PEEL MAAS WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Buitenland. Binnenland. Natuurbescherming. (i4e Jaargang No I) Verantwoordelijk voor den geheelen inhoud: W.P.A v. d. Munckhof, Venray. Tel. 512 Giro 150652 K 2446 P 1100/1 UITGAVE DRUKKERIJ FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, GROOTESTRAAT 28 VENRAY Zaterdag 3 April 1913 Advertenties 12 ct. per 3 mm Vraag en aanbod 10_ct. per 3 mm Vraag en"aanbod betrekkingen 8 ct. per 3 mm Abonne- mentsprys: voor Venray 70 ct buiten Venray 80 ctper kwartaal. Ernstige waarschuwing voor wangedrag en baldadigheid De omgeving van Venray is bijzon der rijk aan natuurschoon. Dit is voor de streek van groot belang. De be volking vindt in ruime mate gelegen- hoid tot ontspanning in de prachtige wandelterreinen, die ook voor de die- ren- en plantkunde van beteekenis zijn en het vreemdelingenverkeer aan trekken. Een groot gedeelte der bosch- rijke omgeving met de duinen en heidevelden, met vennen en beken is eigendom der gemeenten Venray, Wanssum en Maashees. Maar ook par ticulieren hebben uitgestrekte eigen dommen met ongerept natuurschoon, dat door hun met veel kosten en moeite in stand wordt gehouden. Hieronder valt vooral het landgoed Geijsteren en Spraland, dat reeds lang onder de landgoederen bedoeld in de natuurschoonwet 1928 is gerangschikt. Andere bezittingen zullen vermoedelijk binnenkort eveneens op de lijst dezer landgoederen worden geplaatst. Met deze terreinen wordt ook reke ning gehouden bij het opmaken van het nationale plan on de streekplan nen tot ordening van het bodem- gebruik. Dergelijke gebieden genieten dan ook bjjzondere rechten op bescher ming door de overheid, die o.a. de verplichting op zich genomen heeft, hier meer dan elders op te treden tegen stroopery, vernieling, wange drag en baldadigheid. Helaas, is het nog niet voldoende tot een gedeelte der bevolking, voor al der jeugd doorgedrongen, dat ook het publiek de verplichting heeft de rechten van de grondeigenaren te respecteeren, waarmee de belangen der gemeenschap nauw verbonden zfjn en dat het publiek al wat mo gelijk is moet doen om het natuur schoon te behouden en alles moet nalaten wat dit in gevaar kan bren gen. Het wordt tijd, dat dit eens in herinnering wordt gebracht en dat ernstigwordt gewaarschuwd, vooral daar thans tegen baldadigheid en wangedrag door de overheid met gróote strengheid zal worden opge treden. Nog steeds wordt zonder vergun ning buiten openbare wegen en voetpaden door de bosschen, beken en plassen en over akkers en weilan den geloopen. Er zijn echter voldoen de openbare wegen en voetpaden om ruimschoots van de natuur te kunnen genieten. Voor de niet openbare we gen en voetpaden moet een wandel- kaart gevraagd worden, die wat het landgoed Geijsteren en Spraland be treft verkregen kan worden bij den boschwachter te Geijsteren. Deze wandelkaart geeft echter geen recht om door en in de bosschen te krui pen, gras en veldgewassen te vertrap pen e.d. Het is een wandel- maar geen verblijfskaart. Bij wangedrag kan deze kaart ten allen tijde worden ingetrokken, al gezien van de bekeuring, die ni§t zal uitblijven. Jeugdige personen mogen alleen onder geleide van volwassenen de particuliere eigendommen op ge paste wijze betreden. Ondanks her haalde waarschuwingen heeft 't pu bliek, vooral de jeugd, in de laatste jaren redenen tot ernstige klachten gegeven. Nog steeds worden strikken gezet, vallen gelegd, met honden gejaagd, vogelnesten uitgehaald en verstoord, eekhorens gejaagd, met hengel, repen en netten onbevoegd gevischt. Nog steeds worden struiken, hees ters en boomen beschadigd en ver nield, door bloemen en takken af te rukken, door sap af te tappen, door de schil (b.v. by de eekhorenjacht) los te kloppen. Nog steeds worden de beekoevers beschadigd door de oeverbevestiging los te trekken en dammen in de beek te leggen. Nog steeds wordt door het achter laten van papier, schillen, doozen. flesschen e.d. de natuur op ergerlijke wijze geschonden. Nog steeds wordt door brullen, schreeuwen, fluiten en roffelen de voor de wild- en vogelstand zoo noo- dige rust verstoord en den bona-ftde wandelaar het genoegen der wan deling bederven. Nog steeds wordt het natuurschoon door spelen met vuur, door vuurtjes stoken en rooken in gevaar gebracht. Nog steeds geeft hot wangedrag van sommige menschen, die meestal „paarwyze" optreden en wier houding en handelingen het daglicht en de openbaarheid schuwen, aan de eerlijke handelaars veel ergernis. Het is duidelijk, dat door al deze vergrijpen tegen de welvoegelykheid, tegen de wet, tegen recht en fatsoen, niet alleen de rechten der grondeige naren worden aangetast, maar ook de belangen der gemeenschap worden geschaad. Het is hoog tijd, dat daartegen met alle gestrengheid wordt opgetreden en dat zal gebeuren ook. Het publiek, vooral de jeugd en de ouders en op voeders mogen zich dus voor gewaar schuwd houden. Deze laatsten dienen dus de kinderen op het hart te druk ken, zich in bosschen, heide en velden behoorlijk te gedragen en na te gaan wat zij in hun vrije uren daar hebben uitgevoerd. De overige jeugd dient zelf de ver antwoordelijkheid voor haar optreden te dragen en moet weten aan welke maatregelen zij bloot staat, wanneer de politie genoodzaakt zou zijn tegen wangedrag op te treden. Tenslotte zijn er ook nog oudere», die niet hebben begrepen, welke plich ten voor hun bestaan wanneer zy hetzij voor zichzelf, lietzy als toezicht houdend personeel over anderen van het voorrecht der vrije wandeling gebruik maken en ten opzichte waar van een ernstige waarschuwing niet misplaatst is. ZUID-EUROPA ONAANTASTBAAR. In Tunis duurt de strijd voort en hier heeft vooral veldmaarschalk Rommel een zeer zware taak tegen over een Britsche overmacht. Maar we zullen moeten afwachten, of de Duitsch-Italiaansche verdediging op den duur stand kan houden. Hoe het verdere verloop ook zij, de asmogend- heden hebben met hun bliksemsnel bezetten van het bruggehoofd Tunis al heel wat bereikt. Men denke slechts aan den tyd, die gewonnen werd voor versterking van het Zuid-Europeesche front, waarvan de Noord-Afrikaansche stelling een krachtig versterkt voor-terrein vormt. In een speciale correspondentie uit Berlijn wordt gewezen op de paraat heid van het Zuid-Europeesche front. Niet alleen langs de kust van het hooge /Noorden tot aan de Golf van Biscaye, maar ook langs het front aan de kust van de Middellandsche Zee staan de Duitsche en Italiaan- sche troepen klaar om elke vijande lijke invasiepoging af te slaan. Voor het eigenlijke kustfront liggen de eilanden Corsica, Sardinië, Sicilië en Kreta, die tot belangrijke mari tieme vestingen versterkt zijn. Van deze eilanden uit controleert de Spil door middel van vliegtuigen de ge- heele Middellandsche Zee; zoodat de voor het Britsche Empire uitermate belangrijke scheepvaartroutes geen omvangrijke transporten zullen toe laten. Er bestaat een belangrijk verschil tussehen de strategische situatie in het westelijk deel en die van het oostelijk deel der Middellandsche Zee, In het westelijk deel beschikt de Spil over een sterke Noord-Afrikaansche stelling, die een krachtig versterkt voorterrein van het Zuid-Europeesche front is. De groote strategische drie hoek Tunis-Sicilië-Sardiniö vormt een stelling, die niet alleen de zee-engte van de Middellandsche Zee volkomen De Rijkscommissaris, rijksminister dr. Seyss Inquart, ontving Maandag in den Haag den drager van het Ridderkruis, SS-Rottenführer Gerardus Mooyman. V.r.n.l.: Rijkscommissaris, rijksminister dr. Seyss Inquart; SS- Rottenführer Mooyman, en SS-Gruppenführer Rauter. (SS Bildber. Fritz Stapf—Pax—s) beheerscht, maar die tevens eiken aanval op het Zuid-Europeesche front onmogelijk maakt. Wegens deze be teekenis van het Noord-Afrikaansche bruggehoofd, spannen de Britten en Amerikanen zich töt het uiterste in om de bastille Tunis van de vesting Europa te veroveren. In het Oostelijk deel van de Mid dellandsche Zee heeft de situatie zich in zooverre ten nadeele van de Spil veranderd, dat door den terugtocht van het Duitsch-Italiaansche pantser- corps het Lybisch-Egyptische voor terrein prijsgegeven moest worden. De stellingen, die de Spil in Libye en Egypte betrokken had, beteekenden vooral in verband met Kreta, zeer veel voor de controle van de Middel landsche Zee en voor het Zuid-Euro peesche front. Thans heeft het eiland Kreta, dat de voorste linie van het vestingfront in het oostelijk deel van de Middellandsche Zee vormt, een bijzondere waarde gekregen. Uit den aard der zaak heeft de Spil terstond na de ontruiming van Libye alle slechts denkbare maat regelen genomen om de nadeelen voor de zuid-oostelijke grens van de Euro peesche vesting te compenseeren. Griekenland, de eilandengroep in de Aegeïsche Zee en het eiland Kreta zyn thans dermate versterkt met troepen en materiaal, dat elke vijan delijke invasiepoging een buitenge woon riskante en nauwelijks uitvoer bare operatie zal worden. Tijdens den succesvollen aanval op Kreta heeft de Duitsche weermacht ervaringen opgedaan, die haar ook van dienst zijn bij den afweerstrjjd. Omtrent de verliezen der Sovjets tijdens den winterveldtocht in 't Oos ten meldt het D.N.B. in een samen vatting, dat de Sovjets alleen tijdens het winteroffensief aan 't Oostfront meer dan anderhalf millioen man verloren hebben. Yan 20 November tot 20 Maart verloor de vijand bijna 1200 pantser wagens en 3763 vliegtuigen. Met betrekking tot den duikbooten oorlog woidt gemeld, dat sinds 1 Maart elke vyf uur een geallieerd schip door Duitsche duikbooten naar den zeebodem werd gezonden. In een rede heeft de Britsche mi nister van buitenlandsche zaken Eden verklaard, dat de oorlog moet worden voortgezet tot de onvoorwaardelijke capitulatie van de tegenstanders. Groot-Brittannië zal vooral zijn strijd niet eindigen voor Japan verslagen is. Het hoogtepunt van den oorlog is echter nog niet bereikt en de geal lieerden hebben nog een harden strijd voor zich, waarin zy hun krachten tot het uiterste moeten inspannen. DE JODEN IN NEDERLAND Ter gelegenheid van de terugkomst van den SS-voorman Feldmeyer, hield de Höhere SS- und Polizeifuhrer H. Rauter een uitvoerige politieke rede, waarin hy volgens „Storm" van de vorige week, over het jodenvraagstuk het volgende zeide: „Van 1 April af willen wij in Ovor- ijsël, Drente, Friesland en Groningen een volstrekt verblyfsverbod vooi jo den afkondigen. Dan komen Limburg Brabant en Zeeland aan de beurt. Vervolgens zouden wy op 1 Mei Gel derland en Utrecht daarbij betrekken er. tenslotte Zuid-Holland, Noord-Hol land en de stad Amsterdam. Zoo willen wij de Joden, die hier de bron van alle onrust en iedere terreuractie zyn, zoo snel mogelijk uit het volks lichaam verdrijven. Het is geen klei nigheid 130.000 joden, die over 100 jaar wellicht tot een millioen zouden zyn aangegroeid, uit een gezond Ger- maansch volkslichaam te hebben ver wijderd. Wij willen deze maatregelen onverbiddelijk doorzotten, omdat wij daarmee het Oermaansche volk een dienst bewijzen. Daarom kennen wy dan ook op dit punt geen zwakheid. Joden liet verblijf in eenige provincies verboden. Met ingang van 10 April 1943 is aan joden het verblijf in de provin cies Friesland, Drenthe, Groningen, Overijssel, Gelderland, Limburg Noord- Brabant én Zeeland verboden. Joden, die zich op het oogenblik in de genoemde provincies ophouden, moeten zich naar het kamp te Vught begeven. Het meenemen van reisbagage en waardevoorwerpen naar hgt kamp is toegestaan. In samenhang met deze beschik king wyst men er van bevoegde Duit sche zijde op, dat in de afgeloopen maanden een aantal Nederlanders wegens het verbergen van joden of wegens jodenbegunstiging aan het gerecht werden ovërgeleverd' of naar een concentratiekamp worden overge bracht. Dit laatste lot trof een 10-tal met name genoemde personen. Van 23 uur tot 4 uur niet in de open luclit Met ingang van Maandag 29 Maart is het sluitingsuur van openbare lo kalen op 10 uur 's avonds gesteld en het uur, waarna men zich niet meer mag ophouden in de open lucht om 11 uur 's avonds. Het einde van het verbod om zich in de open lucht te begeven blijft onveranderd op 4 uur gesteld. Aanslag op Amsterdainsch bevolkingsregister. Op 27 Maart 1943 omstreeks 23 uur hebben onbekende daders, die du Amsterdamsche politie-uniform droe gen, na overweldiging van politie- en burgerlijk bewakingspersoneel in het bevolkingsregister te Amsterdam, Plantage-Kerklaan, aanslagen met springstoffen gepleegd, die oorzaak waren, dat het gebouw in brand ge raakte. Voor de ontdekking van de daders

Peel en Maas | 1943 | | pagina 1