TWEEDE BLAD Zuid-Afrika „W.I.L.M.A." M issie-T entoonstelli ng WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Is doordraaien van groenten te voorkomen? BEL BIJ BRAND 392 en zijn naturellen. B. tcuuten bidden. Nederlanders hebben in Canada goede naam Zaterdag 22 Juli 1950 Ho. 29 Een en Zeventigste Jaargang Druk en Uitgave Firma van den Munckhof Drukkerij Kantoorboekhandel Grootestraat 28 Telefoon K 4780 512 Postrekening 150652 MAAS Advertentieprijzen op aanvraag verstrekt Abonnementsprijs per kwartaal: voor Vonray fl 1.00 uitsluitend vooruitbet. buiten Venray fl 1.20 Zomertragedie van klein land met vruchtbare bodem Voor een belangrijk deel is Nederland nog een agrarisch land. Men kan dat zien, wanneer wy een handelsverdrag afsluiten met een andere staat. Op de lyst van producten, die wy in den vreemde afzetten, komen bijna zonder uitzondering wel land- en tuinbouwproducten voor. Zoals men de Ver. Staten wel samen met Canada de graanschuur van de wereld noemt (dit te meer nu Rusland voor een deel is uitgevallen), zo zou men Nederland wel de tuin van Europa kunnen noemen. Onze tuinbouw staat op hoog peil en wy zyn trots op de vele vakmensen, die ons land op dit terrein heeft voortgebracht. Dit zwaartepunt op tuinbouw in een klein en overbevolkt land, dat over 't algemeen zeer vruchtbaar is, kan een logisch uitvloeisel van die vruchtbaarheid en die dichte bevol king worden genoemd. De opeenho ping van mensen veroorzaakte een zodanige verdeling van grond, dat zy grotendeels voor landbouw niet meer geschikt was, omdat de opbrengst in landbouwproducten van een klein gebied niet meer voldoende bleek om de boer in zyn levensonderhoud te doen voorzien. Landbouw eist een grote opper vlakte, die meer extensief bebouwd wordt d.w.z. dat men aan de produc- ton niet van plant tot plant bijzon dere aandacht besteedt. Dit nu is wel het geval by tuinbouw. Hier is sprake van intensieve bebouwing. De tuinder heeft de beschikking over weinig grond en omringt elke vrucht van die bodem met bijzondere zorg. Op deze wyze hoopt men dan van eon klein stukje grond nog voldoende opbrengst te krijgen om van te kunnen leven. Bovendien noopt de stadsvorming waarbij ieder gezin geen eigen tuin meer heeft wel tot het ontstaan van tuinderijen, die zo oen waardige en zeer gewenste specialisatie kan worden genoemd. We krijgen echter wel eons de indruk, dat er teveel van die tuinbedryven in Nederland zyn. Lezen we niet telkens, van groente, die „doorgedraaid" wordt? Is dit geen bewijs van overpro ductie en moet het doordraaien van veldproducten niet zonder meer verboden worden, omdat het als een maatschappelijk on waardige daad moet worden ge zien Het is moeilijk daarop een ant woord te geven, dat direct, iedereen zal bevredigen. Wy wezen er reeds op, dat wy in een zeer geschikte tuinbouwstreék wonen. Daarom kun nen wij dikwyls ook nog andere volken van dienst zijn met deze kostbare voortbrengselen van Neer- lands vruchtbare velden. Die landen hebben dan een minder geschikte bodem of geen vakmensen voldoende op dit gebied of door overbevolking van bepaalde gebieden niet voldoende ruimte in de omtrek om zo'n groot terrein opeters ineens van vitaminen- rijke tuinbouwproducten te voorzien. Zo werden wy de leveranciers van Europa voor groenten en fruit en op dat moment is er dus van doordraaien van groente geen sprake en is er dus evenmin een teveel aan tuinders, zoals men wel eens opmerkt. Een overvloedige oogst Daarnaast wijzen wy op de wisse lende oogst. Het zeer wisselvallige klimaat van Nederland doet de op brengsten van verschillende produc ten nogal eens variëren van een zeer schrale tot een overvloedige oogst. Wij zien dus, dat het doordraaien van groente, waaronder wy" dan willen verstaan elke aanwending van veldproducten voor doeleinden waar voor zij niet'bedoeld zyn, kan worden veroorzaakt door een overvloedige oogst. In dit geval is er dus meer aanbod dan vraag en zelfs wanneer alle vraag is bevredigd tegen een minimale prys dan is er nog een overschot. Deze toestand komt zelden voor zal men opmerken. Wanneer men daarmee bedoelt een overschot voor, laat ons zeggen, geheel Europa dan zyn wij het daarmee eens. Wan neer men daarmee bedoelt alleen Nederland, dan moet dit worden ont kend. Wij kunnen wel zeggen, dat er dón van de kernen vari het vraag stuk wordt benaderd, wanneer wij opmerken, dat het „doordraai"-pro- bleem ten nauwste samenhangt met de liberalisatie van de handel. Des te groter de afzetkansen zijn voor een tuinbouwland als Nederland die kansen nemen toe naarmate de handel vrijer is - des te geringer zyn ook de kansen, dat men een gedeelte van onze tuinbouwoogst moet vernielen by gebrek aan afne mers. Allerlei factoren kunnen de afzet doen stokken. De politieke afkeer van een land, het gebrek aan betaalmiddel, de weigering om iets te kopen zolang Nederland niet een bepaald product van de groenteklant terugkoopt en zo kan men wellicht deze rij nog uitbeiden. Zijn naakte bestaan Naast het hierboven betoogde ligt het niet minder belangrijke vraag stuk van het bestaan van de tuinder, dat op het spel kan staan. Het is nu eenmaal zo, dat men in de agrarische sector niet precies weet hoe groot de afzet van een bepaald jaar zal zijn. Bovendien kan men door klima tologische oorzaken het aanbod niet regelen. Is de opbrengst van de grond eenmaal aanwezig, dan moet men die kwyt in een be paalde periode, die meestal zeer kort is. De tuinder moet zorgen, dat hy uit die opbrengst zyn kosten dekt en bovendien een winst maakt, die groot genoeg moet zyn om hem een bestaan te verzekeren. Wanneer nu de prys van deze bederfelijke waar maar blijft da len, dan komt er een punt, waar op een tuinder beter kan gaan zonnebaden, dan byv. slaplanten oogsten. Dus steken de tuinders hun hoofden by elkaar om een minimum prys vast te stellen. Komt de prijs daar beneden, dan is de opbrengst niet meer lonend en aldus komt men er toe tot vernietiging te besluiten. Dit punt wordt het eerste bereikt met producten, die niet gecon serveerd worden, byv. met sla. Immers is de vraag van zo'n product veel Kleiner, omdat de conservenindustrie niet als vrager op de markt optreedt, waardoor de vraag wordt gestimuleerd en de prys gesteund. Bij dit alles kan men van het standpunt uitgaan, dat het consu mentenbelang voorop moet staan en de tuinder dan moet lyden voor het gehele volk. Het verleden heeft ech ter geleerd, dat dit leidt tot uithol ling van de tuindersstand, waardoor zy practisch tot een klasse van duur zaam noodlijdenden wordt geprocla meerd. Tenslotte komt men langs deze weg tot een toestand, waarbij een groot aantal tuinders als aanbieders verdwijnen. De overgeblevenen ko men gezamelyk dan tot een zeer beperkt aanbod, dat in een meer geliberaliseerde wereld plotseling een grote vraag kan ontmoeten, waardoor de pry'zen enorm kunnen stijgen. De uiteindelijke conclusie van deze rede nering zou zyn, dat in een jaar met beperkt aanbod en grote vraag, een groot deel van de minder koopkraeh- tigen onder ons volk uit de koop- markt van groenten zou worden gestoten, hetgeen zeker niet aanbe velenswaardig moet worden geacht. Juist het op internationaal niveau optredend verschijnsel der plotselinge inkrimping en uitzetting der vraag maakt het vraagstuk van het door draaien dor groente uiterst gecompli ceerd. En er is meer. De plaatsruimte noopt ons de be spreking van de problemen rond het doordraaien der groente tot hiertoe te beperken. Nog meer en wellicht zeer interessante facetten van dit naast economische ook ethische vraagstuk zouden kunnen worden belicht. Samenvattend kan men echter concluderen dat de moeilijkheden op dit terrein vele zyn en voor een deel by'na onoplosbaar, zodat men wel haast tot de uitspraak moet komen, dat in bepaalde omstandigheden het doordraaien van groente tot de zomertragedies moet worden gerekend van een volk, dat naast een vrucht bare bodem een aantal nyvere wer kers bezit, die bereid zyn hun aan deel te leveren in een zo groot mogelijke productie van het land tegen een zo laag mogelijke prijs, maar die daarvoor ook een recht vaardige beloning opeisen. Dr. H. R. MES Na de plaatsing van mijn reisver slag naar Transvaal, werd mij van verschillende zijden gevraagd, om ook eens iets over Zuid-Afrika te schrijven, speciaal wat betreft de inboorlingen, welke hier natives of naturellen genoemd worden en hoe het zit met het communisme onder deze groepen van de bevolking. Laat ik voorop stellen: ik ben geen journalist noch schrijver, maar be schouw onderstaande als een uiting van datgene, wat we hier zien en meemaken. Het is U wellicht bekend, dat Zuid-Afrika een land is vol met tegenstellingen, blank en zwart, Zuid Afrikaners en Engelsen. De grootste tegenstelling is wel blank en zwart, in ieder gesprek met een Zuid-Afrikaankomt deze kwestie ter sprake, doch dit is wel bijna het enigste waar men hier eensgezind in is, het oppergezag over de naturel. De verhouding blank tot zwart is 2—11, dat wil zeggen, dat de over grote meerderheid van de bevolking zwart is, maar ondanks deze grote meerderheid zijn de vrijheden van de naturellen zeer beperkt. Een naturel wordt beschouwd als een minderwaardige en geen enkele Zuid-Afrikaan zal het in zyn hoofd krijgen om byv. een naturel, al heeft hy een dokterstitel, in zyn woning uit te nodigen of ook maar op straat te groeten. Ter verduidelijking zal ik U enkele voorbeelden geven van de beperkingen, welke aan de naturellen zijn opgelegd. Laten we aannemen dat ge op reis gaat en niet gefortuneerd bent, ge neemt dan een bus, maar denkt er aan geen rode bus te nemen, want die is alleen bestemd voor de natu rellen en maakt u niet bang, dat wanneer u eventueel op de bus moet wachten u een naturel op de bank zult zien zitten want hierop staat met grote letters „seegs vir blankes". U komt aan liet station, koopt kaartjes aan het loket voor blanken, reist in coupë's alleen voor blanken, gaat door de uitgang alleen voor blanken, ook het perron is gescheiden. U neemt een taxi. Denkt u er aan een ie klas taxi te nemen, een naturel reist in een 2e klas taxi. Gaat u een kopje thee drinken dan wordt u wel bediend door een naturel maar er zal geen een naturel zyn, die daai anders binnenkomt, U komt 's avonds na half 10 terug en u zult geen een naturel meer ontmoeten, alleen de nachtwachten voor diverse winkels, die aangesteld zijn om eventuele diefachtige elemen ten op een afstand te houden. Zo zyn er nog tientallen andere voorbeelden te noemen, en het „voor Joden verboden" tijdens de Duitse bezetting zinkt hierbij geheel in het niet. Nemen we nu de naturellen zelf en bekyken we de graad van ont wikkeling van deze bevolkingsgroep. Slechts een heel klein percentage kan gerekend worden tot werkelijk be schaafde mensen. Dit zijn de doktoren, verpleegsters, onderwijzers e.d. Het overgrote deel echter, dat samen gebracht is in diverse naturellen- dorpen (ïco.ooo-200.000 per dorp) is zeer zeer achterlijk en is te vergelij ken met bewoners van het oerwoud met een dun laagje beschaving. Hoe dun dit laagje is, kan ik weer het beste demonstreren met enkele voor beelden. In de goudmijnen waar duizenden naturellen werken zijn deze onder gebracht in dezg. Kompang (vergelijk het Indonesische woord Kampong). Zondagsmiddags worden hier de dan sen gehouden. Zy zijn dan uitgedost met allerlei gekke dingen en zy dansen uren op het eentonige geluid van primitieve instrumenten, die telkens hetzelfde melodietje ten ge hore brengt. Wanneer men in de mijn dicht by een naturel staat gaat u onwillekeurig een stap achteruit daar één naturel zulk een stank afgeeft dat het niet by hem uit te houden is. De reden is deze, een naturel heeft ontzettend schrik van water en de modder en het vuil dat hy by zijn werk op zyn lichaam krijgt laat hy rustig opdrogen en veegt het met een papiertje af. Een naturel heeft ook totaal geen kyk op iets. Een nieuweling in de my'n kun je eerst een io tal malen voordoen hoe hij een spijker in hout moet slaan, de elfde keer is het meestal nog mis. Geef hem geen sigarettenaansteker in zyn handen, want hy geeft hem u terug nadat hy het ding van alle kanten heeft bekeken en hy begrijpt niet hoe u vuur uit de aansteker krijgt. Het is ook geen ongewoon gezicht als u Zondags 'n naturel langs de weg zijn behoefte ziet doen ten aanschouwe van de tientallen automobilisten (waaronder veel dames), doch schaam tegevoel kennen ze niet. Deze voorbeelden gelden alleen voor de naturellen ondergebracht in dorpen en kompangs. Duizenden anderen werken echter in de steden en dorpen in de garages, fabrieken, als kelners enz. Deze naturellen heb ben eveneens een zekere graad van beschaving opgedaan en naar mijn mening is het onder deze bevolkings groep dat het communisme wroet. Dit zyn ook de mensen die het hardste vechten voor hun eisen, zijnde hoger loon, betere behuizing, gelijke behan deling en het recht om met een blanke vrouw te mogen trouwen (bij de wet verboden). Dit zijn dan ook de raddraaiers by stakingen e.d. Dit is wat de zuivere naturellen betreft. Zuid-Afrika behandelt niet alleen de naturellen op deze wyze, doch alle rassen die niet blank zijn. Het meest de dupe hiervan zijn wel de Indiërs (India en Pakistan) waarvan er bijna een millioen hier in de Unie wonen. Deze mensen die in alle andere landen ter wereldss gelijke behandeld worden, wordeirhier het zelfde behandeld als de naturellen, met uitzondering dat zy wel bepaalde winkels mogen houden als b.v. milk- bars enz. Deze behandeling doet Zuid- Afrika naar mijn bescheiden mening geen goed, daar de Indiërs er by de Veiligheidsraad reeds menigmaal op gewezen hebben, wat wel eens succes zou kunnen hebben. Het is momen teel zo, dat wanneer er hier een Indonesische delegatie zou komen er geen hotel zou zijn dat hen op zou kunnen nemen en naar men my verteld heeft wordt er momenteel een appart hotel voor zulke personen gebouwd. Plet is u wellicht door bovenstaan de duidelijk geworden, dat het na- turellenprobleem voor Zuid-Afrika inderdaad een groot probleem is en dit dikwyls aanleiding geeft tot woordenwisseling en dikwijls ook tot handgemeen. Mei j.l. bleek het weer duidelijk dat het communisme hiervan grof gebruik maakt en de naturellen aanspoort tot opstand tegen de blanke onderdrukkers. Het is te hopen voor de Unie van Zuid-Afrika, dat het communisme niet al te veel vat op de naturellen zal krijgen anders bestaat de moge lijkheid dat Zuid-Afrika de spring plank zal worden voor het commu nisme om geheel Afrika onder zyn invloedsfeer te krijgen. Of de wet, die momenteel in behandeling is en het communisme buiten de wet stelt, afdoende zal zyn?? We zullen het hopen. J. W. van den Munckhof De vrouw is zo heel anders dan de man, wat tot uiting komt op alle terreinen van liet leven. Afkerig van abstracties en alge meenheden, staat ze met voorliofde geteerd naar het bloeiende en vruchtbare leven. Ze bezit een overvloed aan fanta sie en een gemis aan logica, veel bevlieging en weinig doorzetting, weinig begrip voor evenwicht en stabiliteit, meer aandacht voor de bijzaken dan voor de hoofdzaak. Verder is ze gevoeliger voor de schijn dan voor het wezen der dingen. Dit byzondere en aparte in de vrouw vertoont zich heel scherp op het gebied van de grootste gevoelig heid, het godsdienstig element en de beleving ervan. De vrouw beleeft haar geloof nu eenmaal meer met haar gevoel dan met haar verstand. Ze laat zich meer leiden door vage impulsen, dan door strakke redeneringen. Ze toont een uitgesproken voor keur voor de vrouwelijke deugden, omdat die haar meer liggen en ver geet daarbij, dat deze door de man nelijke aangevuld en voor eenzijdig heid behoed moeten worden. Hieraan is het te wijten, dat de vrouw op dit gebied gemakkelijker scheef kan groeien dan de man, In gewyde grond geuytze gewoon lijk uitstekend, maar ze raakt behept met veel „dieven", die wasdom en vruchtbaarheid hinderen. Ook in het gebed laat de vrouw zich meer leiden door haar gevoel dan door haar verstand. Aan zichzelf overgelaten toont ze niet veel geestdrift voor de gebeds methode van de liturgie, die voor haar te algemeen en te abstract is. In dit opzicht laat ze zich niet persen in een eng keurslijf, maar verlangt ze naar de volle bewegelijke vrijheid. Vandaar dat de toon van haar gebed byna altyd persoonlyk is. Ze wil echt gemoedelijk met O. L. Heer praten, met haar eigen woorden en haar eigen accent. Ze wil ook hier haar eigen „zeg" hebben. Grasduinen in de tuinen van O. L. Heer is voor haar een e<?hte verpozing, als ze het :nag doen op haar eigen manier. Ieder vogeltje zingt immers zoals het gebekt is. Ook de inhoud van haar gebed NOG 2 MAANDEN Heeft U al ooit eens zoiets gezien Ja, een Missietentoon stelling Maar een Missietentoonstelling is nog geen Missie tentoonstelling. Groots zal deze zijn in VENRAY. Niet van het dorp alleen, maar alle parochies van het Dekenaat zullen eraan meewerken. DRIE BISSCHOPPEN en 24 Missionarissen zullen in Ven ray komen en een hele week zal deze duren Iedere Zaterdag is deze plaats in „Peel en Maas" gereser veerd geworden om U te vertellen over onze Missietentoonstel ling van het Dekenaat. DATUM: 23 September tot 1 October. NAAMi U hebt waarschijnlijk wel gelezen van de dekenale tentoonstelling, die verleden jaar in Horst gehouden is met een daverend succes en die heette: „HOM AT", wat betekende Horster-Missie-Actie-Tentoonstelling. Voor een paar weken terug was er in Cuyk een buitengewone tentoonstelling: „OMA", een leuke naam en dat was de afkorting van Oostbrabantse-Missie- Actie". Ook wij moeten een naam hebben en die is er. Met grote letters staat deze hierboven: „WILMA". Wat betekent dat Wil is de afkorting van Willibrordus. Deze heilige heeft hier in Venray gemissioneerd. Aan zijn priesterarbeid hebben wij het geloof te danken. Nog hebben wij in Geijsteren zijn kerkje staan en het Willibrordusputje. Wat mooier, dan dat we hem in onze tentoonstelling gedenken. En nu ga maar verder: Willibror- dus-Missie-Actie W.I.L.M.A. PLAATS: Daar stonden een paar weken geleden een paar priesters voor de deur van „Jerusalem" en vroegen naar Moeder Overste. U begrijpt meteen de bedoeling. En er werd meteen „ja" geantwoord op hun vraag: „Mogen we het nieuwe gebouw van Jerusalem hebben voor de tentoonstelling.,' De poorten staan open. Een ideaal van een plek. Grote zaal. Prachtige klassen, waar acht stands zullen zijn. Centraal gelegen. Hier alvast aan de Zusters onze hartelijke dank voor hun bereidwilligheid en we hopen, dat alle mensen van het Deke naat Venray zo sympathiek en gul tegenover de „WILMA" zullen staan. De eerste duw in de richting van een loterij is al gegeven. Eerste prijs, een Solex rijwiel en tweede prijs een vetgemest varken, enz. enz. Toe maar, toe maar, het WIL als MAAR goed gaan. Tot de volgende keer DE KLOKKELUIER. Mgr. Hanssen in het vaderland teruggekeerd Geen staatjes in de staat Z. H. Exc. Mgr. Dr. Hanssen, coad jutor van de oisschop van Roermond is uit Canada in Nederland terug gekeerd. Mgr. Hanssen, die zoals bekend, is in opdracht van het Nederlands Episcopaat naar Canada is gegaan om met de regeringsautoriteiten en de bisschoppen aldaar de immigratie mogelijkheden en de geestelijke ver zorging der Katholieke immigranten te bespreken, toonde zich in alle opzichten voldaan over de resultaten van zyn reis. Mgr. Hanssen heeft o.a. een officieel richt zich naar zijn toon. Al worden de algemene belangen van de Kerk en mensheid niet vergeten, toch hebben haar particuliere intenties de voorrang. Deze spreken 't meest tot haar gevoel en haar verbeelding en leveren de dankbaarste stof voor een vertrouwelijk en hartelijk gesprek met O.L. Heer. En ze twijfelt er met recht geen ogenblik aan, dat Hy niet met de grootste belangstelling naai de litanie van haar beslommeringen luistert. Het hart van iedere vrouw is vol deernis en omdat zy het meest met haar hart bidt, zal ze zeker alle armen en ongelukkigen, alle beproef den en getroffenen, alle gekwelden en ontgoochelden op een heel hyzon- dere wijze indachtig zyn. Daar haar gebed zo persoonlijk is, zal ze van God ook een persoonlijk antwoord verwachten. "We weten echter, dat God slechts uiterst zelden een rechtstreeks ant woord geelt. En toch wordt haar persoonlijk gebed altijd verhoord. Hoe meer ze over haar moeilijk heden en haar teleurstellingen met God praat, des te lichter en rustiger wordt het in haar hart. Gedachten van overgave en berus ting komen in haar op en verwij deren de scherpste doornen uit haar lijdenskroon. Gebed geeft steeds genade on ge nade is het enige wat onze ziel do kracht kan geven ook hot zwaarste levenskruis met geduld te dragen. En vraagt de vrouw in haar gobed wel ooit meer dan ooit dit ene wezenlijke Zo ondervindt iedero vrouw, die naar haar aard bidt, dat zy in hot gebed de beste kracht en de zoetste troost van haar leven bezit. P. H. RONGEN, O.C.R. bezoek gebracht aan de Eerste Minister van Canada, aan wie hy nogmaals de dank overbracht voor de bevrijding van ons land. Tevens heeft hij in verschillende provincies van dit uitgestrekte land contact gehad en besprekingen gevoerd met de instanties voor de immigratie in iedere provincie en met een 20tal bisschoppen. De grootste medewerking ontving hy ook van de Nederlandse ambassa deur Dr. J. H. van Royen. Overal waren zowel de bisschoppen als do wereldlijke autoriteiten vol lof over de Nederlandse immigranten. Men waardeert de Nederlanders vooral, omdat zy zu'ke harde werkers zyn en zich zo snel met het volk weten te assimileren. De bisschoppen roem den hen nog in het bijzonder als uitstekende Katholieken. Ten aanzien van alle emigranten uit de verschillende landen stelt Canada zich op het standpunt, dat deze geen afzonderlijke groe pen, geen staatjes in de staat moeten vormen, maar dat zij deel moeten gaan uitmaken van het Canadese volk. Wat de zielzorg betreft, deze hoeft de volle aandacht van de Canadese bisschoppen. Speciale Nederlandse priesters zullen worden aangesteld voor de immigranten, teneinde hen in de eerste tyd de overgang tot de nieuwe omstandigheden te verge makkelijken, niet echter om hen als een afzonderlijke groep te bljjven behandelen. Want ook de immigran ten moeten in het gewone parochiële leven worden opgenomen. Over hot algemeen passen de jon geren zich het gemakkelijkste by de nieuwe omstandigheden aan. Mgr. Hanssen heeft niet nagelaten in do verschillende provincies ook een aan tal Nederlandse gezinnen te bezoeken. Interessant is het daarby op te merken, dat jonge kinderen van tien of elf jaar al vlot Frans en Engels spreken en dikwyls voor hun oudors als tolk optreden. Vooral het eerste jaar moeten de Nederlanders hard werken en dikwyls zich veel ontzeggen, maar hun kan sen in het nieuwe land zijn zeor groot. Te zeer hebben de Nederlandors tot dusverre het Franse deel van Canada uit het oog verloren. Daar hoerst echter een volkomen Katho liek leven, waar vooral de Brabanders

Peel en Maas | 1950 | | pagina 1