Emigranten-zorgen in Australië Een streven naar verbroedering. WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN tlfyaac CkesteitóH hats ap rnas. h Reis naat emep Heerlijke rechten De veergelden in Noord-Limburg. ZATERDAG 25 NOVEMBER 1950 No. 47 EEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Druk en Uitgave Firma van den Munckhol Drukkerij Kantoorboekhandel irootestraat 28 Venray Telefoon K 4780-512 Postrekening 150652 PEEL EN MAAS Advertentieprijzen worden ep aanvraag gaarne verstrekt. Losse mm-prijs 8 cent. Abonnementsprijs p. kwartaal: voor Venray f 1.00 f bulten Venray f 1.20 uitsluitend bij vooruitbetaling. Het probleem der aanpassing niet eenvoudig Een katholiek specialist in emigratievraagstukken, die onlangs van een rondreis in Australië terugkeerde, heeft enkele interessante beschouwingen gegeven over de psycho logische problemen, die de nïeuw-aangekomenen in dit land moeten oplossen. Sinds het begin van dit jaar heb ben zich reeds meer dan 100.000 emigranten in Australië gevestigd. Ik had de gelegenheid verscheidenen onder hen te ontmoeten en, naar gelang de gevallen, waren de reacties zeer uiteenlopend. Sommigen zyn erg tevreden, ande ren voelen zich daarentegen niet erg in hun schik. Daarvoor zyn verschil lende redenen op te geven. Een ge deelte dezer immigranten, ondermeer de „Displaced Persons" uit Oost- Europa, zyn in het vijfde werelddeel aangekomen met een onvoldoende kennis der Engelse taal. Dit is erg jammer, want men kan niet op een goede ontvangst in Australië rekenen, zonder de Engelse taal grondig te kennen. Doch ik geloof niet, aldus deze zegsman, dat dit de voornaamste reden is". „Een der grootste moeilijkheden is, zich in een wereld aan te passen waar alles tegenovergesteld schynt; waar het koud is in het Zuiden en warm in het Noorden; waar men slechts twee maaltijden per dag neemt, namelijk des morgens en des avonds (de ontbijten met verschillen de gerechten, die men des morgens opdient, vallen niet erg in de smaak bij de nieuw-aangekomenen); een land, waar de arenden wit zijn, de zwanen zwart, waar Kerstmis in de zomer valt en Pasen in de winter; waar politieke discussies verboden zijn, waar de paardenrennen de groot ste gebeurtenissen van het nationale leven uitmaken enz." „Het is ook een feit, dat de Austra liër niet erg vriendschappelijk tegen over de vreemde arbeider staat. Het is bijvoorbeeld voor een gespeci; seerd mijnwerker, die niet in Australië is geboren, erg moeilijk om werk in de kolenmijn te vinden, want de vakbonden verzetten er zich ten stelligste tegen, alhoewel er gebrek is aan mijnwerkers. „De Australiër is moedig doch oppervlakkig; het intellect boezemt hem vrees en wantrouwen in. Dit is een der redenen, waarom hij geen toenadering met de Engelsen, de Duitser of de Zwitser zoekt. Indien hij by zijn werk ook veel goede wil toont, toch voelt hy geen sympathie voor degenen, die bijzonder ijverig zijn". „Hy heeft vooral een uitgesproken origine-bewustzyn. Op een afstand voelt hy reeds de nadering van een vreemdeling, vooral van de Italianen of de Balkan-bewonerhy staat dan ook antipathiek tegenover verenigin gen of groeperingen van vreemde lingen. Het geval der Italianen van Queensland, waarvan de groeperingen reeds meer dan 25 jaar bestaan, is werkelijk kenschetsend voor de locale wrijvingen." „Hieruit mag men echter niet be sluiten, dat de Australiër een vreem delingenhater is, met uitzondering dan wel ten opzichte der Aziaten waarvoor hy een ingeboren wantrou wen koestert. "Wat men ook moge zeggen, de mogelijkheden zijn voor de emigranten zeer groot. Maar de aanpassingsproblemen zyn moeilijker op te lossen dan men in het begin wel dacht." Koninklijk Paar geeft het goede voorbeeld. In de Kamer klonk een ander geluid... Wederom brengen H.M. de Koningin en Prins Bernard een staatsiebezoek aan een vreemde mogendheid: thans Engeland. Een vorige maal waren zy de gast van de Franse Republiek. Hun bezoek aan Frankrijk heeft overal gunstige reacties opgeroepen. De banden tus sen dit land en het onze werden nauwer aangehaald. Bij het bezoek aan Engeland zal dit ook geschieden. En dit is nodig Door de houding van Engeland bij het Nederlands-Indonesische conflict is de verstandhouding tussen beide landen althans tussen de bevol kingen niet verbeterd. Er bestaat in ons land een zeker gevoel van rancune ten opzichte van de Engelsen. Het is door" dit bezoek van koningin Juliana en de prins gemaal, dat betrekkingen verbeterd moeten worden. In Europa immers hebben wy een innige samenwerking nodig en deze is ondenkbaar, wanneer sommige bevolkingsgroepen nog achterdochtig en met rancuneuse gevoelens tegen over elkaar staan. Eveneens ter verbetering der be trekkingen, vertrekt in Maart Z.K.H. Prins Bernard, op verzoek der re gering naar Zuid-Amerika, waar hy een bezoek zal brengen aan Argen tinië, Chili en Uruguay. Deze reis zal waarschijnlijk geheel per vliegtuig gaan, dit in tegenstel ling met het huidige bezoek aan Engeland, waarbij gebruik gemaakt werd van H. M. „Heemskerck". In dit verband herinneren wij aan de reis, die prins Bernard in Januari van dit jaar naar Zuid-Amerika maakte. Toen bezocht hij oa. de Ned. Antillen, Curacao, Brazilië, Mexico enz. enz. Deze reis heeft veel goed gedaan en het is daarom wellicht, dat de prins-gemaal een tweede maal een opdracht tot zo'n vermoeiende taak aangenomen heeft. Een nieuwe minister? In de Tweede Kamer heeft prof. Romme(K.V.P.) aan de regering te verstaan gegeven, dat hy (en zyn pary) het niet eens is met de huidige sa menstelling van het kabinet. Dit in verband met de ministerwisseling aan oorlog en marine. Prof. Romme wilde voor 1932 het kabinet terug gebracht zien tot op de basis van 1948. In zyn antwoord op de rede van prof. Romme, wees de minister president, dr. Drees, diens verzoek af. Hy vond het onjuist, om een van de huidige partijloze ministers te verzoeken plaats te maken voor een lid van de christelijke historische unie. Evenmin voelde hij er iets voor, een man uit deze party aan te stellen als minister zonder portefeuille of om het departement van oorlog te splitsen, om zo een plaats te ruimen voor een nieuwe C.H.-minister. Na deze redevoeringen werden de beschouwingen geëindigd. Niemand had meer de gelegenheid op de woor den van dr. Drees in te gaan. Het zal echter de vraag zyn. of de K.V. P. hiermee genoegen neemt. Nog geen straal-KLM'ers Nadat de spoorwegen dezer dagen enkele nieuwe treinstellen in gebruik hebben genomen, blykt thans ook, dat de KLM niet achter wil blijven en een plan heeft geprojecteerd veor een vernieuwing van de luchtvloot. Voorlopig znllen vyf DC4 en C54 toestellen vervangen worden door vyf DCöb toestellen en vijf constel lations LL749 door een gelyk aantal „super constellations". De kosten van dit plan bedragen ruim 50 mil- lioen gulden. De vernieuwing en modernisering zal geleidelijk voltrokken moeten worden in 1952 en in de eerste maanden van 1953. Het aantal vlieg tuigen blijft gelijk, zodat de vloot dus niet uitgebreid wordt. Voorlopig acht men het nog niet verantwoord om passagiersvliegtuigen met straal aandrijving in gebruik te nemen. Blinden vragen Vertegenwoordigers van vijfduizend blinden uit ons land deden een be roep op de leden van de Staten Generaal om met klem op de verbe- ring der positie en sociale voorzie ningen voor blinden aan te dringen. 90 pet. der blinden kan niet voor zich zelf zorgen. Zij zyn thans aan gewezen op steun van particulieren, want de staatssteun is geheel onvoldoende, aldus ds. de Wit, die zelf ook blind is. Blinden werken graag, zo vervolgde hy, en het is onjuist te beweren, dat een periodieke ondersteuning hen zou afhouden van het werk. By aanhouden zal zeker nog wel resultaat van de pogingen der blinden om regeringssteun te verkrijgen, bereikt worden. De hulp van de leden der Staten Generaal is daarby echter onontbeerlijk. 4ld St. llicotaaógesckenk VISITEKAARTJES in alle maten soorten kleuren, de uitgebreidste collectie Fa, van den Munckhof heeft ze In de „Goschiedenisvan mijn leven" door Chesterton, een boek, dat men langzaam moet lezen en zelfs herlezen om er al het fijne aroma van te proeven, staat een zeer rake passage over alles, waar de schrijver trots op was. „Als apologeet ben ik een verdediger, maar een verdediger die het niet zoekt in verontschul digen, die geen goedprater is. Voor zoverre iemand trots kan zijn op een godsdienst, die wor telt in de nederigheid, ben ik zeer trots op mijn godsdienst. Ik ben vooral zeer trots op die gedeelten, die men het vaakst bijgeloof noemt. Ik ben er trots op gebonden te zijn door ver ouderde dogma's en geknecht door dode geloofsbelijdenissen, want ik weet heel goed, dat het juist de ketterse geloofsbelyde- n;ssen zyn, die dood zyn en dat alleen een redelyk dogma zo lang kan bestaan, dat men het verouderd kan heten. Ik ben zeer trots op wat de mensen priester kunsten noemen, want zelfs dat toevallige scheldwoord bewaart de middeleeuwse waarheid, dat een priester, zoals eenieder, een kunst of vak behoort te verstaan. Ik ben zeer trots op wat men Maria-verering noemt, omdat het in de donkerste eeuwen bij de godsdienst dat ridderlijke element invoerde, dat men nu te laat en te slecht verstaat onder de vorm van het feminisme. Ik ben er zeer trots op, dat ik orthodox ben wat de geheimen van de H. Drievuldigheid of van de H. Mis betreft, ik ben er trots op. dat ik nan het Pausdom geloof." Zo schrijft een man, die wel nie mand voor een achterling verslijten zal, die meer boeken geschreven heeft dan de doorsnee gelezen heeft, die ieder publiek, al was het nog zo verwend, wist te boeien. Wat doet tegenover deze mannelijke taal het gekef van allerhande leeghoofden belachelijk aan Zy zijn te geleerd om neg te kun nen geloven; zy zyn te belezen en te critisch om zich beet te laten nemen. Zy geloven niet meer, omdat het zo hopeloos ouderwets staat. Zy geloven alleen alleen in hun eigen onfeil baarheid, die het topunt is van de menselijke dwaasheid. f P. H. RONGEN O.C.R. „Modern snelverkeer" Zondag jl. wilde ik voor een fami liebezoek een dagje naar Gennep gaan, zoals U wei weet, op circa 22 Km. van Venray gelegen. Gewapend met een dienstregeling van de Spoorwegen en een dito van de Zuidooster, maakten wy Zaterdag alvast een paar uur vry, om de beste en snelste reis te berekenen. Mogen wy U het resultaat van onze bevin dingen over de heenreis over de terugreis praten we maar niet eens mededelen. Voor de hand lag 't na Derksen onze klandizie te hebben gegund tot aan 't Station Venray de trein te pakken naar Boxmeer, om dan de bus te nemen naar Oeftelt-Veer. Daar overgezet, konden wy dan wel een kwartier later op onze bestemming komen. Met de trein vertrekkend om 9.12 konden wij te Boxmeer om 9 31 aan komen. Maar de „aansluitende" bus van Boxmeer-Oeffelt was toen al 21 minuten op stap. De eerstvolgende vertrok om 11.10 en arriveerde 10 min. later te Oeffelt. Echter de bus, die ons naar Oeffelt Veer brengen kon, had dan zyn tocht al om 11.15 aanvaard Met de ongunstige weervoorspelling in 't geheugen, zochten we dus een andere gelegenheid. We zouden in plaats van de trein de bus naar Boxmeer nemen. Die bus vertrekt op Zondag om 8.35 en komt te Boxmeer om 9.20, maar de bus Boxmeer— Oeffelt ging, zich om ons niets be kommerend, om 9.15 naar Oeffelt. We konden dus weer wachten als boven met dezelfde plezierige gevol gen in Oeffelt zelf. Misschien echter zou de route over Wanssum uitkomst brengen? We konden uit Venray vertrekken om 9.25 en waren dan in Wanssum om 9.40. De Maas overstekende zouden we dan de bus Venlo—Nymegen nemen. Maar als ge om 9.40 in Wanssum bent, kan men pas 11.40 uit Well weg, om zo 12.10 te Gennep te arriveren. Wy kunnen het net zo gauw lopen! We gingen dus weer ons geluk beproeven in 't spoorboekje. De trein immers vervoert je veilig, maar niet vlug en óók niet goedkoop. De trein, die om 9.12 uit Venray vertrekt, arriveert te Nymegen om 9.56. Daar wacht ons dan de bus Nymegen— Gennep, die echter de vriendelijkheid heeft om te vertrekken om 9.55. Geen zorg, om 1055 gaat er weel een, die je waarerapel al om 11.30 in Gennep deponeert. En „geld speelt geen rol". Maar over Venlo dan De trein naar Venlo van 9.29 arriveert daar 9.56. Daar is dan de bus Venlo- Gennep om 11.05 vertrokken. Met die bus kan men ook mede, als men de bus Venray—Venlo pakt. Men hoeft dan in Venlo maar 20 minuten te wachten. Tenslotte leek het 't beste via Vierlingtbeek te reizen. Vertrek hier 8.35, aankomst Vierlingsbeek 9 uur, vertrek Bergen 10.50. Maar in die 50 minuten moet je ook geluk heb- beu. De wandeling is 2 Km. en de pont meent 't goed, kan je in 5 min. overzetten, doch 't kan ook 30 min. en langer duren. Maar in elk geval: iemand, die een dagje naar Gennep wil, wete, dat hij er uit Venray wel omstreeks 12 uur met de openbare middelen van ver voer arriveren kan. Een en ander no6mt men „modern" Snelverkeer I Gezegend daarom zyn dé bromfietsen. Niet om die herrie- makende instrumenten op zichzelf. Maar zy geven ons tenminste de gelegenheid om te „brommen" en met goede redenen. ^6n andere vraag echter: Als onze treinen en bussen op sommige lynen niet rendabel blyken, willen dan de heren reisgidsopstellers niet eens overwegen, of zij mogelijk de hand niet moeten steken in eigen boezem En kan ons actief gemeentebestuur of V.V.V. er niets aan doen, dat hier wat verbetering komt. Heus, met één goede morgengelegenheid heen en één goede avondgelegenheid terug op Zondagen zyn wy al dubbel en dwars tevreden. UMBRATICUS. In oude tijd werd de boer „gedrukt" door „heerlyke rechten", welke wy het beste nog kunnen distilleren uit verkoopbiljetten van de Heerlijkheden en dan variëren deze rechten nog naar de aard der heerlijkheid. Deze „rechten", welke de heer op de pachter van zyn landerijen legde, waren weinig bevorderlijk voor de ontwikkeling van de boerenstand, om dat ze niet zeiden een drukkende last waren voor de plattelande. Daar waren b v. beden, tienden (van varkens, ganzen, lammeren, hennep, koren, enz.) En bleef de boer in gebreke, dan betaalt hij, of moest hy althans op de volgende „vervaldag" het dubbele betalen. Zo bestond er in de 17e eeuw b.v. nog het pluimgraafsrecht. Zonder ver gunning van de pluimgraaf mocht niemand zwanen houden of vervoeren. Streng hield men de hand aan dit zeer oude „recht". Eigenaardige ge bruiken heersten er soms by over treding van een heerlijk recht. Wie b.v. toch zwanen hield, zonder 's graven toestemming werd, ver oordeeld de zwanen in een grote zaal aan de zolder op te hangen, zodanig, dat de vogels een voet boven de grond hingen. De overtreder moest dan de dieren geheel „overgieten" met schone rode tarwe uit eigen bezit. Was dit geschied, dan werd het koren ver beurd verklaard en ging het over in handen van do pluimgraaf. Cijnsmalen Dat onze voorouders zeer vinding rijk waren in het „gezellig" maken van het cynsmaal, dat gehouden werd, wanneer de boeren de cyns kwamen betalen, moge blyken uit het volgende: Voor het voldoen der „pacht" op 11 November kwamen de boeren uit St. Michielsgestel, St. Oedenrode, Scliyndel en Boxtel elk jaar op de grote „Wielsche Hoeve" bijeen. Wanneer de betaling had plaats gevonden, wachtte hem in de stal een flinke maaltijd, bestaande uit groenten, vlees, witte bonen en kren ten, kaas, brood, bier enz. Om de pret te verhogen, moest b.v. een der boeren met zijn portie achter de koeien, die aan de ene zijde ston den van de stal, gaan zitten en het daar met de staart van een rund om zyn hals geslagen, opeten. Een ander moest op de mesthoop plaats nemen en daar zyn deel van de feestmaaltijd verorberen, terwijl een derde moest eten met een bril op de neus en twee brandende kaar sen by zich, net alsof hy het voedsel niet goed kon zien. In isos werden echter zowel de St. Maartens cynzen als de cynsmaaltyden afgeschaft. In Holland werden boerendiensten eerder afgeschaft, dan in het Oosten van het land, waar men nog geruime tijd veel persoonlijke onvrijheid van de boer bleef bestaan. Op de Veluwe moest 'szomera de boer niet zelden, na een lange dag taak te hebben verricht nog de ge hele nacht wacht houden op zyn akkers, om daar de wilde zwijnen en herten te verdrijven. Als uitvloeisel van de nog lang be staande fendale verhouding in Gelder land, mochten andere boeren wel hun land verbeteren, onder voorwaarde evenwel, dat de landheer de erfenis na hun doodmocht „bescheren", d.w.z. het beste paard, dat de gestorvene naliet, in beslag nemen Zo bleven dus nog lang bewaarheid d9 regels uit de 17e eeuwse „Boeren- Litany". „In 't sweet ons aengesiclits, wy d'armen kost besueren, Na d'aerde, vroech end laet, neerbuygend onse neck". Het nieuwe systeem der telefoongidsen De directeur-generaal der PTT, de heer L. Isehor, heeft medegedeeld, dat de gepubliceerde voornemens met be trekking tot de telefoongidsen vele pennen in beweging hebben gebracht en men z.i. de plannen met altya goed begrepen heeft. De kwestie is op de helling ge bracht door het ten einde lopen van een bepaald drukxerscontract. Er diende nu een opdracht te worden gegeven, die de ontvangers daarvan in staat stelt, zo economisch mogelijk te werken. Als men ziet wat er thans aan locale gidsen wordt geproduceerd, dan moet vanzelf de vraag opkomen, of niet meer concentratie mogelijk en gewenst is. Er zyn 133 locale- en sectorgidsen en 131 kaartgidsen voor de kleinste netten. Er zullen nu 16 gidsen komen, waaronder drie van de grote steden. Een aangeslotene heeft als regel aan een klein locaal gidsje niet ge noeg. Hy krygt nu gratis de beschik king over de nummers van alle aan geslotenen in zyn district. De interlocals gids wordt, door het wegvallen yan de nummers der drie grootste steden, meer hanteerbaar en olyft beschikbaar voor hen, die haar bestellen. Voorts kan men iedere aparte gids afzonderlijk bestellen, en voorts op een bepaalde wyze gebun delde exemplaren. De boekjes zullen iedere 8 maanden vernieuwd worden, maar niet alle gelijktijdig. Dit laatste uit bedrijfs economisch oogpunt, aangezien het drukkersbedryf dan permanent zal worden belast. Als verder voordeel deelde de heer Neher mede, dat het in de districts gidsen mogelijk zal worden een be roepenlyst toe te voegen. Het ren dement van de telefoonaansluiting zal met de voorgenomen wijzigingen groter worden. Het betreft hier een weloverwogen oplossing, aldus de heer Neher, en verwacht wordt, dat het totale papier- gebruik van de PTT niet groter zal worden. Hy sprak als zyn vaste over tuiging ^uit, dat het nieuwe gereed schap in veel grotere mate zal worden gewaardeerd dan het huidige. De Kuikentoewijzingen voor 1951 Ten behoeve van de verjonging en de uitbreiding van de pluimvee stapel, zullen voor 1951 onvoor ziene omstandigheden voorbehouden 21 Va millioen kuikens mogen worden uitgebroed. De verdeling van de kuikens zal evenals vorige jaren - geschieden via de Provinciale Yoedselcommis- sarissen en hun Plaatselyke Bureau houders, welke daartoe terzijde worden gestaan door de adviescom missies van de Stichting voor de Landbouw. De kuikentoewyzingen voor de fok- en vermeerderingsbedry ven zullen worden uitgegeven door het Bedrijf schap voor Pluimvee en Eieren. In afwijking van het vorige jaar, zal ditmaal geen enquête onder de pluimveehouders worden gehouden van het aantal kuikens, dat zy zouden willen ontvangeD. In het algemeen zullen de pluim veehouders voor 1951 een toewijzing kunnen ontvangen, welke maximaal gelijk is aan de toewijzing van 1930. De kuikentoewyzingen van hen, die de vorige jaren de aan hen toege wezen kuikens niet, of niet volledig voor eigon bedrijf hebben benut, zul len aan een nader onderzoek worden onderworpen. Binnenkort zullen de pluimvee houders, die in 1950 een toewijzing voor kuikens hebben ontvangen, een oproep ontvangen om de voor 1951 voor hen vastgestelde toewijzing te komen afhalen. Bij de P.B.H. geregistreerden, die voor 1950 geen kuikentoewijzing heb ben ontvangen en hiervoor thans wél in aanmerking wensen te komen, kunnen vóór 1 December 1950 een desbetreffend schriftelijk verzoek indienen bij hun Plaatselyke Bureau houder. Hierbij moet worden opge geven welk aantal kuikens zy zouden willen ontvangen. By het opgeven van het gewenste aantal kuikens, dient men zich ernstig af te vragen of men, tezamen met het toe te wijzen distributievoeder, over vol doende voedermiddelen uit eigen bedryf zal kunnen beschikken voor het aanhouden van de kuikens en de daaruit opgroeiende hennen. Voor elk kuiken, dat wordt toege wezen, is een heffing van 4 cent verschuldigd, welk bedrag bij het in ontvangst nemen der toewijzing dient te worden voldaan. Het overdragen van toewijzingen en/of kuikens aan derden, is verbo den. Wél mogen de kuikens door anderen worden opgefokt tot uiterlijk 1 Augustus 1951. Voorts wordt er de aandacht op gevestigd, dat voor het aanhouden van kuikens, welke op natuurlijke wyze zijn gebroed, geen vergunning is vereist, voorzover dit een aantal betreft van 30 stuks en minder. Kunstmatig gebroede kuikens en een aantal van meer dan 23 jonge hen nen, mogen alleen worden aangehou den, wanneer de betrokkene in het bezit is van een aanhoudvergunning. Als zodanig wordt daarvoor de be stelbon gebruikt. Men dienter daarom zorg voor te dragen, dat de bestelbon aanwezig is op het adres, waar zich de kuikens, resp. jonge hennen be vinden. Op de Zaterdag in National te Venlo gehouden vergadering van de Werk gemeenschap Limburg is nogmaals het brandend probleem der veergelden in Noord-Limburg ter sprake ge komen. De heer Van Rens uit Ottersum - onvermoeid strijder tegen deze economische paskwil heeft aan de hand van de sprekende cyfers aan getoond, welk een zware druk de overzet-veren in Noord-Limbu j op het economische leven leggen. Op grond van officiële gegevens heelt de heer van Rens berekend, dat de drie particuliere veren, gelegen tussen Mook en Bergen op de om wonenden een „belasting" leggen van rond f 226.000,—. Het gemeente bestuur van Cuyk(N.-Br-) hield by 44 in haar gemeente gevestigde bedrijven een enquête. Deze vervoeren per jaar grotendeels via de vei en Katwyk-Mook en Cuyk—Middelaar, rond 51.000 ton goederen en tellen daarvoor neer de somma van rond 28.500 gulden a3n veergelden. Het tijdverlies veroor zaakt door het wachten by de veren, bedroeg voor diezolfde bedrijven 9.629 uren per jaar. Door iets meer dan honderd leer lingen, die gebruik maken van par ticuliere veren om onderwijsinstel lingen te bezoeken te Boxmeer, Gen nep en Cuijk, moest in het jaar 1049 een bedrag van f 5.693,60 betaald worden. De heer Van Rens heeft zyn uit eenzetting besloten met een herhaling van de reeds eerder in een rapport neergelegde conclusiesverlaging, resp. opheffing der veergelden. De spreker deelde voorts nog mede, dat de Kamer van Koophandel en Fabrieken ln Limburg in contact is getreden met de Kamer in Noord- Brabant, teneir.de zo mogelyk geza menlijk op te treden in deze aange legenheid. BELASTINGDEBAT EN GROOT GEZIN In „Het Gezin", orgaan van de Kath. Bond „Voor het gezin", publi ceert de bonusvoorzitter, de heer J. W. F. van Meegeren, een nabeschou wing over de jongste Kamerdebatten ten betoge, dat zoals ook wy reeds aanstipten „het grote gezin er be kaaid is afgekomen". In zyn conclusie heet het o.m. „Maar waar is plotseling de liefde voor het grote gezin gebleven Ineens horen we er niet meer van. Van het se kind af zou nog een extra reductie gegeven worden. Over dat punt zwygt men nu in alle toonaarden en dat terwyl de getallen duidelijk aanwyzen, dat het grote gezin het minst is toegedacht van al de ver minderingen. „Laten we er voor waken, dat het grote gezin een voorwerp wordt van marchanderen; daarvoor is het ons te dierbaar. Dat gesol met onze belangen heb ik bij deze discussies niet kunnen bewonderen. „Belastingvermindering? Ja, by de directe belastingen; maar wat met de ene hïfnd gegeven is, wordt met de andere hand teruggenomen. De in directe belastingen worden met een zelfde bedrag bedrag verhoogd, waar mede de directe zijn verlaagd. Er is dus eenvoudig verschuiving. Alleen de indirecte belasting (omzet belasting en weeldebelasting) heeft men voor een zeker deel in zyn macht. Men kan zyn uitgaven vooral op luxe artikelen beperken en daar door minder aan deze belasting bij dragen. Maar dat gaat toch maar tot zekere grens. Er is natuurlijk ook zeer vrucht baar overleg geweest met de Kamer, dat geleid heeft tot het intrekken van het wetsontwerp tot het leggen van opcenten op de personele belasting. Gelukkig maar, want de per .iele belasting is een echte gezinsbei..sting en als zodanig moet ze tot het uiterste minimum beperkt blyven. Summa Summarum. Het grote ge zin, vooral met het kleine inkomen kan onmogelykt bly, laat staan dank baar zyn voor deze belastinghervor ming. Het kan alleen maar meer be talen in de vorm van meer indirecte belastingen. Het is te hopen, dat binnenkort een goede oplossing ge vonden kan worden om voor deze categorie van mensen de huurver hoging van 1 Januari 1951 op te vangen, anders worden ze helemaal het kind van de rekening.

Peel en Maas | 1950 | | pagina 1