Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Alleen Boter
is boter
„VENRAY"
boter
Binnenland.
Provinciaal Nieuws.
Zaterdag 16 Mei 1942
Drie en Zestigste Jaargang No 19
PEEL EN MAAS
Advert.prijzen: Vraag en aanbod 10 ct. per 3 mm I UITGi
Vraag en aanb. betrekk. 8 ct., alle overige 12 ct. Tel.
UITGAVE Fa. van den MUNCKHOF VENRAY
512
Grootestraat 28 Giro 150652
ABONNEMENTSPRIJS voor Venray 70 ct.
buiten Venray 80 ct. per kwartaal. Afz. no. 6 ct.
is zeer fijne boter
De Nederlandsche vrijwil
ligers aan het Oostfront.
Het weekblad der Nederlandsche
S.S. „Storm", publiceerde ln een
zijner laatste nummers onder den
titel „Germaansche overtuiging" een
artikel, dat op treffende wijze uit
drukking geeft van den levensmoed
der Nederlandsche Vrijwilligers, die
onder de vanen der SS. den strijd
aan bet Oostelijk front medemaken.
Hieruit spreekt duidelijk, welk een
belangrijke fundamenteeie wijziging
deze Inzet ln de harten en de geest
van deze jonge Nederlandsche man
nen gebracht heeft.
Mogen zij, die hier te lande in
vergelijking met den strijd aan het
front voor heel wat gemakkelijker
problemen gesteld zijn, zich aan deze
frlssche en durvende geest der Ne
derlandsche pionieren voor't nieuwe
Europa spiegelen.
Dit artikel luidt als volgt:
De Germaansche vrijwilliger, die
da Dultache uniform draagt, Is voor
velen een vraagteeken. Waarom strij
den deze mannen eigenlijk Het
moet toch veel gemakkelijker zijn
ergens in Nederland, ln Denemarken
in Vlaanderen of in Noorwegen het
een of andere ongevaarlijke beroep
uit te oefenen zoo vraagt de Dult-
sche wapenbroeder.
Maar ln het Vaderland stelt men
een andere vraag: Wat krijgt hij er
voor, wat kan hij er bij winnen
Hun, die dit voelen, hoaft men
eigenlijk geen antwoord te geven,
want zij hebben een mannelijkeD
Inborst en het gevoel voor het ge.
schledkundig verband der feiten en
voor noodzakelijkheden en hun, die
deze vraag stellen, behoeft men niet
eens te antwoorden, zij kunnen toch
nooit begrijpen, dat een leven, een
man waardig, een ander zija moet,
dan dat, wat slechts heil ziet ineen
goede zakenbalans. De hierachter
afgedrukte brief van een Nederland-
schen vrijwilliger echter, bevat meer
dan een antwoord op de gebruikelij
ke vragen.
Brief van den S.S-
Schütze Smits.
Na 7 maaudeQ aan het Oostfront
heeft men zijn kameraden leeren
kennen. Wat in de eerste maand
niet direct te begrijpen wao, helder
de zich reeds op ln de tweede, in de
derde maand begreep men het reeds
volkomen en in de vierde werd dit
weten omtrent karakter, zwakheden
en bekwaamheden, niet slechts van
anderen, maar in de eerste plaats
van zichzelf, bevestigd. Eén dlDg
moet men altijd weer constateereo:
de soldaten opleiding is hard, grijpt
de leerschool in de kazerne iemand
reeds flink aan, dan doet de oorlog
de rest tenslotte is men een an
dere geworden. Dit „andere" is het,
wat de Dultsche mannen van die
der Noordwestelijke democratiën on
derscheidt, ofschoon zij toch allen
als Germanen denzelfden erfelgken
aanleg hebben. Destijds reeds ln „Mei
1940", toen de Dultsche troepen in
Nederland binnentrokken, begreep
men reeds iets van dat „andere",
van de nog niet onder woordeD
te brengen geschledenisvormende
kracht, maar nu eerst, na de lange
maanden van strijd in het OosteD,
waarin veronderstellingen tot erva
ringen konden worden, nu eerst is
de tijd aangebroken om te probeeren
eenlge van mijn gedachten onder
woorden te breDgen.
Het was geen toevalligheid, dat
ln neutrale westen het boek „Nomo
Ludens" uitkwam, een boek, dat al
het menschelijke doen en laten als
een spel beschouwde, zij het daD
ook bij tijd en wijle als een verheven.
Bij een dergelijke denkwijze die
jammer genoeg niet slechts die van
den schrijver ls, maar ook de han
delingen van velen in het Westen,
zij bet dan ook onbewust, bepaalt
zal men nooit den noodzakelijken
ernst kunnen vinden om zich zelf
tot den dood toe Id te zetten.
Want, hoe fanatiek men ook
spelen kan, toch blijft altijd het
bewustzijn bestaan, dat het gaat
om willekeurigheden en niet om het
essentieele, daarom ontbreekt dan
ook de totale inzet, het laatste
offer en zoodoende ook de geschie-
denlsmakende daad, dat was de
kern van onze levenshouding in het
Westen: niet ln nood opgevoed zag
tenminste de jeugd hgt leven a>s
met maskers gespeeld, ons ontbrak
de ernst, welke het geloof aan de
onveranderlijke juistheid van onze
idealen met zich brengt, daarom
wilden wfl ln de diepste beteeke-
nls van het woord geen daden
doen en zijn er zoodoende slechts in
geslaagd oppervlakkigheden voort te
brengen.
Ons leven was leeg, ofschoon met
duizend kleinigheden gevuld, geen
Ideaal scheen ons groot genoeg om
het te kunnen of willen wagen ln
*ijn dienst het netwerk van tallooze
overwegingen en bezwareD, waarin
wij zoo stevig verstrikt waren, te
verscheuren, en dus voegden wij ons
oaar het systeem, lieten ons drijven
en leefden het leven, zooals het ons
geboden werd, neutraal zonder risico,
beschaafd, verfijnd, hoffeltjk-huichel-
®chtlg en oneindig laf.
I t.Ult den toon vallen" was het
ergste wat men doen kan en uit
flen toon viel zonder meer al het
ware, groote oorspronkelijke,
M
Wie het leven speelt, wie zich niet
hoeft ln te spannen, verliest het
contact met de scheppende kracht.
Hij geniet het geschapene zonder
nieuws te scheppen en dat zoowel
ln materieele als ideeele beteekenis.
De jeugd vertoonde zich aan ons
jammer genoeg slechts als ge
nietend, vadsig, onpolitiek en zonder
problemen, onverschillig tegenover
de laatste vraagstukken van het
leven.
Weliswaar doet men met dit te
beweren hen onrechi aan, die als
jonge vlsschers, zeelleden of boeren
een hard leven leiden, maar voorde
jeugd als geheel is dit toch wel
juist. Temidden van dit onbekom
merde leven viel de oorlog. Hij zette
achter alle alledaagsche gebeurte
nissen de mogelijkheid van den dood.
Hij, die uit onze gedachten verban,
non was, hij leerde ons, dat er waar
den zijn waarvoor men dapper ook
den laatsten ademstoot offert. Waar
hij ls, spreken niet langer holle pa
thetische woorden, maar moedige
daden over die dingen, die boven
leven of dood staan.
Dit eerst gaf aan een aantal van
ons het vaste geloof, dat alle twijfel
en zelfspot overwint, die anders aan
de wieg der daden staan. Wij wilden
niet slechts met den mond zeggen,
dat wij natlonaal-aocialisten zijn,
wij melden ons als vrijwilligers bij
de Waffen SS, bij de N.S K.K. bij de
verbindlngsafdeeliogeD, enz. wij wil
den den oorlog medemaken wilden
erbij geweest zijD, wij wilden faiet,
dat men later tot ons zou kunnen
zeggen De jeugd van Europa heeft
de Dultsche alleen laten strijden. De
recrutentijd kwam en daarmede ook
bittere teleurstellingen. Wij geloof
den reeds iets te zijn en iets te
kunnen, maar ons ontbrak het aller
noodzakelijkstehet geheele wezen
te kunnen richten op den totalen
inzet.
Wij hadden medelijden met onszelf,
inplaats van vol vreugde midden er
in te springen en eerst langzamer
hand begrepen wij, dat ook dobesie
uitvluchten niet konden worden ge
duld. „Voor deD Duitschen soldaat is
□iets onmogelijk", dat werd slechts
dan tot waarheid, wanneer men ln
omstandigheden, waarlD alle ande
ren het zouden opgeven, toch stand
hield. Zoo groeit een ander mensch
op, hf doet niet alsof hij aanvalt,
hij valt aan, ln het beslissende
moment trekt hij zich niet terug,
maar geeft zonder dralen alles, zijn
wil ls bevrijd van de duizend be
zwaren, hij handelt zonder omwegen,
recht op het doel af.
Het was een Joodsche gedachte
alles met takt en slimmigheid en
langs listige omwegen te kunnen
bereiken, alsof de wereld met trucs
te regeeren is.
Wij zagen en beleefden plotseling
in verbluffende duidelijkheid, dat een
deel van het Dultsche succes op het
eenvoudige feit berust, dat men
zonder hokuspokus direct op het doel
afgaat en op deze wijze met den
kleinsten, maar volkomen juisten
Inzet van krachten dat kan bereiken,
wat men tot nu toe voor onmogelijk
gehouden heeft.
Laven zonder masker.
Weliswaar moet men daarvoor de
uiterste nauwkeurigheid betrachten
kunnen, maar wie eens een appel,
afgenomen door een Duitschen on
derofficier heeft meegemaakt, die
weet alles af van deze nauwkeurig
heid, welke leder stofje op den loop
aangrijpt om Iemand het Zondags-
verlof ln te houden. Daden te vol
brengen In het geloof aan dingen
die boven leven en dood Btaan, leeren
zichzelf te dwingen dat is een deel
van dat „andere".
Het tweede echter is het leven
zonder masker. Alle pose, alle schijn
viel weg en slechts de naakte mensch
bleef over, of een dappere en goede
kameraad, of een stuk ellende.
Hier kon men noch met goochel
kunsten, noch met branie den dap
pere spelen, terwijl slechts de aogsr
regeerde, geen omkooperij met klei
nigheden uit pakjes van thuis of met
opgespaarde sigaretten waren instaat
een niet aanwezig kameraadschap
pelijk gevoel te maskeeren. Nog iets
leerde ons deze strijd ln het Oosten:
wij hebben gebrek aan alles, wat een
beschaafd mensch noodlg heeft, te
beginnen met een vlekkelooze en
veloppe tot een ondergoed zonder
luizen toe, wanneer de keuken en de
fouragewagen een paar dagen weg
blijven, dan blijven slechts twee
mogelijkheden, lui zQn en hongerlij
den of zich Inspannen en zoo lang
zoeken, totdat men de noodzakelijk
heden bij elkaar heeft.
Anderen voor zich te laten werken,
dat gaat op zijn hoogst een of twee
maal. Voor de rest ls men op zich
zelf aangewezen; wie niet mee wil
doen, kan hoogstens met een voor
gewende rheumatlek naar een zie
kenhuis verdwijnen, of men jammert
over het slechte eten, over weinig
post, over koude, winderige wachten,
waarbij de ooren en voeten bevriezen,
over luizen en vlooien, over de
valschheld der Russen, of men slaat
zich door alles heen, mannelijk en
zonder gemekker.
Zoo was het waarschijnlijk ook ln
den wereldoorlog, ook hg, die langen
tijd ln de tropische rimboe geleefd
heeft, weet dat: van uit de verre
verten leert men eerst de kuituur
en de beschaving op haar werkelijke
waarde taxeeren, dingen, die heel
gewoon zijn, zooals een schoon bed
of een goed boek, worden tot oogen-
blikken uit een beter leven. Korten
goed, men zou de verwende „jeunesse
blasee" van de democratie een sol
datentijd toewenachen, maar niet
slechts dat, men weet, dat dat de
eenlge redding voor hen beteekent.
De oorlog ls niet de vernietiger van
het leven, zooals onze humanistlsche-
p&ciflsiische opvoeding ons dat altijd
voor oogen gehouden heeft, Integen
deel, eerst in het veld wordt ons de
waarde van dit leven helder bewust,
eerst daar kan men het nationaal-
soclallsme als leverancier ten volle
leeren begrijpen.
Bron der kracht.
In het vaderland kan men vee!
schrijven over „de nieuwe orde",
over „het ware socialisme", over de
nieuwe „wereldbeschouwing". Wij
willen dit ijverig werken daar niet
met een lachje beschouwen en ons
daar ver boven verheven voelen. Wij
W6ten echter, dat eerst dan ln ons
vaderland het juiste begrip voor de
nieuwe wereld zal komen, wanneer
een groot getal van jonge mannen
aanwezig zal zijn die met de ijzeren
taal van den oorlog bekend zjjn.
Zonder voorwaarden te stellen, ons
gevend in vol vertrouwen, zijn wij
Adolf Hitler als Fübrer tot op de
slagvelden van het Oosten gevolgd
en menig goed kameraad rust uit
den strijd onder de zwarte Russische
aarde.
In het vaderland hebben echter
velen het hart vastgehoudenzullen
deze jonge „avonturiers" niet door
den afgrond verslonden worden, zij
die zonder garantie en zonder belof
ten een Fübrer van een ander volk
als soldaten volgen Wij antwoor
den: Wij hebben noch beloften noch
garanties van noode, hier in het
Oosten vonden wij ln ons zelf de
bron van onze scheppende kracht,
wij weteD, dat een nieuw, een door
den Führer vereenlgd Europa ons
Initiatief en ons werk noodig heeft
en dat ls ons voldoende. Wanneer
wij eens terugkeeren ln het vader
land dan zullen wij U toonen wat
wij gewonnen hebbendat „andere",
dat geschledenlsmakende zal ln ons
leven, wij danken er den Führer
voor, dat hij ons een plaats tusschen
zijn soldaten Inruimde.
HET NIEUWE SOCIALISME
IS HET SOCIALISME
DER GERMAANSCHE
SAMENWERKING
De opstanding van Nederland en
de schepping van een soclallstischen
levensvorm voor onze volksgemeen
schap ls het nationale probleem
waarvoor wij heden staan, waarvoor
wij de aandacht vragen van ons ge
heele volk en aan welks oplossing
het een groote uitverkiezing is te
mogen meewerken.
In de veranderde en nog steeds
veranderende wereld zal ook ons volk
zijn nieuwe plaats moeten innemen.
Het zal de oogen moeten openen
voor de realiteit, dat wij met negen
millioen menschen wonend op een
klein grondgeblèd, afgesneden voor
langen tijd of voor goed van onze
overzeesche gebiedsdeelen, voor hot
handhaven van onze cultuur en onze
levensgewoonten een heroïsche op
gave hebben te vervullen. Het soci
alisme van den nieuwen tijd zal
ons volk slechts deelachtig worden
door een krachtsinspanning als maar
zelden in onze geschiedenis ls bereikt.
Wanneer een volk een socialistische
volksgemeenschap wil vormen, dan
moet het een vrij volk zijn, een volk
met een gewaarborgde levensruimte,
dan moet het zeker zijn van grond
stoffen en afzetgebieden en moet
zijn bevolkingsprobleem zijn opge
lost. Zonder de vervulling dezer
voorwaarden blijft het socialisme
een vrome wensch, een utopie.
Ons volk heeft de mogelijkheid om
deze voorwaarde te vervullen. In het
Nieuwe Europa zal ons volk Inge-
«chakeld kunnen worden ln de
Germaansche samenwerking, welke
de kern van het nieuwe Europa zal
zijn. Na zijn laatste bezoek aan
Adolf Hitler heeft Mussert deze
grootsche boodschap aan ons volk
bekend gemaakt.
De historische verklarlDg van
Mussert beteekent, dat ons volk
in staat zal worden gesteld als
vrij volk met volken van gelijk
bloed en ras te bouwen aan zijn
eigen socialistische toekomst.
Germaansehe samenwerking be
teekent, dat Nederland niet langer
gelijk Frederlk de Groote het uit
drukte een sloep zal zijn achter het
Engelsche fregat, een slaafsch on
derdeel van het vastgeloopen mecha
nisme der liberale wereldeconomie
maar dat Nederland met gelijke volk-
sche rechten het totaal van zijn ar
beid, zijn energie, zijn vernuft, zijn
hooge geestelijke en materieele ont
wikkeling zal kunnen aanwenden, om
tezamen met de andere Germaansche
volken onder Duitschlands leiding,
voor eigen volk, gelijk de andere
Germaansche volken, het socialisme
tot werkelijkheid te maken.
Germaansche samenwerking be
teekent, dat met behoud van eigen
volksche en eultureele zelfstandig
heid, meer dan 100 mtllloen Ger
maansche menschen hun ontzagge
lijk arbeidsvermogen ln een grootsche
levensruimte voor gezamenlijke wel
vaart zullen inzetten. Deze levens
ruimte zal voor eeuwen en eenwen
gewaarborgd zijn en bevrijd van het
spookbeeld van een wereldoorlog voor
Iedere generatie.
Germaansche samenwerking be
teekent voor Nederland met zijn
ligging aan drukst bevaren zee
ter wereld, met zijn prachtige
havens en haveninrichtingen, met
zijn groote technische ontwikke
ling, met zijn specialisaties op
agrarisch gebied, een rijke, een
onvervangbare en trotsche taak.
Germaansche samenwerking be
teekent voor mlllloenen Nederland,
sche boeren en arbeiders 'n bevrijdiDg
uit de jarenlange democratische
onoplosbaarheid van ons nationaal
probleem, beteekent in waarheid
onze nationale opstanding en de
verwerving van een socialistische
levensvorm in eigen vrijheid en eer
tezamen met de volken van gelijk
bloed en gelijken levenswil.
Wanneer ons volk dat begrijpt,
dan Is het soclalime van den nieuwen
tijd het socialisme van ons volk, zijn
sociale, zijn zedelijke traditie
waardig.
DOODVONNISSEN
WEGENS
ZWARTEN HANDEL
Om het groote belang en de hope
lijk sterk preventieve (voorbehoeden
de) werking ervan, komen we hier
nog even terug op het schokkende
feit dat tiet Dultsche Obergerlcht in
het geruchtmakend proces wegeDs
bonnendiefstal en bonnenhandel op
groote schaal zes personen ter dood
heeft veroordeeld.
Ter dood veroordeeld
Het ls meer dan 70 jaar geleden,
dat in ons land voor een misdrijf
van nlet-mllltalren aard een persoon
ter dood werd veroordeeld.
Wij Nederlanders zijn ln 't alge
meen niet licht geneigd, een misdrijf,
hoe zwaar het ook moge zijn, met
het leven te doen boeten en zeker
zal dit vonnis van de doodstraf voor
zeB personen aan velen ontstellend
zwaar voorkomen. In ieder geval,
de beteekenis van dit vonnis ls
groot.
Het ls de eerste maal, dat de
bezettlDgsautoritelten, ln den per
soon van den Staatsanwalt, op niet
mis te verstane wijze doen weten,
dat het uit moet zijn met de aan
slagen op de levensbelangen van
geheel ons volk en dat leder, die
zich daaraan niet wenscht te storen,
zija leven daarbij ln de waagschaal
stelt.
Het stadium van waarschuwing
en badrelglDg met straf ls voorby
en het oude Nederlandsche spreek
woord doet opgeld: Wie niet hooren
wil, moet voelen.
Omtrent den omvang van dit mis-
drijf halen wij hier een paar cijfers
aan uit de toelichting van den pre
sident der rechtbank.
De gestolen bonnen en toewijzin
gen loopen ln de duizenden en ver
tegenwoordigen, In levensmiddelen
omgezet, een hoeveelheid, die vol
doende ls om een stad van 80.000
inwoners voor een jaar aan vet, een
van 26 000 Inwoners van brood en
een van 11000 Inwoners van meel en
een van 40 000 Inwoners van kolen
te? voorzien.
Door dezen bonnenzwendel moes
ten in Amsterdam en Den Haag,
alleen al ln enkele weken tijds
300.000 rantsoenen boter en 100.000
rantsoenen meel boven het normale
kwantum gedekt worden,
Tegen misdrijven van zulk een
omvang en in een tgd, zooals wij
thans beleven, moet wel met strenge
hand worden opgetreden en het is
te hopen, dat velen, wie de ernst van
den toestaDd voor oogen stond, door
deze doodvonnissen afgehouden
mogen worden van den zwarten
handel, die een ernstig vergrijp
vormt tegen de rechtvaardigheid en
de naastenliefde.
Nieuwe maatregelen
Het kan verder ter waarschuwing
zijn nut hebben, om enkele maat
regelen kort op te sommen, welke
het natlonaal-soclallsme zoo al in
overweging geeft om den zwarten
handel Bpoedig en radicaal den kop
ln te drukken of althans ln zijn
doorwerken aanzienlijk te vermin
deren.
Volk en Vaderland heeft aan dit
thema eenlge artikelen gewijd, waar
van we hier enkele suggesties kort
weergeven: Harde dwangarbeid op
leggen, in ernstige gevallen gepaard
gaande met deportage naar O.-Europa
en lichaamsstraffen; toepassing van
de doodstraf ln bijzonder zware ge
vallen opruiming onder de onbe
trouwbare ambtenaren en Inschake
ling van de beste W.A.-leden door
inspecteurs ln iedere particuliere
woning de abnormale voorraden ln
beslag laten nemenkleine knoeiers
aan de schandpaal, op te stellen
op markten en andere verkeers-
centra.
Het blad acht het kwaad alleen
nog te keeren, wanneer de overheid
aldus op korten termijn met de
grootste strengheid optreedt.
Arbeidsfront
De belangrijke sociale omwente
ling, ingeluid met de oprichting van
het Arbeidsfront, blijft in het brand
punt staan van de belangstelling.
De belangrijkheid van dat gebeuren
ls thans opnieuw geaccuteerd door
het bezoek van Dr. Ley, den geeste
lijken vader van de Arbeidsfront'
gedachte, aan ons land.
In een vergadering te Amsterdam
hebben Dr. Ley en Woudenberg het
woord gevoerd.
Woudenberg wees erop, dat het
Ned. Arbeidsfront de ideale gemeen
schap van alle werkers is, een ge
meenschapsorganisatie, die het socia
lisme tot werkelijkheid zal maken.
De Nederlandsche mensch staat
met den rug tegen den muur. Hij
heeft geen keuze. Hij kan slechts
wenschen, dat Europa zegevierend
uit den strijd te voorschijn komt.
Wie iets anders wenscht, ls bereid,
econoxniachen zelfmoord en den
ondergang van zijn volk te aanvaar
den. Het woord Arbeidsfront legt
verplichtingen op. Het is de door
dringing van een idee. Hierbij zal
geen halt worden gehouden voor
een reactie, ln welken vorm deze
zich ook moge openbaren, noch van
de roodste noch van de zwarste.
Dr. Ley hield zijn gehoor als het
Ideaal van het Arbeidsfront voor
naar een Europeesche gemeenschap
van den arbeid en den bloede.
Er komen, zoo zeide hij o.m., voor
Nederland moeilijke jaren. De zelf
voldane burgers zullen het heel moei
lijk hebben. Vermogens en renten
zijn verloren.
Maar wij willen u
helpen voor de toekomst. Het mag
zijn, dat u ons niet wilt, maar wij
mogen u wel. Wy hebben een langeD
<jjd van gemeenschappelijke geschie
denis gekend. Voor driehonderd jaar
waren wij nog in ééa Rijk.
Spr. voorspelde aan het herrezeD
avondland een groote toekomst vol
ODgekeDde mogelijkheden.
VENRAY, 16 Mei 1942.
%6itdagsdieHit 4}uisaetien
ZONDAG 17 MEI.
Te rekenen vanaf Zaterdagavond
8 uur tot Maandagmorgen 8 uur
kan men zich voor medische hulp
ln dringende gevallen uitsluitend
wenden tot:
DR. BLOEMEN
Stationstraat 9 Telefoon 465
Aanmelding en aangifte
voor de bevolkings
registers.
De Burgemeester van Venray, wnd
de taak van Burgemeester en Wet
houders, gelet op het bepaalde in
art. 112 van het Besluit Bavolklngs
boekhouding Staatsblad 1936, no. 342;
herinneren de bevolking aan haar
verplichtingen, omschreven in de
artikelen 3 tot en met 16 van ge
noemd besluit;
brengt als voornaamste ter open
bare kennis:
le. dat behoudens afwijkingen,
ieder, die in Nederland nachtrust of
de daarvoor ln de plaats tredende
rust geniet, onverwijld moet word n
opgenomen in een der bevolkingsre
gisters;
2e. dat ieder moet worden opge
nomen ln het bevolkingsregister der
gemeente, waar hij voornemens ls
duurzaam of voor onbepaalden tijd
ale regel zijn nachtrust of de daar
voor ln de plaatB tredende rust ts
genieten;
3e. dat in geval van onzekerheid
omtrent het onder 2e vermelde bij
zondere voorschriften geldeD;
4e, dat, behoudens afwijkingen,
leder, die Nederland verlaat, onver
wijld van de bevolkingsregisters
moeten worden afgevoerd;
5e. dat bij adresverandering binnen
de gemeente de noodlge wijzigingen
in het bevolkingsregister moeten
worden aangebracht,
Voorts, in verband met het boven
staande:
a. dat aangifte van vertrek uit
of van verhuizing binnen de gemeen
te, mondeling of schriftelijk moet
geschieden op den dag van, of uiter
lijk vijf dagen na het vertrek (bij
het verlaten van Nederland, ten
hoogste vijf dagen tevoren) of na
de adresverandering, met opgave van
het laatste adres en van den naam
der gemeente of van het land en de
plaats waarheen vertrokken en het
nieuwe adres (zoo noodlg met op
gave van den naam van het hoofd
van het gezin)
b. dat aan den aangever van een
vertrek, behoudens bijzondere geval
len, onmiddellijk een verhuiskaart
wordt uitgereikt of toegezonden,
welke hem dient als bewijs van af
melding en welke binnen vijf dagen
moet worden ingeleverd bij het be
stuur der Nederlandsche gemeente,
in welker bevolkingsregister de per
soon moet worden opgenomen.
c. dat leder, die ln de gemeente
nachtrust of de daarvoor ln de plaats
tredende rust geniet en die nog niet
in ©en bevolkingsregister is opgeno
men of die ten onrechte nog ln het
bevolkingsregister eener andere ge
meente ls opgenomen of die ten on
rechte nog in het bevolkingsregister
eener andere gemeente ls opgenomen
zich binnen vijf dagen na zijn aan
komst ln persoon moet aanmelden
bij het gemeentebestuur onder over.
legging van een paspoort of ander
identiteitsbewijs, Indien hij uit een
plaats bulten Nederland of van een
verhuiskaart of legitimatiebewijs,
indien hij uit een andere gemeente
van Nederland ls gekomen, tenzij hij
overeenkomstig de desbetreffende
bepalingen ls^ vrijgesteld van aan
melding,
d. dat bestuurders van Instellin
gen, gestichten of schepen, waarin
personen oDder eenlg bestuur Inwo
nen, alsmede hotelhouders, pension
houders en kamerverhuurders, uiter
lijk vijf dagen na de opneming of
huisvesting of na het vertrek, mede-
deeling moeten doen van den ge
slachtsnaam en de voornaam van
ieder persoon, die langer dan veer
tien dagen ln de instelling, gesticht,
schip, hotel, pension of huis, wordt
of ls opgenomen of gehuisvest, als
mede van ieder zoodanig persoon,
die daar uit vertrekt.
e. dat overtreding van de voor
schriften wordt gestraft volgens de
wet;
f. dat voor persoonlijke aanmel
ding en voor mondelinge aangifte
voor het bevolkingsregister gelegen
heid zal worden gegeven op werk
dagen van 9 tot 12 uur voormiddags
bij de afdeellng bevolklDg der Ge
meentesecretarie.
Venray, 30 April 1942.
De Burgemeester van Venray
A. H. M. JANSSEN
De Secretaris,
VAN HAAREN
BESTRIJDING VAN DEN
COLORADO KEVER
De Burgemeester van Venray
brengt ter algemeene kennis, dat ln
verband met het gevaar dat In die
gemeente bestaat voor vestiging
van den coloradokever, het gewas
op alle, met aardappels beteelde
perceelen binnen deze gemeeDte, door
de gebruikers dier perceelen moeten
worden bespoten met een 0,4 pet
oplossing van calclumarsenaat.
De bsspultlng moet driemaal wor
den uitgevoerd met water, waaraan
op 100 liter gram calclumarsenaat
ts toegevoegd en ln een hóeveelheid
van gemiddeld 750 liter per hectare.
DE TIJDSTIPPEN. WAAPOP
DEZE BESPUITINGEN MOETEN
PLAATS VINDEN, ZULLEN TE
ZUNER TIJD NADER WORDEN
BEKEND GEMAAKT.
De bespuitingen, moeten zoo wor
den uitgevoerd, dat alle bladeren
van de aardappelplanten met de
vloeistof bevochtigd worden en op
zoodanig uur en by zoodanige weer
gesteldheid dat zij denzelfden dag
nog kunnen opdrogen. Verder moet
er voor worden zorggedragen, dat
de giftige vloeistof uitsluitend op
het aardappelloof en niet op andere
tusschen of naast de aardappelen
groeiende gewasseD, weiden of sloot-
kanten. Met wind moet dus bij de
bespuiting terdege rekening worden
gehouden.
Indien een gebruiker van een per
ceel nalatig blijft de voorgeschreven
maatregelen uit te voeren zullen
deze door den Burgemeester op kos
ten van den gebruiker worden ten
uitvoer gelegd terwijl dan deze
kosten zullen worden ingevorderd
volgens de voorschriften ln de arti
kelen 291, 294 en 295 van de Ge
meentewet gegeven voor de invorde
ring van plaatselijke belastingen.
Het voor de drie bespuitingen be-
noodigde calclumarsenaat zal van
rijkswege wederom kosteloos ter
beschikking van de aardappelver
bouwers ln een hoeveelheid van 9 kg.
per ha.
Volgens de wet bestaat deze ver
plichting tot bespuiting niet alleen
voor tuinders, maar voor iedereen
die aardappels teelt, ook al bespoot
hg maar een zeer klein hoekje.
Het niet voldoen aan deze ver
plichting ls strafbaar,
Mededeeling van het bovenstaande
aan leder gebruiker van een met
aardappelen beteeld perc. persoonlijk,
zooals die ln vorige jaren geschiedde
zal niet meer plaats hebben: Dus
ook al ontvangt men persoonlijk
geen bevelschrift tot bespuiting van
zijn aardappelperceelen, Is men toch
verplicht de noodlge bespuitingen te
verrichten.
VENRAY, 12 Mei 1942,
De Burgemeester van Venray
A. H. M. JANSSEN,
Aangifte van het voorkomen
van den Coloradokever.
De aandacht van alle verbouwers
van aardappelen wordt gevestigd op
artikel 3 van de Wet ter bestrijding
van den Coloradokever, hetwelk luidt:
Eenleder, die te eeniger plaatse
één of meer Coloradokevers vindt,
ls verplicht onverwijld de(n) door
hem gevonden Colorado-kever(s)
te vangen en onschadelijk te maken
en daarvan onverwijld kennis te
geven aan den Burgemeester van
de gemeente waarin het perceel,
waarde kever (s) gevonden ls (zijn)
ls gelegen.
Het niet doen van aangifte is
strafbaar.
Venray, 12 Mei 1942
De Burgemeester van Venray,
A. H. M. JANSSEN
AANGIFTE VAN STIEREN
De Burgemeester van VENRAY
herinnert belanghebbenden aan hun
verplichting om van het houden van
een stier van 6 maanden of ouder
tusschen 15 en 25 Mei aangifte te
doen bij den Burgemeester der ge
meente, waar de stier gehouden
wordt,