Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Alleen Boter is boter „VENRAY" boter Binnenland. Provinciaal Nieuws. Zaterdag 16 Mei 1942 Drie en Zestigste Jaargang No 19 PEEL EN MAAS Advert.prijzen: Vraag en aanbod 10 ct. per 3 mm I UITGi Vraag en aanb. betrekk. 8 ct., alle overige 12 ct. Tel. UITGAVE Fa. van den MUNCKHOF VENRAY 512 Grootestraat 28 Giro 150652 ABONNEMENTSPRIJS voor Venray 70 ct. buiten Venray 80 ct. per kwartaal. Afz. no. 6 ct. is zeer fijne boter De Nederlandsche vrijwil ligers aan het Oostfront. Het weekblad der Nederlandsche S.S. „Storm", publiceerde ln een zijner laatste nummers onder den titel „Germaansche overtuiging" een artikel, dat op treffende wijze uit drukking geeft van den levensmoed der Nederlandsche Vrijwilligers, die onder de vanen der SS. den strijd aan bet Oostelijk front medemaken. Hieruit spreekt duidelijk, welk een belangrijke fundamenteeie wijziging deze Inzet ln de harten en de geest van deze jonge Nederlandsche man nen gebracht heeft. Mogen zij, die hier te lande in vergelijking met den strijd aan het front voor heel wat gemakkelijker problemen gesteld zijn, zich aan deze frlssche en durvende geest der Ne derlandsche pionieren voor't nieuwe Europa spiegelen. Dit artikel luidt als volgt: De Germaansche vrijwilliger, die da Dultache uniform draagt, Is voor velen een vraagteeken. Waarom strij den deze mannen eigenlijk Het moet toch veel gemakkelijker zijn ergens in Nederland, ln Denemarken in Vlaanderen of in Noorwegen het een of andere ongevaarlijke beroep uit te oefenen zoo vraagt de Dult- sche wapenbroeder. Maar ln het Vaderland stelt men een andere vraag: Wat krijgt hij er voor, wat kan hij er bij winnen Hun, die dit voelen, hoaft men eigenlijk geen antwoord te geven, want zij hebben een mannelijkeD Inborst en het gevoel voor het ge. schledkundig verband der feiten en voor noodzakelijkheden en hun, die deze vraag stellen, behoeft men niet eens te antwoorden, zij kunnen toch nooit begrijpen, dat een leven, een man waardig, een ander zija moet, dan dat, wat slechts heil ziet ineen goede zakenbalans. De hierachter afgedrukte brief van een Nederland- schen vrijwilliger echter, bevat meer dan een antwoord op de gebruikelij ke vragen. Brief van den S.S- Schütze Smits. Na 7 maaudeQ aan het Oostfront heeft men zijn kameraden leeren kennen. Wat in de eerste maand niet direct te begrijpen wao, helder de zich reeds op ln de tweede, in de derde maand begreep men het reeds volkomen en in de vierde werd dit weten omtrent karakter, zwakheden en bekwaamheden, niet slechts van anderen, maar in de eerste plaats van zichzelf, bevestigd. Eén dlDg moet men altijd weer constateereo: de soldaten opleiding is hard, grijpt de leerschool in de kazerne iemand reeds flink aan, dan doet de oorlog de rest tenslotte is men een an dere geworden. Dit „andere" is het, wat de Dultsche mannen van die der Noordwestelijke democratiën on derscheidt, ofschoon zij toch allen als Germanen denzelfden erfelgken aanleg hebben. Destijds reeds ln „Mei 1940", toen de Dultsche troepen in Nederland binnentrokken, begreep men reeds iets van dat „andere", van de nog niet onder woordeD te brengen geschledenisvormende kracht, maar nu eerst, na de lange maanden van strijd in het OosteD, waarin veronderstellingen tot erva ringen konden worden, nu eerst is de tijd aangebroken om te probeeren eenlge van mijn gedachten onder woorden te breDgen. Het was geen toevalligheid, dat ln neutrale westen het boek „Nomo Ludens" uitkwam, een boek, dat al het menschelijke doen en laten als een spel beschouwde, zij het daD ook bij tijd en wijle als een verheven. Bij een dergelijke denkwijze die jammer genoeg niet slechts die van den schrijver ls, maar ook de han delingen van velen in het Westen, zij bet dan ook onbewust, bepaalt zal men nooit den noodzakelijken ernst kunnen vinden om zich zelf tot den dood toe Id te zetten. Want, hoe fanatiek men ook spelen kan, toch blijft altijd het bewustzijn bestaan, dat het gaat om willekeurigheden en niet om het essentieele, daarom ontbreekt dan ook de totale inzet, het laatste offer en zoodoende ook de geschie- denlsmakende daad, dat was de kern van onze levenshouding in het Westen: niet ln nood opgevoed zag tenminste de jeugd hgt leven a>s met maskers gespeeld, ons ontbrak de ernst, welke het geloof aan de onveranderlijke juistheid van onze idealen met zich brengt, daarom wilden wfl ln de diepste beteeke- nls van het woord geen daden doen en zijn er zoodoende slechts in geslaagd oppervlakkigheden voort te brengen. Ons leven was leeg, ofschoon met duizend kleinigheden gevuld, geen Ideaal scheen ons groot genoeg om het te kunnen of willen wagen ln *ijn dienst het netwerk van tallooze overwegingen en bezwareD, waarin wij zoo stevig verstrikt waren, te verscheuren, en dus voegden wij ons oaar het systeem, lieten ons drijven en leefden het leven, zooals het ons geboden werd, neutraal zonder risico, beschaafd, verfijnd, hoffeltjk-huichel- ®chtlg en oneindig laf. I t.Ult den toon vallen" was het ergste wat men doen kan en uit flen toon viel zonder meer al het ware, groote oorspronkelijke, M Wie het leven speelt, wie zich niet hoeft ln te spannen, verliest het contact met de scheppende kracht. Hij geniet het geschapene zonder nieuws te scheppen en dat zoowel ln materieele als ideeele beteekenis. De jeugd vertoonde zich aan ons jammer genoeg slechts als ge nietend, vadsig, onpolitiek en zonder problemen, onverschillig tegenover de laatste vraagstukken van het leven. Weliswaar doet men met dit te beweren hen onrechi aan, die als jonge vlsschers, zeelleden of boeren een hard leven leiden, maar voorde jeugd als geheel is dit toch wel juist. Temidden van dit onbekom merde leven viel de oorlog. Hij zette achter alle alledaagsche gebeurte nissen de mogelijkheid van den dood. Hij, die uit onze gedachten verban, non was, hij leerde ons, dat er waar den zijn waarvoor men dapper ook den laatsten ademstoot offert. Waar hij ls, spreken niet langer holle pa thetische woorden, maar moedige daden over die dingen, die boven leven of dood staan. Dit eerst gaf aan een aantal van ons het vaste geloof, dat alle twijfel en zelfspot overwint, die anders aan de wieg der daden staan. Wij wilden niet slechts met den mond zeggen, dat wij natlonaal-aocialisten zijn, wij melden ons als vrijwilligers bij de Waffen SS, bij de N.S K.K. bij de verbindlngsafdeeliogeD, enz. wij wil den den oorlog medemaken wilden erbij geweest zijD, wij wilden faiet, dat men later tot ons zou kunnen zeggen De jeugd van Europa heeft de Dultsche alleen laten strijden. De recrutentijd kwam en daarmede ook bittere teleurstellingen. Wij geloof den reeds iets te zijn en iets te kunnen, maar ons ontbrak het aller noodzakelijkstehet geheele wezen te kunnen richten op den totalen inzet. Wij hadden medelijden met onszelf, inplaats van vol vreugde midden er in te springen en eerst langzamer hand begrepen wij, dat ook dobesie uitvluchten niet konden worden ge duld. „Voor deD Duitschen soldaat is □iets onmogelijk", dat werd slechts dan tot waarheid, wanneer men ln omstandigheden, waarlD alle ande ren het zouden opgeven, toch stand hield. Zoo groeit een ander mensch op, hf doet niet alsof hij aanvalt, hij valt aan, ln het beslissende moment trekt hij zich niet terug, maar geeft zonder dralen alles, zijn wil ls bevrijd van de duizend be zwaren, hij handelt zonder omwegen, recht op het doel af. Het was een Joodsche gedachte alles met takt en slimmigheid en langs listige omwegen te kunnen bereiken, alsof de wereld met trucs te regeeren is. Wij zagen en beleefden plotseling in verbluffende duidelijkheid, dat een deel van het Dultsche succes op het eenvoudige feit berust, dat men zonder hokuspokus direct op het doel afgaat en op deze wijze met den kleinsten, maar volkomen juisten Inzet van krachten dat kan bereiken, wat men tot nu toe voor onmogelijk gehouden heeft. Laven zonder masker. Weliswaar moet men daarvoor de uiterste nauwkeurigheid betrachten kunnen, maar wie eens een appel, afgenomen door een Duitschen on derofficier heeft meegemaakt, die weet alles af van deze nauwkeurig heid, welke leder stofje op den loop aangrijpt om Iemand het Zondags- verlof ln te houden. Daden te vol brengen In het geloof aan dingen die boven leven en dood Btaan, leeren zichzelf te dwingen dat is een deel van dat „andere". Het tweede echter is het leven zonder masker. Alle pose, alle schijn viel weg en slechts de naakte mensch bleef over, of een dappere en goede kameraad, of een stuk ellende. Hier kon men noch met goochel kunsten, noch met branie den dap pere spelen, terwijl slechts de aogsr regeerde, geen omkooperij met klei nigheden uit pakjes van thuis of met opgespaarde sigaretten waren instaat een niet aanwezig kameraadschap pelijk gevoel te maskeeren. Nog iets leerde ons deze strijd ln het Oosten: wij hebben gebrek aan alles, wat een beschaafd mensch noodlg heeft, te beginnen met een vlekkelooze en veloppe tot een ondergoed zonder luizen toe, wanneer de keuken en de fouragewagen een paar dagen weg blijven, dan blijven slechts twee mogelijkheden, lui zQn en hongerlij den of zich Inspannen en zoo lang zoeken, totdat men de noodzakelijk heden bij elkaar heeft. Anderen voor zich te laten werken, dat gaat op zijn hoogst een of twee maal. Voor de rest ls men op zich zelf aangewezen; wie niet mee wil doen, kan hoogstens met een voor gewende rheumatlek naar een zie kenhuis verdwijnen, of men jammert over het slechte eten, over weinig post, over koude, winderige wachten, waarbij de ooren en voeten bevriezen, over luizen en vlooien, over de valschheld der Russen, of men slaat zich door alles heen, mannelijk en zonder gemekker. Zoo was het waarschijnlijk ook ln den wereldoorlog, ook hg, die langen tijd ln de tropische rimboe geleefd heeft, weet dat: van uit de verre verten leert men eerst de kuituur en de beschaving op haar werkelijke waarde taxeeren, dingen, die heel gewoon zijn, zooals een schoon bed of een goed boek, worden tot oogen- blikken uit een beter leven. Korten goed, men zou de verwende „jeunesse blasee" van de democratie een sol datentijd toewenachen, maar niet slechts dat, men weet, dat dat de eenlge redding voor hen beteekent. De oorlog ls niet de vernietiger van het leven, zooals onze humanistlsche- p&ciflsiische opvoeding ons dat altijd voor oogen gehouden heeft, Integen deel, eerst in het veld wordt ons de waarde van dit leven helder bewust, eerst daar kan men het nationaal- soclallsme als leverancier ten volle leeren begrijpen. Bron der kracht. In het vaderland kan men vee! schrijven over „de nieuwe orde", over „het ware socialisme", over de nieuwe „wereldbeschouwing". Wij willen dit ijverig werken daar niet met een lachje beschouwen en ons daar ver boven verheven voelen. Wij W6ten echter, dat eerst dan ln ons vaderland het juiste begrip voor de nieuwe wereld zal komen, wanneer een groot getal van jonge mannen aanwezig zal zijn die met de ijzeren taal van den oorlog bekend zjjn. Zonder voorwaarden te stellen, ons gevend in vol vertrouwen, zijn wij Adolf Hitler als Fübrer tot op de slagvelden van het Oosten gevolgd en menig goed kameraad rust uit den strijd onder de zwarte Russische aarde. In het vaderland hebben echter velen het hart vastgehoudenzullen deze jonge „avonturiers" niet door den afgrond verslonden worden, zij die zonder garantie en zonder belof ten een Fübrer van een ander volk als soldaten volgen Wij antwoor den: Wij hebben noch beloften noch garanties van noode, hier in het Oosten vonden wij ln ons zelf de bron van onze scheppende kracht, wij weteD, dat een nieuw, een door den Führer vereenlgd Europa ons Initiatief en ons werk noodig heeft en dat ls ons voldoende. Wanneer wij eens terugkeeren ln het vader land dan zullen wij U toonen wat wij gewonnen hebbendat „andere", dat geschledenlsmakende zal ln ons leven, wij danken er den Führer voor, dat hij ons een plaats tusschen zijn soldaten Inruimde. HET NIEUWE SOCIALISME IS HET SOCIALISME DER GERMAANSCHE SAMENWERKING De opstanding van Nederland en de schepping van een soclallstischen levensvorm voor onze volksgemeen schap ls het nationale probleem waarvoor wij heden staan, waarvoor wij de aandacht vragen van ons ge heele volk en aan welks oplossing het een groote uitverkiezing is te mogen meewerken. In de veranderde en nog steeds veranderende wereld zal ook ons volk zijn nieuwe plaats moeten innemen. Het zal de oogen moeten openen voor de realiteit, dat wij met negen millioen menschen wonend op een klein grondgeblèd, afgesneden voor langen tijd of voor goed van onze overzeesche gebiedsdeelen, voor hot handhaven van onze cultuur en onze levensgewoonten een heroïsche op gave hebben te vervullen. Het soci alisme van den nieuwen tijd zal ons volk slechts deelachtig worden door een krachtsinspanning als maar zelden in onze geschiedenis ls bereikt. Wanneer een volk een socialistische volksgemeenschap wil vormen, dan moet het een vrij volk zijn, een volk met een gewaarborgde levensruimte, dan moet het zeker zijn van grond stoffen en afzetgebieden en moet zijn bevolkingsprobleem zijn opge lost. Zonder de vervulling dezer voorwaarden blijft het socialisme een vrome wensch, een utopie. Ons volk heeft de mogelijkheid om deze voorwaarde te vervullen. In het Nieuwe Europa zal ons volk Inge- «chakeld kunnen worden ln de Germaansche samenwerking, welke de kern van het nieuwe Europa zal zijn. Na zijn laatste bezoek aan Adolf Hitler heeft Mussert deze grootsche boodschap aan ons volk bekend gemaakt. De historische verklarlDg van Mussert beteekent, dat ons volk in staat zal worden gesteld als vrij volk met volken van gelijk bloed en ras te bouwen aan zijn eigen socialistische toekomst. Germaansehe samenwerking be teekent, dat Nederland niet langer gelijk Frederlk de Groote het uit drukte een sloep zal zijn achter het Engelsche fregat, een slaafsch on derdeel van het vastgeloopen mecha nisme der liberale wereldeconomie maar dat Nederland met gelijke volk- sche rechten het totaal van zijn ar beid, zijn energie, zijn vernuft, zijn hooge geestelijke en materieele ont wikkeling zal kunnen aanwenden, om tezamen met de andere Germaansche volken onder Duitschlands leiding, voor eigen volk, gelijk de andere Germaansche volken, het socialisme tot werkelijkheid te maken. Germaansche samenwerking be teekent, dat met behoud van eigen volksche en eultureele zelfstandig heid, meer dan 100 mtllloen Ger maansche menschen hun ontzagge lijk arbeidsvermogen ln een grootsche levensruimte voor gezamenlijke wel vaart zullen inzetten. Deze levens ruimte zal voor eeuwen en eenwen gewaarborgd zijn en bevrijd van het spookbeeld van een wereldoorlog voor Iedere generatie. Germaansche samenwerking be teekent voor Nederland met zijn ligging aan drukst bevaren zee ter wereld, met zijn prachtige havens en haveninrichtingen, met zijn groote technische ontwikke ling, met zijn specialisaties op agrarisch gebied, een rijke, een onvervangbare en trotsche taak. Germaansche samenwerking be teekent voor mlllloenen Nederland, sche boeren en arbeiders 'n bevrijdiDg uit de jarenlange democratische onoplosbaarheid van ons nationaal probleem, beteekent in waarheid onze nationale opstanding en de verwerving van een socialistische levensvorm in eigen vrijheid en eer tezamen met de volken van gelijk bloed en gelijken levenswil. Wanneer ons volk dat begrijpt, dan Is het soclalime van den nieuwen tijd het socialisme van ons volk, zijn sociale, zijn zedelijke traditie waardig. DOODVONNISSEN WEGENS ZWARTEN HANDEL Om het groote belang en de hope lijk sterk preventieve (voorbehoeden de) werking ervan, komen we hier nog even terug op het schokkende feit dat tiet Dultsche Obergerlcht in het geruchtmakend proces wegeDs bonnendiefstal en bonnenhandel op groote schaal zes personen ter dood heeft veroordeeld. Ter dood veroordeeld Het ls meer dan 70 jaar geleden, dat in ons land voor een misdrijf van nlet-mllltalren aard een persoon ter dood werd veroordeeld. Wij Nederlanders zijn ln 't alge meen niet licht geneigd, een misdrijf, hoe zwaar het ook moge zijn, met het leven te doen boeten en zeker zal dit vonnis van de doodstraf voor zeB personen aan velen ontstellend zwaar voorkomen. In ieder geval, de beteekenis van dit vonnis ls groot. Het ls de eerste maal, dat de bezettlDgsautoritelten, ln den per soon van den Staatsanwalt, op niet mis te verstane wijze doen weten, dat het uit moet zijn met de aan slagen op de levensbelangen van geheel ons volk en dat leder, die zich daaraan niet wenscht te storen, zija leven daarbij ln de waagschaal stelt. Het stadium van waarschuwing en badrelglDg met straf ls voorby en het oude Nederlandsche spreek woord doet opgeld: Wie niet hooren wil, moet voelen. Omtrent den omvang van dit mis- drijf halen wij hier een paar cijfers aan uit de toelichting van den pre sident der rechtbank. De gestolen bonnen en toewijzin gen loopen ln de duizenden en ver tegenwoordigen, In levensmiddelen omgezet, een hoeveelheid, die vol doende ls om een stad van 80.000 inwoners voor een jaar aan vet, een van 26 000 Inwoners van brood en een van 11000 Inwoners van meel en een van 40 000 Inwoners van kolen te? voorzien. Door dezen bonnenzwendel moes ten in Amsterdam en Den Haag, alleen al ln enkele weken tijds 300.000 rantsoenen boter en 100.000 rantsoenen meel boven het normale kwantum gedekt worden, Tegen misdrijven van zulk een omvang en in een tgd, zooals wij thans beleven, moet wel met strenge hand worden opgetreden en het is te hopen, dat velen, wie de ernst van den toestaDd voor oogen stond, door deze doodvonnissen afgehouden mogen worden van den zwarten handel, die een ernstig vergrijp vormt tegen de rechtvaardigheid en de naastenliefde. Nieuwe maatregelen Het kan verder ter waarschuwing zijn nut hebben, om enkele maat regelen kort op te sommen, welke het natlonaal-soclallsme zoo al in overweging geeft om den zwarten handel Bpoedig en radicaal den kop ln te drukken of althans ln zijn doorwerken aanzienlijk te vermin deren. Volk en Vaderland heeft aan dit thema eenlge artikelen gewijd, waar van we hier enkele suggesties kort weergeven: Harde dwangarbeid op leggen, in ernstige gevallen gepaard gaande met deportage naar O.-Europa en lichaamsstraffen; toepassing van de doodstraf ln bijzonder zware ge vallen opruiming onder de onbe trouwbare ambtenaren en Inschake ling van de beste W.A.-leden door inspecteurs ln iedere particuliere woning de abnormale voorraden ln beslag laten nemenkleine knoeiers aan de schandpaal, op te stellen op markten en andere verkeers- centra. Het blad acht het kwaad alleen nog te keeren, wanneer de overheid aldus op korten termijn met de grootste strengheid optreedt. Arbeidsfront De belangrijke sociale omwente ling, ingeluid met de oprichting van het Arbeidsfront, blijft in het brand punt staan van de belangstelling. De belangrijkheid van dat gebeuren ls thans opnieuw geaccuteerd door het bezoek van Dr. Ley, den geeste lijken vader van de Arbeidsfront' gedachte, aan ons land. In een vergadering te Amsterdam hebben Dr. Ley en Woudenberg het woord gevoerd. Woudenberg wees erop, dat het Ned. Arbeidsfront de ideale gemeen schap van alle werkers is, een ge meenschapsorganisatie, die het socia lisme tot werkelijkheid zal maken. De Nederlandsche mensch staat met den rug tegen den muur. Hij heeft geen keuze. Hij kan slechts wenschen, dat Europa zegevierend uit den strijd te voorschijn komt. Wie iets anders wenscht, ls bereid, econoxniachen zelfmoord en den ondergang van zijn volk te aanvaar den. Het woord Arbeidsfront legt verplichtingen op. Het is de door dringing van een idee. Hierbij zal geen halt worden gehouden voor een reactie, ln welken vorm deze zich ook moge openbaren, noch van de roodste noch van de zwarste. Dr. Ley hield zijn gehoor als het Ideaal van het Arbeidsfront voor naar een Europeesche gemeenschap van den arbeid en den bloede. Er komen, zoo zeide hij o.m., voor Nederland moeilijke jaren. De zelf voldane burgers zullen het heel moei lijk hebben. Vermogens en renten zijn verloren. Maar wij willen u helpen voor de toekomst. Het mag zijn, dat u ons niet wilt, maar wij mogen u wel. Wy hebben een langeD <jjd van gemeenschappelijke geschie denis gekend. Voor driehonderd jaar waren wij nog in ééa Rijk. Spr. voorspelde aan het herrezeD avondland een groote toekomst vol ODgekeDde mogelijkheden. VENRAY, 16 Mei 1942. %6itdagsdieHit 4}uisaetien ZONDAG 17 MEI. Te rekenen vanaf Zaterdagavond 8 uur tot Maandagmorgen 8 uur kan men zich voor medische hulp ln dringende gevallen uitsluitend wenden tot: DR. BLOEMEN Stationstraat 9 Telefoon 465 Aanmelding en aangifte voor de bevolkings registers. De Burgemeester van Venray, wnd de taak van Burgemeester en Wet houders, gelet op het bepaalde in art. 112 van het Besluit Bavolklngs boekhouding Staatsblad 1936, no. 342; herinneren de bevolking aan haar verplichtingen, omschreven in de artikelen 3 tot en met 16 van ge noemd besluit; brengt als voornaamste ter open bare kennis: le. dat behoudens afwijkingen, ieder, die in Nederland nachtrust of de daarvoor ln de plaats tredende rust geniet, onverwijld moet word n opgenomen in een der bevolkingsre gisters; 2e. dat ieder moet worden opge nomen ln het bevolkingsregister der gemeente, waar hij voornemens ls duurzaam of voor onbepaalden tijd ale regel zijn nachtrust of de daar voor ln de plaatB tredende rust ts genieten; 3e. dat in geval van onzekerheid omtrent het onder 2e vermelde bij zondere voorschriften geldeD; 4e, dat, behoudens afwijkingen, leder, die Nederland verlaat, onver wijld van de bevolkingsregisters moeten worden afgevoerd; 5e. dat bij adresverandering binnen de gemeente de noodlge wijzigingen in het bevolkingsregister moeten worden aangebracht, Voorts, in verband met het boven staande: a. dat aangifte van vertrek uit of van verhuizing binnen de gemeen te, mondeling of schriftelijk moet geschieden op den dag van, of uiter lijk vijf dagen na het vertrek (bij het verlaten van Nederland, ten hoogste vijf dagen tevoren) of na de adresverandering, met opgave van het laatste adres en van den naam der gemeente of van het land en de plaats waarheen vertrokken en het nieuwe adres (zoo noodlg met op gave van den naam van het hoofd van het gezin) b. dat aan den aangever van een vertrek, behoudens bijzondere geval len, onmiddellijk een verhuiskaart wordt uitgereikt of toegezonden, welke hem dient als bewijs van af melding en welke binnen vijf dagen moet worden ingeleverd bij het be stuur der Nederlandsche gemeente, in welker bevolkingsregister de per soon moet worden opgenomen. c. dat leder, die ln de gemeente nachtrust of de daarvoor ln de plaats tredende rust geniet en die nog niet in ©en bevolkingsregister is opgeno men of die ten onrechte nog ln het bevolkingsregister eener andere ge meente ls opgenomen of die ten on rechte nog in het bevolkingsregister eener andere gemeente ls opgenomen zich binnen vijf dagen na zijn aan komst ln persoon moet aanmelden bij het gemeentebestuur onder over. legging van een paspoort of ander identiteitsbewijs, Indien hij uit een plaats bulten Nederland of van een verhuiskaart of legitimatiebewijs, indien hij uit een andere gemeente van Nederland ls gekomen, tenzij hij overeenkomstig de desbetreffende bepalingen ls^ vrijgesteld van aan melding, d. dat bestuurders van Instellin gen, gestichten of schepen, waarin personen oDder eenlg bestuur Inwo nen, alsmede hotelhouders, pension houders en kamerverhuurders, uiter lijk vijf dagen na de opneming of huisvesting of na het vertrek, mede- deeling moeten doen van den ge slachtsnaam en de voornaam van ieder persoon, die langer dan veer tien dagen ln de instelling, gesticht, schip, hotel, pension of huis, wordt of ls opgenomen of gehuisvest, als mede van ieder zoodanig persoon, die daar uit vertrekt. e. dat overtreding van de voor schriften wordt gestraft volgens de wet; f. dat voor persoonlijke aanmel ding en voor mondelinge aangifte voor het bevolkingsregister gelegen heid zal worden gegeven op werk dagen van 9 tot 12 uur voormiddags bij de afdeellng bevolklDg der Ge meentesecretarie. Venray, 30 April 1942. De Burgemeester van Venray A. H. M. JANSSEN De Secretaris, VAN HAAREN BESTRIJDING VAN DEN COLORADO KEVER De Burgemeester van Venray brengt ter algemeene kennis, dat ln verband met het gevaar dat In die gemeente bestaat voor vestiging van den coloradokever, het gewas op alle, met aardappels beteelde perceelen binnen deze gemeeDte, door de gebruikers dier perceelen moeten worden bespoten met een 0,4 pet oplossing van calclumarsenaat. De bsspultlng moet driemaal wor den uitgevoerd met water, waaraan op 100 liter gram calclumarsenaat ts toegevoegd en ln een hóeveelheid van gemiddeld 750 liter per hectare. DE TIJDSTIPPEN. WAAPOP DEZE BESPUITINGEN MOETEN PLAATS VINDEN, ZULLEN TE ZUNER TIJD NADER WORDEN BEKEND GEMAAKT. De bespuitingen, moeten zoo wor den uitgevoerd, dat alle bladeren van de aardappelplanten met de vloeistof bevochtigd worden en op zoodanig uur en by zoodanige weer gesteldheid dat zij denzelfden dag nog kunnen opdrogen. Verder moet er voor worden zorggedragen, dat de giftige vloeistof uitsluitend op het aardappelloof en niet op andere tusschen of naast de aardappelen groeiende gewasseD, weiden of sloot- kanten. Met wind moet dus bij de bespuiting terdege rekening worden gehouden. Indien een gebruiker van een per ceel nalatig blijft de voorgeschreven maatregelen uit te voeren zullen deze door den Burgemeester op kos ten van den gebruiker worden ten uitvoer gelegd terwijl dan deze kosten zullen worden ingevorderd volgens de voorschriften ln de arti kelen 291, 294 en 295 van de Ge meentewet gegeven voor de invorde ring van plaatselijke belastingen. Het voor de drie bespuitingen be- noodigde calclumarsenaat zal van rijkswege wederom kosteloos ter beschikking van de aardappelver bouwers ln een hoeveelheid van 9 kg. per ha. Volgens de wet bestaat deze ver plichting tot bespuiting niet alleen voor tuinders, maar voor iedereen die aardappels teelt, ook al bespoot hg maar een zeer klein hoekje. Het niet voldoen aan deze ver plichting ls strafbaar, Mededeeling van het bovenstaande aan leder gebruiker van een met aardappelen beteeld perc. persoonlijk, zooals die ln vorige jaren geschiedde zal niet meer plaats hebben: Dus ook al ontvangt men persoonlijk geen bevelschrift tot bespuiting van zijn aardappelperceelen, Is men toch verplicht de noodlge bespuitingen te verrichten. VENRAY, 12 Mei 1942, De Burgemeester van Venray A. H. M. JANSSEN, Aangifte van het voorkomen van den Coloradokever. De aandacht van alle verbouwers van aardappelen wordt gevestigd op artikel 3 van de Wet ter bestrijding van den Coloradokever, hetwelk luidt: Eenleder, die te eeniger plaatse één of meer Coloradokevers vindt, ls verplicht onverwijld de(n) door hem gevonden Colorado-kever(s) te vangen en onschadelijk te maken en daarvan onverwijld kennis te geven aan den Burgemeester van de gemeente waarin het perceel, waarde kever (s) gevonden ls (zijn) ls gelegen. Het niet doen van aangifte is strafbaar. Venray, 12 Mei 1942 De Burgemeester van Venray, A. H. M. JANSSEN AANGIFTE VAN STIEREN De Burgemeester van VENRAY herinnert belanghebbenden aan hun verplichting om van het houden van een stier van 6 maanden of ouder tusschen 15 en 25 Mei aangifte te doen bij den Burgemeester der ge meente, waar de stier gehouden wordt,

Peel en Maas | 1942 | | pagina 1