Nieuw Guinea HERDENKING WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN fèn hï[ dan Kloqmaats: 9ndushieaestiqinq. aan godsdienst Rund- en varkensstapel sterk uitgebreid. 4la aooinaamste ZATERDAG^ OCTOBER 1950 No. 40 EEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Druk en Uitgave Firma van den Munckhof Drukkerij Kantoorboekhandel irootestraat 28 Venray Telefoon K 4780-512 Postrekening 150652 PEEL EN MAAS Advertentieprijzen werden op aanvraag gaarne verstrekt. Losse mm-prijs 8 cent. Abonnementsprijs p. kwartaal voor Venray f 1.00 buiten Venrey f 1.20 uitsluitend bij vooruitbetaling. Toestand in Indonesië Over de laatste rest van het Nederlands koloniaal ryk in het verre Oosten zal binnenkort worden beslist. Zoals men weet, werd in 1949 ter ronde tafelconferentie bepaald, dat de status quo (do toestand zoals hy is) van Nieuw-Guinea, zal worden gehandhaafd, maar dat binnen een jaar na de souvereiniteits- overdracht het vraagstuk van de staatkundige toestand van dat gebied zal worden bepaald door onderhandelingen tussen Nederland en Indonesië. De eerste conferentie van ministers der Nederlands-Indonesi sche Unie besloot op April j.l. die onderhandelingen te doen voorbereiden door een commissie, welke uiterlijk op 1 Juli aan de regeringen van beide deelgenoten rapport zou uitbren gen. De commissie heeft er langer over gedaan dan in de opzet lag. Waarom Er bleek een zo grote onenigheid tussen de Nederlandse en Indonesische leden te bestaan, dat men niet met één gemeenschappelijk rapport voor den dag gekomen is. Men zou willen vragen was dit niet te voorzien Is het mogelijk ooit overeenstemming te bereiken tussen partijen in een geding, waar iedere gemeenschappelijke basis ontbreekt? Ü9 Indonesische leden stelden de souvereiniteitsoverdracht van Nieuw- Guinea aan Indonesië als een vol dongen feit. De Nederlandse groep stelde daartegenover, dat het niet de vraag is hoe de souvereiniteit zal worden overgedragen, maar of deze zal plaats vinden. Er is niet alleen verschil in uit- gangspuut, er is ook verschil in methode van behandeling. De Neder landers motiveren hun standpunt, de Indonesiërs dreigen. De Nederlanders zetten uiteen, dat overdracht van de souvereiniteit van Nieuw-Guinea aan Indonesië zou betekenen het versper ren der mogelijkheid voor Nieuw- Guinea, op den duur over eigen lot te beschikken. Want Indonesië wil geen volksuitspraak, maar inlijving. Zy betogen, dat Indonesië, dat zelf nog verkeert in een toestand van crisis en eerste ontwikkeling, niet in staat zal zyn aan Nieuw-Guinea een beheer te geven, dat voldoet aan de eisen en dat daarom overdracht van beheer aan Indonesië ten gevolge zou hebben de volstrekte desorganisatie van administratie en medische ver zorging, waarmede voor het land de minimale voorwaarden gaan ontbre ken. De overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië zou tenslotte tot ern stige onlusten aanleiding geven, aan gezien een zeer sterke stroming onder de bevolking scherp gekant is tegen de V.S. van Indonesië. Daartegenover stelt de bevolking voortzetting van het Nederlands be heer op prijs. Nederland heeft daar voor zowel de ervaring als de middelen en de krachten. Onder Nederlands beheer blijft het eiland verzekerd van wat het zo zeer behoeft, nl. een speciale positie en een speciale be handeling, welke aan al de moeilijk heden van de cultuurvorming volle aandacht schenkt. Terwyl voortzetting van Nederlands beheér voor dit land stellige beloften inhoudt van voor uitgang en opheffing en de wereld zekerheid biedt, dat ook dit land met zijn volk in het wereldverkeer zal worden opgenomen en daar een waardige plaats in zal kunnen ver vullen de overdracht van West- Nieuw-Guinea aan Indonesië zou noodzakelijk leiden tot snel verval van hetgeen daar in vijftig jaar is opgebouwd en tot onrust en verwar ring, omdat de bevolking zich onge twijfeld tegen zulk een overdracht verzetten zou. Aan het rapport van de Neder landse leden der gemengde commis sie is een uitvoerig betoog toegevoegd omtrent het volkenkundig en aard rijkskundig karakter van Nieuw- Guinea. De bevolking van Nieuw-Guinea vormt een gebied met een eigen natuur, die niet tot Indonesië kan gerekend worden. Uitvoeriger weergave van het uit nemend gedocumenteerd rapport zou slechts te klemmender het goede recht van het Nederlandse standpunt aantonen. Wat stellen de Indonesiërs hier nu tegenover Een verklaring van president Soe- karno: „Wij zullen, wat er ook ge- beure, blijven vechten totdat Neder lands Nieuw-Guinea bij ons is teruggekeerd. Als de kwestie dit jaar niet door middel van onderhan delen (lees; onderwerping van Nederland aan de wil van Indonesië) kan worden geregeld, zal er een ernstig conflict ontstaan". Dreiging tegenover argument. Imperialistische verlangens tegen over een plichtsgetrouw zich reken schap geven van wat een cultuurtaak die met instemming der inheemse bevolking verricht wordt, gebiedt. Wanneer de onderhandelingen tus sen Nederland en Indonesië over Nieuw-Guinea mislopen, dan staan er twee wegen open tot oplossing van het probleem: een beroep op de Verenigde Naties en een gemeen- schappelykeregeling tussen Nederland en Australië, dat onder geen beding een "Westelijk Nieuw-Guinea onder Indonesische opperhoogheid wenst en dat als dominion van het Britse gemenebest een machtige positie heeft. De Australische minister van bui tenlandse zaken, de heer Splender, vertoefde in ons land en had contact met onze regering. Diplomaten houden zich gemeenlijk op de vlakte en men heeft de heer Spender tevergeefs trachten uit te hóren over zyn mening ten aanzien van de vorming van Nieuw-Guinea, tot een gemeenschappelijk Nederlands- Australisch beheersgebied. Het brengen van de kwestie voor de Verenigde Naties levert het gevaar op van het doordringen van Austra lische invloed in Nederlands Nieuw- Guinea. Als wy het goed zien, dan zal de ontwikkeling zo zyn, dat wy Nieuw-Guinea eerder aan Australië dan aan Indonesië kunnen verliezen. In de wirwar van de belangenstrijd moge de Nederlandse regering klaar en positief het zuiver Nederlandse standpunt innemen. En dat is o.i. drieledig. Ten eerste er is geen sprake van enig recht, dat Indonesië ten aanzien van Nieuw-Guinea kan doen gelden. Ten tweedewy zyn tot opbouwen de samenwerking met het buurland op Nieuw-Guinea, Australië in alle opzichten bereid. Mits en dit is de derde stelling, West Nieuw-Guinea ondei de Nederlandse opperhoogheid blijft. Hierop heeft Nederland een zedelijk en historisch recht en dit i3 in overeenstemming met de wens der bevolking en in haar uitgesproken belang. De grote fout van onze generatie is: zich beroepen op een ander om zyn eigen gedrag te verontschuldigen. Men voelt, dat men verkeerd doet, dat het niet in de haak is, maar om zich schoon te wassen, om het goed te praten, zoekt men dekking achter de brede rug van zyn buurman en hy dan Hoe erg men zelf ook gefaald heeft steeds vindt men iemand onder zyn kennissen, zijn collega's, zyn familie, die geen haar beter is, die zich precies aan hetzelfde vergrijp heeft schuldig gemaakt. En wanneer men dan terecht gewezen en op zyn num mer gezet wordt, staat men aanstonds met de verdediging klaar: en hy dan Deze verdediging is helemaal geen verdediging. Wy moeten het goede doen en het kwade laten, omdat dit onze plicht is. Wanneer alle mannen ontrouw »zyn, hebben wy nog geens zins het recht ook ontrouw te wor den. Wanneer alle meisjes flirten, is daarmee het flirten zelf nog niet geoorloofd. Wanneer alle meerder jarige zoons thuis by moeder een mager kostgeld betalen, is dat voor ons nog geen reden om het ook te doen. Dat wy ons op onze omgeving beroepen, is alleen een bewijs van onze gedachtenloze onnadenkendheid en onverantwoorde lichtzinnigheid. Wy hebben te weinig karakter en helemaal geen plichtsbesef. Wie karakter heeft, ziet niet om naar wat anderen doen, maar handelt uit eigen persoonlijke overtuiging. Wie weet wat plichtsbesef is, zoekt naar redenen van verontschuldiging; hy weet, wat zyn plicht is en dat hy die zelf volbrengen moet, onver schillig wat zijn omgeving er van denkt of zegt. De uitvlucht en hy danis een kwakzalversmiddel om het eigen geweten in slaap te sussen; verder reikt het niet. Wanneer aan 't einde van ons leven God ons boekje open doet, zullen we veel te beduusd zyn om Hem attent te maken op de lange ry wachtenden achter ons: en zy dan Dan zal Hy ons niet vragen, wat de anderen gedaan hebben, moeten zy weten en verantwoorden; gy hebt uw plicht gekend en er toch niet naar gehandeld. Gij hebt alleen naar de slechte voorbeelden in uw omgeving gezien en de goede voorbeelden hebben u koud gelaten; gy hebt zelfs de spot gedreven met de brave Hendrikken. Laten wy deze waarheid niet ver geten: ons leven zal er veel oprech ter, eerlijker en degelijker door gaan worden. P. H. RONGEN O.C.R. f De tweede industrialisatie-nota van Minister ten Brink heeft weer eens de aandacht gevestigd op deze voor Nederland zo bijzonder gewichtige materie. We hebben in 't eerste industrie plan gehoord hoe een soort vyf jaren-plan is opgesteld voor het ver groten van ons productievermogen, daartoe gedwongen door onze snel groeiende bevolking, het verlies van Indië en het tekort aan land. Nu het eerste kwartaal verstreken is, heeft de regering eens een blik teruguit geworpen om eens te zien of alles wel loopt. En inderdaad er zyn opmerkelijke resultaten behaald, maar de beraamde plannen zijn niet ten volle uitgevoerd. De i30.ooo.ooo gulden, die moesten worden geïnvesteerd in nieuwe in dustrie, zijn niet geheel volgeboekt, niet in het minst door Lieitinck- politiek, maar de kapitaalinvestery van de laatste maanden van het afgelopen jaar geven hier wel reden tot optimisme. Verder is niet het aantal mensen tewerk gesteld kunnen worden, waar men op had gerekend, hoewel ook dit deel van het programma weer optimistische kanten heeft. De plotselinge terugkeer echter van de soldaten uit Indonesië heeft ook hier weer een streep door de rekening gehaald en de regering gedwongen om weer andere plannen op testellen. In kort gezegd komt het dus neer op een gedeeltelijke oplossing van wat werd geëist, met een enigzins optimistische toekomst, al is dit ook weer te danken aan de oorlogsdrei ging, die natuurlyk oorlogsmateriaal en grotere offers van de fabrieken vraagt. Als we echter hier in Venray beginnen, wat we dan nemen als het middelpunt van Noord-Limburg dan blykt, dat deze streek nog bitter weinig heeft geprofiteerd van de industrialisatie-politiek van onze regering. We kunnen kort zijn over de oorzaak hiervan maar de nood zaak blijft en wordt met de dag groter en hoewel zeer vele plaatsen in Nederland al het mogelijke doen om industrie te krygen, al dan niet met wisselend geluk, is Venray zelf er wel beroerd vanaf gekomen. Inderdaad, er is wat industrie gekomen, maar niet in die mate, als wenselijk was voor het groot aantal geschoolde en ongeschoolde krachten, die Venray heeft en die hier hun dagelijks brood moeten verdienen. Op het ogenblik gaat het nog wel, er worden nieuwe straten en wegen aangelegd, er wordt nog gebouwd, maar over enkele jaren, vrezen wy, dat velen de weg naai de Vredepeel opgaan, om als DUW arbeider daar de dagen kapot zien te krygen En al is het vanzelf sprekend, dat de regering niet voor elke gemeente kan zorgen, zou 't toch wel dienen, dat aan de hand van provinciale rapporten deze plaatsen voorrang kregen, waar de toekomstige nood zich nu reeds aftekent. We weten, dat voor Gennep en Bergen dergelyke rapporten bestaan en zo te zien heeft dit inderdaad wat geholpen. Zou 't niet mogelijk zyn, dab dit jaar voor Venray een dergelijk rapport wordt samengesteld en in den Haag ter kennis wordt gebracht Daarnaast zal het noodzaak zyn, dat ook de gemeente in deze nog harder gaat werken. Door gelukkige omstandigheden hebben wy kennis genomen van enkele pogingen om industrie hier te krygen en we hebben respect voor wat is gebeurd, maar toch zal, wil men op de duur niet voor voldongen feiten komen te staan, hieraan nog grote aandacht moeten besteed. We hebben een geweldige achter stand in te lopen, maar dit is mo gelijk, mits er aan alle kanten wordt gewerkt, niet in het minst door Den Haag, dat uit ervaring kan weten, dat in Noord-Limburg nog lang niet alles koek en ei is, terwyl ook de daartoe aangewezen provinciale instanties gerust eens kennis kun nen nemen van de rapporten over Venray. Misschien dat dan de derde indus trialisatie-nota ook voor Venray wel betere perspectieven kan aanwijzen en daarmede voor een groot deel van Noord-Limburg en Oost Brabant, Op zoek naar een nieuwe vorm Zelfs in kringen, waar men opge houden heeft kerks en dogmatisch te zyn, spreekt men voortdurend van toename van religiositeit. Laat de moderne mens ook onkerkelijk zyn, anti-godsdienstig is hij in vele ge vallen niet; daarvoor ligt het starre materialisme, dat slechts stof en niets dan stof erkende, reeds te ver achter ons. Tot nu toe is het begrip van gods dienstigheid voor de katholieken én ook voor de protestanten heel nauw verbonden geweest met het begrip van Kerk. Uit deze opvatting ryzen nu verschillende problemen op „Is er religiositeit mogelijk zonder een Kerk Is het mogelyk, dat de toekomst kerk-loos zal zijn en dat een ieder naar eigen inzicht contact zal zoeken met God Waarom dan nog een Kerk? Is de tyd niet aan gebroken om de godsdienst tot een zuivere openbaring van de Heilige Geest te maken en alle vormen ter zijde te schuiven". Het grote bezwaar van de moderne mens, die godsdienstig wil zyn maar niet kerkelijk, ligt in de vormen dienst, die iedere Kerk eigen is. Men wil godsdienstig zijn zonder bepaalde vormen, zonder een knellend dwang buis; men wil vrij kunnen ademen in een godsdienstige sfeer, meer niet. Deze vormendienst of formalisme verwyten de andersdenkenden ook de Katholieke Kerk. Daarom kan zy volgens hen de verlangens en behoef ten van de moderne mens niet be vredigen. Het antwoord op dit verwijt kan zeer eenvoudig zyn. Het woord van de onvergeteljjken Pius Xalles her stellen in Christus, wyst ons hier de weg. De vernieuwing, waar algemeen om gevraagd wordt, heeft deze Paus in het leven geroepen. Hy heeft de diepste kern, het innerlykste wezen van het christendom weer bloot ge legd. Hy heeft aan de uitwendige vorm een gewijde, heilige inhoud gegeven. Hy heeft het essentiële van het christendom weer op de voor grond geplaatsthet leven in de geest van Christus. De naam alleen is niets voor hem; hy eist de chris telijke daad, die haar gehalte en haar waarde krijgt uit de inwendige geest, die haar bezielt. Door de vernieuwing van het liturgische en sacramentele leven van de Kerk heeft hy de men sen weer dichter tot God gebracht, heeft hy voedsel gegeven aan het heimwee van de mensheid naar iets hogere, iets bovennatuurlijks. Wy behoeven daarom niet te zoeken naar nieuwe wegen en nieuwe mogelijk heden de Kerk geeft onze ziel alles, wat ze slechts verlangen kan. Inhuldiging Pastoor J. Janssen te Ysselsteyn. (FotoGazet van Limburg) Ondanks het feit, dat de moeder van de nieuwe Pastoor, Mevr. Jans sen—Esser, daags te voren was overleden, heeft Ysselsteyn, zy het dan minder uitbundig als men had gedacht, zyn nieuwe herder in kunnen halen. En het heeft dat, ondanks regen en wind nog ouder wets gedaan. Want toen Pastoor Janssen aan de Deurnese weg arriveerde, stond daar alles wat Ysselsteyn aan ver enigingen kent, opgesteld om hun nieuwe herder in plechtige stoet naar de kerk te geleiden over de schitterend versierde weg. Jonge boeren en boerinnen, ruiters, schoolkinderen en fanfare, een groot aantal belangstellenden en een ry van bruidjes hadden hem opgewacht en namens de parochie heette de heer Vermeulen, hoofd der school, Pastoor Janssen hartelijk welkom aan de grens der parochie, nadat hem door een herdertje de herder staf was aangeboden. Spreker hoopte, dat Pastoor Janssen in Ysselsteyn veel en vruchtbaar werk zou mogen verrichten. Dan trok de stoet ter kerke, waar bij de pastoor werd begeleid door familie, verschillende heren pastoors uit het Dekenaat, door Deken Berden, Burgemeester Janssen en kerkbestuur alsmede de Verkenners uit Blerick, die hun aalmoezenier uitgeleide deden naar zyn nieuwe standplaats. By de kerk aangekomen, werd de herder toegesproken door de heer Lemmens, namens het kerkbestuur en door de Burgemeester, die beiden de verwachting uitspraken, dat het geestelijk en cultureel leven in Ys selsteyn door het werk van Pastoor Janssen een hoge en ongekende bloei zou nemen. Nadat een bruidje hem de sleutels van de kerk had aangeboden, begon nen daar de installatieplechtigheden, waarbij de heer Deken de benoe mingsbrief voorlas. In het Lof, dat daarna volgde, Deze week herdenken wy weer, dat voor zes jaren terug een der donkerste bladzijden uit Venrays geschiedenis werd geschreven. We herdenken weer de 237 oorlogsslachtoffers, die in granaatvuur en bombardement hun leven lieden voor de bevrijding van ons dorp, van ons land. We herdenken weer die storm, die over Venray is geraasd en dood en verderf bracht over een volk dat 2ich vol vreugde had opgemaakt om de bevrijding zo luisterrijk mogelijk te vieren. We herdenken het bombardement, de evacuatie, het granaatvuur en de donkere kelderdagen, de verwoesting van de St. Petrus Banden en Jeruzalem. We herdenken de naastenliefde, die toen leefde tussen de puinen, en we herdenken de rovers, die zich in deze dagen van diepe ellende niet ontzagen zich aan andermans goed te vergrijpen. We herdenken onze bevrijding. Niet met schitterende lichtfestijnen, niet met openbaie fanfares, maar stil by ons zelf om het grote leed, dat toen over ons dorp kwam. En laten we ons zelf afvragen of we waar gemaakt hebben wat „de Zwyger" in zyn laatste num mer zich afvroeg: „Moge de herinnering aan het lijden van die Octoberdagen ons weer brengen toe heilige gevoelens van oprechte eerbied vóór elkaar en moge zy ons voeren tot die menselijke groot heid, die alleen ons in staat kan stellen het ontzaggelijke werk van wederopbouw en herrijzing samen te voleindigen." Moge inderdaad de herdenking van October 1944 die resultaten hebben. Paarden en schapen sterk ingekrompen. Het gaat niet onfortuinlijk met de Nederlandse veestapel. De runder- voorraad groeit gestadig; het aantal varkens is zelfs nog nooit zo hoog geweest als thans. Alleen de paarden delen niet in deze verheugende vooruitgang en ook de schapenstapel loopt terug. Dit blijkt uit de gegevens, die door het Centraal Bureau voor de Statis tiek bekend gemaakt zyn naar aan leiding van de herfsttelling van dit jaar. De Nederlandse rundveestapel telde toen 2.707.000 dieren, hetgeen ten opzichte van September 1949 een uitbreiding betekent met 164.700 stuks of circa 7 pCt. Het peil van September 1939 is hiermede op 26.000 stuks na bereikt. Het aantal melk- en kalfkoeien steeg met rond 5 pet. en bedraagt thans 1.515.600 stuks. Het aantal vrouwelijk jongvee onderging een zeer sterke uitbreiding namelyk met 91.500 stuks of 9 pet. Hiervan nam het aantal stuks drach tig jongvee met 24.000 stuks, dat is met s pet. toe De varkensstapel is sinds Sep tember 1949 met niet minder dan 4O7.8O0 suiks (23 pet.) uitge breid en omvat thans 2.173.500 dieren. Een aantal, dat nog nim mer in Nederland is geteld. Het aantal mestvarkens nam verhouding het sterkste toe, nl. met rond 319.000 stuks of circa 39 pet. De fokzeugen8tapel kwam op 306.400 stuks en is thans 10 pet groter dan in September 1949. Paard versos P.K. De paarden- en schapenstapel zyn zyn daarentegen - blijkens de thans bekend gemaakte desbetreffende uit komsten van de in Mei j.l. gehouden landbouwtelling 1950 sterk inge krompen. Het aantal landbouwpaarden daalt gestadig. Vergeleken met Mei 1949 bedraagt de vermindering 23.500 stuks of 8.5 pet. Het aantal nog niet in het landbouwbedrijf medewerkende paar den van 2 jaar en jonger daalde met ca. 9.600 dieren (23 pet.) Mede in verband met de voortschrij dende mechanisatie geeft het aantal medewerkende landbouwpaarden van 2 jaar en ouder een achteruitgang te zien, namelijk van 233.500 stuks in 1948 tot 219.500 stuks in 1949, (6 pet) De schapenteelt vertoonde êen daling ten opzichte van Mei 1949 met ruim 74.000 stuks (16 pet.) en bereikte daarmede een diepte punt. Zo daalde het aantal ooi lammeren, bestemd voor de fok kerij, ten opzichte van 1949 met ruim 12.000 stuks (10 pet) en het aantal fokooien met ruim 40,000 dieren (19 pet). De sterkste inkrimping kwam voor in de categorie der fokram- men (56 pet.) De totale schapenstapel be draagt thans slechts 37 pet. van die in 1939. van de afgelopen week BON VOOR KOFFIE. Het bedrijfschap voor granen, zaden en peulvruchten te 's Gravenhage heeft bon 485 Algemeen aangewezen voor het kopen van 125 gram koffie. Deze bon kan met ingang van heden worden gebruikt en blyft geldig voor het kopen bij de detaillist tot en met 21 October a.s. Het rantsoen moet dienen voor 6 weken. De eerstvolgende bonaanwij zing zal op 16 November a.s. plaats hebben. Ook een hanen-stamboek. Het bedrijfschap voor pluimvee en eieren heeft, ter bevordering van de ontwikkeling van de pluimveehou derij. een élite-hanenregister inge steld. Dit stamboek zal openbaar zijn terwyl jaarlijks tot publicatie der gegevens zal worden overgegaan. De benodigde gegevens zal de Rijksvoorlichtingsdienst uit de admi- stratie op het fokbedrjjf opnemen. Opgave voor inschrijving kan men doen van 1 Oct.—1 Dec. a.s. by het bedrijfschap. sprak de nieuwe herder zijn parochi anen voor de eerste maal toe en riep aller medewerking in bij het werk dat hem wachtte. Na het Lof werd een kort toneel spel opgevoerd, waarna men naar de pastorie ging, waar de Fanfare van Ysselsteyn nog een serenade bracht. Als laatste sprak dan nog een verkenner uit Blerick, die Ysselsteyn slechts kon feliciteren met zo'n nieuwe pastoor, die zij zo lange jaren als kapelaan en aalmoezenier hadden gekend en die voor de jeugd van Blerick zoveel goeds had gedaan By de receptie, die daarna volgde op de pastorie, was geheel Yssel steyn aanwezig. Missie-tentoonstellingen in ons land werden drnk bezocht. In de week van 30 Sept. tot 8 Oct. werd te Delft de elfde en de laatste missie-tentoonstelling van dit jaar gehouden. Het totale aantal bezoekers aan deze tentoonstellingen zal voor dit jaar om en nabij de 200.000 bedragen wat zeer veel is, omdat dit jaar in geen enkele van de grote steden een tentoonstelling werd gehouden en slechts in twee middelgrote steden, Eindhoven en 's Heitogenbosch. Een gemiddelde van by na 20.000 bezoekers per tentoonstelling is Z6ker geen gering succes. Juist op de kleinere plaatsen waren niet alleen de aantallen bezoekers verhoudingsgewijs zeer groot, maar vooral daar juist was de geest van medewerking en medeleven zeer goed en prettig. In Cuyk aar. de Maas, waar 19.800 bezoekers waren, getuigden de mis sionarissen eenstemmig, dat zy nog zelden zo prettig hadden gewerkt. Met nog groter enthousiasme spraken zy over het Drentse dorpje Klazienaveen (overwegend protestant) waar 13.500 mensen de tentoonstel ling bezochten, o.w. vele protestanten Eenstemmig waren alle medewer kende missionarissen uiterst tevre den over de resultaten van dit jaar, waarin hun weer de gelegenheid werd geboden om op prettige manier het noodzakelijke werk der mission- nering onder de aandacht der gelo vigen te brengen en hun steun daar voor te ontvangen. PRIJSCONTROLE By het nagaan van het prijsverloop by industrie en handel heeft de Economische Controle Dienst zich in de afgelopen 14 dagen in het byzon der gericht op die sectoren van het bedrijfsleven welke voor de voorzie ning van de dagelijkse levensbehoef ten van overwegend belang zyn. Een groot aantal onderzoeken werd inge steld, voornamelijk in de levensmidde len-, textiel-, schoenen-, huishoudelijke

Peel en Maas | 1950 | | pagina 1