„W.I.L.M.A."
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Enige gegevens over
„Het Grootboek van de
Wederopbouw".
A
midden dandel
en het qe&ed
Overplanting
Oorlog of vrede
fyenóeminqen in het bisdom Hóetmónd
ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1950 No. 35
EEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
Druk en Uiigave
Firma
den Hunckhol
Drukkerij
Kantoorboekhandel
Grootestraat 28
Telefoon K4780-512
Postrekening 150652
Venray
PEEL EN MAAS
Advertentieprijzen worden op
aanvraag gaarne verstrekt.
Losse mm-prijs 8 cent.
Abonnementsprijs p. kwartaal:
voor Venray f 1.00
buiton Yenray f 1.20
uitsluitend bij vooruitbetaling.
Het Grootboek voor de Wederop-
opbouw werd ingesteld op grond van
art. 11 van het Besluit op de Materi
ele Oorlogsschade. Het bestaan is
zonder meer door de nieuwe wet op
de Materiële Oorlogsschade aanvaard,
doch wel zijn alle vroegere bepalingen
terzake vervangen door nieuwe voor
schriften.
Art. 36 van deze "Wet bepaalt, dat
er drie soorten van inschrijvingen
zijn en wel:
A. inschrijvingen, die betrekking
hebben op de schadeloosstellingen
wegens onteigening van onroerende
goederen;
B. inschrijvingen inzake de bij
dragen wegens oorlogsschade aan
onroerende goederen;
C. inschrijvingen betreflende de
bijdrage wegens ooilogsschade aan
schepen, alsmede de schadeloosstel
ling wegens onteigening van schepen.
Deze laatste zullen we hier met
verder behandelen.
Het Rijk stelt zich aansprakelijk
voor de betaling van hoofdsom en
rente van de inschrijvingen, met dien
verstande, dat indien het onteigenin
gen betreft, de te betalen gelden
verhaald worden op de instantie oi
persoon, te wiens name onteigend
werd. Deze naam wordt bij de in
schrijving vermeld.
In Venray dus meestal de gemeente.
De inschrijvingen worden door de
Directeur van het Grootboek ter
kennis gebracht van de rechtheb
bende op de inschrijving. Eventueel
gestelde aantekeningen worden even
eens aan de rechthebbende ter kennis
gebracht, doch ook aan hen, te wiens
name de aantekening gesteld is.
Hetzelfde geschiedt met wijzigingen
in de inschrijving of aantekeningen.
De inschrijving A en B. worden
ingeschreven ten name van hen, die
ten tijde van de onteigening dan wel
de beschadiging, bij het kadaster als
eigenaar bekend stonden.
Bij de inschrijving wordt vermeld
of er hypotheken of andere zakelijke
iechten op het goed rusten. De
schuldeischer kan het verzoek doen.
dat de reeds vóór het tijdstip van
ingang der rente op de inschrijving
vervallen hypotheekrenten eveneens
aangetekend worden.
Dit echter alleen, indien de Minis
ter van Financiën de toestemming
geweigerd heeft, dat deze rente ver
haald wordt op de Grootboek-inschrij
ving. Dit laatste komt echter weinig
voor.
Indien iemand ten onrechte niet
in het Grootboek is ingeschreven
dan wel, dat er van zijn recht geen
aantekening is gehouden, kan hij
nimmer aanspraken op schadevergoe
ding doen gelden, noch tegen het
Rijk, noch tegen hem of haar te
wiens name onteigend is.
Een uitzondering op deze regel
indien de niet-inschryving een gevolg
is van een nalatigheid van de Direc
teur van het Grootboek, dan wel
indien belanghebbende vóór debetaal-,
baarstelling van de hoofdsom of de
renten schriftelijk aan genoemde
Directeur heeft verzocht om ver
betering of aanvulling van de in
schrijving.
Men dient hierbij dus terdege op
zijn eigen belangen te letten.
Een mogelijkheid bestaat, dat een
inschrijving op een anders naam
wordt overgeboekt. Hiervoor moet de
belanghebbende zich wenden tot de
Directeur, onder overlegging van
oen exemplaar of authentiek afschrift
van de acte, waaruit blykt, dat de
overgang oi overdracht heeft plaats
gehad.
Tevens moet hij desgevraagd aan
tonen, dat de Minister van Weder
opbouw en Volkshuisvesting zyntoe
stemming tot de overschrijving heeft
verleend. Indien de overdracht niet
bij acte heeft plaats gehad, kan deze
op andere wijze aangetoond worden.
Speciaal voor erfgenamen is deze
procedure van belang.
Wijzigingen of andere mutaties
worden nooit aangebracht, zonder
dat de rechtstreeks belanghebbenden
daarmede in kennis zijn gesteld en
de gelegenheid hebben gekregen hun
bezwaren naar voren tb brengen.
Alle stukken, het Grootboek be
treffende, kunnen rechtstreeks aan
de Directeur geadresseerd worden,
een uitzondering hierop maakt een
dagvaarding.
Rentevergoeding.
De rente voor de Grootboek-inschrij
vingen A en B bedraagt tot 1 Maart
1950 4 pCt. 'sjaars, daarna 37a pCt.
Do datum waarop de rente ingaat
varieert voor de verschillende soor
ten van inschrijvingen.
Voor A-inschrijvingen gaat de rente
in op de eerst9 van de kalender
maand volgende op die van de ont
eigening. Van deze regeling wordt
afgeweken, indien tengevolge van de
beschadiging van het onroerend goed
geen of nagenoeg geen opbrengst
meer is verkregen.
In dit geval gaat de rente in op
de eerste dag van de kalendermaand
volgende op die van de beschadi
ging-
Dit kan gelden voor het gehele
Irag, dan wol voor een gedeelte,
dat bepaald wordt door de Minister
van Wederopbouw.
Deze afwijking geldt alleen, indien
bij de onteigening de schadeloosstel
ling is vastgesteld op de waarde van
de ondergrond op 9 Mei 1940.
Is de schadeloosstelling in verband
met de stiiging van de grondwaarde
gesteld op de verkoopwaarde, ten
tijde van de onteigening, dan geldt
deze terugwerkende kracht uiteraard
niet.
Een tweede afwijking vindt plaats
indien de ooispronkelijke eigenaar
na de onteigening nog het voortge
zet gebruik van de zaak heeft gehad,
in welk geval de rente ingaat op
de eerste van de maand volgende op
die waarin do onteigening heeft
plaats gehad.
Voor B-inschrij vingan gaat de rente
in op de eerste van de maand vol
gende op die, waarin de beschadi
ging plaats vond.
Aan wie wordt
rente betaald
de
De rente wordt uiteraard betaald
aan de eigenaar van het goed. Er
kan vanaf geweken worden en wel
in het geval, dat bij B inschrijvingen
de gebruiker van het goed, ondanks
de beschadiging, toch de volle huur
of pacht heeft doorbetaald. In dit
geval kan de Directeur vaststellen,
dat de rente uitbetaald wordt aan de
gebruiker instede van aan de eige
naar.
Ook is het mogelijk, dat bij B-
inschryvingen over een bepaald deel
geen rente wordt betaald. Dit wordt
bepaald indien de huur of pacht
waarde door het Rijk is vergoed, dan
wel van Rijkswege voorzieningen zijn
getroffen voor tijdelijke vervanging.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid
dat de rente (gedeeltelijk) wordt uit
gekeerd aan de hypotheekhouders.
Deze hebben nl. het recht om hun
rentevorderingen, die vervallen, te
verhalen op de rente van de Groot
boekinschrijving.
Zonder meer is dit slechts mogelijk
voor hypotheekrente, die vervallen
is na de daturh van ingang van de
rente van de Grootboekinschrijving.
Rente, die vóór dit tijdstip is ver
vallen, kan slechts op deze wyze
verhaald worden met toestemming
van de Minister van Financiën.
Eveneens is dit het geval met de
aflossingen op de hpofdsom.
Wil de hypotheekhouder van deze
mogelijkheid gebruik maken, dan
moet hy daartoe een schriftelijk ver
zoek richten tot de Directeur van
het Grootboek. Hiervoor zijn speciale
formulieren verkrijgbaar.
Uit het verzoek moet blijken, dat
de rechthebbende er mede accoord
gaat. Deze accoord-verklaring kan
volgen uit een mede-ondertekening,
dan wel dat op andere wijze de
Directeur kenbaar gemaakt wordt,
dat er van de zijde van de belang
hebbende een bereidverklaring be
staat.
Is de rechthebbende niet te be
reiken, of wel weigert deze zijn
medewerking, dan moet de juistheid
van do door de hypotheekhouder ver
strekte feitelijke gegevens voor de
Directeur aannemelijk gemaakt wor
den. Het eenmaal ingewilligd ver
zoek gelde ook voor volgende keren,
tenzij er tussentijds wordt medege
deeld aan de Directeur, dat er wijzi
gingen zijn ingetreden.
De uitbetalingen, die door de
Directeur worden gedaan op grond
van deze bepalingen strekken de
schuldenaar tot volledige kwijting.
Indien er op grond van de ver
strekte gegevens teveel betaald zou
zijn, krijgt de schuldenaar geen
vordering op het Rijk, doch zo
mogelijk zal by volgende betalingen
het teveel uitgekeerde in mindering
worden gebracht.
hem herinnert aan Clemenceau, toch
zeker geen bidziel, toen hij eens
tijdens de oorlog op Foch moest
wachten, die juist de H. Mis bij
woonde en ten antwoord gafIk wacht
wel, tot nu toe heeft het goed ge
holpen, heeft geen schijn van kans
bij hem. Hy vertrouwt veel meer op
zyn geslepen rekenverstand, zijn fijne
neus, zijn flair, zyn goed gesternte,
dan op die zegen van boven.
De middenstander wordt door een
vyand bedreigd, die hem als een ver
raderlijke slang met haar dodende
kronkels smoortde middelmatigheid,
zijn geestelijke oppervlakkigheid, zijn
onverschilligheid,
Dat kleine, mieserige, akelige zieltje
van hem, dat slechts denkt in balen
koffie en thee, in vaten azijn en bussen
cacao en nooit meer van iets hogers,
iets onstoffelijks droomt, dat daar
verkwijnt zo helemaal zonder idealen,
zonder grote en verheven gedachten.
Wil die ziel niet helemaal afstompen,
wil ze in leven blijven, dan moet er
af en toe een andere, frisser wind
doorheen waaien, de wind die van de
wijde vlakte komt, waar de byen in
de koolzaadvelden zitten, of de zoute
wind van de zee, die al het duffe en
muffe uit zijn hart en hoofd weg
spoelt.
De middenstander heeft daarom het
gebed zo nodig om eerlijk te blijven
de gunstige gelegenheden niet uit te
buiten, eerder aan het dienen dan aan
het verdienen te denken, om zijn
belangstelling daarvoor steeds onder
stoom te houden, om zyn tred aan te
passen aan de schreden van God, die
ook door zijn leven gaat, om zijn hand
vast te gry'pen in de kleine stormen
van zyn zakenleven, om in zyn onder
nemingen gezegend te worden, om
een gelukkige hand te hebben en geen
verkeerde greep of valse keus te
doen.
Hy mag het gebed niet opvatten
als een louter contractik bid zoveel
daarvoor krijg ik in ruil dit en
dat terug. Onze verhouding met God
moet vrii zijn van alle koopman
schap. Andeis zou blijken, dat wy
niets begrepen hebben van Gods on
veranderlijkheid en van onze volkomen
afhankelijkheid van God. Daarom kan
alleen gebed hem nederig maken,
Zyn zaak, zijn gezin en ziin ziel
kunnen geen van alle tot bloei komen
zonder de dauw en de zegen var. het.
gebed. Ook hy mag niet op los zand
bouwen, maar op de rots die Christus
is. En in die rots moet vóór alles
zijn eigen leven verankerd staan, sterk
en stevig, zodat er geen storm vat
op heeft.
P.H. RONGEN O.C.R. t
Het grote, bindende woord voorde
middenstander is: Wat baat het de
mens heel de wereld te winnen,
hij schade lijdt aan zyn ziel.
De middenstander is er eerst voor
zyn zaak. Zyn mond en zijn hart
staan niet naar het bidden, daarvoor
is zijn kijk op het leven te nuchter
en te zakelijk. Wat heeft hy er aan?
Wat brengt het hem in het laadji
Op het eerste gezicht is alle bidden
tijdverlies en energieverspilling. Hij
kan zijn tijd beter gebruiken en pro
fytelyker besteden. En profijt moet
er bij alles zijn. Op deze scharnier
draait zyn leven.
En wie tegenwerpt: En Gods zegen
dan, waar alles aan gelegen is, of
Hoe komt het toch, dat het solda
tenleven voor vele jongens een
gevaarlijke tijd is
Wel, we denken zeer dicht bij de
waarheid te zyn met te zeggen, dat
de kern van het probleem ligt in
het feit, dat de overgrote meerderheid
van onze jongens niet opgewassen
is tegen overplanting uit hun natuur
lijk levensmidden. Daar zit de knoop!
De meesten van onze jongens
komen van buiten. Onbezorgd hebben
zij twintig jaren lang geleefd in een
tamelijk gezond midden en indien
zedelyk en godsdienstig gezond zijn
gebleven, is het hoofdzakelijk aan
dit milieu te wijten.
Yader en moeder hebben van jongs
af aan de jongen leren leven. De
school, de jeugdbeweging, de parochie
de verwanten, de vrienden, heel de
levensomgeving, waarin hij is opge
groeid, hebben hem bewerkt in zyn
denken en in zyn doen. Sommige
daden zal hy thuis nooit stellen,
omdat ze in dit milieu niet passen.
Hy heeft zijn opvatting over goed
en kwaad, over verheffend ongemeen
en in het algemeen zal hij zyn leven
daar naar richten.
Het gebeurt wel eens, dat hy
bokkesprongen maakt of wil maken,
maar dan is de familie en 't milieu
daar om hem tot de „orde" terug
te roepen.
Dit geldt vooral voor do jongens
van buiten.
De jonge arbeider, die elke dag
naar de grote stad trekt of naar een
industriecentrum in do omgeving,
heeft natuurlyk al heel andere in
vloeden ondergaan. Maar ook voor
hem blyft het waar, dat hy iedere
avond weer naar huis gaat en de
atmosfeer van zyn natuurlijk leven
inademt en zich eigen maakt.
Ieder mens is, of hy wil of niet,
in meer of mindere mate product
van zyn omgeving. Maar of dit
principe voor de doorsnee jongens,
die 2ich thuis goed houden, ook
waar blyft wanneer zij onder dienst
gaan, valt te betwijfelen. Ook hier
worden zij vaak de „dupe" of het
slachtoffer van het milieu.
Het dienstleven is iets heel spe
ciaals, het zeilt in en orn zich zelf,
afgesloten van de andore levens
milieu's. Een kazerne op zich zelf is
al een kunstmatig iets.
Zet daarin mensen van allerlei
stand, van de meest uiteenlopende
levensopvattingen, van de vulgaire
of verfijnde materialist, tot de diep
godsdienstige plattelandsjongen, de
vrouwenloper en de trouwe verloof
de, de dronkaard en die van de
blauwe knoop en U kunt zich een
gedachte vormen over de schok, die
zo'n verandering van omgeving voor
vele jongens teweeg brengt.
Deze schok is voor velen te zwaar.
Ze zyn er niet tegen opgewassen,
worden er soms het slachtoffer van.
Evenals ze in het burgerlijk leven
uit menselyk opzicht zich fatsoenlijk
netjes gedroegen, even zozeer
zullen ze uit menselyk opzicht de
grootste dommigheden doen, dingen,
die in hun normaal leven nooit be
staan zouden hebben.
Het feit, om als onbekend soldaat
in een onbekende streek, hetzij hier
te lande of in het buitenland, ver
van alle thuiscontrole op eigen benen
te moeten staan, daar waar zovelen
onzinnige slagwoorden, allerhande
misbruiken goedkeuren of tenminste
verontschuldigen, is voor de doorsnee
jongen van twintig jaar voldoende
om hem te doen capituleren in
dingen, die hem tot dan toe heilig
en onschendbaar schenen.
Het komt er dus op aan te blyven
wat men is en hierin heeft het
thuisfront een grote verantwoorde
lijkheid.
Een eerste plicht van het thuis
front is dus: Onze jongens zo maar
niet onvoorbereid de sprong in het
onbekende te doen wagen
,Un hom me averti en vaut deux"
zegt een Frans spreekwoord: „Een
ingelicht man telt voor twee". Dit
is het doel der voorbereidingsretrai
tes Hun succes is verzekerd, juist
omdat de jongen met zyn hoofd vol
vraagtekens zit, in verband met de
kazerne.
Er zijn in het leven van een jonge
man misschien geen betere momen
ten dat hy psychologisch zo vatbaar
voor de ernstige problemen van
het leven, dan in de tyd, die zyn
soldatendienst en zyn huwelyk voor
afgaan
De retraite zal hem geestelijk
sterker maken voor zijn nieuwe
leven, maar hem ook een kijk geven
in dit voor hem on- of verkeerd
g6kende land Indien men hem niet
alleen de te omzeilen klippen, maar
ook de mooie en vormende kanten
van het kazerneleven concreet en
levenswaar leert kennen, zal hy
gewapend er heen trekken en niet
meegesleurd worden by de eerste
rukwind
En indien hy klaar is om zonder
offensief zyn man te staan, zal het
leger hem stalen tot iemand, die
voor het leven klaar is 1
Daarom zyn de retraite's van een
onschatbare waarde en het is eigen
lijk een belediging aan onze paiocliie-
geestelijken, aan jeugdleiders, aan
opvoeders en ouders, het belang er
van te willen bewijzen. Zij zyn
allen reeds lang ervan overtuigd van
het overgroot succes, dat een traditie
is geworden. De afgelopen jaren heb
ben dit tenvolle bewezen
Maar een retraite kan niet vol
staan Eenmaal, als de jongen soldaat
is, heeft het thuisfront de plicht hem
te blyven steunen in d6 stry'd voor
zijn morele gaafheid en de ontplooi
ing zyner persoonlijkheid
Th. OP HET VELD,
Majoor-Aalmoezenier.
n
Wie de geschiedenis van deze
oorlogse jaren heeft meegemaakt, die
ziet, dat overal ter wereld het com
munisme voortdringt naar de wereld
revolutie.
Op Korea vechten de Verenigde
Naties. I11 China woedt de burger
oorlog, evenals in Indo China, Burma
en Malakka. Daar heeft het monster
reeds de wereld in vlammen gehuld.
En wie zegt dat dit alles nog ver
van huis is, die vergeet een Belgische
koningskwestie, die vergeet het
IJzeren Gordy'n hier enkele honderden
kilometers vandaan, die vergeet de
stakingen in Frankrijk, die vergeet
wat we in eigen land enkele weken
geleden nog hebben beleefd.
Dit alles is het stiekeme gewroet
van de Xominform, dat in ellende,
onrust en revolutie haar kans schoon
ziet.
Daartegenover moeten de democra
tische landen vrede en vrijheid zetten,
Wij hebben de plicht om zo het com
munisme te overwinnen. Wij moeten
geen programma van wereldrevolutie
bewaarheid maken, maar wel zorgen,
dat een mens in vrede en vrijheid het
dagelijks brood voor hem en de zijnen
kan verdienen.
En dat kan alleen in een hechte
politieke organisatie.
Voor ons katholieken, is dat de
Katholieke Volkspartij en wij hebben
de wezenlijke plicht die te steunen
en in stand te houden. Ook als dat
moeite, ook als dat offers kost.
Maar geen enkele Venrayer
achterwege blijven, als de contributie-
kaarten worden aangeboden.
Venray kende in het verleden zyn
plicht en het heden leert hem genoeg.
De contributie bedraagt voor gezins
hoofden of het eerste lid van het
gezin f 1,50 voor ieder volgend lid
f 1,-.
Laat Venray tonen de ernst der
tijden te begrijpen en laat het niet
onder doen voor andere plaatsen in
ons gewest.
HET BESTUUR
DER K.V.P. VENRAY
„Ik heb mijn wagen volgeladen,
Vol met mooie prijzen"
Wat een reclame-tocht, hè. Eerst met die reportage-wagen (en wat
een reporter door de kerkdorpen en toen met de brandweer
sirenende en bellende - door het dorp. Twee avonden achtereen.
Zegt U nu maar eens, dat de WILMA geen reclame maakt
Bent U uw huis niet uitgehold, omdat U dacht, dat er brand was
„O," hebt U gezegd, „het is de WILMA Maar U wist toch niet,
dat het de WILMA was en wat die wilde
Maar nu moet U ook zorgen, dat het geen LOOS alarm was. Dit
moeten eigenlijk al die mensen, die de pryzen ophalen, kunnen zingen:
„Jippie, Jippie, Jippie a Hééééó 'K heb m'n wagen VOL geladen. Wat
een succes voor do WILMA en wat een geruststelling voor de WILMA-
WEEK. Als heel Venray nu al zo enthousiast meewerkt, wel dan puilt
de tentoonstelling uit van kijkers en bezoekers en ballengooiers en rad-
van-avontuurders en koffiedrinkers en broodjes-eters en plezier-makers op
de fancy fair. Dat noem ik ROOMSE BLIJDSCHAP
vol met harde renners.
Een schot. Pang Daar gaan ze. 17 September. Hollen maar,
jongens. Rennen: Kempweg, Merseloseweg, Langeweg, Kempweg, Merse-
loseweg, Langeweg. Wat een vaart hebben die lui. Ze vliegen langs.
De reporter roept over de hoofden van de duizenden uit. Aan de kop
ligt ...II Maar wat een mensen, wat een mensen zyn er gekomen
naar het centrum van Venray. Ze staan rijen dik. Uit de ramen der
huizen. Ja, bewoners van het uitgekozen circuit. U hebt toch wel een
boffie, zo maar te wonen aan HET parcours van de WILMA. Maar de
WILMA wilde toch graag met U een afspraakje maken en hy rekent
de erop (juist omdat het voor de MISSIE is), dat U een gunstig ooi-
leent aan zyn vraag. Gezellig, hè, zo maar aan je open raam te zitten en
al die renners voorbij te zien vliegen. Je kunt een stel gezellige kennissen
uitnodigen en de middag wordt nog véél gezelliger. Een lekker kopie
thee en een koekje en wat U dan hoort van nèg meer kennissen
„Heb je nog een plaatsje op een bankje aan 't raam van de circuit"
Maar daar hoort nog wat by Een KAARTJE Voor een plaatsje op
een bankje.
Wilt U de WILMA deze dienst bewijzen en zorgen, dat er niemand
in uw huis komt zonder een bewijs van toegang tot het parcours Ja,
nodig maar zoveel mogelijk kennissen uit. Voor U gezellig en voor de
WILMA dat vult U zelf wel in.
vol met stapels kranten.
Hier zouden we weer een ander liedje kunnen zingen: „Een karretje
langs de huizen reed". Wilt U geloven, dat we wel een stel karretjes
nodig hebben. Huis aan huis wordt de WI LM A-krant bezorgd. Zo maar
gratis voor niets thuis. Neen, geen programmaboekje tegen een kwartje--
of vieftig cent. Neen, voor niemandal.
In die krant vindt U alles wat U weten moet over Missie en WIL
MA. Alles, alles staat er in. Over opstelling van optocht, over de ponti
ficale missen, over een Mis in de Oosterse ritus enz., een heel stel
advertenties om U aan te geven, waar U het voordeligst kopen kunt en
de WILMA zal zorgen, dat er niets van wat U weten moet, overgeslagen
wordt.
vol met goedkope loten.
Je moet je kans toch beproeven hè. Hoe dikwijls hebben wy al
mensen horen zeggen, als er iemand met een Mosquitto of Solex kwam
langs ryden: „Ik wou, dat ik zo'n dingetje had". Wilt U er een hebben?
Nou, weet U dan wat ge doet. Koop een lot van de WILMA. 50 cent per
lot. Eerste prys een MOSQUITTO. Heeft U liever iets anders Tweede
prijs een Mulders spaarketel. Nog niet genoeg Derde prys een Auping
Divanbed. Wilt U nog meer vooruit dan maar: theeservies, electrisch
strykyzer, vazen, glaswerk, compot-stel.
Weet u wat Gaat van de week maar eens kyken in de etalages van
Pyls en ge kunt zelf uitzoeken. Gryp je kans voor twee kwartjes.
vol met autobussen
Ja, de Zuid-Ooster werkt en rydt ook mee. Mensen van de Kerk
dorpen, de WILMA heeft uw puzzle al lang opgelost. „Hoe komen we
's avonds thuis, want er rijdt geen bus meer. Geen bus Extra bussen,
naar alle kerdorpenMaar dat is een wereldgebeuren. Die kans moet U
niet voorbij laten gaan. Zo maar in de bus en 's avonds nog naar huis.
Zegt U nu maar, dat die WILMA niet alles voor elkaar heeft, maar dan
moet U ook komen en dan houden we vol tot de laatste dag, de spreuk
van de WILMA, die zyn naam eer aan doet: Het WIL MAar goed gaan 1
DE KLOKKELUIER.
Z.H. Exc. Mgr. Dr. J.H.G. Lemmens
heeft op zyn verzoek eervol ontslag
verleend wegens ziekte aan de Wel-
eerw. Heer J.F.H. Poels, als pastoor
van de H. Familie-kerk in Venlo.
Pastoor Poels is in 1891 in Venray
geboren en werd in 191 tot priester
gewijd door Mgr. Schrynen.
Na leraar te zijn geweest aan het
Bisschoppelijk College in Roermond,
was hy van 1921-1935 kapelaan in
Weert, waarna hy werd benoemd tot
bouwpastoor in Venlo en onder zyn
leiding is daar de schitterende H.
Familie-kerk klaar gekomen.
Naast het parociële werk, dat hy
nu wegens ziekte heeft moeten neer
leggen, heeft pastoor Poels zich vooral
bezig gehouden met het schrijven van
godsdienstige artikelen.
Verder heeft Vader Bisschop be
noemd tot Pastoor in Maasbree,
W.M.A. Hillebrandt, thans pastoor te
Ysselsteyn. Pastoor Hillebrandt werd
als zodanig in 1941 benoemd en heeft
gedurende de oorlog zyr. zeer snel
uitgroeiende parochie tot grote bloei
gebracht. Vooral het Gregoriaans had
zyn aandacht is de Dekenale Koren-
bond tot grote bloei gekomen.
By gelegenheid van zyn 25-jarig
priesterfeest hebben de inwoners van
Ysselsteyn hun herder kunnen danken
voor het vele onbaatzuchtige werk
wat hy voor hen heeft gedaan.
De verwoeste parochiekerk was
een der eerste die weer is herbouwd
en het pleit voor zyn schoonheidszin,
dat hy van deze gelegenheid gebruik
heeft gemaakt om van dit nieuwe
Godshuis werkelyk een schoon
bouw te maken, dat in lengte van
dagen de herinnering aan pastoor
Hillebrandt zal hooghouden.
In zyn plaats werd dan benoemd
de Weleerw. Heer J.M.A. Janssen,
thans kapelaan in Blorick, een ras
echte Venraynaar, die men in Blerick
zoer node ziet gaan, getuige het feit,
dat daar zelfs al vlaggen halfstok zyn
gehangen. Vooral het jeugdwerk en
de sport heeft zijn grote interesse.
Deze nog jonge priester zal in Ys
selsteyn zijn grote gaven kunnen ont
plooien en veel goeds tot stand kunnen
brengen.
Als opvolger van Aalmoezenier
Loonen. werd in Venlo benoemd Aal
moezenier Gerrits, geboren in Vier
lingsbeek, thans kapelaan in Gennep,
die hier vooral bekendheid heeft ge
kregen door zyn werk voor de Stich
ting van het Sociaal Charitatief
Centrum.
Als opvolger van Rector Beyten,
die leraar wordt Aan het klein-Semi-
narie in Rolduc, is door Mgr. Lem
mens in !t Ziekenhuis (alhier) benoemd
de Weleerw. Heer G. Vranken,
thans Rector in Ubach over Worms.
Tot kapelaan te Maastricht-Tichter-
veld is benoemd de Weleerw. Heer
B.M.Th.M. Goumans, die het vorig
jaar hier zyn eerste H. Mis heeft op
gedragen, evenals de Weleerw. Heer
P.J. Lemmen, die benoemd is tot
kapelaan aan de St Nicolaaskerk te
Venlo.
Tevens werd hier het bericht be
vestigd, wat wy reeds plaatsten, nl.,
dat de Weleerw. Heer W. H. van
Kempen uit Leunen, opdracht ge
kregen heeft zyn theologische studies
voort te zetten in Rome.
HansYoesten kampioen 1950
Wielerbelang, de instelling, die de
wilde courses al langer hoo meer in
goede banen gaat leiden, hebft Zondag
voor de junioren on senioren in
Roermond de titels van het kampioen
schap 1950 laten verrijden.
Hier heeft Hans Voesten op over
tuigende wyze zyn kunnen laten zien
bij de junioren on in een prachtige
race de overwinning behaald.
Temidden van de beste renners van
Limburg en Brabant, draaido hy een
foutloos parcours, bleek in uitstekende
conditie en liet al de concurrenten
ver achter zich.
By do senioren werd G. Heynen.
uit Venlo kampioen. De loden van
de Venray se wielerclub G. Janssen
uit Tienray werd re, terwijl J. Kerre-
mans uit Horst oe werd. A. Willems
was door ziekte verhinderd mee te
doen.