TWEEDE BLAD
Hoe vordert
de Wederopbouw?
Uit Oostrums
geschiedenis.
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Duplexwoningen straks onrendabel
De qtiemt teqen
de Ke tk
BEL BIJ BRAND
392
9 Dinsdagen in de Paterskerk
Kleine Boeren-probleem
opgelost
Duiven liefhebbers,
F. W. HENDRIKS
Zaterdag 18 Maart 1950 No. 11
Een en Zeventigste Jaargang
Druk en Uitgave
Firma van den Munckhof
Drukkery'
Kantoorboekhandel
Grootestraat 28
Telefoon K 4780 512
Postrekening 150652
PEEL EN MAAS
Advertentieprijzen
op aanvraag verstrekt
Abonnementspry s
per kwartaal:
voor Venray fl 1.00
buiten Venray fl 1.20
uitsluitend vooruitbet.
Hebben wy niet wanhopig gestaan by de puinhopen van
onze verwoeste huizen in 1945 Hoe stil werd het in ons
hart, wanneer wy toen dachten aan de schreiende woning
nood, reeds groot, die door deze verwoesting nog veel erger
zou worden. Zo was het niet alleen in Venray, maar ook
elders in ons land. De gesprekken van die dagen voorspelden
niets anders dan een woningvraagstuk, dat generaties lang
zou duren. Zien wy thans naar de prestaties, die onze hui
zenbouwers in 1949 leverden en werpen wy een belangstel
lende blik in het plannenboek van de Minister van Weder
opbouw, dan zien wy duidelijk, dat omstreeks i960 dit
varkentje moet zyn gewassen. Het aantrekkelijke van dit
plan is, dat het ook voor verwezenlijking vatbaar is. Met
veel plannen is dit niet het geval. Naast Minister in 't Veld
kunnen wy optimistisch tegenover het woningvraagstuk in
Nederland staan.
Enkele cijfers mogen dit optimisme
verduidelijken. Reeds in September
1949 begon men een aantal huizen in
de steigers te zetten, dat het gemid
delde aantal toekomstige woningen
in 1938 met 15 pet. overtrof.
In de eerste negen maanden van
het vorige jaar werden er 624 wo
ningen meer voltooid dan in dezelfde
periode van het jaar 1948. Het aan
tal afgebouwde huizen in 1949 over
trof de woningbouw van 1937 met
derde deel
In dit jaar komen er meer huizen
gereed dan in enig crisisjaar na 1935.
En reeds in 1953 zal Nederland méér
woningen afleveren dan 't ooit in
enig ander jaar heeft gebouwd, zodat
wy met vertrouwen de kamer- en
woningtoestand kunnen tegemoet
zien.
Dat wil niet zeggen, dat er op dit
moment geen schreiende huizen-ellen
de meer zou zyn Integendeel, maar
de wetenschap, dat wy binnen af
zienbare tyd het probleem kunnen
overmeesteren, doet ons volk en de
enkeling weer moed vatten, waar
door de moeilykheden wat lichter
zullen worden gedragen.
Het voorgaande betekent echter
niet, dat wy zonder meer een lof
zang gaan aanheffen ter ere van de
bouwplannen. Wy kunnen er tevre
den mee zyn, omdat de nood dwingt
maar dat houdt niet in, dat er geen
moeilykheden of bedenkingen zyn
tegen de vorm waarop men dat
netelige woningvraagstuk gaat eli
mineren.
Het blijkt namelyk, dat het wo
ninggat zo snel kan worden gedicht,
dank zy de zogenaamde duplexwo
ningen, waarvan er in de komende
10 jaren maar liefst 72,000 zullen
verrijzen. Bouwt men die vele duplex
huizen niet, dan zal nog de woning
nood in 1964 zyn gelenigd.
Dit is dus een verschil van 4 jaar
en dat is niet eens veel.
Onder duplexwoningen moet men
dan verstaan twee woningen in één
huis en beide dan van een zeer
kleine kubieke meter inhoud. Naast
het grote bezwaar, dat deze veel te
klein zijn voor deze streken, behoren
deze woningen tot een categorie, die
by ruimer aanbod het eerst zal
worden afgestoten.
Straks minder in trek...
Nu kan men lachen, wanneer wy
over een ruim aanbod van huizen
spreken, wanneer men het volgende
in aanmerking neemt, is dit verruim
de aanbod van huizen over een jaar
of tien stellig geen fictie.
Een huis gaat langer mee dan 10
jaar en dus zyn die woningen in
i960 technisch nog niet versleten.
Mocht het dus zo zyn, dat er ook
ruimere en betere huizen zyn in
i960, dan zit men met een groot
volume zeer duur gebouwde huizen,
die tegen die tyd, gezien de sobere
uitvoering, minder in trek zullen zyn.
Men is geneigd nu alles mooi te
vinden om maar onderdak te zijn,
maar niet zodra ziet men wat beters
of van het vroegere deugt niets
meer
Reeds nu in tijden van woningnood
hoort men al zeggen: „We hebben
een huis, maar zie dat eens en dat
eens, wat hebben we nu eigenlijk
nog
In het algemeen gesproken is het
grootste deel van hetgeen gebouwd
wordt, nog maar matig in overeen
stemming met hetgeen men onder
vrye keuze aan eisen zou stellen.
We hebben dit bezwaar ook reeds
naar voren horen brengen by de bouw
van de prefabs op het Desselke.
Hiermee hangt nauw samen het
vraagstuk van de huren.
Dit is nog steeds niec opgelost en
in de plannen van het ministerie is
er met.dit probleem nog geen reke
ning gehouden.
Zodra mon er maar enigszins in
slaagt, de huren aan de minimum
rendabiliteits-eisen aan te passen,
kan het gehele beeld van de bouw
activiteit veranderen.
Men mag toch wel verwachten,
dat de overheid dat huurvraagstuk
binnen niet al te langen tyd zal op-
sen, al is men nog zo'n pessimist.
Men zal dan zien, dat de huizenbouw
zich gaat ontwikkelen langs de veel
kleurige lijnen van het particulier
initiatief, d.w.z. er komt meer ver
scheidenheid en binnen de grenzen
van de richtlijnen der overheid
ook meer comfort, meer aanpassing
aan allerlei bijzondere eisen van
toekomstige bewoners.
Zo'n toestand zou zyn toe te juichen
temeer omdat de hoeveelheid huizen,
die dan zal worden aangebouwd,
enorm moet toenemen, waardoor de
activiteit van de overheid naar de
achtergrond wordt gedrengen.
Op deze wyze kunnen wy in i960
op peil zyn zonder genormaliseerde
woningbouw, zonder duplexwoningen
dus zonder de kans te lopen, dat een
groter of kleiner deel van Nederland
in een huis woont, dat niet bevre
digt en dus als tydelyk huis wordt
beschouwd.
Daarom kan men beter dat huizen
probleem maar bij die huurzyde aan
vatten en dient men die duplex
woningplannen met de nodige voor
zichtigheid te hanteren.
Wat nu in Venray
Dat is allemaal goed en wel, horen
we reeds zeggen, maar Venray heeft
dit jaar 4 woningen toegewezen ge
kregen, buiten de prefaps en hoe
kunnen we hier de stroom van
paartjes opvangen, die elkaar eeuwig
trouw zweren, maar ook graag een
huis willen hebben.
Zyn die dan niet, ondanks alle be
zwaren, op deze duplex woningen
aangewezen
Neen, want er is nog een andere
weg
Onlangs heeft een wethouder in
Bussum een plan opgesteld om het
kleinste type normale woningen te
bouwen tegen een belangrijk
pry's dan tot heden gewoon was."
De Minister, aan wie dit plan werd
voorgelegd, toonde zich over dit plan
zö zeer verheugd, „dat ik en nu
volgen wy de door de Minister ge
bezigde woorden aan wethouder
Bouma gezegd heb, dat hij deze mag
bouwen buiten het bouwvolume om.
Omdat ik geen voorkeur mag ver
lenen, ben ik bereid aan elke ge
meente, aan elke woningbouwver
eniging, aan elke particuliere bouwer
die kans ziet hetzelfde te bereiken,
namelyk redelyke woningen tegen
een redelijke huurprijs en met een
toeslag niet hoger dan f 100.— per
jaar, hetzelfde voorrecht ook toe te
kennen."
Bovenstaande ministeriële mede
deling heeft in de bouwwereld een
ware opschudding veroorzaakt en
verschillende gemeenten hebben reeds
dienaangaande plannen en ons lykt
het plan Tegelen het beste toe, vooral
ook dat dit rekening houdt met een
groter type.
Deze volwaardige woning we
mogen op dit volwaardig wel nadruk
leggen die men daar ontworpen
heeft, zal aan huur moeten opbrengen
een pry's van f 4.80 a f 5.—
Deze woning heeft boven 3 slaap
kamers van 3,50 by 3 M., 2.97 by
2,75 en 2 by 2,70, douche en over
loop, terwyl beneden een ruime hal
is met W.C., de keuken 2,75 by 3,30
en 2 kamers 2,70 by 2.74 en 3.50 by
3,30 M. Bovendien is er nog een flink
berghok.
Bij de bouwkosten is nog 'n onren
dabel gedeelte, maar voor dit deel
wil men een bouwfonds stichten, dat
gevormd wordt door de bevolking.
Zo hebben o.a. de arbeiders beloofd
een uur voor dit doel gratis te wer
ken, kortom, in enkele weken tyds
Nu Oostrum deze zomer het 600-
jarig bestaan van zijn bedevaart en
de vinding van het miraculeus beeld
van O.L. Vrouw viert, is het vanzelf
sprekend duidelijk, dat Oostrum reeds
veel langer bestaan heeft en het zou
dan ook helemaal niet overdreven
zijn, wanneer tegelijk met dit zesde
eeuwfeest het looojarig bestaan van
Oostrum zou worden gevierd.
Immers van 1249 tot 1270 troonde
hier Gerard van Ooy reeds als kas
teelheer op de Burcht Spraeland,
welk slot toen reeds bestond en zou
er een kasteel gebouwd zyn, als er
nog geen dorp geweest was
Van zeer oude datum was ook het
zogenaamde O.L. Vrouwe Gilde, het
geen reeds bestond voor 1553, zoals
te zien is in het oude kerkarchief.
Op 21 September 1535 verzochten
de kerkmeesters en schepenen den
Rector Jan Schoenmakers om tegelijk
met de naburen, zyn best te doen
by den Rooysen pastoor om te ver
krijgen, dat jaarlijks op 21 November
(O.L. Vrouw Presentatie) de lijkdienst
of begenckenisse der overleden broe
ders en zusters te Oostrum temogen
houden.
Als eerste doel stelde zich het
gilde elkaar onderlinge bijstand te
verlenen in en na dit leven, door
gebeden en offers, de verheerlijking
van Gods Moeder en de opluistering
der godsdienstige plechtigheden.
Het tweede doel was de weerbaar
heid en rustverzekering van 't dorp,
daar deze schuttersgilden in de regel
ten tyde van gevaar, op wacht ston
den en de boosdoeners vervolgden.
Het schone vogel- of koningschie-
ten was hieraan nauw verbonden.
Een derde doel was de gezelligheid,
het kameraadschappelijk samenzijn
der broeders en zusters. Niet enkel
werd samen gebeden, voor elkanders
veiligheid gezorgd, maar ook zon
men zich tesamen vermaken en vro
lijk zyn, vooral op de koningschut-
en teerdagen.
Als ontstaan uit en innig verbon
den met de O.L. Vrouwekapel, had
de Broederschap haar zilverwerk
steeds toevertrouwd aan de kerk
meester, die de vogel steeds zorg
vuldig door de eeuwen heen
bewaarde.
Zo getroostte zich o.a. het kerkbe
stuur in het jaar 1615 een uitgave
van 3 stuivers, „voor die dose daar
de voegel in ligt".
In het regelement van het O.L.
Vrouwegilde te Oostrum, lezen wij
in artikel 6
„Een 's Zondags na deze begrafe
nis zal er in onze kapel 'snamid-
dags. om twee uur eenen roozen-
krans voorden overledene gebeden
worden, waarin alle broeders
moeten tegenwoordig zyn, op
straffe eener boete van twintig
cent".
Dit oude gebruik is in Oostrum
nog steeds in ere gebleven, want
voor iedere overledene is er Zondags
na de begrafenis om twee uur nog
het rozekransgebed, wat door de
buren wordt voorgebeden.
Met vaandel en trom trok 't gilde
vroeger op 8 September de processie
uit de Venray se Moederkerk, in het
veld ter verwelkoming tegemoet.
Voor een kleine veertig jaren terug
werd het gilde ontbonden en werd
't zilver en de vogel aan Onze Lieve
Vrouw van Oostrum gegeven. "Wy
zien hier dan nog de keizerster met
het opschrift: A. Paulzen, keizer.
Een paar zilveren platen zjjn er by,
die de beeltenis van O.L. Vrouw van
Oostrum dragen met het opschrift:
„Te samen gekogt
Oostrum den
8 Sept. 1818"
Verder zyn 5 zilveren koningspla
ten met verschillende opschriften
van oude koningen der gilde. De
meesten stellen voor een landman
met een pyp in de mond. Als een
py'p al zo'n groot genoegen was voor
onze koningen, dan waren hunne
majesteiten toch wel' niet erg ver
wend.
Vele oude gebruiken zyn in de
loop der tyden vervallen, hetgeen
wel jammer is. Zo kunnen zich de
oudere mensen nog goed herinneren,
dat in de winter, in de slachttijd,
's morgens een varkenskop, of soms
meerdere, in het portaal der kerk
lagen en dan werd door de Rector
op de preekstoel bekend gemaakt,
dat na de H. Mis deze kop of koppen
heeft men daar dit plan in elkaar
gezet en met goede kans van slagen.
Zonder nu een slaafs navolger te
zijn van dit plan of andere, lykt het
ons de moeite waard, hiervan toch
een gedegen studie te maken, opdat
wy over 10 jaren ondanks de
woningnood van heden woningen
hebben, die in trek blijven en de
gemeenschap bovendien geen schatten
geld kosten
De vraag is nu maar: Wie zal de
kat de bel aanbinden
aan de meestbiedende verkocht zou
den worden.
Vanwaar dit gebruik afkomstig is,
of dat hieraan een byzondere gebeur
tenis is vooraf gegaan, is niet bekend.
Maar vroeger was het geld wel zeer
schaars en werd nog veel in natura
betaald.
De pachters van de kasteelheren
moesten jaarlijks bijvoorbeeld zoveel
rogge leveren, tienden genaamd en
ook de kapel had by" haar inkomsten
veel tienden.
Hierover een volgende keer meer.
P. en P.
De ly'st van beschuldigingen tegen
de Kerk is nog langer en gevarieerder
dan de litanie van alle Heiligen.
Iede:e eeuw heeft er aan gebor
duurd, iedere ketter heeft er zijn
eigen letter aan toegevoegd, nooit
is er één woord in geschrapt, maar
steeds is de oude inhoud met nieuwe
toevoegsels verrijkt. De vernis kan
hoogstens nieuw zijn, maar de grond
verf is steeds dezelfde gebleven.
Voor ons, katholieken, is de Kerk
in heel haar kleurige verschijning een
bekend begrip. Wy staan er niet ver
baasd over, dat zij zich in de eeuwen
van haar bestaan ontwikkeld heeft
uit die arme groep van twaalf apos
telen tot een machtig lichaam, tot een
wereldomvattende organisatie, tot een
stad op de berg, tot een staat boven
de staat, tot een boom, wiens takken
alle mensen overschaduwen.
Wy begrijpen, dat, als zy" moest
groeien en dit was de wil van haar
stichter, zy" zou moeten in zichtbaar
heid, in gezag en macht, in luister
en waardigheid, in organisatie en wet
geving, in bestuurapparaat en in litur
gische ry'kdom.
Voor de protestanten is deze ont
wikkeling echter niet zo eenvoudig.
Als zy nagaan wat er in de H. Schrift
over de Kerk vermeld staat, vinden
ze slechts zeer vage aanduidingen.
Er wordt wel uitdrukkelijk ge
sproken over een Kerk, een gemeen
schap, ook over een hoofd, die deze
gemeenschap moet leiden alhoewel
de protestanten de functie en zeker
niet praerogatieven van de Paus er
kennen over bisschoppen, ouder
lingen en diakens, over sacramenten,
maar het is alles zo eenvoudig en
sober, veel meer innerlijk dan uiterlijk,
dat ze zich vanzelf afvragen: wat zou
Christus zeggen, als Hy" de Kerk zou
zich in haar huidige vorm met haar
dogmatiek, haar moraal, haar wetten.
Zou Christus ze nog erkennen als
zyn Stichting?
Zou Hy niet zeggenwat is er van
het mosterdzaadje geworden, dat Ik
geplant heb?
Het is geen boom, waar de vogels
in nestelen, maar het is een woud
geworden, vol rovers.
Dit is wel de grote grief van de
protestanten en van vele moderne
tegenstanders tegen de Kerk: dat zij
de leer van Christus verbasterd heeft,
dat zy het zwaartepunt van het
innerlijke leven naar de uitwendige
vormen dienst verlegd heeft, dat zy
een gemeenschap van geliikberechtig-
den in priesters en leken heeft inge
deeld, dat zij de piiesters met de vol
heid van het gezag heeft bekleed, dat
zy in bet gewone leven van de
lovige heeft ingegrepen om hem af
hankelijk te maken van de Kerk in
heel zijn doen en laten, dat zy de
armoede en de eenvoud van Christus
verloochend heeft, dat zy gestreefd
heeft naar aardse macht, naar wereldse
luister, dat zij zich bemoeid heeft met.
de politiek, die helemaal buiten haar
terrein lag, dat zy de wetenschap heeft
tegengewerkt en het vrye onderzoek
in de ban gedaan, dat zy" steeds de
zyde van de rijken tegen de armen,
van de verdrukkers tegen de ver
drukten heeft gekozen, dat zy de vol
keren dom en onmondig heeft ge
houden, dat zy' de gewetens geknecht
heeft en haar aardse rijk met zo'n
taaiheid verdedigd heeft, alsof daar
alleen haar zending lag.
We moeten eerlijk toegeven, dat
voor iemand, die niet in de Kerk ge
looft, deze grieven niet denkbeeldig
zijn. Niemand minder dan Kardinaal
Newman heeft jarenlang zyn terug
keer tot de Moederkerk uitgesteld,
omdat hy niet kon geloven, dat de
Kerk van Rome de ware Kerk van
Christus kon zyn.
P. H. RONGEN O.C.R.
„Ge mot allemaol de pot bekenne"
Dat was me wat de vorige keer!
Ja, de mensen zeggen zoveel maar als je de mensen moet ge
loven, Antonius, dan is er by U in de hemel een hele consternatie geweest
door dat telefoontje van de vorige week naar boven. Petrus aan het draaien
en draaien aan die telefoon en al de Antoniussen in de war.
We belden op naar Petrus. K. 0.0. (K. nul, nul) en toen is die Petrus
al die Antoniussen op gaan bellen wie of dat toch gezegd had: „Nou
motte ut mes nie ien ut verreke laote stèke". De een nade ander zei, dat
ie ie nie gevloekt hai. Ja, je moet maar Venrcds kennen!!
We hopen, dat de gemoederen boven weer gekalmeerd zyn en we nu
ineens aansluiting krijgen met ONZE Antonius.
Wat zal het vandaag zyn, Mensenvriend, véór we een Dinsdag naar
U toekomen.
„Ge mot allemaal de pot bekennen".
Gaan we kaarten, Antonius?
„Nië! In de kerk kaarten we niet, behalve in... Nee, dat mag ik niet
zeggen".
Gaat U dan bedelen
„Nië, want dan kryg ik meteen te horener wordt de laatste tyd al
zoveel gebedeld".
Wat dan Hebben we niet goed gestemd op de groslijst van de K.Y.P.
zodat er maar een Venrayer op staat
Ook al niet, hoewel er toch wel een dorp is rond Venray, dat een
beetje beter op Venrodse candidaten had kunnen tekenen".
Maar wat dan Komen er te weinig mannen zich opgeven voor de
retraite in Venlo, zodat we onder Horst blijven.
„Dat zeg ik ook n:et, want het is nog geen 1 April".
Maar wat dan, Antonius?
Is het misschien dit, dat we ons allemaal moeten aansluiten by onze
organisaties en de jeugd van Venray zich in de jeugdbeweging moet ver
verenigen.
„Nou, dat zou zo gek niet zyn. Zo heel scheef is dat niet gedacht. Vooral
de jeugd. Jullie moeten dat vooral eens ter harte nemen".
Maar Antonius, zeg u het nu zelf maar hoor, ik weet het niet!
Welde POT, dat zyn de Negen Dinsdagen.
ALLEMAAL, dat bent U, die dit leest.
BEKENNEN, dat is komen naar het lof van Dinsdagavond.
Ja, ge mot Dinsdagavond allemaal de pot bekennen, want dan is er iets
bijzonders te vertellen in deze tyd. OP GROTE VOET. Weet je wat dat is?
Kom en luister en dan zal ik je dit alvast zeggenby DIE VOET past
een schoen, en... wie de schoen past, die trekt hem aan".
Ik zal proberen, Antonius én om te passen. Tot Dinsdagavond, half 8.
We hebben vorige week gezien hoe
prof. Jr. Dewez op de laatste alge
mene vergadering der L.L.T.B., spre
kende over het kleine-boerenprob'.eem,
een oplossing heeft voorgesteld, die
wel ^.eer radicaal is en mits goed
uitgewerkt en bestudeerd verstrek
kende gevolgen kan hebben.
Na allereerst te hebben geconsta
teerd, dat het kleine boerenvraagstuk
verdwijnt door de boer een redelijk
bestaan te geven en dit met behoud
van een zo groot mogelijke groep van
zelfstandig kleine boeren, gaf d9 ge
leerde spreker de plichten aan voor
deze boer
1. een redelijk oog hebben voor
de vestigingsmogelijkheden voor
hem en zyn kinderen.
Dus geen goed bedrijf gaan
splitsen in twee niet-rendabele.
2. met verstand en beleid, hetzij
particulier, hetzy" in coöperatief
verband, mechaniseren en betere
arbeidsmethoden invoeren.
3. een juist opgezette ruilverkave
ling doorvoeren.
Hierdoor komt arbeid beschikbaar,
maar de grond ontbreekt om die
arbeid ten nutte te maken. Prof. Ir.
Dewez stelt dan voor langs de weg
van
geleidelijkheid
en vrijwilligheid
te komen tot het vergroten van het
grondbezit
a. door het opkopen van grond in
bezit van niet boeren
b. door een vlotte ontginning
c. door emigratie van hen, die kun
nen
d. door kleine boeren de gelegen
heid te geven in de droog gelegde
Zuiderzee-gronden een bedrijf te
pachten of te kopen, o.a. in de
Staatsexploitaties daar ter plaatse
Een zeer belangrijke voorwaarde
voor het welslagen van deze sanering
is, dat men een juiste keuze doet
onder de kleine boereneen juiste
keuze van hen, die hun bedrijfje
vrywillig in een bepaalde streek
wensen te beëindigen, maar 'n juiste
keuze ook van hen, die zullen blyven
en gesaneerd worden. Het zal voor
de streek immers beter zyn, dat men
door geëigende psychologisch inwer
king hen die niet geschikt zyn,
om kleine boer te blyven of te wor
den (de kinderen) tot overgang in
een voor hen beter passende werk
kring tracht te bewegen en hen
ook helpt om die werkkring te vin
den dan dat men juist de beste
(besten als boer) laat wegtrekken en
met de krukken blijft zitten. In het
gehele saneringsverloop zit dus e9n
zeer belangrijk stuk beroepsvoorlich
ting, een voorlichting, die beslissend
kan zyn voor het wel en wee van
hen, die het betreft.
Het is duidelijk, dat dit werk der
sanering slechts in zeer vertrouwde
en terzake zeer bekwame handen
gelegd mag worden en dat daarby
in de mogelijkheid tot correctie goed
voorzien moet worden.
Aldus opgezet kan deze sanering
dan ook niet uitsluitend een zaak
van ambtelijke instanties zyn. Zy
7raagt op de eerste plaats het oor
deel van de eigen standgenoten
waarbij er voor gezorgd moet worden,
dat zy die tot oordelen geroepen
worden, daartoe alleszins bevoegd zyn
en hun taak niet altijd bureaucratisch
opvatten, maar er diep van door
drongen zjjn, dat het hier om mensen
en het heil van mensen gaat.
Aparte dienst
De sanering van het kleine boeren
bedrijf zou daarom aan een aparte
dienst opgedragen moeten worden,
waarvan het zwaartepunt in Streek-
commissies (gebundeld in gewestelijke
commissie en geleid door een lande
lijke centrale commissie) gelegen is.
Met inschakeling van de bestaande
instanties, die het grondgebruik rege
len, zouden deze Streekcommissies
bepaalde bij de wet voorgeschreven
bevoegdheden moeten hebben
onder meer ten aanzien van grond
aankoop, verdeling van gronden enz.,
terwijl hen ter uitvoering van de
beraamde maatregelen ook de nodige
financiën gewaarborgd moeten worden
Alle maatregelen, ook die op tech
nisch terrein, die nu door de Over
heid als steun en ter sanering van
het kleine bedry'f genomen worden,
zouden dan noodzakelijkerwijze in
deze commissies moeten samenkomen,
terwijl ook alle bestaande instanties,
die zich nu reeds met het kleine
boerenvraagstuk bezig houden, daarin
een plaats zouden moeten vinden.
Door eendrachtig samenwerken van
Overheid (niet alleen van die, welke
zich met de zaken van de landbouw
bezighoudt) en de georganiseerde
landbouw (Standsorganisatie en Stich
ting voor de landbouw), op een ge
durfd, groots plan, kan de oplossing
van het kleine boerenvraagstuk
ongetwijfeld veel dichter naderby'
gebracht worden.
Tot zover het nieuwe plan van Ir.
Dewez. Een plan, dat hoe gedurfd
ook, inderdaad een oplossing brengen
kan in uit probleem, maar dat ook
veel vergt. En voor ons is het een
vraag of een en ander wel op basis
van vrijwilligheid gebeuren kan.
Maar dat er radikaal dient inge
grepen te worden, bewees wel de
toestand van vóór de oorlog. Intussen
heeft een aparte studiecommissie van
de L.L.T.B. dit plan onder ogen en
zal de verschillende onderdelen wel
eens nader bestuderen. En dit bewyst
dat ook dit grote lichaam niet meer
terug wil naar de steun- en bedel-
methoden van voor 1940.
Laten wij hopen dat een redelyke
oplossing gevonden wordt, terwille
van die grote categorie van werkers
in de landbouw, de landbouw zelf en
terwille van onze gehele samen
leving.
ontvangen grote party
Broodschotels merk „Ideal",
Duivenbaden, Drinkbakken,
Piksteen, Roodsteen, Grit, Bodemwit
Ducal, alle soorten pillen en drankjes
Vogel-drinkfonteintjes,
Kanarie badhuisjes, voederbakjes enz
Beleefd aanbevelend,
Schildersbedrijf AfZ
Langstraat
Let op het huisnummer.