TWEEDE BLAD Hoe vordert de Wederopbouw? Uit Oostrums geschiedenis. WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Duplexwoningen straks onrendabel De qtiemt teqen de Ke tk BEL BIJ BRAND 392 9 Dinsdagen in de Paterskerk Kleine Boeren-probleem opgelost Duiven liefhebbers, F. W. HENDRIKS Zaterdag 18 Maart 1950 No. 11 Een en Zeventigste Jaargang Druk en Uitgave Firma van den Munckhof Drukkery' Kantoorboekhandel Grootestraat 28 Telefoon K 4780 512 Postrekening 150652 PEEL EN MAAS Advertentieprijzen op aanvraag verstrekt Abonnementspry s per kwartaal: voor Venray fl 1.00 buiten Venray fl 1.20 uitsluitend vooruitbet. Hebben wy niet wanhopig gestaan by de puinhopen van onze verwoeste huizen in 1945 Hoe stil werd het in ons hart, wanneer wy toen dachten aan de schreiende woning nood, reeds groot, die door deze verwoesting nog veel erger zou worden. Zo was het niet alleen in Venray, maar ook elders in ons land. De gesprekken van die dagen voorspelden niets anders dan een woningvraagstuk, dat generaties lang zou duren. Zien wy thans naar de prestaties, die onze hui zenbouwers in 1949 leverden en werpen wy een belangstel lende blik in het plannenboek van de Minister van Weder opbouw, dan zien wy duidelijk, dat omstreeks i960 dit varkentje moet zyn gewassen. Het aantrekkelijke van dit plan is, dat het ook voor verwezenlijking vatbaar is. Met veel plannen is dit niet het geval. Naast Minister in 't Veld kunnen wy optimistisch tegenover het woningvraagstuk in Nederland staan. Enkele cijfers mogen dit optimisme verduidelijken. Reeds in September 1949 begon men een aantal huizen in de steigers te zetten, dat het gemid delde aantal toekomstige woningen in 1938 met 15 pet. overtrof. In de eerste negen maanden van het vorige jaar werden er 624 wo ningen meer voltooid dan in dezelfde periode van het jaar 1948. Het aan tal afgebouwde huizen in 1949 over trof de woningbouw van 1937 met derde deel In dit jaar komen er meer huizen gereed dan in enig crisisjaar na 1935. En reeds in 1953 zal Nederland méér woningen afleveren dan 't ooit in enig ander jaar heeft gebouwd, zodat wy met vertrouwen de kamer- en woningtoestand kunnen tegemoet zien. Dat wil niet zeggen, dat er op dit moment geen schreiende huizen-ellen de meer zou zyn Integendeel, maar de wetenschap, dat wy binnen af zienbare tyd het probleem kunnen overmeesteren, doet ons volk en de enkeling weer moed vatten, waar door de moeilykheden wat lichter zullen worden gedragen. Het voorgaande betekent echter niet, dat wy zonder meer een lof zang gaan aanheffen ter ere van de bouwplannen. Wy kunnen er tevre den mee zyn, omdat de nood dwingt maar dat houdt niet in, dat er geen moeilykheden of bedenkingen zyn tegen de vorm waarop men dat netelige woningvraagstuk gaat eli mineren. Het blijkt namelyk, dat het wo ninggat zo snel kan worden gedicht, dank zy de zogenaamde duplexwo ningen, waarvan er in de komende 10 jaren maar liefst 72,000 zullen verrijzen. Bouwt men die vele duplex huizen niet, dan zal nog de woning nood in 1964 zyn gelenigd. Dit is dus een verschil van 4 jaar en dat is niet eens veel. Onder duplexwoningen moet men dan verstaan twee woningen in één huis en beide dan van een zeer kleine kubieke meter inhoud. Naast het grote bezwaar, dat deze veel te klein zijn voor deze streken, behoren deze woningen tot een categorie, die by ruimer aanbod het eerst zal worden afgestoten. Straks minder in trek... Nu kan men lachen, wanneer wy over een ruim aanbod van huizen spreken, wanneer men het volgende in aanmerking neemt, is dit verruim de aanbod van huizen over een jaar of tien stellig geen fictie. Een huis gaat langer mee dan 10 jaar en dus zyn die woningen in i960 technisch nog niet versleten. Mocht het dus zo zyn, dat er ook ruimere en betere huizen zyn in i960, dan zit men met een groot volume zeer duur gebouwde huizen, die tegen die tyd, gezien de sobere uitvoering, minder in trek zullen zyn. Men is geneigd nu alles mooi te vinden om maar onderdak te zijn, maar niet zodra ziet men wat beters of van het vroegere deugt niets meer Reeds nu in tijden van woningnood hoort men al zeggen: „We hebben een huis, maar zie dat eens en dat eens, wat hebben we nu eigenlijk nog In het algemeen gesproken is het grootste deel van hetgeen gebouwd wordt, nog maar matig in overeen stemming met hetgeen men onder vrye keuze aan eisen zou stellen. We hebben dit bezwaar ook reeds naar voren horen brengen by de bouw van de prefabs op het Desselke. Hiermee hangt nauw samen het vraagstuk van de huren. Dit is nog steeds niec opgelost en in de plannen van het ministerie is er met.dit probleem nog geen reke ning gehouden. Zodra mon er maar enigszins in slaagt, de huren aan de minimum rendabiliteits-eisen aan te passen, kan het gehele beeld van de bouw activiteit veranderen. Men mag toch wel verwachten, dat de overheid dat huurvraagstuk binnen niet al te langen tyd zal op- sen, al is men nog zo'n pessimist. Men zal dan zien, dat de huizenbouw zich gaat ontwikkelen langs de veel kleurige lijnen van het particulier initiatief, d.w.z. er komt meer ver scheidenheid en binnen de grenzen van de richtlijnen der overheid ook meer comfort, meer aanpassing aan allerlei bijzondere eisen van toekomstige bewoners. Zo'n toestand zou zyn toe te juichen temeer omdat de hoeveelheid huizen, die dan zal worden aangebouwd, enorm moet toenemen, waardoor de activiteit van de overheid naar de achtergrond wordt gedrengen. Op deze wyze kunnen wy in i960 op peil zyn zonder genormaliseerde woningbouw, zonder duplexwoningen dus zonder de kans te lopen, dat een groter of kleiner deel van Nederland in een huis woont, dat niet bevre digt en dus als tydelyk huis wordt beschouwd. Daarom kan men beter dat huizen probleem maar bij die huurzyde aan vatten en dient men die duplex woningplannen met de nodige voor zichtigheid te hanteren. Wat nu in Venray Dat is allemaal goed en wel, horen we reeds zeggen, maar Venray heeft dit jaar 4 woningen toegewezen ge kregen, buiten de prefaps en hoe kunnen we hier de stroom van paartjes opvangen, die elkaar eeuwig trouw zweren, maar ook graag een huis willen hebben. Zyn die dan niet, ondanks alle be zwaren, op deze duplex woningen aangewezen Neen, want er is nog een andere weg Onlangs heeft een wethouder in Bussum een plan opgesteld om het kleinste type normale woningen te bouwen tegen een belangrijk pry's dan tot heden gewoon was." De Minister, aan wie dit plan werd voorgelegd, toonde zich over dit plan zö zeer verheugd, „dat ik en nu volgen wy de door de Minister ge bezigde woorden aan wethouder Bouma gezegd heb, dat hij deze mag bouwen buiten het bouwvolume om. Omdat ik geen voorkeur mag ver lenen, ben ik bereid aan elke ge meente, aan elke woningbouwver eniging, aan elke particuliere bouwer die kans ziet hetzelfde te bereiken, namelyk redelyke woningen tegen een redelijke huurprijs en met een toeslag niet hoger dan f 100.— per jaar, hetzelfde voorrecht ook toe te kennen." Bovenstaande ministeriële mede deling heeft in de bouwwereld een ware opschudding veroorzaakt en verschillende gemeenten hebben reeds dienaangaande plannen en ons lykt het plan Tegelen het beste toe, vooral ook dat dit rekening houdt met een groter type. Deze volwaardige woning we mogen op dit volwaardig wel nadruk leggen die men daar ontworpen heeft, zal aan huur moeten opbrengen een pry's van f 4.80 a f 5.— Deze woning heeft boven 3 slaap kamers van 3,50 by 3 M., 2.97 by 2,75 en 2 by 2,70, douche en over loop, terwyl beneden een ruime hal is met W.C., de keuken 2,75 by 3,30 en 2 kamers 2,70 by 2.74 en 3.50 by 3,30 M. Bovendien is er nog een flink berghok. Bij de bouwkosten is nog 'n onren dabel gedeelte, maar voor dit deel wil men een bouwfonds stichten, dat gevormd wordt door de bevolking. Zo hebben o.a. de arbeiders beloofd een uur voor dit doel gratis te wer ken, kortom, in enkele weken tyds Nu Oostrum deze zomer het 600- jarig bestaan van zijn bedevaart en de vinding van het miraculeus beeld van O.L. Vrouw viert, is het vanzelf sprekend duidelijk, dat Oostrum reeds veel langer bestaan heeft en het zou dan ook helemaal niet overdreven zijn, wanneer tegelijk met dit zesde eeuwfeest het looojarig bestaan van Oostrum zou worden gevierd. Immers van 1249 tot 1270 troonde hier Gerard van Ooy reeds als kas teelheer op de Burcht Spraeland, welk slot toen reeds bestond en zou er een kasteel gebouwd zyn, als er nog geen dorp geweest was Van zeer oude datum was ook het zogenaamde O.L. Vrouwe Gilde, het geen reeds bestond voor 1553, zoals te zien is in het oude kerkarchief. Op 21 September 1535 verzochten de kerkmeesters en schepenen den Rector Jan Schoenmakers om tegelijk met de naburen, zyn best te doen by den Rooysen pastoor om te ver krijgen, dat jaarlijks op 21 November (O.L. Vrouw Presentatie) de lijkdienst of begenckenisse der overleden broe ders en zusters te Oostrum temogen houden. Als eerste doel stelde zich het gilde elkaar onderlinge bijstand te verlenen in en na dit leven, door gebeden en offers, de verheerlijking van Gods Moeder en de opluistering der godsdienstige plechtigheden. Het tweede doel was de weerbaar heid en rustverzekering van 't dorp, daar deze schuttersgilden in de regel ten tyde van gevaar, op wacht ston den en de boosdoeners vervolgden. Het schone vogel- of koningschie- ten was hieraan nauw verbonden. Een derde doel was de gezelligheid, het kameraadschappelijk samenzijn der broeders en zusters. Niet enkel werd samen gebeden, voor elkanders veiligheid gezorgd, maar ook zon men zich tesamen vermaken en vro lijk zyn, vooral op de koningschut- en teerdagen. Als ontstaan uit en innig verbon den met de O.L. Vrouwekapel, had de Broederschap haar zilverwerk steeds toevertrouwd aan de kerk meester, die de vogel steeds zorg vuldig door de eeuwen heen bewaarde. Zo getroostte zich o.a. het kerkbe stuur in het jaar 1615 een uitgave van 3 stuivers, „voor die dose daar de voegel in ligt". In het regelement van het O.L. Vrouwegilde te Oostrum, lezen wij in artikel 6 „Een 's Zondags na deze begrafe nis zal er in onze kapel 'snamid- dags. om twee uur eenen roozen- krans voorden overledene gebeden worden, waarin alle broeders moeten tegenwoordig zyn, op straffe eener boete van twintig cent". Dit oude gebruik is in Oostrum nog steeds in ere gebleven, want voor iedere overledene is er Zondags na de begrafenis om twee uur nog het rozekransgebed, wat door de buren wordt voorgebeden. Met vaandel en trom trok 't gilde vroeger op 8 September de processie uit de Venray se Moederkerk, in het veld ter verwelkoming tegemoet. Voor een kleine veertig jaren terug werd het gilde ontbonden en werd 't zilver en de vogel aan Onze Lieve Vrouw van Oostrum gegeven. "Wy zien hier dan nog de keizerster met het opschrift: A. Paulzen, keizer. Een paar zilveren platen zjjn er by, die de beeltenis van O.L. Vrouw van Oostrum dragen met het opschrift: „Te samen gekogt Oostrum den 8 Sept. 1818" Verder zyn 5 zilveren koningspla ten met verschillende opschriften van oude koningen der gilde. De meesten stellen voor een landman met een pyp in de mond. Als een py'p al zo'n groot genoegen was voor onze koningen, dan waren hunne majesteiten toch wel' niet erg ver wend. Vele oude gebruiken zyn in de loop der tyden vervallen, hetgeen wel jammer is. Zo kunnen zich de oudere mensen nog goed herinneren, dat in de winter, in de slachttijd, 's morgens een varkenskop, of soms meerdere, in het portaal der kerk lagen en dan werd door de Rector op de preekstoel bekend gemaakt, dat na de H. Mis deze kop of koppen heeft men daar dit plan in elkaar gezet en met goede kans van slagen. Zonder nu een slaafs navolger te zijn van dit plan of andere, lykt het ons de moeite waard, hiervan toch een gedegen studie te maken, opdat wy over 10 jaren ondanks de woningnood van heden woningen hebben, die in trek blijven en de gemeenschap bovendien geen schatten geld kosten De vraag is nu maar: Wie zal de kat de bel aanbinden aan de meestbiedende verkocht zou den worden. Vanwaar dit gebruik afkomstig is, of dat hieraan een byzondere gebeur tenis is vooraf gegaan, is niet bekend. Maar vroeger was het geld wel zeer schaars en werd nog veel in natura betaald. De pachters van de kasteelheren moesten jaarlijks bijvoorbeeld zoveel rogge leveren, tienden genaamd en ook de kapel had by" haar inkomsten veel tienden. Hierover een volgende keer meer. P. en P. De ly'st van beschuldigingen tegen de Kerk is nog langer en gevarieerder dan de litanie van alle Heiligen. Iede:e eeuw heeft er aan gebor duurd, iedere ketter heeft er zijn eigen letter aan toegevoegd, nooit is er één woord in geschrapt, maar steeds is de oude inhoud met nieuwe toevoegsels verrijkt. De vernis kan hoogstens nieuw zijn, maar de grond verf is steeds dezelfde gebleven. Voor ons, katholieken, is de Kerk in heel haar kleurige verschijning een bekend begrip. Wy staan er niet ver baasd over, dat zij zich in de eeuwen van haar bestaan ontwikkeld heeft uit die arme groep van twaalf apos telen tot een machtig lichaam, tot een wereldomvattende organisatie, tot een stad op de berg, tot een staat boven de staat, tot een boom, wiens takken alle mensen overschaduwen. Wy begrijpen, dat, als zy" moest groeien en dit was de wil van haar stichter, zy" zou moeten in zichtbaar heid, in gezag en macht, in luister en waardigheid, in organisatie en wet geving, in bestuurapparaat en in litur gische ry'kdom. Voor de protestanten is deze ont wikkeling echter niet zo eenvoudig. Als zy nagaan wat er in de H. Schrift over de Kerk vermeld staat, vinden ze slechts zeer vage aanduidingen. Er wordt wel uitdrukkelijk ge sproken over een Kerk, een gemeen schap, ook over een hoofd, die deze gemeenschap moet leiden alhoewel de protestanten de functie en zeker niet praerogatieven van de Paus er kennen over bisschoppen, ouder lingen en diakens, over sacramenten, maar het is alles zo eenvoudig en sober, veel meer innerlijk dan uiterlijk, dat ze zich vanzelf afvragen: wat zou Christus zeggen, als Hy" de Kerk zou zich in haar huidige vorm met haar dogmatiek, haar moraal, haar wetten. Zou Christus ze nog erkennen als zyn Stichting? Zou Hy niet zeggenwat is er van het mosterdzaadje geworden, dat Ik geplant heb? Het is geen boom, waar de vogels in nestelen, maar het is een woud geworden, vol rovers. Dit is wel de grote grief van de protestanten en van vele moderne tegenstanders tegen de Kerk: dat zij de leer van Christus verbasterd heeft, dat zy het zwaartepunt van het innerlijke leven naar de uitwendige vormen dienst verlegd heeft, dat zy een gemeenschap van geliikberechtig- den in priesters en leken heeft inge deeld, dat zij de piiesters met de vol heid van het gezag heeft bekleed, dat zy in bet gewone leven van de lovige heeft ingegrepen om hem af hankelijk te maken van de Kerk in heel zijn doen en laten, dat zy de armoede en de eenvoud van Christus verloochend heeft, dat zy gestreefd heeft naar aardse macht, naar wereldse luister, dat zij zich bemoeid heeft met. de politiek, die helemaal buiten haar terrein lag, dat zy de wetenschap heeft tegengewerkt en het vrye onderzoek in de ban gedaan, dat zy" steeds de zyde van de rijken tegen de armen, van de verdrukkers tegen de ver drukten heeft gekozen, dat zy de vol keren dom en onmondig heeft ge houden, dat zy' de gewetens geknecht heeft en haar aardse rijk met zo'n taaiheid verdedigd heeft, alsof daar alleen haar zending lag. We moeten eerlijk toegeven, dat voor iemand, die niet in de Kerk ge looft, deze grieven niet denkbeeldig zijn. Niemand minder dan Kardinaal Newman heeft jarenlang zyn terug keer tot de Moederkerk uitgesteld, omdat hy niet kon geloven, dat de Kerk van Rome de ware Kerk van Christus kon zyn. P. H. RONGEN O.C.R. „Ge mot allemaol de pot bekenne" Dat was me wat de vorige keer! Ja, de mensen zeggen zoveel maar als je de mensen moet ge loven, Antonius, dan is er by U in de hemel een hele consternatie geweest door dat telefoontje van de vorige week naar boven. Petrus aan het draaien en draaien aan die telefoon en al de Antoniussen in de war. We belden op naar Petrus. K. 0.0. (K. nul, nul) en toen is die Petrus al die Antoniussen op gaan bellen wie of dat toch gezegd had: „Nou motte ut mes nie ien ut verreke laote stèke". De een nade ander zei, dat ie ie nie gevloekt hai. Ja, je moet maar Venrcds kennen!! We hopen, dat de gemoederen boven weer gekalmeerd zyn en we nu ineens aansluiting krijgen met ONZE Antonius. Wat zal het vandaag zyn, Mensenvriend, véór we een Dinsdag naar U toekomen. „Ge mot allemaal de pot bekennen". Gaan we kaarten, Antonius? „Nië! In de kerk kaarten we niet, behalve in... Nee, dat mag ik niet zeggen". Gaat U dan bedelen „Nië, want dan kryg ik meteen te horener wordt de laatste tyd al zoveel gebedeld". Wat dan Hebben we niet goed gestemd op de groslijst van de K.Y.P. zodat er maar een Venrayer op staat Ook al niet, hoewel er toch wel een dorp is rond Venray, dat een beetje beter op Venrodse candidaten had kunnen tekenen". Maar wat dan Komen er te weinig mannen zich opgeven voor de retraite in Venlo, zodat we onder Horst blijven. „Dat zeg ik ook n:et, want het is nog geen 1 April". Maar wat dan, Antonius? Is het misschien dit, dat we ons allemaal moeten aansluiten by onze organisaties en de jeugd van Venray zich in de jeugdbeweging moet ver verenigen. „Nou, dat zou zo gek niet zyn. Zo heel scheef is dat niet gedacht. Vooral de jeugd. Jullie moeten dat vooral eens ter harte nemen". Maar Antonius, zeg u het nu zelf maar hoor, ik weet het niet! Welde POT, dat zyn de Negen Dinsdagen. ALLEMAAL, dat bent U, die dit leest. BEKENNEN, dat is komen naar het lof van Dinsdagavond. Ja, ge mot Dinsdagavond allemaal de pot bekennen, want dan is er iets bijzonders te vertellen in deze tyd. OP GROTE VOET. Weet je wat dat is? Kom en luister en dan zal ik je dit alvast zeggenby DIE VOET past een schoen, en... wie de schoen past, die trekt hem aan". Ik zal proberen, Antonius én om te passen. Tot Dinsdagavond, half 8. We hebben vorige week gezien hoe prof. Jr. Dewez op de laatste alge mene vergadering der L.L.T.B., spre kende over het kleine-boerenprob'.eem, een oplossing heeft voorgesteld, die wel ^.eer radicaal is en mits goed uitgewerkt en bestudeerd verstrek kende gevolgen kan hebben. Na allereerst te hebben geconsta teerd, dat het kleine boerenvraagstuk verdwijnt door de boer een redelijk bestaan te geven en dit met behoud van een zo groot mogelijke groep van zelfstandig kleine boeren, gaf d9 ge leerde spreker de plichten aan voor deze boer 1. een redelijk oog hebben voor de vestigingsmogelijkheden voor hem en zyn kinderen. Dus geen goed bedrijf gaan splitsen in twee niet-rendabele. 2. met verstand en beleid, hetzij particulier, hetzy" in coöperatief verband, mechaniseren en betere arbeidsmethoden invoeren. 3. een juist opgezette ruilverkave ling doorvoeren. Hierdoor komt arbeid beschikbaar, maar de grond ontbreekt om die arbeid ten nutte te maken. Prof. Ir. Dewez stelt dan voor langs de weg van geleidelijkheid en vrijwilligheid te komen tot het vergroten van het grondbezit a. door het opkopen van grond in bezit van niet boeren b. door een vlotte ontginning c. door emigratie van hen, die kun nen d. door kleine boeren de gelegen heid te geven in de droog gelegde Zuiderzee-gronden een bedrijf te pachten of te kopen, o.a. in de Staatsexploitaties daar ter plaatse Een zeer belangrijke voorwaarde voor het welslagen van deze sanering is, dat men een juiste keuze doet onder de kleine boereneen juiste keuze van hen, die hun bedrijfje vrywillig in een bepaalde streek wensen te beëindigen, maar 'n juiste keuze ook van hen, die zullen blyven en gesaneerd worden. Het zal voor de streek immers beter zyn, dat men door geëigende psychologisch inwer king hen die niet geschikt zyn, om kleine boer te blyven of te wor den (de kinderen) tot overgang in een voor hen beter passende werk kring tracht te bewegen en hen ook helpt om die werkkring te vin den dan dat men juist de beste (besten als boer) laat wegtrekken en met de krukken blijft zitten. In het gehele saneringsverloop zit dus e9n zeer belangrijk stuk beroepsvoorlich ting, een voorlichting, die beslissend kan zyn voor het wel en wee van hen, die het betreft. Het is duidelijk, dat dit werk der sanering slechts in zeer vertrouwde en terzake zeer bekwame handen gelegd mag worden en dat daarby in de mogelijkheid tot correctie goed voorzien moet worden. Aldus opgezet kan deze sanering dan ook niet uitsluitend een zaak van ambtelijke instanties zyn. Zy 7raagt op de eerste plaats het oor deel van de eigen standgenoten waarbij er voor gezorgd moet worden, dat zy die tot oordelen geroepen worden, daartoe alleszins bevoegd zyn en hun taak niet altijd bureaucratisch opvatten, maar er diep van door drongen zjjn, dat het hier om mensen en het heil van mensen gaat. Aparte dienst De sanering van het kleine boeren bedrijf zou daarom aan een aparte dienst opgedragen moeten worden, waarvan het zwaartepunt in Streek- commissies (gebundeld in gewestelijke commissie en geleid door een lande lijke centrale commissie) gelegen is. Met inschakeling van de bestaande instanties, die het grondgebruik rege len, zouden deze Streekcommissies bepaalde bij de wet voorgeschreven bevoegdheden moeten hebben onder meer ten aanzien van grond aankoop, verdeling van gronden enz., terwijl hen ter uitvoering van de beraamde maatregelen ook de nodige financiën gewaarborgd moeten worden Alle maatregelen, ook die op tech nisch terrein, die nu door de Over heid als steun en ter sanering van het kleine bedry'f genomen worden, zouden dan noodzakelijkerwijze in deze commissies moeten samenkomen, terwijl ook alle bestaande instanties, die zich nu reeds met het kleine boerenvraagstuk bezig houden, daarin een plaats zouden moeten vinden. Door eendrachtig samenwerken van Overheid (niet alleen van die, welke zich met de zaken van de landbouw bezighoudt) en de georganiseerde landbouw (Standsorganisatie en Stich ting voor de landbouw), op een ge durfd, groots plan, kan de oplossing van het kleine boerenvraagstuk ongetwijfeld veel dichter naderby' gebracht worden. Tot zover het nieuwe plan van Ir. Dewez. Een plan, dat hoe gedurfd ook, inderdaad een oplossing brengen kan in uit probleem, maar dat ook veel vergt. En voor ons is het een vraag of een en ander wel op basis van vrijwilligheid gebeuren kan. Maar dat er radikaal dient inge grepen te worden, bewees wel de toestand van vóór de oorlog. Intussen heeft een aparte studiecommissie van de L.L.T.B. dit plan onder ogen en zal de verschillende onderdelen wel eens nader bestuderen. En dit bewyst dat ook dit grote lichaam niet meer terug wil naar de steun- en bedel- methoden van voor 1940. Laten wij hopen dat een redelyke oplossing gevonden wordt, terwille van die grote categorie van werkers in de landbouw, de landbouw zelf en terwille van onze gehele samen leving. ontvangen grote party Broodschotels merk „Ideal", Duivenbaden, Drinkbakken, Piksteen, Roodsteen, Grit, Bodemwit Ducal, alle soorten pillen en drankjes Vogel-drinkfonteintjes, Kanarie badhuisjes, voederbakjes enz Beleefd aanbevelend, Schildersbedrijf AfZ Langstraat Let op het huisnummer.

Peel en Maas | 1950 | | pagina 1