Nieuw Guinea
HERDENKING
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
fèn hï[ dan
Kloqmaats:
9ndushieaestiqinq.
aan godsdienst
Rund- en varkensstapel
sterk uitgebreid.
4la aooinaamste
ZATERDAG^ OCTOBER 1950 No. 40
EEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
Druk en Uitgave
Firma van den Munckhof
Drukkerij
Kantoorboekhandel
irootestraat 28 Venray
Telefoon K 4780-512
Postrekening 150652
PEEL EN MAAS
Advertentieprijzen werden op
aanvraag gaarne verstrekt.
Losse mm-prijs 8 cent.
Abonnementsprijs p. kwartaal
voor Venray f 1.00
buiten Venrey f 1.20
uitsluitend bij vooruitbetaling.
Toestand in Indonesië
Over de laatste rest van het Nederlands koloniaal ryk in het
verre Oosten zal binnenkort worden beslist. Zoals men weet,
werd in 1949 ter ronde tafelconferentie bepaald, dat de status
quo (do toestand zoals hy is) van Nieuw-Guinea, zal worden
gehandhaafd, maar dat binnen een jaar na de souvereiniteits-
overdracht het vraagstuk van de staatkundige toestand van
dat gebied zal worden bepaald door onderhandelingen tussen
Nederland en Indonesië.
De eerste conferentie van ministers der Nederlands-Indonesi
sche Unie besloot op April j.l. die onderhandelingen te doen
voorbereiden door een commissie, welke uiterlijk op 1 Juli
aan de regeringen van beide deelgenoten rapport zou uitbren
gen. De commissie heeft er langer over gedaan dan in de
opzet lag. Waarom Er bleek een zo grote onenigheid tussen
de Nederlandse en Indonesische leden te bestaan, dat men
niet met één gemeenschappelijk rapport voor den dag gekomen
is. Men zou willen vragen was dit niet te voorzien Is het
mogelijk ooit overeenstemming te bereiken tussen partijen in
een geding, waar iedere gemeenschappelijke basis ontbreekt?
Ü9 Indonesische leden stelden de
souvereiniteitsoverdracht van Nieuw-
Guinea aan Indonesië als een vol
dongen feit. De Nederlandse groep
stelde daartegenover, dat het niet de
vraag is hoe de souvereiniteit zal
worden overgedragen, maar of deze
zal plaats vinden.
Er is niet alleen verschil in uit-
gangspuut, er is ook verschil in
methode van behandeling. De Neder
landers motiveren hun standpunt, de
Indonesiërs dreigen. De Nederlanders
zetten uiteen, dat overdracht van de
souvereiniteit van Nieuw-Guinea aan
Indonesië zou betekenen het versper
ren der mogelijkheid voor Nieuw-
Guinea, op den duur over eigen lot
te beschikken. Want Indonesië wil
geen volksuitspraak, maar inlijving.
Zy betogen, dat Indonesië, dat zelf
nog verkeert in een toestand van
crisis en eerste ontwikkeling, niet in
staat zal zyn aan Nieuw-Guinea een
beheer te geven, dat voldoet aan de
eisen en dat daarom overdracht van
beheer aan Indonesië ten gevolge zou
hebben de volstrekte desorganisatie
van administratie en medische ver
zorging, waarmede voor het land de
minimale voorwaarden gaan ontbre
ken.
De overdracht van Nieuw-Guinea
aan Indonesië zou tenslotte tot ern
stige onlusten aanleiding geven, aan
gezien een zeer sterke stroming onder
de bevolking scherp gekant is tegen
de V.S. van Indonesië.
Daartegenover stelt de bevolking
voortzetting van het Nederlands be
heer op prijs. Nederland heeft daar
voor zowel de ervaring als de middelen
en de krachten. Onder Nederlands
beheer blijft het eiland verzekerd van
wat het zo zeer behoeft, nl. een
speciale positie en een speciale be
handeling, welke aan al de moeilijk
heden van de cultuurvorming volle
aandacht schenkt. Terwyl voortzetting
van Nederlands beheér voor dit land
stellige beloften inhoudt van voor
uitgang en opheffing en de wereld
zekerheid biedt, dat ook dit land met
zijn volk in het wereldverkeer zal
worden opgenomen en daar een
waardige plaats in zal kunnen ver
vullen de overdracht van West-
Nieuw-Guinea aan Indonesië zou
noodzakelijk leiden tot snel verval
van hetgeen daar in vijftig jaar is
opgebouwd en tot onrust en verwar
ring, omdat de bevolking zich onge
twijfeld tegen zulk een overdracht
verzetten zou.
Aan het rapport van de Neder
landse leden der gemengde commis
sie is een uitvoerig betoog toegevoegd
omtrent het volkenkundig en aard
rijkskundig karakter van Nieuw-
Guinea.
De bevolking van Nieuw-Guinea
vormt een gebied met een eigen
natuur, die niet tot Indonesië kan
gerekend worden.
Uitvoeriger weergave van het uit
nemend gedocumenteerd rapport zou
slechts te klemmender het goede
recht van het Nederlandse standpunt
aantonen.
Wat stellen de Indonesiërs hier nu
tegenover
Een verklaring van president Soe-
karno: „Wij zullen, wat er ook ge-
beure, blijven vechten totdat Neder
lands Nieuw-Guinea bij ons is
teruggekeerd. Als de kwestie dit
jaar niet door middel van onderhan
delen (lees; onderwerping van
Nederland aan de wil van Indonesië)
kan worden geregeld, zal er een
ernstig conflict ontstaan".
Dreiging tegenover argument.
Imperialistische verlangens tegen
over een plichtsgetrouw zich reken
schap geven van wat een cultuurtaak
die met instemming der inheemse
bevolking verricht wordt, gebiedt.
Wanneer de onderhandelingen tus
sen Nederland en Indonesië over
Nieuw-Guinea mislopen, dan staan
er twee wegen open tot oplossing
van het probleem: een beroep op de
Verenigde Naties en een gemeen-
schappelykeregeling tussen Nederland
en Australië, dat onder geen beding
een "Westelijk Nieuw-Guinea onder
Indonesische opperhoogheid wenst en
dat als dominion van het Britse
gemenebest een machtige positie
heeft.
De Australische minister van bui
tenlandse zaken, de heer Splender,
vertoefde in ons land en had contact
met onze regering.
Diplomaten houden zich gemeenlijk
op de vlakte en men heeft de heer
Spender tevergeefs trachten uit te
hóren over zyn mening ten aanzien
van de vorming van Nieuw-Guinea,
tot een gemeenschappelijk Nederlands-
Australisch beheersgebied.
Het brengen van de kwestie voor
de Verenigde Naties levert het gevaar
op van het doordringen van Austra
lische invloed in Nederlands Nieuw-
Guinea. Als wy het goed zien, dan
zal de ontwikkeling zo zyn, dat wy
Nieuw-Guinea eerder aan Australië
dan aan Indonesië kunnen verliezen.
In de wirwar van de belangenstrijd
moge de Nederlandse regering klaar
en positief het zuiver Nederlandse
standpunt innemen. En dat is o.i.
drieledig.
Ten eerste er is geen sprake van
enig recht, dat Indonesië ten aanzien
van Nieuw-Guinea kan doen gelden.
Ten tweedewy zyn tot opbouwen
de samenwerking met het buurland
op Nieuw-Guinea, Australië in alle
opzichten bereid. Mits en dit is de
derde stelling, West Nieuw-Guinea
ondei de Nederlandse opperhoogheid
blijft. Hierop heeft Nederland een
zedelijk en historisch recht en dit i3
in overeenstemming met de wens
der bevolking en in haar uitgesproken
belang.
De grote fout van onze generatie
is: zich beroepen op een ander om
zyn eigen gedrag te verontschuldigen.
Men voelt, dat men verkeerd doet,
dat het niet in de haak is, maar om
zich schoon te wassen, om het goed
te praten, zoekt men dekking achter
de brede rug van zyn buurman en
hy dan
Hoe erg men zelf ook gefaald heeft
steeds vindt men iemand onder zyn
kennissen, zijn collega's, zyn familie,
die geen haar beter is, die zich
precies aan hetzelfde vergrijp heeft
schuldig gemaakt. En wanneer men
dan terecht gewezen en op zyn num
mer gezet wordt, staat men aanstonds
met de verdediging klaar: en hy
dan
Deze verdediging is helemaal geen
verdediging. Wy moeten het goede
doen en het kwade laten, omdat dit
onze plicht is. Wanneer alle mannen
ontrouw »zyn, hebben wy nog geens
zins het recht ook ontrouw te wor
den.
Wanneer alle meisjes flirten, is
daarmee het flirten zelf nog niet
geoorloofd. Wanneer alle meerder
jarige zoons thuis by moeder een
mager kostgeld betalen, is dat voor
ons nog geen reden om het ook te
doen.
Dat wy ons op onze omgeving
beroepen, is alleen een bewijs van
onze gedachtenloze onnadenkendheid
en onverantwoorde lichtzinnigheid.
Wy hebben te weinig karakter en
helemaal geen plichtsbesef. Wie
karakter heeft, ziet niet om naar
wat anderen doen, maar handelt uit
eigen persoonlijke overtuiging.
Wie weet wat plichtsbesef is, zoekt
naar redenen van verontschuldiging;
hy weet, wat zyn plicht is en dat
hy die zelf volbrengen moet, onver
schillig wat zijn omgeving er van
denkt of zegt.
De uitvlucht en hy danis
een kwakzalversmiddel om het eigen
geweten in slaap te sussen; verder
reikt het niet. Wanneer aan 't einde
van ons leven God ons boekje open
doet, zullen we veel te beduusd zyn
om Hem attent te maken op de
lange ry wachtenden achter ons: en
zy dan
Dan zal Hy ons niet vragen, wat
de anderen gedaan hebben, moeten
zy weten en verantwoorden; gy hebt
uw plicht gekend en er toch niet
naar gehandeld.
Gij hebt alleen naar de slechte
voorbeelden in uw omgeving gezien
en de goede voorbeelden hebben u
koud gelaten; gy hebt zelfs de spot
gedreven met de brave Hendrikken.
Laten wy deze waarheid niet ver
geten: ons leven zal er veel oprech
ter, eerlijker en degelijker door gaan
worden.
P. H. RONGEN O.C.R. f
De tweede industrialisatie-nota van
Minister ten Brink heeft weer eens
de aandacht gevestigd op deze voor
Nederland zo bijzonder gewichtige
materie.
We hebben in 't eerste industrie
plan gehoord hoe een soort vyf
jaren-plan is opgesteld voor het ver
groten van ons productievermogen,
daartoe gedwongen door onze snel
groeiende bevolking, het verlies van
Indië en het tekort aan land.
Nu het eerste kwartaal verstreken
is, heeft de regering eens een blik
teruguit geworpen om eens te zien
of alles wel loopt. En inderdaad er
zyn opmerkelijke resultaten behaald,
maar de beraamde plannen zijn niet
ten volle uitgevoerd.
De i30.ooo.ooo gulden, die moesten
worden geïnvesteerd in nieuwe in
dustrie, zijn niet geheel volgeboekt,
niet in het minst door Lieitinck-
politiek, maar de kapitaalinvestery
van de laatste maanden van het
afgelopen jaar geven hier wel reden
tot optimisme.
Verder is niet het aantal mensen
tewerk gesteld kunnen worden, waar
men op had gerekend, hoewel ook
dit deel van het programma weer
optimistische kanten heeft.
De plotselinge terugkeer echter van
de soldaten uit Indonesië heeft ook
hier weer een streep door de rekening
gehaald en de regering gedwongen
om weer andere plannen op testellen.
In kort gezegd komt het dus neer
op een gedeeltelijke oplossing van
wat werd geëist, met een enigzins
optimistische toekomst, al is dit ook
weer te danken aan de oorlogsdrei
ging, die natuurlyk oorlogsmateriaal
en grotere offers van de fabrieken
vraagt.
Als we echter hier in Venray
beginnen, wat we dan nemen als
het middelpunt van Noord-Limburg
dan blykt, dat deze streek nog
bitter weinig heeft geprofiteerd van
de industrialisatie-politiek van onze
regering. We kunnen kort zijn over
de oorzaak hiervan maar de nood
zaak blijft en wordt met de dag
groter en hoewel zeer vele plaatsen
in Nederland al het mogelijke doen
om industrie te krygen, al dan niet
met wisselend geluk, is Venray
zelf er wel beroerd vanaf gekomen.
Inderdaad, er is wat industrie
gekomen, maar niet in die mate,
als wenselijk was voor het groot
aantal geschoolde en ongeschoolde
krachten, die Venray heeft en die
hier hun dagelijks brood moeten
verdienen.
Op het ogenblik gaat het nog
wel, er worden nieuwe straten en
wegen aangelegd, er wordt nog
gebouwd, maar over enkele jaren,
vrezen wy, dat velen de weg naai
de Vredepeel opgaan, om als DUW
arbeider daar de dagen kapot zien
te krygen
En al is het vanzelf sprekend, dat
de regering niet voor elke gemeente
kan zorgen, zou 't toch wel dienen,
dat aan de hand van provinciale
rapporten deze plaatsen voorrang
kregen, waar de toekomstige nood
zich nu reeds aftekent.
We weten, dat voor Gennep en
Bergen dergelyke rapporten bestaan
en zo te zien heeft dit inderdaad
wat geholpen. Zou 't niet mogelijk
zyn, dab dit jaar voor Venray een
dergelijk rapport wordt samengesteld
en in den Haag ter kennis wordt
gebracht
Daarnaast zal het noodzaak zyn,
dat ook de gemeente in deze nog
harder gaat werken. Door gelukkige
omstandigheden hebben wy kennis
genomen van enkele pogingen om
industrie hier te krygen en we
hebben respect voor wat is gebeurd,
maar toch zal, wil men op de duur
niet voor voldongen feiten komen te
staan, hieraan nog grote aandacht
moeten besteed.
We hebben een geweldige achter
stand in te lopen, maar dit is mo
gelijk, mits er aan alle kanten wordt
gewerkt, niet in het minst door Den
Haag, dat uit ervaring kan weten,
dat in Noord-Limburg nog lang niet
alles koek en ei is, terwyl ook de
daartoe aangewezen provinciale
instanties gerust eens kennis kun
nen nemen van de rapporten over
Venray.
Misschien dat dan de derde indus
trialisatie-nota ook voor Venray wel
betere perspectieven kan aanwijzen
en daarmede voor een groot deel
van Noord-Limburg en Oost Brabant,
Op zoek naar een
nieuwe vorm
Zelfs in kringen, waar men opge
houden heeft kerks en dogmatisch te
zyn, spreekt men voortdurend van
toename van religiositeit. Laat de
moderne mens ook onkerkelijk zyn,
anti-godsdienstig is hij in vele ge
vallen niet; daarvoor ligt het starre
materialisme, dat slechts stof en niets
dan stof erkende, reeds te ver achter
ons.
Tot nu toe is het begrip van gods
dienstigheid voor de katholieken én
ook voor de protestanten heel nauw
verbonden geweest met het begrip
van Kerk. Uit deze opvatting ryzen
nu verschillende problemen op
„Is er religiositeit mogelijk zonder
een Kerk Is het mogelyk, dat de
toekomst kerk-loos zal zijn en dat
een ieder naar eigen inzicht contact
zal zoeken met God Waarom dan
nog een Kerk? Is de tyd niet aan
gebroken om de godsdienst tot een
zuivere openbaring van de Heilige
Geest te maken en alle vormen ter
zijde te schuiven".
Het grote bezwaar van de moderne
mens, die godsdienstig wil zyn maar
niet kerkelijk, ligt in de vormen
dienst, die iedere Kerk eigen is. Men
wil godsdienstig zijn zonder bepaalde
vormen, zonder een knellend dwang
buis; men wil vrij kunnen ademen in
een godsdienstige sfeer, meer niet.
Deze vormendienst of formalisme
verwyten de andersdenkenden ook de
Katholieke Kerk. Daarom kan zy
volgens hen de verlangens en behoef
ten van de moderne mens niet be
vredigen.
Het antwoord op dit verwijt kan
zeer eenvoudig zyn. Het woord van
de onvergeteljjken Pius Xalles her
stellen in Christus, wyst ons hier de
weg. De vernieuwing, waar algemeen
om gevraagd wordt, heeft deze Paus
in het leven geroepen. Hy heeft de
diepste kern, het innerlykste wezen
van het christendom weer bloot ge
legd. Hy heeft aan de uitwendige
vorm een gewijde, heilige inhoud
gegeven. Hy heeft het essentiële van
het christendom weer op de voor
grond geplaatsthet leven in de
geest van Christus. De naam alleen
is niets voor hem; hy eist de chris
telijke daad, die haar gehalte en haar
waarde krijgt uit de inwendige geest,
die haar bezielt. Door de vernieuwing
van het liturgische en sacramentele
leven van de Kerk heeft hy de men
sen weer dichter tot God gebracht,
heeft hy voedsel gegeven aan het
heimwee van de mensheid naar iets
hogere, iets bovennatuurlijks. Wy
behoeven daarom niet te zoeken naar
nieuwe wegen en nieuwe mogelijk
heden de Kerk geeft onze ziel alles,
wat ze slechts verlangen kan.
Inhuldiging Pastoor J.
Janssen te Ysselsteyn.
(FotoGazet van Limburg)
Ondanks het feit, dat de moeder
van de nieuwe Pastoor, Mevr. Jans
sen—Esser, daags te voren was
overleden, heeft Ysselsteyn, zy het
dan minder uitbundig als men had
gedacht, zyn nieuwe herder in
kunnen halen. En het heeft dat,
ondanks regen en wind nog ouder
wets gedaan.
Want toen Pastoor Janssen aan
de Deurnese weg arriveerde, stond
daar alles wat Ysselsteyn aan ver
enigingen kent, opgesteld om hun
nieuwe herder in plechtige stoet
naar de kerk te geleiden over de
schitterend versierde weg.
Jonge boeren en boerinnen, ruiters,
schoolkinderen en fanfare, een groot
aantal belangstellenden en een ry
van bruidjes hadden hem opgewacht
en namens de parochie heette de
heer Vermeulen, hoofd der school,
Pastoor Janssen hartelijk welkom
aan de grens der parochie, nadat
hem door een herdertje de herder
staf was aangeboden. Spreker hoopte,
dat Pastoor Janssen in Ysselsteyn
veel en vruchtbaar werk zou mogen
verrichten.
Dan trok de stoet ter kerke, waar
bij de pastoor werd begeleid door
familie, verschillende heren pastoors
uit het Dekenaat, door Deken Berden,
Burgemeester Janssen en kerkbestuur
alsmede de Verkenners uit Blerick,
die hun aalmoezenier uitgeleide deden
naar zyn nieuwe standplaats.
By de kerk aangekomen, werd de
herder toegesproken door de heer
Lemmens, namens het kerkbestuur
en door de Burgemeester, die beiden
de verwachting uitspraken, dat het
geestelijk en cultureel leven in Ys
selsteyn door het werk van Pastoor
Janssen een hoge en ongekende bloei
zou nemen.
Nadat een bruidje hem de sleutels
van de kerk had aangeboden, begon
nen daar de installatieplechtigheden,
waarbij de heer Deken de benoe
mingsbrief voorlas.
In het Lof, dat daarna volgde,
Deze week herdenken wy weer, dat voor zes jaren terug een der
donkerste bladzijden uit Venrays geschiedenis werd geschreven.
We herdenken weer de 237 oorlogsslachtoffers, die in granaatvuur
en bombardement hun leven lieden voor de bevrijding van ons dorp,
van ons land. We herdenken weer die storm, die over Venray is
geraasd en dood en verderf bracht over een volk dat 2ich vol
vreugde had opgemaakt om de bevrijding zo luisterrijk mogelijk te
vieren.
We herdenken het bombardement, de evacuatie, het granaatvuur
en de donkere kelderdagen, de verwoesting van de St. Petrus
Banden en Jeruzalem. We herdenken de naastenliefde, die toen
leefde tussen de puinen, en we herdenken de rovers, die zich in
deze dagen van diepe ellende niet ontzagen zich aan andermans
goed te vergrijpen.
We herdenken onze bevrijding. Niet met schitterende lichtfestijnen,
niet met openbaie fanfares, maar stil by ons zelf om het grote
leed, dat toen over ons dorp kwam. En laten we ons zelf afvragen
of we waar gemaakt hebben wat „de Zwyger" in zyn laatste num
mer zich afvroeg:
„Moge de herinnering aan het lijden van die Octoberdagen
ons weer brengen toe heilige gevoelens van oprechte eerbied
vóór elkaar en moge zy ons voeren tot die menselijke groot
heid, die alleen ons in staat kan stellen het ontzaggelijke
werk van wederopbouw en herrijzing samen te voleindigen."
Moge inderdaad de herdenking van October 1944 die resultaten
hebben.
Paarden en schapen sterk ingekrompen.
Het gaat niet onfortuinlijk met de
Nederlandse veestapel. De runder-
voorraad groeit gestadig; het aantal
varkens is zelfs nog nooit zo hoog
geweest als thans.
Alleen de paarden delen niet in
deze verheugende vooruitgang en ook
de schapenstapel loopt terug.
Dit blijkt uit de gegevens, die door
het Centraal Bureau voor de Statis
tiek bekend gemaakt zyn naar aan
leiding van de herfsttelling van dit
jaar.
De Nederlandse rundveestapel telde
toen 2.707.000 dieren, hetgeen ten
opzichte van September 1949 een
uitbreiding betekent met 164.700
stuks of circa 7 pCt.
Het peil van September 1939 is
hiermede op 26.000 stuks na bereikt.
Het aantal melk- en kalfkoeien
steeg met rond 5 pet. en bedraagt
thans 1.515.600 stuks.
Het aantal vrouwelijk jongvee
onderging een zeer sterke uitbreiding
namelyk met 91.500 stuks of 9 pet.
Hiervan nam het aantal stuks drach
tig jongvee met 24.000 stuks, dat is
met s pet. toe
De varkensstapel is sinds Sep
tember 1949 met niet minder
dan 4O7.8O0 suiks (23 pet.) uitge
breid en omvat thans 2.173.500
dieren. Een aantal, dat nog nim
mer in Nederland is geteld.
Het aantal mestvarkens nam
verhouding het sterkste toe, nl.
met rond 319.000 stuks of circa
39 pet.
De fokzeugen8tapel kwam op
306.400 stuks en is thans 10 pet
groter dan in September 1949.
Paard versos P.K.
De paarden- en schapenstapel zyn
zyn daarentegen - blijkens de thans
bekend gemaakte desbetreffende uit
komsten van de in Mei j.l. gehouden
landbouwtelling 1950 sterk inge
krompen.
Het aantal landbouwpaarden daalt
gestadig. Vergeleken met Mei 1949
bedraagt de vermindering 23.500 stuks
of 8.5 pet. Het aantal nog niet in het
landbouwbedrijf medewerkende paar
den van 2 jaar en jonger daalde met
ca. 9.600 dieren (23 pet.)
Mede in verband met de voortschrij
dende mechanisatie geeft het aantal
medewerkende landbouwpaarden van
2 jaar en ouder een achteruitgang
te zien, namelijk van 233.500 stuks
in 1948 tot 219.500 stuks in 1949,
(6 pet)
De schapenteelt vertoonde êen
daling ten opzichte van Mei 1949
met ruim 74.000 stuks (16 pet.)
en bereikte daarmede een diepte
punt. Zo daalde het aantal ooi
lammeren, bestemd voor de fok
kerij, ten opzichte van 1949 met
ruim 12.000 stuks (10 pet) en het
aantal fokooien met ruim 40,000
dieren (19 pet).
De sterkste inkrimping kwam
voor in de categorie der fokram-
men (56 pet.)
De totale schapenstapel be
draagt thans slechts 37 pet. van
die in 1939.
van de afgelopen week
BON VOOR KOFFIE.
Het bedrijfschap voor granen, zaden
en peulvruchten te 's Gravenhage
heeft bon 485 Algemeen aangewezen
voor het kopen van 125 gram koffie.
Deze bon kan met ingang van
heden worden gebruikt en
blyft geldig voor het kopen bij de
detaillist tot en met 21 October a.s.
Het rantsoen moet dienen voor 6
weken. De eerstvolgende bonaanwij
zing zal op 16 November a.s. plaats
hebben.
Ook een hanen-stamboek.
Het bedrijfschap voor pluimvee en
eieren heeft, ter bevordering van de
ontwikkeling van de pluimveehou
derij. een élite-hanenregister inge
steld. Dit stamboek zal openbaar zijn
terwyl jaarlijks tot publicatie der
gegevens zal worden overgegaan.
De benodigde gegevens zal de
Rijksvoorlichtingsdienst uit de admi-
stratie op het fokbedrjjf opnemen.
Opgave voor inschrijving kan men
doen van 1 Oct.—1 Dec. a.s. by het
bedrijfschap.
sprak de nieuwe herder zijn parochi
anen voor de eerste maal toe en
riep aller medewerking in bij het
werk dat hem wachtte.
Na het Lof werd een kort toneel
spel opgevoerd, waarna men naar
de pastorie ging, waar de Fanfare
van Ysselsteyn nog een serenade
bracht.
Als laatste sprak dan nog een
verkenner uit Blerick, die Ysselsteyn
slechts kon feliciteren met zo'n
nieuwe pastoor, die zij zo lange
jaren als kapelaan en aalmoezenier
hadden gekend en die voor de jeugd
van Blerick zoveel goeds had gedaan
By de receptie, die daarna volgde
op de pastorie, was geheel Yssel
steyn aanwezig.
Missie-tentoonstellingen in ons
land werden drnk bezocht.
In de week van 30 Sept. tot 8
Oct. werd te Delft de elfde en de
laatste missie-tentoonstelling van dit
jaar gehouden.
Het totale aantal bezoekers aan
deze tentoonstellingen zal voor dit
jaar om en nabij de 200.000 bedragen
wat zeer veel is, omdat dit jaar in
geen enkele van de grote steden een
tentoonstelling werd gehouden en
slechts in twee middelgrote steden,
Eindhoven en 's Heitogenbosch.
Een gemiddelde van by na 20.000
bezoekers per tentoonstelling is
Z6ker geen gering succes.
Juist op de kleinere plaatsen waren
niet alleen de aantallen bezoekers
verhoudingsgewijs zeer groot, maar
vooral daar juist was de geest van
medewerking en medeleven zeer goed
en prettig.
In Cuyk aar. de Maas, waar 19.800
bezoekers waren, getuigden de mis
sionarissen eenstemmig, dat zy nog
zelden zo prettig hadden gewerkt.
Met nog groter enthousiasme
spraken zy over het Drentse dorpje
Klazienaveen (overwegend protestant)
waar 13.500 mensen de tentoonstel
ling bezochten, o.w. vele protestanten
Eenstemmig waren alle medewer
kende missionarissen uiterst tevre
den over de resultaten van dit jaar,
waarin hun weer de gelegenheid
werd geboden om op prettige manier
het noodzakelijke werk der mission-
nering onder de aandacht der gelo
vigen te brengen en hun steun daar
voor te ontvangen.
PRIJSCONTROLE
By het nagaan van het prijsverloop
by industrie en handel heeft de
Economische Controle Dienst zich in
de afgelopen 14 dagen in het byzon
der gericht op die sectoren van het
bedrijfsleven welke voor de voorzie
ning van de dagelijkse levensbehoef
ten van overwegend belang zyn. Een
groot aantal onderzoeken werd inge
steld, voornamelijk in de levensmidde
len-, textiel-, schoenen-, huishoudelijke