UIT STOF EN AS HERREZEN
Blijde inkomste
EXODUS-INTROITUS
TEN AFSCHEID
Wat gebeurde er bij de
wederopbouw van onze kerk?
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
17 October 1944
16 Mei 1946
19 December 1948
Zaterdag 18 December 1948 No. 50
Negen en Zestigste Jaargang
- Druk en Uitgave
Firma van den Munckhof
Drukkery
Kantoorboekhandel
Grootestraat 28
Telefoon K 4780 512
Postrekening 150652
PEEL EN MAAS
Advertentieprijzen
op aanvraag verstrekt
Abonnementsprijs
per kwartaal:
voor Venray fl 1.00
buiten Venray fl 1.20
uitsluitend vooruitbet.
Op 6 Mei 1946 werd 9en plechtige
H. Mis opgedragen om Gods Zegen
af te smeken over het grootse werk,
dat toen werd aangevangen: de
wederopbouw van de verwoestte St.
Petrus Banden.
Daarmede was de eerste fase afge
sloten, de periode waarin een Pater
Beda Verbeek *met zijn arbeiders de
bergen puin zorgvuldig afzochten
naar de resten van onze kostbare
beeldenschat, naar alles wat nog
bruikbaar en nog te restaureren
was.
Raketten uit de typhoons hadden
het koor vernield en het nutteloos
opblazen van de grote toren door de
Duitsers, in hun haat tegen allen en
alles, wat in hun nieuwe orde niet
geloven wilden, hadden van de trotse
blinde pijler-basiliek, van „onze grote
kerk" niets overgelaten als een puin
hoop, een vernielde begraafplaats,
van wat vyf eeuwen Godsgeloof en
Godsvertrouwen hadden opgebouwd,
verfraaid en versierd.
Met Venray was zyn kerk ten
onder gegaan en waar hier alleen
nog een gevel stond; stond daar een
afgerukte pilaar; stond hier nog een
stuk kamer; daar stond een leeg
koor; waren hier geen ruiten meer
in de vensters, daar waren de
brandschilderde ramen vol gaten en
lag het beweikte, kostbare g"
honderden meters ver.
En terwyl de regen gestadig viel
en later de sneeuw alles bedekte, in
die troosteloze winter van '44 op '45,
terwyl aan de Maas d6 kanonnen
nog bulderden en het dorp vol lag
met Engelsen, negers, stoottroepen
zyn daar de naamlozen gekomen, die
de eerste puin hebben opgeruimd, de
eerste beeldresten onder het puin
vandaan hebben gehaald, een deel
der paramenten hebben gered.
Op 6 Mei was de troosteloze ruïne
van anderhalf jaar terug geruimd,
Duizenden stenen opgetast, stapels
hout opgestapeld, de rest van de
toren afgebroken en toen was te zien
hoe vandalisme en oorlogsgeweld
hadden huisgehouden in dit Huis
van God.
Dan is het werk begonnen, de zo
veelste restauratie, maar ook de
zwaarste in de geschiedenis van
Venray's kerk.
Pilaren werden geslecht en opge
trokken, muren afgebroken en weer
opgebouwd en langzaam, heel lang
zaam kwam er tekening in het ge
heel. Steiger na steiger werd gericht
en temidden van dit woud van
palen herkenden wy weer de oude
vormen, kwam weer iets terug van
het verloren beeld.
En wat velen niet voor mogelijk
hielden, werd bewaarheid.
De gewelven bogen zich weer
onder de hoge daken, d e fijne om
lijsting der ramen, de stoere pilaren,
het hoge koor, alles kwam weer
terug I
Ondertussen voltrok zich niet ver
van de kerk vandaan een ander
wonder. In het glazen paleis in de
tuin van „Jerusalem", werden de
oorlogsgewonden der beelden door
kunstenaarshand geheeld en ook daar
leefden uit het vormenloze weer de
oude vertrouwde vormen op.
Hard is er gewerkt door de archi
tect en zyn assistent, door de aan
nemers, do restaurateur, de steen
houwers, de mergelbewerkers, de
stucadoors, timmerlui en opperlieden,
door allen by deze bouw betrokkenen,
twee en een half jaar lang en onder
hun handen is weer iets teruggeko
men van wat geslachten voor ons
ter ere van God hebben gemaakt en
opgebouwd.
En het parochieleven Juist in de
vooroorlogse tyd kwam de grote
parochie van St. PetrusBanden zon
der Huis, zondereen centrale plaats
van waaruit het werk harder
nodig dan ooit te voren geleid en
gedaan kon worden. Zou het gaan
als met een gezin, dat weggeduwd
in een te kleine noodwoning, ver
kommerd en verzwakt, zich niet
meer voldoende ontplooien kan en
verstikt Neen, de stille klooster
kerken openden hun poorten en on
danks de moeilijkheden, waarmede
ook deze inrichtingen zelf te kampen
hadden, werd plaats gemaakt voor
de parochie.
Zo is 't ook gegaan by de Paters,
waar de parochie met open armen
werd ontvangen. Hun paters hebben
zy afgestaan voor het parochiewerk
en zo is, dank zy de innige samen.-
werking het werk door blijven gaan.
Ondanks alle ellende een winst, die
niet te schatten is.
Vier jaren zyn verlopen, die hun
sporen nog lang in onze gemeenschap
zullen nalaten. Moge de in georuik-
nemir.g van de Grote Kerk een bewys
zyn, dat Venray de moed niet verliest,
maar blijft vechten tegen de zware
nasleep van een harde oorlog, met
een groof geloof in en vertrouwen op
Hem, Die alles ten beste leidt.
Vergaept u niet
aen bout of steen uitwendigh,
De ware Kerck staet vast,
en duurt bestendigh 1
Vondel.
Na vier langzame jaren is er de
dag van onze exodus. Zooals de Joden
niet meer bly waren en niet meer
konden zingen en spelen de liederen
van Sion, zoolang ze op de boorden
van de Epyphraat, in de Babylonise
gevangenschap zaten, zoo ook konden
we niet oprecht vejheugd zyn, zoo
lang we niet konden zingen en
bidden in onze Sö. Petrus Banden.
Ook in de verstrooïng was men
goed met ons, had men medelijden
deed men alles om onze pyn te ver
zachten. Wy, de daklozen werden
binnengehaald in hunne huizen;
noodden ons aan hun haard, we deel
den er hun g; s m «al.
De Zusters en Broeders en Paters
lieten ons niet in de kou staan. Vier
jaren lang hebben ze ons in hunne
huizen i.e. kerken opgenomen. De
duivel had zich verrekend toen hy de
Parochie vernielde; hy had gedacht,
dat velen er zich op zouden beroe
pen, hun godsdienstplichten niet te
kunnen vervullen by gebrek aan
ruimte. We hoefden zeniet eens te
vragen, ze ,werd ons spontaan aan
geboden. En als we in den beginne
ons wat onwennig en stuntelig voel
den als vreemde eenden in de byt,
dan hielp de hartelijkheid van onze
itgevers ons daar spoedig over
heen.
Wy voelden ons één, meer dan
ooit te voren en nu de tyd van
vertrekken komt, merken ook wy,
dat er iets in ons sterft, dat scheiden
van iets of iemand, die men lief
kreeg, wee doet.
In de nood leert men de ware
vrienden kennen en waarderen.
Vroeger leefde we naast elkaar.
De nood der tyden wierp ons onder
en door elkaar. Dit gaf meer intie
mer verkeer, leerde ons beter begrij
pen, bracht waardering en hoogach
ting. We aten niet alleen mee aan
tafel, maar we genoten ook van de
heerlijke gastmalen van de fijn ver
zorgde Serafijnse Ritus.
In onze afscheidspreken, de laatste
Zondagen in de kerken gehouden,
hebben we onze gulle gastvrouwen
en gastheren hartgrondig gedankt en
gehuldigd voor al het goede aan de
St. Petrus Banden gedaan. Ook in
de toekomst hopen we ons steeds de
grote weldaden te herinneren, onze
Parochie bewezen. De Heer van de
grote Oogst moge ervoor lonen.
Nu staan we voor de introïtus.
Als God belieft, zal dit wel een
hoogtepunt vormen in onze plaatse
lijke kerkgeschiedenis, wat 't herstel
betreft, 't Zal niet de uitbundige
vreugde zyn, zooals by de wijding
van Salomons tempel, 't Zal meer
lyken op 't herstel na de terugkeer
uit Babyion onder Zorobabel.
De kans is er, dat deze herbouw
de eerste bouw kan overtreffen, zo
als Herodes' tempel .Salomo's bouw
sel overtroffen heeft.
Op 't ogenblik kan echter de nieuw
bouw zich niet meten met de pas
gerestaureerde en tegelijk daarop
verwoeste kathedraal.
We zullen het klaar gekomen ge
deelte maar zien in zyn naaktheid
en kaalheid, in zyn armoede, zoals
't was in het stalleke van Bethlehem.
De Kerstmis van de volgende week
zal niets hebben van den wydschen
luister van voorheen, toen prachtige
klokken luiden over de wijde Peel
en van de verste hoeken de mensen
leiden naar de hoge koude, maar
toch zo warme kerk met haar
volle orgelklanken begeleidend de
Middeleeuwse Kerstliederen.
We staan aan de introïtus binnen
een voorlopig hersteld Godshuis.
Op 19 December zullen wy onze
grote Meester mogen begeleiden naar
de Parochiekerk I
Alles wat by de grote processie
gebruikelijk is, zal deze triomphale
intocht opluisteren. De parochianen
zullen bly zijn en verheugd en onze
gasten zullen huu enthousiasme be
wonderen.
Ons volk kan treuren, maar ook
juichen. Op de avond van 10 Sept.
lag treurnis over ons dom en 't
gelaat der meesten drukte smart en
weemoed uit. We droegen toen 't
omhulsel van Yenray's groten zoon
naar 't ouderlyk huis, om hem daags
erna ter rusce te leggen in de scha
duw zyner geliefde kerk.
Wie dit aanschouwde, gaat zulks
nooit meer uit 't geheugen, 't Was
de begrafenis van een ongekroonde
koning, een vorstelijke begrafenis.
Op 19 December ook tegen de
avond, ook met veel licht, met mu
ziek, zang en gebed, gaat Christus-
Koning weer naar zyn ouderlyk
Huis. Hy betrekt weer Zyn Konings
burcht, vergezeld door al Zyn trouwe
onderdanen, om daar te rusten te
midden van Zyn doden, maar ook
Zyn levenden.
Hy gaat weer wonen tussen Zyn
trouwe Venrayse volk, om als van
ouds, sinds honderden jaren, de Zijne
te leren, te leiden en te besturen.
Hy deelt er weer Zyn gaven uit,
aan de kleinste door het Doopsel,
dan dooi Zyn eigen lichaam als
spy'ze te geven, door Zyn Offer te
midden van ons te hernieuwen. Hy
verbindt er de Zijnen in de echt,
wydt er zelfs priesters en bisschop
pen en zonder Zijn hulp en zegen
gaat er niemand te eeuwige rust.
Ons volk begrijpt Gods goedheid
en wil daarom eerst 't Huis van
God in orde en dan hun eigen. Zo
waren de vaderen, zo zijn of moge
zy n de zonen
Het is een fijne attentie van Zijne Hoogw. Excellentie Mgr.
Dr. I. M. I. A. Hanssen, aan de Kerk en de parochie van Sint
Petrus Banden. Hij viert met ons mee. de terugkeer van Ons
Heer en de parochianen in de nauwelijks herstelde Kerk. Hij wil
zijn doopkerk eren door het Hoogaltaar plechtig te consacreren.
De eerste viering van Zijn wijding tot Bisschop kwam toe aan
Broekhuizenvorst, waar zijn familie woonde, waar hij zelf zijn
eerste H. Communie gedaan had, waar hij zijn jeugd had door
gebracht.
Dan kwam Oostrum, waar hij geboren was en zijn prille jeugd
had geleefd. Wij hier in Venray, begrepen dit en verheugden
ons met de twee gelukkige dorpen...
Toch hadden wij ook zo graag Monsigneur gehuldigd, wijl hij
niet alleen in onze gemeente geboren is, maar bovendien herboren
uit 't Water en de H. Geest, in de Venrayse moederkerk.
Nu is er een pracht-gelegenheid. Nu ontvangen de parochianen
hem, maar O.L. Heer zelf in Zijn H. Sacrament begeleidt hem
naar de parochiekerk.
Mensenwoorden schieten te kort om dit heerlijk gebeuren te
vertolken.
Wij zijn God dankbaar voor deze troostende en juichende
ingeving.
Wij danken Zijne Hoogw. Excellentie voor zijn lieve attentie.
Wij Venrayers zullen deze blijde inkomste, én van den grote
God in onze parochiekerk, én van onze Doorluchten Kerkvorst
in zijn doopkerk, in stilmakende vreugde vieren.
Dit geve de Heer.
LI I 111 lil llllllll i i l l LI LIU Julil ll Irtl l l I II I11 l i 111 I I i l 11111 l l
Wy hebben U de vorige week
reeds meegenomen voor een opper
vlakkig bezoek aan onze herbouwde
parochiekerk.
Maar om een juist beeld te krijgen
van de moeilykheden, die te over
winnen waren en de veranderingen,
die zyn aangebracht, zyn we eens
gaan praten met de Firma Volleberg,
de aannemers van dit bouwwerk, die
mede door de restauratie van 1938,
onze Grote Kerk kennen als geen
ander. De meeste van onderstaande
technische gegevens mochten wy dan
ook van hen ontvangen.
VERANDERINGEN
De verwoesting van onze kerk gaf
de architect meteen een goede ge
legenheid om enkele verbeteringen
aan te brengen of de oude toestand
te herstellen, die door ondeskundige
restauratie in het verleden, wel eens
geleden had.
Niet alleen binnen, maar ook buiten
zijn enkele opmerkelijke veranderin
gen aangebracht. Zo is het dak van
het middenschip 3.5 meter hoger
geworden. Men had namelyk in 1938,
by de restauratie der kerk op de
oude toren sporen gezien van dak
lijsten, die 3.5 meter boven het dan
bestaande nok by elkaar kwamen.
In 1799 is het oorspronkelijke dak
by een storm van de kerk gewaaid
en waarschijnlijk heeft men toen bij
de restauratie, van het hout wat
nog over was, het dak gebouwd, uit
de aard der zaak kleiner als in het
verleden. De daken der zijbeuken
zijn hetzelfde gebleven en ook het
dak der Zuiderbeuk, dat men bij de
restauratie in 1935 heeft laten zakken,
is weer op dezelfde plaats aange
bracht. Het Angelus-torentje, dat
reeds bij de restauratie een heel wat
slanker aanzien kreeg, bleek te ijl
voor het gebouw en is nu dan ook
forser te voorschijn gekomen.
De ramen zyn hetzelfde uitgevoerd
als vroeger, maar in de Noorderbeuk,
dus aan de kant van het kerkhof,
heeft men een raam uitgemonsterd,
zoals dit oorspronkelijk is geweest
by de bouw van de kerk in de 15de
eeuw. In de Westgevel heeft mende
blinde ramen nu veranderd en valt
ook achter in de kerk meer licht.
BINNEN IN DE KERK
zijn meer veranderingen waar te
nemen. Doordat het licht ongehinderd
binnenvalt door het blanke'"glas der
ramen, spreken de lijnen van het
gebouw en de figuren der gewelven
beter als voorheen, maar het geheel
is door het ontbreken der schilderin
gen en door de tempering van het
gebrandschilderd glas, doodser en
naakter.
Het eerste wat opvalt is dat de
kruisgang verdwenen is en het mid
denpad heel wat smaller is gewor
den. Het wegvallen van de kruisgang
houdt natuurlijk verband met de
nieuwe toegang onder de toren, wel
ke nu nog is dichtgemetseld met
een noodmuur.
Zo zyn ook de zijpaden dichter by
de pilaren gebracht, een en and#i
om zoveel mogelijk plaats te maken.
Was er voorheen voor ongeveer 650
mensen een zitplaats, nu is er voor
meer dan 900 personen zitplaats.
De twee oude biechtstoelen staan
weer opgesteld, alsmede de preek
stoel, die een heel stuk hogerop is
geplaatst.
De twee trappen voor de commu
niebanken zyn verdwenen en by die
naar het priesterkoor gevoegd, waar
heen nu zes trappen leiden. Het al
taar zelf wordt gevormd door een
oude steen, die men onder het oude
hoogaltaar gevonden heeft en waar
schijnlijk afkomstig is van een van
de oude verkochte altaren.
Het is beduidend kleiner als vroe-J
ger (2.45 x 3 M.), m. ar is slechts
tijdelijk. Ook staat het niet meer op
vijf trappen, maar slechts op drie.
Het basement der pilaren is nu
hardsteen geworden, terwijl deze
vroeger met cement bepleisterd wa- j
ren. Ook de verwarming is geheel
vernieuwd en verbeterd, alsmede de
verlichting, die nu door een 50-tal1
Atvalux lampen vanuit het 25 meter
hoge gewelf zal geschieden, waardoor
èn de gewelven èn de kerkramen by
avond, beter tot hun recht komen.
De doopvont blyft in de oude sacris
tie en voor de twee achter in de
kerk staande biechtstoelen zullen
nieuwe komen.
Verder vindt men nu in het Noor
derportaal, dat in 1939 er by gebouwd
is, een gewelf, waardoor ook dit.aan
de rest van het gebouw is aange
past.
Een eigenaardigheid is nog, dat
de nieuwe kerkvloer van voor naar
achter io cm. afloopt om het ge
zichtsbedrog op te heffen, dat by
een „waterpasvloer" ontstaat. Dan
meent men namelijk, dat de vloer
naar voren afloopt en om dit te
voorkomen, heeft men ze daar nu 10
cm. hoger gelegd.
65 ton trowapoml hot.on
hebben de dertien fruiten m-terbalken
boven het ge.velf vervangen, o«»k al
om de houtschaarste te verlichten
en het brandgevaar te verkleinen.
Als mensen afscheid nemen, dan
komen do herinneringen. Dan denk
je zo graag een ogenblik terug. „Weet
je nog"... en dan komen de verhalen.
Deken, wat moet het voor u ge
weest zyn: uw kerk in puin. Hoeveel
jaren had u eraan gewerkt. Eerst de
plannen om uw kerk te verbouwen.
Honderd en één moeilykheden om
uw plannen te verwezenlijken, toen
de uitvoering er eindelijk... wat was
u trots en met recht. En nu: die
zelfde kerk in puin.
Daar stond u in uw verwoest Ven
ray. Puinhopen van huizen, winkels,
panden, straten. Kerk tegen de grond.
Wat nu met de zielzorg?!
De „herder" denkt aan geen mensen
meer, maar mensen-ZIELEN. Zorg
voor de zynen. Hy roept zijn schapen.
Maar waarheen
Weet u het nog? Was God niet
goed? Ja, deze gedachte, moet wel
door uw hoofd gegaan zyn toen u daar
stond op die grijze Decembermorgen
met de sleutel van de hulpkèrk in
uw hand. God had uitkomst gegeven.
By een afscheid komen herinnerin
gen; en dan denken we terug aan de
uren van samenzijn. Vandaag, uw
gloriedag, delen wy,
Uw paters van Yenray,
in uw vreugd. Ook voor ons een dag
van herinnering. Mooie en dankbare
herinnering, dat God aan ons gaf hier
te mogen helpen. Feestelijk zal heel
onze communiteit u begeleiden naai
de nieuwe kerk en de Goede God
bidden, dat de nieuwe kerk mag
bergen een ryk en diep geloofsleven.
Denk> n we op een dag als vandaag,
nu we de nieuwe kerk gaan intrek
ken aan 'n tafereel door God zelf in
Zijn heilige Boeken getekend.
't Was al laat geworden. Heel dp
dag had hy gelopen op de 6toffige
weg. Vlug. Onrustig. Telkens om
kijkend in het begin.
Heel de dag had hij gelopen. Eerst
gerend. Dan langzamer. Even gerust,
omdat hy buiten adem was en toen
Dat de wederopbouw aan onz6
Grote Kerk geen senicure had, moge
blijken uit onderstaande gegevens,
die hoewel globaal genomen, toch
wel een beeld geven van de ontzag
gelijke hoeveelheid materiaal, die de
herbouw van de „St. Petrus Banden"
nodig had.
Voor het bouwhout, als balken,
kepers, gordingen enz. was nodig
ongeveer 350 M3., de inhoud van 4
H.A. bos in deze streken, de banken
vroegen andermaal 40 M3 kostbaar
hout.
Stenen werden gebruikt tot een
formidabel aantal van 1.000.000 stuks
en wanneer men deze grote zware
„moppen" naast elkaar legt, dan
loopt er een spoor van 300 km. van
hier naar Parijs!
Kalk werd er gebruikt om en nabij
de ïoo vrachtwagens van 3 ton of
5000 zakken.
4200 plavuizen vormen de vloer,
een pad van meer dan anderhalve
kilometer.
150 M3 mergel en 40 M3 natuur
steen is verwerkt en 150 M2 glas
geplaatst en tot slot aan zand is
een berg van 1200 m3 nodig geweest.
En enkel aan steigershout en -planken
was a! een 350 m3 nodig.
Dit alles is onder moeilijke omstan
digheden verwerkt en duizenden for
muli«*ren ziin vooreenen ander nodig
gewest N«»g zijn we lang niet aan
h-*t einde, al de beelden mo'-ten nog
geplaatst worden, de banken verder
afgewerkt, Jeien op de daken etc. Eu
maar weer door. Gejaagd.
De avond viel in. 't Werd al donker...
Uitgeput valt hy neer in het mulle
zand. De nacht komt over hem heen
als een zekere beveiliging. Afgemat
gaat hy liggen, 'n Steen onder zyn
hoofd. Slaap overmant hem. Maar in
die slaap, een droom. Als een visioen,
'n Droom van God. Een ladder groèit,
rijst op van de aarde en met haar top
steekt ze ver in de wolken... Engelen
klimmen erlangs op en dalen erlangs
neer. Een engelenrei. Op en neer. Een
engelenspel. In blinkend wit, en
kleurenschakering. Aan de top van
de ladderGod Eén blinkend wit
van zon en licht.
Als een kind kykt hy naar het
kleurig engelenspel en een stem, de
stem van God, spreekt tot hem. Hy
luistert en luistert. Als een zang, die
hem boeit, zo is zyn aandacht ge
spannen. „Ik ben uw God en de God
van uw vader Izaak. 't Land, waarop
ge slaapt, zal Ik u geven. Ik zal met
u zijn en u behoeden op al uw wegen".
Wakker wordt hy en de zon staat
vol aan de hemel. Lichte, klare, hel
dere dag. Verkwikt springt hy op.
Bly om het visioen. Bly om de zegen
van God. Dankend knielt hy in het
hete zand en in eerbied zyn stem over
de wyde,-wijde vlakte: „Hoe ontzag
wekkend is deze plaats. Hier is het
huis van God en de poort van de
hemel".
Blije mensen van Venray, het kan
niet anders, wanneer u Zondagmiddag
in een grootse processie de door ver
nieuwde straten van Venray terug
keert naar uw parochiekerk, dan gaat
°en beeld door uw gedachte van enkele
jaren terug: een vernielde parochie
kerk en het neerdaveren van de toren
tot een grote puinhoop. Ruïne.
Maar by iedere stap, die ge zetten
gaat, zullen de stenen weer op el
kander groeien. Uit groeien tot de
monumentale bouw van vroegere
jaren. En als u weer knielt en staat
onder de hoge gewelven zult ge één
(vervolg pag. 2 eerste kolom>
last not least de
Toren
Men kan zich afvragen of gezien de
materiaalschaarste de bouw van een
toren en dan nog wel zulk een
kolos in deze tyd geen overbodige
luxe is. Maar er zyn ook andere fac
toren die hier een woordje meespreken.
Evenals een huis niet herbouwd is
en voltooid, wanneer de voorgevel er
maar provisorisch ingezet wordt, zo
is het zeker met een kerk en speciaal
met een kerk als de onze, die, het
blijkt nu duidelijk, zonder toren van
buiten meer de indruk maakt van
een schuur 1
Misschien oneerbiedig gezegd, maar
de grote St. Petrus Banden is niet
herbouwd zonder toren. Zonder de
toren, die als het groot symbool van
de Parel der Peel gold, die een baken
was voor een vreemdeling, hét ken
merk van Venray. is de Grote Kerk,
niet het oude gebedshuis van vroeger,
is Venray nog steeds zichzelve niet.
Men heeft het beste de betekenis
van de toren én voor de inwoner én
voor de vreemdeling kunnen begrypen
na de evacuatie toen aller vraag was,
hoe ligt de toren er by en kan hy nog
herbouwd worden
Met louter materialistische cijferin
gen komt men er niet, maar ook het
gevoel moet meespreken; het hart van
Venray is de St. Petrus Banden met
zijn trotse zware toren 6n het te hopen,
dat de autoriteiten ook de feiten
willen zien I