TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
1651 - 1951
Venray's Gymnasium
bestaat 300 jaar
Waar het om gaat
Waakzaamheid ter voor
koming vanbos-en heidebrand
De voeding,
van ons volk
Katholiek Maatschappelijk
werk in het Dekenaat Venray
Uit „Peel en Maas"
ZATERDAG 28 APRIL 1951
No. 17
TWEE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
Burgemeester en "Wethouders van
Venray achten hot noodzakelijk nog
eens aan te sporen tot de meesi
mogelijke waakzaamheid met betrek
king tot het voorkomen en blussen
van bos- en heidebranden.
De aandacht zy daarom andermaal
gevestigd op het navolgende:
Het is bekend, dat by een ver
blijf in de bossen en de heide, by
droog weer en spociaal in het warm
jaargetijde de minste onachtzaamheid
de grootste nadelige gevolgen kan
hebben.
Het wegwerpen van een nog bran
dende lucifer of van een eindje sigaar
of sigaret of het wegvliegen van
vonken van sigaar, sigaret of pyp,
schijnbaar van geen betekenis, kan
brand doen ontstaan en aldns een
strafbaar feit opleveren volgens art.
429 van het Wetboek van Strafrecht
waar o.m. een straf van 14 dagen
hechtenis of f 100.— boete wordt
bedreigd degene, die door gebrek aan
de nodige omzichtigheid of voorzorg
gevaar voor bos heide helm, gras-,
en veenbrand doet ontstaan.
Het strafbaar feit is ook reeds
aanwezig door onvoorzichtigheid met
vuur, ook zonder dat nog brand ont
staat.
Het roken in de bossen en licht
brandbare heide is dus in het alge
meen ABSOLUUT VERBODEN, ter
wijl ook TEN STRENGSTE VERBO
DEN is, het, om welke reden dan
ook, zonder vergunning van het
bevoegde gezag, aanleggen van vuur
in of in de nabijheid van bossen en
heide, hetwelk steeds direct, dus ook
aJ zonder dat brand ontstaat, straf
baar is, volgens hetzelfde artikel 429
dat verbiedt op straffe van 14 dagen
hechtenis of f 100.— boete het aan
leggen, voeden of onderhouden van
een vuur op zo korte afstand \an
gebouwen of goederen, dat daardoor
brandgevaar kan ontstaan.
In dit verband wordt er nog met
de meeste nadruk op gewezen, dat
kinderen niet zonder toezicht in de
bossen of heide mogen verblijven,
aangezien de ervaring leert, dat de
jeugd zich gaarne onledig houdt met
hot spelen met vuur, of het doen
ontstaan van kleine branden, waarvan
vaak de gevolgen niet zijn te over
zien.
Dringend manen wy de ouders en
verzorgers aan, in deze hunne grote
verantwoordelijkheid wel te beseffen.
2. Wanneer een bos- of heibrand
is ontstaan, moet degene, die zulks
het eerst ziet, er voor zorgen, dat
daarvan terstond kennis worde ge
geven by de Burgemeester of bij de
Politie, opdat onverwijld maatregelen
kunnen worden genomen om de brand
in zijn voortgang zoveel mogelijk te
stuiten.
Venray, 18 April 1051.
Yerbod van lopen
in de bossen.
De Burgemeester van Venray brengt
nogmaals ter algemene kennis, dat
het, met het oog op het grote brand
gevaar, verboden is in de gemeente
bossen zich op te houden.
Aan de bossen zyn plaatjes aange
bracht „Verboden toegang".
Aan dit verbod zal streng de hand
worden gehouden en bij overtreding
onmiddellijk procesverbaal worden
opgemaakt.
Tegen degenen, die de geplaatste
bordjes mochten verwijderen, ver-,
plaatsen of beschadigen, zal met
strengheid worden opgetreden.
Venray. 18 April 1951.
VERBOD VAN ROKEN.
Ter voorkoming van gevaar voor
bos-, heide-, gras- en veenbrand.
WAARSCHUWING.
De Burgemeester van Venray her
innert de ingezetenen aan het besluit
van Burgemeester en Wethouders dd.
11 Juni 1925, waarbij ingevolge het
bepaalde by artikel 429 sub 4 van
het Wetboek van Strafrecht ls VER
BODEN het roken in alle bossen,
veen-, turf- en heidegronden 6n tot
op een afstand van tien meter hier
van op alle daardoor, daarin, daar
langs of daarby gelegen wegen, voet
paden of open plaatsen of terreinen.
Dit besluit is op de wy'ze bedoeld
in artikel 203 der gemeentewet,
dezelfde dag afgekondigd en direct
in werking getreden.
Aan dit besluit zal zeer streng de
hand wordeu gehouden en by over
treding onmiddellijk proces verbaal
worden opgemaakt.
Venray, 18 April 1951.
De eerste aanval op zijn bestaan afgeslagen
Wanneer een klooster, instelling of
welke organisatie ook door uitwen
dige omstandigheden opgeheven of
vernietigd wordt, dan lijkt het ons
een bewijs van innerlijke voosheid,
wanneer bJJ betere tijden de energie
ontbreekt tot herleving.
De ijzeren wilskracht om koste wat
het kost het Venray's Gymnasium in
stand te houden, opnieuw tot bloei
te brengen en de tegenslagen te over
winnen, is het klaarste bewys, dat
deze inrichting een levend en blijvend
deel heeft uitgemaakt van Venray's
Gemeenschap.
De eerste strijd om het bestaan
moest al heel gauw gevoerd worden.
Een onverwacht verzet bedreigde de
Latijnse School m9t ondergang, toen
zy nog ternauwernood haar eerste
schreden gezet had op de loopbaan
van de eeuwen. Dat verzet was on
verwacht, omdat dit kwam van een
zijde, waarvan men dit niet verwacht
had.
Sinds ion hadden de Paters
Jezuïeten een College te Roermond.
Zy hebben dat geleid en bestuurd
met succes. Maar dit College schijnt
zich bedreigd te hebben gevoeld door
de talrijke nieuwe Latijnse Scholen,
die in dichte nabijheid werden opge
richt. Men zal achteruitgang gemerkt
hebben in het aantal studenten en
met zekere bezorgdheid zal men in
de toekomst gekeken hebben.
Zeker in elk geval is, dat vanuit
Roermond hevig geageerd werd by
de Gouverneur Generaal tegen het
Gymnasium van Venray. Dat was
dan in 1055. En men verrichtte geen
half werk: men eiste niets minder
en niets meer, dan de onmiddellijke
opheffing van de school.
Van wie zyn de krachtige pogingen
uitgegaan?
Zeker is, dat met goedkeuring van
het Gemeentebestuur van Roermond
dit is gebeurd. Öok voor deze Ge
meente immers hebben dezelfde
redenen gegolden tot behoud en ver
steviging van het College, als die by
andere burgerlijke Overheden beston
den. Dat de Paters Jezuïeten echter
niet vreemd zouden geweest zyn aan
die actie, mag men gerust aanvaar
den. Het was trouwens hun goed
recht voor het bestaan en de gezonde
ontwikkeling van hun College te
vechten.
Wanneer men echter de motieven
nagaat, waardoor zij aan hun eisen
kracht wilden bijzetten, dan is ook
in deze zaak te onthouden, dat men
om het mindere te krijgen, graag
wat overvraagt.
Wat voor redenen bracht men
namelijk zo al in, om de eis tot op
heffing te rechtvaardigen
De eerste was dezeeen te groot
aantal scholen van hoger onderwijs
moet oorzaak worden, dat men een
te grote verdeling van het aantal
leerlingen krijgt. Een school met een
geringe bevolking kan echter nooit
krachtig de vleugelen uitslaan. Men
krygt. uiteraard dan ook weinig
„knappe koppen" by elkaar. Zo zal
ook de onderlinge naijver verslappen
Als een andere reden gaf men op,
dat de band van de studenten met
de school te zwak zou worden. Deze
immers wordt sterker, naarmate men
minder kans heeft elders klaar te
kunnen komen. Nu is er groot ge
vaar aanwezig, dat men, om de ge
ringste oorzaak of aanleiding van
school verandert. Dat deze gemakke
lijkheid haar nadelen had voor studie
ir, het algemeen en de studenten
zelf in het bijzonder, sprak wel van
zelf.
Niet denkbeeldig was ook het ge
vaar voor een ongewenste aanwas
van het Intellectueel proletariaat.
Geeft men overvloedige gelegenheid
voor verdere studie, dan zullen steeds
meerderen zich daartoe begeven, die
er eigenlijk geen talenten voor heb
ben. Zij zullen nooit tot de hoorzalen
van de Universiteiten worden toege
laten. Waarheen moeten zy dan met
de opgedane ontwikkeling aan de
Latijnse School? Zullen zij niet
menigmaal van de nood een deugd
maken en zonder eigenlijke roeping
treden in de geestelyke stand, al was
het alleen maar om de inkomsten?
Dan werd de oprichting van de
Venrayse school vierkant onwettig
verklaard. Zy zou gebeurd zijn vlak
weg in stryd met de plakkaten van
de Koning.
Ten slotte, de stad Roermond had
veel onkosten gehad tot inrichting
en ontwikkeling van zijn College.
Was het niet billijk, dat deze stad
ook de emolumenten kreeg van een
bloeiende toestand
Over deze min of meer zakelijke
motieven zou men hebben kunnen
praten. Al voelt iedereen, dat zy niet
te sterk zyn en elkaar min of meer
tegenspreken. In Venray zal men
echter zich diep gegriefd gevoeld
hebben door de persoonlijke aanval
op de leraren en de gezonde toestand
van zyn school. Want van de Ven
rayse leraren werd niets meer en
niets minder beweerd, dan dat zy
loonknechten waren, die zich meer
bekommerden „om het getal leerlin
gen te behouden, dan de tucht te
bewaren, zodat deze geheel vervallen
is."
Over het zogenaamd verval van
die lucht spreken wy later nog wel
in bijzonderheden. Maar dat de op
richters van de school niet van plan
waren om die strijd zonder slag of
stoot op te geven, ligt voor de hand.
Hier kwam duidelijk naar voren de
ijzeren wil, die zich meermalen in
loop van de jaren zou tonen, om ze
voor Venray te behouden. Een bewijs
ons inziens van gezond leven en
innerlijke kracht!
In een lang rekwest aan de Gou
verneur-Generaal worden de diverse
beschuldigingen in een overtuigend
betoog weerlegd. Klaar wordt aange
toond, dat de Venrayse School vol
komen wettig bestaat. Was zy niet
door de Gouverneur-Generaal en de
Bisschop officieel goedgekeurd En
in plaats van haar te vernietigen,
moest zij juist nieuwe en krachtige
steun ontvangen tot een gezonde
uitbreiding.
Dit klemde te meer, omdat juist
in die dagen (21 October 1655) alle
katholieke scholen in de Baronie van
Boxmeer door de Staten waren ge
sloten. Was het bovendien niet een
groot gevaar, dat dichtbij, in Nijmegen,
een soort Hogeschool door de Her
vormden werd geopend Dan, men
gunde de Paters Jezuïeten in Roer
mond een bloeiende school. Deze
sloot echter die van Venray niet uit.
En dit gold te meer, omdat „de plak
katen der Verenigde Provinciön uit
drukkelijk verbieden de jeugd te
plaatsen of te zenden op scholen of
colleges der Eerw. Paters der Socië
teit".
Het zal voor Aartshertog Leopold
niet zo gemakkelijk zijn geweest een
beslissing ie nemen, al won hy nog
de raad in van verschillende advi
seurs. Als tacticus en diplomaal wist
hy ten slotte de geit en de kool te
sparen.
Op 26 October 1655 besliste hy, dat
het Gymnasium te Venray kon
blijven bestaan, doch tot nader order
geen volledige Latijnse school zou
zyn. Hot zou bestaan uit drie klas
sen en men zou er slechts de grond
beginselen van het Latijn doceren.
Met gemengde gevoelens zal men
in Venray die beslissing hebben aan
vaard.
Een grote vreugde echter moet er
bestaan hebben, dat deze eerste felle
aanval op het bestaan van de school
zelf was afgeslagen. Men kon verder,
en de toekomst zou de gelegenheid
bieden om zyn rechten volledig te
hernemen.
Maar diezelfde toekomst zou ook
nog meerdere malen met ondergang
bedreigen. C.S.
Is de Nederlandse Landbouw in
staat het Nederlandse volk te voeden
Deze vraag is uitermate belangrijk
in het algemeen, maar vooral ook
onder de moeilijke omstandigheden,
waaronder wy thans leven.
Niet agrariërs zyn zo gemakkelijk
geneigd met stenen te werpen naar
de Landbouw en zyn steeds duurder
wordende producten en er met nadruk
op te wijzen, dat Nederland circa 30
pet. van zyn voedselbehoefte vanuit
het buitenland moet invoeren.
Gemakshalve vergeet men dan
maar de zware bezettingsjaren, toen
het bewys geleverd is, dat ook met
gesloten deuren de Nederlandse be
volking van eigen bodem zy het
dan sober gevoed kan worden.
Wanneer het dan waar is, dat
Nederland circa 30 pet van zyn
voedselbehoeften moet invoeren, dan
betekent dat, dat dit maar noodzake
lijk is, wanneer de bevolking van ons
land zich naar eigen smaak en wens
wil voeden.
En aan deze wens en deze smaak
komt de agrarische werker gehol
pen door de natuurlijke omstandig
heden ruimschoots tegemoet.
In verband hiermee moet men nl.
weten, dat enerzyds het Nederlandse
volk niet in staat is alle van eigen
bodem voort te brengen agrarische
producten, die voor de voeding van
mens en dier nodig en gewenst zijn,
op eigen bodem kunnen worden
voortgebracht.
Immers, wanneer men de aard van
de ingevoerde en uitgevoerde pro
ducten nagaat, dan blykt uit de
onlangs gepubliceerde cijfers, dat er
in het afgelopen jaar tegenover een
invoer van 1497 millioen aan akker
bouwproducten een uitvoer stond
van slechts f 471 millioen; tegenover
een invoer van slechts f 95 millioen
aan veehouderijproducten een uitvoer
van t070 millioen gulden en tegen
over een invoer aan tuinbouwproduc
ten van slechts f 118 millioen een
uitvoer van 387 millioen gulden.
By een geweldig tekort aan brood
en andere granen beschikt Nederland
dus over een enorm overschot aan
veehoudery en tuinbouwproducten.
Dit is niet alleen zo, omdat Neder
land slechts op deze wijze gebruik
xan maken van buitenlandse cul
tuurgrond en tekort aan eigen cul
tuurgrond kan compenseren, maar
ook en vooral omdat de natuur en
de natuurlijke omstandigheden mede
bepalend zyn voor de aard van de
voortbrenging.
Grote delen van onze cultuurgrond
zyn van nature zo niet uitsluitend
dan toch uitermate geschikt voor de
veredeling8landbouw en tuinbouw,
terwyl er een tekort aan van nature
geschikte gronden voor de teelt van
broodgraan, moet worden aangeno
men.
Dit alles neemt echter niet weg,
Structuur van het Dekenaal Sociaal-
Charitatief Centrum.
Mochten wy voor twee weken Uw
aandacht vragen voor de samenwer
king en het gezamenlijk overleg
waartoe onze sociaal charitatieve
verenigingen besloten hebben, thanR
zouden wy met U willen bespreken
de structuur van het Sociaal Chari
tatief Centrum.
Om een coördinatie van de Katho
lieke sociaal charitatieve zorg van
onze parochiële en interparochiële
verenigingen te bereiken, was en is
een organisatorische grondslag nood
zakelijk.
Aanstonds moeten wy hier echter
opmerken, dat reeds van het begin
werd gewaakt tegen het gevaar van
overorganisatie. Men streeft derhalve
niet naar groots opgezette bureaux,
die niet of byna niet gefinancierd
kunnen worden. Men waakt vooral
tegen verambtelyking van het
apparaat.
De „Katholieke Sociaal charitatieve
Centra" worden ingericht:
A. parochieel;
B. interparochieel (gemeente, stad,
stadsdeel, dorp, district);
C. diocesaan;
D. landelijk (inter diocesaaD).
Wij hebben reeds aangetoond waar
om in Venray meteen interparochieel
c.q. dekenaal centrum werd begonnen.
Welke is nu de rechtsvorm van
dit centrum
Het dekenaal centrum werd in het
leven geroepen in de vorm van een
Stichting. Deze Stichting is als
zodanig een onderdeel van het R.K.
Kerkgenootschap. Dit onderdeel werd
in een reglement vastgelegd.
Aan het hoofd van de Stichting
(Dekenaal Soc. Char. Centrum) staat
een algemeen bestuur, hetwelk
bestaat uit:
een vertegenwoordiger van elk der
charitatieve verenigingen uit het
dekenaat (als byv. de St. Elisabeths-
St. Vincentiusvereniging, het
Kerkelijk Armbestuur, Gezinszorg);
een vertegenwoordiger van elk der
standsorganisaties als Boerenstand,
Middenstand en Arbeidersbeweging;
een vertegenwoordiger van elk der
specialistische organisaties, als bijv.
het Groene Kruis, Katholieke Kinder
en Meisjesbescherming, Reclassering;
een vertegenwoordigei van de Kath.
Actie en voorts een priester, als
commissaris aangewezen door de
bevoegde kerkelijke overheid.
De Katholieke Actie neemt deel
aan het Centrumwerk, als orgaan
der kerk voor leken apostolisch werk
om het samenwerken tot het geza-
melijk doel te bevorderen.
De Katholieke Actie heeft mede
tot taak de apostolische vorming
der krachten, die het sociaal chari
tatieve werk uitvoeren.
De volgende verenigingen werken
thans in Centrumverband
St. Elisabeths en St. Vincentius
vereniging, Kerkelijke Armenzorg en
R. K. Gezinszorg, Katholieke Actie
en Maria Legioen, Groene Kruis,
Boerenstand, Middenstand en Kath.
Arbeidersbeweging, Kath. Onderwij
zersbond en R.K. Bond van Zieken-
verplegenden.
Verder hebben de volgende specia
listische verenigingen een contact
persoon in het Centrum:
Voogdijraad en Algemeen Burgerl,
Armbestuur, Vereniging bescherming
voor meisjes, Vereniging voor kin
derbescherming, RK. Reclassering.
Het Centrum heeft als werkterrein
de volgende parochies:
Venray, Oostrum, Geysteren,
Wan8sum, Oirlo, Blitterswyk, Merselo
Castenray, Ysselsteyn en de Rectora
ten Heijde, Veulen en Smakt.
De omvang van de werkzaamheden
heeft er toe geleid, dat eeD gediplo
meerd sociaal werkster zal worden
aangesteld. Zy werkt ten dienste van
alle sociaal charitatieve verenigingen
in het Dekenaat.
De sociaal werkster zal vooral voor
de organisaties van vrijwilligers de
deskundige kracht zyn, die belast
wordt met het sociaal onderzoek, dat
voorafgaat aan de toedeling der
gezinnen aan de samenwerkende
verenigingen voor het verlenen van
sociaal charitatieve zorg.
Het reeds genoemde toenemen van
het centrümwerk maakt 't bovendien
noodzakelijk een Bureau te openen.
De sociaal werkster zal hier t.z.t.
spreekuur houden.
Voor de veraf gelegen kerkdorpen
zal zij in deze parochies spreekuur
houden.
Het bureau zal bestaan uit een
kantoorruimte (welke ook als kleine
vergaderruimte benut kan worden),
een kleine wachtkamer en een
archief- en bergruimte.
Dit bureau van het Centrum dient
men te beschouwen als uitgangspunt
en trefpunt van geheel de sociaal
charitatieve zorg in ons dekenaat.
De besturen kunnen hier hun
vergaderingen beleggen. Wy denken
byv. aan de Vincentius-en Elisabeths-
vergaderingen, aan de rechtsbijstand
van de K.A.B., vergaderingen van de
Solidariteitsdienst K.A.B. enz.
Tenslotte nog dit: wij horen wel
eens de opmerking, dat in de huidige
structuur van het Centrum het
sociale element zou kunnen gaan
heersen over het charitatieve element.
Concreet gezegd. Welke is de ver
houding van het Katholiek sociaal
charitatief Centrum tot onze Stands-
organisaties
Voorop moeten wij stellen, dat de
beoefening van de charitas een onaf
scheidelijk deel is van onze katholieke
levensbeschouwing.
Als zodanig moet de georganiseerde
particuliere charitas worden gezien
als een taak, welke dichter by de
Katholieke Kerk staat, dan welke
taak ook.
Voor de uitoefening van deze taak
is een samenwerking van de Stands-
organisaties noodzakelijk. Dit geldt
temeer omdat onze katholieke stands
organisaties over verscheidene chari
tatieve organen beschikken. Wy
noemen hier slechts „Santos" van de
Middenstand en de Solidariteitsdienst
van de K.A.B.
Eenzelfde argument geldt voor
onze Jeugdzorg. De doelmatigheid
van de beïnvloeding en opvoeding
vooral van de jeugd van de maat
schappelijk niet aangepaste en sociaal
zwakke gezinnen eist, dat de jeugd
zorg wordt opgenomen in het geheel
van het sociaal charitatieve werk ten
behoeve van de gezinnen, waarvan
de jeugd deel uitmaakt.
Nogmaals, het gaat om onze ge
zinnen J.R.
Zondag 29 April wordt in onze
kerken een collecte gehouden ten
bate van de Katholieke Militaire
Tehuizen. Nu is het altijd moeilijk
om een collecte by de parochianen
aan te bevelen. De moeilijkheid zit
niet zo zeer aan de kant van degene,
die aanbeveelt als wel aan de kant
van degenen van wie geld verwacht
wordt.Het geld is kostbaar, zeker
in deze tijd.
En in menig huisgezin moeten de
dubbeltjes terdege gecontroleerd wor
den, omdat het leven zoveel duurder
is geworden. Als ik desondanks toch
een beroep durf te doen op Uw mild
dadigheid dan is dat, omdat het zo
hard, hard nodig is.
Zondag wordt er gecollecteerd voor
de Katholieke Militaire Tehuizen. Er
dat als geheel genomen de Nederl.
Landbouw in staat gesteld moet
worden het Nederlandse volk te
voeden. Want in totaal voerde
Nederland in 1950 aan producten
van agrarische herkomst voor de
landbouw en de consumptie in voor
een bedrag van f 1710 millioen,
waar tegenover een uitvoer scond
ter waarde van f 1928 millioen.
Een export saldo derhalve van 218
millioen gulden.
Hierbij dient te worden opgemerkt,
dat de invoercyfers uitsluiteud be
trekking hebben op die producten
van agrarische herkomst, die voor
de Landbouw als grondstoffen of voor
de consumptie gebruikt worden, wijl
de uitvoercijfers alleen berekend zyn
van agrarische producten in engere
zin, dan komen er vanzelfsprekend
heel andere cijfers uit de bus. Msb.
voor 50 jaren terug
No. van 21 April 1901
- Op 21 April oDtvingen de kin
deren van Venray, Leunen, Merselo,
Smakt en Oostrum de eerste H. Com
munie in de parochiekerk.
Op 22 April arriveerden de dames
Pensionairen en op 23 April de heren
Studenten, „ten einde in de flink op
gefriste schoollokalen weer met ver
nieuwden y ver de studie te hervatten".
Ongeveer 280 stuks hoornvee
stonden op 24 April op de Venrayse
veemarkt. Voor biggen betaalde men
f 6,— tot f8,— per stuk.
Aan Christ Wijnhoven als laagste
inschrijver, voor f 287,—, werd de
verbouwing gegund van een woonhuis
met magazijn ten behoeve van V.
Fonck.
zijn er 42 in Nederland. En met deze
Katholieke Militaire Tehuizen is een
stuk zielzorg gemoeid onder de jeug
dige militairen. De Hoofdlegeraalmoe
zenier Mgr. van Straelen noemt zelfs
de Militaire Tehuizen één van de be
langrijkste pijlers der Katholieke Gees
telijke Verzorging in het Leger.
Als U zelf een zoon of jongen in
Militaire Dienst hebt, behoef ik U
niets meer duidelijk te maken. Dan
gaan Uw ouderlijke zorgen vanzelf
uit naar degene, die voor het eerst
van zyn leven op eigen benen komt
te staan. En dat in een vreemde om
geving. Als Uw opvoeding goed is
geweest behoeft ge niets te vrezen.
Maar dan zult ge toch gaarne willen
zien, dat Uw zoon in een omgeving
kan komen waar hij „thuis" is en
waar men tracht een katholiek milieu
te benaderen.
Maar ook de anderen die geen zoon
in Dienst hebben, wil ik gaarne wjjzen
op het belang van een Katholiek
Militair Tehuis. Eigenlijk kunt U er
zich niet van af maken met te zeggen,
dat U er niets mee hebt uit te staan.
Want dat hebt U wel 1
We hebben hier te doen met degenen
die we zo graag „Onze Jongens"
noemen, als was het een nationaal
bezit. We hebben hier te doen met
onze Jongens, die over tien jaar de
vaders zullen zyn van onze Katholieke
gezinnen en de richting van Katho
liek Nederland zullen bepalen. Deze
jongens komen heus niet voor hun
plezier in Dienst. Het is voor hen een
zware plicht die ze is maanden aan
den lyve ondervinden.
Als ooit de dreigende gevaren wer
kelijke gevaren zouden worden, dan
zoudt ge van ODze soldaten verwach
ten dat zy stand houden, samen met
het grote geheel van onze bondge
noten door wier macht nu nog een
vijand wordt afgeschrikt. Want onze
tegenstander denkt alleen in machts
formules en niet in zedelijke over
wegingen.
Gy verwacht daarom iets van het
Leger en zyn soldaten. Mogen ze
daarom ook iets van U verwachten
Door bittere noodzaak lopen ze door
de straten van Uw stad. Een ouderlijk
huis hebben ze niet. Ze hebben een
kazerne met een strozak en in de
cantines staan stoelen en tafels. Maar
ook deze jonge kerels hebben behoefie
aan een klein beetje gezelligheid en
een eigen home.
Een eigen home dat waarborgen
biedt tegen lediggang en verleiding.
Ge moest zelf maar eens in een
vreemde stad ronddolen langs on
bekende deuren en ramen.
En het zyn geen toeristen of zaken
lui. Ze moeten in de stad zyn. Ze
zyn onder Dienst. Ock voor U1 Voor
een algemene zaak, een algemeen
belang 1 Opdat U veilig met vrouw
en kinderen kunt leven, in vrijheid
Uw werk verrichten en Uw klanten
bedienen en 's avonds Uw krantje
kunt lezen onder de schemerlamp.
Daarom zyn zy in Dienst, liggen zy
in de kazerne. Voor de verdediging
van hèt Vaderland, dat het Vaderland
van ons allen is.
Deze jongens, deze soldaten zijn
geen vreemdelingen. Het zyn onze
Jongens, onze Nederlandse Jongens
en bovendien onze Katholieke Jongens.
Achter al deze Jongens moetU een
bezorgd ouderpaar zien en achter het
jeheel de zorg van Katholiek Neder
land voor zyn jonge geloofsgenoten.
En daarom durven de Bisschoppen
van Nederland een beroep te doen op
Uw milddadigheid. Het gaat niet om
enkelingen maar 't gaat om duizenden.
Moge God U lonen voor Uw begrip
en gave.
Majoor-Aalmoezenier
G.F.H. VELDHUIS
IETS VOOR U
Iedereen spreekt over de zo hoge
kosten van levensonderhoud, maar
wat doet men om deze nu ook eens
te bestrijden
Uit de ingezonden brieven aan de
redactie van het Londense dagblad
„Daily Express" blijkt, dat lezers
het volgende erop hebben gevonden:
1. Wy sparen een hoop geld. Mijn
vrouw knipt mijn haar en ik het
hare.
2. De ene week rookt mijn viouw
en de andere week is het myn
beurt. Spaart io shilling per week.
3. Ik stuur geen verjaardagskaar
ten meer rond, maar schrijf een
brief.
Mijn echtgenoot geeft my het
huishoudgeld iedere week één dag
later. Zo sparen we iedere acht weken
een weekgeld.
3. Als we nieuwe schoenen kopen
slaat myn man er onmiddellijk
rubber zolen en hakken onder. Als
deze versleten zyn, worden ze weer
vernieuwd. In de zes jaar dat we
getrouwd zyn, hebben we nog geen
8choenreparaties gehad.
o. De ene dag kook ik voor mij
en de buren samen en de volgende
dag kookt myn buurvrouw. Zodoende
hebben we de gasrekening gehalveerd.
Middenstand en prijzen
De zorgelijke positie van veie
/niddenstandsbedryven kwam deze
week wel bijzonder tot uiting op de
grote vergadering te Utreclnvan de
middenstands-vak centralenwaarby
101 vakbonden zijn aangesloten.
Hier werd onder andere een be
schouwing gegeven over de actuele
en positieve prijspolitiek in de detail
handel, waarby tot uiting kwam, dat
de pry8beschikking van de regering,
allerminst de instemming had van
de detailhandel.
Met cijfers werd aangetoond, dat
38 pet. van de middenstai di-rs hier
te lande een inkomen hadden be
neden f 2500,— 'sjaars en 40 pet.
van f 2500,- tot f 5000,-.
En met dit bedrag moeten de nodige
dekkingen gevonden worden, hier
mede moet gereserveerd en gemoder
niseerd worden en een klein kind kan
begrijpen, dat dit volstrekt onmogelijk
is. De pry8beschikking van heden doet
dit toch al schrale inkomen danig
krimpen en hiermede komt de mid
denstand voor ernstige betalings
moeilijkheden te staan.
In een op deze vergaderii g met
algemene stemmen aangenomen reso
lutie werd dit onder de aandacht der
regering gebracht, waarby nogmaals
werd gevraagd om overleg.