Venray's vroede
vaderen vergaderden.
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Aardappelmoeheid bedreigt
onze aardappelcultuur
Huurwet en huurprijzen
ZATERDAG 6 JANUARI 1951 No. 1
TWEE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
Druk en Uiigave
Firma van den Munckhoi
Drukkerij
Kantoorboekhandel
Grootestraat 28 Venray
Telefoon K 4780-512
Postrekening 150652
PEEL EN MAAS
Adverientieprij'zen worden op
aanvraag gaarne verstrekt.
Losse mm-prijs 8 cent.
Abonnemenfsprij's p. kwartaal
voor Venray f 1.10
buiten Venray f 1.30
uitsluitend bij vooruitbetaling.
Op het scheiden van het oude jaar,
kwam Venray's Gemeenteraad byeen
om in een korte vergadering nog
enkele punten te behandelen, voordat
men aan de begroting zal beginnen.
De notulen van de vergadering van
28 November "werden zonder meer
goedgekeurd, waarna de ingekomen
stukken aan de beurt kwamen.
Deze bestonden uit schryvens van
Ged. Staten, houdende goedkeuring
van de raadsbesluiten omtrent het
verlenen van hypotheken, het wyzi-
gen van de bouwverordening, het ver
kopen en aankopen van grond en het
verlenen van een salarisverhoging aan
gemeentepersoneel, terwijl er boven
dien een* schrijven was van de Ge
meenteraad van Finsterwolde, waarin
de Venrayse Raad werd uitgenodigd
mede te protesteren tegen het aan
stellen van een regeringscommissaris
in Finsterwolde. Zoals bekend he6ft
de Regering hier een commissaris
aangesteld, daar door de actie van de
voor het merendeel communistische
raadsleden, hier niets uitgevoerd kan
worden. Al deze stukken werden voor
kennisgeving aangenomen.
B. en W. werden vervolgens ge
machtigd om in 1951 hakhout, turf-
slyk e.d. te verkopen, zonder de Raad
daar telkens in te moeten kennen.
Twee millioen gulden
is de kasgeldlening groot, die de
Gemeente wil sluiten, voor 1951.
De verbetering der wegen, de bouw
van een vijftal scholen, alsmede de
mogelijke ontginning van de Vrede-
peel, stellen nu eenmaal veel eisen
aan de Gemeentekas en de Raad had
er ook niets op tegen, maar nu het
woord Viedepeel eenmaal gesproken
was, wilde Fr. JANSSEN wel eens
weten, hoever men eindelijk met de
plannen was.
De VOORZITTER vertelde hem, dat
de practische verdeling klaar is en
het financiële plan is opgesteld. Men
wacht nu nog op de Koninklijke goed
keuring. Dan zou direct aan dit
grootse project begonnen worden.
De autobusdiuust naar
het station
was het volgende punt der agenda en
met de hier gevolgde handelwijze van
B. en W. zyn verschillende heren het
niet eens. getuige het debat dat er op
volgt. Wat is nu het geval?
By raadsbesluit van 17 Oct. 1946,
werd aan Garage Derksen de exploita
tie in handen gegeven van de z.g.
Stationsbus, voor de tijd van 3 jaren,
waarbij genoemde Garage de volledige
inkomsten van deze dienst als ver
goeding kreeg.
Deze termijn werd in 1949 verlengd
tot Oct. 1950 en toen weer, ondanks
het feit, dat verschillende leden
sputterden, dat B. en W. onderhano
maar eens met andere voorstellen
moesten komen, tot Jan. 1950.
Nu is B. en W. dan met nieuwe
voorstellen gekomen.
In plaats van een openbare aan
besteding, waarop door verschillende
leden is aangedrongen, wil B. en W,
de exploitatie weer opdragen aan
Garage Derksen, tegen dezelfde voor
waarden als voorheen, dus gratis. Zij
is daarbij uitgegaan van de gedachte,
dat -deze lijn, gezien de ervaring, thans
geen winst meer oplevert, zodat
slechts gereden kan worden met af
geschreven materiaal.
Wordt een openbare aanbesteding
gehouden, dan zullen slechts onder
nemers buiten Venray hieraan een
kans krijgen, waardoor een Venrayse
industrie verdwijnt en tevens de mo
gelijkheid van groepsvervoer voortaan
uitgesloten is, daar dan de bussen
van Garage Derksen verdwijnen.
Bovendien worden dan 3 chauffeurs
werkloos.
Dit alles was voor B. en W. aan
leiding om voor te stellen deze Garage
weer voor drie jaren met de exploi
tatie te belasten.
De heer VERMEULEN vraagt zich
met verwondering af, of B. en W. voor
al deze overpeinzingen nu een jaar
en drie maanden nodig had. By hem
geldt slechts de vraag of deze voor
gestelde regeling billijk is tegenover
anderen, die toch ook een kans moeten
krijgen. B. en W. zegt nu wel, dat
de dienst, wanneer ze niet door Garage
Derksen wordt uitgevoerd, door buiten
Venrayers wordt gedaan, maar wie
bewijst dat? Een openbare aanbe
steding zal bewijzen, dat het anders
is.
Ook de heer SELDER is van mening,
dat openbare aanbesteding van deze
dienst moet geschieden.
De heef VAN HAAREN verwijt B.
en W., dat zij hier iets gaat ver
pachten, waarvan ze de waarde niet
kent. Vroeger wist de Gemeente,
doordat zij zelf de kaartj es gaf. precies
hoeveel er verdiend werd, daarover
heeft zy nu niet de minste controle.
Hij sluit zich aan by de vorige
sprekers en vraagt zich ook af, waar
B. en W. de wetenschap vandaan
haalt, dat er in Venray geen andere
liefhebbers zijn. Dat is helemaal niet
geprobeerd.
Bovendien begrijpt hij niet waarom
met afgeschreven materiaal gereden
moet worden. Nieuwe bussen zullen
wel niet komen, maar er zyn toch
tweede-hands bussen te krijgen.
De chauffeurs, die werkloos zouden
worden, zouden overgenomen kunnen
worden. Hy benadrukt dan, dat hij
niet het minste aan te merken heeft
op wat Garage Derksen in deze jaren
gedaan heeft, maar hij begri.pt niet,
dat B. en W. zo plotseling met alle
geweld voor Venrayse mensen in de
bres'springt, in andore gevallen merkt
men daar zo weinig van.
Spreker is voor een openbare aan
besteding. Desnoods verlengt men
deze concessie nog enkele maanden,
maar dan kan een openbare aanbe
steding rustig worden gedaan. Als er
voor de gemeente geld uit gehaald
kan worden, dan moet men dit zeker
doen.
De heer Fr. JANSSEN heeft eens
geïnformeerd en is daarby tot de
volgende conclusies gekomen. In 1947
was de opbrengst van deze dienst
f 24.000,-, in 1948 f 18.000,-, in 1949
f 17.000,- en in 1950 f 16,000,-,
dit terwijl de exploitatiekosten meer
dan f 20000,— bedragen. Afgezien
van het feit, dat hy er van overtuigd
is, dat een semi-overheidsinstelling
deze dienst gaat overnemen by een
openbare inschrijving, meent by, dat
er ook een morele kant aan de zaak
zit. Als men onder zeer moeilijke
omstandigheden door iemand zeer
coed is bediend en men heeft geen
klachten, dan vindt spreker onbillijk,
dat in normaler tijden zo iemand juist
gelijk geschakeld wordt met iedere
andere ondernemer.
Nu men toch over dit punt aan het
praten is, wil spreker tevens eens
wijzen op de meer dan gebrekkige
service van d9 Spoorwegen in deze
streek. Het is zo ongelukkig gesteld,
dat reizigers, die naar het westen
moeten, nergens heen kunnen zonder
uren te wachten. Van Cuyck tot
Reuver geloven de Spoorwegen het
wel.
Wethouder REINTJES onderstreept
nog eens de mening van B. en W.,
dat de exploitatie buiten Venray zal
gaan. maar krijgt dan de heer
ODENHOVEN tegen, die zeker weet,
dat Venrayse mensen deze dienst
graag willen hebben. Hy is altyd
voorstander geweest voor openbare
aanbesteding en zou ook nu graag
deze zien.
De heer de BRUYN meent, dat
men niet naar persoonlijk belang moet
kyken, maar naar het belang dei-
Gemeente. Kan deze wat aan deze
dienst verdienen, dan dient zy open
baar aan te besteden.
De VOORZITTER onderstreept nog
eens wat B. en W. reeds bij het voor
stel gezegd heeft. Hij wyst de heer
van Haaren er op, dat de Gemeente
bliksems gosd weet wat er is om
gezet, omdat zy nu evenals vroeger
ook de kaartjes uitgeeft. De boek-
controle, die heeft plaats-gehad, wijst
onomstotelijk uit, dat hier met ver
lies wordt gewerkt.
Verder wyst Spr. er op, dat men
een andere ondernemer niet kan
dwingen het personeel over te nemen,
omdat deze niet in dienst der gemeente
staan. B. en W. kan niet geloven, dat
er in deze dure tyd nog Venrayse
mensen gevonden worden, die hier
voor een drietal bussen aanschaffen.
De heer FR. JANSSEN wilde nog
opmerken, dat hij geenszins onder
persoonlijke invloed van wie ook
staat, maar de cijfers hebber, hem er
van overtuigd dat B. en W. het juiste
voorstellen.
Weth. WINTELS is ook van mening
dat het voor eenHwoede niet mee
zal vallen om deze busdienst te be
ginnen, vooral nu de benzineprijzen
hoger worden.
De heer VAN HAAREN wyst er
op, dat verhoging van de benzineprijs
nog altyd een voordeel is geweest
voor bus- en treindiensten, daar velen
juist hierom hun wagen laten staan.
Bovendien heeft het gesprokene hem
er nog steeds niet van overtuigd, dat
er geen meer liefhebbers zyn, men
kan dat wel denken, en men kan
dat wel raden, maar wat is de prak
tijk? Die kan men slechts onder
zoeken door een openbare aanbeste
ding. En daar blijft spreker voor.
De heer SFLDER vindt het sneu,
dat Garage Derksen met verlies rijdt,
maar zou door een openbare aanbe
steding een ander graag de kans
geven Garage Derksen van dit ver
lies te verlossen.
De VOORZITTER meende, dat ver
der praten toch niet zou baten en
bracht het voorstel van B. en W. in
stemming.
De heren Maas, van Haaren, Derks,
Vermeulen, de Bruyn, Camps, Oden-
hoven en Selder waren tegen, zodat
het voorstel, zij het dan met de hak
ken over de sloot, er door ging.
Zo zal Garage Derksen dus weer
voor 3 jaren gratis deze busdienst
kunnen uitvoeren.
Enkele partieele wijzigingen in het
uitbreidingsplan voor de gemeente
Venray, waarbij de bestemming van
de grond in hoofdzaken is aangegeven,
moeten worden aangebracht. Zo o.a.
van
a. de bebouwde kern Castenray
b. bebouwing aan de Hoender straat
en aan de Smakterweg
c. bebouwde kom Oostrum
d. bebouwde kern Oirlo
Opdat ondanks deze wijzigingen,
die nog moeten worden aangebracht,
toch gebouwd kan worden, gaf de
Raad de wettelijk voorgeschreven
verklaring, dat deze wijzigingen in
voorbereiding zyn.
Verpachtingen
Een gedeelte van Kavel 3 van vak
II groot 2 ha was verpacht aan P.J.
van Rjjswyck, Ysselsteyn I 104. Deze
pacht verliep op 31 October jl. en in
verband met de toekomstige ontgin
ning van dit stuk stelde B. on W,
voor dit stuk opnieuw te verpachten
voor f 40.- per ha, van jaar tot jaar.
Hetzelfde vroeg zij' voor een perceel
van 4.20 ha in diezelfde kavel te
verpachten van jaar tot jaar aan G.
H. In 't Hulst voor f 45,— per ha.
De Raad keurde dit goed.
Kappers Dinsdagsmiddags
vrij
Een b6zetticgsmaatregel, waarbij
de kappers by gemeenteverordening
verboden was Dinsdagsmiddags 06
zaak geopend te hebben, is op 1 Dec.
jl. vervallen. Blijkens de kappers zelf
zou men deze verordening graag ver
lengd zien en de Raad vond het best.
Armbestuur
Door het vertrek van Dr. A. J. J.
Janssen is een vacature ontstaan in
het Algemeen Burgerlijk Armbestuur.
Als candidaten stelde B. en W. aan
de Raad voor de doktoren H. Kort
man en A. Hillebrand, maar de Voor
zitter deelde mede, dat laatsgenoem-
de een benoeming op dit tydstip niet
gaarne zou aanvaarden.
Nadat de heer VERMEULEN uit
de mond van de VOORZITTER had
gehoord, dat de heren H. Sala, H.
Wismans, H. Goumans, J. Ariaens,
Ponjee, J. van Gerven en H. Martens
lid waren van het Armbestuur werd
er gestemd en Dr. Kortman kreeg
11 stemmen voor, Dr. Hillebrand 3 en
3 blanco, waarmede Dr. Kortman
zitting krygt in dit Armbestuur.
Plafonds op 2.60 M.
De bouwverordening moet weer
eens gewijzigd worden. Van Maas
tricht uit heeft men te verstaan ge
geven dat 2.6O M. plafondshoogte
voldoende is evenals de ouderkant
van de fundamenten, die maar 60
cm in de grond behoeven te zitten.
In de bouwverordening van onze
Gemeente staat vermeld 2.70 M en
70 cm.
Terwyl men het over de fundament
diepte zonder meer eens was, kreeg
de plafondhoogte van de zyde van de
heer FR. JANSSEN nogal wat critiek
te horen, daar volgens hem, al deze
maatregelen er maar op bedacht
waren het bouwen zo goedkoop
mogelijk te maken.
De heer VERMEULEN daarentegen
vond een laag plafond gezellig, terwyl
de heren VAN HAAREN en ODEN-
HOVEN van mening waren, dat dit
toch inderdaad kosten- en ruimte-
besparend werkte, dus er zich goed
mee konden verenigen.
P© heer FR. JANSSEN bleef echter
by zyn mening en vroeg hoofdelijke
stemming, waar hy netjes alleen bleef
staan.
Beplanting
In de rondvraag deed de heer VER
MEULEN een dringend beroep op een
doelmatige beplanting van ons dorp,
vooral de weg naar het Engelse
Kerkhof, waardoor hier eon zeer
mooie wandellaan zou ontstaan.
De VOORZITTER antwoordde, dat
met man en macht gewerkt wordt
aan een behoorlijk plan en hy was
er van overtuigd, dat de komende
begroting ongetwijfeld aan veler ver
langen in deze zou tegemoet komen.
Dit ook als antwoord op eenzelfde
wens geuit door de heer VAN
HAAREN.
KrepeergevnIIen
Harde woorden vielen er toen de
heer WISMANS vroeg hoe het stond
met de woning van Potten en de
boerdery van Heidens, waar vooral
het laatste een dringend krepeergeval
is. Het bleek, dat het plan voor de
woning van Potten in den Haag was,
maar dat voor Heidens geen kans
was, daar de boerderij bouw totaal
stop ligt en men moet afwachten
wat de nieuwe regeling hiervoor
doet.
De heer VERMEULEN merkt dan
op, dat men de ontginningen dan ook
maar stop moet zetten, want hier
worden door de Gemeente krepeer-
gevallen geschappen. In de polders,
waar het Rijksontginningen zyn,
worden boerderijen als kastelen ge
bouwd, maar hier kunnen de jonge
boeren, die de ontginningen intrek
ken, maar zien dat ze onder Gods
wyde hemel terecht komen.
De heer WISMANS vroeg dan of
er geen mogelijkheid was deze nieuwe
boerderijen meteen op te nemen in
het ontginningsplan en uit het ant
woord van de VOORZITTER blijkt
dan, dat dit zeker zal gebeuren, maar
men wacht eerst af hoe den Haag
reageert op de plannen voor de ont
ginning in de Vredepeel, waar de
boerderij bouw in het plan zelf is
opgenomen. Gaat den Haag hiermede
accoord, dan zal ook voor de andere
ontginningen eenzelfde mogelijkheid
geschapen worden. Dus afwachten.
De heer OUSTERS hoopte, dat den
Haag evenveel begrip zou hebben
voor de Peelontginningen als voor
de polders. Dezelfde spreker had met
verwondering gezien dat men in
Oostrum aan het station opgehouden
was met zandstrooien tegen de glad
heid van de weg en vroeg of achter
Oostrum de wegen dan niet meei
glad waren.
Weth. WINTELS dacht van wel,
maar aangezien Gemeentewerken niet
alomtegenwoordig kan zyn, verzocht
hy de heren Raadsleden Gemeente
werken op te bellen en even een
cinwyzing te geven waar het gevaar
lijk is, dan zullen zeker maatregelen
genomen worden.
De heer ODENHOVEN zou graag
willen weten waar de nieuwe jongens
school komt te liggen en kreeg als
antwoord, aan de nieuwe straat, die
loopt van de Hofstraat naar de
Mgr. Nolensstraat.
De heer FR. JANSSEN vroeg, mede
naar aanleiding van de stationsbus,
of er geen mogelijkheid bestond om
gezamenlijk met de andere gemeen
ten hier in de buurt by de Ned.
Spoorwegen eens aan te kloppen om
een betere regeling van de diensten
op het baanvak Nijmegen-Roermond.
Verdor vestigde hy de aandacht er
op, dat de nieuwe stenen voor de
Hofstraat wel eens lang konden uit
blijven, reden waarom B. 6n W. hier
bij moesten opblijven, opdat de stenen
aan de fabriek staan blijven en niet
voor andere doeleinden worden ge
bruikt. Eu als waardig slot van het
oude jaar informeerde hy voor de
zoveelste maal naar de plannen voor
de ambachtsschool.
De VOORZITTER beloofde een actie
eens te overwegen, hem was wel
bekend dat de Kamer van Koophan
del hiermede reeds doende was. Over
de stenen zou men eens gaan praten
en ^hopelijk zou dat gunstige resul
taten hebben. Wat de ambachtsschool
betreft, de laatste nieuwe plannen
zyn alweer in den Haag en hebben
daar al verschillende instaties gepas
seerd en het laatst zyn ze gesigna-
liseerd bij de Rijksgebouwendienst,
dus maar weer rustig afwachten
En daarmede was het slot van de
laatste openbare Raadsvergadering
van 1950 gekomen, de heren gingen
nog verder voor de belastingaanslagen,
maar dat. wordt verder per aanslag
biljet afgehandeld.
Aardappelmoeheid is momenteel de
gevaarlijkste en meest hardnekkige
plaag van de aardappelteelt. De ziekte
werd voor het eerst in Duitsland
ontdekt, nl. in 1Q13 by Rostock.
Sindsdien werd zy achtereenvolgens
geconstateerd in Engeland, Zweden,
Denemarken en op een eiland voor
de kust van New-York. In Neder
land werd de aantasting voor het
eerst in 1941 geconstateerd.
De ernst van deze aardappelziekte
bly'kt wel uit hot feit, dat zij door
het voortdurend veroorzaken van
misgewassen in veel buitenlandse
aardappeldistricten de intensieve
teelt van aardappelen onmogelijk
heeft gemaakt. Vóór het optreden
van deze ziekte kou men zonder be
zwaar om het andere jaar ol zelfs
elk jaar aardappelen verbouwen op
hetzelfde perceel. Thans is dit in
bepaalde landen nog slechts ééns in
de vier of vyf jaren mogelijk en ook
dan nog is de opbrengst minder dan
normaal en treden nog herhaaldelijk
misgewassen op.
Bestaan aardappeltelers
wordt bedreigt
Aardappelmoeheid is veel erger
dan de andere tot nu toe bekende
aardappelziekten: door het voortdu
rend veroorzaken van misoogst be
dreigt ze het bestaan van vele aard
appeltelers. Voor Nederland komt
daar nog het grote gevaar voor
exportbelemmeringen by, daar geen
enkel land gesteld is op landbouw
producten, die met de aanhangende
grond de ziekte kunnen overbrengen.
De ziekte wordt veroorzaakt, door
dat ongeveer V, mm grote larven
van het zg. aardappelaaltje de jonge
aardappel wortels binnendringen en
deze vernietigen of buiten werking
stellen. Afhankelijk van het aantal
van deze aaltjes kan het gewas meer
of minder in zijn groei worden ge
remd of zelfs geheel ten gronde gaan.
Reeds na één jaar
misoogst
De verschijnselen van deze ge
vreesde ziekte beginnen als regel met
enkele onschuldig uitziende, slecht-
groeiende plekjes in het gewas.
Reeds het volgende jaar kan het
aardappelgewas op zo'n perceel een
volledig misgewas zyn met een
opbrengst, die soms niet groter is
dan de hoeveelheid pootgoed, die is
gebruikt. De financiële schade is dan
ook, vooral wanneer het om grote
percelen gaat, aanzienlijk.
Een ziek gewas bestaat uit kleine,
armoedig ontwikkelde plantjes, die
verhongeren en verdrogen. De wor
tels zyn nl. buiten werking gesteld
door de aaltjesaantasting. In het loof
kunnen daarby verschillende gebreks
verschijnselen optreden, die alle het
gevolg zijn van de slechte werking
van het wortelstelsel.
Het is nog niet mogelijk om de
aardappelmoeheid op dezelfde wijze
te bestrijden als andere aardappel
ziekten.
Een goed werkend chemisch of
ander bestrijdingsmiddel is nl. nog
niet gevonden. Ook ontbreken onvat
bare rassen, zoals dat byv. bij de
wratziekte het geval is.
Beroep op^ verant
woordelij kheidsgevoel
De besmetting van gezonde grond
door verspreiding der aaltjes moet
tot elke prys worden voorkomen,
want na de geringste besmetting kan
men er zeker van zyn, dat de ziekte
met elk nieuw aardappelgewas toe
neemt. Het is gebleken, dat deze
toename vrij wel ongedaan kan worden
gemaakt, indien in de twee a drie
volgende jaren geen aardappelen
woraen verbouwd. Op elk onbesmet
terreif moet daarom ter voorkoming
van de ziekte een vruchtwisseling
met hoogstens ééns in de drie jaren
aardappelen, gehandhaafd worden,
hetgeen dan ook by de Wet Bestrij
ding 'Aardappelmoeheid is voorge
schreven.
Elke verbouwer van aardappelen,
op boe geringe oppervlakte ook, en
daarbij hiet in het minst de volks
tuinder en de amateur-tuinder, die
verantwoordelijkheidsgevoel voor de
toekomst heeft, dient het optreden
van de aardappelmoeheid op zijn
bedry'f te voorkomen door het hand
haven van een gezonde bedrijfs
voering met hoogstens één keer in
de drie jaar aardappelen op hetzelfde
terrein.
Ook zy, die na ons komen, moeten
aardappelen kunnen verbouwen; de
aardappelmoeheid is een ziekte, die
de voeding van het volk ernstig in
gevaar brengt en die daarom de aan
dacht eist van allen, die hetzij
beroepshalve, hetzij uit liefhebberij,
aardappelen telen.
Alleen indirecte
bestrijding mogelijk
Omdat het aaltje dus niet recht
streeks kan worden bestreden, wan
neer het éénmaal in een gebied vaste
voet heeft gekregen, moet al het
mogelijke gedaan worden, om het
indirect aan te vallen. Dit kan met
succes geschieden, door het aaltje op
de reeds besmette terreinen volledig
uit te hongeren. Het middel hiertoe
ligt in de verbouw van gewassen, die
niet kunnen worden aangetast. Ge
zien het noodlottige karakter van de
ziekte zal men dit middel met kracht
moeten aangrijpen.
Een groot voordeel by de bestrij
ding van d9 aardappelraoeheid is,
dat er, behalve aardappel en tomaat,
geen voor deze ziekte vatbare gewas
sen en zelfs ook geen vatbare
inheemse onkruiden zijn. Het is dus
mogelyk de grond weer gezond te
maken door de verbouw van aardap
pelen on tomaten na te laten.
Hoe is de situatie na 1 Januari?
Nu de Eerste en Tweede Kamer de
wetsontwerpen tot verlaging van de
inkomsten- en loonbelasting hebben
goedgekeurd, kan op i Januari a.s.
de Huurwet in werking treden. In
verband hiermede laten wij hieronder
een overzicht volgen van de belang
rijkste bepalingen van deze wet en de
daarop steunende uitvoeringsvoor
schriften.
De verhoging van de huurprijs waar
over deze wet handt, heeft alleen be
trekking op;de -naakte" huurprijs, dat
wil zeggen dé huurprijs met aftrek
van vergoedingen voor de levering
van gas, water, electriciteit en het
gebruik van meubilair, stoffering,
centrale verwarming en soortgelijke
bijkomende voorzieningen.
Hiervoer gelden afzonderlijke voor
schriften. De huurwet geeft geen voor
schriften voorpachtprijzen en pension-
prijzen.
De daarvoor geldende bepalingen
bly'ven van kracht. De wet brengt
ook geen verandering in de huurprijs
van ongebouwd onroerend goed.
In het algemeen kan worden ge
zegd, dat de op 31 December 1950
geldende huurprijs van woningen, die
vóór 27 December 1940 zyn gereed
gekomen, met 15 pet. wordt verhoogd,
onafhankelijk van hetgeen in het
huurcontract is bepaald. Deze .15 pet.
moet dus worden berekend over de
„naakte" huurprijs.
Voor woningen en bedrijfsruimten,
die op of na 27 Dec. 1940 zijn gereed
gekomen, blijft de op 31 Dec. 1950
geldende huurprije van kracht.
Inwoning
Indien de huurder var. een huis
(huurbewoner) inwoning heeft, van
personen, die niet tot zijn gezin be
horen, kan de verhuurder van het
huis een toeslag leggen op de huur
prijs (verhoogd met 15 pet die do
hoofdbewoner hem verschuldigd is.
Deze toeslag varieerde vroeger van
5 tot 30 pet. al naar gelang van het
aantal inwonende personen. Deze
percentageregeling wordt thans door
de volgende vervangen
Indien er vier of vyf personen
inwonen wordt de huurprijs van de
gehele woning verhoogd met 4 pet,
d.w.z. met 4 pet van 1*5 pet. van de
oude "naakte" huurprijs.
Bij een inwoning van zos of zevon
personen geldt een toeslag van 8,".
pet, ingeval acht of meer personen
inwonen 13 pet.
Uitzonderingen
Op de hier boven geschetste alge
mene regeling bestaan verscheidene
uitzonderingen.
1. Wanneer by de bepaling van
de oude huurprijs van een bedrijfs
ruimte stand en ligging van over
wegende betekenis zyn geweest, kan
de minister de nieuwe huurprijs op
een lager bedrag stellen, dan de oude
huurprijs plus 15 pet.
2. Onbewoonbaar verklaarde huizen
worden niet in prijs verhoogd.
3. Voor woningen of bedrijfs
ruimten, welke op of na 5 Mei zyn
tot stand gekomen zonder financiële
steun van de overheid geldt de huur
prijs, welke huurder en verhuurder
met elkaar overeen komen. Dit be
tekent dus, dat deze huurprijzen prac-
tisch vry zyn.
4. Voor woningen of bedrijfsruim
ten, welke op of na 5 Mei 1945 zonder
overheidssteun zyn gebouwd, kan de
minister de op 31 December geldende
huurprijs verhogen, ofschoon deze
woningen ingevolge de algemene
voorschriften van de 15 pet. huurver
hoging zyn buitengesloten.
5. Voor de woningen of bedrijfs
ruimten, welke op of na 27 December
zijn gebouwd of die nog zullen wor
den gebouwd met financiële steun
van de overheid., is de minister
bevoegd de huurprijs vast te stellen.
Woekerprijzen na onmogelijk
In de nieuwe huurwet is een aantal
bepalingen opgenomen ten aanzien
van de huurprijs die inwonenden aan
de houfdbevvoner verschuldigd zyn.
Deze bepalingen beogen een einde te
maken aan het vragen van buiten
sporige huurprijzen, waaraan som
mige hoofdbewoners zich schuldig
maken.
Do wet bepaalt, dat de huurprijs
voor het gehuurde gedeelte voortaan
in dezelfde verhouding moet staan
met de hnurprys van de gehele
woning als hot gebruiksgenot van
het gedeelte staat tot het gebruiks
genot van de gehele woning.
Heeft men dus de helft van de
woning in onderhuur, dan betaalt
men de helft van de huurprijs aan
de hoofdbewoner. By de beoordeling
van de onderlinge verhouding moet
niet alleen rekening worden gehouden
met de grootte van geheel en gedeelte,
maar moet tevens rekening worden
gehouden met omstandigheden als
ligging, gerief e.d., die het -gebruiks
genot" bepalen.
De hoofdbewoner mag echter als
vergoeding voor het ongerief dat hy
van de inwoning ondervindt, de huur
prijs verhogen met 20 pet. Wordt
dus een wonii g, waarvan de huur
prijs 60 gulden bedraagt, door twee
gezinnen bewoond, (ieder de helft)
dan betaalt de enderhuurder de helft
van 60 gulden plus 20 pet. dus 36
gulden aan de hoofdbewoner.
Wat de vergoedingen voor de bij
komende voorzieningen betreft be
paalt de wet, dat de werkelijke
kosten of de naar redelijkheid ge
schatte kosten moeten worden bere
kend. Voor het gebruik van meubelen
of stoffering mag een bedrag worden
.berekend gelijk aan 20 pet. per jaar
van de verkoopwaarde op het ogenblik
van ingebruikgeving.
Over duurte
gesproken
de prijzen
gaan omlaag
J-J'er 15 een lichtpuntje
voor het begin üan het
nieuwe jaar: De Gruylcr
heeft 49 prijzen Verlaagd!
Op de nieuwe prijzen
BLIJFT 10 korting ge
handhaafd. Nu is het de
hoogste tijd om de knoop
eens door te hakken en Uw
eigen belang vóór te laten
gaan; nu zult U toch be
sluiten om óók De Gruyter-
klant te worden Betere
waar, verlaagde prijzen en
I0°/o korting; kan 'n Huis-
vrouw in deze tijd nog méér
verlangen