TWEEDE BLAD
De jaarwisseling
Een halve eeuw
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
ZATERDAG 30 DECEMBER 1950 No. 52
EEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
Druk en Uitgave
Firma van den Hunckhot
Drukkerij
Kantoorboekhandel
Grootestraat 28
Venray
Telefoon K 4780-512
Postrekening 150652
PEEL EN MAAS
Advertentieprijzen worden op
aanvraag gaarne verstrekt.
Losse mm-prJJs 8 cent.
Abonnementsprijs p. kwartaal:
voor Venray f 1.00
buiten Venray I 1.20
uitsluitend bij vooruitbetaling.
Een jaar is, in de periode der geschiedenis die wij
doormaken, niet meer een afgebakend stuk cijds-
leven. Wij bevinden ons zo zeer in een proces van
wereldverandering, dat wij de gang der jaren niet
meer kunnen bijhouden. Er geschiedt in één jaar
na de tweede wereldoorlog meer dan in twintig
jaren, die aan de eerste wereldbrand vooraf gingen.
Waar zal die stormachtige wending heen leiden?
Dat is de angstige vraag, die 1951 ons stelt.
Velen leven met blinddoeken voort, maar wie de
moed heeft scherp heen te kijken door de mist die
ons omringt, hij ziet bepaalde contouren zich af
tekenen.
Hij ziet het ontwakend oosten.
Hij gaat beseffen, dat de hege
monie van het westen voorgoed
geëindigd is. Nog weet het wes
ten stand te houden op eigen
terrein, nog heeft het enige voor
posten buiten zijn wallen. Maar
het westen is in verweer, het
oosten dringt op.
Wij denken hierbij niet alleen
aan Rusland. Wij denken aan
het chinees élan, wij denken aan
de alzijdige begeerte van Azië
om eigen zaken te regelen, wij
denken aan de gele opmars, die
India bedreigt en Indonesië; aan
Zuid-Afrika, waar een beginnend
verzet is der gekleurde rassen,
dat ongetwijfeld door een op
dringend oosten zal worden ge
steund. Een verloren gaan van
het laatste koloniale werelddeel
Jigt in het perspectief van de
dingen, die er thans in Azië
geschieden,
Daartegenover ontwaren wij
een strijdbaar Amerika en een
onthutst en verdeeld Europa.
Amerika zou niet zo tot de tan
den gewapend zijn, indien het
niet wist. dat het voor zijn leven
vocht. Het hééft zich een eeuw
lang gehouden builen de wereld
politiek, thans zet het zijn bloed
in, zijn schatten, zijn drang op
Europa. Het is geen liefhebberij,
geen agressie, het is bittere nood
zaak, het is de verdediging van
eigen bestaan
Europa nadert eindelijk de ge
dachte der samenwerking, maar
het put zich uit in onderlinge
discussies. Straatsburg bereikte
zijn doel nog niet, zelfs een
natuurlijke samengang van de
landen der Benelux heeft een
net van moeilijkheden te door
breken. Er zijn verschillen van
beleid, er zijn verschillen van
belangen in de Europese groepe
ring. De Europese eenheid moet
worden samengeweven door
praten en onderhandelen, de
oosterse eenheid komt voort uit
een primitieve begeerte van mil-
lioenen, die iedere orde verkiezen
boven de honger, ellende en
corruptie.
Waar ligt de diepe tegenstel
ling tussen de twee wereldhelften?
Het oosten denkt anders dan het
westen. Volken die eeuwen ge
leefd hebben in onderworpen
heid aan eigen en vreemde
heersers, die zie China een
verleden hebben van chaos en
verwaarlozing, denken anders,
dan volken, die eeuwen van
welvaart hebben als achtergrond.
In de gezegende gebieden
waar voorspoed heerste, wordt
de persoonlijke vrijheid als het
hoogste goed aangemerkt,
landen waar ieder eenling maar
één begeerte heeft, zich te hand
haven tegen de ondergang, zijn
collectivistische neigingen even
natuurlijk als individualistische in
Europa.
De christelijke levensovertui
ging van Europa, verzet zich niet
tegen de vrijwording van Azië.
Maar het is meer dan de vrij
wording, dat de aziatische massa's
begeren, het is de macht.
Bewegingen, die uit impulsen
geboren zijn en onder bloed en
tranen gewekt, zoals de chinese,
behouden hun impulsief karakter,
ook wanneer haar recht is erkend.
Haar natuur is niet, zich te nes
telen in een verkregen vrijheid,
maar voort te stromen tot zij de
wijde wereld hebben veroverd.
Het westers rationalisme, kind
der overweging, botst tegen het
trationele, gevoelsmatige dat de
oosterse massa's stuwt, die zich
van nature in het gelid laten
dringen.
Dat is de wending der tijden,
waarvan 1951 een schakel vormt.
Zal het het jaar worden van de
derde wereldoorlog Er is, aan
het einde van 1950, geen ont
spanning gekomen van de vrees,
die ons het hele jaar heeft over
meesterd, toen het bloed in Korea
begon te vloeien.
Maar ook als er geen oorlog
ligt in een nabij verschiet, dan
de fundamentele crisis, waarin
de wereld gevangen is, niet op
geheven. Wij zullen goed doen,
in het nieuwe jaar de vrees weg
te nemen uit onze ziel. Waarom
zullen wij voortgaan, onszelf op
te winden, door voortdurend ons
vast te klampen aan het begrip
crisis
Wat wij beleven, wat wij crisis
noemen, is een historisch ver
schijnsel, dat God ons te dragen
gegeven heeft, omdat Hij ons
geplaatst heeft in deze tijd. Tegen
het godsvertrouwen breekt het
crisis-besef aan stukken.
Indien wij met optimisme het
nieuwe jaar ingingen, zouden wij
stuiten op het verzet onzer lezers.
Zij zouden ons tegenwerpen, dat
wij ons nog steeds bevinden in
een wereld vol dreiging en aan
de grens van ons bestaan. Reeds
een blik op ons eigen land, zo
als het in 1950 zich voor deed,
maakt ons bezorgd voor wat
volgen kan. Wij schamen ons
voor het drama op Ambon, de
verhouding met Indonesië is vol
problemen en gevaren. Zal men
de laatste resten van ons konink
rijk in Azië, Nieuw Guinee, ver
loren zien gaan? 1951 begint
met een vraagteken.
De militaire uitgaven plegen
roofbouw op de volkswelvaart,
de fiscale schroef boort ons volk
dood. Velen, wanhopig, hunkeren
naar landverhuizing. De zaken
gaan slecht, de prijzen rennen
omhoog. De belastingverminde
ringen bleken niet van reële aard.
Er dreigde een regeringscrisis,
overal wrikken de dingen los.
Er staan bemoedigende ver
schijnselen tegenover. De Konin
gin won de sympathie voor
Nederland, eerst te Parijs, daarna
te Londen. De Nederlandse volks
kracht openbaarde zich in de
doortastende voortgang der
drooglegging van het IJsselmeer.
De sociale vrede in Nederland
bleef onaangetast. Men kan zeg
gen, dat ons volk zwaar beproefd,
niet dat het gebroken is.
In die ongebrokenheid behoort
de stevigte te liggen van Neder
land, van het westen. Ondanks
de drang van het oosten, is zich
het westen nog zijn waarde be
wust en houdt het stand. Ondanks
ellende en nedergang brengt
Nederland nog opbouwende
krachten voort.
Laat ons niet al te zeer ont
moedigd zijn. En laat ons op de
eerste dag van het nieuwe jaar
God danken voor alle goeds
wat Hij ons in het afgelopen
jaar gegeven heeft en laten we
Hem kracht en sterkte vragen
voor 1951. Kracht en sterkte en
een groot vertrouwen op Hem,
die alles ten beste leidt. Niet
alleen voor ons zelf, maar ook
voor Limburg, voor Nederland
voor de gehele wereld.
Met de klokslag van twaalf zal de eerste helft van de
twintigste eeuw zijn verstreken. Een merkwaardig tijdperk is
daarmee van ons heengegaan. Het is voor de tijdgenoot on
mogelijk, de betekenis van hetgeen nog onbestorven historie
is op zijn juiste betekenis te schatten, maar in het onder
havige geval zal de geschiedschrijver van honderd jaar later de
indruk van het nu levende geslacht ongetwijfeld bevestigen,
wanneer dit de thans beëindigde periode kenschetst als een
tijd van een bijna volstrekte omwenteling. Een omwenteling,
waarbij wij op het middelpunt dezer eeuw nog slechts de
overgang beleven.
De tegenstelling tussen iooo en
1950 wordt wel het duidelijkst uitge
drukt door een vergelijking te maken
met de toestand van onze gemeente,
toen de nieuwe eeuw geboren werd
en de toestand op vandaag.
Voor ons hebben we enkele foto's
liggen, waarop een gezapig paarden-
trammetje en een postkoetsje al het
verkeer uitmaakte, maarmede Ven-
rays jeugd in kuitbroek en lange,
vier, vijfdubbele rokken werd bedreigd.
We zien de hobbelige keien in de
straten, waarlangs de huisjes laag en
benepen liggen, we zien de ruige
Peel met vennen en moeras, we zien
de kleine kerkdorpjes met hun enkele
boerderijen, een kerk, een winkel er.
een café.
We zien dit plekje grond midden
in de bossen, waarop de mannen met
smalle broeken en reuze snorren,
kienen en drinken en statige vrouwen
voort zeilen in hun knoopschoenen
over de stuntelige straten, met hoeden,
waarop hele kilo's fruit liggen uitge
stald, een en ander vastgestoken aan
de hoog opgewerkte haardotten, ter
wijl de lange rokken door het stof
slepen.
We zien er de daghuurders in hun
sober pakje, de boerenvrouwen met
hun toeren en grote karbiezen, die
uren en uren lopen naar markten en
kermissen.
En wie vandaag onze gemeente
ziet, vijftig jaar later, met een be
volking die verdriedubbeld is, met een
wegenplan, dat zich kilometers ver
uitstrekt, met zakenpanden, die die
van een stad evenaren, met een in
cultuur gebrachte Peel, met boer
derijen, die klinken als een klok, met
een verkeer, dat er zijn mag, met een
busstation, met treinverbindingen,
met groeiende kerkdorpen, met de
groeiende industrie, die weet, dat er
iets veranderd is.
Twee wereldoorlogen zijn in die tijd
over Venray heengetrokken, hebben
hun sporen daarop achter gelaten en
van het vredig dorpje, dat honderden
jaren rustig gelegen beeft aan de
rand van de Peel, is het een kleine
stad geworden, een grote gemeente
met ontzaggelijk veel problemen, waar
onze grootvaders in de goede oude
tijd nog niet aan dachten.
Petroleumlampen zijn verdwenen,
electriciteit is gekomen, de mestvaalt
midden in de straat is niet meer, de
riolering voert alles netjes af.
De binnenwegen zijn, ondanks het
geklaag heerbanen geworden, tegen
over de enkele karrensporen die
vroeger de weg vormden.
Ons dorp is veranderd en wij ook.
Gelachen heeft men toen de eerste
de Peel in trok, om daar nieuwe grond
voor hem en zijn gezin te winnen,
maar nu zitten jonge boeren met rode
koppen te werken aan hun vreemde
talen, omdat zij weg moeten het land
uit naar elders.
Onze arbeiders zfin van manusje
van-alles, gespecialiseerde vaklui ge
worden en onze middenstanders, waar
men vroeger naast spek, petroleum
en dikke gebreide sokken verkocht,
in kleine donkere winkeltjes, hebben
nu grote zaken, waarin ieder volgens
zijn vak, een uitgebeide keuze heeft.
Toer en klompen zijn verdwenen,
evenals de paardentram, kunstmest
is gekomen, gas, electriciteit en water
leiding.
Een verandering heeft de wereld
en onze gemeente ondergaan in dit
korte tijksbestek van 50 jaren, waar
men vroeger eeuwen voor nodig had.
Onze gemeente is veranderd en wij
m9t haar. Het klasseverschil is
dieper en intenser geworden, de
sociale veranderingen zijn aan ons
dorp niet voorbij gegaan.
Het snelverkeer heeft onze mensen
in gelegenheid gesteld andere landen
te bezoeken, andere culturen te zien.
andere denkbeelden op te doen. De
mens van heden is veel dynamischer
als zijn voorganger, die geen motoren
kende, geen vliegtuigen, geen electri
citeit, geen radio.
De omwenteling in deze laatste
halve eeuw is mede oorzaak, dat een
oorlog, die we slechts kende uit ge
schiedenisboeken, over ons zelf heen
is gekomen en wat niemand ooit
vermoed zou hebben, we hebben hem
overleefd ook.
Deze omwenteling brengt ook voor
ons zijn gevaren mede, op godsdiens
tig, op sociaal, op economisch terrein,
Nieuwe denkbeelden duiken op,
nieuwe verwachtingen worden ge
kweekt, nieuwe aspecten openen
zich.
Onze jonge boeren vinden geen land
meer, onze jonge arbeiders geen werk
meer, wij moeten omschakelen van
landbouw naar industrie, we moeten
werk zoeken en werk verschaffen
aan vele handen, die het zelf niet
meer vinden.
De oude tijd, waarin slechts enkele
families het beleid in onze gemeente
in handen hadden, is verdwenen, de
arbeidersklasse is ontwaakt, zoals
men dat gewoonlijk zegt, en eist
haar deel van de zeggingschap naast
andere standen op. De scholen bieden
meer ontwikkeling en het gemecha
niseerde leven van vandaag eist meer
ontwikkeling en vakkennis. Dit alles
heeft onze gemeente niet onberoerd
gelaten en dat is ook niet erg. Er
zijn nieuwe waarden gevonden en
nog te vinden. Maar hierbij moeten
we oppassen geen oude waarden te
loor te doen gaan. Behoud van het
oude, voor zover dit goed is, behoort
eveneens tot de taak van de naar
een betere toekomst strevende mens.
Tot die oude waarden rekenen wij
bijvoorbeeld de godsdienstzin, die onze
voorvaderen een tempel als de Sint
Petrus Banden deed bouwen, de
ijzeren werklust, die een Peel bedwong
die op moerassen en vennen een
nieuw dorp stichtte, gehechtheid aan
huis en hof, liefde voorde evenmens,
die wij vinden in de burenhulp en
de buurtschappen.
Verwaarloost de nieuwe tijd niet
veel van deze begrippen, die men
voor ouderwets uitscheld in c
harde tijd, maar zonder dewelke ook
een technisch volmaakte en -organi
satorisch vlot functionerende samen
leving in onze gemeente ondragelijk
blijft
Nieuwe waarden winnen en oude
waarden behouden, dit lijkt ons het
wachtwoord bij de overgang van de
eerste naar de tweede helft der twin
tigste eeuw.
[aai
is uieec aóciii[
Een jaar is weer voorbij, I95i is in
het zicht. En niemand begrijpt, hoe
de tijd toch zo vlug opschiet. Staat
men er voor, dan lijken de drie hon
derd vyf en zestig dagen een zee van
tijd, maar nu we op het punt staan
afscheid te nemen van dit jaar, nu is
het zo snel vergaan in de ry der
jaren.
Toch is er weer veel lief en leed
geweest in het achter ons liggende
jaar. Er zyn grote moeilijkheden ge
weest en dagen waarvan men God
dankte ze mee te mogen maken. Dat
is in ieder mensenleven, by jong en
oud, by rijk en arm, ieder heeft nu
eenmaal zijn kruisjes te dragen, hetzy
groot of klein en iedereen krygt op
tyd een opdoffer van Hierboven.
En achteraf gezien is dat maar
goed ook. Zo weet men dat men
leeft, zo weet men waarvoor men
leeft. Wat by ieder mens in het afge
lopen jaar is voorgekomen, komt ook
vanzelfsprekend voor in de gemeen
schap van die mensen, in onze
meente.
Onze Gemeente heeft ook het a
lopen jaar weer voor en tegenspoed
gekend, weer moeilijkheden, maar
ook luisterrijke dagen. En het is
goed op de drempel van het nieuwe
jaar nog eens even een blik terug te
werpen, en geleerd door de fouten
van het verleden, gehard door de
moeilijkheden toen ondervonden, met
nieuwe moed het jaar 1951 in te
gaan, dat ondanks het sombere aspect
wat de wereld biedt, toch ook onge
twijfeld veel goede dagen met zich
brengen zal.
Op godsdienstig terrein
is 1950 wel bijzonder vruchtbaar
weest voor onze gemeente. De onlangs
gehouden Missietentoonstelling ..De
W.I.L.M.", die wel buitengewoon
groots was georganiseerd in onze
gemeente, heeft de missieliefde van
onze burgers weer eens overduidelijk
aangetoond in het medeleven en de
offers, die zyn gebracht, waardoor het
kleinste dekenaat van Limburg meer
dan vijftienduizend gulden aan het
diocesaan Missie-comité kon over
dragen. Daarnaast heeft Oostrum het
6de eeuwfeest als Genadeoord van
O.L. Vrouw feestelijk gevierd, fees
ten, die weliswaar niet een financieel
succes waren, maar toch nog eens
even hebben onderstreept de liefde
tot Moeder Maria die in deze streken
gelukkig nog leeft.
De viering van het H. Jaar heeft
ook in onze gemeente in alle parochies
met de grootste luister plaats gehad.
De herbouw van de kerk in Oirlo,
waarmede men onlangs is begonnen
zal een einde maken aan de nood
kerken.
Naast de meer gewone godsdienstige
acties, dient ook nog even geatten
deerd te worden op de huwelijks
conferenties, die door Pater Magister
werden gegeven en door practisch
alle paartjes werd bezocht. De wyding
6D eerste mis van een drietal neo
misten, t.w. de heren Goumans, Lem
men en van Kempen werd op de
gebruikelijke wijze gevierd. De ver
siering der verschillende kerken werd
nog voor kort reeds in dit blad ge
memoreerd.
Op sociaal terrein
heeft het afgelopen jaar Venray het
Sociaal Charitatief Centrum gebracht,
dat een overkoepelingsorgaan van
alle verenigingen is, die zich op dit
gebied beijveren en waarvan wy
grote verwachtingen hebben voor de
toekomst.
Op het terrein van de
Wederopbouw
kan genoemd worden het in gebruik
nemen van de piefabs op het Dessel-
ke, waarmede het huisvestings
probleem inderdaad een stuk verlicht
werd. Intussen heeft de Gemeente al
weer 42 andere woningen aanbesteed,
terwijl verschillende zakenpanden
ook dit jaar een einde zagen komen
aan noodwinkels e.d., doordat zü een
nieuwe flinke zaak konden betrekken.
Ook de kloosters bouwen nog volop
en speciaal Jerusalem is dit jaar een
heel stuk verder gekomen met de
verwezenlijking van de plannen.
Ook Venray's Gemeentehuis heeft
een goede beurt gehad en straalt
weer in zijn oude glorie. De straten
en pleinen zyn dan ook eindelijk
eer.s onder handen genomen en
speciaal in de kom is men dit jaar
een heel eind gevorderd.
Verschillende nieuwe straten zyn
aangelegd, terwijl de entree van ons
dorp via de Leunseweg, door de aan
leg van een plein aan de Paterskerk
inderdaad aan waarde wint. Of men
dat ook kan zeggen van het nieuwe
Postkantoor, zullen we maarafwach
ten.
Intussen is nog lang niet alles zo
rooskleurig op Wederopbouwgebied
als de vooruitgang in het afgelopen
jaar wel doet vermoeden. Nog al te
velen moeten wachten op de goed
keuring van hun plannen en op een
behoorlijke financiële regeling, die
nog steeds achterwege bly'ft, doordat
alle mogelijke ambtelijke instanties
nog steeds hun fiat hierover moeten
geven.
Op cultureel gebied
kunnen we in het afgelopen jaar op
enkele belangrijke feiten wijzen. Zo
was er het jubileum van Venray's
Mannenkoor en de Zangvereniging
„Het Heidebloempje", welke jubilea
zyn gevierd met concourssen en
festivals, met recepties en galacon
certen. We hebben O. en O. haar
programma af zien werken en een
nieuw zien beginnen, een programma
dat aan do doelstelling dezer vereni
ging beantwoordt en zich in een
grote belangstelling terecht mag ver
heugen.
Op toneelgebied was het Hioob dat
de toon aangaf o.a. met Maria Gorretti
maar daarnaast mag het werk van
de verdere amateur toneelspelers niet
vergeten worden, die vooral op de
kerkdorpen goed werk verrichten!
De langverwachte vermakelijkheids
belasting-wijziging zal er mede toe
bydragen, dat op dit gebied in de
toekomst nog meer gepresteerd zal
worden.
Iets nieuws was ook de eerste
schilderijententoonstelling in het
Raadhuis, waarop de jonge Venrayse
kunstenaar P. Vermeulen zyn werken
toonde.
Scholen
Venray heeft op het gebied van
onderwys een naam te verliezen,
maar hiervoor zyn scholen nodig. Is
van de eene kant het treurig dat de
nieuwe ambachtsschool nog steeds
niet is gebouwd kunnen worden,
ondanks het groot aantal leerlingen
dat zich aanmeldt, van de andere
kant kunnen we wyzen op de nieuwe
landbouwhuishoudschool, de nieuwe
school in Oostrum, de herbouw van
Jerusalem, de B L.O. school in Sint
Jozef en de toewijzingen die voor
enkele weken terug afkwamen, als
mede de aanbesteding van de eerste
nieuwe school in Venray-kom. Ook
op dat terrein betoont men dus de
nodige activiteit al zal een Mater
Amabilisschool voor de werkende
jeugd zeker geen overbodige luxe zyn.
Op het gebied van
landbouw en veeteelt
is 1950 voor Venray van groot belang
geweest. De ontginning in Peelplan
Zuid vordert gestadig en nieuwe
kavels zyn ook dit jaar weer uitge
geven. De plannen voor de Vredepoel
zyn in een vergevorderd stadium en
zijn we goed ingelicht dan zal de
nieuwe begroting hierover meer kun
nen vertellen.
Op zuivelgebied is men begonnen
met de Kunstmatige Inseminatie en
de eerste berichten luiden hoopvol.
De kringvorming, die in het begin
van het jaar in deze sector nogal de
aandacht trok schynt verder weinig
meer op de voorgrond te komen.
De verstuivingen in de Peel, de
grondvoorziening voor onze jonge
boeren, een uitbreiding van de teelt
vergunningen, het zyn allemaal pun
ten, die de aandacht van onze land
bouwers voorlopig wel gevangen
zullen houden.
Industrievestiging
Voor de industrievestiging is hard
gewerkt, maar jammer genoeg zyn
de resultaten maar pover. Met de
vestiging van het confectie-artelier
Fr. Beeren uit Weert is echter weer
een goede stap in de richting gezet,
al hebben vele huismoeders misschien
liever industriën, voor mannen.
Intussen is het aantal werklozen
Goddank nog weinig omhoog gelopen,
maar men zal hier moeten blyven
uitzien. Misschien dat dit gebied van
Noord-Limburg hiervoor op een
urgentielyst komt, waardoor steun
van hogerhand gegeven zal worden.
Het jubilé van de Fa. J. P. A.
Nelissen is door vele aangegrepen om
de eerste „vreemde industrie" die
zich na de oorlog in Venray vestigde
eens danig in de bloemen te zetten.
Op politiek terrein
leverde 1950 de Provinciale Staten
verkiezing, waarby Venray probeerde
een tweetal candidaten uit onze Ge
meente hierin te krygen. Dit mocht
jammer genoeg niet lukken, maar
met de gekozen candidaten kan
iedereen genoegen nemen. Verder is
de laatste tyd een actie gaande t6gen
de uitvoering van de nieuwe huis
raadschaderegeling, maar voor de
rest is het kalm op alle fronten.
Op het gebied der hygiëne
werd vooruitgang geboekt door de
opening van het pompstation op de
Breeheid, waardoor het eerste hoofd
stuk ban afgesloten worden van de
waterleidinggeschiedenis m Venray.
Velen, die waterleiding hebben geno
men krygen als presentje een gratis
leiding tot in huis, een attentie, die
wel wordt gewaardeerd. Verder zorgde
de Raad voor een nieuwe vuilnis
wagen en verplichte vuilnisemmers,
zodat de Parel der Peel ook op dit
terrein zyn glans niet verliest. Met
het zwembad en douchegelegenheid
sukkelen we nog altyd, maar mis
schien dat 1951 Maar hopen...
Verschillende grote
gebeurtenissen
hebben 1950 gekenmerkt. Hierboven
zyn er reeds verschillende besproken.
Zo is er verder nog de Vastenavond
viering o.l.v. Prins Jan I, die dit
jaar weer goed verzorgd was en
waarvan de organisatie in goede
handen schynt.
Venray verloor weer een van zyn
grote mannen door het overlijden
van oud-burgemeester Oscar van de
Loo.
De Katholieke Sport van Limburg
gaf op de sportdag, die 0, zo warm
was, in het byzyn van Vader Bisschop,
staaltjes van haar kunnen.
Het bezoek van H.M. Koningin
Juliana en Prins Bernhard aan Ven
ray was een der hoogtepunten van
1950 en het deed weldadig aan, de
spontane samenwerking te zien, die
dit bezoek in zo'n echt prettige sfeer
deed verlopen. De illuminatie van
ons gemeentehuis is een aparte ver
melding waard.
Op de Smakt kwam verder het
nieuwe Studie-centrum der Paters
Carmelieten klaar en het Ziekentri-
duum had, dank zy aller medewer
king, een vlot verloop.
De Burgemeester werd ter gelegen
heid van zyn koperen jubileum en
zyn zilveren huwelijksfeest in de
bloemen gezet. Dan was er nog een
fikse brand met Venrayse kermis,
die dank zy het kordate optreden
van onze brandweer, die dit jaar in
capaciteit nog meer vooruitging, werd
bedwongen. Ysselsteyn kreeg een
nieuwe pastoor en in* de grote Kerk
kwamen eigenlyk en ten lange leste
de gerestaureerde beelden terug.
De sport
vroeg ook in 1950 de aandacht al is
er weinig groot nieuws van te mel
den. S.V.V. groeide in ledenaantalen
kunnen, maar kon niet de successen
behalen waarop het had gehoopt.
De. handboogsport wordt steeds
meer beoefend en een tweetal van
de in Venray bloeiende handboog
schutteryen hielden by gelegenheid
van hun 25jarig bestaan zeer goed
~eslaagde concoursen.
Er werd gebeugeld, geschaakt, etc.
Slechts de hockeyclub leidde door
gebrek aan speelvelden een armtierig
bestaan. De vooruitzichten zyn echter
op alle fronten nu heel wat gunstiger
en we zullen hopen het volgend jaar
meer en beter nieuws hierover te
kunnen vertellen.
Vol vertrouwen, ondanks de som
ber ly kende toekomst, gaan we
daarom het nieuwe jaar in, waarin
het 350 jaar geleden zal zyn, dat
Godfried Hensen werd geboren. Ook
het komende jaar zal zyn zorgen
brengen, maar als alle eensgezind
samenwerken met een vast vertrou
wen op God en Zyn H. Moeder, dan
zal ongetwijfeld ook 1051 voor ons
zelf en voor onze gemeente een goed
jaar worden.
Wij zyn vol goede moed voor het
komende jaar en zeer erkentelijk aan
al onze medewerkers. Wy danken
onze lezers en adverteerders voor
hun vertrouwen en hopen ook in het
komende jaar Peel en Maas weer te
stellen in het belang en in de be
langstelling van alle inwoners van
onze gemeente en ook daarbuiten.
Wy wensen hen allen een zalig en
voorspoedig nieuw jaar.