DE PEEL
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
De nieuwe Wet op
de materiële oorlogsschade.
De Kringvorming
in de Zuivelfabratie.
vraagt wederom Uw aandacht.
BEL BIJ BRAND
392
9Dinsdagen inde Paterskerk
Se vi[anden
de Keik
van
Zaterdag 25 Februari 1950 No. 8
Een en Zeventigste^Jaargang
Druk en Uitgave
Firma van den Munckhof
Drukkerij
Kant oorboekhaudel
Grootestraat 28
Telefoon K 4780 512
Postrekening 150652
PEEL EN MAAS
Advertentieprijzen
op aanvraag verstrekt
Abonnementsprijs
per kwartaal:
voor Venray fl 1.00
buiten Venray fl 1.20
uitsluitend vooruitbet.
Wanneer krijgt men aanvullende bijdragen?
Ift het artikel van de vorige week
is besproken de verlening van cre-
dieten met uitgestelde bijdragen voor
de financiering van liet boven de
verleende ryksbydragen uitgaande
deel van de herstel- en herbouwkos
ten. Ook werd daarbij gewezen op de
mogelijkheid van verlening van aan
vullende bijdragen in plaats van de
hierbedoelde credieten.
Wie kunnen een aanvullende
bedrage verkrijgen
Het artikel van d6 wet, waarin
deze aangelegenheid is geregeld, be
gint met de bepaling, dat op verzoek
van de belanghebbenden in plaats
van een crediet een aanvullende bij
drage kan worden verleend. Dit ge
schiedt dan door de Minister van
Financiën. Deze bepaling gebft zonder
meer nog geen recht op een aanvul
lende bijdrage. Slechts is gesteld dat
de mogelijkheid voor het verlenen
van een aanvullende bijdrage bestaat.
De wet beperkt zich gelukkig echter
niet tot deze vage bepaling. Tevens
worden namelijk een aantal gevallen
genoemd, waarin de belanghebbenden
in plaats van een crediet op een aam
vullende bijdrage recht hebben. Welke
zijn deze gevallenGezegd kan wor
den, dat een recht op een aanvullen
de bijdrage bestaat in alle gevallen,
waarin tevens aanspraak kan worden
gemaakt op een crediet. We zullen
deze gevallen nog even in het kort
noemen.
Bouw of aankoop van een wo
ning en van een woning met bedryfs
ruimte met een inhoud van ten
hoogste 500 M3.
2. Herbouw van een woning met
een inhoud van ten hoogste iooo M3
3. Herstel van een woning.
4. Herbouw of herstel van een
bedrijfspand of van een bedryfsge-
deelte van een pand, waarvan de
bouwkosten por Mei 1940 ten hoogste
f 30.000 waren.
De grootte van de aanvullende by
drage zal in de bovenbedoelde geval
len van herbouw worden gesteld op
90 pet. van het onrendabele deel van
de herbouwkosten, eventueel ver
minderd met het bedrag, waarmede
de verleende bijdrage uitgaat boven
een by drage volgens de waarde van
1940. By herbouw van woningen van
500-600 M3, 600-800 M3 en 800
ïooo M3 zal tevens in mindering
worden gebracht resp. spet., 10 pet,
of 15 pet. van de herbouwkosten,
Bij herstel van woningen is de grootte
van de aanvullende bijdrage afhanke
lijk van de inhoud van de te her
stellen woning. De aanvullende by
drage bedraagt in deze gevallen een
gedeelte van het verschil tussen de
door de Minister van Wederopbouw
goedgekeurde herstelkosten en de.bij
drage, en wel: 50 pet., 35 pet. of 20
pet, van dit verschil, al naar gelang
de te herstellen woning een inhoud
heeft van resp. 500 M3 of minder,
500—750 M3 Of 750—1000 M3.
"Voor het herstel van de bovenbe
doelde bedrijfspanden (max. bouw
kosten Mei 1940f 30.000) bedraagt
de aanvullende bijdrage 20 pet. van
genoemd verschil, indien het pand
voor niet meer dan 1/4 gedeel
beschadigd, en 35 pet. indien de
schade groter is.
Krediet of aanvullende
bijdrage
Tot goed begrip wordt nog opge
merkt, dat men geen krediet en een
aanvullende bijdrage kan verkrijgen.
Men moet kiezen en krijgt dus het
één of het ander. Een uitzondering
geldt voor die gevallen, waarin reeds
vóór de totstandkoming van de wet
een krediet is verleend. Men kan in
deze gevallen verzoeken het krediet
om te zetten in een aanvullende by
drage. Dit verzoek moet worden ge
daan binnen één jaar na de totstand
koming van de wet.
Ook noemt de wet nog andere'ge
vallen dan hiervoor bedoeld, waarin
een aanvullende bydrage kan worden
veileend. Men heeft namelijk ook
aanspraak op een aanvullende bij
drage voor bedrijfspanden, waarvan
de bouwkosten in Mei 1940 méér dan
f 30.000 bedroegen. Hiervoor gelden
echter bijzondere voorwaarden, t.w.
1met de bouw of het herstel moer
na 5 Mei 1945 zijn begonnen;
2. de volgens de waarde 1940 voor
het beschadigde goed verleende by
drage moet ten minste f 500 bedra
gen;
3. het belaste vermogen van de
belanghebbende mag niet groter zyn
dan f 500.000;
4. voor deze gevallen mogen nog
geen algemene regelen voor het ver
lenen van kredieten zijn getroffen.
Ter toelichting van deze laatste
voorwaarde wordt opgemerkt, dat
voor groepen van gevallen algemene
regelen voor de kredietverlening kun
nen worden gesteld. Zolang dit even
wel niet is geschied, heeft men
aanspraak op een aanvullende bydrage,
indien althans ook aan de overige
voorwaarden is voldaan.
Invloed van het vermogen
Hoe wordt in de laatstbedoelde ge
vallen de aanvullende bydrage bere
kend? De aanvullende bydrage wordt
vastgesteld op het bedrag van de
bouw- of herstelkosten volgens de
pryzen van Mei 1940, vermenigvuldigd
met een toeslagcoëfficiënt en vervol
gens verminderd met f 500.
Indien een bijdrage is verleend
boven de waarde 19-10 wordt dit
meerdere bedrag op de aanvullende
bijdrage in mindering gebracht.
De toeslagcoëfficiünt is afhankelijk
van de grootte van het belaste ver
mogen van de belanghebbenden. Voor
vermogens beneden f 50.000.— is de
coëfficiënt 1. en voor veimogens van
f 500.000.— is de coëfficiënt 0.4. By
tussenliggende vermogens wordt de
coëfficiënt naar evenredigheid op een
tussenliggend cijfer vastgesteld. De
toeslag varieert dus van 100 pet. tot
40 pet. (verminderd met f 500.—) van
de bouw of herstelkosten per Mei '40.
Onder belast vermogen wordt voor
de toepassing van deze regelingen
verstaan
1. het zuivere vermogen zoals dat
voor het belastingjaar 1947 is vast
gesteld volgens de "Wet op de Ver
mogensbelasting 1892, of
2. het zuivere bedrijfsvermogen,
zoals dat wordt vastgesteld volgens
het Besluit op de Vermogensbelasting
1942, voor het jaar waartoe 1 Januari
1947 behoort.
Vedrijfsuitrnsting
Ook voor Bed-ififsuitrusting wordt
volgens de wet een bydrage verleend
op basis van de waarde in Mei i940.
Voor totaal verloren gegane goederen
is de bydrage gelijk aan het bedrag
der aanschaffingskosten in Mei 1940,
verminderd met een redelijk percen
tage voor afschrijving. De bydrage is
echter nooit minder dan de verkoop
waarde der goederen in 1940.
Voor herstelbaar beschadigde goe
deren wordt als bijdrage verleend het
bedrag van de herstelkosten per Mei
1940, De bijdrage bedraagt in
gevallen echter nimmer meer dan by
totaal verlies. By de vaststelling van
de bijdrage wordt voorts rekening
gehouden met de eventueel door het
herstel verkregen waardevermeerde
ring of de na het herstel overgeble
ven waardevermindering. Evenals bij
het onroerend goed is op grond van
economische overwegingen in verband
met de sinds 1940 opgetreden pxys-
styging een aanvullende regeling
getroffen. Ter financiering van de
herstel- of heraanschaffingskosten
kunnen boven de bijdragen credieten
worden verleend.
Voor gelijksoortige groepen van
bedryfsuitrusting zullen voor de
credietverlening zoveel mogelijk alge
mene regelen worden gesteld. Voor
wat betreft de mogelijkheid, welke
een crediet biedt, wordt verwezen
naar hetgeen hieromtrent in het
vorige artikel is gezegd over de
schade aan onroerende goederen en
schepen.
Voor bedryfsuitrusting bestaat
tevens aanspraak op een aanvullende
bijdrage. Hiervoor moet zyn voldaan
1 de voorwaarden als hierboven
zijn vermeld voor het verkrijgen van
een aanvullende bydrage voor bedrijfs
panden en schepen.
De toeslagcoöfliciënt voor bedryfs
uitrusting is eveneens afhankelijk van
de grootte van het vermogen. Zy
bedraagt 2.5 indien het belaste ver
mogen kleiner is dan f 25.000.—; 2
indien het belaste vermogen ligt
tussen f 25.000 en f 50.000; 1.5 indien
het belaste vermogen f 50.000 is;
indien het belaste vermogen
f 500.000 is.
Indien het belaste vermogen ligt
tussen f 50.000.— en f 500,000.
wordt de toeslagcoëfficiënt naar even
redigheid van het tussenliggende
vermogen vastgesteld.
Voor bedryfsuitrusting varieert
aanvullende bydrage dus van 250pet.
tot 50 pet. (verminderd met f 500.-)
van de verleende bydragej. Voor de
bereking van het belaste vermogen
geldt hetzelfde als voor bedrijfspanden
en schepen.
Vóór 1890 waren vele van de gron
den van de Peel nog woest. De heide
groeide er weelderig. Het water
had zich in kommen verzameld. Hier
en daar zwierf over de grote vlakte
een troep schapen en 'n enkele een-
dekooi had zich tussen het struikge
was bij de waterrijke gebieden genes
teld. De zomer tooide de heidevelden
met een paars gewaad en de water
kommen droogde gedeeltelijke uit. 't
Gele gras groeide er dan als 'n geel
bos tussen de paarse vlakten.
De vennen bleven in de Peel echter
voor bekenden en zeker voor vreem
den gevaarlijke plaatsen in het byna
eindeloze heideveld.
Hoe is het nu met de Peel
Ze is nu niet zo groot meer. De
schapen grazen er het laatste ma'.se
groen niet meer. De eendenkooien
zijn weg. De vennen zyn nog even
verraderlijk als in de oude tijden. In
een zeer regenrijke periode ziet men
in de lage gedeelten van de Peel nog
wel eens water staan. Zelfs in een
normale regentijd zijn de kommen
droog of bevatten slechts weinig wa
ter, al staan ze momenteel weer 'ns
aardig onder water, dank zy de vele
regenbuien. Maar hoelang zal het wa
ter op de Peel vastgehouden worden?
Het schy'nt dat Venray zich daarover
niet bekommert. Het water komt en
het water gaat, hoort men zeggen
Dat is immers de kringloop van wa
ter verdampen en daarna weer
in regen terugkomen. Maar lezer, ik
ben nog niet klaar met de inleiding,
moet weten dat de Venrayse Peel
hoger ligt dan Venray zelf. hoger dan
Merselo, hoger dan de Nachtegaal,
hoger dan Castenray en het Veulen,
en lezer, zelfs hoger dan Griendsveen'
en Deurne. En wat gebeurt er met
water dat hoger ligt dan zijn omge
ving Dat hoogliggende water stroomt
als het kan naar beneden, de laagte
in. En het water kan de laagte in als
de mensen er maar een sloot, ja nog
beter, een kanaal naar toe graven,
Het hoge gebied wordt droog als er
door een grote sloot het water aan
onttrokken wordt.
Lezer ge wordt ongeduldig. Ik be
grijp het. Ge wilt meer weten en ge
weet het alhet Defensiekanaal,
dat is de hoofdzondaar. Maar er zijn
nog meer zondaren. Ge zyt verbaasd
wellicht, maar ik ga ze U opnoemen,
al die genormaliseerde beken die het
hoge gebied van Venray droogpompen.
We beginnen in de buurt van de
Vredepeel en gaan ten Noorden en
Oosten van Venray rond, totdat wy
aan de grens van Venray en Horst
komen.
De afwatering van het Zwartewa-
ter samen met het afvoerkanaal van
het Defensiekanaal is er al een. De
Lobeek loopt uiteindelijk paralell aan
de eerste en ligt er niet ver van ver
wijderd. De Oostrumse beek kent ge
allen. Deze vorm een van de slag
aders van Venrays watersysteem. En
dan tenslotte en dan ben ik nog
erg bescheiden om niet nog meer
zondaren te noemen de Lollebeek
op de grens van Venray en Horst.
Kunt ge me nog volgen lezer Ik
ga weer terug naar de Peel, die ho
ger ligt dan zyn omgeving.
Deume en Griendsveen liggen lager
en dus gaat ook naar die kant het
water van de Peel verloren. En waar
voor gaat dit water verloren Dat
zal ik U trachten uit leggen.
Reeds in 1S90 heeft men 'n. sterke
uitbreiding van Venrays landbouw
areaal gehad ten koste van de woeste
peelgronden. Langzaam maar zeker
is de peelontginning gegroeid tot wat
ze nu is. Lalen we Ysselsteyn eens
bekyken dat in de jaren '20 is ont
gonnen. Het gebied ligt hoger dan de
omgeving en het water water in die
dagen nog aanwezig was is door de
sloten naar de de verschillende af
voerkanalen (beken) weggevoerd. De
eerste jaren ging het nog wel, maar
later in de jaren '30 na de normali
satie van de beken is men gaan
merken dat men te veel op de
gebieden had en niets op de hoge
gronden. Ysselsteyn is ontgonnen, dat
is waar. Maar niet minder waar is 't
dat het voor de toekomst behouden
moet blijven. Welke zyn nu de ken
merken van achteruitgang van de
gronden' van Ysselsti 'n en elders?
Het voortdurend vuiveh van de
gronden by gerihje droogte,
het verdrogen der gewassen in
de zomermaanden,
het te vroeg afrijpen van d9
wassen enz. enz.
En wat zyn de gevolgen van achter
uitgang
Slechte inkomsten,
armoedig bestaan.
Dit is ontzettend. Daar moet heel
hard aan gewerkt worden wil men
enige tegenstand bieden tegen deze
catastrofale ondergang van dit ont
ginning gebied. Wat kunnen wy nu
daaraan uiteindelijk doen.
Op de eerste plaats zal men moe
ten trachten het water in de sloten
te stuwen, Ten tweede zal men in
dit kale, boomloze en windryke ge
bied houtwallen en opgaande bomen
moeten aanleggen om de uitdrogen
de wind te breken. Met organische
mest zal men moeten trachten de
akkers beter te krijgen. Met al deze
en nog vele andere maatregelen zal
men verhoogde inkomsten verkrijgen
en gelukkiger leven.
Moge dit artikel bijdragen tot het
vormen van een juist beeld van het
gevaar dat de jonge Peelontginnings-
gronden bedreigt. Laten wij hopen
dat de waarschuwing die zeer drin
gend is door velen verstaan wordt
dat er krachtdadige middelen
worden aangewend om het grote ge
vaar van ondergang te voorkomen.
Bestrijd de verstuiving van Uw
gronden, het is Uw eigen belang.
De kringvorming, die men na de
oorlog vooral wil doorvoeren op het
gebied der zuivel-
fabrikatie is nog voor velen een on
bekend iets.
Wat zyn de gevolgen, wat zijn de
resultaten, wat is men eindely'k van
plan en hoe zit alles in elkaar.
Het zyn allemaal vragen, die eerst
dienen opgelost te worden, voordat
men het feit van de overgang tot
kringvorming zelf kan bespreken.
En juist om de leden nu eens voor
te lichten over deze materie heeft het
bestuur van de Zuivelfabriek Venray
de gelukkige gedachte gehad om de
Zuivelconsulent, de heer v. Wijk, uit
te nodigen op deze vragen eens een
antwoord te geven.
De spreker deed dat op een zeer
duidelijke wijze en al de boeren, die
in grote getale naar zaal Wilhelmina
gekomen zyn, hebben zich nu een
juist begrip kunnen vormen over het
begrip Kringvorming en de mogelijke
voor en nadelen.
De Kringyormiiig op zich
Spreker gaf allereerst een een defi
nitie van de kringvorming. Dit is het
aaneensluiten van verschillende coöpe
raties tot één nieuwe coöperatie, die
de gezamenlijke belangen zal behar
tigen. Een duidelijk voorbeeld hiervan
is de coöperatie AMENT in Weert,'
die een samenbundeling is van de
coöperaties Weert, Nederweert, Stam-
proy en Budel.
Op het antwoord waarom men nu
feitelijk over moet gaan naar kern
vorming heeft de geschiedenis van de
zuivelfabrikatie in deze streken reeds
een antwoord gegeven.
Immers omstreeks 1880 was in
Brabant, Limburg, Gelderland en
Drente het voornamelijk akkerbouw
en de koeien, die men hield, waien
allereerst voor de mest en op de
tweede plaats voor de fabricage van
boter (van zeer slechte kwaliteit), die
door de slechte afzet feitelijk meer
gold als ruilobject.
Omstreeks 1890 kwamen de eerste
boterfabrieken met ieder 25 50 leden.
We zie hier in Venray b.v. de boter
fabrieken St. Anthonius, St. Brigitta,
St. Jozef, St. Catharina, St. Jan, ter
wijl verder in Geysteren en Overloon,
ook nog fabrieken waren.
Nu is fabrieken misschien wel een
groot woord, want alles gebeurde met
handkracht.
In 1910 waren in het gebied van de
huidige Z.N.Z. 200 coöperaties met
ongeveer 100 leden, zodat we hier dus
feitelijk reeds van kringvorming kun
nen spreken.
Nadat in 1900 de eerste Stoomzuivel-
fabriek was opgericht, waren er in
1930 nog slechts 100 fabrieken, maar
nu met ieder ongeveer 300 leden en
was nadien de zuivelcrisis niet uit
gebroken, ongetwijfeld zou de toen
malige kringvorming nog verder zyn
doorgezet.
Als in 1045 in het gebied van de
Z.N.Z. de balans wordt opgemaakt,
blijkt, dat er nog slechts
sussen voor een goede ontwikkeling
zorgen.
Intusssen was er het probleem, dat
in de overgebleven 77 fabrieken grote
vernieuwingen moesten worden door
gevoerd, met reusachtige kapitaals
investeringen, terwijl iedereen het er
over eens was, dat voor verschillende
fabrieken een vernieuwing doelloos
was. Er moest nog altijd volgens deze
commissie noodzakelijk een concen
tratie komen, een z.g. kringvorming,
die men mo.est overlaten aan de leden
der verschillende coöperaties, maar
die zich zou moeten concentreren om
een consumptiemelk-centrum, dus om
een stad.
Hoe zit dekringYorming
in elkaar?
Allereerst is dan bedrijfsorganisatie
nodig. Dat wil men bereiken door alle
fabrieken uit zo'n kring te laten
draaien, tot na 2 jaar zal blijken,
welke niet meer mee kan en deze
moet dan verdwijnen.
Mocht verder blijken, dat er teveel
fabrieken in zulk een kring zyn, dan
zal een neutrale commissie hierover
beslissen. Het gevolg van een der
gelijke concentratie zal zyn, dat een
zelfde melkprys geldt voor alle leden
van de kring, waardoor de nadelige
concurrentie onderling verdwijnen zal.
Verder krijgt men hierdoor een zo
economische mogelijke verdeling van
de melkproducten, van de aan- en
afvoer van de melk en een goede
distributie.
In deze kring wordt in navolging van
Zweden en Denemarken naar kwali
teit uitbetaald. Voor de directeuren,
die uitvallen, alsmede voor het per
soneel zal natuurlijk juist gezorgd
worden.
81 fabrieken
over waren, met grotendeels ver
ouderde en versleten machines, die
de helft van de melkopbrengst van
1930 te verwerken kregen, doch wier
onkosten driemaal zo groot waren
worden, o.a. door de hogere lonen en
sociale lasten.
Goede raad was duur, het over
grote deel der fabrieken was ingesteld
op de bereiding tot consumptiemelk
terwijl de tijd vele andere pro
ducten eiste.
De Z.N.Z. heeft een commissie in
gesteld om al de moelykheden van de
Dorlogse jaren eens te bestuderen
en daarvoor een oplossing te zoeken.
De allereerste moeilijkheid, die zij
oploste was overmelk-verwerking,
waarvan nu in Bergeyk en Veghel,
gecondenseerde melk, kaas en casseine
bereid wordt en waardoor de boeren
hier, in tegenstelling met Gelderland
en Overysel een goede prijs maken.
Om kundig personeel te krijgen, dat
in staat is ook grotere fabrieken te
leiden, werd in Den Bosch een zuivel-
school opgericht, terwijl verder cur-|
Bezwaren
Zo gezien zou men dus niets anders
als goede resultótm kunnen boeken,
maar er zijn ook bezwaren, die echter
niet in dergelijke mate overheersen.
Vele boeren menen, dat ze nu niets
meer te zeggen hebben, maar spreker
liet uitkomen, dat ieder afzonderlijk
ook slechts een kleine stem in
het kapittel heeft.
In een kring zal een ledenraad toe
zicht hebben en een beslissende stem,
een ledenraad die gevormd is volgens
de afdelingsrede van de L.L.T.B. en
1 lid voor iedere 200.000 kg ge
leverde melk, een systeem, dat trou
wens nu reeds by verschillende coöpe
raties wordt toegepast.
Dat de leden nu verder van de
fabriek af staan zal niet worden ont
kent, al geldt van de andere kant
ook de regel, dat in goede tijden, dat
niet als nadeel gevoeld wordt.
In slechte tijden echter en we
kunnen deze zeer naby rekenen -
het echter anders, maar door een
goede afvaardiging in de ledenraad,
een deskundige voorlichting door melk-
cursussen en stalcontrole kan de band
tussen boer en fabriek verstevigd
worden
Een ander bezwaar, dat volg -
velen de zaak te groot wordt, wordt
feitelijk reeds door de voorafgaande
geschiedenis weerlegd, bovendien ziet
men, dat ook in andere organisaties
alles groter wordt.
Wie ziet hoe de Frico waarby
in Friesland alle zuivelfabrieken zyn
aangesloten daar werkt, heeft
slechts respect voor het resultaat.
In Zweden zijn dezelfde voorbeelden
te vinden, kortom het is feitelyk een
eis tyds. Een verder bezwaar zou b.v.
kunnen zyn, dat men hier in Venray
zegt, waarom moeten wy met onze
grote fabriek ons nu gaan verbinden
met de kleintjes, die toch maar mee
sukkelen
Heren, aldus spreker, denk aan de
toekomst, enkel samenwerking, zal
kunnen bereiken en een behoorlijke
concentratie geeft goede mogelyk-
heden. De gehele kringvorming zal
voor een groot deel afhangen van het
bestuur en directie.
Over al deze punten zullen de leden
van de zuivelfabriek zich moeten be
raden als in de a.s. ledenvergadering
deze kwestie ook door de leden zullen
besproken worden.
En geej geleuf da'
Nou, Sint Antonius, U hebt Dinsdagavond toch niet te klagen gehad.
Het was toch wel even spannend. Kwart voor vyf, nog byna een lege
kerk, alleen achter in de banken mensen en boven op het oksaal twee
jongens uit Leunen. U moet toch wel gedacht hebben „Prins Carneval,
gaat het winnen vanavond" „En geej geleuf da"
Vijf uur Kerk stampvol. Tot boven toe zaten de mensen. Ja, we
hebben U w§! zien kyken toen we binnen kwamen, maar U bent toch
zeker de tel kwyt geraakt. Toen de deur zich achter de laatste sloot was
het „Dag Prins Carneval, binnen is binnen en nog steeds heit de klok
negen, veel zyn er niet van slag af'.
Maar wat te doen, als ze nu die eene Dinsdagavond niet geweest zyn
Is het dan al mis Ho, honiet zo vlug van stapel. De Dinsdag heeft
meer uren, dan alleen het lof in de Paterskerk. Da dénk teminste.
Die mensen zijn misschien 'smorgen3 geweest of in de middag en dat
geldt even goed. Mooi, daar hoor ik ook by. Fijn, Antonius, en dan kom
ik voortaan iedere Dinsdagavond naar Uw lof met preek en ik word
verhoord. Dat hebt U tenminste gezegd in Uw huisbezoek voor de negen
Dinsdagen begonnen „Negen achtereenvolgende Dinsdagen mijn beeld in
de Minderbroedersskerk bezoeken en, kwam er achteraan, ge ZULT ver
hoord worden. Wel Ja Antonius helpt ze ALLEMAAL »En geej
geleuf da! Moet U meemaken, laat me daar van de week iemand zeggen
„en geej geleuf da Antonius ze allemaol helpt". Niet alleen „geleuven"
maar zeker weten. Hy helpt ons en zorgt dat we krijgen wat het beste
voor ons is. Antonius, Mensenvriend, tot Dinsdagavond HALF ACHT
al* U ons Uw VRIENDENHAND toesteekt.
Candidaatstelling
voor de
Provinciale Staten.
Do Burgemeester van Venray brengt
ter openbare keunis, dat op Dinsdag
14 Maart a.s. zal plaats nebben de
candidaatstelling voor de Provinciale
Staten.
Op die dag kunnen van des voor
middags negen uur tot des namid
dags vyf uur by de Voorzitter van
het Hoofdstembureau ter Secretarie
der gemeente Horst worden inge
leverd lijsten van Candiüaten als
bedoeld in artikel 35 der Kieswet.
Op dezelfde lijst mogen ten hoog
ste 20 Candiüaten worden geplaatst.
Iedere lyst moet worden ondertekend
door tenminste 25 kiezers, voorko
mende op de Kiezerslyst van een
gemeente, gelegen binnen de Kies
kring Horst.
Achter de naam van ieder der
ondertekenaars moet de Gemeente
vermeld worden, op welke kiezers
lijst hy voorkomt. Tenzij een onder
tekenaar voorkomt op de kiezerslijst
der Gemeente, waar liet Hoofdstem-
bureau is gevestigd, wordt by de
inlevering der lijst overgelegd een
verklaring van de Burgemeester der
Gemeente, dat de ondertekenaar
voorkomt op de Kiezerslijst van de
Gemeente.
Dezelfde kiezer mag niet meer dan
één lijst ondertekenen.
De Candidaten worden met ver
melding van hunne voorletters en
woonplaats op de lijsten geplaatst,
in de volgorde, waarin door de onder
tekenaar aan hen de voorkeur wordt
gegeven.
Indien de Candidaat is een gehuw
de vrouw of weduwe, wordt zij op
de lyst vermeld mot de naam van
haar echtgenoot of overleden echtge
noot, onder toevoeging van haar
eigen naam, voorafgegaan door hot
woord: „geboren" of een afkorting
van dit woord.
Bij de vermelding van een candi
daat mogen de voorletters geheel of
ten dele door de voornamen worden
vervangen.
Dezelfde Candidaat mag niet voor
komen op meer dan een van de
lysten, ingeleverd in dezelfde Kies
kring.
By de lyst moet worden overgelegd
de in artikel 4 van het Koninklijk
besluit van 12 December 1917 (ütsbl.
no. 692) bedoelde schriftelijke verkla
ring van ieder daarop voorkomende
Candidaat, dat hij bewilligt in zijn
Candidaatstelling op deze lyst. Indien
de Candidaat zich buiten het Rijk in
Europa bevindt, kan de hierbedoelde
verklaring telegrafisch worden ge
daan en is zy niet aan het officiële
formulier gebonden.
De inlevering der lyst moet ge
schieden persoonlijk door een kiezer,
bevoegd tot deelneming aan de ver
kiezing binnen de kieskring, waarin
de lijst wordt ingeleverd.
De Candidaten kunnen daarbij
tegenwoordig zyn. Van de inlevering
wordt een bewijs van ontvangst af
gegeven, aan degene, die de lyst
inlevert.
Formulieren voor de lysten en voor
de schriftelijke verklaring van bewil
liging, hierboven vermeld, zijn ter
secretarie dezer gemeente, afdeling II
kosteloos veakrygbaar tot en met de
dag der Candidaatstelling.
In- herinnering wordt gebracht
artikel 148 der Kieswet, luidende
als volgt
Hy, die een lyst, als bedoeld in
artikel 35 inlevert, wetende dat zy
voorzien is van handtekeningen
van personen, die niet bevoegd zyn
tot deelneming aan de verkiezing,
waarvoor de inlevering geschiedt,
terwijl zonder die handtekeningen
geen voldoend aantal voor ene gel
dige lijst zou overblijven, wordt
gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste drie maanden of een
geldboete van ten hoogste honderd
twintig gulden.
Met gelijke straf wordt gestraft
hij, die wetende dat hij niet be
voegd is tot deelneming aan de
verkiezing, ene voor die inlevering
bestemde lyst, als bedoeld by artikel
35 heeft ondertekend.
Venray, 14 Februari 1950.
De Burgemeester voornoemd,
Mr. A. fl. M. JANSSEN.
Het zyn niet altijd degenen, die
door de publieke opinie als doods
vijanden van de Kerk gedoodverfd
worden, die haar ook metterdaad het
meest afbreuk doen en haar.de ergste
strikken spannen. Haar verderfelijkste
en gevaarlijkste tegenstanders zyn de
lauwe en slechte christenen, deze
rotte plekken in haar levend orga
nisme.
Hierover schrijft Kardinaal New
man, zy het ook in enigszins ander
verband„Het was my liever, dat de
Kerk door een volk vertrapt werd in
een eerlijk en ernstig geloof daarmee
God een dienst te bewijzen hoe
verschrikkelijk de zonde op zich ook
zou zyn dan dat ze door een volk
enkel en alleen, geacht zou worden
om geen andere reden, dan d&t het
zyn bezit vast in de hand wil houden.
Want ik geloof, dat dit een veel
grotere zonde zou zyn."