a Bij onze Hollanders in Brazilië. Kansen voor emigranten naar Liberia WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN nze uóöinemmó 4jd Hlieum $aaï. ■>miqceun De mteld tend. Zaterdag 7 Januari 1950 No. 1 Een en Zeventigste Jaargang Druk en Uitgave Firma van den Munckhof Drukkerij Kantoorboekhandel Grootestraat 28 Telefoon K 4780 512 Postrekening 150652 PEEL EN MAAS Advertentieprijzen op aanvraag verstrekt Abonnementsprjj s per kwartaal: voor Venray fl 1.00 buiten Venray fl 1.20 uitsluitend vooruitbet. By een nieuw jaar behoren nieuwe voornemens. Daarom ruimen we de eerst op, die dik ondei' het stof of vol modder zitten. Bij de heibergier be ginnen we ook met een nieuwe, schone lei en bij O.L.Heer ook. We maken niet teveel voornemens. Want anders vei drinken we erin en raken verdwaald in ons eigen bos. We nemen ons voor, alles wat rus tiger, wat kalmer te doen, met meer overleg, niet zo heet van de naald en minder heet gebakerd. Dan wordt het tempo van ons leven rustiger en dat ls uitstekend voor onze grote en kleine kwalen, om sloohts te zwijgen van onze bloeddruk. Dan letten we ook beter op onze woorden en zullen daardoor onze mede mensen veel minder dikwijls onaan genaam bejegenen, want we letten beter op onze woorden en gebaren. Dan willen we liever luisteren dan zelf voortdurend aan het woord zijn en dat zal moeder de vrouw heel wat leuker vinden. We zullen heel wat minder vaak een stukje van onze tong willen bijten, als we onze mond voorbij gepraat hebben. Verder zullen we minder dikwijls over andere mensen praten, hun fouten en onhebbelijkheden minder breed uitmeten. Wij hebben er minstens evenveel en daar zwijgen we toch ook angstvallig over. Tenslotte zullen we minder kan keren over alles, wat we toch niet kunnen veranderen. De wereld draait toch. Waarom zouden we ons zo dik maken? Als we minder praten, wordt het in onze omgeving rustiger en dit heb ben wij- het hardst nodigrust en stilte om tot bezinning te komen. Op deze manier kan zelfs onze gekke wereld nog half wijs worden. In stilte en bezinning rijpen grote gedachten in onsen anderen. God kan alleen in ons groeien, als het stil is en stilte is winst voor God en de wereld. P. H. RONGEN O.C.R. Be kalender van 1949 is reeds be dolven onder die van 1950. Het is de eerste dagen een beetje onwennig een nieuw jaartal te schrijven; de routine doet ons zo gauw een ver gissing Nu echter veranderen we twee cijfers en meteen hebben we de eerste helft van de twintigste eeuw om. Het is een bijzondere gebeurte nis. Maar... als we zo naar buiten kijken, is deze winter net als alle winters. De vorst heett nog niet aan onze kolenvoorraad gevreten. We treuren er niet om, zeker niet. Als wy het bij dit laatste restje van bonnen voor het zeggen hadden, zouden we ook de beide komende maanden, „waarin de dagen beginnen te lengen en de winter te strengen", eenzelfde tem peratuur wensen. Nu heet 't: koud weer, duur weer, en economisch zijn we nog lang niet op rust gekomen om de extremiteiten van een echte winter op te vangen. Het voorbije jaar was in vele op zichten een bewogen jaar. Brandende kwesties vroegen om een oplossing en als we alleen maar de souvereiniteitsoverdracht noemen, dan kunnen we zeggen, dat het vruchtbaar is geweest, hoe men er ook verder over denken mag. Er is zo van alles gebeurd in de afgelopen twaalf maanden veel wat ons zorgen baarde en feite lijk niet zo veel wat ons vreugde schonk. Internationaal is de wereld nog niet tot rust gekomen. De naweeën van de oorlog doen zich nog sterk gevoelen. Ieder land leeft schier op een eiland en heeft z'n deuren nog dicht gegrendeld. Gevaren dreigen nog, vooral uit het Oosten, al zijn we een beetje gewoon geraakt aan de spanning, die er bestaat tussen het totale Rus land c a. en de democratische landen. "We kunnen daar sombere theorieën over opzetten, maar we hebben voor eerst de lealiteit te aanvaarden, in de hoop, dat het zonder een gewa- pond treffen zal aflopen en, dat uit de botsing der meningen toch nog iets goeds te voorschijn zal komen. Zo nu en dan vreesde men het ergste, doch dank zij de verbonden heid van het democratische bloc zette de Russische beer geen stap verder in Westelijke richting. Hopen we, dat het zo zal blijven. In het Verre Oosten vielen intus sen de slagen dubbel hard. China is nagenoeg helemaal communistisch en onder de voet gelopen. Om dat\r het gevaar te keren, heeft ons land op aandringen van de grote machten, spoed gemaakt met aan Indonesië zelfstandigheid te geven. Dit vooral heeft een grote rol ge speeld in de vroege souvereiniteits overdracht. Moge het offer dat ons land bracht er daadwerkelijk toe medewerken, dat het extreme gevaar ook daar ingedamd wordt. Er zy'n nog vele, zij het kleinere geschilpunten, die de wereld in be roering brachten, doch deze vallen in het niet bij dit ééne: een halt toe te roepen aan het communistische gevaar. Over politiek kan de geschied schrijver, die 1949 bekijkt, heel wat schrijven. Wij zullen het bij deze summiere opsomming laten. Bezien we hoe ons land er econo misch voor staat, dan hebben we ook voor 1950 weinig reden om bijzonder optimistisch te zijn. De diefstal van 25 milliard harde Nederlandse guldens, die Duitsland pleegde, ligt ons nog zwaar op de maag. Om het duidelijker te zeggen: we zitten nog in de put! Onze uiterlijke welstand we willen dit woord nog eens gebruiken, ook al moesten we er eigenlijk een ander voor in de plaats stellen drijft voor een belangrijk deel op de Marshall-hulp Als die in 1952 afloopt, moeten we op eigen benen staan. Het is te be grijpen, dat er dan nog heel wat gebeuren moet, dat er dan nog heel wat ten goede moet veranderen. Zeker, we doen diligente pogingen daartoe, maar men kan nu een maal van een kikvors geen veren plukken. In heo streven onze staathuishoud kunde in orde te maken, moeten we ons grote lasten opleggen. Moeten we sober leven en hard werken. Speciaal de laatste maanden van het voorbije jaar hebben we dat weer aan den lijve kunnen onder vinden. De Regering is er noodge dwongen toe moeten overgaan de subsidies op verschillende artikelen te laten vervallen, hetgeen betekent dat deze duurder zijn geworden, zö duur, dat het voor vele gezinnen uiterst moeilijk is de eindjes aan elkaar te knoptn. Een opsomming te geven van die artikelen lykt ons, gezien deze over bekend zyn, niet nodig. We worden gedwongen sober en zuinig te leven De hutspotten van Egypte zullen in het pas begonnen jaar steeds verder van ons verwijderd worden. Minister Mansholt heeft het dezer dagen nog eens gezegd, dat 1950 ons op de proef zou stellen. Hopen we intussen, dat de economische toe stand van ons land zodanig zal ver anderen, dat we in de nabije toe komst een meer optimistische klank kunnen laten horen. Bij alle schaduwen, die over ons land trekken, is er voor duizenden gezinnen één lichtpunt. En dat is: dat de 'zorgen voor onze jongens, die in het hartje van de smaragd ver blijven, minder worden. Zy zullen allen repatriëren. Al zullen dan ook nieuwe moge lijkheden het gevolg van zyn de vrees is toch weggenomen. Yan de andere kant dringt het probleem van overbevolking steeds sterker naar voren. We doen ons best onze industrie uit te breiden, om te trachten daar voor velen em plooi te verschaffen, doch ook dat kan ons niet volledig redden. Vooral voor boeren en tuinders is er voor vele duizenden maar één weg: de emigratie. Als we dan tenslotte, nog 'n enkel woord aan eigen huis mogen wijden, dan is't dit, dat we wat huisvesting betreft, aardig uit de knoei beginnen te komen. Er is véél gebouwd. Venray speciaal krijgt al weer een fleurig aanzien en ook in de, laten we zeggen agrarische bouwsector begint schot te komen. En... als we dan nog iets blijvends willen schenken aan onze nakome lingen, ondanks dekommervolle tijdsomstandigheden, dan is het een nieuwe kerktoren I Dan zullen we voldaan zyn en een beetje trots om dit kostbare bezit. Moge het zo zyn I Bij het afscheid van 1949 heeft de Regering de derde loonronde aange kondigd, die een loonsverhoging van 5 pet. inhoudt en tevens het parool uitgeeft van harder en efficiënter werken. Het zou wel eens interessant zyn om de vele gevolgen van deze derde loonronde te bespreken, maar wy willen nu enkel de nadruk leggen op een van de vele consequenties. Langzaam maar zeker stijgt het aantal werklozen, langzaam maar zeker stijgt het aantal werkzoekenden. En al zyn we, Goddank, nog niet zo ver als voor de oorlog, we zyn reeds lang over het hoogtepunt van de arbeidsvraag heen en er worden weer eisen gesteld, waaraan men twee, drie jaren geleden nog niet durfde denken. Geeft men het parool uit van harder en langer werken, dan zal men niet de arbeiders treffen, maar ook weel de poort sluiten voor vele werk zoekenden. Het is als een kringgang, waarin het een het ander naloopt. Slechte een grote industrialisatie en een sterk verhoogde export, kan hieraan een gunstige wending geven. En hiervan hebben we na de oorlog weinig bespeurd. Zeker onze export is gestegen, onze industrie breidt zich uit, maar niet in die mate als gewenst is, men kan nu eenmaal geen ijzer met handen breken. We zien dat in onze eigen gemeent6, waar men veel moeite doet voor industrie, gunstige voorwaarden heeft geschapen, maar waar in al die naoorlogse jaren nog te weinig is gebeurd. En het zyn vooral onze jonge boerenmensen, die hiervan de dupe zullen worden. Want wat te doen met deze jonge kerels, die gehecht aan de landarbeid toch al zo moeilijk kunnen overschakelen naar industrie en handel De grond is verdeeld, vaak reeds in te kleine stukken en kans op uit breiding is er maar weinig, ook door de Peelontginningen. Maar er is niet voldoende. Er bestaan jammer genoeg geen juiste gegevens over het aantal boerenjongens die thuis of elders werken in de hoop later'eens een eigen bedrijf te beginnen. We zyn er van overtuigd, dat men van het aan tal zal schrikken. Men kan er zich niet mee van af maken, door te zeggen, dat het toch de schuld is van de mensen zelf, die geen rekening houden met de be staande feiten. Men moet gelegenheid scheppen en daardoor deze mensen een bestaan mogelijk maken ."Daarvoor is nodig een snellere ontginning van de daarvoor geschikte grond en emi gratie, terwijl voor de toekomst een beroepsvoorlichting in de meest uit gebreide zin van het woord, dringend nodig zal zijn. Over de Peelontginningen, alsmede over de beroepsvoorlichting willen we het nu niet hebben, wel echter over de emigratie. Het heeft bjj vele boeren bevreemd, dat de regering voor los- arbeiders de gelegenheid schept tot emigratie, zonder hoge kosten, ter wijl men de landbouwers rustig hun eigen boontjes laat doppen en daar door dikwijls grote sommen gelds ge vraagd moeten worden om te kunnen emigreren. Intussen is echter gebleken, dat van de organisaties uit hard gewerkt wordt om ook voor de landbouwers een behoorlijke regeling te scheppen, zodat ook voor hen een „goedkopere" emigratie mogelijk is. Verder worden studiecommissies in het leven geroepen, die overal ter wereld de mogelijkheden voor vesti ging onderzoeken en wordt deskun dige voorlichting gegeven. Beide ar tikelen, over Afrika en Brazilië in dit blad zyn daar een sprekend voor beeld van. We hebben Venray se mensen reeds weg zien trekken naar Frankrijk, Canada. Argentinië en Brazilië, maar meerderen zullen hun voorbeeld moe ten volgen. Men kan het betreuren, dat we zo goede krachten kwijt wor den, maar voor hun eigen toekomst en voor die van ons land is dit de beste weg. Grote stukken grond liggen braak in de wereld, terwijl men hier vecht om een hectare zandgrond, grote mo gelijkheden liggen ter wereld nog open, terwijl hier alles is uitgeput. We hopen van harte, dat vele Venrayse jonge boeren bij hun orga nisaties eens aan zullen kloppen om inlichtingen en, dat zy de moed zul len hebben de grote sprong te wagen. Dan alleen is een oplossing mogelijk, dan alleen is een verdere splitsing van de boerderijen tot oneconomische bedrijven te vermijden. Tenslotte hopen we, dat de regering het belang van een goede emigratie in ziet, wat ook blijkt uit de reeds getroffen maatregelen, maar dat daar naast voor onze jonge boeren ook kansen geschapen worden. De jonge boeren zullen zich op de emigratie moeten instellen, zij moeten zichzelf „ryp" daarvoor maken, hun tekort aan vorming op godsdienstig en zedelijk gebied aanvullen, hun vak kennis verbeteren, talen leren, zich instellen op een sober en hard leven. Laten zy er veel over denken en spoedig tot een beslissing komen. De nood dwfngt... Ir. J. G. Heymeyer staat aan het hoofd van ton, nu reeds vrij grote Nederlandse kolonie: de „Fazenda Ribeirao" waar al eens eerder over gesproken is in ons blad en waar verschillende Venrayse boerenfami- lie's naar toe getrokken zyn. Ir. Heymeijer is enkele dagen voor zaken in ons land en bleek bereid iets te vertéllen van zyn ervaringen interessante, moeizame en hoop volle, aan „De Tyd", waaraan wy 't volgende ontlenen: 450 Nederlanders zitten er nu en zoals bekend werden deze emigran ten geselecteerd door de Katholieke Boeren- en Tuindersbond. Daarnaast is er een honderdtal Brazilianen op de Fazenda, dat hoofdzakelijk werkt in de bouwvakken. Men zou daarvoor natuurlijk ook Nederlanders kunnen aantrekken, maar deze onderneming is zeer seri ens opgezet en wil dus geen mensen opnemen, die het risico zouden lopen op den duur geen heid te vinden in Brazilië. Aanvankelijk werd als 'te verwach ten bevolkingscijfer voor deze neder zetting het aantal van rond isoo emigranten genoemd; ir. Heymeyer ziet nu echter verder en rekent op wat langere duur op een groei tot 3 a 4000 zielen. Men hoopt namelijk een zekere industrie te kunnen ontwikkelen geen grote, op zichzelf staande pro jecten, maar ondernemingswerk, waardoor de Fazenda Ribeirao min of meer self-supporting ^zal worden, Niet alleen landarbeiders zullen op deze katholieke kolonie een plaats kunnen vinden ook om maar een paar voorbeelden te noemen lei dinggevenden op landbouwtechnisch gebied, zakenmensen, een leraar, een accountant enz. Om een bestorming door gegadigden van het emigratiebureau van de Ka tholieke Boerenbond op de Badhuis weg in Den Haag te voorkomen, zy er by gezegd, dat maar niet lukraak Jan en alleman geaccepteerd wordt. Men zoekt doorgaans mensen, ge schikt voor de vervulling van speci ale functies. Op grond van zyn ervaringen meent ir. Heymeyer ook wel te kun nen zeggen, dat in het algemeen voor de landen van Zuid-Amerika emigratie zonder een dergelijke solide basis onbegonnen werk is. De individuele Nederlandse emi granten, die berooid naar de groep hunner landgenoten toe kwamen en daarin thans zyn opgenomen, weten daarvan mee te praten. Wie in Brazilië in dienstverband begint, komt veelal niet verder. In anderelanden, bijvoorbeeld in Canada of Nieuw Zeeland, liggen de verhou dingen wat dat betreft, veel gun stiger. Op de Fazenda Ribeirao vormen de emigranten een coöperatie, straks zullen zij echter een deel van het ontgonnen gebied als eigen bedrijf kunnen exploiteren. Welke hun zorgen zyn Ir. Heymeyer vertelt ons even het I verloop van de laatste dag voor zijn vertrek, 's Morgens, midden onder een bespreking over het werk, komt er een aanhollen met het nieuws van een bevalling er worden 15 babys verwacht op de Fazenda. Daar moet een regeling voor getroffen worden, want de moeder zou naar het zie kenhuis in Campina, de dichtstnabye stad gaan. Auto kapot, auto laten maken. Dan het bericht, dat er een stier gestorven is. Waaraan Men consta teert de beet van een insect, dat een besmettelijke ziekte overbrengt. Dan volgen vele moeilijkheden een vrij gebrekkige telefoonverbinding om het serum te pakken te krygen en zomaar door. „Senor Presidente" heeft aan zyn zyde een medebestuurslid, een een. voudige boerenzoon van een jaar oi dertig, in letterlijke en figuurlijke zin een man van formaat, .die geknipt is voor zyn taak. Het gezag door de leiding van de coöperatie uitgeoefend is onherroepelijk en dat moet ook wel by een zo grootscheepse onder neming, die een vaste bestuurshand vraagt. Onder de hoofdleiding staan ver schillende chefs, die op onderscheiden taken akkerbouw, ontginning- veehouderij, tuinbouw, civiele bouw inkoop supervisie uitoefenen. Er zijn ook boeren, die by de bou wery meehelpen en het is frappant hoe snel die zich het metselen heb ben eigen gemaakt. De huizen zyn eenvoudig maar zien er fris uit. Brazilianen uit de omgeving hebben veel belangstelling voor allerhande zaken: de goedverzorgde kleding van de boerendochters, de wandversiering in de huizen, een naaimachine, sty ten langs de deuren, een rode keuken- uitzet en een ouderwetse petroleum lamp. Wel om de maand verschijnt er in een of andere krant een reportage en die brengt dan weer nieuwe kykers op de Nederlandse nederzetting. Op den duur wil men dan ook een restaurant inrichten om de bezoekers, die nu mevrouw Heymeyer gezel schap komen houden, te ontvangen. Ook belangstelling van hoge we reldlijke en kerkelyke autoriteiten is er geweest of nog te verwachten. Al met al kan men zeggen, dat zich een zekere Nederlandse faam gevestigd h9eft, maar die geeft ook verplichtingen. Als er dus boter wordt afgeleverd, dan moet men wel alle zeilen byspannen om de kwaliteit van dit product te ver hogen. De boter wordt verkocht, dit wil zeggen, dat de emigranten zelf vet gebruiken, dat zy en hier ziet men even de positie van de pion- niers in Nederland wel niet op hun brood zullen hebben gegeten. Er zyn natuurlijk ook grotere moeilijkheden: er is twee keer mond- en klauwzeer geweest en men heeft pech gehad met de aard appelen. Er moet hard gewerkt worden Tydens de bloedige slaventijd, waar in Afrika's zonen en dochteren nog als handelswaar werden beschouwd, tra den onder de eerste kolonisten twee mannen met een bijzondere karakter- aanleg naar vorenLot Carey, een vroom aanhanger van de Baptisten Eljjan Jahnson, een moedige strijder, die al vlug tot leider van de groep werd bevordeid. Dat was in 1822. Vyf en twintig jaar hebben deze vryheidspioniers stand gehouden, zowel tegen de hun als indringers beschouwende stam hoofden van dat stuk West-Afrika waar zij geland waren, als tegen een honende wereld, die met een sma lende glimlach toekeek en wel heel weinig verwachtte van de stichting van een negerrepubliek. Doch men streed niet voor niets en thans is het al weer 102 jaar geleden, dat de on afhankelijkheid van de republiek Liberia werd uitgeroepen en door de wereld, met Engeland als eerste, erkend. Het is de republiek waarover Graham Greene, de Engelse anteur van formaat, zyn „Journey without maps" schreef. Er zyn meer lezers geweest, die hun interesse voor emigratie naar dit land getoond hebben, dan verwacht mocht worden. Verschillende brieven kwamen bin nen van doktoren, waaronder twee van semi artsen, die op korte termijn willen gaan trouwen en hun vrouw mee naar Liberia nemen. Vele van hun vragen zyn ook voor andere aspirant emigranten van belang. "VVe zyn van plan een stel kin deren te hebben. Hoe zijn de opvoe dingsmogelijkheden in Liberia? De kinderen in Europa of Amerika op een kostschool doen, willen wy niet. Voor een universitaire opleiding zou dit niet zo erg zyn. Met 19 en 20 jaar kunnen zy op eigen benen staan. Zo schrijft een semi arts. In de republiek zyn een 250 lagere scholen, waarby' men echter die in het binnenland vanwege de primi tiviteit zowel in onderwijs als in ac commodatie - rustig kan uitscha kelen. De enige instelling waar m.ï. de kinderen voor een goede lagere school opleiding in aanmerking komen, is die der katholieke Missie in Onrava. De leerkrachten zyn er de Ierse paters van de Orde der Afrikaanse Missiën (dezelfde orde, die wy in Lim burg, in Cadier en Keer, hebben, waarvan echter de missionarissen in de Goudkust verblijven) en enkele door hen opgeleide Liberiaanse onder wijzers. Na beëindiging van deze eerste cur sus kunnen de ouders voor een ver dere opleiding kiezen tussen drie middelbare scnolen, die alle drie een goede indruk maken, doch waarvan ik meen, dat degene van de Ameri kaanse methodistische missie, het „College of West Africa", debsste is. De twee andere zynhet „Liberia College", opgericht door de staat en onder zwarte leiding en een pas ont luikende middelbare school van de Ierse paters. Een met goede gevolgen afgelegd eindexamen by een dezer Leergangen geeft toegang tot alle Amerikaanse universiteiten. Elimaat en gezondheid Het klimaat in de Liberia, dat niet zo heel ver van de evenaar ligt, is uit de aard der zaak tropisch. De ongezondste periode van het jaar, zo werd my vóór myn vertrek gezegd, was net d6 tyd, dat ik er ver bleef en de overgang van het natte naar het droge seizoen plaats heeft. Dat was October. Doch ook dit valt erg mee. Dit in October ingaande „warme tijdperk" duurt ongeveer tot ir. Mei waarop de regentijd aanvangt, die echter tussen Juli en Augustus weer door de „middle-dry", enkele kurk droge weken, onderbroken wordt. In de meest noordelijk gelegen plaats, by de Franse grens, Sanquelli, vinden de zwarten zelf het te koud. De temperatuur lijkt veel op die in ons land, terwijl er tussen Novem ber en Februari zes dagen zyn, dat de „liarmattan" loeit on iedereen voor deze uit de Soedan -komende droge wind binenshuis vlucht. Hoewel de temperatuur in Liberia zeer vochtig is en myn lakens 's mor gens by het ontwaken dikwijls nat waren van een warme dauw. is er in Monrovia geen muskiet te bekennen en men kan er dan ook met een go- rust hart zonder een afwerend en be nauwend net, dat als een troonhemel boven het bed hangt, gaan slapen. ïk zou echter niemand aanraden ook zo in het binnenland te doen; hy zal deze roekeloosheid evenzeer be treuren als uw correspondent, die in Kaketa de eerste nacht in binnen landse richting de volgende morgen eruit zag of hy zyn hoofd en hele lichaam in een bijenkorf gestoken had! Naast malaria kon ik maar zelden constateren, dat er gele koorts voor kwam. Alle blanken, die ik ontmoette, dronken slechts tweemaal gekookt en gefilterd water en nog steeds is het my een raadsel hoe de zwarten zich konden wassen en drinken van kleine, soms met watervliegjes overdekte plassen, zonder typhus te krijgen. Het enige, dat de Liberiaanse regering van iedere nieuwaangekomene bij zyn ont scheping eist, is een „pokken-briefje". Over water, licht en voedsel Net zomin als een spoorweg kent het land nog een waterleiding en een rioleringssysteem. Men behelpt zich echter met het slaan van een put, van waaruit het water in een tank op het dak van het huis wordt ge pompt. Zo kan men toch „stromend water" en „een doorspoelend toilet" creëren. Een electriciteitsnet heeft Monrovia wel. Het was tydens myn bezoek echter een zeldzaamheid wanneer dit het niet een of tweemaal per avond begaf. Als plaatsvervanger en stroom- versterker worden dan ook veelal op benzine werkende electriciteitsopwek- kers gebruikt, z.g. „powerplants". Door de medewerking van reed» meer dan tien jaar daar wonende land genoten kon ik een lijstje samen stellen van de levensmiddeienpryzeu ir. Liberia. Doordat het land zelf by lange na niet aan de vraag naar voedsel kan voorzien, moet 13 tot 20 pet. worden ingevoerd. De prijzen van deze, meestal uit Amerika, geïmporteerde goederen zijn, in vergelijk met voor de oorlog, met ruim 200 pet. en die der in het eigen land voortgebrachte producten met 350 pet. gestegen. Kleding en dranken gingen 200 pet. omhoog, waarnaast de lonen met 100 pet. stegen. Een en ander komt er^i neer, dat de kosten voor levens<floerhoud in Liberia voor de blanken die niet als een neger in de binnenlanden van van ryst en apennoten kan leven hoger zyn dan in Nederland. Naast dit alles mag echter niet vergeten worden, dat in deze in haar belangrykste overgangsperiode ver kerende jonge negerrepubliek, alle lonen in U.S.A.-dollars worden uit betaald. En al zijn de lonen, in tegen stelling met vele andere zaken, slechts met 100 pet. gestegen, het vroegere peil waar zy op stonden was meer dan het dubbele, in ons land. En als er één land in West-Afrika onze sympathie en hulp verdient, in ruil waarvoor het c a volledige vrij heid en grote financiële mogelijkheden vcor de daarheen gaande emigranten biedt zonder fiscale uitknjjpery, dan is het wel de negerrepubliek Liberia. en het is bepaald geen luilekker land op de Fazenda Ribeirao, waar van thans ïooo hectaren ontgonnen zyn. Maar men ondervindt mede werking van allerlei kanten en er zit toekomst in de onderneming. Er is een (verloren)voetbalwedstryd gespeeld tussen een elftal uit Campi nas en de Nederlanders. De kinderen op school leren van de Nederlandse zusters, die met Braziliaans onder wijspersoneel samenwerken naast het Nederlands de Portugese taal en straks alleen nog maar de taal van hun nieuwe vaderland. Het Nederlands zullen ze thuis wel horen en is een boerenjongen geschikt om naar een landbouwschool hier gestuurd te worden, dan zal hy het schrijven van de taal zijner ouders wel apart moeten leren. Zo groeit een nieuwe generatie op, langzamerhand eenwordend met de grond, waarop jonge Katholieke Ne derlandse gezinnen naar nieuwe mogelyxheden zochten. CHINA. Rond de verwikkelingen in China hangt een geheimzinnige waas. Amerika heeft bekend gemaakt dat China om hulp heeft verzocht voor de verdediging van Formosa, het laatste bolwerk wat de nationalisten nu nog over hebben. Eu het is bekend, dat verschillen de partyen in Amerika daar wel wat voor voelen, terwjjl anderen daaren tegen het nationale China reeds hebben afgeschreven en er voor zyn om het voorbeeld van Engeland te volg9n. Engeland, wiens handel in Hon- kong door de communistische ver overingen totaal is lamgelegd en die nu willen proberen door een erken ning van het communistisch bewind weer de wind in de zeilen te krygen. Principieel is dit natuurlijk aller minst, maar het hemd is Engeland schijnbaar nader als de ro.k. Wat er ook van zy, Amerika staat op een tweesprong. Verdedigt het Formosa, dan komt het in conflict met Engeland en het is een vraag, of deze verdediging nut zal hebben, daar de Chinese legers in zich niet te vertrouwen zyn. Verdedigt men hot niet, dan is definitief een streep gezet onder de grootse plannen, die Amerika in de naoorlogse jaren met Azië had en heeft het hier inderdaad het hoofd moeten buigen voor Ruslands opper heerschappij, twee feiten, die Amerika

Peel en Maas | 1950 | | pagina 1