Distributie-nieuws
Officieele Landbouw-
mededeelingen
VERVOLGVERHAAL
Het kruis waarbij
't spookte.
NIEUWE ZEEP BONNEN
Geldigheidsduur der oude
bonnen verlengd.
Tot en mot 31 Maart geven de vol
gende bonnen recht op het koopen
van de daarachter vermelde hoeveel
heden zeep.
„Algemeen 514" en „S eenheids-
zeep": één stukje van 24'/, a 28 gram
luchtgevulde eenheids-toiletzeep 40
pet. of 57 pet. of het koopon van een
stukje van 70 of 75 gram eenheids
toiletzeep 14. 15 of 21 pet.: „algemeen
515" en „S-waschpoeder": 250 gram
waschpoeder of zeeppoeder; en „S-toi-
let/.eep": een stuk van 50 of voor
zoover voorradig 75 gram toilet
zeep (oude samenstelling). Voorts geeft
„algemeen 514" recht op het doen
wasschen van vyf en „algemeen 515"
op het doen wasschen van negen kilo
gram droge, vuile wasch.
De geldigheidsduur van do bonnen
„algemeen 490", „R-eenheidszeep",
„R-toiletzeep", „algemeen 491" en „R-
wasehpoeder" is verlengd tot en met
31 Maart a.s.
Petroleum voor kokou en
verlichting.
Van 28 Februari 1943 tot en met
21 April 1943 geven de mot „05", ge
nummerde bonnen van de bonkaart
„EA" voor kookloeleinden elk recht
op het koopen van een liter petro
leum.
Van 28 Februari tot en met 31
Maart 1943 geven de met „11 verlich
ting" der bonkaart S 108 en de met
„29 verlichting" der bonkaart 8 208
gemerkte bonnen elk recht op het
koopen van oen liter petroleum. De
te verkrijgen hoeveelheid bedraagt
dit wordt uitdrukkelijk onder de aan
dacht gebracht. thans thans een
liter per bon in plaats van de tot nu
toe gebruikelijke twee liter.
Schippers en schippersknechten,
die werkzaam zijn in de riviervaart,
binnenvaart of op drijvend materieel,
kunnen een aanvrage indienen voor
de verstrekking van extrabrandstoffen
of 'petroleum voor kookdoeleinden.
Tevens kunnen voor dit doel aanvra
gen worden ingediend voor woonaken.
voor werklieden by waterwerken e.d.
De bevrachtingscommissarissen of
hun agenten zullen in hot grijze „olie
boekje" en het bruine bevrachtings-
b iekje een aanteekening stellen of de
schipper en'of schippersknecht al dan
niet met hun gezin aan boord wonen.
Onder overleggingvan het boekje of
van de afzonderlijke verklaring moeten
rle aanvragers zich tot den plaatse
lijken distributiedienst wenden en
ten aanvraagformulier MI) 323—03,
resp. MD 323—04 invullen.
Geldigheidsduur van kaarsen-
bonnen voor onbepaalden tijd
verlengd.
De geldigheidsduur van de met „21
verlichting" en „33 verlichting" ge
merkte bonnen der petroleumkaarten,
resp. S 103 en S 208, die vanaf 17
Januari 1943 rocht geven op het koo--
pen van één ransoen kaarten, is voor
onbepaalden tijd verlengd.
Generator-anthraciet en
baggerturf voor Maart 19+3.
Van 1 tot en met 31 Maart 1943
geeft elk der met de woorden „Gene
rator-anthraciet, vijftiende periode"
gemerkte bonnen recht op het koopon
van één hectoliter (maximum 75 kg.)
anthracietnootjes IV of V, terwijl ge
durende hetzelfde tijdvak elk der met
de woorden „Generatorturf, vijftiende
periode" gemerkte bonnen recht geeft
op het koopen van 50 stuks bagger-
turf.
voor de Provincie Limburg
Volkstuintjes.
De volkstuinhouders die reeds het
vorig jaar als zoodanig erkend waren,
ontvingen in de afgeloopen weken een
kaart om ook dit jaar weder als volks
tuinhouder erkend te worden. Zij, die
thans nog geen kaart ontvingen voor
het in 1942 gebruikte tuintje, alsook
nieuwe volkstuinders of zij die hun
tuintje wenschen uit te breiden dienen
zoo spoedig mogelijk f 0,25 te storten
op postrekening nr. 239676 van de
Landbouw Crisis Organisatie voor
Limburg met vermelding „voor volks
tuintje". Zy ontvangen dan een aan
vraagformulier om erkend te worden.
Niemand blüft thans nog achter en
zorge nil nog voor een volkstuintje
en een tijdige vergunning.
Scheuren grasland.
Zij die een formulier scheurplicht
kregen en van de hun opgelegde
scheurplicht geen ontheffing ontvin
gen moeten op 15 Maart 1943 ge
scheurd hebben.
Voor scheuren na dien datum valt
men in de boeteregeling van:
f 5,— voor iedere are, indien op 15
Maart niet gescheurd is.
f 7.50 voor iedere are. indien vóór
1 April '43 niet gescheurd is.
f 10,— voor iedere are, indien vóór
15 April *43 niet gescheurd is.
Zij die tijdig aan hun scheurplicht
voldaan hebben, kunnen alsnog vrij
willig grasland ter scheuring aanbie
den bij den PI. Bureauhouder.
Indien ingevolge deze vrijwillige
aangifte voor 15 April '43 gescheurd
en hierop voor oogst 1943 een hoofd
gewas verbouwd is en dit gewas be
hoorlijk verpleegd is en de grond
eveneens goed bewerkt is, zal ook
hiervoor nog een premie van f 200,—
per H.A. worden uitgekeerd.
De P.V.C. voor Limburg
KORTE WENKEN
ARBEIDSDIENST. Over werkkrach
ten, zoowel eigen jongens als knech
ten, van landbouw, tuinbouw- of
veehoudersbedrijven, die voor keuring
ten behoeve van den Arbeidsdienst
opgeroepen worden en in het bedrijf
niet of bezwaarlijk te missen zijn,
kunnen belanghebbenden bij den
Bureauhouder nadere inlichtingen
verkrijgen.
SOCIAAL LEVEN.
Van recht en wet, ziektewet,
wachtdagen en Loonbelasting.
(d.Z.) Zooals bekend, ontvangt een
z:eke werknemer de eerste twee dagen
over het algemeen geen uitkeering
van de Ziektewet. Bovendien bedraagt
de uitkeering slechts 80 pet. Het is
aan velen niet bekend dat over die
eerste wacht- of carenzdagen de werk
gever het loon moet doorbetalen, ter
wijl deze bovendien de eerste twee
weken bij het ziekengeld 20 pet. loon
moet aanvullen, totdat het volle loon
bereikt is. Een en ander is gebaseerd
op het Burgerlijk Wetboek, art. 1638
c en d., waarin bepaald is dat gedu
rende ziekte de arbeider gedurende
betrekkelijk korten tijd (afhankelijk
van den tijd waarop hij bij zijn werk
gever in dienstbetrekking is) recht
heeft op doorbetaling van zijn loon.
Dit artikel is van ouder datum dan
de invoering der Ziektewet. Vóór de
invoering dezer wet moest de werk
gever bii ziekte het volle loon door
betalen, thans wordt hij van zijn ver
plichtingen ontheven voor de bedra
den, welke de Ziektwet uitkeert. Aan
gezien deze de z.g. wachtdagen niet
betaalt en slechts 80 pet. moet de
werkgever dit suppleeren. Alleen bij
schriftelijk aangegane overeenkomst
kan hiervan worden afgeweken.
Ziektewet, Ongevallenwet en
Loonbelasting
Het is blijkbaar nog niet algemeen
bekend, dat van de uitkeeringen van
de Ziektewet geen loonbelasting ver
schuldigd is. Wie van den Raad van
Arbeid ziekengeld ontvangt bemerkt
dit vanzelf. Als echter de werkgever
bij een Bedrijfsvereeniging is aange
sloten, en zooals meestal het geval
is het ziekengeld zelf uitkeert, dan
is de zaak anders. Dan komt het er
op aan, dat de werkgever op de'loon-
Hjst, dus niet invult het bedrag van
het door hem uitbetaalde ziekengeld
(want hiervan is geen belasting ver
schuldigd) doch alleen van het uitbe
taalde loon, b.v. de suppletie van 20
pet. of de betaling over de wachtdagen.
Als dus een werknemer f 25.— per
week verdient, bedraagt het zieken
geld f 20.— per week. Als nu de
werkgever gewoon z.g. het loon door
betaalt, aangezien hij later van de
ziekteverzekering f 20.— terug ont
vangt, moet hü slechts een bedrag
van f5.— op de loonlijst vermelden.
Dit kan de werkgever ook doen als
hy het ziekengeld ontvangt van de
verzekering, dus eenige weken later.
Voor een werknemer kan deze toe
passing een groot voordeel beteekenen.
Ziektewet, ongevallenwet en
kostwinnerschap
Het is nog niet algemeen bekend,
dat wanneer iemand op kosten van
het Ziekenfonds. Rijksverzekerings
bank of Raad van Arbeid, in een
ziekenhuis wordt opgenomen, dat dan
een korting van 2/3 op zijn uitkee
ring kan plaats vinden, indi°n hy
geen kostwinner is. Iemand die dus
f 30.- per week verdient, kry'gt by
ziekte hiervan 80 pet. uitkeering, zijnde
f 24.— Ligt hy in het ziekenhuis op
kosten van een der reeds genoemde
instellingen, dan krijgt hij maar 1/3
van dezo f24.— zy'nde f8.—per week
uitkeering. -Dat scheelt dus dezen niet-
kostwinner f 16.-- per week. Verdient
iemand f 40.— per week dan wordt
dit verschil nng hooger. Dan zou het
soms overweging kunnen verdienen,
om. als hy in een plattelandszieken
huis lag, dit zelf te betalen, omdat
dit dan goedkooper zou kunnen zyn,
dan de 2/3 inhouding op zyn zieken
geld.
Een weerbare jeugd, ee»
weerbaar volk.
Wie wil er niet eens een maand
heelemaal „uit" zijn, uit den sleur
van fabriek of kantoor. Uit den sleur
van de school. De mogelijkheid hiertoe
is thans opengesteld voor degeheele
Nederlandsche jeugd van 16 tot 18
jaar. Op 14 Maart komen in een
weersportkamp in Duitschland jongens
samen uit Noorwegen, Denemarken,
Duitschland, Nederland, Vlaanderen
en Wallonië, om een maand volop te
besteden aan harde en aan gezonde
sport, veldwerk, ordeoefeningen enz.
Iedere Nederlandsche jongen kan
zich melden voor dit kamp aan het
adres: Koningslaan 0 te Utrecht.
De duur van het kamp is vier we
ken. Kosten zyn er niet aan verbon
den, terwyl eventueele"» loonderving
wordt vergoed.
14.
Scherpe venvyten werden er gedaan
tegen het gedrag van boer Kragers,
die bulkte van 't geld en van geen
uitstel had willen hooren, de pastoor
en burgemeester, die voor Giessers
ten beste hadden gesproken, schan
dalig beleedigd had.
't Was nu de laatste kar, die daar
klaar stond om weg te rijden met
de rest van 't schamele huisraad. De
buren hadden niet veel werk gehad
met 't helpen verhuizen: er was zoo
weinig over gebleven.
Ach, wat. schreiden die goede buur
vrouw Giessers en de arme schapen
van kinderen, die daar tegen moeder
stonden aangeleund. En dat arme
zieke Dolfje, dat daar in een versleten
deken gewikkeld, achter op de kar
zat, de oogjes half gesloten, in dat
magere, doodsbleeke gezichtje, te ziek
om te begrijpen, wat deze vreemdig-
heid te beduiden had! 't Kind zou
den volgenden zomer niet meer halen
neen, ze waren nog niet aan 't
eind van hun ellende, die doodarme
tnenschen...
't Wgs niet om aan te zien en de
vrouwen die er by te schreien ston
den, schaamden zich hare tranen
niet. Maar géén der omstanders die
er iets van begreep, hoe Jan Giessers
zelf joch zoo erg vreemd kon zyn,hij
die zoo gevoelig van aard was. Ieder
een had verwacht, dat hy, of zich
heel bedroefd zou toonen of in bit
tere verwjjtingen uitvaren tegen aen
ellendeling, die hem zoo diep onge
lukkig had gemaakt. Maar geen spier
op zijn bleeke gezicht vertrok; onbe
wogen stond 't alsof 't in wit hout
was uitgesneden.
Bijna geen woord kwam er over
zyn lippen; alleen nu en dan een heel
enkel, dat hoognoodig was, kort en
dof van klank. Met haast schuwe
blikken hadden ze hem, terwyl bii
gestadig doorwerkte, tersluiks aange
keken, als bestond er vrees, dat een
verschrikkelijke vlaag van drift, gelijk
vuur dat smeult onder de pannen,
plots zou uitbreken.
De handen leeg langs 't lijf hangend
stonden de helpers hier en daar by
de kar en in 't kleine tuintje; alles
was uitgedragen.
Klaar klonk somber de toon-
looze stem van Jan Giessers. Maar
even toch veranderde nu 't masker
van zyn gezicht, kwam er een stuip
achtige rilling over huiveren. Doch
terstond bedwong hy zich weer. Hy
stak de hand uit om afscheid te
nemen.
Janschreide de bevende stem
van vrouw Giessers. Ze wenkte hem
naar zich toe. We moeten nog even
't huis- in, ja kinderen, hier blijven.
Samen traden ze binnen. De vrouw
trok de deur achter zich dicht.
Zeker toch nog weer 'n kleinig
heid vergeten, zei de boer, die de kar
zou rijden.
't Was geen kleinigheid.
Want deze arme vrouw, die je op
straat allicht zoö zou hebben voorbij
gegaan zonder misschien haar een
blile waardig te keuren, ging -daar, 't
laatste oogenblik dat ze nog vertoe
ven mocht in 't haar ontstolen huls,
met 't ellendigste ongeluk voor oogen
een heldendaad verrichten een daad
ontzaglijk veel edeler on schooner
dan 't geven van de ry'kste gift aan
kerk of arme, dan de schitterendste
toegejuichte redevoering voor de be
langen van der. .godsdienst, één dier
daden- welke God dwingen moeten
de straffende hand terug te trekken
van een mensch, die al op den rand
staat van de verdoemenis.
Teeder sloeg ze haar arm om Jan's
schouder, trok hem zacht mee naar
den hoek van de kamer, waar altijd
hun erbarmelijk kruisbeoldje had ge
hangen.
Goeje, beste Jan, snikte ze, zich
geweld aandoende om 't schokken
van haar schreiende stem te bedwin
gen. Hier hebben we op onze knieën
wel honderdmaal gezegd, dat al wat
God doet, wel gedaan is, al begrepen
we niet waarom Hij ons zoo beproef
de... Ach, wees nou niet zoo...
Maar met een heftige zwaai rukte
Jan zich af van den arm, die om z'n
schouder lag. Ach watIs 't an
ders niets
Onuitsprekelijk bedroefd zagzehom
in 't krijtwitte gezicht. Maar zy drong
niet verder aan, 't verstandiger ach
tend dit niet te doen.'
Dan doe ik 't alleen Jan, riep
ze. Je weet ook dat 't goed is, maar
je wilt 't niet bekennen. Toen kniel
de ze neer en sloot de oogen.
Onze Lieve Heer, bad ze met
trillende stem, voor 't laatst hier in
huis, help ons. Maar wat Gij doet,
is welgedaan. We vergeven onzen
vijand; niet omdat hij 't verdient,
maar omdat Jezus...
AlaMet een stamp op den
grond blerde hij haar toe; Vergeven
vergeven, met vergift vergeven, dat
moesten ze hem
Ze verschrok van zyn vreeselyk
verwrongen, lijkkleurig gezicht. Jan
kreet ze hartstochtelijk. Toen sloeg
ze de handen voör 't gezicht en brak
in tranen uit.
Vrouwsiste hy. Alsof elke
klank een prop was, die hy door zyn
benauwde strot moest heenwringen,
kwamen de woorden uit den mond.
Kom, ik meen 't zoo niet... in drift-
Maar kom, martel me niet langer,
ze staan te wachten, kom
Ja, in Godsnaam, 't scheen zoo
beter te wezen. Ze had gehoopt, dat
Jan doen zou, wat ze hem vroeg,
maar 't bleok nu wèl, dat ze zich
vergist had in zijn kalmte van den
laatsten tijd. 't Was ook zoo'n vreem
de kalmte geweest.
Haastig droogde ze haar tranen af.
Ja, laten we dan maar gaan.
De buren, die buiten gewacht had
den zagen wel, dat er iets bijzonders
had plaats gehad, maar niemand liet
hier iets van blijken.
Nou dan, goeje vrienden, zei
Giessers, met een knak in zyn stem,
laten we mekaar de hand geven; 't
ga je goed en ik hoop...
Neen, Jan! klonk de stem van
een der omstanders, de oudste der
buurlui. - Nog niet gedag zeggen,
we gaan allemaal een eind met jelui
mee, hebben we afgesproken.
't Hielp niet of Jan en zyn vrouw
al tegenstribbelden en verzekerden,
dat de buren al werkelijk genoeg aan
hen hadden gehad, iedereen wou hen
minstens een eind weegs vergezellen.
'n Paar vrouwen namey moeder
Giessers in haar midden, do kinderen
gingen wat graag mee aan de hand
van de jonge meisjes, die lekkers
voor hen by zich hadden; de voerman
zette 't paard aan en 't heele gezel
schap ging op weg.
Achteraan, tusschen enkele mannen
volgde Jan Giessers. O zeker, hy vond
't mooi, dat de mensehen zoo hartelijk
waren, maar 't zou hem liever ge
weest zyn, als ze hem met rust had
den gelaten. Wordt vervolgd.