TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Waarheen kan de Nederlander
emigreren?
Spionnap zo oud als de wereld
1651 - 1951
Venray's Gymnasium
bestaat 300 jaar
Veranderingen in de
Spoordienstregeling
Nota aan Tweede Kamer over de mogelijkheden
Van Opritschina naar MVD
Geheime Dienst II
Uit de geschiedenis
van Venray en omgeving.
Uit „Peel en Maas"
ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1951 Ho. 39
TWEE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
De minister van Sociale Zaken heeft de Tweede Kamer doen toe
komen een nota over de emigratie.
Hieraan is het volgende ontleend
In het belang van het onderzoek naar emigratiemogelykheden wer
den naar verschillende landen deskundigen gezonden, terwijl in de
belangrijkste immigratielanden de reeds bij de Nederlandse ambas
sade en 'gezantschappen aanwezige landbouw attache's met de
dagelijkse werkzaamheden ten behoeve van de Nederlandse emigratie
werden belast.
In dit verband zy vermeld, dat thans het onderzoek naar de moge
lijkheden van emigratie van op de tropen georiënteerde Nederlanders
een onderwerp van bijzondere studie uitmaakt.
CANADA
De resultaten van de plaatsing van
de emigranten in Canada kunnen over
het algemeen zeer bevredigend worden
genoemd.
De emigranten verplichten zich
tenminste een jaar bij hun eerste
werkgever te blijven. Daarna staat
het hun vrij te ëaan waarheen zij
willen. Wanneer de eerste plaatsing
niet geschikt blijkt te zijn, vindt her
plaatsing plaats. Terwijl aanvankelijk
uitsluitend land- en tuinbouwers
werden toegelaten, ontstonden er na
verloop van tijd ook mogelijkheden
voor kleine ambachtslieden, die er na
enige tijd in loondienst te hebben
gewerkt, zich in de Canadese dorpen
en steden als zelfstandigen kunnen
vestigen.
Door de sterke "industriële ontwik
keling, welke in dit land gaande is
en een trek naar bepaalde centra
veroorzaakt, biedt in het bijzonder
het Canadese platteland nog vele
mogelijkheden voor vestiging van
immigranten, zowel in de agrarische
als niet-agrarisehe beroepen.
Sedert het najaar van 1950 is het
aantal aanmeldingen sterk toegeno
men, hetgeen tengevolge heeft, dat
in 1951 naar verwachting 13 a 14000
Nederlandse emigranten naar Canada
zullen vertrekken.
VERENIGDE STATEN
De emigratie naar de Verenigde
Staten van Amerika is gebonden aan
een by de wet vastgesteld quotum,
hetwelk voor Nederland is bepaald
op 3158 personen per jaar.
BRAZILIË
De emigratie naar Bi-azilië heeft tot
dusverre geen grote omvang aange
nomen. Dit vindt zijn oorzaak in de
omstandigheid, dat individuele emigra
tie naar dit land, op grond van zyn
sterk van Nederland afwijkende maat
schappelijke structuur, betrekkelijk
weinig kans van slagen heeft. Alleen
de vestiging van Nederlanders in
groepsverband biedt onder overigens
gunstige omstandigheden vooruit
zichten.
ARGENTINIë
De belangstelling voor demogelijk
heden, die Argentinië aan Nederlandse
emigranten kan bieden, is nog niet
groot, hetgeen vooral moet worden
toegeschreven aan de onbekendheid
met dit land.
Gebleken is, dat veehoudersgezinnen
op grote bedrijven geplaatst kunnen
worden, en dat de verdiensten-goed
zyn, terwijl het mogelijk is, dat
emigranten naar dit land zich als
deelpachter of als beheerder van een
bedry'f een uitstekend bestaan ver
werven.
ZUID-AFRIKA
Met de regering van de Unie van
Zuid-Afnka werd overeengekomen,
dat zij alleen aanvragen van Neder
landers om toelating in het land in
behandeling zou nemen, wanneer van
Nederlandse zijde een „verklaring van
geen bezwaar" was afgegeven. De
betreffende bepaling is nog van kracht,
doch de verklaring wordt aan hen,
die voor eigen rekening emigreren,
in de practyk steeds verleend.
De toelating in Zuid-Afrika is o.a.
afhankelijk van een werkgevers
verklaring. Deze dient als bewijs ten
genoege van de Zuid-Afrikaanse
regering, dat do immigrant in zyn
levensonderhoud kan voorzien.
AUSTKALIË
Australië richt zijn immigratie
steeds meer op de primair-productieve
arbeidskrachten, waardoor de toelating
van ongeschoolde arbeiders en van
kinderrijke gezinnen wordt afgeremd.
Er bestaat reden om te verwach
ten, dat de agrarische emigratie naar
Australië in de toekomst nog goede
kansen zal verkrijgen.
NIEUW-ZEELAND
Daar de regering van Nieu w-Zeeland
geen mogelijkheid zag om in het
huisvestingsprobleem te voorzien
heeft de emigratie naar dat land niet
die hoge vlucht kunnen nemen als
met de hier te lande bestaande belang
stelling voor het land in overeen
stemming zou zijn.
De Nieuw-Zeelandse regering heeft
aan emigranten vrijdom van invoer
rechten op montagewoningen verleend
en verstrekt ruime credieten ten
behoeve van de opbouw dezer huizen.
URUGUAY
De Uruguayaanse regering is niet
afwijzend tegenover een mogelijke
vestiging van Nederlanders in kolonie-
verband en zegt dat zy ook niet
ongenegen zou zyn daarvoor credieten
te verlenen.
De Nederlandse regering houdt de
mogelijkheden van emigratie naar
Uruguay nauwlettend in het oog,
aangezien de omstandigheden in dat
land zodanig zijn, dat het als een
van de meest geschikte landen voor
vestiging van Nederlandse landbou
wers in Zuid Amerika mag worden
beschouwd.
FRANKRIJK
Als immigratieland heeft Frankrijk
practisch gesproken alleen voor land
bouwers enige betekenis. In 1950
emigreerden slechts 143 personen.
TALENKENNIS
Het valt op, zo vervolgt de nota,
dat het welslagen van zeer vole
Nederlandse emigranten afgeremd
wordt, door het gemis aan kennis
van de taal van het land waarheen
zy zich begeven.
VERVOER
Een bijzondere zorg vergt het ver
voersvraagstuk. In het eerste half
jaar 1951 werden c.a. 20.400 emigran
ten over zee en ca. 3800 door de
lucht vervoerd.
Gezien de ontwikkeling van onze
bevolkingsgroei dient de aandacht
gericht te worden op de vraag of het
bedrijfsleven het sterk vermeerderde
aanbod zal kunnen verwerken. Dit
kan alleen indien productieverhoging
en verruiming van werkgelegenheid
vooral voor oudere arbeidskrachten,
hand in hand gaan, ot, wanneer dit
slechts ten dele het geval is, velen
tot emigratie zouden overgaan.
theatraal gebaar een hagelwitte zak
doek uit zjjn zak en bood die Bencken-
dor ff aan.
Droog de tranon der verdrukten
sprak hy en moge uw consientie
even blank blijven als dit linnen.
Waarop, zoals Rowen ironisch op
merkt, BenckendoriT die aan een half
woord genoeg had, terstond begon
zorg te dragen voor een grote schare
verdrukten en een niet te stelpen
tranenvloed....
0—
Wanneer deze geheime politiemacht
aan het werk gaat, draagt dat W6rk
het stempel van de bureaucratie. In
politieke processen geschiedde steeds
de gehele rechtspleging schriftelijk,
de beklaagde kreeg noch zyn aan
klager, noch zyn verdediger te zien.
Dit bracht natuurlijk geweldige ver
tragingen en een nog geweldiger
papierlawine met zich mee en stem
pelde ook het werk dei geheime
politie.
De agenten van deze dienst hebben
het dan ook buitengewoon druk met
het schaduwen van allerlei „ver
dachte" personen. De kleinste kleinig
heid ontsnapt niet aan hun aandacht.
Men weet in welk costuum de aldus
geschaduwde des morgens zyn wo
ning verliet, met wie hij heeft ge
praat, in welk huurrijtuig hy heeft
gereden en in welke winkel hy sigaren
heeft gekocht.
Niemand, die niet het risico loopt,
dat op een goede dag de spionnen van
de geheime politie zyn gangen volgen
en op een kwade dag de aanzegging
krygt om binnen vier en twintig uur
naar een onherbergzaam plaatsje in
Siberië te vertrekken... als hy niet
zonder vorm van proces wordt opge
pakt en ondergebracht in de beruchte
duistere en vochtige kazematten van
de Peter- en Paulsvesting, die by
vloed onder water lopen.
Nicolaas I heeft dank zy of ondanks
deze activiteit van zyn geheime politie
macht, zyn leven op zijn bed kunnen
beëindigen, maar zyn opvolger Alexan
der II, bekend als „de bevrijder der
Lijfeigenen" moet van al dit onder
gronds gedoe niets hebben. Hy pro
beert het zonder geheime politie. Maar
hy wordt het slachtoffer van zyn
liberale denkbeelden.
De verdrukte Polen zien ook in hem
de tyran er. plegen een aanslag. De
kozakken van zyn escorte vallen dood
en gewond ter aarde. Alexander stapt
dapper uit zyn rijtuig om te zien hoe
het met zyn soldaten gaat. Dan valt
hij zelf.
Zyn opvolger heeft zyn les geleerd
en verdubbelt meteen de activiteit
der geheime politie en dan komt de
Ochrana, de geheime staatspolitie in
actie, die vooral berucht is geworden
door het veelvuldig gebruik van agents
provocateurs.
Iwan de Verschrikkelijke, de Russische despoot, stichtte reeds
een spionnage-afdeling, de Opritschina, die leger en burgerij in
toom moest houden. Later viel die taak ten deel aan Bencken-
dorffs Gendarmerie, onder Nicolaas II werkte de Ochrana.
Maar toen de Bolsjewisten het heft in handen kregen, ge
bruikte Lenin terstond de Tsjeka als instrument om zyn gezag
te handhaven. Onder de namen Gpoe, NKVD en MVD is de
Russische geheime dienst, eens het werktuig van despotische
Czaren, tot op de huidige dag blijven bestaan.
Nicolaas I, Czaar aller Russen, was
een somber, wantrouwend en heers
zuchtig man. Zyn voorganger, Napo
leons grote tegenstander Alexander I
Romanoff, hield er liberale denkbeel
den op na. Nicolaas moest daarvan
niets hebben.
Toen dan ook groep, bekend als de
Dekabristen, bestaande uit officieren
en intellectuelen, via een opstand
probeerde de liberale gedachte te doen
zegevieren, zorgde Nicolaas ervoor, dat
die opstand met ijzeren hand werd
onderdrukt en veie Dekabristen ein
digden hun leven aan de galg of in
Siberië.
Dat zoiets kon gebeuren, veront
rustte Nicolaas en hij besloot zyn
Russen goed in de gaten te laten
houden. Hij wist zyn mensen goed te
kiezen. Zoals hy eens een huzaren
officier had benoemd tot president
van de Heilige Synode, omdat deze,
die zyn huzaren zo goed wist te
drillen, ook met „monniken en papen"
wel raad zou weten, zo koos hy zich
thans Graaf Benckendorff en belastte
hem met het commando over een
nieuw op te richten corps, de Gen
darmerie.
Rowan vertelt in zyn standaard
werk „History of Secret Service" hoe
Benckendorff, ter audiëntie gaande bij
zyn keizerlijke meester, probeerde
van deze enkele nadere instructies los
te krijgen. Maar Nicolaas trok met
In die genootschappen worden de
agents provocateurs „geplant", zij
maken alle beraadslagingen mee,
spelen vaak zelfs een leidende rol, om
op het juiste moment de samen
zweerders aan de politie te verraden.
Berucht is als zodanig geworden
één der „azen" van de Ochrana,
maar ook een der meest vooraan
staande revolutionaire leiders, een
koelbloedig en fanatiek terrorist, wiens
dubbelleven een pscychologischestudie
waard zou zijn.
Azeff levert zonder enig gewetens
bezwaar zyn mede-samenzweerders
aan de politie uit, weet zelf buiten
verdenking te blijven en stry'kt een
alleszins behoorlijk judasloon op-
maar Azelï steekt ook geen hand uit
om het door hemzelf op touw gezette
complot tegen de gehate minister
Plehve te ontmaskeren en alsPlehve
door terroristen wordt gedood, wrijft
hy zich de handen en noemt het de
wraak voor Kisjinev, waar op aan
stichten van deze minister een ver
schrikkelijk Jodenprogrom heeftplaats
In het Keizerlijke Rusland vindt
men dan in alle steden de geheime
revolutionaire genootschappen, waarin
vooral de studenten een grote rol
spelen.
Lenin, de revolutionaire leider, komt
eerst na zijn greep naar de macht met
een schok tot de ontdekking, dat
één van zyn naaste medewerkers,
Malinovsky, al die tijd een agent van
de Ochrana is geweest.
Maar de Ochrana duchtte veel meer
de liberale oproerigen dan de uiterst
linkse bolsjewisten en heeft er on
bedoeld alzo toe meegewerkt, dat het
huidige Rusland een Sovjet-staat is
geworden.
Extra druk krijgt de Ochrana het
tijdens Wereldoorlog I, waarin zovele
verdachte personen moeten worden
geschaduwd. Het gaat niet goed met
Rusland en overal spreekt men van
verraad.
De Keizerin is een Duitse prinses
en men vertrouwt haar niet, zo min
als Raspoetin, de wonderdoende mon
nik, die geheimzinnige avonturier die
zulk een sinistere invloed op het Hof
uitoefent. De Ochrana gaat dan ook
alle gangen van deze heilige man na,
maar Nicolaas II stelt er helemaal
geen prijs op te weten op welke on
heilige manier zyn geestelijke raads
man de dagen en nachten doorbrengt.
Doch alle activiteit van de Ochrana
kan niet voorkomen, dat het keizer
rijk ineenstort. Nicolaas vindt met
heel zijn gezin een verschrikkelijk
einde in een kelder te Jekaterinen-
burg, waar bolsjewistische terroristen,
bevreesd geworden door de nadering
der witte legers hem vermoorden,
Het Czarenryk is ineengestort, de
Ochrana is verdwenen. Maar hettyd
perk der vrijheid voor Rusland breekt
niet aan. De gematigden leggen het
af tegen de extremisten, Keren sky
delft het onderspit tegen Lenin.
En die vindt in de ijskoude Dzjer-
jinsky de man, die by vergissing
enkele duizenden politieke gevangenen
laat mitrailleren, de ideale leider voor
zyn eigen geheime politie, de Tsjeka.
Herhaaldelijk wisselt deze instelling
van naam, maar thans, onder Lenins
opvolger Stalin, is de Russische MVD
actiever dan ooit!
Jan Wismans
Jan Wismans, wiens naam ook
Wysmans en Wesmans geschreven
werd, was geboren in Meerlo.
Hy trouwde op 9 Februari 1747 te
Wanssum, met Henrica, Hendrina of
Hendersken Hoogen. Zij was op 13
April 1704 te Wanssum geboren.
Zoals meerdere in die tijd, verstond
hy de edele schrijfkunst niet. Dat hy
echter niettegenstaande handig en
ontwikkeld genoeg was, blijkt wel
uit het feit, dat hy 21 Juli 1768 als
gezworene beëedigd werd. En later
fungeerde hy als lid van de schepen
bank. Het huwelijk bleef kinderloos.
Jan Wismans overleed op 4 Juli
1779 en zijn weduwe op 27 Mei 1785.
Twee maanden na de dood van de
weduwe werden de erfgoederen in
in het openbaar verkocht.
Het woonhuis met tuin kwam toen
in bezit van Mathijs Hoogen en echt
genote, de landerijen aan verschillende
anderen. Door dit echtpaar werden
aan de kerk te Wanssum in 1776 en
1782 eikenhouten koorbanken ge
schonken.
Oirlo in 1481
Op 16 December 1481 verklaarde
in een officieel stuk Merten, heer van
Polheim, ridder, stadhouder van de
aartshertog van Oostenrijk enz., dat
voor hem verschenen was Johan, zoon
van Zyben Joirdens.
Deze deed in zyn handen afstand
van de hem toebehorende tienden te
te Oirlo. Met die tienden werd toen
beleend Willem Robyns, alsmomboir
van het Hieronymusklooster te Roer
mond. Dat klooster was er een van
reguliere kanunniken.
Het H. Krnisaltaar in de
parochiekerk
Het H. Kruisaltaat bevond zich
vroeger aan de eerste pilaar van de
Epistelzijde en was door houten tralie
werk afgesloten.
Reeds in het begin van de 16e
eeuw moesten op dit altaar enige ge
stichtejaargetijden gezongen worden.
En het weversgilde „Sint Severus"
liet er op 22 October een H. Mis op
dragen vicarie genoemd die met
dit altaar begiftigd werd door de
Pastoor, moesten er elke week vier
H.H. Missen celebreren, op dag en
uur naar verkiezing.
Voor deze lasten van het benificie
ontving hy natuurlijk enige Inkomsten
welke veelal uit erfpachten bestonden.
Ook had hij een dienstwoning, „de
Kruisweem" genaamd.
Toen een tweede kapelaan wegens
de uitgestrektheid van de parochie en
de vermeerdering van de bevolking
dringend nodig- werd, werden de in
komsten en lasten van de H. Kruis-
vicarie met andere beneficiën daarvoor
besteed. Dat was in Juli 1778.
voor 50 jaren terug
No. van 28 Sept. 1901
Te Venray werd van Rijkswege
een cursus voor tuin- en landbouw
begonnen.
Voor de vacante betrekking van
hoofd der school te Merselo, hadden
zich in totaal 7 sollicitanten a
gemeld.
De fraters Theodardus Emonds en
Gelasius Wismans, legden 22 Sep
tember te Wychen de plechtige pro
fessie af by de Minderbroeders. Ouders
en meerdere familieleden uit Venray
woonden de plechtigheid bij.
In de tuin van de heer Jos.
Adriaen8 prijkte een appelboom in
volle bloemenpracht.
Pater Gysbertus Maas, professor
in de Latijnse taal aan het Gymna
sium, diende zyn ontslag in. De brave
Professor had 40 jaren zyn uitblin
kende geleerdheid ten dienste van het
Gymnasium gesteld.
Tot professor aan het Gymnasium
werd benoemd Pater Anacletus
Nielen O.F.M.
Aangekondigd wordt het zilveren
kloosterjubilé van Pater Innocentius
van Boort O.F.M. De Redactie getuigt:
In onbaatzuchtige toewijding heeft hy
gewerkt onder ons, troostend, radend
en naar vermogen helpend.
De op 25 September gehouden
veemarkt was niet druk bezocht en
de aanvoer van rundvee was gering.
Biggen waren er in overvloedmen
betaalde van f 4,50 tot f 6,50 per stuk.
Bij de Minderbroeders overleed
Arnoldus van Neerven. Hy was ge
boren te Deurne 25 October isi8. Ge
durende 53 jaren woonde hy onaf
gebroken in het klooster te Venray.
De ambtenaar van de belastingen
P. de Jong te Blitterswijck, werd
overgeplaatst naar Statendam; in zyn
plaats kwam J.M. van Bever Donker
Rectoren en Leraren.
De groei van de Latijnse school van
1651 tot het Gymnasium Immaculatae
Conceptione8 van 1951, openbaart zich
in de uitbreiding van de gebouwen,
in de vermeerdering van het aantal
leerlingen, maar ook in de uitbreiding,
vergroting en vernieuwing van het
collegium doctum en het gezelschap
van de leraren.
De uitbreiding van het lerarencorps
wordt wel simpel geïllustreerd door
twee cijfers: het aantal by het begin
en dat van heden, nu met gerecht
vaardigde jubel höt derde eeuwfeest
wordt gevierd.
Zoals wy weten begon de school
in 1651 met drie leraren. Het school
jaar 1950—1951 had een staf van 22
docenten.
)eze uitbreiding wy behoeven
daar niet veel woorden aan te ver
spillen - vindt uiteraard haar oor
zaak in het nuchtere feit, dat het
aantal klassen en wekelijkse lesuren
vermeerderde.
Bedroeg het aantal klassen in 1651
vyf of zes, waarvan er vast en zeker
enkele gecombineerd waren, in 1951
dat gestegen tot 12. Door die
toename van klassen wordt de ver
meerdering van het lerarenaantal
mede verklaard.
De noodzakelijkheid van een groot
aantal leraren is bovendien gelegen
in de grote verandering van leer
methode. "Vroeger had men geen
allerhande specialiteiten nodig: het
aantal vakken was tot een minimum
gereduceerd.
Trouwens van een vakleraren sys
teem was vroeger geen sprake, al
werd het vóór en tegen daar wel
eens besproken. Zoals de onderwijzer
op de lagere school van heden,
doceerden de leraren alle, of althans
verscheidene vakken, een praktijk,
die zich op de Gymnasia nog tot in
deze eeuw handhaafde.
Zy, die aan een inrichting van
voorbereidend hoger onderwijs les
geven, worden thans al regel betiteld
met de naam van leraar. Toch is
zelfs heden de naam van „professor"
nog niet geheel verdwenen.
In vroeger tijd was de gewone naam
voor leraar die van rector, regent,
praeceptor, terwy'l de rector van
heden veelal hoofdregent, principaal,
of prefect genoemd worden.
Men moet daarbij in het oog houden
dat elke leraar feitelijk klaspeleraar
was, dikwijls zelfs van gecombineerde
klassen.
Na deze meer algemene mededelin
gen en beschouwingen, willen wij de
namen noemen van enkelen, die in
de loop van de eeuwen hun beste
krachten hebben besteed aan de
opvoeding, vorming en ontwikkeling
van een uitgebreide jongelingenschap.
Wy moeten ons daarbij beperken,
eensdeels om een te veel van namen
vooral uit de nieuwere tijd, maar
anderzijds ook, omdat voldoende
gegevens ons nog ontbreken.
De eerste Rector is geweest Goswi-
nus Coninx. Hy was een Venrayer
van geboorte. Hy leidde de school op
haar eerste schreden door de eeuwen.
Gemakkelijk is zijn taak niet altijd
geweest. Hij bestuurde de school tot
1667.
In de laatste jaren vond hij naast
zich Willem Kistemakers. Deze zou
ook zyn opvolger worden. By zyn
benoeming zou het bisdom echter de
aanstelling van de hoofdregent aan
zich trekken.
Jacobus van Oeveren, Yicarius
Generalis van het Bisdom won over
hem inlichtingen in op 4 November
1667 by de andere leraren.
Deze inlichtingen zyn blijkbaar
niet ongunstig geweest. Want op 15
November werd Kistemakers officieel
aangesteld.
Uit het schrijven komt men tot de
eigenaardige conclusie, dat Kistema
kers eigenlijk de eerste hoofdregent
is geweest. De Vicaris Generalis zegt
nl.: „Voor alles is het noodzakelijk,
dat een van de regenten wordt aan
gesteld tot prefect of hoogste rector,
die alleen de jeugd, maar ook de
overige leraren bestuurt.
En dan schrijft de Vicaris Generalis
dat hy Kistemakers benoemt en dat
aan de Roermondse Bisschop de macht
en het gezag bly'ft behouden de
Prefect of Rector van de school aan
te stellen of af te zetten, zo dikwijls
als dat nuttig schijnt.
Hy draagt ook de andere leraren
op Kistemakers als Prefect en Rector
te erkennen en hem te gehoorzamen
en aan zyn leiding zich te onder
werpen.
Kistemakers heeft de verantwoor
delijke taak uitgeoefend tot 1 Maart
t694. Zyn weg is niet over rozen
gegaan. Maar het is moeilijk te
beoordelen, ofizyn optreden aanleiding
en oorzaak is geweest tot tweedracht
en onenigheid tussen hem en de
leraren.
Feit is, dat de verhoudingen zeer
miserabel zyn geweest. Herhaalde
vermaningen tot samenwerking door
de Vicaris Generaal o.a. gegeven,
hadden geen resultaten.
Op 15 April 1669 nam toen deze
met alle gewicht van zyn gezag een
besluit: De Rector kreeg volmacht
zyn leraren te vermanen, af te zetten,
en nieuwe aan te nemen, naar het
hem nodig scheen.
Een blijvend succes heeft ook deze
maatregel wel niet gehad.
Van 16 September 1675 dateert
een contract, waaruit wy 't volgende
ontlenen
„Kennelyck sye hiermede aan
jeder mennelijck, dat op den XVI
September 1675 is gemaekt den
naervolgenden contract tusschen
de Schepenen en de Regeerders
der heerlijckheydt Venray ter
eene, ende Wilhelmus Kistemae-
kers ter andere syden ende dat
wedersyts sy'n gestipuleert de
naervolghende conditiën tot het
hernemen ende verbeteren van
de humaniora ofte vyff latynsche
Schooien, alles op aggreatie van
den welled, ende hoochgebiedende
heere derselver heerlyokheydt.
Ierstelyck sal den gemelten Kis-
temaeckers als Rector nu te St.
Michiels de voorseyde schooien
beginnen, ende succesivelyck
neerstelyck continueren met de
assistentie van de h.h. en Arnoldi
Masi ende Caspari ab Heggelsum
als medemeesters ofte hiemaer
met alsulcke andere geestelycke
persoonen, als den heere pastor
met goetduncken van den heere
en schepenen sullen bequaem
vinden, aen de welcke de Rector
Kistemaeckers sal kenbaer macke
de swaericheden, die souden
moeggen vervallen soo inde
directie der schooien, functie der
medemeesters (:die egalyck per
capita het gebeurlyck scholgelt
met den Rector sullen deelen:)
als inde observantie der andere
puncten hiernaer volghende."
Uit dit contract leren wy dus enige
leraren kennen, maar wy zien ook,
dat er sprake is van geheel het col
lege in zyn oorspronkelijke toestand
te herstellen, terwijl men zo zou
zou zeggen, dat de benoeming van
de leraren wederom geheel aan de
gemeente kwam.
Wat daarvan zy, zeker is, dat
Kistemakers zyn taak heoft voortge
zet en met nieuwe tegenwerking
heeft te kampen gehad.
Immers, als hy na een lange
ambtsperiode op 1 Maart 1694
zyn ontslag indient, dan klaagt hy
„over de vermindering van leraren
én studenten, gebrek aan steun van
de kant van hen, die geroepen waren
hem by te staan."
Wy zijn zo geneigd met respect
ep te zien naar deze man, die zovele
jaren zyn arbeid tot heil van de
jeugd heeft verricht. En deze lang
durige handhaving op een verant
woordelijke post spreekt voor hem.
Wie de schuldigen zyn, waarover
hy spreekt, is by gebrek aan gegevens
niet goed uit te maken.
Feit is wel, dat onder zyn bestuur
grovere misbruiken by de studenten
zyn voorgekomen. Al moet men er
wederom niet al te veel waarde aan
hechten, als wy Pastoor Matthias
Roebroek de hulp van de wereldlijke
macht zien inroepen.
De veldwachter of gendarme had
op meerdere plaatsen de taak van
onze surveillanten.
C.S.
uit Gennep.
Christ. Wynhoven te Venray was
voor de som van f 887,— de laagste
inschrijver voor het opbouwen van de
afgebrande woning van P. Broeks
te Vortum.
De nieuwe winterdienstregeling der
Ned. Spoorwegen brengt ook voor het
baanvak Nymegen—Venlo enkele
verrassingen.
Op de allereerste plaats zullen de
oude „kippenwagens" gaan verdwijnen
en zal ook, eindelijk en ten lange
leste, hier beter materiaal komen.
Dat. men in Utrecht ingezien heeft,
dat deze lyn wat materiaal betreft
wel wat stiefmoederlijk bedeeld is, is
misschien de rede, dat we nu het
neusje van de zalm zullen zien ver
schijnen, namenlyk treinen, samen
gesteld uit de allernieuwste blauw
geschilderde doorgangswagons, die o.a.
ook worden gebruikt op de lyn Am
sterdam—Haarlem, Den Haag en
Rotterdam.
Dit zyn dan de voorlopers van de
electrische, maar men meent, dat
men voordien zelfs de Diesel zyn in
trede op deze lyn zal duen en wel in
1952. Maar dat is nog niet alles.
De vroege ochtendtreinen naar Nij
megen en Venlo, die hier resp. om
7.12 en 7.29 vertrekken, zullen op
Zon- en Feestdagen komen te ver
vallen, maar deze zullen worden ge
compenseerd door z.g. late treinen,
waardoor het mogelijk is om uit
Zwolle (v. 20.50) en Nijmegen (v. 22.37)
nog om 23.29 in Venray te zyn en
van daaruit verder te reizen naar
Venlo en Roermond (a. 008), ja zelfs
naar Maastricht (a. 0.58) en Heerlen
(a. 0.58)
Verder kan men vanuit Roermond
(v. 22 25) via Venlo (v. 22.54) nog
naar Venray, waar men aankomt om
23.16 en vandaar kan men dan door
reizen naar Nymegen waar men precies
middernacht arriveert.
Maar denk er aan, dat deze regeling
alleen geldt voor Zon- en Feestdagen.