TWEEDE PEEL EN MAAS 1651 - 1951 Venray's Gymnasium bestaat 300 jaar Naar een nieuwe huurverhoging Uit „Peel en Maas" Uit de geschiedenis van Venray en omgeving. Uit China. SPORT BEL BIJ BRAND 392 ZATERDAG 28TJULI 1951 No." 30 TWEE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Bestaande huizen worden verwaarloosd en onvoldoende nieuwe: bij gebouwd. Voel jaren heeft liet geduurd, voordat de huurverhoging van Januari 1951 zijn beslag heeft gekregen. Telkenmale wan neer huiseigenaren aandrongen op de voor hen zonoodzake lijke stap kwamen de ministers haastig te voorschijn met een antwoord, dat hen weer voor een korte tyd met ledige handen naar huis stuurde. Aan 't begin van dit jaar bezweek men eindelijk in overheidskringen voor de bittere noodzaak. De exploitatiekosten van de onroerende goederen waren zo hoog geworden, dat een langer uitstel met kon worden ge doogd. Hoe staan wij er thans voor ■Het zal een opmerkelijk kranten lezer niet zijn ontgaan, dat wij reeds tweemaal binnen een korte periode de minister van wederopbouw hoorden spreken over huurvei hoging. Nu waren de verklaringen van de minister niet officieel, maar zij waren wel tekenend voor depositie, waarin wij met ons huizenbezit zo langzaam aan zijn geraakt. Het tekoit aan woonruimte behoeft niet nader te worden toegelicht. Minister In 't Veld liei ft ons dik wijls de geweldige aantallen huizen, dio nog gebouwd moeten worden, opgesomd. Hij stelde een plan op, om binnen een ledelijke tormijn aan de ergste huizonnood eon einde te maken en liet zelfs hier en daar doorsche meren, dat in i960 aan de woning jam mei' een einde zou zijn gekomen. De plannen voor de woningbouw werden door de helaas ongunstige omstandigheden verhinderd om tot ontwikkeling te komen. Daar kunnen we Korea weer bij noemen of we kunnen spreken van het nieuwe bezuinigingsplan van de regering, waartoe ook de woning bouw haar steentje zal moeten bij dragen, maar de feiten liggen van daag zo, dat or toch geen schot in zit. De woningbouw is na do oorlog voor een groot deel aan de particu liere sector onttrokken. In de eerste plaats is dit gevolg van de gestegen kosten. Vroeger Jcon iemand nog wel eens een bedrag byeensparen, dat voldoen de was om er een eigen huis voor te bouwen. Die kans viel weg, niet alleen door de hogere belastingen, maar de materiaalpryzen liggen nu eenmaal veel te hoog. Langs deze weg dus geen vergro ting meer van de huizenvoorraad, hoewel velen dringend om woonruim te verlegen zitten. Het bezit vergaat. Nog een tweede en wel de belang ry'ksto categorie van huizenbouwers is verdwenen. Dat zyn zij, die hun geld in een woning plachten te be leggen en uit de opbrengst eer. vast inkomen verwierven. Nu kan men van mening zyn, dat deze mensen nog in grote getale aanwezig zyn, maar de schijn bedriegt hier. Het huizenbezit is by de hui dige huurprijs nog steeds niet ren dabel, ook niet inclusief de 15 pet. huurverhoging. Door bezuiniging op de onder houdskosten, dat wil in de prak- tyk zeggen door verwaarlozing, heeft men nog een exploititatie- overschot. Dat betekent: een doel van het in huizen belegd vermo gen wordt verteerd en de ver vanging van het huizenbezit geschiedt of in het geheel niot of in onvoldoende mate. Voor de zich nog steeds uitbreidende be volking moet er bovendien voel woonruimte bijgebouwd worden. Ook aan deze eis wordt momen teel nog niet voldaan. Wij-Hepen met ons huizenbezit dan ook nog steeds achteruit, gezien de steeds maar toenemende vraag en het onvoldoende opvangen van de slytage door restauratie en ver nieuwing. Vanzelfsprekend hebben zowel ryk als gemeente dit tekort aan bouw activiteit in de particuliere sector opgemerkt. Tal van financieringssystemen zijn er al ontworpen, waarvan het volgen de steeds beter was dan het voor gaande, maar alle steunregelingen stemmen hierin overeen, dat zy onvoldoende zyn om een massale bouwlust op te wekken. Tal van gemeenten evenals ook Venray zyn zelf aan het bouwen gegaan, al dan niet met steun van het ryk. De resultaten hiervan zyn Diet steeds verheffend geweest al mo gen wy in Venray niet klagen maar er kwam tenminste nog woon ruimte by. Naar de chaos. De Regering is inmiddels gekomen met eon drastisch bezuinigingsplan gepaard aan een actie om de crediet- verschaffing zoveel mogelijk af te remmen. Het Ryk heeft niet de middelen om de woningbouw op grote schaal te financieren. Rijke gemeenten moet men in ons land ook met een lantaarntje zoeken, zodat ouk uit die hoek niet veel J? vQrwachten is. Temidden van die malaise komt men op het idee om ook crediet- kranen, waar mogelijk, te sluiten. Wie dus nu met veel moeite en wellicht ook durf een crediet wenst op te nemen voor de woningbouw, ziet zich in die mogelijkheid belem mert. Dat geldt voor de gemeenten, maar na verloop van tyd ook voor de particulieren, die ten einde raad besloten om in strijd met allerenda- biliteitsregels toch maar te bouwen, teneinde voor zichzelf woonruimte te scheppon. Alles bij elkaar zijn de vooruit zichten voor de woningbouw bepaald slecht te noemen, waarbij de oorzaak moet gezocht worden aan de financiële zyde. De investeringen voor de woning bouw kunnon niet beperkt worden, zij dienen eerder te worden gestimu leerd Ziet men deze eis van de tyd onvoldoende, dan zullen wij de cha otische gevolgen daarvan binnen korte tyd roods' voelen, vooral op sociaal terrein. Van overheidszijde is er in do komende jaren niet veel steun te verwachten. Men zal dus in het particulier initiatief zijn toevlucht moeten zoeken. Men zal hier de lust tot het scheppen van zovoel mogelijk woonruimte moeten prikkelen. Een dringende eis daarbij is een sluitende exploitatie, die zo mogelijk ook nog enige marge laat voor inkomensvorming. Dooreen sluitende exploitatie mogelijk te maken, zal men diegenen aantrekken, die alleen voor zelfbewoning willen bouwen. Is er oen mogelijkheid tot 't maken van winst, dan wordt de kring van bouwende burgers al direct veel ruimer De nood steeg. Hoe is het nu mogelijk in deze tijd de huren nog te verhogen, zal menigeen verzuchten. Daar schuilt inderdaad ook de grootste problematiek. Het huur- vraagstuk is nauw verbonden met dat van lonen en prijzen. De huur vormt een goed deol van het gezins budget. Verhoging van huur zonder meer zou grote spanuingen veroorzaken by de loontrekkonden, die by monde van de vakcentrales toch al hebben uitgesproken, dat het water hun tot de lippen is gestegen. By de Regering zal het vraagstuk van de kosten van levensonderhoud zeker by herhaling onderwerp zyn van diepgaande beraadslaging. Het verloop van de pryzen in de naaste toekomst zal hier wel de doorslaggevende factor zyn. Wanneer de tendens tot prijsver laging zich voortzet, dan zal men in de komende maanden zo er enigs zins mogelijkheden zijn, na veel overleg met de vakbewegingen, wel opnieuw enige wijzigingen in het patroon der lonen aanbrengen. Letten wy op de uitspraken van de minister van wederopbouw, dan zal men ook het vraagstuk van huren en woningruimte opnieuw onder de loupe nemen. Dit moet als een noodzakelijkheid worden gezien, wil men de volks huisvesting niet op korte termijn het kind van do rekening laten worden. voor 50 jaren terug No. van 3 Aug.1901 Volgens het hoofdartikel van de redactie had de kermis te Venray 'n groot deel van zijn verheven gods dienstig karakter behouden. Op 26 Juli hield de gemeenteraad een openbare vergadering. Gehandeld werd over een weg naar Oirlo. Over een verzoek van de bewoners van de Langstraat tot plaatsing van een lan taarn staakten de stemmen. Op de kermis kwam te staan 'n inrichting„Seesturm-Fahrt", waar men op kunstmatige wijze een storm op zee kon gewaarworden. Er was ook een mooie mallemolen. Een telefoonverbinding tussen Griendsveen via Horst met Venray zou op io Augustus beginnen. Voor het verdienen van de For- tiuneula aflaat bij do Paters waren honderden vreemdelingen aanwezig. Pater Peregrinus o.f.m. hield op de hem eigen welsprekende wijze de feestpreek onder de hoogmis. Henri Tillemans ontving op 25 Juli te Chur in Zwitserland de wij ding van het Subdiakonaat. De Koninklijk erkende Schutterij „Het Hof" hield een zeer gezellige prjjsverschieting op de wipvogel. De pryzen werden behaald door de leden H. Linders, Jan Janssen en Frans Janssen. Tot gemak van de pelgrims naar Klein Lourdes te Tienray werden enige extra treinen ingelegd. Op 28 Juli hield de handboog schutterij „Rozenjacht" te Maashees bij gelegenheid van de inwijding van een nieuw vaandel een luisterrijk concours voor de zusterverenigingen De dagorde, die hot Gymnasium vroeger volgde, wijkt in vele punten af van do tegenwooidige. Die was uiteraard gebaseerd op het loven, zoals de andere mensen dat leidden.' Men kan die dagorde onderscheiden in een winter en zomerse. Van October tot Pasen begon de studio des morgens om zes uur. Deze werd voortgezet, totdat het eerste teken voor de les word gegeven, zo ongeveer kwart voor acht. Om acht uur begonnen dan de lessen, die dunt den tot tegen 10 uur. Gezamenlijk begaven zich dan de leerlingen naar de parochiekerk, om de H. Mis by te wonen. Men merke erbij op, dat van veelvuldige en dagelijkse H. Communie geen sprake was en dat de jongens golegenheid hadden gebad om te ontbijten vóór de studie van zes uur. Van 11 tot 12 uur was het dan wederom studie. De lessen des middags werden gegeven var. half twee tot. vier uur en van vyf tot zeven uur had men wederom studie. De zomerso dagorde van Pasen tot het einde van het schooljaar onderging in de namiddag geen ver andering, maar des morgens begon de studie om vyf uur. Van zeven tot half acht was men dan vry, maar van half acht tot tegen tien uur waren de lessen. Coninx bracht in 1785 weinig ver andering in deze dagorde. Wat het schooljaar zelf betreft dat liep in Venray van Sint Michiel (30 September) tot Sint Michiel. Dadelijk doet zich dan de vraag ophadden de studenten dan geen vacantie? A priori kunnen wij wel zeggen, dat die er geweest isde boog kan niet altijd gespannen bly- ven. En vacantie is noodzakelijk, Dagorde en Vacantie evengoed al de welkome afwisseling van een vrije dag of van een opge wekte feestviering. Toch is uit de eerste ty'den daar over weinig bekend, behalve dan, dat wy weten, dat op Zon- en feestdagen geen les werd gegeven en dat er twee vrye middagen waren. nl. op Dinsdag en Donderdag. Conincx hield zich aan dat gebruik vast, al maakte hy de beperking, dat de vrye middag verviel, als er in de week al een feestdag was geweest. Als vacantietyd stelde hy vast: de hele maand September, verder als Kerstvacantie 24 December tot 2 Januari en als Paasvacantie van Palmzondag tot en met Zondag na Pasen. Hiermede was echter niet gezegd, dat de studenten van buiten Venray dan ook naar huis gingen. Het is b.v. bekend, dat pas in 1901/1902 de studenten de Korsttyd by hun familie gingen doorbrengen. Voor hot overige kunnen wij wel aanvaarden, dat de lessen nog al eens weggevallen zyn, als wy alleen al letton op de talryke verplichte feest dagen van toen. De vrye tyd bracht men overigens door met gepaste en ook wel eens ongepastevermaken. Sinds 1785 was voorgeschreven, dat op de speel plaatsen gelegenheid moest zyn tot beugelen en kegelen. Toen echter bleven nog verboden elk spel, dat lichamelijk schade of gevaar kon op leveren of met uitspatting zou kun nen gepaard gaan. Uitdrukkelijk worden genoemdkaarten, dobbelen, schaatsenrijden, baden en het bezoek aan herbergen. Maar over deze vormen van vermaak spreken wy nog by Orde en Tucht. C.S. Hoe oud is Venray? Niemand kan eigenlijk nauwkeurig bepaald aangeven, wanneer precies een stad of dorp ontstaat. Hoogstens kan men soms nader bepalen, wan neer op een of ander terrein zich meer stabiel mensen hebben geves tigd. Zeker is wel, dat Venray reeds in de dertiende eeuw cijs een gemeen schap voorkomt. Men spreekt dan in sommige docu menten al van Rhode en later van Rade. Wy echter in tegenstelling met dames en heren willen graag aan ons dorp een grote ouderdom geven ten teken van zyn eerbied waardigheid. En het bekende verhaal van Sint Oda zou daar zyn om te bevestigen, dat Venray reeds al» een soort gemeente bestond in de achtste eeuw. Venray had natuurlijk toen nog niet de aantrekkelijkheid van heden met zyn mooie omgeving. Grote en uitgestrekte terreinen waren nog ni6t ontgonnen, men had er gevaarlijke moerassen, onafzienbaar was de woeste en kale heide en wild groei den de bossen er in de omgeving. Maar langs de „Rode" of de weg door het ven, zouden zich toen al hardwerkende en noeste landbouwers gewoond hebben, die met hun ijzeren lichaamskracht en primitieve midde len bloeiende landerijen wisten te vormen. En nu komt het verhaal, dat legende of historie toch nog altijd St. Oda in hoge verering houdt by ons gelovig volk. Zy was een dochter uit een konink lijk Schots geslacht en zij zou ter bedevaart getrokken zyn naar Luik, om daar by de overblijfselen van Sint Lambertus door een vurig gebed door zijn voorspraak het wonder te zien var. de genezing van haar blindheid. En werkelijk zou zy er het gezicht herkregen hebben. Dan reisde zij heen naar het middelpunt van de Christenheid, Rome. Vandaar zou zy dan zich gevestigd hebben in de wijde Peel. Met een dienaar en twee jonkvrouwen zou zy daar gewoond hebben in de tyd dat St. Hubertus gestorven is. Blijde en tevreden zou zij daar verbleven hebben, en zij zou toen ook voorspeld hebben, dat haar woning eens de plaats zou zyn, waar vrome maagden nacht en dag de Heer zouden prijzen. Die voorspelling zou dan vervuld zyn, toen het kloos ter begon op de prachtige en wijde terreinen, wa'ar nu nog de uitgebreide gebouwen van „Jerusalem" staan. Ook toen kende men het oorlogs geweld, de oorlogsslachtoffers en beroofde men anderen van de vrede en de rust. „Luyden uit Wickrade" zouden het Sint Oda met haar gevolg zeer lastig gemaakt hebben. Lange tijd en geduldig verdroeg zy allerlei plagerijen en overlast. Maar ten uit Venray, Merselo en Overloon. De eerste pry's won Diana Venray, de tweede St Anna Venray, de derde St. Hubertus van Merselo ên de vierde Vriendenkring van Overloon. slotte was zy gedwongen naar elders te vertrekken. De moeilijkheden werden te groot. Dat vertrek viel haar bitter en zwaar. En toen zy tussen Venray en Merselo op een hoge heuvel geklommen was, keerde zy zich om, een laatste blik wierp zy op het dorp, dat zozeer haar genegenheid had. Dan knielde zy neder en bad vurig tot God om ryke zegen over Venray. Die zegen ontving de goedo bevolking in het tijdelijke en nog meer in het geeste lijke. En het volk noemde de heuvel de „omsionde berg" en plaatste er een Kruis tor herinnering aan het feit. Een hofkapelaan van het Oostenrijkse Huis te Venray Volgens een oude overlevering zou te Venray een hofkapelaan van het Oostenrijkse huis rustend hebben doorgebracht. Hy zou dan in het bezit geweest zyn van eigen paramonton voor het lezen van de H. Mis. Zo zou de parochie Venray in het bezit gekomen zyn van een albe en een rochet mot echte, prachtige Bra bantse kant. Hoeverre de overlevering op waar heid steunt, kan natuurlijk niot zo gemakkelijk onderzocht worden. Een aanwijzing ervoor vindt men wel in de keizerlijke dubbele arend, die men behalve engelen-figuren en ornament- werk er vinden kan. Muurschilderingen in de parochiekerk te Venray In 1874 werd besloten de oude muurschilderingen in de Parochiekerk op te halen. En de ijverige Pastoor Henricus "Wilhelmus Hubertus van Haeff liet geen half werk doen. De vroegere figuren werden toen allen hersteld, behalve die van de Zuider- of Marktbeuk. Deze waren niet meer te onderscheiden, maar werden volgens het plan van de overige figuren bijgewerkt. Toen werd ook by de Koorafsluiting het beeld van de H. Maagd Oda aangebracht. Het meeste werk het zy tot lof en navolging gezegd werd verricht door Venrayse kunst schilders. Tot hen behoorde de kunstminnen de koster Karei Hubert Vermeulen. Een ander was Louis Custers, die door een ongeval ontijdig aan zyn einde kwam. Bij de beschildering van de kerk te Oirlo viel hy van het steiger. Hy overleefde de val slechts een paar uren. Oirlo Het dorp Oirlo werd omstreeks het jaar 1279» verkocht door Graaf Hendrik van Kessel aan Graaf Rey- nald I van Gelder. In dat dorp lag een hof, genaamd ,,'t genen Holt". Die hof behoorde aan Herman van Hout. Zyn zoon Dirk van Hout, die getrouwd was met een Elisabeth, waren later de eigenaars, maar wilden de hof in erfpacht uitgeven. Daarvoor stelden zij ten overstaan van de schepenbank te Oirlo op 15 Februari 1425 de voor waarden vast. Gadert van Beeck genoot de tien den van Oirlo, maar dted er in 146O afstand van. Toen werd Sybe Jordens van Roermond er mede beleend od wel op „sente Elyzabethen dach vir- ginis", dat is op 19 November 1460. Die belening geschiedde door Hertog Arnold. Hoe staat het op dit ogenblik met de emigratie van Nederlanders naar Australië, Nieuw-Zeeland, Canada, Zuid-Afrika en Brazilië? Op deze vraag gaf ons de Commis saris voor de emigratie, mr. ir. B.W. Haveman, het volgende antwoord Het aantal Nederlanders, dat het land verlaat om elders in de wereld een nieuwe toekomst op te bouwen, beweegt zich nog steeds in stijgende lijn. In de eerste 4 maanden van 1951 werd een totaal bereikt van 14.000 emigranten, dat is evenveel als het totale aantal in 1949. Op 1 Juli j.l. was 't aantal van 21 000 overschreden. De grootste moeilijkheden werden de laatste tijd ondervonden met be trekking tot de emigratie naar Australië wat omstreeks 1 Mei is begonnen met het invoeren van een veel stren gere selectie. Toegelaten werden toen alleen vakbekwame werkkrachten. Van de 7000 liefhebbers voor emigra tie naar dit land, die op dat ogenblik stonden ingeschreven werden er maar 700 toegelaten. Op het ogenblik zyn er echter aanwijzingen dat ook weer ongeschoolden in grotere getalen toe zullen worden gelaten. Momenteel blijkt de grootste belang stelling van de emigranten uit te gaan naar Nieuw-Zeeland Juist in het begin van deze maand is men met de Nieuw-Zeelandse re gering tot overeenstemming gekomen over het emigroren van Nederlanders uit alle beroepen behalve voor ad ministratief personeel en intelectue- len, terwyl ook een voorbehoud zal worden gemaakt ten aanzien van de gehuwden. Wel is het thans mogelyk z.g. „prefabricated" huizen mee te nemen. Nieuw-Zeeland verleent daar- by veel medewerking, zoals vrijstel- ling van invoerrechten, terwyl ook door de regering daar credieten wor den verstrekt voor het aankopen van grond en het bestrijden der bouwkos ten.'Daarvan kunnen echter alleen die bevoorrechten profiteren, die in staat zyn zelf de aanschaffing van 'n dergelijke montagowoning te bekosti gen. De regering bestudeert de mo gelijkheid om deze huizen in grotere aantallen naar Nieuw-Zeeland te ver schepen. Canada Wat Canada betreft, in het eerste halfjaar van 1951 vertrokken naar dit land 9000 emigranten, terwijl er nog 4000 wachten op vorvoer. Alle vliegtuigen en schepen zyn volgeboekt. De oorzaak van dit wachten op vervoer moet voor een groot deel worden gezocht in het feit, dat men zich te laat aanmeldt. Wie van plan is het volgend jaar naar Canada te vertrekken doet er goed aan zich nu reeds te melden, opdat men tijdig een overzicht heeft van de behoeften aan vervoersmogelijkheden. Nader wordt de mogelijkheid on derzocht tot hot opnemen van niet agrarische arbeidskrachten in Canada. Met de Minister van Arbeid van Znid-Afrikn heeft hier onze Nederlandse re gering kort geleden besprekingen gevoerd. Zuid-Afrika wenst hoofd zakelijk geschoolde werkkrachton. De regering zal echter de mogelijk heden onderzoeken voor emigratie van andere groepen arbeidskrachten. De Zuid-afi ikaanse Minister tornde tijdens zijn bezoek veel belangstelling voor de opleiding door de Nederlandse Rykswerkplaatsen. Hy heeft beloofd met zyn regering overleg te plegen over het opnemen in Zuid-Afrika van Nederlauders, die in deze werkplaatsen zyn opgeleid. Brazilië Over Brazilië tenstottekon de heer Haveman goed nieuws mededelen. De Nederlandse regering heeft on langs haar goedkeuring gehecht aan het plan van de Christelijke Emigra tie Centrale tot het vormen van een Nederlandse kolonie in dit land. Een 50-tal Nederlandse families voor namelijk uit de ontginningsgebieden in het oosten zullen naar Brazilië kunnen vertrekken. Snbsidie-regeling De heer Haveman vertelde tenslot te iets over de subsidie-regeling. In beginsel kan iedereen, die wenst te emigreren, recht doen gelden op sub sidie, mits hy krachtens zijn persoon lijke welstand daarvoor in aanmer king komt en mits er een voor de Nederlandse regering aanvaardbare regeling bestaat met het betreffende land over het opnemen van onge schoolde naast de vakbekwame ar beidskrachten. De laatste tyd is gebleken, dat van de subsidieregeling in verschillende gevallen en op vaak geraffineerde wy'ze misbruik wordt gemaakt door mensen, die zelf over voldoende mid delen beschikken. Er zyn zeer stron- ge controle maatregelen genomen om aan die misbruiken een einde te maken. Emigratie ook voor de Middenstand Ook de middenstand hoeft begrepen, dat emigratie naast industrialisatie een middel genoemd mag worden om tot een oplossing te geraken van het vraagstuk van de bevolkingsaanwas. Voor de emigratie der middenstan ders geldon daarby nog de over wegingen, dat de aanwas voor ge- noemde stand een zeer duidelijk „te veel" betekent en dat de middenstand zich gemakkelijker aan nieuwe om standigheden zal kunnen aanpassen dan de arbeiders. Dit waren de woorden van de com missaris der koningin in do provincie Noord-Brabant, prof. dr. J. E. de Quay, op de emigratiedag voor dediocesano middenstand in Den Bosch. Prof. de Quay sprak over de ontoereikende werkgelegenheid in Brabant. De kinderen kunnen onmogelijk allen in het beroep van de vader een bestaansmogelijkheid vinden. Emigroren is hard, maar nood zakelijk. Daarvoor zyn nodig: voor lichting, selectie en vorming, waarby eon .grote dosis nuchterheid van de zyde van de emigrant onontbeerlijk is. Veel behartenswaardigs is op deze emigratiedag voor de Bossche midden stand door verschillende deskundige sprekers gezegd. De regeringscommissaris voor emi gratie-aangelegenheden, mr. ir. B. W. Haveman, deelde mee, dat de regering van Nieuw-Zeeland in begin sol bereid is&evonden het land voor alle beroeps groepen open te stellen. Wanneer gezinnen naar Nieuw- Zeeland wensen te emigreren, moet huisvesting aldaar verzekerd zyn. De regeringscommissaris sprak met waar dering over het werk van mgr. Hansen, in Canada verricht. In 1950 zyn 7000 Nederlanders naar Canada vertrokken. Dit jaar gaf zich het dubbele van dit aantal voor emi gratie naar Canada op. Men zal al het mogelyke doen om een schip te char teren waarmee nog 2000 emigranten naar genoemd land in September aanstaande zullen kunnen vertrekken. Pater Arteinins Halst o.f.m. van Peking naar Hongkong Bij het Provincialaat der Minder broeders te Weert is telegrafisch een bericht binnengekomen uit Hongkong, dat daar behouden zyn aangekomen de Hoogeerw. Pater Albertin. Potveer en de Paters Maternus Dassen, Abdi- as van de Sande, Artemius Hulst en Stanislaus Mulder. Deze vyf Paters bedienden sinds geruime tyd een parochie in do stad Peking en werkten er niet zonder succes. De laatsto 2 maanden echter werd hun het werk daar practisch onmogelijk gemaakt. De toestand is daar momenteel zo, dat do aanwezig heid van Europese missionarissen geen nut meer afwerpt. Daarom werd besloten bij de regering vergunning aan te vragen om het land te verla ten, wat hun na enige moeite ook gelukte. Pater Potveer was de laatste buitenlandse pastoor van Peking. Pater Dasson, die na de oorlog nog niet op verlof is geweest, zal naar Nederland komen. De andere Paters vertrekken naar andere missies. De hier in Vonray zo bekende Pa ter Artemius Hulst heeft dus weer alle pech. Duurdo het eerst lang voor hy zyn missie-ideaal kon volgen, do eerste reis strandde in Italië, waar door een scheepsbrand al zyn bezit tingen verloren ging en Pater Arte mius moest terugkeren, thans is hy uit het Rode China verdreven. Waar zijn nieuw missie-gebied zal zyn is nog niet bekend. Schietwedstrijd „Sint Anna" Onder grote belangstelling vonden alhier de jaarlijkse schietwedstrijden plaats van de schuttersgilde St. Anna op de schietbaan aan de Beekweg. Na felle stryd werden de volgende pryzen behaald a. Groot geweer 1 Sj. Claassen 2 J. Maas 3 J. Sanders 4 J. Coppus 5 Daniëls 6 M. Jans Beken 7 G. Royackers 8 A. Odenhoven 9 A. Hendriks 10 A. Sanders 11 A. Robben 12 W. Janssen Windbuks 1 Lenssen 2 J. Sanders 3 A. Robben 4 A. Odenhoven 5 A. Hendriks 6 W. Janssen 7 Pirlo 8 Mej. Sanders Vrye hand 1 G.Flinsenberg 2 G. Royackers 3 A. Sanders 4 J. Sanders 5 A. Odenhoven Als aardigheid dient nog te worden vermeld dat ook do laagst geklasseer- den dus de minder gelukkigen ook enige prachtige prijzen in ont vangst mochten nemen.

Peel en Maas | 1951 | | pagina 3