Uit de Peel WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN bij Yssselsteyn. Pausettfke £eee Waarschuwing De belangen der Ned. boeren en die van Noord-Limburg. De Qóïtóqsckade- De toestand in ^Jndöneiië Zaterdag 12 NovemberJ]1949 No. 45 Zeventigste Jaargang Druk en Uitgave Firma van don Munckhof Drukkerij Kantoorboekhandel Grootestraat 28 Telefoon K 4780 512 postrekening 150652 PEEL EN MAAS Ad vertentiepry zen op aanvraag verstrekt Abonnementspry 8 per kwartaal: voor Venray fl 1.00 buiten Venray fl 1.20 uitsluitend vooruitbet. November Dodenmaand. En onder de grijze hemel in de Peel rusten bijna een en twintig duizend doden onder een en twin tig duizend witte kruizen, als een getuigenis van- de gruwelen van een tweede wereldoorlog Een dodendorp, waarvan de inwoners wachten op het einde dsr tijden In een zakelijke symeterie rijen zich de kruizen eindeloos ver over drie hectaren peelgrond En temidden van deze dodenstad staat een groot, eenvoudig houten kruis, dat wit afsteekt tegen de grijze lucht Een zware legerauto rijdt stap voets en heel in de verte zijn enkele mannen aan het graven. Immer door komen nog steeds de dodentransporten Sinds 1945 rijden de zware leger trucks naar het kerkhof. Eerst waren het de Amerikanen, later de Engel sen, die veelal met behulp van Duitse krijgsgevangenen, dit troosteloos werk verrichtten. Tenslotte hebben de Ne derlanders alles overgenomen en nu zijn 't een twintigtal Hollandse sol daten, die geheel vry' willig deze taak op zich hebben genomen. Daar volgens internationale over eenkomst na een oorlog de lijken der gesneuvelden dienen geïdentifi ceerd te worden, heeft men tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om alle Duitsers, die gestorven zijn gedurende de afgelopen oorlog, bij elkaar te brengen in een plaats dicht bij de grens en hiervoor werd de Venrayse Peel uitgekozen. En zo is hier op de zogenaamde „Paardekop" kruis na kruis opge richt en rusten nu op deze doden akker meer dan 20.000 Duitsers. IDENTIFICATIE. Het Ministerie van Oorlog heeft van alle burgemeesters in Nederland een opgave ontvangen, waar Duitsers begraven zijn, hoe zij gestorven zijn, hoe zy heetten, kortom alle mogelijke bijzonderheden, die men maar heeft kunnen vinden. Van het Ministerie krijgen dan de „dodengravers" bericht, waar zjj de lijken moeten ophalen. Deze worden dan nogmaals onderzocht op alle mogelijke kentekenen, die allemaal zo nauwkeurig mogelijk verzameld worden. Zo wordt o.m. nog een afdruk genomen van het gebit. Want van de meeste Duitsers kent men geen na men, terwijl de herkenningsplaatjes dikwijls verdwenen zijn en deze bovendien in code zijn gesteld, zodat dus direct herkennen practisch on mogelijk is. Maar als alle gegevens, die men heeft kunnen vinden, verzameld zijn, worden deze doorgegeven naar het Ministerie, dat via het Nederlandse en Duitse Rode Kruis dikwijls in de archieven der Wehrmacht nog de namen achterhalen kan. Zo staat dus nu wel op het merendeel der kruizen „onbekend", maar men heeft goede hoop, dat van velen nog de naam bekend zal worden. Zijn de lijken nu neg eens onderzocht, dan worden de stoffelijke resten, in speciaal gepre pareerde zakken gedaan en ter aarde besteld. Men staat hierbij dikwijls voor de eigenaardigste dingen. Zo heeft men kisten opgegraven, die gevuld waren met stenen of zand en hoogstwaarschijnlijk zijn tijdens de oorlog enkele soldaten begraven, die nu rustig in Duitsland rondlopen, maar zo onder de oorlog de moge lijkheid hebben gezien om onder te duiken. Ook is het al voorgekomen, dat lijken met twee rechterhanden zijn gevonden of zodanig versplinterd, dat het bijna onmogelijk was om uit te maken, welk lichaamsdeel men nu eigenlijk had. Hieruit blijkt dus wel duidelijk, voor welk een grote moeilijkheden de Dienst Identificatie dikwijls staat. Slechts als met 100 pet. zekerheid te zeggen is, dat moet die of die mili tair geweest zijn, wordt de naam op de zak en op het kruis gehecht. Het toekomstige kerkhof. Op dit kerkhof rusten nu allereerst de gesneuvelde Duitsers, die de ge hele oorlog door in Nederland zijn begraven, maar daarnaast ook de Duitsers, die gedood zijn door binnen landse strijdkrachten, illegaliteit enz. Bovendien ook de Duitse soldaten, die om wat voor red6n dan ook, maar het meest wegens desertie, door de Duitsers zeU zijn gefusilleerd, terwijl ook verschillende zelfmoor denaars hier hun laatste rustplaats gevonden hebben. Onder deze laatste behoort ook de gewezen perschef van Seyss Inquart, generaal Ditmar en zijn vrouw, die beiden by de bevrijding zelfmoord pleegden.Verder rusten op deze doden akker ook de wegens ziekte of door ongelukken omgekomen Duitsers en dit percentage is veel hoger dan men denkt. Men moet echter niet vergeten, dat een bezetting van 4 jaren door meer dan 300.000 soldaten, hier ook velen een natuurlijke dood gestorven zijn. Allen liggen nu hier bijeen op dit kerkhof, zonder onderscheid van rang of stand, prinsen en baronnen naast gewone arbeiders, jcorporaals naast generaals, „blitzmadel" naast generaalsvrouwen, immers de dood kent rang noch stand en zó is het ook op dit kerkhof. Wel heeft men gepoogd de Oos tenrijkers apart te houden, maar dit bleek om verschillende technische redenen niet mogelijk. Ook de Oborluitenant, die een per soonlijk vriend van Hitler was en op wiens graf te Maastricht op zijn bevel tydens de oorlog iedere week frisse bloemen moesten worden aan gebracht en iedere week opnieuw gefotografeerd moest worden, ligt nu hier gewoon in het „plot" tussen zijn 300 makkers, die daarin rusten. Het kerkhof telt 128 van derge lijke „plots", maar het is nog een vraag of zij inderdaad wel vol zullen komen, daar bezuiniging enz. de reden zijn geweest van het jongste bevel, dat de Duitsers, die nu nog op kerkhoven rusten, daar moeten blijven. Natuurlijk heeft men in Duitsland reeds lang van het bestaan van dit kerkhof gehoord en byna iedere post brengt dan ook brieven om inlichtin gen en vragen, maar deze worden allemaal doorgezonden naar het Ned. Rode Kruis, dat voor verdere afwik keling zorg draagt. Ook hebben zich reeds verscheide ne bezoekers gemeld, maar de toe gang tot het kerkhof is voorlopig nog gesloten. Het kan dan ook moei lijk anders, nu de werkzaamheden nog in volle gang zijn, maar eens zullen de poorten open gaan en dan IVat gebeurt er in de toekomst Zoals gezegd, de werkzaamheden zyn nog in volle gang, maar men verwacht nu toch binnen een jaar klaar te zyn en het aantal doden zal dan zeker tegsn de 30.000 liggen. De plannen voor een kleine ver siering van het kerkhof, benevens voor de aanleg van wegen is in stu die en volgens de plannen zal van deze dodenstad een toonbaar, maar sober geheel gemaakt worden, waar op de Duitsers een waardige rust plaats hebben. Men verwacht, gezien het verleden, niet, dat vele Duitsers naar hun Heimat zullen worden overgebracht, een enkel individueel geval is natuurlijk goed mogelijk maar van een grootscheepse overbrenging ver wacht men niet veel. Zo zal dus in de toekomst dit kerkhof zeker blijven bestaan en zullen de militaire autoriteiten, na beëindiging van hun werkzaamheden het overdragen aan een of andere burgerlijke instantie. En wat zal er dan gebeuren als de grenzen open gaan In Duitsland zelf zyn er weinig van deze Friedhofen en ongetwijfeld zullen vele ouders, familieleden, vrienden en bekenden hun mensen hier willen bezoeken. Intussen is het zover nog niet. De legertruck rijdt nog steeds met zy'n droeve last en de Nederlandse jongens doen daar hun werk, een zaam en verlaten in de wijde Peel. Op het nog eenzame, afgelegen en vergeten kerkhof, waarop duizenden witte kruizen wyzen naar het mid den, waar het grote kruis staat als symbool van droefenis en leed, maar ook van verrijzenis De grote grief van de niet bezit tende en arbeidende klasse richt zich tegen de kapitalisten, die niet arbeiden en toch de grote winsten van het be drijf in de wacht slepen. Hun kapitaal, in aandelen belegd, moet zonder dat het hun een druppel zweet kost, een rendabel dividend af werpen, dat hen in staat stelt goede sier te maken en een leven van weelde en comfort te leiden. Zelf hebben ze hoegenaamd geen voeling met de onderneming; ze kennen geen enkelen arbeider, weten amper wat er gepro duceerd wordt en bekommeren zich bitter weinig om het lot van hen, die door hun arbeid de regelmatige uitkering van het dividend mogelijk maken. Hoe waar dit ook is, toch mogen de arbeiders niet vergeten, dat er zonder kapitaal geen fabrieken ge bouwd, geen machines vernieuwd, geen grondstoffen opgeslagen kunnen worden. Een onderneming, zonder bedrijfskapitaal zit in de korste keren aan de grond. Een kapitaalkrachtig bedryf echter biedt de arbeiders de garantie van een veilig en verzekerd bestaan.! Yoor de goede gang van het bedryf zyn kapitalist en arbeider even nood zakelijk; een kapitalist zonder arbei ders verdiend geen cent met zyn dood kapitaal; een arbeider zonder de hulp van het kapitaal kan heel de dag met zyn duimen staan te draaien en honger lijden. Als beiden samen werken aan het doel winst te maken het eigenlyke doel Is niet winst te maken, maar de gemeenschap te dienen dan hebben beiden ook recht op de winst en heeft de arbei der in het loonzakje zyn deel te ontvangen, waar hy als medewerker van het bedrijf aanspraak op kan maken. Hier zet de kapitalist zich echter schrap en zal dit blij ven doen, zolang zyn handen de couponschaar nog kunnen hanteren, want de winst is voor hem alleen bestemd en wie het waagt zyn hand er naar uit te steken, is in zyn ogen een bolsjewiek en een communist. De juiste leer over de verdeling van de winst heeft Paus Pius XI scherp geformuleerd: „Het is volstrekt onwaar, hetzjj alleen aan het kapi taal, hetzy" alleen aan de arbeid alles toe te schryven, wat uit de kracht van beide voorkomt. Het is dus vol komen onrechtvaardig, wanneer één van de twee heel de opbrengst voor zich opeist met ontkenning van de efficiënte medewerking van de ander". De bezitters van het arbeidloze in komen worden beheerst door de geldhonger, die als een vloek op de mensheid rust. Wie is niet ontvanke lijk voor de bekoring van het goud Heeft Satan het goud niet laten schitteren voor de ogen van Christus, toen hy Hem in de woestyn bekoorde? Heeft de Kerk in de loop van haar veelbewogen geschiedenis altijd aan de flonkering van het goud weerstand kunnen bieden Iedere mens is om te kopen, op voorwaarde, dat de bedongen prys betaald wordt, want iedere mens heeft zyn prys. Wie geen kapitalist is, verlangt er een te worden. Wie het geworden is, is met één slag alle mooie leuzen van zijn bezitloos bestaan vergeten. Nergens is de mens inconsquenter dan in de beleving van zyn financiële geloofsleer. Deze de mens ingeboren gouddorst is de geheimzinnige voedingsbodem van het kapitalisme. Geen commu nisme, geen geleide economie, geen Kerk zal het kapitalisme ooit kunnen onttronen, omdat niets in staat is de innerlijke structuur van do mens te veranderen. Wie de kans krijgt, neemt ze waar. Nooit wordt de honger gestild of do dorst gelest. Wie een baan heeft van 30 mille, zoekt er een van 40, wie 6 pot. dividend binnenhaalt, aast op 9 pet.; wie 10 filialen heeft, droomt van twintig. Zo komen byna alle ryken van kwaad tot erger met een blinddoek voor de ogen en een stalen kluis in het hart. P. H. RONGEN, O.C.R. Help de misdaad bestrijden. Nu de donkere wintermaanden voor de deur staan kan het zyn nut hebben enkele wenken te geven, die ter voorkoming van diefstal of inbraak van veel belang kunnen geacht wor den: 1. Sluit uw deuren en ramen by de intrede van de duisternis goed af. 2. Laat geen wasgoed hangen of liggen, hetzy in boomgaarden, tuinen, schoppen of stallen, die niét afge sloten kunnen worden. 3. Let by het naar bed gaan op of zich niemand heeft laten insluiten, kijk even alle vertrekken en stallen 11a. 4. Sluit de afzonderlijk kippenhokken goed af en maak des noods een electrische verklikker, die zodra iemand aan de deur van het kippenhok komt, binnen waarschuwt. 5. Mocht, niettegenstaande geno men voorzorgsmaatregelen toch iets gebeuren, waarschuw dan onverwijld de dichtsbyzynde Rijkspolitie, al is dit ook misschien midden in de nacht Wacht nimmer tot de volgende morgen. Blyf zelf uit de omgeving en raak niets aan. 7. Loop zeker niet meer dan nodig ovor of in de nabijheid van de plaats waar de dader(s) eventueel gelopen kunnen hebben. 8. Bedwing uw nieuwsgierigheid en wacht de komst van de politie af die u verder de nodige inlichtingen zal verstrekken. 9. Vergeet nimmer, dat alleen personen, die technisch op de hoogte zyn, kunnen beoordelen hoe verder gehandeld dient te worden 10. Verschaf alle mogelijke inlich tingen, u helpt daardoor de bevolking in het algemeen en de politie in het bijzonder. Helpt de misdaad bestrijden en kom uit eigen beweging alles mede delen aan de politie wat u hebt horen zeggen of zelf hebt gezien. Door samenwerking valt veel te be reiken en nog altijd geldt het spreek woord: „Het is beter te voorkomen, Rede van Minister Mansholt. De Nederlandse Landbouwgemeen- schap is afgelopen week bijeen ge weest opGeerlingshof by Valkenburg, een bijeenkomst, waaraan o.m. Z.Ex. Minister Mansholt en vele vooraan staande figuren op landbouwgebied hebben deelgenomen. En men heeft op deze conferentie gewezen openkele punten, die speciaal voor de Noord- Limburgse boer van veel belang kun nen zyn. Niet alleen voor nu, maar ook en vooral voor zijn toekomst. Productievermeerdering. Allereerst werd er op gewezen, dat de Nederlandse landbouw nog nooit zo'n grote rol speelde in ons econo misch leven, dan in deze tijd. Arm als ons land is, moet de Nederlandse boer voor een groot deel ons volk voeden en bovendien nog een groot deel van de export voor zyn rekening nemen. Zo is voor het komende jaar be groot, dat de landbouw zal expor teren voor 340 millioen gulden ofwel 26 pet. van de export voor zich zal nemen. De import moet ingekrompen worden en ook hier is het weer de boer, die de verlaagde import voor een groot deel uit eigen bedryf moet halen. Voeg daarby, dat de veestapel weer vergroot moet worden en dat de Nederlandse bevolking ieder jaar met minstens 30.000 mensen toeneemt, terwijl van de beschikbare cultuur grond telken jare door erosie, uit breiding van steden enz. enz. afneemt dan krijgt men wel enigzins een beeld van de vele en grote moeilijk heden, waarmede de boer van heden te kampen heeft. De enigste weg die openstaat om aan deze telken jare groter worden de vraag te voldoen, is productiever meerdering. Dit is echter gauwer gezegd dan gedaan. De landbouw is afhankelijk van de natuur, welke industriële middelen men ook gebruikt en als de natuur niet meewerkt, loopt alles mis. Bocemmoeheid (denk aan aard appelen en bieten), plantenziekte, onkruid e.d. kunnen bovendien grote schade toebrengen. Maar hiertegen kan de boer paraat zy'n, mits hy gezorgd heeft voor een behoorlijke vakkennis. Het landbouwonderwijs moet ge perfectioneerd worden, terwyl de voorlichting aan de boeren beter en volmaakter moet worden. De grond moet op grote schaal verbeterd wor den door een beter waterverkeer en tegengaan van erosie e.d. Verder zullen prijsverhogingen de proauctie stimuleren, terwyl de be staanszekerheid van de boeren ver hoogd moet worden. Voor dit laatste en tevens omeen behoorlijk overzicht over de mogelijkheden te hebben, is het nodig, dat er overheidsmaat regelen getroffen worden, aldus de Minister, zo niet, dan heeft dit verstrekkende en catastrofale gevol gen voor de boeren zelf, en ook voor de gehele economie van Neder land. Trouwens op de gehele wereld markt heeft de boer staatscontrole, omdat nu eenmaal de landbouw van zeer grote betekenis is in meer dan één opzicht en zo zal in de komende Benelux ook de landbouw niet vrij zijn om te doen en te lakten wat zjj wil. Verder zal een verdere rationali satie van het boerenbedrijf dringend nodig zijn. De toekomst der jonge boeren. Prof. Hofstee besprak in verband met dit laatste punt o.m. de toekomst der jonge boeren en hy zei hierover dat men het aantal boerenzoons dat boer wil worden, door emigratie zal moeten verminderen, terwyl de an deren direct na het verlaten der lagere school een ander beroep moe ten gaan leren. Van de grotere boerenbedrijven mag slechts één, van de kleinere bedryven geen enkele zoon boer worden. Men zal deze feiten inder daad onder de ogen moeten durven zien, tot heil van het bedrijf en de toekomst der kinderen. Blijft de jonge boer te lang op het bedryf van zyn ouders rond hangen, dan zal hy, wanneer hy op een ge geven ogenblik noodgedwongen toch een ander beroep moet kiezen, slechts als ongeschoold en dus slecht be taald arbeider aan de slag kunnen die by een eventuele werkloosheid het eerst voor ontslag in aanmerking Komt. Per jaar moeten in het Neder landse bedrijfsleven 42000 nieuwe plaatsen worden geschapen. Een pessimistisch geluid klinkt hier wel door, voor onze boeren in Noord-Limburg, die dikwijls op te kleine bedrijven het hoofd ter nauwernood boven water kunnen houden. De jongste onderzoekingen van het Landbouw Economisch Instituut heb- dan te genezen". Het telefoonnummer van de politie in Venray is 392. ben onomstotelijk vastgesteld, dat het inkomen van de boer in deze streken het nog niet halen kan bij dat van een landarbeider en dus allerminst in redelijke verhouding staat met de rest der bevolking. Over het landbouwonderwijs dur ven wij ons geen oordeel aanmatigen, al zal iedere insider moeten toegeven, dat op verschillende punten nog wat verbeterd kan worden en om slechts een voorbeeld te noemen, aan de landbouwboekhouding wat meer aan dacht besteed kan worden. De voorlichting aan de boeren is er inderdaad, maar als de voorlich ting naar buiten reeds reden geeft tot ernstige critiek, getuige de laat ste kringvergadering, dan geeft dit ook- te denken over de voorlichting in eigen kring. De grondverbetering is reeds lang een twistpunt en men kan de rechtvaardigde critiek begrijpen van boeren, als zy de ene Minister dit horen vertellen, terwyl een andere, nl. die van Oorlog, het Defensieka naai zodanig aan laat leggen, dat het een wezenlijk gevaar wordt voor de lichte gronden in deze omgeving. Dat de bedryven niet meer gesplitst, kunnen worden, als hier steeds ii gebeurd, begint al langer hoe meer tot zelfs tot de domste door te drin gen, maar waarheen met de kinderen, als er geen industrie is, die het „overschot" kan opvangen? Dit zyn allemaal problemen, die ook onze boeren drukken, maar ons inziens wachten zjj te gelaten af, wat over hen, maar zonder hen beslist wordt. We bedoelen daarmee, dat een of twee voormannen, of een of andere afdeling van 'n grote bond het werk moeten doen en de rest zich bepaald tot afwachten en, als er resultaten zyn tot kankeren. In onze gemeente in Noord-Lim burg, steekt men zelf de handen te weinig uit de mouwen. Waarom wordt uit de Kring zelf niet eens enkele studiecommissies benoemd, die de zo talryke problemen eens onder ogen neemt en in eigen kring en ook hogerop de wensen en noden van dit stukje Nederland naar voren brengt en daarvoor een oplossing te zoeken Zuivere gegevens weet men nergens, men klaagt en kankert, maar zelden weet iemand te vertellen, waar de fouten nu juist zitten. Moet men zich hier meer speciali seren op varkens of op koeien, op kippen of op fruitteelt? Kortom, er zijn honderd en édn dingen, die nog uitgezocht moeten worden en een betere bedrijfsvoering, met gunstiger resultaten, mogelijk kunnen maken. Maar dan zal men zelf moeten beginnen, dan moet men zelf cyfers kunnen tonen en gegevens hebben en daar mankeert het hier toch wel aan. Elk der punten door de 'Minister hier aangestipt, is een nadere bestudering overwaard, niet alleen door de hogere instanties als L.E.I. e.d., maar ook door de boeren der Noord-Limburgse kringen. Men moet zich niet veel laten drijven, maar tegen de stroom in durven roeien. Dan ls het voor de mannen, die in Den Haag en elders onze belangen moeten bepleiten ook gemakkelijker en geeft hun werk meer voldoening. „Het gaat om het naakte bestaan van ons Nederlandse volk", aldus de Minister, maar dan gaat het ook en vooral om het naakte bestaan der boeren en speciaal om die van deze streken. Laten zij paraat zyn en weten waar de fouten gemaakt worden en waar de mogelijkheden zitten tot productie vermeerdering zodat hun bestaans zekerheid eroter zal worden, tot heil van hun zelf en van deze gehele streek. Slechts zyn geloof aan een chris telijke rechtvaardigheid en een ein deloze hoop houdt hem op de been. En dat het geen overdreven luxe is om eens een meer populaire uit eenzetting te geven van doel en middelen van deze nieuwe wet door het Departement zelf, bewijst wel de enigszins vreemde situatie, die de laatste dagen is ontstaan. De heer Ysselmuiden, de grote voorvechter van de K.V.P. in deze materie, heeft de laatste dagen in verschillende plaatsen hier in Lim burg zyn visie gegeven op de nieuwe oorlogsschaderegeling en volgens hem kan men tevreden zijn. Zonder nu te zeggen dat alles piekfijn, in orde is, meent de heer Ysselmuiden toch, dat onder de ge geven omstandigheden dit wetsont werp zoveel als mogelijk recht doet aan de oorlogsslachtoffers efl hun zeker van een financieel bankroet redt, daar de schade naar draagkracht en vermogen zo goed mogelyk wordt vergoed, natuurlijk rekening houdend met 's lands benarde financieels toe stand. De heer Hanegraaf, gedelegeerde van het hoofdbestuur der Federatie van Oorlogsgetroffenen, daarentegen is helemaal niet over deze regeling te spreken. Volgens deze heer is Prof. Lieftinck als zo vele malen, ook hier als de grote overwinnaar uit het strijdperk gekomen en al is het waar, dat hy op verschillende punten heeft toege geven, de grootste buit is toch aan hem. Volgens de heer Hanegraaf hebben de verschillende fracties zich zand in de ogen laten strooien en is Prof. Lieftinck machtiger dan ooit te voren geworden, reden waarom nu alle oorlogsgetroffenen maar moeten bidden en hopen, dat deze professor goede zin houdt en zodoende in een goede bui ook eens wat doen wil voor de slachtoffers. Wie van beiden, allebei zeer des kundig op dit speciale gebied, heeft .nu gelijk I Voor de oorlogsslachtoffers is dit toch wel een vraag, waarop zy het antwoord graag zouden weten. Als we de heer Ysselmuiden horen zeggen, dat men voor de bestudering van dit probleem rustig een maand vacantie kan nemen, dan is wel dui delijk, dat het oorlogsslachtoffer nooit en te nimmer een antwoord op deze vraag uit eigener beweging vinden vinden zal. Maar wat hy uiteindelijk vergoed zal krygen, moet hy op die manier maar rustig afwachten. Misschien dat de K.V.P. eens een populaire beschou wing hierover kan uitgeven, naast die van het Departement, zodat ook het oorlogsslachtoffer weet waar hy af en aan is en niet geheel afhanke lijk is van ambtenaren, die met de wet in de hand tekst en uitleg kun nen geven, zoals zy zelf dat graag willen. Wanneer nu reeds twee deskun digen twee tegenovergestelde menin gen verkondigen, dan kan de toe komst nog veel onprettige dingen brengen voor het slachtoffer, dat reeds vyf lange jaren wacht op wat licht in de duisternis, maar waar omheen nog steeds de donkere nacht geen uitzicht geeft op hoopvollere tjjden. De nieuwe oorlogschaderegeling heeft reeds vele tongen in beweging gebracht, vooral vóór de uiteindelijke behandeling in de Tweede Kamer. We hebben de besprekingen gelezen van de verschillende fracties, om deze wet ongedaan te maken en we hebben Minister zien capituleren. In een nader overleg heeft hy verschillende punten toegegeven, zodat de 72 amendementen overbodig werden en de Tweede Kamer zonder hoofdelijke stemming dit wetsont werp, dat voor velen in deze streken zo uitermate belangrijk is, zien ac cepteren. De reacties hierop zijn natuurlijk niet uitgebleven. De gewone man snapt al lang niets meer van de gehele oorlogsschaderegeling, die ver strikt zit in zoveel en zo grote voor schriften, bepalingen en stellingen, dat hy in de verste verte nog niet weet of het nieuwe ontwerp nu wel juist is voor hem of dat hy weer eens met een kluitje het riet is ingestuurd. De resultaten van de Ronde Tafel Conferentie zullen Indonesië nu de onvoorwaardelijke en volledige soeve reiniteit schenken, die H. M. de Ko ningin hun eens beloofd heeft in 1042. Het is slechts jammer, dat het in deze vorm gebeurt en het is jammer, dat zovele Nederlandse jongens hun leven gegeven hebben voor dit resul taat. Een Unie, waar H.M. de Koningin feitelijk de positie van Erevoorzitster heeft gekregen, zoals zy deze by elke willekeurige vereniging kan krygen, is de uiterst geringe band waarmede Nederland en Indonesië in de naaste toekomst verbonden zyn. Dan zal, ondanks alle fraaie leuzen van het tegendeel, Nederlands rol, die zij drie eeuwen in deze landen rond de evenaar heeft gespeeld, voor goed ten einde zyn. Amerika wacht reeds op het eerste sein en de Indonesiërs, die de hulp van Amerika niet zullen vergeten, zullen dit land de grootste helft gun nen. En Nederland staat in de hoek. Het is met enige bitterheid, dat dit geschreven wordt. Wy hadden verwacht, dat al het goede, wat Nederland toch ook naar Indië heeft gebracht, ondanks de vele critiek die men er op kan hebben, een reden geweest zou zyn ook voor de vrijheidslievende Indonesiërs om de banden met Nederland niet op een dergelijke manier te verbreken. Maar gedane zaken nemen geen keer, al zal zowel in Nederland als in Indonesië nog menig hard woord in de parle menten gevallen zyn, voordat het verdrag geratificeerd is Vooral de verwaarlozing van de z.g. minderheden zal hier in Nederland nog wel een steen des aanstoots zyn. En wat dan 'Dan zullen de plannen opgemaakt worden voor de souvereiniteitsover- dracht in Amsterdam en zal voor

Peel en Maas | 1949 | | pagina 1