Contante betaling Zieken-Triduum. WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN 4jandeisavondiekcói BEL BIJ BRAND 39 2 De mens viert feest en ramspoed treft 't beest. De graanoogst in Frankrijk nog rijker dan vorig jaar. 4iet qtcte qe&ód. T oekomstplannen van de Wederopbouw Zaterdag 24 Juni 1950 No. 25 Een en Zeventigste Jaargang Druk en Uitgave Firma van den Munckhof Drukkerij Kantoorboekhandel Grootestraat 28 Telefoon K 4780 512 Postrekening 150652 L EN MAAS Advertentieprijzen op aanvraag verstrekt Abonnementsprijs per kwartaal: voor Venray fl 1.00 .'uitsluitend vooruitbet. buiten Venray fl 1.20 harde noodzaak en eigenbelang Een onaangename verhouding bij over matig gebruik De hoge kosten van levensonder houd, de gestegen vervangingswaarde van de voorraden en de grote druk van het ministerie van financiën op de bedrijfs- en gezinshuishoudingen zijn de oorzaken van verminderde liquiditeit in het economisch leven. Vooral de consumenten en vele winkeliers gaan dagelyksgebukt onder geldzorgen. In vele gevallen vinden we alweer dezelfde miserabele toe stand van voor de oorlog: met angst en beven ziet men de komst van een leverancier met een of andere rekening tegemoet. Het crediet heeft weer zyn intrede gedaan in zijn vele vormen en helaas de gezonde positie van vele huis houdingen ondergraven. Het is ook zo gemakkelijk dikwijls. Men doet inkopen, laat het thuis be zorgen en scheept de besteller af met een fraaie volzin „Ik heb weinig tijd, komt u volgende' week even terug met de rekening En de leverancier neemt er genoegen mee. Hij wil niet aandringen op be taling uit vrees zijn afnemer te ver liezen, die elders als nieuwe klant met bijzondere voorkomendheid wordt ontvangen, zelfs wanneer hij crediet wenst. In het algemeen is men onvol doende doordrongen van de noodzaak om de credietverlening niet al te zeel uit te breiden om hier nog niet te spreken van beperken. Is nu die credietverlening zonder meer uit den boze Stellig niet, mits men ervan over tuigd is, dat er bepaalde grenzen zijn, die men eenvoudig niet mag over schrijden, wil men zichzelf niet in een gevaarlijke positie begeven. Waar liggen nu die grenzen, speciaal ten opzichte van de consument? Om dit te kunnen bepalen gaan we uit van de vermogensvorming dooi de consument. Elke arbeider, kantoor bediende, ambtenaar verricht dagelijks zijn arbeid om zich daarmee een in komen te verwerven. Hii vormt ver mogen, dat hij na verloop van een zekere periode een week of maand krijgt uitbetaald. Gedurende de week of maand, waarin hij werkt, verleent hij crediet aan zijn werk gever. Elke prestatie van een werknemer is een verkoop op crediet aan zijn afnemer, de werkgever, die hem, na dat hij een bundel prestaties heeft geleverd, dan ineens een som uitbe taalt, waarna de credietverlening dooi de werknemer weer een aanvang neemt. Bij deze gang van zaken is het geen vreemd verschijnsel, dat de werk nemer op z\jn beurt crediet vraagt van zijn kruidenier, bakker, slager en andere leveranciers. Deze mensen, kunnen ook het beste dat crediet leveren, omdat zij in de eerste plaats de betrouwbaarheid van hun klant en dat is de voornaamste factor by crediet, kunnen beoordelen. Ook behoeft die leverancier aan dat korte crediet niet te verdienen. Hij geniet zijn inkomen uit het bedrijf en hoeft dus niet, zoals een bank, rente van zijn verstrekte lening te vragen. Bovendien brengt zo'n crediet voor die leverancier geen grote administratieve rompslomp met zich. Hij noteert zijn tegoed eenvoudig in een wïnkelboek en wacht de be talingsdag af. Tenslotte heeft dit gebeuren nog het voordeel, dat een afnemer niet regelmatig veel geld in huis hoeft te houden om zyn leveranciers te vol doen. Waar ligt de grens? Het geschetste beeld is volkomen rationeel. De arbeider, de kantoor bediende geeft crediet en geniet cre diet. Op de dag van de uitbetaling lost 4ju werkgever de bestaande schuld af by zyn werknemer, waarop deze de schuld by bakker, kruidenier en schoenmaker gaat delgen. Hier vinden we de grens van het crediet. Zodra de credietverlening de loon- of salaristermjjn gaat overschrij den. ontstaat een ongezonde toestand. Gaat een werknemer, nadat hy zyn loon heeft ontvangen er niet toe over zyn schuld by de leveranciers te ver effenen, dan verteert hy meer dan hij verdient. Aan de zijde van de leverancier ontstaat een kiem van wantrouwen tegenover zyn klant, die het gevaar loopt zyn schuld niet meer af te kunnen lossen. Want in de volgende inkomensperiode wachten weer nieuwe uitgaven, zodat een oude schuld bly'ft staan. Op deze wyze raakt men verward in een net van schulden, waarin men zich tenslotte voelt ingesnoerd, waar door het leven een kwelling wordt en men onnodige omwegen gaat ma ker. om een bepaalde leverancier maar niet te ontmoeten. Wy zeidenonnodig, want men dient ervoor zorg te dragen, dat men met zijn verteringen het inkomen niet overschrijdt. Dit zou onmogelijk zijn wanneer er niet dat eenvoudige en gemakkelijke crediet was by de winkelier, die u de sumptiegoederen levert. Niet alleen zichzelf veronaange naamd men het leven met een over matig crediet, want ook die leveran cier heeft zyn schuldeisers. Hy ontvangt de goederen, die hy aan u doorlevert, eveneens dikwyls op crediet en de grossier of fabrikant, waarvan hy betrekt, heelt ook be paalde grenzen aan zyn credietver lening gesteld t.o.v. de winkelier. Dat moet zo'n grossier of fabrikant wel doen, wil hij zelf r.iet in conflict komen met zijn arbeiders en grond- stoffenleveranciers, die ook op hun beurt de hand weer ophouden. Hoe laug? De fabrikant en grossier weten, dat een kooplustig winkelier zijn gekochte goederen niet terstond in geld zal hebben omgezet. Zy verlenen hem dus crediet, dat voor elke bedrijfstak weer anders ligt. Zolang de winkelier de goederen nog in zijn zaak heeft staan, is de grossier wel bereid hem daarvoor crediet te verlenen, ja, zelfs nog wel langer. Zij houden er rekening mee, dat ook de winkelier nog een korte periode crediet moet verlenen aan de verbruiker, maar dan is hun geduld ook ten einde. De winkelier moet be talen of kan anders zyn zaak wel sluiten en zijn faillissement aan vragen. Zo zien we, dat de betaalkracht van de winkelier mede afhangt van de politiek van de gebruikers. Die politiek dient zo te zijn, dat wij in een gezonde maatschappij leven, ons bewust van onze verantwoordelijk heid voor elkaar. De laatste jaren heeft men meer en meer aandacht gevraagd voor de slechte positie waarin de economisch zwakke klasse van ons volk zich bevinden. Do politiek van regering en volk is gericht op het bouwen van een gemeenschap, waarin wy ons be wust dienen te zyn van onze ver antwoordelijkheid voor elkander. Die verantwóórdelijkheid blyke ook uit onze financiële positie. Men drage zijn steentje bij om het economisch leven in deze gespannen tijd zo vlot mogelijk te doen verlopen. Men betale dus zyn leveranciers contant, en is dat onmogelijk dan houde men in elk geval rekening met de richtlijnen die wy in het boven staande trachtten weer te geven. Dat is in het belang van producent en verbruiker. Enige weken geleden hadden de eind-examens van do R.K. Handels avondschool te Venray plaats. 27 candidaten, die gedurende drie jaren de lessen gevolgd hadden, waaronder enkele in het bezit van het Mulo-diploma, namen er aan deel. De examens stonden onder toezicht van een gecommiteerde, benoemd door de Centrale voor Katholiek Han delsonderwijs te Den Haag. Voor het eerst was het vak Godsdienst en Maatschappijleer onder de examen vakken opgenomen. Na afloop der examens had een bijeenkomst plaats in Lunchroom Verheugen. Aanwezig waren de heren C. Smarius uit Roermond, Ryksge- committeerde, het bestuur der school, de leraren, de heren gecommitteerden en de geslaagde leerlingen. De voorzitter van het schoolbestuur de heer J. Derksen, richtte zich met een pittig toespraakje tot de geslaag den. Ook de directeur en de heer C. Smarius spraken de gelukkige diplo ma-bezitters toe. Namens de leerlingen sprak Jules Coenen een dankwoordje tot leraren en gecommiteerden. De heer H. Verheugen reikte toen aan de 22 geslaagden het diploma uit. Zoals bekend, geeft dit diploma vrijstelling van het complete examen voor het Middenstandsdiploma. De geslaagden waren Joos Baken, Mart. Claessens, Jules Coenen, Truus Custers, Lies Geurts, Dora Hermans, Jan Hulsman uit Oir- lo, Riek In de Rijp, Mia Kateman, Theo Kronenberg, Joop Laurensse, Tony Maas uit Oostrum, Nelly van Opbergen, Annie Sybers, G. Stevens uit Oirlo, Mieny Schaeffers, Theo Schaeffers, To Tacken (met lof), Wim Vermeulen, Piet Vermeulen uit Oos trum, P. Verrijdt uit Oostrum, Ant. v.d. Waeter. Jammer genoeg moesten 5 candidaten worden afgewezen. Het nieuwe schooljaar begint 1 September a.s. Belangstellenden ver wijzen we naar de advertentie die binnenkort in dit blad zal verschijnen Hoenderpest grijpt om zich heen. Jubileum Kalverstraat, Damstadt, Holland Festival en Rotterdam Ahoy zetten thans aan de twee grootste steden van ons land een zeldzame luister bij. 'Al deze feesten worden in grootse styl gevierd, zodat de bezoekers zeker niet teleurgesteld naar huis zullen gaan. Zo ook met de Arnhemse tentoon stelling „Mijlpaal 1050". Ook daar kan men uitstekende prestaties aan schouwen, zowel op artistiek als organisatorisch gebied. By de laatst genoemde tentoonstelling valt wel bijzonder „Parijs in Arnhem" op, dat geheel op particulier initiatief tot stand kwam. De commerciële zijde van deze feesten biedt goede perspectieven. Het bezoek aan organiserende steden zal ongetwijfeld sterk toenemen, wat aan de winkeliers etc. stellig geen windeieren zal leggen. Dat bezoek zal hopenlyk niet alleen uit Nederlanders bestaan. Men wenst ook de komst van buitenlanders te stimuleren, want genoemde categorie brengt ons de zo begeerde deviezen. In het afgelopen jaar bezochten naar schatting 315.000 buitenlanders ons land, wat ons f 35.000.000 op leverde. Een goed gevoerde reclame-cam pagne kan dit aantal nog doen toe nemen en wanDeer er dan in onze grote steden nog bijzonderheden als bovengenoemde plaats vinden, zal dit zeker het toerisme in de komen de jaren bevorderen. Ziet het er voor het toerisme nog al gunstig uit, voor de vrijwillig verzekerden in de ziekenfondsen zijn de vooruitzichten minder prettig. De ziekenfondsraad heeft namelyk be richt ontvangen van de Minister, dat er zijnerzijds geen bezwaar bestond tegen het verhogen van de premie. De reden tot verhoging is het tekort van 17 millioen voor het jaar 1950, dat op geen andere wyze kon overbrugd worden. Deze verhoging zal wel tot gevolg hebben, dat de minder draagkraeh- tigen de verzekering zullen verlaten en juist voor hen toch is het ziekenfonds zo'n prachtig middel om te allen tijde verzekerd te zijn van een goede geneeskundige verzor ging. Waar komen deze mensen nu terecht Er moet voor hen gezorgd worden en dus komen zij uiteindelijk toch weer op kosten van de Staat. Waarom heeft nu de Staat geen grote subsidie gegeven, -waardoor de premie gehandhaafd kon worden Zaak Westerling. Een open vraag blijft ook de zaak Westerling, die, hoewel feitelijk een buitenlandse kwestie, toch nauw met ons land verbonden is. De rechtbank te Singapore heeft uitstel verleend om de' verdediging in staat stellen een belangrijke ge tuige op te roepen. Deze getuige, de heer Thiessen (geen onbekende in de Indonesische kwestie) is per vliegtuig naar Singapore vertrokken, terwijl hij uitgeleide gedaan werd door prof. Gerbrandy. Vanzelfsprekend kon hij geen in lichtingen geven, doch wel wist hij te vertellen, dat reeds verschillende landen zich bereid verklaarden aan Westerling asyl te verlenen. Westerling wordt dus niet in alle landen als een ..misdadiger" be schouwd, zoals mén hem in Indo nesië betitelt. Pseudo-hoenderpest. Een vreselijke „pest" blyk toch de hoenderziekte, die momenteel op de Veluwe duizende slachtoffers maakt. Meende men eerst het optreden beperkt te hebben tot het zuiden van ons land, thans is wel duidelijk gebleken, dat geen enkel gedeelte van Nederland er veilig voor is. Het vervoerverbod heeft naar het er thans uitziet slechts in zoverre succes, dat het het voort schrijden der ziekte belemmert, doch niet verhindert. In de besmet verklaarde bedrijven moeten de kippen gedood worden. Dat dit doden niet altijd op even snelle en afdoende wijze geschiedt, blijkt wel uit de protesten van de dierenbescherming. Men heeft er nu verbetering in gebracht en onder toezicht der politie worden de dieren afgemaakt. Ondanks alle maatregelen is de pseudo-hoenderpest overgeslagen naai de provincie Utrecht, waar de eerste gevallen geconstateerd zijn. Men vraagt zich met bezorgdheid af waar dit heen moet. Nog steeds is er geen onschadelijk serum gevonden, dat of de besmette dieren geneest of de gezonde dieren na inenting immuum maakt. Gaat de ziekte voort, zonder dat er iets aan gedaan kan worden, dan ziet het er slecht uit voor onze pluimveehouders. Boeren en tuinders echter ongerust. Het graan staat te rypen onder een stralende hemel, 't Vroege zachte en toch vochtige voorjaar het warme weer in Juni, het zo nu en dan wat verfrissende regen buitje veroorzaakte een vroege en ryke oogst. Tenzij de voortekenen bedriegen, belooft de graanoogst in Frankrijk dit jaar alle records te verbeteren, hoe wel nochtans ook de oogsten in 1949 uiterst bevredigend waren. Toen bracht het graan niet minder dan 300 milliard francs op en volgens landbouwdeskundigen kan de op brengst dit jaar nog 20 percent hoger liggen. De belangstelling om graan te ver bouwen, is bij de Franse boer zeer groot, omdat hij hierbij weinig lisico loopt en vooral ook omdat de Staat, die alle granen opkoopt, een goed betaler is. Jaarlyks wordt de graanprys op nieuw vastgesteld en daar de pacht betaald moet worden in een bepaald aantal zakken graan, dekt de Franse boer zich jaar in, jaar uit met deze gouden rijkdom. Hoe de graanprys dit jaar zal zyn, is thans nog niet bekend. Men vermoedt evenwel, dat er geen veranderingen van betekenis zullen plaats vinden. Geen optimisme. Ten aanzien van de toekomst is de Franse boer echter niet optimis tisch gestemd. Hij weet, dat de Staat van de vorige oogst nog acht millioen ton over heeft en wanneer nu inderdaad de oogst van dit jaar nog rijker gaat worden, zou het totale surplus wel oorzaak kunnen zijn van een prijs daling. Dat deze prijsdaling binnen enkele jaren zal komen, staat voor de door snee boer al vast. Hy maakt zich geen illusies. Practisch over de gehele linie is het beeld nagenoeg gelijk: overvloe dige oogsten, overschotten, dalende prijzen. Boos op Amerika. Het ligt voer de hand, dat men onder de huidige omstandigheden zeer gevoelig is voor allerlei berich ten omtrent de buitenlandse markt. De Franse boer en tuinder zoeken naarstig naar afzetgebied buiten hun grenzen, doch ontmoetten daarbij nog grotere moeilijkheden, dan hun vrienden in Nederland. Cripps, aldus een Frans blad. is een inkoper zonder sentiment, zonder voorkeur. In Nederland koopt hij boter, om dat men dit product in Nederland iets goedkoper kan afstaan dan in Frankrijk; vlees importeert hy uit Argentinië, ook alom dezelfde reden en zelfs Polen kan gecollectiviseerde varkens naar Londen sturen, terwyï Frankrijk er mee vol zit. Dan zyn de Fransen zeer boos op Amerika. Voor de oorlog had men een goed afzetgebied in Duitsland, doch thans kan men slechts weinig aan de Duitsers kwijt, niet zo zeer, omdat de Duitsers geen Franse akkerbouw- of akkerbouwproducten willen heb ben, dan wel omdat Amerika op de Duitse landbouwmarkt eer. voor ge heel West Europa zeer gevaarlijke dumpingspolitiek aan het voeren Is. Er waait over hoel Frank: ijk toch al sedert twee jaar een uitgesproken anti Anglo Saksische wind, die niet alleen dag in dag uit venijniger wordt door de Britse obstructie tegen het plan Schuman, doch die ook op het platteland steeds wordt aangewak kerd, door de visie der franse land bouwers als zouden de Amerikanen er ten dele voor verantwoordelijk zyn, dat Frankrijk zyn landbouw- en tuinbouwproducten-overschot niet meer kan kwijtraken aan de duit- sers. Kwetsbaar „Exporter ou mourir" (exporteren of sterven) geldt zeer zeker voor de Franse land- en tuinbouw. Bovendien en dat is het ergste - is de door snee Franse boer veel kwetsbaarder dan de doorsnee Nederlander Sedert jaar en dag legde men een spreexwoordelyk geworden slordig heid aan de dag, voor wat betreft onderhoudswerkzaamheden, tengevol ge waarvan de inventaris vaak slecht KNOR-KNOR. Dat kunnen ze in Italië wel en in de Rivièra, maar dat kunnen we hier niet volhouden. Wat En dan zal je juist zien, precies als we het nodig hebben, dan is het huilen met de pet op. Wat Wel het mooie weer. Het is in Nederland, precies als met de vacantiedagen, zo veel in het jaar en dan is het op. Hebt U al eens gehoord, hoe het komt, dat we in ons kikkerlandje zo'n rommeltje hebben, wat het weer betreft Toen Ons Lieve Heer al die landen gemaakt had, ging Hy ze aan kleden, die bomen, die bloemen, die planten, die bergen. Ieder kreeg zyn eigen soort. Elk zo zyn apartje en dat ging ook met het weer. Laat er nu met de verdeling van het weer een grote vergissing gebeuren. Dat kleine stukje Nederland werd over het hoofd gezien. Alles was verdeeld en juist toen de engelen de lege kisten en dezen naar de hemelzolder moesten brengen, zei er in eens een bij-de-handte engel: „Ons Lieve Heer, U hebt wat vergeten". „Vergeten „Ja, U hebt Nederland nog geen „weer" gegeven." Sjonge, sjonge, en alles was op. Wat nu gedaan O. L. Heer weet overal raad op en zei: „Komen jullie eens allemaal hier met die kisten en dozen. Schrap ze allemaal leeg.', Overal kwam een beetje overschot uit. Dat heeft Hy by elkaar ge daan en aan Nederland gegeven. Nu hebben we van alles wat, zo'n allegaartje. Daar zitten we nu lelijk mee te kijken. Je kunt er gewoonweg geen staat op maken. Wil je een'poosje mooi weer hebben, dan maak je meteen alles op. Maar er is nog MEER RAAD op. Voor zeven eeuwen terug ging er een heilig mens dood. Die heette Clara. O. L. Heer heeft toen tegen haar gezegd: Clara, ik benoem U tot een bijzondere patrones voor Nederland. Als de mensen daar mooi weer willen hebben, dan moeten ze bidden en tot U. Wanneer ze dan beloven om een worst te zullen geven aan arme mensen en U komt My om mooi weer vragen, dan zal Ik Uw vraag zeer gunstig zijn." Bent U daar van de week ook langs gekomen Ik kwam van de week langs een boerderij en daar was me een varken geweldig aan het knorren. KNOR KNOR. Even kijken. Het was een dik, vet varken. Alweer een slachtoffer voor het Ziekentriduum. Hy wist het al van hem wordt de worst gemaakt voor Sinte Clara. Dat weten we alvast en nu nog bidden voor het mooie weer DE KLOKKELUIER. is en dringend vernieuwing behoeft. Bovendien ging de Fransman onge- mechaniseerd de jongste wereldoorlog Weliswaar maakte hy in de oor logsjaren stevige winsten, doch deze werden keurig afgeroomd, terwijl de hardnekkige propaganda voor mecha nisatie hem deed besluiten om het niet afgeroomde deel van de winst te steken in aankoop van nieuwe machines, landbouwtractoren enz. Bovendien toonde men aanvankelijk een grote souplesse in de crediet- verschaffing, wanneer het ging om overbruggingen, nieuwbouw enz. Veel boeren zijn hierdoor de positie van de doorsnee Franse landbouwer of tuinder, vooral by verdere prysval, wankel is. Reeds thans is men zover, dat tal van boeven geen reserve meer hebben en zo diep „in de schuld zitten", dat ze door een misoogst of een prijsval worden geruïneerd. In 1948 schatte men de totale schuld van de Franse landbouwers nog op 75 milliard. In 1949 was deze gestegen tot 120 milliard en thans, medio 1950 bedraagt ze reeds meei dan 150 milliard francs. Het gevolg is, dat thans ook de hausse in landbouwwerktuigen, trac toren enz. voorbij is. De koopkracht, of juister gezegd, de investerings kracht der Franse boeren is thans reeds zo sterk afgenomen, dat sedert enige maanden 25 pet. der Franse tractoren onverkocht blijven. Niettemin blijft er ten aanzien van de „verjonging" van de landbouw nog veel te wensen over. Achttien percent der boerderijen hebben geen electriciteit en tachtig percent bezit ten zelfs geen stromend water. Vele gebouwen verkeren in staat van ergerlijk verval. Alle geboden van het Christendom zijn tot een enkel terug te brengen bemin de Heer uw God m6t geheel uw verstand, met geheel uw ziel, met geheel uw hart en met al uw krachten, want het gebod, dat Chris tus hierop laat volgen: bemin uw evennaaste als u zelf, is niets anders dan het verlengstuk en de logische conclusie van het eerste. Door dit gebod wordt ons leven theocentriseh, bij uitstek op God ge richt. die de oorsprong en het eind doel van ons leven is. Het vervaagt alle bijzaken, alle zijwegen om alle aandacht te vragen voor de hoofdzaak, voor de hoofdwegGod. Het bundelt alle zedelijke en verstandelijke krach ten van de mens samen tot dit ene primaire doel van alle redelijke schep selen God te beminnen en Hem met heel het hart te beminnen. Christelijke leven vraagt van de mens een totalitaire instelling op God. Hy is het centrum, het brand punt van ons leven. Hem behoort ons verstand, onze ziel, ons hart. Hem moeten we met al onze krach ten dienen, verheerlijken, aanbidden en liefhebben. Hij vraagt niet de afval en het overschot van onze tafel, maar de beste en edelste gerechten zijn voor Hem bestemd. We mogen er niet mee volstaan God de tienden te geven van onze gewassen, onze vruchten en de eerste lingen van ons vee, want Hy legt beslag op de hele mens, op alles wat in ons, is, op al onze krachten en vermogens. Hij wil door ons gediend worden alle dagen van ons leven, niet alleen in de onschuldige jaren van onze jeugd of enkel in de vrome naherfst van ons levenHii vraagt om het volle pond, om de volle dag. God is er niet mee tevreden, als wij Hem met de lippen vereren, als wy Hem met onze handen dienen, maar Hij eist, dat ons hart deel heeft aan de lof van onze lippen, aan do dienst van onze handen. Hem be haagt alleen, wat opwelt uit de zuiverste bronnen van ons hart, uit de diepste schachten van ons wezen; wat gedolven wordt, moet zuiver goud zijn. Daarom juist legt Christus de na druk op de liefde. Waar de liefdo heerst, krijgt de kleinste daad, het onbeduidenste offer eeuwige waarde. Wie waarlijk liefheeft, is tot alles in staat, denkt aan alles, wordt nooit moe, zegt nooit het is teveel, wil steeds meer geven, verlangt steeds beter te dienen, vergeet zijn kleine gevoeligheden, zyn luttele gehecht heden. Hij is zo vrij als een vogel in de lucht, omdat hy zyn vleugels kan uitslaan op de drift van de liefde, omdat de liefde zelf hem vry maakt van alle aardse banden. Heiligen waren mensen, die voort durend en in zeer hevige mate ver liefd waren op God. Wy, gewone mensen van de koude grond, in de ascetische literatuur veirykt met de titel „cummune martyrum", zyn juist het tegendeel van de heiligen. Wij zyn lauw, koud en traagwe schrik ken terug voor ieder oilerwe denken aanstonds, dat God zyn ejsen veel te hoog stelt; we willen ook wel iets voor ons zelf hebben. Kleine schuilhoeken, die voor God verboden toegang zyn, schuilhoeken, die te donker zyn, dat we Gods licht nog knnnen zien. Het is onze py'n en onze straf, dat de liefde Gods niet in onze harten brandt. P. H. RONGEN O.C.R. Dr. Ir. Z. IJ van der Meer, directeur- generaal van de Volkshuisvesting, be handelde deze week enige actuele vraagpunten van woningbeleid. Voor de normale groei van de be volking zullen in de komende 15 jaren 500.000 woningen moeten worden ge bouwd, het thans bestaande woning tekort wordt geraamd op 250.000; in het komende tijdperk van 15 jaren zullen zeker 50 a 100.000 krotwoningen motten worden opgeruimd, zodat in totaal zullen moeten worden gebouwd 800 a 850.000 woningen of 50 it 60.000 woningen per jaar. Dit is technisch mogelijk. De totale woningvoorraad bedraagt nu 2 millioen, na 15 jaren zal deze voorraad met 40 pet. zyn toegenomen. De politiek van de lage huren moet op de duur het woningpeil aantasten. Het indexcijfer van de bouwhosten is 300, dat van de kosten van levens onderhoud ruim 225; het is dus ver klaarbaar, dat de bouwkosten van woningen voor een groot deel onren dabel zyn. In 1949 heeft het ryk 500 millioen in de woninbouw geïnvesteerd, waar van de helft onrendabel was; dat kan zo niet doorgaan. Over het bouwvolume sprekende,

Peel en Maas | 1950 | | pagina 1