TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Venray's Gymnasium bestaat 300 jaar Uit de geschiedenis van Venray en omgeving. Uit „Peel en Maas" qee^t daaicrn qui Qók het qtóte qezin Jaarmarkt Zaterdag 19 Mei 1951 No. 20 Twee en zeventigste jaargang Onder Pruisen Al heeft volgens het spreekwoord de beste Pruis nog een paard gestolen, we mogen en moeten toch erkennen, dat de Pruisische Koningen, onder wier heerschappij Venray kwam te staan, voor het onderwijs in hun Rijk zich wel verdienstelijk hebben ge maakt. Pruisen, dat eerst Hertogdom was, werd in 1700 door Leopold I, Keizer van het Duitse Rijk tot koninkrijk' verheven in ruil voor de belofte van hulp in de Spaanse Successie-oorlog. Na Frederik I, die van 1701-1713 regeerde, kwamen Frederik Wilhelm (1703 1740), Frederik II de Grote (1740—1786 en Frederik Wilhelm II (1786-1797). Deze drie vorsten hebben bij hun zorgen voor goed onderwijs ook het hun toebedeelde Gelders Overkwartier niet vergeten. En vooral Frederik de Grote interesseerde zich voor een goede reorganisatie van de lagere en hogere scholen in dit gebied. Het is wel een eigenaardige samen loop van omstandigheden, dat deze reorganisatie met beleid en kracht werd tot stand gebracht door de be kende Raadsheer, Peter Coninx. Want de familie Coninx was uit Venray afkomstig en de eerste Rector van het Gymnasium, Coswinus Coninx stamde uit dezelfde familie. Deze familie verhuisde uit het mooie Peeldorp omstreeks 1713 naar Gelder. Daar zag onze Peter 18 Augustus 1746 het licht van dit aardse leven. Hij was een knappe kop en maakte zyn hogere studiën aan de Universi teit van Leuven. In 1779 was hij lid van het Hof van Justitie. Hij vestigde de bijzondere aandacht op zich door een geschrift, dat tot titel droegQuelques remarques sur l'éducation publique dans la Guelre prusienne. Het werk werd aangeboden aan de toenmalige Minister van Justi tie, baron von Zedlitz. En als nu op November 1779 het schoolwezen geheel werd onderworpen aan het toezicht van het Hof van Justitie, lag de nieuwe levensweg voor deze Coninx open. Hem werd de reorga nisatie van het katholiek onderwijs in het Gelders Overkwartier opge dragen. Zoals zyn voorvaderen, was Coninx katholiek en het moet hem tot zyn eer gezegd wordenhy is blijkbaar by zyn hervorming geleid door hoog staande bedoelingen. Dat blijkt uit zyn instructies, reglementen enz. Toch was hy niet volkomen zuiver in de katholieke leer. Duidelijk bly'kt dat uit zyn boek oveiRechtvaardi ging der wet op do echtscheiding der KatholiekenOver godsdienstig neutralisme met betrekking tot de huwelijken der Katholieken in Prui sische en andere Staten. Maar dit werk zag het licht, toen Venray al met de Fransen had kennisgemaakt. Voor het Gymnasium te Venray heeft hy ondanks zyn beginselen, die toen en nu niet aanvaard kunnen worden, zijn bijzondere verdiensten. Want door zyn toedoen werd de weten schappelijke opleiding aanzienlijk verbeterd. En omdat hij het katholiek karakter van de school tenminste practisch handhaafde, hebben hier onjuiste princiepen geen nadeel gehad. De eerste taak van deze doortas tende man is geweest het lager onderwys op betere leest te schoeien. Maar dan wijdde hij al zyn aandacht en gaf hy al zyn kracht aan de doel- matige reorganisatie van de Latijnse Scholen.' Hy begon met een stevige finan ciële basis te leggen. Op zyn voorstel en aandringen verscheen 16 October 1783 een verordening van de Rege ring, waarby de kloosters met vaste goederen, o.a. Jerusalem te Venray, verplicht werden jaarlijks een som te storten voor het nationaal school fonds. Men kan er buiten blijven, in hoeverre die verordening billijk en rechtvaardig was, wel kan men eruit concluderen, datfeitelyk het katholiek onderwys een zuivere regeringszaak geworden en dat de kerkelijke auto riteiten, met de Bisschop incluis, weinig of geen invloed hadden. Dan pakte hy het onderwijs zelf aan. En hy begon met opheffing van alle latynse scholen in geheel het Gelders Overkwartier, uitgezonderd alleen die van Gelder enVenray. Zy bleven nu als geautoriseerde scholen bestaan. Door een school reglement zou echter het onderwys nader worden geregeld. Filmvoorstellingen te Oirlo en Oostrnm. Door de Nederlandse Vereniging Ex Politieke Gevangenen (uit de be zettingstijd) wordt heden Zaterdag 19 Mei, 's avonds om acht uur in de zaal van de Heer Rongen te Oirlo een filmprogramma vertoond over de Duitse concentratiekampen, onder de titel „OPDAT MEN NIET VERGETE" benevens de film „Huis over de Baai" De opbrengst van deze voorstelling is bestemd voor de Sociale Kas der Vereniging, ten gunste der nagelaten betrekkingen van de slachtoffers in de Duitse concentratiekampen. Het offer, dat deze Nederlanders brachten, was het hoogste wat zy konden geven, laten wy daarom onze dankbaarheid tonen, door allen deze voorstelling te bezoeken. Eenzelfde voorstelling wordt te Oostrum gegeven op Woensdag 23 Mei in de zaal van den heerLinders eveneens om acht uur. Petrns Jacobas Wennekers ofm. Petrus Jacobus Wennekers was een zoon van de Gennepenaar Paulus Wennekers, die later het ambt van chirurgyn-vroedmeester uitoefende te Amsterdam. Zyn moeder heette Maria Haselkamp. Onze Petrus werd geboren 7 Febr. 1784 te Amsterdam, waar hjj gedoopt werd in de jammerlijk afgebroken kerk „De Boom". Toen hy zich geroepen voelde tot priester in de Orde van de Minder broeder, deden zyn ouders hem in de kost te Venray, waar hy met groot succes aan de Latynse school zyn humaniora volbracht. Hy heeft een grote en gewichtige staat van dienst gehad. Het meest merkwaardig klinkt het nu voor ons, dat hy by het herstel van de kerkelijke hiërarchie als fran ciscaan benoemd werd tot deken van het dekenaat Delft. Hijzelf en anderen hebben er niet veel plezier van gehad, want hy overleed reeds 2 Mei 1854. Johannes Hubertus Maesen De naam Maesen heeft in Limburg en speciaal onder de geestelijkheid van het Bisdom Roermond een be kende klank. Een Joannes Hubertus Maesen werd geboren op 10 Maart i830te Pey-Echt. Hy werd priester gewyd 8 Maart 1856 Op 27 October van dat jaar werd hy kapelaan te Wanssum. Daar bleef hy werkzaam tot 1865. Hy was ver volgens kapelaan te Schinveld, rector te Sweijkhuizen en pastoor te Bom. Joannes Antonins Thomassen Joannes Antonius Thomassen werd geboren op de feestdag van Sint Franciscüs van Assisi, 4 October 1822 te Venray. Hy werd priester gewyd op 1 September 1850. Op 1 October 1858 werd hy rector te Castenray en op 4 October 1873, op zyn 51ste ver jaardag dus, pastoor te Hoensbroek. Familie Roebroek Toen Mathias Roebroek in 1666 pastoor te Venray geworden was, schijnt zyn familie hem hierheen ge volgd te zyn. Want zyn moeder en ook zyn zuster Anna zyn te Venray overleden. Ook ontmoeten wy een Hubertus Roebroeck, die vicaris was van het H. Kruisaltaar en tevens onderwijs gaf aan de latynse school. Yeltum In de kapel te Veltum bevond zich een raam, waarop de beeltenis van de heilige Matthias was aangebracht. Men kan zich afvragen, waarom juist St Matthias hier afgebeeld werd. Maar deze vraag is snel opgelost, als men weet, aat Pastoor Matthias Roebroecx in 1681 dit venster ten geschenke gaf. voor 50 jaren terug No. van 18 Mei 1901 Een overgrote menigte trok mede met de processies van de Kruisdagen. Th. Zeegers van Blitterswyck, leerling van Venray's Normaalschool, slaagde te Maastricht voor onder wijzer. De markt van 15 Mei was bij zonder druk bezocht en de handel was levendig. Biggen waren er in overvloed. De Venrayer, M. J. Janssen, ka pelaan te Well, werd benoemd tot pastoor te Meerlo. By Gerardus Sanders werd door een kip uit 11 eieren 12 spring levende kuikens gebroed. Te Merselo werd -een nieuwe handboogschutterij opgericht, die Sint Hubertus als patroon nam. President werd A. van Stiphout. Voor de tweede maal wist de Heer Snijders zich het koningschap van de handboogschutterij „Rozen- jacht" te Maashees te verwerven. Aan Henricus Franciscüs Hu bertus Trynes te Venray, werden brieven van meerderjarigheidsver klaring of venia aetatis verleend. UW STEUN stelt UW RODE KRUIS in staat zyn vele taken van naasten liefde te verrichten ZIJN HUIS Dinsdag werd in het Casino te j 's Hertogenbosch het derde nationale congres gehouden van het Katholiek j Instituut voor Volkshuisvesting. Het congres werd onder meer bijgewoond door de minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting, mr.J.In 'tVeld. De voorzitter van het instituut, J. Alders, zeide in zyn openingswoord onder meer, dat in de periode 1946 tot 1951 de kubieke inhoud der huizen is gedaald van 288 m3 tot 236 m3. Naar hy verwacht zal deze daling zich nog voortzetten. Het zogenaamde opschuivings systeem, door de minister voorgesteld, aldus de voorzitter, wekt weinig of geen vertrouwen voor de practyk. Het zou onverstandig znn, zo meende de heer Alders, om behoorlijke woon ruimte te onthouden. De voorzitter noemde de bouwstop verontrustend en kon deze niet rijmen met de eis tot productieverhoging. Minister In 't Veld zeide in zyn rede onder meer, dat het niet in de be doeling ligt om geen huizen meer te bouwen voor grote gezinnen. Dit hangt echter ten nauwste samen met de situatie, die in olke gemeente anders is. Volgens de minister is de gemiddelde woning grootte thans op vóóroorlogs peil. Er is momenteel een tekort van tweehonderdvyftigduizend woningen. In Maart j 1. waren vyfenvjjftigduizend woningen in aanbouw. De minister kon de afgekondigde bouwstop niet beschouwen als een teken van onrust, althans voor wat zyn beleid betreft. Eind Mei zal geleidelijk aan de bouw stop worden opgeheven. Overigens, aldus de minister, houdt de bouwstop geen enkele beperking in van het bouwprogramma. Er was alleen niet voldoende kapitaal. Er werd een resolutie opgesteld, waar in men o.a. als zyn oordeel uitspreekt, dat: De voorgestelde wetsontwerpen zo danig gewijzigd dienen te worden, dat op nationaal niveau slechts datgene wordt geregeld, wat van nationaal belang is en dat de regeling van ge westelijke en plaatselijke belangen aan de geëigende plaatselijke en ge westelijke organisaties worden over gelaten. Dat de ongemotiveerde voorkeur voor bouwkasspaarders by verlening 7an subsidies en overheidscredieten uit de voorgestelde wetsontwerpen 'dienen te worden verwijderd en. dat steun van de gemeentelijke overheid bij bevordering van eigen woningbezit ook aan anderen dan alleen arbeiders of daarmee gelykgestelden ten goede moeten kunnen komen. Dat de centraliserende tendenzen van de voorgestelde wetsontwerpen zodanig dienen te worden herzien, dat ook op dit terrein van de volks huisvesting het beginsel der subsi diërende werkzaamheden tot zyn recht komt en het eigendomsrecht zoveel mogelijk onaangetast blijft. Dat garanties dienen te worden ge schapen voor een zodanige samen stelling van de Raad voor de Volks huisvesting en de Ned. Woningraad, dat daarin de verschillende levens beschouwelijke stromingen in het Nederlandse volk volledig tot hun recht kunnen komen. te VENRAY Maandag 21 Mei

Peel en Maas | 1951 | | pagina 3