„W.I.L.M.A." WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Enige gegevens over „Het Grootboek van de Wederopbouw". A midden dandel en het qe&ed Overplanting Oorlog of vrede fyenóeminqen in het bisdom Hóetmónd ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1950 No. 35 EEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Druk en Uiigave Firma den Hunckhol Drukkerij Kantoorboekhandel Grootestraat 28 Telefoon K4780-512 Postrekening 150652 Venray PEEL EN MAAS Advertentieprijzen worden op aanvraag gaarne verstrekt. Losse mm-prijs 8 cent. Abonnementsprijs p. kwartaal: voor Venray f 1.00 buiton Yenray f 1.20 uitsluitend bij vooruitbetaling. Het Grootboek voor de Wederop- opbouw werd ingesteld op grond van art. 11 van het Besluit op de Materi ele Oorlogsschade. Het bestaan is zonder meer door de nieuwe wet op de Materiële Oorlogsschade aanvaard, doch wel zijn alle vroegere bepalingen terzake vervangen door nieuwe voor schriften. Art. 36 van deze "Wet bepaalt, dat er drie soorten van inschrijvingen zijn en wel: A. inschrijvingen, die betrekking hebben op de schadeloosstellingen wegens onteigening van onroerende goederen; B. inschrijvingen inzake de bij dragen wegens oorlogsschade aan onroerende goederen; C. inschrijvingen betreflende de bijdrage wegens ooilogsschade aan schepen, alsmede de schadeloosstel ling wegens onteigening van schepen. Deze laatste zullen we hier met verder behandelen. Het Rijk stelt zich aansprakelijk voor de betaling van hoofdsom en rente van de inschrijvingen, met dien verstande, dat indien het onteigenin gen betreft, de te betalen gelden verhaald worden op de instantie oi persoon, te wiens name onteigend werd. Deze naam wordt bij de in schrijving vermeld. In Venray dus meestal de gemeente. De inschrijvingen worden door de Directeur van het Grootboek ter kennis gebracht van de rechtheb bende op de inschrijving. Eventueel gestelde aantekeningen worden even eens aan de rechthebbende ter kennis gebracht, doch ook aan hen, te wiens name de aantekening gesteld is. Hetzelfde geschiedt met wijzigingen in de inschrijving of aantekeningen. De inschrijving A en B. worden ingeschreven ten name van hen, die ten tijde van de onteigening dan wel de beschadiging, bij het kadaster als eigenaar bekend stonden. Bij de inschrijving wordt vermeld of er hypotheken of andere zakelijke iechten op het goed rusten. De schuldeischer kan het verzoek doen. dat de reeds vóór het tijdstip van ingang der rente op de inschrijving vervallen hypotheekrenten eveneens aangetekend worden. Dit echter alleen, indien de Minis ter van Financiën de toestemming geweigerd heeft, dat deze rente ver haald wordt op de Grootboek-inschrij ving. Dit laatste komt echter weinig voor. Indien iemand ten onrechte niet in het Grootboek is ingeschreven dan wel, dat er van zijn recht geen aantekening is gehouden, kan hij nimmer aanspraken op schadevergoe ding doen gelden, noch tegen het Rijk, noch tegen hem of haar te wiens name onteigend is. Een uitzondering op deze regel indien de niet-inschryving een gevolg is van een nalatigheid van de Direc teur van het Grootboek, dan wel indien belanghebbende vóór debetaal-, baarstelling van de hoofdsom of de renten schriftelijk aan genoemde Directeur heeft verzocht om ver betering of aanvulling van de in schrijving. Men dient hierbij dus terdege op zijn eigen belangen te letten. Een mogelijkheid bestaat, dat een inschrijving op een anders naam wordt overgeboekt. Hiervoor moet de belanghebbende zich wenden tot de Directeur, onder overlegging van oen exemplaar of authentiek afschrift van de acte, waaruit blykt, dat de overgang oi overdracht heeft plaats gehad. Tevens moet hij desgevraagd aan tonen, dat de Minister van Weder opbouw en Volkshuisvesting zyntoe stemming tot de overschrijving heeft verleend. Indien de overdracht niet bij acte heeft plaats gehad, kan deze op andere wijze aangetoond worden. Speciaal voor erfgenamen is deze procedure van belang. Wijzigingen of andere mutaties worden nooit aangebracht, zonder dat de rechtstreeks belanghebbenden daarmede in kennis zijn gesteld en de gelegenheid hebben gekregen hun bezwaren naar voren tb brengen. Alle stukken, het Grootboek be treffende, kunnen rechtstreeks aan de Directeur geadresseerd worden, een uitzondering hierop maakt een dagvaarding. Rentevergoeding. De rente voor de Grootboek-inschrij vingen A en B bedraagt tot 1 Maart 1950 4 pCt. 'sjaars, daarna 37a pCt. Do datum waarop de rente ingaat varieert voor de verschillende soor ten van inschrijvingen. Voor A-inschrijvingen gaat de rente in op de eerst9 van de kalender maand volgende op die van de ont eigening. Van deze regeling wordt afgeweken, indien tengevolge van de beschadiging van het onroerend goed geen of nagenoeg geen opbrengst meer is verkregen. In dit geval gaat de rente in op de eerste dag van de kalendermaand volgende op die van de beschadi ging- Dit kan gelden voor het gehele Irag, dan wol voor een gedeelte, dat bepaald wordt door de Minister van Wederopbouw. Deze afwijking geldt alleen, indien bij de onteigening de schadeloosstel ling is vastgesteld op de waarde van de ondergrond op 9 Mei 1940. Is de schadeloosstelling in verband met de stiiging van de grondwaarde gesteld op de verkoopwaarde, ten tijde van de onteigening, dan geldt deze terugwerkende kracht uiteraard niet. Een tweede afwijking vindt plaats indien de ooispronkelijke eigenaar na de onteigening nog het voortge zet gebruik van de zaak heeft gehad, in welk geval de rente ingaat op de eerste van de maand volgende op die waarin do onteigening heeft plaats gehad. Voor B-inschrij vingan gaat de rente in op de eerste van de maand vol gende op die, waarin de beschadi ging plaats vond. Aan wie wordt rente betaald de De rente wordt uiteraard betaald aan de eigenaar van het goed. Er kan vanaf geweken worden en wel in het geval, dat bij B inschrijvingen de gebruiker van het goed, ondanks de beschadiging, toch de volle huur of pacht heeft doorbetaald. In dit geval kan de Directeur vaststellen, dat de rente uitbetaald wordt aan de gebruiker instede van aan de eige naar. Ook is het mogelijk, dat bij B- inschryvingen over een bepaald deel geen rente wordt betaald. Dit wordt bepaald indien de huur of pacht waarde door het Rijk is vergoed, dan wel van Rijkswege voorzieningen zijn getroffen voor tijdelijke vervanging. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de rente (gedeeltelijk) wordt uit gekeerd aan de hypotheekhouders. Deze hebben nl. het recht om hun rentevorderingen, die vervallen, te verhalen op de rente van de Groot boekinschrijving. Zonder meer is dit slechts mogelijk voor hypotheekrente, die vervallen is na de daturh van ingang van de rente van de Grootboekinschrijving. Rente, die vóór dit tijdstip is ver vallen, kan slechts op deze wyze verhaald worden met toestemming van de Minister van Financiën. Eveneens is dit het geval met de aflossingen op de hpofdsom. Wil de hypotheekhouder van deze mogelijkheid gebruik maken, dan moet hy daartoe een schriftelijk ver zoek richten tot de Directeur van het Grootboek. Hiervoor zijn speciale formulieren verkrijgbaar. Uit het verzoek moet blijken, dat de rechthebbende er mede accoord gaat. Deze accoord-verklaring kan volgen uit een mede-ondertekening, dan wel dat op andere wijze de Directeur kenbaar gemaakt wordt, dat er van de zijde van de belang hebbende een bereidverklaring be staat. Is de rechthebbende niet te be reiken, of wel weigert deze zijn medewerking, dan moet de juistheid van do door de hypotheekhouder ver strekte feitelijke gegevens voor de Directeur aannemelijk gemaakt wor den. Het eenmaal ingewilligd ver zoek gelde ook voor volgende keren, tenzij er tussentijds wordt medege deeld aan de Directeur, dat er wijzi gingen zijn ingetreden. De uitbetalingen, die door de Directeur worden gedaan op grond van deze bepalingen strekken de schuldenaar tot volledige kwijting. Indien er op grond van de ver strekte gegevens teveel betaald zou zijn, krijgt de schuldenaar geen vordering op het Rijk, doch zo mogelijk zal by volgende betalingen het teveel uitgekeerde in mindering worden gebracht. hem herinnert aan Clemenceau, toch zeker geen bidziel, toen hij eens tijdens de oorlog op Foch moest wachten, die juist de H. Mis bij woonde en ten antwoord gafIk wacht wel, tot nu toe heeft het goed ge holpen, heeft geen schijn van kans bij hem. Hy vertrouwt veel meer op zyn geslepen rekenverstand, zijn fijne neus, zijn flair, zyn goed gesternte, dan op die zegen van boven. De middenstander wordt door een vyand bedreigd, die hem als een ver raderlijke slang met haar dodende kronkels smoortde middelmatigheid, zijn geestelijke oppervlakkigheid, zijn onverschilligheid, Dat kleine, mieserige, akelige zieltje van hem, dat slechts denkt in balen koffie en thee, in vaten azijn en bussen cacao en nooit meer van iets hogers, iets onstoffelijks droomt, dat daar verkwijnt zo helemaal zonder idealen, zonder grote en verheven gedachten. Wil die ziel niet helemaal afstompen, wil ze in leven blijven, dan moet er af en toe een andere, frisser wind doorheen waaien, de wind die van de wijde vlakte komt, waar de byen in de koolzaadvelden zitten, of de zoute wind van de zee, die al het duffe en muffe uit zijn hart en hoofd weg spoelt. De middenstander heeft daarom het gebed zo nodig om eerlijk te blijven de gunstige gelegenheden niet uit te buiten, eerder aan het dienen dan aan het verdienen te denken, om zijn belangstelling daarvoor steeds onder stoom te houden, om zyn tred aan te passen aan de schreden van God, die ook door zijn leven gaat, om zijn hand vast te gry'pen in de kleine stormen van zyn zakenleven, om in zyn onder nemingen gezegend te worden, om een gelukkige hand te hebben en geen verkeerde greep of valse keus te doen. Hy mag het gebed niet opvatten als een louter contractik bid zoveel daarvoor krijg ik in ruil dit en dat terug. Onze verhouding met God moet vrii zijn van alle koopman schap. Andeis zou blijken, dat wy niets begrepen hebben van Gods on veranderlijkheid en van onze volkomen afhankelijkheid van God. Daarom kan alleen gebed hem nederig maken, Zyn zaak, zijn gezin en ziin ziel kunnen geen van alle tot bloei komen zonder de dauw en de zegen var. het. gebed. Ook hy mag niet op los zand bouwen, maar op de rots die Christus is. En in die rots moet vóór alles zijn eigen leven verankerd staan, sterk en stevig, zodat er geen storm vat op heeft. P.H. RONGEN O.C.R. t Het grote, bindende woord voorde middenstander is: Wat baat het de mens heel de wereld te winnen, hij schade lijdt aan zyn ziel. De middenstander is er eerst voor zyn zaak. Zyn mond en zijn hart staan niet naar het bidden, daarvoor is zijn kijk op het leven te nuchter en te zakelijk. Wat heeft hy er aan? Wat brengt het hem in het laadji Op het eerste gezicht is alle bidden tijdverlies en energieverspilling. Hij kan zijn tijd beter gebruiken en pro fytelyker besteden. En profijt moet er bij alles zijn. Op deze scharnier draait zyn leven. En wie tegenwerpt: En Gods zegen dan, waar alles aan gelegen is, of Hoe komt het toch, dat het solda tenleven voor vele jongens een gevaarlijke tijd is Wel, we denken zeer dicht bij de waarheid te zyn met te zeggen, dat de kern van het probleem ligt in het feit, dat de overgrote meerderheid van onze jongens niet opgewassen is tegen overplanting uit hun natuur lijk levensmidden. Daar zit de knoop! De meesten van onze jongens komen van buiten. Onbezorgd hebben zij twintig jaren lang geleefd in een tamelijk gezond midden en indien zedelyk en godsdienstig gezond zijn gebleven, is het hoofdzakelijk aan dit milieu te wijten. Yader en moeder hebben van jongs af aan de jongen leren leven. De school, de jeugdbeweging, de parochie de verwanten, de vrienden, heel de levensomgeving, waarin hij is opge groeid, hebben hem bewerkt in zyn denken en in zyn doen. Sommige daden zal hy thuis nooit stellen, omdat ze in dit milieu niet passen. Hy heeft zijn opvatting over goed en kwaad, over verheffend ongemeen en in het algemeen zal hij zyn leven daar naar richten. Het gebeurt wel eens, dat hy bokkesprongen maakt of wil maken, maar dan is de familie en 't milieu daar om hem tot de „orde" terug te roepen. Dit geldt vooral voor do jongens van buiten. De jonge arbeider, die elke dag naar de grote stad trekt of naar een industriecentrum in do omgeving, heeft natuurlyk al heel andere in vloeden ondergaan. Maar ook voor hem blyft het waar, dat hy iedere avond weer naar huis gaat en de atmosfeer van zyn natuurlijk leven inademt en zich eigen maakt. Ieder mens is, of hy wil of niet, in meer of mindere mate product van zyn omgeving. Maar of dit principe voor de doorsnee jongens, die 2ich thuis goed houden, ook waar blyft wanneer zij onder dienst gaan, valt te betwijfelen. Ook hier worden zij vaak de „dupe" of het slachtoffer van het milieu. Het dienstleven is iets heel spe ciaals, het zeilt in en orn zich zelf, afgesloten van de andore levens milieu's. Een kazerne op zich zelf is al een kunstmatig iets. Zet daarin mensen van allerlei stand, van de meest uiteenlopende levensopvattingen, van de vulgaire of verfijnde materialist, tot de diep godsdienstige plattelandsjongen, de vrouwenloper en de trouwe verloof de, de dronkaard en die van de blauwe knoop en U kunt zich een gedachte vormen over de schok, die zo'n verandering van omgeving voor vele jongens teweeg brengt. Deze schok is voor velen te zwaar. Ze zyn er niet tegen opgewassen, worden er soms het slachtoffer van. Evenals ze in het burgerlijk leven uit menselyk opzicht zich fatsoenlijk netjes gedroegen, even zozeer zullen ze uit menselyk opzicht de grootste dommigheden doen, dingen, die in hun normaal leven nooit be staan zouden hebben. Het feit, om als onbekend soldaat in een onbekende streek, hetzij hier te lande of in het buitenland, ver van alle thuiscontrole op eigen benen te moeten staan, daar waar zovelen onzinnige slagwoorden, allerhande misbruiken goedkeuren of tenminste verontschuldigen, is voor de doorsnee jongen van twintig jaar voldoende om hem te doen capituleren in dingen, die hem tot dan toe heilig en onschendbaar schenen. Het komt er dus op aan te blyven wat men is en hierin heeft het thuisfront een grote verantwoorde lijkheid. Een eerste plicht van het thuis front is dus: Onze jongens zo maar niet onvoorbereid de sprong in het onbekende te doen wagen ,Un hom me averti en vaut deux" zegt een Frans spreekwoord: „Een ingelicht man telt voor twee". Dit is het doel der voorbereidingsretrai tes Hun succes is verzekerd, juist omdat de jongen met zyn hoofd vol vraagtekens zit, in verband met de kazerne. Er zijn in het leven van een jonge man misschien geen betere momen ten dat hy psychologisch zo vatbaar voor de ernstige problemen van het leven, dan in de tyd, die zyn soldatendienst en zyn huwelyk voor afgaan De retraite zal hem geestelijk sterker maken voor zijn nieuwe leven, maar hem ook een kijk geven in dit voor hem on- of verkeerd g6kende land Indien men hem niet alleen de te omzeilen klippen, maar ook de mooie en vormende kanten van het kazerneleven concreet en levenswaar leert kennen, zal hy gewapend er heen trekken en niet meegesleurd worden by de eerste rukwind En indien hy klaar is om zonder offensief zyn man te staan, zal het leger hem stalen tot iemand, die voor het leven klaar is 1 Daarom zyn de retraite's van een onschatbare waarde en het is eigen lijk een belediging aan onze paiocliie- geestelijken, aan jeugdleiders, aan opvoeders en ouders, het belang er van te willen bewijzen. Zij zyn allen reeds lang ervan overtuigd van het overgroot succes, dat een traditie is geworden. De afgelopen jaren heb ben dit tenvolle bewezen Maar een retraite kan niet vol staan Eenmaal, als de jongen soldaat is, heeft het thuisfront de plicht hem te blyven steunen in d6 stry'd voor zijn morele gaafheid en de ontplooi ing zyner persoonlijkheid Th. OP HET VELD, Majoor-Aalmoezenier. n Wie de geschiedenis van deze oorlogse jaren heeft meegemaakt, die ziet, dat overal ter wereld het com munisme voortdringt naar de wereld revolutie. Op Korea vechten de Verenigde Naties. I11 China woedt de burger oorlog, evenals in Indo China, Burma en Malakka. Daar heeft het monster reeds de wereld in vlammen gehuld. En wie zegt dat dit alles nog ver van huis is, die vergeet een Belgische koningskwestie, die vergeet het IJzeren Gordy'n hier enkele honderden kilometers vandaan, die vergeet de stakingen in Frankrijk, die vergeet wat we in eigen land enkele weken geleden nog hebben beleefd. Dit alles is het stiekeme gewroet van de Xominform, dat in ellende, onrust en revolutie haar kans schoon ziet. Daartegenover moeten de democra tische landen vrede en vrijheid zetten, Wij hebben de plicht om zo het com munisme te overwinnen. Wij moeten geen programma van wereldrevolutie bewaarheid maken, maar wel zorgen, dat een mens in vrede en vrijheid het dagelijks brood voor hem en de zijnen kan verdienen. En dat kan alleen in een hechte politieke organisatie. Voor ons katholieken, is dat de Katholieke Volkspartij en wij hebben de wezenlijke plicht die te steunen en in stand te houden. Ook als dat moeite, ook als dat offers kost. Maar geen enkele Venrayer achterwege blijven, als de contributie- kaarten worden aangeboden. Venray kende in het verleden zyn plicht en het heden leert hem genoeg. De contributie bedraagt voor gezins hoofden of het eerste lid van het gezin f 1,50 voor ieder volgend lid f 1,-. Laat Venray tonen de ernst der tijden te begrijpen en laat het niet onder doen voor andere plaatsen in ons gewest. HET BESTUUR DER K.V.P. VENRAY „Ik heb mijn wagen volgeladen, Vol met mooie prijzen" Wat een reclame-tocht, hè. Eerst met die reportage-wagen (en wat een reporter door de kerkdorpen en toen met de brandweer sirenende en bellende - door het dorp. Twee avonden achtereen. Zegt U nu maar eens, dat de WILMA geen reclame maakt Bent U uw huis niet uitgehold, omdat U dacht, dat er brand was „O," hebt U gezegd, „het is de WILMA Maar U wist toch niet, dat het de WILMA was en wat die wilde Maar nu moet U ook zorgen, dat het geen LOOS alarm was. Dit moeten eigenlijk al die mensen, die de pryzen ophalen, kunnen zingen: „Jippie, Jippie, Jippie a Hééééó 'K heb m'n wagen VOL geladen. Wat een succes voor do WILMA en wat een geruststelling voor de WILMA- WEEK. Als heel Venray nu al zo enthousiast meewerkt, wel dan puilt de tentoonstelling uit van kijkers en bezoekers en ballengooiers en rad- van-avontuurders en koffiedrinkers en broodjes-eters en plezier-makers op de fancy fair. Dat noem ik ROOMSE BLIJDSCHAP vol met harde renners. Een schot. Pang Daar gaan ze. 17 September. Hollen maar, jongens. Rennen: Kempweg, Merseloseweg, Langeweg, Kempweg, Merse- loseweg, Langeweg. Wat een vaart hebben die lui. Ze vliegen langs. De reporter roept over de hoofden van de duizenden uit. Aan de kop ligt ...II Maar wat een mensen, wat een mensen zyn er gekomen naar het centrum van Venray. Ze staan rijen dik. Uit de ramen der huizen. Ja, bewoners van het uitgekozen circuit. U hebt toch wel een boffie, zo maar te wonen aan HET parcours van de WILMA. Maar de WILMA wilde toch graag met U een afspraakje maken en hy rekent de erop (juist omdat het voor de MISSIE is), dat U een gunstig ooi- leent aan zyn vraag. Gezellig, hè, zo maar aan je open raam te zitten en al die renners voorbij te zien vliegen. Je kunt een stel gezellige kennissen uitnodigen en de middag wordt nog véél gezelliger. Een lekker kopie thee en een koekje en wat U dan hoort van nèg meer kennissen „Heb je nog een plaatsje op een bankje aan 't raam van de circuit" Maar daar hoort nog wat by Een KAARTJE Voor een plaatsje op een bankje. Wilt U de WILMA deze dienst bewijzen en zorgen, dat er niemand in uw huis komt zonder een bewijs van toegang tot het parcours Ja, nodig maar zoveel mogelijk kennissen uit. Voor U gezellig en voor de WILMA dat vult U zelf wel in. vol met stapels kranten. Hier zouden we weer een ander liedje kunnen zingen: „Een karretje langs de huizen reed". Wilt U geloven, dat we wel een stel karretjes nodig hebben. Huis aan huis wordt de WI LM A-krant bezorgd. Zo maar gratis voor niets thuis. Neen, geen programmaboekje tegen een kwartje-- of vieftig cent. Neen, voor niemandal. In die krant vindt U alles wat U weten moet over Missie en WIL MA. Alles, alles staat er in. Over opstelling van optocht, over de ponti ficale missen, over een Mis in de Oosterse ritus enz., een heel stel advertenties om U aan te geven, waar U het voordeligst kopen kunt en de WILMA zal zorgen, dat er niets van wat U weten moet, overgeslagen wordt. vol met goedkope loten. Je moet je kans toch beproeven hè. Hoe dikwijls hebben wy al mensen horen zeggen, als er iemand met een Mosquitto of Solex kwam langs ryden: „Ik wou, dat ik zo'n dingetje had". Wilt U er een hebben? Nou, weet U dan wat ge doet. Koop een lot van de WILMA. 50 cent per lot. Eerste prys een MOSQUITTO. Heeft U liever iets anders Tweede prijs een Mulders spaarketel. Nog niet genoeg Derde prys een Auping Divanbed. Wilt U nog meer vooruit dan maar: theeservies, electrisch strykyzer, vazen, glaswerk, compot-stel. Weet u wat Gaat van de week maar eens kyken in de etalages van Pyls en ge kunt zelf uitzoeken. Gryp je kans voor twee kwartjes. vol met autobussen Ja, de Zuid-Ooster werkt en rydt ook mee. Mensen van de Kerk dorpen, de WILMA heeft uw puzzle al lang opgelost. „Hoe komen we 's avonds thuis, want er rijdt geen bus meer. Geen bus Extra bussen, naar alle kerdorpenMaar dat is een wereldgebeuren. Die kans moet U niet voorbij laten gaan. Zo maar in de bus en 's avonds nog naar huis. Zegt U nu maar, dat die WILMA niet alles voor elkaar heeft, maar dan moet U ook komen en dan houden we vol tot de laatste dag, de spreuk van de WILMA, die zyn naam eer aan doet: Het WIL MAar goed gaan 1 DE KLOKKELUIER. Z.H. Exc. Mgr. Dr. J.H.G. Lemmens heeft op zyn verzoek eervol ontslag verleend wegens ziekte aan de Wel- eerw. Heer J.F.H. Poels, als pastoor van de H. Familie-kerk in Venlo. Pastoor Poels is in 1891 in Venray geboren en werd in 191 tot priester gewijd door Mgr. Schrynen. Na leraar te zijn geweest aan het Bisschoppelijk College in Roermond, was hy van 1921-1935 kapelaan in Weert, waarna hy werd benoemd tot bouwpastoor in Venlo en onder zyn leiding is daar de schitterende H. Familie-kerk klaar gekomen. Naast het parociële werk, dat hy nu wegens ziekte heeft moeten neer leggen, heeft pastoor Poels zich vooral bezig gehouden met het schrijven van godsdienstige artikelen. Verder heeft Vader Bisschop be noemd tot Pastoor in Maasbree, W.M.A. Hillebrandt, thans pastoor te Ysselsteyn. Pastoor Hillebrandt werd als zodanig in 1941 benoemd en heeft gedurende de oorlog zyr. zeer snel uitgroeiende parochie tot grote bloei gebracht. Vooral het Gregoriaans had zyn aandacht is de Dekenale Koren- bond tot grote bloei gekomen. By gelegenheid van zyn 25-jarig priesterfeest hebben de inwoners van Ysselsteyn hun herder kunnen danken voor het vele onbaatzuchtige werk wat hy voor hen heeft gedaan. De verwoeste parochiekerk was een der eerste die weer is herbouwd en het pleit voor zyn schoonheidszin, dat hy van deze gelegenheid gebruik heeft gemaakt om van dit nieuwe Godshuis werkelyk een schoon bouw te maken, dat in lengte van dagen de herinnering aan pastoor Hillebrandt zal hooghouden. In zyn plaats werd dan benoemd de Weleerw. Heer J.M.A. Janssen, thans kapelaan in Blorick, een ras echte Venraynaar, die men in Blerick zoer node ziet gaan, getuige het feit, dat daar zelfs al vlaggen halfstok zyn gehangen. Vooral het jeugdwerk en de sport heeft zijn grote interesse. Deze nog jonge priester zal in Ys selsteyn zijn grote gaven kunnen ont plooien en veel goeds tot stand kunnen brengen. Als opvolger van Aalmoezenier Loonen. werd in Venlo benoemd Aal moezenier Gerrits, geboren in Vier lingsbeek, thans kapelaan in Gennep, die hier vooral bekendheid heeft ge kregen door zyn werk voor de Stich ting van het Sociaal Charitatief Centrum. Als opvolger van Rector Beyten, die leraar wordt Aan het klein-Semi- narie in Rolduc, is door Mgr. Lem mens in !t Ziekenhuis (alhier) benoemd de Weleerw. Heer G. Vranken, thans Rector in Ubach over Worms. Tot kapelaan te Maastricht-Tichter- veld is benoemd de Weleerw. Heer B.M.Th.M. Goumans, die het vorig jaar hier zyn eerste H. Mis heeft op gedragen, evenals de Weleerw. Heer P.J. Lemmen, die benoemd is tot kapelaan aan de St Nicolaaskerk te Venlo. Tevens werd hier het bericht be vestigd, wat wy reeds plaatsten, nl., dat de Weleerw. Heer W. H. van Kempen uit Leunen, opdracht ge kregen heeft zyn theologische studies voort te zetten in Rome. HansYoesten kampioen 1950 Wielerbelang, de instelling, die de wilde courses al langer hoo meer in goede banen gaat leiden, hebft Zondag voor de junioren on senioren in Roermond de titels van het kampioen schap 1950 laten verrijden. Hier heeft Hans Voesten op over tuigende wyze zyn kunnen laten zien bij de junioren on in een prachtige race de overwinning behaald. Temidden van de beste renners van Limburg en Brabant, draaido hy een foutloos parcours, bleek in uitstekende conditie en liet al de concurrenten ver achter zich. By do senioren werd G. Heynen. uit Venlo kampioen. De loden van de Venray se wielerclub G. Janssen uit Tienray werd re, terwijl J. Kerre- mans uit Horst oe werd. A. Willems was door ziekte verhinderd mee te doen.

Peel en Maas | 1950 | | pagina 1