk een
bezoek, waarbij gevraagd weid om-
steun en hulp, niet altijd erg welkom
is geweest. Iedere dag is het dan ook
wat andors, waarvoor wordt aange
klopt en iedere dag opnieuw wordt
gevraagd.
En bovendien zullen er verschillende
geweest zijn, in Venray, die zich
afvragen, waarom juist de boeren van
het Veulen om steun komen vragen,
want er is toch niemand, die het zo
goed gaat als de boeren.
Al deze reacties zijn zeker verklaar
baar, maar we moeten niet vergeten
dat we in een andere tijd leven ais
vroeger, en dat we heden nog meer
dan vroeger op elkanders steun zijn
aangewezen. Vroeger hoefden we niet
veel te geven, maar deze tijd kent
heel wat grotere noden en daarom
moot de liefdadigheid ook heel wat
groter zijn.
Allemaal goed en wel, hoor ik al
menig lezer zeggen, maar die kerk
op het Veulen, daar hoeven wij, die
niet op het Veulen zitten, toch ni6t
voor op te komen. Wij hebben aan
onze eigen kerk al genoeg en boven
dien de mensen van het Veulen
hebben er toch zelf om gevraagd.
Laten zij, die dit zeggen, dan niet
vergeten, dat een nieuwe kerk nog
heel wat anders is als een verwoeste
kerk op bouwen. l)at kan een kleine
parochie als het Veulen onmogelijk
zelf opbrengen.
Er is veel steun gegeven o.a. van
Gemeentewege, maar de kosten zyn
zo groot, dat alles nog uitermate
zwaar blijft. En daarom moeten wij
elkaar helpen. Moeten mensen van
buiten het Veulen de helpende hand
bieden.
„Ik kan accoord gaan met Uw
redenatie" hoor ik sommigen al zeg
gen, maar in andere gevallen helpen
de boeren ons ook niet, hoevelen
doen hun inkopen b.v. niet in de stad
Als dit zo is, dan zijn die mensen
inderdaad fout. Een middenstander
is aangewezen op de boer, een boer
op de middenstander. En al kan het
waar zijn, dat een of ander artikel
in de stadï'goedkoper is, het reizen
en trekken, alsmede het werkverlies
kost heel wat meer.
Het eigen dorp kan meer service
geven, om dit grote woord eens te
gebruiken, als welke .andere plaats
ook, om dat de handel hier zeker een
kwestie van vertrouwen gaat worden,
omdat gij hier een veel groter con
tact hebt met de verkoper als ergens
anders, omdat hier de klant 100 pet.
koning is.
Voor de boeren geldt inderdaad
koopt in de vreemde niet, wat eigen
land biedt. Teveel boeren willen
handelen, zoals ze dat thuis met hun
vee gewend zijn, wat loven en wat
bieden en uiteindelijk, na veel vijven
en zessen, kopen of verkopen. Zij
moeten echter begrijpen dat dit in de
detailhandel tegenwoordig niet kan.
Meestal zijn het vastgestelde prijzen
of vastgestelde winstmarges en daar
moet de winkelier zich aan houden.
Inderdaad wordt tegen bovenstaande
punten nog veel gezondigd, doch ook
de zakenmensen moeten begrijpen,
dat veel van deze fouten gemaakt
worden, door, we zouden haast zeg
gen, erfelijke belasting. En als U dat
begrijpt dan is er veel te vergeven.
In vroeger tijden ruilden de boeren
hun producten tegen textiel e.d. en
was het dus inderdaad een kwestie
van loven en bieden. De boer ontving
weinig contanten, terwijl hy zyn winst
pas ziet op het einde van een lange
termijn. Het was dus zaak voor hem
zyn uitgaven zo laag mogelijk te
houden en deze instelling is nog
heden merkbaar bij vele boeren. Als
de middenstander dit bedenkt, is het
gemakkelijker de boer te begrijpen.
Dan zyn er ook vele landbouwers,
die een verkeerd denkbeeld hebben
over de middenstanders. Zo gauw
wordt gezegdo, die heeft het niet
meer nodig, want je moet maar eens
kyken wat voor een kasteel hy daar
heeft neergezet. Zy vergeten dan ech
ter, dat ook de middenstand, nog
meer dan de boer, zich moet aanpas
sen aan do moderne tyd en dat dit
geld kost, veel geld.
Samenwerking
We moeten elkander du3 helpen.
Heel de maatschappij is opgebouwd
uit Gemeenschappen daarvan is onze
gemeente er ook een. Al de leden
van een dergelijke gemeenschap
moeten elkaar helpen, de boeren de
middenstanders en ook omgekeerd.
Dan heeft men ook wat voor elkan
der over, dan valt men er niet over,
dat in de kom de beste wegen liggen
en op de kerkdorpen dikwijls zo'n
miserabele zandwegen. Dan begrijpt
men dat de Kom daar meer belang
by heeft, omdat dit tenslotte weer
aan de gehele gemeenschap te goede
komt.
Als er in een dergelyke gemeen
schap tegenstellingen ontstaan, dan
breekt men elkaar af, tot schade en
schande van alle partijen.
Dit alles overdachten wij, toen wij
U wilden uitnodigen voor de Boeren
kermis op het Veulen.
Gelukkig heeft onze Boerenkermis
wel altyd in het teken gestaan van
een goede samenwerking. Niet alleen
het Veulen heeft hieraan medegewerkt
maai ook vele anderen hebben hun
steentje bijgedragen voor onze kerk,
Het is gelukkig zelfs zo gegaan dat
we al de belangstellenden voor onze
kermis niet hebben kunnen bergen en
daarom hebben we er een dag by
gedaan.
Hedenavond wordt de boerenkermis
geopend, en dan verder Zondag en
Maandag. Wanneer nu de mensen,
die persoonlijk ondervonden hebben
dat zij Zondag byna niet terecht
konden zich eens voornamen om
Maandag te komen dan geloven wy
dat een verdeling bereikt wordt die
best zal voldoen, waardoor het niet
te druk wordt.
Beste lezers, mogen wij tot slot
van dit artikel U nog hartelijk wel
kom heten op onze Boerenkermis.
Uw beui-s zal wel lichter worden,
dat weet U, maar het is voor een
edel doel. Vergeet niet het is er
gezellig, dit heeft U het verleden van
onze Boerenkermis getoond en daar
voor staat U ook nu de activiteit
van ons Comité borg. Dit Comité is
tijd noch moeite teveel geweest.
Weken achtereen hebben zy vergaderd
soms tot diep in de nacht.
Het heeft prachtige plannen. Het
heeft de ruimte groter weten te
maken door het maken van 2 balcons,
waar U gezellig en rustig kunt zitten
en de hele zaak met zyn -attracties
goed kunt overzien. Daarom tot besluit
AAN ALLE BEZOEKERS EEN HAR
TELIJK WELKOM, U kunt verzekerd
zyn van vele en mooie prijzen en van
veel gezelligheid en last not least
wat U hier aan de armen (kerk) hebt
gegeven is aan Gode geleend. WIJ
VERWACHTEN U ALLEN EN NOG
MAALS VAN HARTE WELKOM.
Namens het Comité
DE RECTOR
Anna Maria Janssen werd geboren
11 September 1864, trad in het huwe
lijk met Hendrik Bernard van den
Bosch en overleed 11 Januari 1937.
Gerard Janssen werd geboren op
12 December 1895 te Bergen, trad in
het huwelijk met Anna Gertruda
Poels en overleed 0 Maart 1949 te
Venray.
Gerard us Hubertus Janssen werd
geboren op 20 Februari 1849 te O ver-
loon, trad in het huwelijk met
Johanna Bartholina Willemsen en
overleed 10 November 1933 te Venray.
Leonardus Janssen was geboren
22 Juni 1851 te Venray, hy huwde
met Anna Maria Josephina Poels en
na haar dood met Agnos Arts Hy
overleed 14 Maart 1933 te Oirlo.
Petrus Joannes Janssen werd op
11 April 1854 op de IJsheuvel te
Ottersum geboren als zoon van Peter
Joannes Janssen en Gertrudis van
Well. Hy werd 6 April 1878 te Roer
mond priester gewijd en was van
1887 tot 1900 rector te Leunen. Daarna
werd hij pastoor te Broekhuizenvorst.
Johanna Huberta Jenniskens werd
geboren 13 Januari 1867 te Oostrum
en overleed 28 October 1928.
Martinus Jenneskens werd geboren
1 April 1837, trad in het huwelijk
met Anna Gertrudis Jenneskens en
overleed 7 Juli 1864.
Petronella Jenneskens werd geboren
te Venray 9 Maart 1784. Zy huwde
met Henricus Camps. Zy overleed 18
December 1864.
Als ik thuis kom, bij een over
gelukkig gezin, heeft de aanval op
Java juist plaats. En midden in de
nacht rinkelt de telefoon me wakker.
We gaan direct weer uitrukken: om
4 uur vertrekklaar aantreden
Waarheen, kapitein
Ergens naar het Westen, je snapt
me wel".
Inderdaad snap ik hemmorgen
zullen we tegenover de Jap staan.
En weer, en nu voel ik, dat het wel
licht voorgoed zal zijn, neem ik af
scheid.
Het is feitelijk geen afscheid, het
is een losscheuren; het is te pijnlijk
om er over te praten. Ik mis de moed
om de kinderen wakker temaken- ik
vlucht het huis uit bijna, uit angst
voor de schrijnende pyn in de ziel
Een enkele haastige, té haastige
omhelzing van je vrouw en weg.
Zingend en brullend snorren wy
door slapend Batavia, nu naar Bantam.
25 kilometer van Batavia meldt de
kapitein ons bij de nieuwe bataljons
commandant. Hier horen we, dat onze
compagnie nu ingedeeld is by het
10de Bataljon, Javanen en Ambon-
nezen. We zyn nu dus „beroepsleger"
geworden.
En tevens vertelt hy ons, dat we
pas over 3 dagen verwacht worden
en dus geen eten krygen. De baas
betaalt 150 porties nasi goreng en we
smullen.
Het worden ook geen 3 dagen zon
der eten, want nauwelijks hebben we
die flag onze nieuwe stelling verkend
en ae wapens opgesteld, of in de
eerste nacht breekt de hel los. Eerst
enkele schoten, kogels fluiten over
ons hoofd.
Als door een wonder vallen alle
peinzeryen van je af; je tuurt over
de rand van je loopgraaf en staart
en wacht. Ik wacht op orders, maar
niemand verschijnt. De jongens liggen
op de grond van de loopgraaf. Rust
maar, straks is er werk voor jullie;
nu is het mijn beurt.
Leunend tegen de wal van de loop
graaf houd ik wacht, gespannen luis
terend naar het gefluit.
Opeens een snerpend geluid vlakby
mijn oor, het 'zand spettert in mijn
gezicht. Mortieren beginnen te brullen,
pant8erge8chut overdondert elk ander
geluid. En toch... ik vertrouw al dat
geschiet niet.
Tegen de morgen pas blykt, dat 2
compagnieën op elkaar hebben ge
vuurd. In het verlaten Tangerang
hebben ze alle jenever en whisky
geroofd en „verwerkt".
Een drijvende boomstam werd voor
een boot met vijandelijke soldaten
aangezien; het eerste schot viel en dat
was het sein.
De commandant zendt direct 2 com
pagnieën weg en zo komen wy in
eerste linie.
Een 2de Landstormcompagnie wordt
in alle haast opgeroepen.
Zo werd deze „schande van Tange
rang" onze vuurdoop. Er viel geluk
kig maar een dode te betreuren.
's Middags kryg ik opdracht een
patrouille uit te zenden, 3 km het
voorterrein in. Zes flinke knapen wor
den uitgezocht onder een oude ser
geant. Nog geen kwartier zyn ze weg,
3 Mei 1902
De markt van 30 April was druk
bezocht. Ongeveer 250 stuks vee
werden aangevoerd.
De opening van de Meimaand
werd door verscheidene gezelschappen
feestelijk gevierd.
Tot bestuursleden van de Schut
terij „Het Hof" werden gekozen de
heren J. R. van Aarssen en Chr.
Goumans.
De Kommies J. P. W. Bouwens
werd overgeplaatst naar Boxmeer.
In de tuin van H. M. werden
al dikke asperges gestoken van de
koude grond.
De opening van de Handboog-
schuttery „Sint Joris" te Leunen werd
bepaald op 11 Mei.
Op 20 April herdachten Simon
Claessens en Arnoldina Peters te
Merselo de dag, dat zy voor 50 jaren
in het huwelijk traden. Wegens een
ongesteldheid van de bruidegom werd
de viering uitgesteld.
De Handboogschuttery „St Hu
bertus" te Merselo besloot tot aan
schaffing van een „drapeau".
De installatie van Pastoor A.
Reynen te Oirlo was bepaald op 4
Mei.
De landbouwer S. te Wanssum
werd op 29 April verrast met het
bezoek van 42 gasten, gezonde krul
staartjes, die door twee zeugen ter
wereld waren gebracht.
Voorbereidingen werden getrof
fen tot viering van het 465jarig
bestaan van de Sint Antoniusgilde
ot ze stoten op een colonne Jappen
van 40 man.
De sergeant legt er 7 neer, voor ze
kunnen antwoorden. Onderwyl laat
hy de 6 jongens terugtrekken, 3 hun
ner 50 meter, do anderen 100. On
ervarenheid van de jongsten jaagt ze
de dood in. De Jap maakt geen krijgs
gevangenen op het slagveld. Ik zal
deze drie broeders nimmer vergeren
en hun dood kon ik niet voorkomen.
Als ik het verslag van de patrouille
commandant hoor, begry'p ik de tac
tiek van de Jappenze zenden één
dag voor de grote aanval groepjes
stoottroepen het vijandelijke gebied
binnen, om de tegenstander in de war
te brengen.
By ons lukt dat wonderwel. Als ik
by de commandopost rapport uitbreng
en de dood aan myn 3 jongens meldt,
ratelt de veldtelefoon aan één stuk.
Hier Jappen tussen de stelling, daar
Jappen in het bos. Het zyn „zelf
moord"-! roepen, meest losgelaten boe
ven van Korea en Formosa.
De 2de nacht in Bantam valt over
ons en zal weer slapeloos voorbijgaan.
Maar juist als we, nu menens, slaags
raken, komt het bevelTerugtrekken.
Onze commandant gelast volslagen
stiltegeen praten, geen roken mag
onze beweging verraden.
Toch vragen we uitleg: Wy be
grijpen niet, waarom dit alles. We
kennen geen angst, we willen de dood
van onze 3 vrienden wreken op die
ploerten vlak voor ons. Het is een
uur vol razernij, haat, verwarring.
Je schiet in het donker op alt
wat op je af komt. Een luitenant
doorzeeft zyn eigen ordonnans met de
pistool-mitrailleur. Ikzelf loop een
steek op, maar voel het pas als kle
verig bloed mijn broek doet plakken.
Dan belooft de baas ons fluisterend,
dat we op de stelling Bandoeng terug
trekken; hier is onze taak volbracht.
De Jap is één dag opgehouden en
Andreas Knippenbergh, neef van de
bekende geschiedschrijver Joannes
van Knippenbergh. was in 1691
deservitor en later pastoor van Over-
loon.
Bernardu8 Lemmens was student
„van 't Collegie" en oud-Prefekt van
de Congregatie van O.L.Vr. Onbevlekte
Ontvangen. Hy overleed te Venray
6 April 1861 in de ouderdom van 25
jaar.
Gerardus Litjens werd 24 April
1824 te Venray geboren, hy' huwde
Maria Wismans en overleed 3 Febr.
1902.
Johannes Hubertus Loenen werd
geboren te Leunen 18 September 1888,
by trad in het huwelijk met Adeleida
Maria Poels en overleed te Leunen 12
October 1940. Hy was directeur van
de Boerenleenbank.
Johannes van Meyel was in i860
weduwnaar van Geertrudia Evers, hy
was akkerman en woonde aan de
Heyde te Venray. Hij had als minder
jarige zoon Peter Gerard, die te Elten
schaapherder was.
Elisabeth van Meyel was gehuwd
met Antoon Willems, akkerman en
woonde te Weverslo.
Peter Johannes van Meyel was
akkerman aan de Heyde.
Gerard van Meyel was dienstknecht
te Leunen.
Willem van Meyel was zonder
beroep en woonde aan de Heyde.
Petrus Hubertus Josephus Antonius
van Meyel werd geboren 5 Maart 1891,
trad in het huwelijk met Anna Maria
Johanna Poels en overleed 20 Decem
ber 1931.
4 Mei 1889
Op 1 Mei had op de weg naar
Leunen een droevig ongeluk plaats.
Het paard van M. Heezen sloeg op
hol. De bestuurder, de 22jarige zoon
van genoemde landbouwer raakte
onder het paard en overleed aan de
gevolgen.
te Well op 11 Mei. De heer van Slype
belastte zich met de regeling.
Te Meerlo bestond het plan een
paardenverzekering op te richten.
De Vrijwillige Brandweer zou
op 5 Mei oefeningen houden en dan
voor het eerst uitgedost zyn met de
nieuwe helmen of uniformpetten.
Peter Johannes Peters en Petro
nella Minten vierden op 28 April te
Broekhuizenvorst hun gouden bruiloft.
Op 30 April bezocht de Commis
saris van de Koningin in Noordbra
bant het dorp Maashees.
Mathijs Verriet, café Hoek Hen-
seniusplein bericht, dat hy een nieuw
eerste kwaliteit biljart geplaatst
heeft.
3 Mei 1890
De Redactie wydt een hoofd
artikel aan China en vermeldt het
vertrek van de missionarissen, de
Paters Christoffel van Bussel en Va-
lentinu8 van den Oord, beide oud
leerlingen van het „alom gunstig
bekende Gymnasium te Venray".
Op 27 April werd het 25jarig
presidentschap van het Groot Semi
narie van Mgr. Dr. P. J. Hoefnagels
te Venray gevierd. De feestpredikatie
werd gehouden door Pasloot' W. A.
Notermans. De Fanfare Euterpe'
bracht een ovatie. In zyn toespraak
wees Mgr. Hoefnagels op twee schone
karaktertrekken van een inboorling
van Venray: innige liefde voor zyn
geboortegrond en trouwe gehechtheid
aan het geloof.
Op de veemarkt van 30 April
werden 150 stuks hoornvee en 250
biggen aangevoerd.
Door de Gemeenteraad werd tot
vroedvrouw benoemd Mej. Olfers te
Meerlo.
dat is genoeg.
Zwijgend gaan we de donkere nacht
in. Myn ransel slinger ik in de kali;
alleen myn rozenkrans steek ik by
me. Een lange sombere tocht door
sawahs en bossen, tot onze knieën
door de modder, klauterend tegen
berghellingen.
De bajonet heeft mijn knie door
stoken; ik heb vergeten verband te
vragen. De pyn komt pas als de
kogels zwygen.
Heel die ellendige nacht baggeren
we verder. Als de ochtend gloort, is
van de inlandse troepen geen man
meer over; ze hebben de soldaten-
broek verwisseld voor een sarong.
Sluipend naderen wy Tjitjoeroek,
waar Zusters Ursulinen ons byna
juichend binnenhalen. Ze sloven zich
uit, om voor dit verlopen stelletje,
elen en drinken klaar te maken. Drie
nachten zonder bed, 3 dagen zonder
wassen en scheren, de stryd en de
desillusie maken van een heer een
schooier.
Alle jongens, katholiek of niet, vin
den geen woorden véor zoveel goed
heid en menslievendheid."Als we weer
verder trekken in de richting Ban
doeng, 200 km verderop, weer dwars
door het bos, beloven de Zustertjes
voor ons te zullen bidden.
We zien een trein staan, leeg. Wy
erin, maar nauwelyks zitten we, of
een Jap scheert over het station. We
zyn ontdekt, en hals over kop weer
eruit en verder. Gelukkig, want even
laterbombers. Een paar bommen
onze trein in puin. Ik denk aan die
goeie nonnetjes; wat zullen ze bibberen
en bidden.
Die nacht staan we als achterhoede
beveiliging de terugtocht van de grote
verwarring in de centra. Eén wilde
jacht van jeeps, vrachtwagens, sleeën
van wagens raast over de weg. Dit is
geen terugtocht, dit is een wilde
vlucht.
Vorige week Vrijdag hield de politie
rechter zyn gebruikelijke zitting in
Venray, teneinde recht te spreken
over gepleegd onrecht en te straffen
de zonden der mensheid.
Het beste bier en het verschil tussen
myn en dyn vormen wel telkens de
hoofdschotels op deze rechtzittingen,
1 ook ditmaal.
Zo was er een die op een rijwiel
pad laveerde, in kennelijke staat van
dronkenschap en een gevaar was voor
zich zelf en anderen. Nu kan hy 30
gulden betalen of 15 dagen brommen.
Dan waren er twee die, zy het op
verschillende plaatsen, de politie op
hardhandige wijze wilden beletten
hun dronken arrestanten naar het
politiebureau te brengen. Zelf waren
ze ook niet brandschoon. Deze onge
wenste hulp bracht 14 dagen voor
waardelijk op, voor de een met een
proeftijd van 1 jaar, voor de ander
met een proeftijd van 3 jaar.
Dat men dronken zijnde ook een
gevaar is voor anderen, bewees de
verdachte die maar eventjes een
flinke spiegelruit insloeg omdat 'n
kastelein hem niets meer wilde tap
pen. De verzekering dekte de schade
van de kastelein, maar niet die van
de dronkeman die 14 dagen kan gaan
zitten.
By Kerstmis hoort een kerstboom
dat dachten er ook twee die fijne
Bparretjes hadden zien staan. In plaats
van deze nu te kopen, kapten zy ze
maar eventjes af. De Officier van
Justitie vond het wel een verheven
idee om op zo'n hoogfeest naar een
gestolen boompje te zitten kyken,
f 20.— of 10 dagen hechtenis was
noodzakelijk om de vrede op aarde
terug te bekomen.
De woningnood brengt vele mensen
tot rare dingen. Maar om dan zo maar
enkele deuren en prof ijlen te gaan
„organiseren" gaat toch te ver. De
veidachte, die dit klaar speelde mocht
nog van geluk spreken dat de rechter
er niet uit wijs kon worden of ge
noemde materialen feitelijk gekocht
en niet betaald waren, of gewoon
gestolen. Nu kwam hy er vanaf met
een maand voorwaardelijk en een
proeftijd van drie jaar.
Ook acacia's, niet uw eigendom
zynde, moet u laten staan. Dat kost
u andere maar geld, zoals de ver
dachte, die zulks toch gedaan had.
f 25.— boets of 15 dagen nadenken
over deze diefstal maken het toch
maar dure boompjes.
De gelegenheid maakt de dief, zegt
het spreekwoord. In dit geval een
onbeheerde fiets met een pakje,
inhoudende damesvest. Het pakje zat
wat los; evenals de handen van een
voorbijganger. Resultaatpakje weg
Nu kan de voorbijganger uitrusten
en nadenken over deze handigheid,
een maand lang.
Oude metalen en afval hebben hun
hoogste pry'zen wel opgebracht. Geen
wonder dat men op zulk spul uit
was. Men mag dan echter niet onge
vraagd koperdraaisel van z'n werk
gever mee nemen, want dat komt
veel te duur; nl. f 40.— of 20 dagen
zakkies plakken.
3000 kg aardappelen kopen mag
iedereen, doch niet als hy de verko
per beduvelt, zeggende, dat na
onderzoek de aardappelen niet voor
consumptie geschikt zyn, terwijl zq
dat juist wel zyn. Dit zaakje kost de
koper nu 4 maanden voorwaardelijk
met een proeftijd van 3 jaar.
Waar twee vechten hebben twee
schuld. Of dit gezegde ook by kleine
kinderen geldt is ons niet bekend.
De vader van een der ruziemakende
kinderen, waar het hier om ging, zal
echter wel gedacht hebben dat zyn
kind zonder schuld was. Hy stak dus
de helpende hand (ot vuist) uit, waar
door het andere kind pijnlijk in het
gezicht werd getroffen. Nu kost hem
dat vaderschap f 15.of 5 dagen
brommen.
Men kan het met een beslissing
van een ander eens of oneens zyn.
In het laatste geval moet men dat
niet gaan demonstreren met zyn
handen, want dan vallen er klappen,
en het is bovendien erg onsportief
als het over een doelpunt in een
voetbalwedstrijd gaat. In ieder geval,
de scheidsrechter in deze kwestie
werd door zulk een onsportieve
supporter onder handen genomen en,
zoals hy ter zitting verklaarde, afge
tuigd. Nu kan de man langs het lijntje
er bij gaan zitten, 10 dagen lang.
We dwingen elke wagen te stoppen:
geen Jap zal levend door onze com
pagnie komen. Eén weigert te stop
pen en krygt een roffel kogels door
zijn wagen.
Ik vraag hemWaarom stopt U
niet?
Omdat de Jap ons op de hielen zit,
sufferd I
En wy dan, die pas uit Bantam
komen en hier moeten blijven, verdo..,
lafbek
Wy begrijpen van de mentaliteit
van deze lui niets; een paar dagen
geleden nog hadden ze een air, of
heel het land van hen afhing. Eu nu,
zonder een Jap gezien of één kogel
gehoord te hebben, vluchten ze.
Wy begrijpen van de hele toestand
niets.
Met 15 man moet ik 3 wegen be
waken. Nooit zal ik die ouwe Indio
vergeten, die ik by me houdt, omdat
het zo'n sukkel is. 30 jaar, waarvan
byna 30 jaar trouwe dienst op een
kantoorkruk. Ik sta alleen met hem
op een eenzaam punt. Telkens veizint
hy een smoesje, om tenminste zyn
eigen stem te horen. De stilte beklemt
ook my. Alles is gevlucht, Batavia
is al gevallen en wij staan hier
maar. Hy fluistert over zyn zieke
vrouw en nu pas besef ik, hoe erg
bang deze man moet zyn; dat hy nu
pas het gevaar beseft en de angst
voelt, waar ik al maanden tegen
vecht.
Stotterend vraagt hy telkens weer,
wat ik doen zal, als de Jappen gaan
komen. Ik geef maar antwoorden,
varieerend van vechten tot vluchten.
Ik zeg maar wat om hem te sussen.
Als het te bar wordt, stuur ik hem
naar de kapitein. „En bljjf daar maar
want hier is niets meer te doen."
Dan klinkt voor het eerst zyn
stem vastberaden: „Nee, baas, ik blijf,
dan sterven we samen".
„Ouwe vriend, jy bent eeu held, jy
Zondagmorgen hing de vlag uit in
Huize Servatius en om 11 uur trok
er de fanfare van Servaas naar de
hoofdbouw, waar een groot gezelschap
by elkaar was.
Hier stonden o.m. de heer Burge
meester, Vader Overste met verschil
lende van zyn medebroeders, alsmede
het Bestuur van het Ned. Rode Kruis
afd. Venray.
Het eerste sprak de heer Laurensse,
als voorzitter van het Rode Kruis en
hy onthulde dat dit gezelschap samen
gekomen was, om aanwezig te zijn
by de uitreiking van het Herinnerings-
kruis 1940—1945 aan Broeder Adel-
bertus als Overste van de inrichting
St. Servatius.
Hiermede wil het Ned. Rode Kruis
enigszins de verdieDsten eren, die
Huize Servatius zich gedurende de
oorlog heeft verworven, toen zy bin
nen haar muren honderden vluchte
lingen gastvrij opnam. Wat dat
betekende, kunnen het beste zy
getuigen, die gedurende de bevrijdings
dagen in Huize St. Servatius hebben
vertoefd.
Ook de heer Burgemeester gaf op
welsprekende wyze de dank weer,
die Venray aan de Broeders en ver
plegend personeel van Servatius
verschuldigd is. Ondanks het feit dat
zy de handen leeds vol hadden aan
de evacuees van eigen inrichtingen
van elders uit den lande, hebben zy,
toen de nood aan de man kwam, hun
poorten gastvrij opengezet voor de
vele vluchtelingen uit Overloon en
verdere omgeving en niet in het
minste voor de vele Venrayse fami
lies, die verdreven van eigen hof en
haard hier een veilig onderdak
kregen. Wat dat gekost heeft zou
misschien het best Broeder Krul
hebben kunnen zeggen, wiens ver
diensten men reeds eerder heeft ge-
eerd met een onderscheiding.
Maar naast Broeder Krul stonden
de vele ongekenden, die dikwijls hun
leven waagden voor de getroffen
medemens.
Het was hem als Burgemeester
dezer Gemeente dan ook een grote
voldoening deze decoratie uit te
kunnen reiken aan de Overste van
St. Servatius, daarmede allen erende,
die zich toen met de inzet van hun
gehele persoon hebben ingezet voor
de leniging van al het leed, dat aan
honderden onschuldigen was bereid.
zou je plicht doen, rillend van angst.
We trekken verder terug, Soeka-
boemi binnen. Geen Jappen, maar
zodra Japanse vliegtuigen ons ont
dekken, weer bommen. Ze slaan met
hels lawaai in, vlak by. We zyn aan
veel gewend. Die drie dagen en
nachten in Bantam heeft een onop
houdelijke regen van kogels, bommen
en granaten ons bestookt. Maar hier
is geen ruimte. In plaats van soldaten
sterven 106 kinderen. Een der bom
men trof een school, wy zaten onder
de bomen op de speelplaats.
Ook hier geen moment rust. Verder
dus. We bereiken de volgende dag
Tjirandjang, de grens van de stelling
Bandoeng. Weer een bombardement:
1 doode. In Radja Mandala kunnen
we niet meer. Het is nu 6 dagen,
dat we geen bed gezien hebben, noch
een behoorlijk maal hebben gegeten.
Je slaapt af en toe even in het gras.
Ja eet hier een vrucht, daar een
maïskolf. Alleen de sterkste knapen
zyn tegen deze zenuwslopende stryd
bestand.
We krygen even rust, in afwach
ting op nadere orders uit Bandoeng.
'8 Morgens weer een verkenner boven
de kampong. Een fanatieke Menado-
nees steekt zyn mitrailleur omhoog
en jaagt een band kogels de lucht
in. Nog geen half uur later duiken 3
Stukabombers op ons neer. Ik duik
met een stel jongens in een overdekte
loopgraaf. Het dak van klapperstam-
men waggelt en wordt uit elkaar
geslagen door de luchtdruk van do
inslaande bommen.
Men zwygt, zweet en bidt. Ik hoor
luidkeels een weesgegroet bidden door
een knaap, waarvan ik nimmer heb
geweten, dat hy katholiek was. Door
het gat in het dak steekt ineens
een hoofd naarbinnen: „Is hier geen
verpleger Er liggen veel gewonden
buiten". De stem van Pater Kuypere
rustig en zeker.