WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN BUITENLAND BINNENLAND GEVEN VERRIJKT! 64e Jaargang No 40 Verantwoordelijk vóór den geheelen inhoud: A .J. van den Munckhof, Venray. Tel. 512 Giro 150652 K 2446 P 1100/1 PEEL MAAS UITGAVE DRUKKERIJ FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, GROOTESTRAAT 28 VENRAY Zaterdag 6 Nov. 1943 Advertenties 12 ct. per 3 mm Vraag en aanbod 10 ct. per 3 mm Vraag en aanbod betrekkingen 8 ct. per 3 mm Abonne mentsprijs: voor Venray 70 ct., buiten Venray 80 ctper kwartaal. DE CONFERENTIE TE MOSKOU. Wanneer wij deze week in klein bestek het voornaamste van het we reldgebeuren moeten samenvatten, dan dingen twee punten om den voorrang: de militaire acties op de slagvelden en de diplomatieke ver handelingen te Moskou.' Wij wezen er al eens op, dat die twee nauw samenhangen. Eenerzij ds toch confereerde men te Moskou na tuurlijk ook de middelen, om den oorlog op de slagvelden tot een spoedig en goed einde te brengen, en anderzijds beraamde men ook plannen omtrent het toekomstige bestuur en beheer van Europa. En wil dit effect hebben, dan moeten de confereerenden daartoe de macht in handen hebben door de overwinning op de slagvelden? Men ziet: het laatste woord hebben tenslotte de wapenen en dit teekent het enorme belang van de groote wereldworsteling, vooral aan het Oostfront, waar naar ieders overtui ging de beslissing zal vallen. Wij komen daarom op den strijd aan de fronton nader terug, doch zullen in eerst een en ander meedee- len omtrent de conferentie der ge allieerden te Moskou. Wij doen dat aan de hand vaneen communiqué van het Britsche pers bureau Reuter. In de eerste plaats zijn oorlogs maatregelen tegen Duitschland en zijn bondgenooten besproken. Er zijn „definitieve en militaire operaties overeengekomen, ten opzichte waar van een beslissing genomen is en die reeds voorbereid worden, om den grondslag voor de nauwste militaire samenwerking tusschen de drie lan den in de toekomst te vormen." In de tweede plaats erkennen de confereerende regeeringen de nood zakelijkheid van nauwe samenwer king na dezen oorlog. Ten derde: de geallieerden verkla ren, dat de oorlog tegen de as zal worden voortgezet tot de „onvoor waardelijke capitulatie." Ten vierde: liet fascisme in Italië zal geheel vernietigd worden: de re geering van dat land zal democratisch moeten zijn. De leiders van het re giem en de generaals van het facis- tische legér moeten worden uitge leverd. Ten vijfde: Er zal weer kómen een vrij en onafhankelijk Oostenrijk, waartoe het, land zelf een bijdiagezal hebben te leveren. Oostenrijk wordt vervolgens uitge- noodigd „een bijdrage te leveren tot zijn bevrijding". Tenslotte behelst het communiqué' eeii verklaring van de bij de con ferentie betrokken naties, volgens welke „alle Duitsche officieren, man schappen en partijleden", die voor beweerde „gruweldaden" verantwoor delijk zijn, na den wapenstilstand naar de betrokken landen „wegge voerd" worden, om daar „gevonnist te worden". Omtrent den indruk in Berlijn meent de diplomatieke correspondent van het D.N.B. dr. Horn, op grond van een enquête in Duitsche politieke kringen te kunnen vaststellen, dat bij de beoordeel ing van het z.g. sen sationeele Moskousche communiqué een eensgezindheid heerscht, die nie mand behoeft te verbazen, die eenigs- zins vertrouwd is met de opvatting van toonaangevende Duitsche instan ties. Principieel ziet men te Berlijn in het Moskousche communiqué een typisch voorbeeld er voor, hoe Stalin als realist de anderen laat kletsen over vermeende diplomatieke over winningen, terwijl hij zelf zijn legers op marsch brengt naar Europa en uitsluitend vertrouwt op het verplet terende gewicht van een machine, waartegen Europa alleen door den Duitschen wapenmuur er. de bezielen de gedachte daarvan beschermd wordt. Wanneer binnen het bestek van het Moskousche communiqué het vraagstuk van Europeesche staten slechts zachtjes is aangeduid, gelooft men in Berlijn te dien aanzien een ophelderende bijdrage te kunnen geven door te herinneren aan vier vragen, welke indertijd door den Sovjet-Rus- sischen commissaris van buitenland- sche zaken Molotof, gericht zijn tot den Führer van Duitschland. Uit de proclamatio van den Füh rer aan het Duitsche volk van 21 Juli 1941 bljjkt ondubbelzinnig, dat zoowel de Sovjet-Russische eisch ten aanzien van Roemeensch bezit, als ook cynische insinuaties betreffende Finland en brutaal naar voren ge brachte aanspraken op beweerde be langen in Bulgarije en niet in de laatste plaats de eisch betreffende belangrijke steunpunten aan de Dar- danellen en den Bosporus, beant woord zijn met een duidelijkheid, die iedere twijfel omtrent het stand punt van den Fuhrer, niet alleen als verantwoordelijk vertegenwoordiger van Duitschland, maar ook van de Europeesche cultuur en civilisatie, uitsluit. Dit antwoord werd het sig naal voor den strijd, waarin het eenvoudig gaat om het bestaan van Europa. Deze wijziging naar principieele overwegingen rechtvaardigt niet al leen de houding van Duitschland en zijn bondgenooten sedert den dag, waarop de strijd tegen den vloed uit het Oosten begon, maar geeft ook een bijzonder relief aan de Mos kousche conferentie, die als een ge weldige berg slechts een muisje baarde, dat de wereld wordt aange prezen als panacée. De Londensche radio verspreidt een verklaring van den zender van Moskou: waarin de regeeringen van Hongarije, Roemenië, Finland en Bulgarije beticht'worden een „poli tieke strategie" te voeren, die dezen „rampzaligen kansspelers" echter niets zal baten. „Hun staat hetzelfde lot te wachten als Duitschland. In het bevrijde Europa zal er voor hen geen plaats zijn". Ten slotte een en ander over den strijd op de slagvelden. Het Oostfront domineert verre in belang rijkheid over de andere strijdtoonee- len. Het zwaartepunt ligt hier in 't Zuiden^ waar de Krim en de bene denloop van de Dnjepr de inzet van den strijd vormen. Ter weerszijden van de stad Kertsch landden Sovjet troepen, die gedeeltelijk bloedig werden afgeslagen. Bij Kriwoi-Rog deden de Duitsche troepen een tegen aanval. Vooral zwaar zijn de bloedige verliezen van de bolsjewisten tenge volge van den wanhopigen tegenstand der afgesneden vijandelijke troepen. Van het front in Italië wordt niet veel nieuws gemeld. Volgens den Engelsohen nieuws dienst meldt de correspondent van Associated Press in Züid-Italië, dat Badoglio Maandag koning Victor Emmanuel te verstaan heeft gege ven, dat hij niet in staat is een „nieuwe representatieve regeering" te vormen, zoolang Vintor Emmanuel koning blijft. Zoowel de positie van den koning als die van den kroon prins zou wankel zfin. Baldadigheid der jeugd Haagsehe belhamels hebben het fraaie gebouw der Dalton-Il.B.S. bijna tot een ruïne gemaakt; zelfs de par ketvloeren hebben het moeten ont gelden; geen ruit bleef héél. Dit is voor de Haagsehe bladen het sein geworden om zich tegen de bal dadige jeugd te keeren en van ouders en onderwijzend personeel te eischen, dat dezen al hun gezag en invïoea aanwenden om paal en perk te stel len aan de vernielzucht van onze jongens. De Noordbr. Crt. schrijft naar aan leiding hiervan: Te gemakkelijk schuift men de oor zaak van de baldadigheid op den oorlog en daaruit voortvloeiende om standigheden, zooals de duisternis en onvoldoend politietoezicht, maar daar mee is de baldadigheid niet ver- goeilijkt De jeugd moet worden bijgebracht dat do eigendommen van rijk, pro vincie en gemeente zijn bekostigd door de burgerij en dat alle gezins hoofden daaraan hun gelden hebben gegeven, waardoor de eigendommen van de geheele gemeenschap. Dit geldt voor gebouwen, voor onderdeelen daarvan, voor parkaanleg, bruggen enz. enz. In niet mindere mate be rokkent de .jeugd groote schade aan particulieren, wanneer zij in hun huizen en -tuinen haar vernielzucht botviert. Wie zich zijn eigen jeugd herinnert, kan de zon best in het water zien schijnen. Hij beseft dan dat van de jeugd een stoutigheidje moet worden verdragen. Maar tusschen een kwa jongensstreek of baldadigheid is een groot verschil. Het aankweeken van gehoorzaamheid, tucht en orde kan op den duur de baldadigheid doen verminderen. Dit kan bereikt worden door de jeugd behalve te onderwijzen ook op te voeden. Oorzaken van mislukkingen Wanneer in het afgeloopen seizoen sommige Uwer gewassen in den moestuin mislukten, dan kan dit ver schillende oorzaken hebben. Het kan zoowel een gevolg zijn geweest van ongunstige weersgesteldheid als van aantasting door ziekten of ongedierte, van het gebruik van slecht zaad- en pootgoed en vah onvruchtbaarheid van* den bodem. Zeer dikwijls is de oorzaak van mislukkingen echter in hoofdzaak toe te schrijven aan fouten, die van den beginne af of later in het seizoen werden gemaakt. Een slechte grondbewerking kan den oogst voor een groot deel of zelfs geheel doen mislukken. Dit is een reden te meer om in den komenden winter zoo goed mogelijk te spitten. Onvoldoende afwatering van den grond k<»n eveneens een zeer nadee- ligen invloed hebben op de, opbrengst. Natuurlijk speelt ook de bemesting een. groote rol, daar deze;oordeelkun dig moet geschieden. Dikwijls wordt ook de fout gemaakt, dat de gewas sen veel te dicht opeen werden ge zaaid of geplant. Bovendien wofdt niet steeds voldoende rekening ge houden met de juiste zaai- ,of plant teen. Velen begaan b.v. de fout, dat ze hun kool, prei, andijvie enz. veel te laat in het seizoen planten. Er komt dan weinig of nietsjvan terecht, Herhaaldelijk gebeurt het ook, dat onvoldoende opbrengst- van bepaalde gewassen een gevolg is van overwoe kering door onkruiden. In dat geval is er te weinig geschoffeld of gewied. Onvoldoende bestrijding van ziekten en ongedierte is eveneens een oorzaak van mislukkingen. In een volgend seizoen voorkome men zooveel mogelijk dergelijke fouten of tekortkomingen. Mocht uw kennis tekort schieten, raadpleegt dan een deskundige. Nieuwe rantsoenbonnen voor vaste brandstollen Met ingang van 1 November j.l zjjn nieuwe rantsoenbonnen voor vaste brandstoffen in gebruik gesteld. Deze rantsoenbonnen, waarvan de onder grond in groene kleur is uitgevoerd zijn van een horizontale roode ge golfde lijn voorzien en dragen in den linkerbovenhoek in rood het nummer 73, terwijl in den rechterbovenhoek het cijfer 1 en de letter E in zwart voorkomen? evenals het woord „brand stoffen", dat onder aan den bon over de geheele breedte is gedrukt. De oude in omloop zijnde rantsoen bonuen voor vaste brandstoffen blij tot nader order geldig. Bonuen voor margarine Het is gebleken, dat in eenigê WINTERHULP zal heden Zaterdag en Zondag en Maandag a.s., overal in Nederland, weer een beroep doen op den offerzin der burgerij. De winter nadert, maar hjj is 't niet in de eerste plaats, die tot vragen noopt. Koude zal de armoede van velon nij pender maken, maar ook zohder ijs en sneeuw zal veel hulp noodig zijn, want in tal van gezinnen lieerscht gebrek aan de soberste levensbehoef ten. Gij kunt medehelpen den nood te lenigen door een milde gift te werpen in de collectebussen. Ge be reidt er U zelve een vreugd mee: im mers wij worden rijker, innerlijk rijker, naarmatejwij meer aan anderen- geven! Veten weten dit: Winterhulp mocht in de week van 18 tot 23 October, buiten lijst- en straatcollec ten om f 109.571.98 ontvangen. Dit is een mooi voorbeeld, maar genoeg om allen te helpen is het lang en lang niet. Daarom: vergeet de bussen niet!. Laat deze tweede collecte het succes van de eerste nog overtreffen restaurants van de bezoekers, die voor het nuttigen van hun maaltijd wisselbonnen van 1/50 rantsoen moe ten inleveren, geen bonnen, waarop uitsluitend margarine verkrijgbaar is gesteld, worden aangenomen. Van bevoegde zijde wordt daarom mede gedeeld, dat, zooals tot dusver ge bruikelijk is, ook bonnen, waarop uit sluitend margarine verkrijgbaar is gesteld, kunnen worden afgegeven en dat, na aftrek van het verschul digde aantal wisselbonnen van 1/50 rantsoen, de overige wisselbonn'en den bezoekers ter hand dienen te worden gesteld. Nieuwe zeepbonuen. Gedurende de maand November 1943 geven bon „algemeen 697" en bon „a a eenheidszeep" recht op het koopen van een stukje luchtgevulde eenheidstoiletzeep of op het koopen van een stukje eenheidstofietzeep, of op het doen wasschen van 5 kg. droge vuile wasch. Voorts geven bon „algemeen 698" en bon „a a wasch- poeder" recht op het koopen van 250 gram waschpoeder of op het doen wasschen van 9 kg. droge vuile wafech. Bon „a a toiletzeep" geeft recht op het koöpen van een stukje van 50 of, voor zoover voorradig, ram toiletzeep (oude samen- 75 gr; ling). stelling] Schoenendistributie. Voor de schoen winkeliers is een maatregel afgekondigd, welke er on getwijfeld veel toe zal bijdragen een juiste distributie van schoenen in de hand te werken. Thans is het zoo, dat men met zijn,bon IA vaak wordt teleurgesteld, daar de schoenwinke lier al of niet ten onrechte voorgeeft geen schoenen té hebben. Dit heeft reeds tot vele onaangenaamheden aanleiding gegeven. Het Rijksbureau voor Huiden en Leder heeft thans -den schoenwinke lier den plicht opgelegd,, dat hun voorraad schoeisel op een bepaalde, nader omschreven wijze, moet zijn samengesteld, zoodat men zoowel heeren- en damesschoenen, heeren en damesberoepsschoenen en jongens- en meisjesschoenen in verschillende maten in voorraad of in bestelling heeft. Zoo moet bv. de voorraad be staan uit 57 pet. kinderschoenen, 24 pet. dames- en 19 pet. heerenschoo- nen. Bij de dames- en heerenschoenen moet men tevens werkschoenen voor„ beide geslachten in voorraad hebben. Onder voorraad wordt tevens ver staan de in bestelling zijnde schoenen en bonnen. Voorts is nog een maat regel afgekondigd, welke inhoudt,dat op bon IA voortaan uitsluitend con- fectieschoenen kunnen worden ge-

Peel en Maas | 1943 | | pagina 1