twttdt. bt.ad van peel en maas Bier ademt den geur van het land Overspannen? Gemengde Berichten Provinciaal Nieuws. Zaterdag 13 September 1941 Twee en Zestigste Jaargang No 37 Waar de geest van Uilenspiegel wordt gebrouwen Uilenspiegel en Nele heffen hun klinkaards vol schuimend goud bier. Speellieden staan terzijde. Zg laten Bchalmeien en pijpen schallen, vedelen en slaan roffels op hun tamboergnen. Een oubollig tafereel, een der tableaux, welke de kunstschilder Harry Kooien hoeft aangebracht aan de muren van den oatvang-keiaer van Brand's Bierbrouwerij te Wylre, stil mediteerend dor**%™efng2J!!; van hooi en mest, ergens in een plooi van Zuid Limburgs heuvelland. Daar waren heengetogen, met voorbijgaan van vele roemruchte merken, die het vaderlandseh café bedrijf wijd en zijd beheerschen, om het bier te zien winnen en te proe ven in die omgeving, waar het méér dan elders als uit. de natuur zelve vloeit, met de kleur van het land schap en den geest van het volk. Want het bier heeft, de oudste en hoogste rechten In de Zuidelijke ge westen der Nederlanden, waar het, glanzend en schulüaend, past bij den volksaard, die uitbundiger Is en vlotter dan die van het Noorden, dat zich vertrouwder bij jenever voelt. De vaderlaDdsche bodem levert gerst voor het bier, tarwe voor jenever. Groote brouwers- en sJokers- bedrgven bedienen het heele land. Zij genieten een uitstekende reputatie tot ver over onze grenzen. Maar daarnaast hebben de kleinere onder nemingen het specifiek eigene van haar gewest, dat ademt In het aroom en zich laat proeven la den smaak van het prodruct. Wij prefereeren In het Priesche land de oude jenever van Bokma en zien in de klaarte van den drank het blinken der hori zonten, terwijl iets van de weelde der landouwen drgft op het roer- Iooze vocht, naar binnen gekeerd als de menschen, die 't drinkeD, be- zonken als het water in slooten en tochten, dat onbewogen den hemel weerkaatst. Maar in Limburg vragen wg bier van Brand, dat ons wordt voorgezet met een schuimkop als slagroom, levensdrang die naar de oppervlakte stuwt. Bier zoo goud en blommig als de glooiende velden der heuvelingen rondom, zoo sprankelend als de beekjes die zich reppen door de dalen. En aJa de menschen, die het gretig gebruiken, het hart op de tong, vederlicht en blgmoedig van y" Uilenspiegel in zij a wambuis en hooze is wèl thuis daar, te Wylre, in dien wonderlijken kelder van Brand. Gaf h9l bier hem niet den moed voor zijn stoute stukjes Dronk hij niet den Antwerpschen dobbelen knol om zijn vorstelgken eetlust te scherpen, begoot hij niet onbeschroomd zgn hespen en worsten en ortolanen met Brugsche dobbele kuite En werden niet zijn zoete minnarijen bespoeld met onvervaïschten peeterman Het ls de volksche drank der Nederlan den In hun beste dagen, zooals die van ouds uit kroezen en kruiken rijkelijk heengevloeld, een drank der gemeenschap meer dan jenevor, die ook heimelijk gestookt en genoten kan worden. Kijk rondom naar de wandschilderingen het carnaval van Maastricht, de Hmburgsche kermis sen, het is alles een schatering van leven uitbundig en frank. Het is Breughel, en het is Breero. Men danst en zingt, men eet en vrijt en de kostelijke dorst wordt met bier ver slagen, een kloeken, onvervaarden dronk. Het bier moge dus een Germaan- sche en een bij uitstek Nederlaud- sche drank zgn, het procédé zelf is zoo oud als de wereld. Reed3 bij de Egyptenaren bereidde de vrouw des FEUILLETON. Misdaad en reslil rond de Plasmolen. is Wanneer ze dan het bed weer op zocht, dan meende ze, dat Nand gesla pen had en nog sliep, maar Nand sliep niet, sloot geen oog en dacht ook aan Theo, Theo, zijn eenig kind. Ook Nand bad voor Theo. Maar hadden beiden 's avonds de zwarte gehalte gezien, die onder de vensters van de groene kamer stond die in het duister grinnikte als een duivel en zich bijzonder scheen te ver kneukelen en breed lachte en fluister de: wacht maar, Theoken, wacht maar, mijn lief zwaantje, wacht maar, men zat u wel de slagveeren uitplukken, wel kortwieken, wacht maar, manneke! Daar zijn menschen, die genieten van andermans leed, dat zijn de mons ters der schepping. Zulk een mensch, zulk een monster was zwarte Dries. En zwarte Dries was het, die stond onder de vensters van de groene kamer. Laat in den nacht zag men hem niet meer, zijn bed was leeg. Hij sliep altoos in den molen. Waar was hij geweest, waar was hij, hun zwarte Dries Tegen den morgen kwam hij terug van den kant van het dorp, hij was een voetpad langs gegaan, dat uit het veld kwam in het bosch uitkwam, be neden het molentje der Eldensen, en was langs een achterdeurtje van den mo'.en binnengeslopen. De nacht was len einde, en het veder vee begroette met groot rumoer den dageraad die even den gezichteinder huizes een drank uit gekiemde gerst en kruiden. De geklemde gerst werd tusschen steenen fijn gewreven, met water tot dunne brg vermengd en aldus ln kruiken bewaard. Door de aanwezige glstcollen ontstond in die kruiken een natuurlijke gisting, welke al naar de soort van gist, die daarbg da overhand kreeg, een bier opleverde, dat min of meer aan de gestelde verwachtingen voldeed. Want bier is ln hoofdzaak een pro duct van brouwersgerat, welke men langs vernuftigen weg weet om te zetten in genietbare vloeistof. Dat onze moderne chemici die kunst verstaan, behoeft geen verbazing te wekken, maar dat de oude brouw meesters het wisten, ls een dier wonderen der Gothische oudheid, waarvan evenzeer de kathedralen getuigen. De mlddeleeuwsche brou wersgilden bewaarden het procédé dan ook als een kostbaar geheim, dat buiten hen slechts in enkele kloosters bekend was. Daar zij ech ter de chemische theorie niet be- heerschten, bleef het goed geluk een belangrijke factor bij de nog prlml tleve middeleeuwsche bereiding vandaar dat er geen bedrijf is, dat zooveel bijgeloof kende en waaraan zoo'n groot aantal legenden verbon. den werd, als juist de bierbrouwerij. Want al is er geen drank zoo stoer en gul In de glazen, tijdens de be reiding is het bier een juffershondje) een kruldje-roer-me-nlet, grillig en vatbaar voor duizend invloeden van binnen en bulten uit. Het vraagt de uiterste waakzaamheid van bekwame chemici, de meest zorgvuldige be handeling om het eindproduct aan de gestelde verwachtingen te doen beantwoorden. De moderne brouwerij- wetenschap bouwt daarbij voort op de resultaten van systematische studie der blo-chemische processen, welke bij de bereiding van het bier een groote rol spelen. Het Nederlandsche bier kan bogen op een glorieuze geschiedenis van eeuwen. De meeste brouwerijen heb. ben een lange traditie en zoo ver heft ook het moderne bedrijf te Wylre zich op dezelfde plaats als waar reeds ln 1795 het oude, donkere Llmburgsche bier werd gemaakt. Dat schept een bijzondere sfeer, die bg den rondgaog door het bedrijf de romantiek en geheimzinnigheid van het productieproces volkomen bewaart binnen alle hygiënische nieuwe zakelijkheid van het huidige fabriekscomplex. Met als hoogte punten den aanblik der groote koperen brouwersketels, die blinken als zonnen en een verblijf in den glstkelder, waar de adem sneller gaat door den koolzuurdamp en men het gistende bier ln da kuipen ziet, licht borrelend en als met stijf taart- schuim bedekt. Een lange weg ligt tusschen de kleine voedzame gerstekorrels, die hard en droog door de vingers gigden en h9t levende, koele nat, zooals het gretig klokt ln een dorstige keel. De gerstekorrel bestaat uit zetmeel, dat onoplosbaar ls In water. Wan neer men echter de korrels Iaat kiemen op koele, vochtige vloeren, ontwikkelt zich op de plaats, waar het kiempje uit den korrel schiet, een eiwitachtige stof, „enzym" ge naamd, welke de kracht bezit om het onoplosbare zetmeel om te zet ten in oplosbare moutsuiker en dextrine. Het kiemen van de gerBt geschiedt in de mouterij, wanneer de kiemplantjes een bepaalde lengte hebben gekregen, laat men de korrels drogen „eesten" luidt de vakterm zoodat de klem afvalt. De mout is dan gereed voor de brouwerij. Het drogen geschiedt op heetelucht- roosters hoe langer dit proces duurt, hoe donkerder de korrel wordt en hoe donkerder ook hat bier, dat men verkrijgen wil. Ia de brouwerij wordt de mout zorgvuldig gereinigd, vervolgens ge malen en met water vermengd voor het „maischen", de omzetting van den geheelen zetmeelvoorraad door tintte met vergulden witten glans. Het lied der nachtegalen was uit. Op den molen was alles in de weer. Baas en bazin en de boden aan het werk. Hij was een geregeld huisvader, kende zijn taak en verrichtte ze zonder veel gedruisch. Vrouw Ella ging bedrijvig rond en niets verried den vreeselijken angst die haar folterde. Zij wist het eigenlijk zelf niet waarom. Hare oogen zagen zoo vermoeid. Arme moeder! Daarop naderden hoefslagen den mo len, zij kwamen van de zijde van het dorp en dreunden van den gelen weg uit. Zij bleef stokstijf staan. Alle bloed verdween uit haar gelaat. De handen beelden. Zij zetle de schotel, die zij droeg, op tafel en moest zich vasthou den Knechten eii meiden zagen allen naar buiten. Dat was het heele detachement dra- gronders, en te paard, wat die kwamen doen? De vier ingekwartierden traden hun tegemoet. „Gij gaat niet mee," beval de officier, ,het bosch om den vijver wordt afge zet 1 Niemand verlaat het huis, die het toch doet, wordt onbarmhartig neer geschoten. Opgepast dus 1" Nand stond bij zijn vrouw en hield ze staande. Zonder hem ware zij neer gezonken, zij zag niet meer, alles ging raar dooreen, wolken zweefden voor hare blikken, zij was aan den grond genageld. „Gereed? gij blijft hier, gij kent dat volk," sprak hij verachtelijk, „voor uit nu, het is tijd, anders is de vogel nog gevlogen." Meteen waren ze weg en het zand sloeg op van de hoeven der paarden, die voor de helft langs den gelen weg links, voor de helft rechts uitsloegen, en weldra zaagt ge links en rechts de helmen of kolbaks met de wapperende paardenstaarten opduiken uit het groen. Nand wilde naar het raam. „Hier blijven, hierl" luidde het nor den bg het kiemen ontwikkelden enzym ln opgeloste, vloeibare mout suiker en dextrine. Dit proces vol trekt zich in de malschketels bg langzaam opgevoerde verwarming. De moutpap passeert dan de filter pers, waar het draf „borstel" genaamd achterblijft, als kracht voeder voor het vee zeer gezocht, terwijl een heldere vloeistof, de „wort", naar de brouwketels stroomt om daar met hop gedurende ander half tot twee uur te worden opge kookt. Zoowei de samenstelling van het water als de soort van de hop bepalen kwaliteit en aroom van het wordende bier. Hop ls de onrijpe katjes van de hopplant, die ln Zuld-Duitschland, Bohemen, Engeland en ook in het Zuiden van ons land aan staken wordt gekweekt. De katjes worden ln Augustus geoogst en in droog schuren opgeslagen. De gedroogde hopbloesem wordt met het gerstenat meegekookt sn staat daarbij aroma tische stoffen af, die het bier den karakteristieken, pittig-bitteren smaak verleenen. Door het koken bereikt men tevens een algeheele sterilisatie van het wort. Want zoo als boven reeds vermeld, ls bier een zeer gevoelig product, dat de groot ste reinheid eischt bg de behandeling om infectie en daermee oDgewensch- te bijsmaakjes te voorkomen. Dit blijkt opnieuw bij de volgende phase der bereidinghet afkoelen van het kokend-heete wort, hoog in de brouwerij, waar zich het kool schip bevindt, een reusachtige platte kooperen bak van bijna honderd vlerkante meter oppervlakte. Hier wordt lucht over het gerstenat ge blazen, maar deze lucht, hoe frisch zij in den bulten ook mag schijnen, ls tevoren door reusachtige filters van stofdeeltjes en kiemen gezuiverd. Ook alle apparaten, die verder ge bruikt worden, zijn met ontsmet tingsmiddelen behandeld. Heeft het wort in het koolschip de voor gistiDg noodzakelijke hoeveelheid zuurstof geabsorbeerd, dan passeert het nog verdere koelinstallaties om tenslotte de geëmailleerde glstkuipen te be reiken in den grooten glstkelder. Al naar het gewenschte biertype wordt in de glstkuipen een bepaald kwan tum en soort gist toegevoegd, welke In het wort een zoo ideale voedings oplossing vindt, dat zij zich snel vermeerdert en de tijdens het brouw- proces gevormde moutextract tot alcohol en koolzuur vergist. Dit proces duurt gewoonlijk acht tot tien dagen. Het wort is daarmee bier geworden. Op de hoofdingang volgt de na- gisting in den lagerkelder, waar het bier ln geëmailleerde stalen legtanks gedurende tien tot twaalf weken blijft bewaard. De legtanks staan ln dubbele rijen boven elkander opge steld. Tezamen kunnen zij honderd duizenden liters gerstenat bevatten. Is het bier voldoende gerijpt, dan stroomt het naar de vatenvullerg, waar de automatisch gereinigde en inwendig van een schuttend laagje brouwerspek voorziene eikenhouten vaten worden gevuld voor transport en consumptie. De laatste Indruk op den rond gang door 't bedrijf Is wel de beste: 't Kelderke. Nog in den ban van heel die mysterieuze wording, den groei en het rijpen van dien wonder lijk levenden drank, wordt men bin nen geleid, zes, zeven treden onder den grond, In een laag overwelfde ruimte met zware balken en blnteo, met stijlvolle tafels en stoelen en banken laags den wand. Llmburg sche kunstenaar als Joz. Wlelders, de architect, Henri Schoonbrood, de glazenier, Harry Kooien, de schilder, hebben hier een sfeer geschapen, die wel bijzonder geëigend is om den bezoeker In stemming te brengen. Die hem doet beseffen, dat goed drinken een Bchoone kunst is, die met lust en Juister moet worden gediend. En daartoe behoeft men geen zwelgkeel te zijn, die zich de sche bevel, en korte karabijnen kruis ten zich voor de deur. Ella stond recht. Zij wilde niet naar buiten, al had ze 't ook kunnen doen. Hoe moederliefde ook haar hart staalde, dat ging hare krachten te boven, getuige te kunnen zijn van die vreeselijke jacht op dat menschelijk wild, het edelste, het kost baarste van haar op de heele wereld. Opeens roept zo op hartverscheuren- den toon: „laat ons bidden 1 bidden voor..." ze dorst den naam niet uit spreken. En neervallend op de knieëen hief ze den rozenkrans aan; Nand knielde naast haar en de dienstboden baden mede. En daar stonden de Franschen, on bewegelijk als de beelden, voor de deu ren van de groote keuken. Niemand immers mocht in noch uit Maar ook zij schenen wondergetrof- fen door hetgeen om hen geschiedde. Meer dan eens wendde de brigadier het hoofd op. Weende hij Wischte hij niet iets af uit zijn oog Dacht hij aan zijn moeder misschien Buiten was de jacht in vollen gang. Vreeselijk 1 Wie heeft dien grooten jachthond, den lieveling van Theo, losgelaten? Ziet, hoe hij rondloopt, kwispelstaar tend en jankend. De officier volgt hem, verliest hem niet uit het oog, geen oogenblik. Daar staat het schoone dier, op den oever van den kant van berg en bosch. Hij strekt de fijne snuit over het water van het zwanenland en ruikt. „Alzoo toch mompelt de luitenant, en zijn mond vertrekt zich tot een boos- aardigen grijns. Daar gaat Bello te water en recht op het eilandje aan. „Trouw dier, gij gaat uw meester verraden 1" Boven op den molen aan een klein raampje verscheen een afschuwelijk1 kreuken uit den bulk driDkthet schuimend glas heffen en leegen naar oud-vaderlandschen trant eert den man. Als kenner zal hjj het diep aroom omzichtig genieten, toch ook onstuimig ln het verslaan van zoo'n echten bokkenrgdersdorst, die uit den reuk van het Llmburgsche land neerslaat in de keel. Tenslotteeen goed glas bier ls eten en drinken tegelgk Het bevat verschillende voedingsstoffen in een vorm, welke het gemakkelgk op neembaar maakt voor het mensche- lgk organisme. En het is een drank, die gewonnen uit eigen bodem, een dosis levensmoed bevat, welke matig aangewend den geest versterkt en het hart verkwikt. Zoo mag dus de glazenier Henri Schoonbrood In het glas-ln-lood-venster van Brand's „Kelderke" terecht het bier verheer- lgken, waar hg zgn tafereel verdui delijkt met de spreuk: „Kaart, kous en kan, maakt menig arm man. Maar die het recht gebruik van deze drie ooit namen, behoefden nimmer zien voor eenlg mensch te Bchamen". Th. ZAAIZAADONTSMET TING VAN GROOT BELANG Reeds jaren lang houdt onze land bouwwetenschap zich Intensief bezig met de bestudeering van vele, voor de praktijk belangrijke vraagstukken. Vele problemen betreffende bodem bewerking, bemesting, het kweeken van nieuwe rassen, de bestrijding van plantenziekten e.a. zgn reeds tot oplossing gebracht en daardoor is de productie verhoogd, zijn de pro ductiekosten verlaagd, is de boer en tuinder In hun door verschillende omstandigheden zwaren strijd om het bestaan gesteund. Wat nu de bestrijding van planten ziekten betreft, ls er ln den loop der jaren veel verbeterd en veel veran derd. Steeds wordt er door de landbouw- voorlichtingsdienst op de bestrijding van plantenziekten gewezen door het ontsmetten van het zaaizaad, Want wordt zonder meer besmet zaaizaad uitgezaaid, dan klemt het niet of er ontwikkelen zich zwakke, zieke klemplanten, die spoedig af sterven, of er groeien planten op, die aanvankelijk normaal gezond lijken, doch later ziekteverschijnselen vertoonen en geen of geringen oogst opleveren. Sinds jaren wordt ontsmet met Gernalsan, een oud bekend middelen wjj vragen ons af, hoeveel ls hiervan al niet geprofiteerd. Maar waarom dan niet allen In vele streken wordt reeds voor 100 pet. van het zaalzaad ontsmet, en dat zgn meestal de gebieden, waarin men gewoon ls een groote opbrengst te behalen. Op de lichte gronden wordt de ontsmetting nog te veel nagelaten, meestal uit gemakzucht of onge woonte, dan om de kosten. Laat me nu ook ln die streken eens gaan bedenken, dat iedere kilo bespaard zaad een kilo broodgraan meer uit maakt ten dienste van de voedsel voorziening, en dat 5 kg. uitgespaard graan per H.A. de ontsmetting reeds bekostigd. Terwijl meestal gemakke lijk 15 kilo en meer door ontsmet ting uitgespaard kan worden. Directe winst dus op eenvoudige wijze verkregen Wij besluiten dan ook met de opmerking, dit jaar wordt iedere korrel graan ontsmet uitge zaaid. TTZi/ri/iarclt'f Ze/tiiiivtaG&tt&n maken U weldodi^kolnr 8uisje75ct. leelijk gelaat met een soort van Iriumf in de oogen. Dat was zwarte Dries I Hij wreef de handen in elkaar als genoot hij van zijn werk. Dat was een idéé 1 dien hond los te laten. Die gevreesde hond bromde al tijd op me, hij wou me bijten en die femelachtige Theo, maar dat kan niet baten, die een door den ander... Maar wat is dat... Theo weg, ja hij is het - het heele kleine bootje zijn bootje zat nog onder het loof der boomen en heesters over den afgrond heen naar den hoek hij kan toch niet weg, aan het dwarspad staat een wachtpost. Hi, hil wacht maar manneke er door komt gij niet neen dat kan niet - daar vallen twee schoten. Ezels, gij schiet slecht. Theo is in het hout gesprongen, niet getroffen, daar gaat hij. Maar, houdt op, houdt toch op, is die Franschman gek? Zijn soldaten te paard in het water te jagen en nog wel daar in den afgrond, daar verzinkt alles, ook zij zullen verzinken, daar kunnen de paarden niet meer zwemmen iets grijpt ze met de pooten en trekt ze omlaag, wat weet ik niet, de duivel zeggen ze, de waterduivel... Hl! hil maar onder gaan doet er al les, kijk, kijk, de eerste is er al in, wat hij spartelt, wat hij vloekt, jammer dat ik dat niet hooren kan, vloeken kunnen ze, die Franschen, dat moet gezegd zijn, twee, drie, vier, nog een, vijf, zijn ze stapel gek, wie loopt zoo blind in zijn ongeluk, daar moet ge Franschman voor zijn, zes, zeven, nu ook de lui tenant nog, dat ontbrak er nog aan.l neen, hij komt terug hij waagt het niet, - of hij gelijk heeft, ziet een&hoe ze zinken, die zilveren hoeden met hun paardenharen pluimen, neen, neen, neen, redding is hier niet, ,gij moet er aan, het is maar een plaats, Theo kenl ze wel, daar is verleden jaar nog Witte Diik ondergegaan, en wij konden hem met helpen, voor onze oogen zonk hij DE VERGIFTIGDE VLA TE EINDHOVEN. Het gerechtshof te 's-Hertogen- bosch behandelde ln hooger beroep de bekende straf zaak wegens poging tot vergiftiging tegen Ja. Ca. F. te Eindhoven. Zg was door de Bossche rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar. Zooals men ztch herin neren zal, had zg ln een potje met jam een hoeveelheid Rodent, een stof door welker gebruik fosforvarglftl- ging ontstaat, gemengd en dit naar een bakker gebracht met het ver zoek, het voor haar te verwerken ln een vla, die daarna bezorgd moest aan pension Toonders—Donkers. Hier hield n.l. 'de zuster van verdachte verblgf, die wegens oneenigheid over de keuze van haar verloofde thuis weggeloopen was. Verdachte be weerde, dat zg gehoopt had, door haar daad te bewerken, dat haar zuster ziek werd. Zij zou dan thuis komen en, aldaar verpleegd, zou zij wel tot andere ge dachten te brengen zgn. Verschillen de personen hadden een kleine hoe veelheid van de vla génuttlgd, docb de smaak was verdacht, zoodat zij er terstond mee ophielden; boven dien was de hoeveelheid vergif te gering, om bg het verdoelen over ver schillende personen vergiftigings verschijnselen van doodelfiken aard te verwekkeD. Bfj de personen, die zich te goed gedaan hadden aan het onsmakelijke gebak, had zich Blechts onpasselijk heid voorgedaan. Verdachte beweerde ook, dat zg heelemaal niet de bedoeling had ge had, andere personen dan haar zus ter te vergiftigen, hoewel zij toch wel op haar tien vingers had kun nen uitrekenen, dat er meerderen van de vla zouden eten. H9t psychiatrisch rapport dat over verdachte was uit gebracht opende echter inderdaad de mogelijkheid voor de juistheid van die verklaring. Zoowel verdachte als de officier van Justitie hadden hooger beroep aangeteekend. Het meisje perslteerde bjj haar verklaringen, zooals ze die voor de rechtbank heeft afgelegd. De advocaat-generaal, mr. van Ar- kel, elschte tegen verdachte een ge vangenisstraf van een jaar en zes maanden met aftrek van voorarrest. Geteisterd Rotterdam. Rotterdam, dat ln de oorlogsdagen het zwaarst getroffen werd van alle ln het oorlogsgebied liggende steden van ons land, heeft sindsdien ook minder dan andere plaatsen gelegen heid gekregen om weer wat op ver haal te komen. Met groote of klei nere tusschenpoozen druppelen of regenen er bommen, nu hier, dan daar, op de moedige havenstad, waar toch alle krachten worden Ingespan nen om tot een zoo snel mogelijken wederopbouw te geraken. Dezer dagen heeft het A.N.P. nu een bijzonder zwaren aanval moeten melden, welke tientallen slachtoffers onder de reeds zoo zwaar beproefde en energieke burgerbevolking heeft gemaakt. Het moge doorgaans „onvermijde lijk heeten, dat bj de burgerbevol king het hart te verantwoorden krijgt oorlogshandelingen, waarbij dit on vermijdelijke nevengevolg door de wijze van optreden van den aanvaller niet zooveel mogelijk wordt beperkt, maar zelfs lichtvaardig wordt ver groot, kunnen slechts verontwaardi ging wekken b j allen, die ook ln den oorlog het gevoel bezitten voor mo raliteit en menschelgkheld willen hoog houden. Naar het A N.P. berichtte, was dit bj den jongsten Engelschen aanval te Rotterdam het geval. Deze aan val zou n.l. van de stratosfeer uit naar omlaag, alsof hem Iemand met de beenen trok, nog hoor ik hem om hulp roepen en kermen, brrr... nog zie ik zijn oogen draaien en toen plomp, het water gorgelde als in een trechter, eenige kringetjes en alles was uit, aar dig dat water... Maar kijk die luite nant eens, hij kent zijn taak, die kerel. Neen, Theoken, gij komt er toch niet door, onmogelijk, waar schiet die lui tenant nu op aan, wat doen zij aan dien kant. Hendrik... (spottend) brave Hendrik, ik wou dat de Franschen u ook kregen, dan was alles op eens wel. Zwarte Dries keek naar buiten, alsof zijn oogen uit het hoofd moesten. Zijn leelijk hoofd stak heel buiten de ope ning, zijn mond stond open, zijn adem oeg koortsachtig, zijn geheel lijf scheen in spanning te verkeeren. Daar klinkt een kreet als een triomf kreet tot Zwarten Dries omhoog. Zij hebben hem zeker, mompelde hij, zich in de handen wrijvende. Hij had gelijk. Zij hadden hem. Theo was gevangen. En op hetzelfde oogenblik bijna schal de er uit de huizing van den molen een kreet zoo snijdend, zoo smartvol, dat hij door elk hart heen moest snij den. Maar zwarte Dries had geen hart, XVI. DE GEVANGENE. Het was zoo. Theo was gevangen. Bello, de trouwe Bello, Theo's lieve ling, kon niet genoeg tegen zijn jeug digen meester opspringen. Hij likte hem de handen, tot zijn gelaat toe. En hij had hem eigenlijk verraden. Theo glimlachte zoo droevig en ween de tegelijkertijd, tegen wil en dank. ln het gezicht der Franschen had bij jeen spier vertrokken, ook toen men lem knevelde met touwen, en al deed ondernomen zijn, terwijl „de bewe ring als zou men Instrumenten be zitten, om vanuit genoemde enorme hoogte toch nog ztfn doel te kunnen vinden, door deskundige militaire kringen zonder meer belachelijk wordt genoemd». Wg zgn geen mili taire deskundigen en weten ook niet of de militaire deskundigen het allen op dit punt eens zfln, maar zg, die beweren, dat zulke Instrumenten wèl bestaan, hebben daarvan bg den aanval op Rotterdam met zoo-nood lottige gevolgen voor de burgerbe volking allerminst het bewijs gele verd. De bevolking van de geteisterde havenstad heeft het recht, dat met den scherpsten nadruk vast te stel len. Doodelijk ongeluk bij het dorschen. Te NIeuw-Scheemda vond bij het dorschen op de boerderij van den heer N. Chr. Ranken een ernstig on geluk plaats. Bij zgn werk aan de dorschmachlne, geraakte de 29-jarige gehuwde arbeider R. Wlsslng uit Westerlee tusschen de riemen van de machine en werd eenige malen mee rondgesleurd, vóór men de ma chine kon stoppen. Ernstig gewond werd hg naar het Academisch zie kenhuis te Groningen vervoerd, waar hij Is overleden. VERZAMELT ONKRUIDZADEN Het federatief Comité voor Vogel bescherming in Nederland (COVAVO) verzoekt opname van het volgende Wjj zullen in den a s. winter niet over de gewone zaden voor vogel- voederlng kunnen beschikken. Daar om ls het raadzaam, onkruidzaden te verzamelen, welke door vink- achtlge en sommige andere vogels met graagte worden gegeten. In aanmerking komen o.a. zaden van DISTELS (wanneer de bloem hoofd jes pluizig worden); BRANDNETELS (wanneer de zaadtoppen bruin worden); WEEGBREE (de aren te plukken) GRASSEN (voor zoover nog aan wezig) MELDE SOORTEN (Atriplex), overal op bouw- en tuingrond en braakliggend terrein te vinden; GANZEVOET-SOORTEN (Cheno- podlum), als voren. Tot dit geslacht behooren o.a. ook bieten, spinazie en het loogkruid. BEUKENOTEN zjjn eind Septem ber rgp. Goed droog bewaren, daar ze anders schimmelen, EIKELS kunnen we bewaren voor de eenden. LIJSTERBESSEN (Augustus) en VLIERBESSEN (Sept.-Oct.) bewa ren we ln trossen op een koele plaats, liefst ln een kelder. Spreeu wen en lijsters, die ze nu niet noodlg hebben, zullen ons er straks dank baar voor zgn. De bessen van meidoorn, hulst, duindoorn, Geldersche roos enz. laten we waar ze groeien, evenals de zaden van berken, elzen en dennen. Wie ZONNEBLOEMEN in zijn tuin heeft, verzamelt natuurlijk zorgvul dig het waardevolle zaad. En indien PINDA'S nog te krijgen zijn, zal men goed doen een weinig te reserveeren voor de meezen, boomklevera en bonte spechten. Ten slotte nog deze raad: Wees zuinig met Uw voorraad en voeder niet wanneer dit niet bepaald noodlg is. Dus alleen bij vorst, sneeuw, jjzel of aanhoudenden regen. Ook de laatste is een ernstige handicap voor de kleine vogels. VENRAY, 13 Sept. 1941 Politierechtbank Roermond. N. G. 42 jaar Rotterdam, thans gedetineerd, verdacht van diefstal hem zijn hand erg pijn, want een schot dat men nauwelijks gehoord had in het bosch, had even zijn linkerhand ge raakt. Zij bloedde. Dat had de officier gedaan. Woedend om het verlies van zijn soldaten, die in den „afgrond" verdronken waren, schoot hij zoo maar het woud in, in de rich ting van den vluchteling, dezen achter en. En hij had hem rakelings getroffen. Maar toen Bello hem liefkoosde, toen had hij geweend. Dacht hij aan huis Dacht hij aan zijn armen vader? In de keuken was vrouw Ella neer gezonken. Zij was het, welke dien gil uitgestoo- ten had, toen het triomfgejuich der Franschen haar deden begrijpen dat Theo gevangen was. De soldaten die in de keuken op wacht hadden gestaan, traden buiten de deur en zagen naar den boschweg Van daar moesten ze komen. Van daar kwamen ze, een droevige stoet. B In het midden der soldaten ging Theo, met de handen gebonden en de uiteinden der koorden door twee dra gonders vastgebonden, terwijl de ande ren de wapenen in de vuist hadden. Die arme Theo, wat een gevaarlijke vijand was hij toch geworden, de edele jongen, hij kon niet goed genoeg be waakt worden. Hij zag er ontdaan uit, maar hoe fier en onbuigzaam droeg hij hoofd, hoe flikkerden zijn oogen, hoe onbevreesd zag hij rond naar alle zijden. De dienstboden echter, hoe nieuws gierig ook om de uitkomst te zien, stonden om haar meesteres, die lang zaam bijgekomen was en met half ver stomde blikken om zich heen zag. Zij wist niet goed meer wat er ge beurd was. (Wordt vervolgd)

Peel en Maas | 1941 | | pagina 5