Industrialisatie in Venray.
BLEYENBEEK
De Vermogensheffing
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
't iocfiiddeesneit van ïïlaaden Schenk
De belangen van de kleinen.
Regering geeft geldelijke
steun bij nieuwbouw.
Bij brand
Wacht in de Tropennacht.
Acht en Zestigste Jaargang
Druk. ou Uitgave
Firma van den Munckhof
Drukkerij
Kantoorboekhandel
ttrootestraat 28
Telefoon K 4780 512
Postrekening 150652
Advertentieprijs
10 ct. per 3 mm. regel
minimum fl 1.00
Abonnementsprijs
per kwartaal
voor Venray fl 1.C0
buiten Venray fl 1.20
uitsluitend vooruitbet.
MAAS
In haar laatste vergadering besloot
do (Gemeenteraad enkele terreinen te
verkopen aan industriëlen, die hier
hunne fabrieken willen vestigen.
Ook Venray zal dus meer industrie
krygen en daarmede het grote pro
bleem der bevolkingstoename proberen
op te lossen. Nu aan een gebiedsuit
breiding naar hot Oosten, met name
in Duitsland, jammer genoog niet de
nodige aandacht is besteed, zal zeker
de tyd niet ver meer zyn, waarin
onze boeren niet weten, wat zij mot
hun zoons moeten doen.
Ze zitten nu eenmaal al zo dicht
op elkaar, dat men zich soms met
angstige verbazing afvraagt, hoe er
nog een bestaan is te vinden voor
vele van onze kleine boeren
En de ontginningen in de Peel én
de Noord-Oostpolder zijn een druppel
op een glooiende plaat
Niet iedereen voelt er wat voor in
Brazilië of Afrika to beginnen en
dus moet er naar iets anders gezocht
worden. En dat is dan volgens de
deskundigen: industrialisatie.
Dat dit ook weer de nodige pro
blemen met zich mee brengt, is te
begrijpen.
Minister Huysmans zajde, dat in
dustrialisatie niet alleen een vraag
stuk is voor de grote steden, maar
ook voor het platteland en wy zou
den zeggen speciaal voor 't getroffen
gebied.
Overal is woningtekort, maar het
getroffen gebied kan haar eigen ip-
woners in de verste verte nog geen
woning verschaffen, laat staan fa
brieken en de daarbij behorende ar
beiders of arbeidsters. En als de bo-
staande industriën elders al klagen,
dat niet die productie behaald kan
worden, die men wenst, door het
probleem der volkshuisvesting, dan
heeft een arbeidsspreiding, door fili
alen op te richten in het getroffen
gebied, al zeer weinig aanlokkelijks
voor deze candidaten.
Wat de industrie-terreinen betreft,
staat Venray er geluktrig wat beter
voor, hoewol ook hier de herverka
veling nog zeer goed werk zal kun
nen doen. Voorlopig kan men editor
vooruit, daar de gemeente nog wat
terreinen in eigen bezit lieeit. Het
vervoer zal niet de grootste kwestie
zyn. vooral daar men zich de indus
trieterreinen in Oostrum en aan de
Maashezerweg gedacht heeft, hoewel
deze laatste wel verder van't station
gelegen zijn.
Het transport over water vraagt
echter niet alleen oen haven, waar
voor Wanssum dienen kan, echter
ook goede wegen. Hieraan wordt go-
werkt.
Arbeiders zyn er waarschijnlijk
voldoende, hoewel voor vele boeren
jongens do omschakeling niet zal
meevallen, maar aangezien geijverd
wordt voor een ambachtschool en
juist die industrie, die met de land
bouw zal samenwerken, ligt hier
voor veler, een toekomstige positie,
die zij nu nooit bereiken kunnen.
Grote fabrieken, als Philips o. d.
zullen niet komen, dit is in do ge
geven omstandigheden onmogelyk,
maar juist een veelheid van ver
schillende soorten industriën zal beter
zyn in de toekomst, wanneer, de
wereld weer wat bekomen zal zyn
van de nu geleden ellendo en armoe.
Er is nu een begin gemaakt, men
zou hoogstens verbaasd kunnen zyn,
dat de Vereniging „Venray Vooruit"
in deze al het voorbereidende werk
gedaan heeft, al is haar succes een
felicitatie waard, en onze gemeente
raad hierin zeer weinig naar voren
komt
We willen hopen, dat andero po
gingen datzelfde succes hebben zullen.
Mede door onze ligging ten opzichte
van Duitsland, kan Venray dan voor
uit komen.
Moge door de betrokken autori
teiten wat woningbouw en fa-
bneksruimteh betreft de zo nodige
aandacht geschonken worden aan dit
getroffen gebied, dat door industriali
satie een goede kans maakt weer
tot haar vroegere welvaart terug te
keren.
Het bood weerstand aan de moderne wapens
Langs de smalle landweg, dioleidt
van hot verwoesto dorp Afferden naar
het meer verwoeste smokkelaarsdorp
Siebengowald liggen do ruïnes van
het kasteel Bleyenbeek. Troosteloos
steken afgebrokkelde muren boven
wildgroeiend stiuikgewas, in do mis
tige herfstmorgen.
Het Limburgs landschap is hier
nog vlak, uitgestrekte weidevelden
en pas geploegdo akkers. Tegen de
achtergrond donkert het Reiehswald
als een dreigend loerend gevaar. Over
de velden staan hier en daar ver
dwaald nog stukgeschoten en half-
verbrando Engelse tanks.
De hele omgeving staat nog in het
teken van de oorlog, die hier in al
zyn hevigheid heeft gewoed en vormt
zodoende als het ware een nieuwe
achtergrond voor de geschiedenis van
het oude slot Bleyenboek, dat vier
eeuwen lang hier een hoofdrol heeft
Over ons, echter zonder ons.
Vlak vóór de bijeenkomst van de
plaatsvervangers der Groote Vier te
Londen publiceerde do bekende Brit-
sche journalist Patrik Maitland een
artikel, waarin hij de rebellie der
kleine naties aankondigde. Dan luidde
zijn advies, dat de groote naties er
niet alleen naar moesten streven, dat
„een redelijk Duitschland uit de
vredesonderhandelingen te voorschijn
zou komen, maar evenzeer een be
vredigend en tevreden Europa.
Dat zou intüsschen, meende hy,
den ministers van buitenlandsclie
zaker. niet zoo gemakkelijk vallen.
Want de gemeenschap der kleine en
midden-groote naties al bindt hen
geen formeele band, toch vormen zij
in vele opzichten een hechte eenheid,
wijl haar belangen tegen de grooten
Veelal parallel loopen zou zeker
protesteeren tegen een herhaling
van de procedure, welke bij de vast
stelling van do vredesvoorwaarden
voor de satelliet staten van Duitsch
land is gevolgd. t
Patrik Maitland heoft met onjuist
gezien. De memoranda welke de 18
kleine bondgenooten reeds hebben
ingediend of nog zullen indienen, zijn
naast een uiteenzetting van liun
standpunten, wenschen en eisclien
inzake liet Duitsche probleem, als
men ze dieper doorschouwt, inder
daad zeer harde protesten, waaraan
men terecht den titel van „opstand"
kan geven.
Het verzet strijdt op twoe fronten.
Men is ontevreden over de wyze
waarop do Vier Duitschland
aanpakken; cziet daarin veel te
weinig een gï^tsche, constructieve
gedachte, het is op het oogenblik,
nu de bezetting al ruim twintig
maanden duurt, nog bijna onmogelijk
te zeggen, welk doel do bezetters
ieder in hun zóne nastreven en met
welke middelen zy dit doel, als het
hun duidelijk voor oogen zou staan,
willen nastreven. Zelfs-de Russen,
van wie men aanvankelijk aannam,
dat zy wisten wat zij wilden, wor
den den laatsten tijd steeds onzeker
der in hun po'itiek; zy schijnen te
aarzelen en zyn daarmede in het
ondoorzichtige vaarwater der Angel
saksen gekomen. Alleen de Franschen
gaan recht op hun doel: kolen en
herstelbetalingen af, en bobben daar
mede tot dusverre goede resultaten
bereikt. Zelfs in hun verstandhouding
met de Duitschers.
De memoranda hot Nederland-
sche heeft het naar internationale
erkenning voortreffelijk gedaan
brengen naar voren, waarom het
eigenlijk gaat. Duitschland heeft een
misdadigen oorlog ontketend, Duitsch
land is totaal verslagen; maar het
is tevens moreel en materieel volko
men geruïneerd. Dat is het eene feit.
Het andere is, dat Europa, dat zelfs
de wereld geen vrede kan hebben
zonder een Duitscbland, dat zijn plaats
in het geheele levenscomplex van de
volken-samenleving inneemt.
Er zyn nog steeds monschen, die
protesteeren, als wordt gezegd, dat
Duitschland moet worden gered, maar
dan beseffen zy niet, dat met Duitsch
land Europa en derhalve ook Ne
derland en dit waarschijnlijk onder
de eerste ten gronde gaat of ge
red wordt.
Een ziek orgaan is steeds een ge
vaar voor het gehoole lichaam; het
gevaar wordt grooter, naarmate liet
orgaan uitgebreider on levensbelang
rijker is. Duitschland nu is ongetwij
feld met zijn 66 millioen menschen
met een eigen temperament en spe
cifieke karaktertrekken, een vitaal
deel van Europa. -
Het moet geestelijk, moreel en
materieel worden heropgebouwd. En
dit op zich reeds onomstootelyke feit
neemt nog scherper vormen aan, als
men bedenkt, dat niet alleen Duitsch
land, maar alle landen van Europa
om ons tot dit werelddeel te be
perken tenminste in een zooda-
nigen toestand verkeeren, dat zij voor
besmetting uiterst vatbaar zijn. Wy
zouden veilig sterkere uitdrukkingen
kunnen gebruiken.
Daarom is een wei-overwogen, diep
doordachte Duitschland-politiek een
Europeesche, eon wereld-noodzaak. En
het zou van zeer verdachte bijbedoel
ingen -getuigen, als één of meerderen
van hen, die voor een dorgelyke poli
tiek vooral verantwoordelijk moeten
worden geacht, de stom van het ge
zond vorstand, ook als zy uit een
kleine natie komt, ongehoord zouden
verwaarloozen, of, erger nog, eenvou
dig zouden willen overschreeuwen.
Een tweede feit, waartegen de
kleineren, die reeds spraken, practisch
zonder uitzondering protesteeren, is,
dat zij feitelijk van do opstelling van
het vredesverdrag met Duitschland
worden uitgesloten. Tc Londen wor
den zy gehoord; to Moskou zullon
hun woorden, waarvan rapport is
opgemaakt, misschien worden over
wogen, maar een werkelijke rol zul
len zy, zooals de zaken thans staan,
niet kunnen spelen. Er zal want
elk vredesverdrag heeft ook voor de
nabuurlanden diepgaande consequen
ties - mede over hen, doch echter
zonder hen worden beslist. Dat is
steeds, maar heel bijzonder onder
bondgenooten, een schrijnend onrecht.
Want ook de kleine staten hebben
tegen Duitschland gestreden; zij heb
ben zwaar onder de Duitsche bezet-
tingsterreur geleden; hun welvaart
is vernietigd; hun toekomst in gevaar
gebracht. Maar ieder van hen had
zyn aandeel in de overwinning; vaak
was dit niet gering; onze eigen scheep
vaart heeft, om slechts op één onder
deel te wyzen, de helft van de ton-
nenmaat in den kamp van de zege
praal prijsgegeven. Zy deelden in de
offers, soms onevenredig hoog; waarom
sluit men hen uit van het werk des
vredes, waai'bjj zy uitstekende
diensten kunnen verleenen. Want al
verdedigen zij natuurlijk hun eigen
belangen, te loochenen valt ander
zijds niet, dat do belangen dor klei
neren vooral liggen op het terrein
van wohaart en geluk, dus van don
vrede; terwyl die van de grooten
heel vaak strategisch en tactisch,
dus in een eventueelen toekomstigen
oorlog worden gedacht.
Dit was de man, die de geschiedenis
cn roem van het slot Bleyenbeek
maakte. Zijn nazaten profiteerden
dankbaar van de door Maarten Schenk
Rente ten deelo bijgepast.
In een besluit omtrent de finan
ciering van de woningbouw heeft de
Minister van Openbare Werken en
Wederopbouw een aantal regelingen
getroffen, waardoor het ook voor
veel werk aan do verfraaiing en uit
bouw van het kasteel.
nagelaten schatten en besteedden particuliere bouwers en instellingen
mogelyk is geworden by de huidige
exploitatievvaarde en de sterk go-
stegen bouwkosten zonder financiële
Gotische stul tekorten woningen te bouwen. De
opgebouwd maar m de afwerking voornaamste bepalingen van het bo-
vindt men verschillende renaissance- s]ujt komen hieProp *ee, dat hetrijk
details, die erop wpzen, dat het kas- d0 rent6 ovor het bedrag dat ligt
t'Vrw™.tussen d;> rendabele bouwkosten en
uiterlyk, zoals het nog tot voor deworkelïike bouwkosten iaarliiks '/al
oorlog was, dateeit uit 1738 toen aan veiïoodon DoUW*osten Jaarl«ks zal
do voortdurende verbouwingen en
Bleyenbeek was in de Middeleeuwen
de zetel van den heer van A tierden,
die van hieruit zyn heerlijkheid be-
stuurde en zyn uitvallen deed naar
het Duitse land, Brabant en Gelder
land. Hot kasteel, met de bouw waar
van ongeveer in het begin van 1500
werd begonnen, kreeg een heel bij
zondere klank door Maarten Scheuk
van Nideggen. Deze Maarten Schenk,
die in 1549 geboren werd, uit een
aanzienlijk Gelders, maar zeer arm
geslacht, heeft in de vaderlandse ge
schiedenis een grote rol gespeeld. Hy
was in zijn jaren nu eens staatsvijand
no. 1 om zijn gangsterstrooptochten,
dan weer veldmaarschalk in dienst
van do staat.
Op zeer jeugdige leeftijd reeds, nog
jongen eigenlijk, was hy kapitein van
Eukhuizen en heer van IJsselstein.
Als een soort Don Quiehotte trad hij
met zijn heele bezit van twee paarden
in dienst van Oranje en ontving daar
zijn militaire scholing in zoverre hy
daar nog behoefte aan had. Na de
pacificatie van Gent werkte hy voor
eigen rekening en veroverde voor zich
het kasteel Bleyenbeek, dat aan zyn
neef Huyn van Afterden toebehoorde.
Hierom en omdat hy een Stichtsen
vaandrig in eën persoonlijke ruzie
doodgestoken had, was er voor hem
by do Staatsen geen 'plaats meer.
Hy sloot zich aan bij den Spaansen
stadhouder Parma, die hem een blanco
volmacht gaf om Gelder to brand
schatten, waaraan hy zich met jeug
dig vuur wijdde. Zyn strooptochten
strekten zich uit over geheel Oost-
Nederland.
In 1579 veroverde hij do Deut-
chouw, hetgeen hem rijke buit bracht.
In 158Ó leverde hy een complete veld
slag by Hardenberg vlak by Zwolle
tegen den graaf van Hokenlo, wiens
legermacht hij totaal in de pan hakte.
Hij veroverde Koevorden en hield een
joyeuze entree in Groningen. Hy was
geen zachtaardig heer en zijn faam
verspreidde zich alom. Zoals de ge
schiedschrijvers van die dagen hem
beschrijven bezat hy iets van het
Duitse militaire sadisme: „Eenen aerd
van dartele wreedheid toonde Schenk
aan de gevangenen, want nadat hy
hen, door wel voedren en verbandt
hunner wonden, met hoop cn smaak
aan het leven vervuld had, deed hy
hen, bedaardes moods, ombrengen.
In .1582 echter raakte Maarten in
het nauw en werd door de Staatse
bezetting van Geld.-r gevangen geno
men. Hoge heren bijten elkaar echter
niet, en Schenk werd tegen een hoog
losgeld, dat hy zich intussen al wel
byeen had gestolen in vrijheid ge
steld. By deze gelegenheid verzoende
hy zich tevens met de Staatsen, die
hem een functie van veldmaarschalk
met oen salaris vau f 1250.— per
maand beloofden, on hem in ruil voor
Bleyenbeek met inkomsten een soort
gelijke heerlijkheid in Holland ef
Zeeland aanboden.
Bleyenbeek met inkomsten werd
in die jaren op f 4000.— per jaar ge
schat. Schenk trad dus weer toe tot
de Staatsen en ontruimde Bleyenbeek
wel, maar de Staatsen hebben het
nooit in bezit overgenomen.
Hy veroverde voor zichzelf spoedig
hot slot Overassolt by Grave.
Het grootste wapenfeit uit zijn ge
schiedenis leverde Maarten Schenk in
15S6 toen hy in Westphalen de Stad
Werle veroverde, natuurlijk leegplun
derde en de dertig rijkste burgers als
gijzelaars meevoerde. Om dit feit werd
hij door Leicester tot, ridder geslagen.
In 1587 veroverde hy zelfs de stad
Bonn, maar in feite werd dit een
fiasco, want slechts ter nauwernood
kon hijzelf het vege lyf redden, toen
de Spanjaarden hem op hun beurt
hier kwamen belegeren en de Staat
sen hem niet tor hulp snelden.
Hy kreeg hierom weer onenigheid
met de Staatsen, wier zaak hij sinds
dien zoveel mogelijk afbreuk deed.
Echter opnieuw vestigde hy zich op Huisvlijt is iets moois VOOl'
Bleyenbeek, vanwaar uit hy opnieuw allen,
allerlei strooptochten ondernam. Bij P1. njlll 7ftl TT bevallen
één hiervan tegen Nijmegen, die hij "?g'n e.f aan> 1 ?.al V,
pei boot uitvoerde vanaf de door hem j 1Ilt gij geen prijs, t allen tijd
intussen gebouwde Schonkerschans. Wint gij in liuis gezelligheid,
viel hy echter in de Waal en ver-
dronk op veertigjarige leeftijd.
vergrotingen een einde kwam. Als
een reus lag het slot toen in het
vlakke landschap, dat het naar alle
zijde kon overzien en beheersen. In
alles ademdo het naar buiten het
roofriddersnest met zijn brede grach
ten en sterke muren. De muren van
de grote kelders, die vermoedelijk nog
uit vroeger eeuwen dan 1500 date
ren, zijn ruim 2 meter dik on boden
dekking tegen ieder geschut.
Ook de inwendige structuur was op
degelijkheid gericht. Grote zware
moerbalken schraagden de zolderin
gen van paradijszaal en ridderzaal.
De gesneden friezen en do zolder
beschilderingen, die uit het einde van
de 17e eeuw dateerden, waren de
enige luxe.
De grote open schouwen op ge
torste zuilen of zoals in do paradijs
zaal karyatido pilaster maken do
indruk van kracht en eenvoud. Eeuwen
is het kasteel in bezit geweest van
de familie Schenk, die door Maarten
Schenk geparenteerd was aan het
geslacht Hoensbroek.
De laatste adelyke bezitter, Markies
von und zu Hoensbroek, verkocht in
1920 hot kasteel aan de familie Jur-
gens, die thans nog do eigenaar is
van de ruïnes.
Verschillende belegeringen heeft
Bleyenbeek in zyn bestaan meege
maakt, maar steeds bood het weer
stand ook aan de meest verwoede
stormlopen.
Tweemaal werd Afferden reeds
verwoest maar Bleyenbeek bleef be
staan. Een moderne oorlog was noo-
dig, om do kracht van deze burcht
te breken.
Na de invasie in Normandië en do
doorbraak van Montgomery naar het
Noorden, hadden de Duitsers dit oude
roofriddersnest in beslag genomen en
als eon kleine vesting ingericht, in
de omliggende landen hadden zy
10.000 landmynen, tankmijnen en
booby-traps verborgen.
Toen in Februari 1945 eindelijk de
Engelsen tot Afferden waren door
gedrongen lag in Bleyenbeek een
Duitse bezetting van honderd man.
Do Britten meenden de tegenstand
snel te kunnen breken, tanks en
stoottroepen, voorafgegaan door een
bombardement van de zware artillerie,
rukten op, maar Bleyenbeek hield
stand. De Engelse aanvallen werden
door de Duitsers afgeslagen, steeds
opnieuw probeerden de Tommies door
to breken, echter steeds zonder suc
ces. Rondom op de weilanden lagen
de stuk geschoten Engelse tanks,
motorwagens en gedode soldaten.
Bleyenbeek hield stand ook tegen een
met moderne wapens uitgerust leger.
Vier golven zware bommenwerpers
vernielden tenslotte de totale boven
bouw van het kasteel, maar konden
de kelders, waarin de Duitsers ver
scholen zaten niet treffen. Na twaalf
dagen tenslotte stand gehouden te
hebben, moesten de Duitsers aftrek
ken omdat in do kelders brand was
ontstaan.
Bleyenbeek was een rokende ruïne
geworden. Vijf dagen lang brandden
de kelders de zware moerbalken,
maar de kelders hielden stand.
Zo is bet einde van Bleyen
beek in de stjjl geweest van den
groten roofridder Maarten Schenk,
het is bezweken in actieve dienst op
het. veld van eer. Een nieuwe sage
is hier geboren in het zo legenderyke
Limburgse land. Het was het einde
van een roemrijk verleden in het
moderne heden.
Of Bleyenbeek herbouwd zal wor
den of als ruïne bewaard zal blijven
voor de toekomst is tot nu toe niet
bekend.
Herbouw in de oude stijl zal echter
mooilyk te bereiken zyn, omdat het
schatten zou kosten.
BEL 392
vergoedon.
Deze bijdrage zal worden uitgekeerd
gedurende een tijdvak van 10 jaar,
waarbij uiteraard telkens als de ex-
ploitatiewaardo van de woning wijzi
ging ondergaat als gevolg van een
veranderde huurprijs de bijdrage in
overeenstemming zal worden gebracht
met de gewijzigde omstandigheden.
Na afloop van dit tijdvak zal de
minister bepalen, of dan een uitkering
ineens zal plaats vinden ter grootte
van het alsnog bestaande verschil
tussen de oxploitatiewaarde en de
bouwkosten, of wel, dat een jaarlijkse
vergoeding van de rente nog ton
hoogste vijf jaar zal voortduren. Na
dit ty'dvak zal de uitkering ineens
dan automatisch plaats vinden.
Exploitatie-lasten.
Van de door den minister vastge
stelde huur mogen als exploitatie
lasten behalve de gebruikelijke kos
ten van belasting, waterverbruik,
assurantiën, huurderving en incasse
ook worden gerekend 12 percent van
de huur voor onderhoud en 7 percent
van de huur voor risico.
De netto huuropbrengst wordt dan
geacht te zyn de annuïteit over 50
jaren van de rendabele bouwkosten
tegen een door den minister vastge
stelde rentevoet. Deze rentevoet zal
zooveel mogelijk gelijk zyn aan do
gemiddeld geldendo hypotheekrente.
De rente over het verschil tussen de
op deze wyze vastgestelde oxploita
tiewaarde en de werkelijke bouw
kosten zal dus door liet rijk worden
vergoed. Na 10, dan wel ten hoogste
15 jaar zal een uitkering van het op
dat tydstip alsnog bestaande verschil
plaats vinden.
Het besluit dat getiteld is „finan
cieringsregeling woningbouw 1947"
en dat in werking zal treden op de
dag zijner afkondiging in do Staats
courant, vermeld voorts naast allerlei
andere bepalingen, de regelingen, die
getroffen zyn voor het verlenen van
voorschotten ten behoeve van het
verstrekken van geldleningen onder
verband van tweede hypotheek en
voorde wyze van aanvragen dor bij
dragen en voorschotten.
Het toekennen van de bijdragen on
het verlenen van de voorschotten
zullen geschieden bij beschikking van
den minister. In de regel, zoo staat
vermeld, zullen de bijdragen en voor
schotten slechts worden vorst rekt
voor woningen, die niet grooter zyn
dan 500 kubieke meter. Ook voor
woningen met bedrijfsruimten kan
dit besluit worden toegepast, maar
dan zal de bedrijfsruimte oveneens
niet meer dan 500 kub. M. mogen
zyn.
Aanvragen op grond van deze re
geling moeten worden ingediend by
de gemeenten, waar men wil gaan
bouwen. De gemeentebesturen zullen
enkele weken na de bekendmaking
van dit besluit over de nodige for
muiieren kunnen beschikken.
Donker is de nacht als ik het
wachtlokaal verlaat. Enigszins aar
zelend zoek ik de weg, met behulp
van m'n zaKlantaarn, naar de brer.-
post om m'n voorganger af te lossen.
Grillig als reusachtige waaiers
steken de palmboomen zich af tegen
sterrenhemel, terwyl een zacht,
koel windje ruist door de klapper
bladeren, waarvan sommigen oen
lengte van drie Meter halen.
Mijn voetstappen schijnen dubbel
luid te klinken in de nachtelijke
stilte, die slechts onderbroken wordt
door hot eentonig gesjierp van dui-
zende krekels.
Dan doemt eensklaps de zandzak
ken-barricade op, met daarnaast de
vage silhouet van m'n kameraad.
Enige korte woorden van de wacht-
consignes en met „alles oké" ver
dwijnt hij in het nachtelijk duister,
nog slechts even het geluid van z'n
voetstappen nalatende. Dan ben ik
alleen, alleen met vele gedachten,
met vele geluiden en myn bren in
de tropennacht. Ik begin mijn wake,
mijn wake voor de veiligheid van de
omgeving en voor m'n kameraden,
die nu een welverdiende rust genie
ten na een zware dag. 'n Zeker gevoel
van verantwoordelijkheid komt over
je, als je alles goed overweegt en
tersluiks kijk je naar je bren, die in
zulke uren je beste vriend is er.
wiens loop dreigend over de zand
zakken hoon loert. Ja, voor de veilig
heid van je kameraad, ongeacht of
het nu de majoor, de luit, of je
„slapie" is.
En vastberadener doorboren je ogen
de duisternis, de rechtervinger dicht
de buurt van de trekker, de lin
kerhand by de vuurregelaar, om, zo
't nodig zou zyn enkel, ofwel auto
matisch schot te geven en sta zo
gereed voor elke actie, by iedere
verdachte beweging.
Binnen do lichtcirkel scharrelt een
hond, een kikker wipt met grote
sprongen langs de stelling, een aap
krijst vlakbij in een nootmuskaat
boom en enkele vleermuizen flad
deren rond de schijnwerper, om de
het licht opzoekende ongedierte te
verschalken. Het zijn intussen alle
maal bekende en vertrouwde dingen
geworden, waar je al bijna niet meer
op let.
Wel laat je uw blikken gaan over
de prikkeldraadversperring, links en
rechts het veld in. dat hel verlicht
wordt door de sterke lamp, terwyl
je zelf in de veilige duisternis, buiten
de lichtkring staat.
En terwijl men zo waakt, gaan je
gedachten naar vele dingen. Onwille
keurig gaan je gedachten naar huls.
De nacht leent er zich bij uitstek
voor, om over die dingen te gaan
mijmeren, over jo Holland, over je
eigen dorpje, zo in stilte en duister
nis, onder de sterrenhemel in Java.
De nacht, de rust stemt tot na
denken. Vooral aan huis donk je.
Wat zullen ze op het oogenblik doen?
In Holland is het nu 7 uur en hier
al half 2. We zyn hier immers 61/»
uur voor Hollandse tyd.
Bam Daar gyoit me die ver
velende aap ook nog een klapper
naar beneden. Die zou ik niet graag
dp m'n hoofd hebben. Was mo dat
een schrikken
Ja, in Holland zal het nu al wel
knap koud zyn. En het doet je wel
vreemd nu je hier onder de tropen
zon leeft en werkt. Wat is da wereld
toch wonderlyk. Je wordt 'n beetje
sentimenteel. Maar nee, weg daarmee,
schudt die gedachte weer van je af.
Je bent een Hollands soldaat en
kent je plicht. Je hebt een taak te
vei vullen, de ordo en veiligheid te
herstellen en te handhaven in dit
mooie, maar zo arme land. verscheurd
door opgezweepte hartstochten en
fanatieke haatgevoolens.
Je bent hier om mee te helpen,
have en goed te beschermen van
duizenden weerlozen, opdat dit land
weor eens een tyd van vivdo en
wol vaart zal beleven.
Zo denk je dan op jo post in -i
tropennacht en opnieuw tuur je dan
de prikkeldraadversperring af, opnieuw
gaan jo blikken rond, gereed voor
actie, 'n Koel windje strijkt over de
duistere sawali's De bladeren der
palmen ritselen geheimzinnig.
Voetstappen komen nader.
De aflossing is in aantocht
Dpi. soldaat J. L. KOENEN,
2-III Prinses Irene
Veldpost BATAVIA.
Voor- en tegenstanders in de
Tweede Kamer tegen heffing
ineens.
Aan het voorloopig verslag betref
fende het wetsontwerp „Vermogons-
heffing ineens" is het vólgende ont
leend:
By de beoordeeling van het onder
havige wetsontwerp was het vele
leden opgevallen, dat de minister in
de memorie van toelichting de moti-
veering dor heffing uitsluitend op
financieel© gronden doet rusten, te
weten do monetaire saneering, de
budgetaire saneering en de saneering
niet betrekking tot de staatsbalans.
Deze leden waren echter van mee
ning, dat dit vraagstuk ook een be
langrijken economischen kant heeft-
welke vooral in do huidige omstan
dighedon, alle aandacht verdient
Voor hen rijzon ernstige bezwaren
juist in de economische sfeer.
In het algemeen geformuleerd,
komen deze hierop neer, dat de
spaarders door deze heffing ineens
ten onrechte opnieuw een gevoeli
ge n klap zouden krijgen n dat ue
liquiditeit van het bedrijfsleven en
do mogelijkheid tot investeoring in
gevaar worden gebracht in dezen
tyd, die juist als 't ware schreeuwt
om uitbreiding en vernieuwing van
het industrieel apparaat.
Tenslotte ontwikkelden deze leder-
nog do gedachte, dat de oiur-'u
ook aan de vermogens aanwas-l>u las-