twttdt. bt.ad van peel en maas
Bier ademt den geur
van het land
Overspannen?
Gemengde Berichten
Provinciaal Nieuws.
Zaterdag 13 September 1941
Twee en Zestigste Jaargang No 37
Waar de geest van Uilenspiegel
wordt gebrouwen
Uilenspiegel en Nele heffen hun
klinkaards vol schuimend goud bier.
Speellieden staan terzijde. Zg laten
Bchalmeien en pijpen schallen, vedelen
en slaan roffels op hun tamboergnen.
Een oubollig tafereel, een der
tableaux, welke de kunstschilder
Harry Kooien hoeft aangebracht aan
de muren van den oatvang-keiaer
van Brand's Bierbrouwerij te Wylre,
stil mediteerend dor**%™efng2J!!;
van hooi en mest, ergens in een
plooi van Zuid Limburgs heuvelland.
Daar waren heengetogen, met
voorbijgaan van vele roemruchte
merken, die het vaderlandseh café
bedrijf wijd en zijd beheerschen, om
het bier te zien winnen en te proe
ven in die omgeving, waar het méér
dan elders als uit. de natuur zelve
vloeit, met de kleur van het land
schap en den geest van het volk.
Want het bier heeft, de oudste en
hoogste rechten In de Zuidelijke ge
westen der Nederlanden, waar het,
glanzend en schulüaend, past bij den
volksaard, die uitbundiger Is en
vlotter dan die van het Noorden, dat
zich vertrouwder bij jenever voelt.
De vaderlaDdsche bodem levert
gerst voor het bier, tarwe voor
jenever. Groote brouwers- en sJokers-
bedrgven bedienen het heele land. Zij
genieten een uitstekende reputatie
tot ver over onze grenzen. Maar
daarnaast hebben de kleinere onder
nemingen het specifiek eigene van
haar gewest, dat ademt In het aroom
en zich laat proeven la den smaak
van het prodruct. Wij prefereeren In
het Priesche land de oude jenever
van Bokma en zien in de klaarte
van den drank het blinken der hori
zonten, terwijl iets van de weelde
der landouwen drgft op het roer-
Iooze vocht, naar binnen gekeerd
als de menschen, die 't drinkeD, be-
zonken als het water in slooten en
tochten, dat onbewogen den hemel
weerkaatst. Maar in Limburg vragen
wg bier van Brand, dat ons wordt
voorgezet met een schuimkop als
slagroom, levensdrang die naar de
oppervlakte stuwt. Bier zoo goud en
blommig als de glooiende velden der
heuvelingen rondom, zoo sprankelend
als de beekjes die zich reppen door
de dalen. En aJa de menschen, die
het gretig gebruiken, het hart op de
tong, vederlicht en blgmoedig van
y" Uilenspiegel in zij a wambuis en
hooze is wèl thuis daar, te Wylre,
in dien wonderlijken kelder van Brand.
Gaf h9l bier hem niet den moed voor
zijn stoute stukjes Dronk hij niet
den Antwerpschen dobbelen knol om
zijn vorstelgken eetlust te scherpen,
begoot hij niet onbeschroomd zgn
hespen en worsten en ortolanen met
Brugsche dobbele kuite En werden
niet zijn zoete minnarijen bespoeld
met onvervaïschten peeterman Het
ls de volksche drank der Nederlan
den In hun beste dagen, zooals die
van ouds uit kroezen en kruiken
rijkelijk heengevloeld, een drank der
gemeenschap meer dan jenevor, die
ook heimelijk gestookt en genoten
kan worden. Kijk rondom naar de
wandschilderingen het carnaval van
Maastricht, de Hmburgsche kermis
sen, het is alles een schatering van
leven uitbundig en frank. Het is
Breughel, en het is Breero. Men danst
en zingt, men eet en vrijt en de
kostelijke dorst wordt met bier ver
slagen, een kloeken, onvervaarden
dronk.
Het bier moge dus een Germaan-
sche en een bij uitstek Nederlaud-
sche drank zgn, het procédé zelf is
zoo oud als de wereld. Reed3 bij de
Egyptenaren bereidde de vrouw des
FEUILLETON.
Misdaad en reslil
rond de Plasmolen.
is
Wanneer ze dan het bed weer op
zocht, dan meende ze, dat Nand gesla
pen had en nog sliep, maar Nand sliep
niet, sloot geen oog en dacht ook aan
Theo, Theo, zijn eenig kind.
Ook Nand bad voor Theo.
Maar hadden beiden 's avonds de
zwarte gehalte gezien, die onder de
vensters van de groene kamer stond
die in het duister grinnikte als een
duivel en zich bijzonder scheen te ver
kneukelen en breed lachte en fluister
de: wacht maar, Theoken, wacht maar,
mijn lief zwaantje, wacht maar, men
zat u wel de slagveeren uitplukken, wel
kortwieken, wacht maar, manneke!
Daar zijn menschen, die genieten
van andermans leed, dat zijn de mons
ters der schepping. Zulk een mensch,
zulk een monster was zwarte Dries.
En zwarte Dries was het, die stond
onder de vensters van de groene kamer.
Laat in den nacht zag men hem niet
meer, zijn bed was leeg. Hij sliep altoos
in den molen.
Waar was hij geweest, waar was hij,
hun zwarte Dries
Tegen den morgen kwam hij terug
van den kant van het dorp, hij was
een voetpad langs gegaan, dat uit het
veld kwam in het bosch uitkwam, be
neden het molentje der Eldensen, en
was langs een achterdeurtje van den
mo'.en binnengeslopen.
De nacht was len einde, en het veder
vee begroette met groot rumoer den
dageraad die even den gezichteinder
huizes een drank uit gekiemde gerst
en kruiden. De geklemde gerst werd
tusschen steenen fijn gewreven, met
water tot dunne brg vermengd en
aldus ln kruiken bewaard. Door de
aanwezige glstcollen ontstond in die
kruiken een natuurlijke gisting,
welke al naar de soort van gist, die
daarbg da overhand kreeg, een bier
opleverde, dat min of meer aan de
gestelde verwachtingen voldeed.
Want bier is ln hoofdzaak een pro
duct van brouwersgerat, welke men
langs vernuftigen weg weet om te
zetten in genietbare vloeistof. Dat
onze moderne chemici die kunst
verstaan, behoeft geen verbazing te
wekken, maar dat de oude brouw
meesters het wisten, ls een dier
wonderen der Gothische oudheid,
waarvan evenzeer de kathedralen
getuigen. De mlddeleeuwsche brou
wersgilden bewaarden het procédé
dan ook als een kostbaar geheim,
dat buiten hen slechts in enkele
kloosters bekend was. Daar zij ech
ter de chemische theorie niet be-
heerschten, bleef het goed geluk een
belangrijke factor bij de nog prlml
tleve middeleeuwsche bereiding
vandaar dat er geen bedrijf is, dat
zooveel bijgeloof kende en waaraan
zoo'n groot aantal legenden verbon.
den werd, als juist de bierbrouwerij.
Want al is er geen drank zoo stoer
en gul In de glazen, tijdens de be
reiding is het bier een juffershondje)
een kruldje-roer-me-nlet, grillig en
vatbaar voor duizend invloeden van
binnen en bulten uit. Het vraagt de
uiterste waakzaamheid van bekwame
chemici, de meest zorgvuldige be
handeling om het eindproduct aan
de gestelde verwachtingen te doen
beantwoorden. De moderne brouwerij-
wetenschap bouwt daarbij voort op
de resultaten van systematische
studie der blo-chemische processen,
welke bij de bereiding van het bier
een groote rol spelen.
Het Nederlandsche bier kan bogen
op een glorieuze geschiedenis van
eeuwen. De meeste brouwerijen heb.
ben een lange traditie en zoo ver
heft ook het moderne bedrijf te
Wylre zich op dezelfde plaats als
waar reeds ln 1795 het oude, donkere
Llmburgsche bier werd gemaakt.
Dat schept een bijzondere sfeer, die
bg den rondgaog door het bedrijf
de romantiek en geheimzinnigheid
van het productieproces volkomen
bewaart binnen alle hygiënische
nieuwe zakelijkheid van het huidige
fabriekscomplex. Met als hoogte
punten den aanblik der groote
koperen brouwersketels, die blinken
als zonnen en een verblijf in den
glstkelder, waar de adem sneller
gaat door den koolzuurdamp en men
het gistende bier ln da kuipen ziet,
licht borrelend en als met stijf taart-
schuim bedekt.
Een lange weg ligt tusschen de
kleine voedzame gerstekorrels, die
hard en droog door de vingers gigden
en h9t levende, koele nat, zooals het
gretig klokt ln een dorstige keel.
De gerstekorrel bestaat uit zetmeel,
dat onoplosbaar ls In water. Wan
neer men echter de korrels Iaat
kiemen op koele, vochtige vloeren,
ontwikkelt zich op de plaats, waar
het kiempje uit den korrel schiet,
een eiwitachtige stof, „enzym" ge
naamd, welke de kracht bezit om
het onoplosbare zetmeel om te zet
ten in oplosbare moutsuiker en
dextrine. Het kiemen van de gerBt
geschiedt in de mouterij, wanneer de
kiemplantjes een bepaalde lengte
hebben gekregen, laat men de korrels
drogen „eesten" luidt de vakterm
zoodat de klem afvalt. De mout
is dan gereed voor de brouwerij.
Het drogen geschiedt op heetelucht-
roosters hoe langer dit proces duurt,
hoe donkerder de korrel wordt en
hoe donkerder ook hat bier, dat men
verkrijgen wil.
Ia de brouwerij wordt de mout
zorgvuldig gereinigd, vervolgens ge
malen en met water vermengd voor
het „maischen", de omzetting van
den geheelen zetmeelvoorraad door
tintte met vergulden witten glans.
Het lied der nachtegalen was uit.
Op den molen was alles in de weer.
Baas en bazin en de boden aan het
werk. Hij was een geregeld huisvader,
kende zijn taak en verrichtte ze zonder
veel gedruisch.
Vrouw Ella ging bedrijvig rond en
niets verried den vreeselijken angst
die haar folterde. Zij wist het eigenlijk
zelf niet waarom.
Hare oogen zagen zoo vermoeid.
Arme moeder!
Daarop naderden hoefslagen den mo
len, zij kwamen van de zijde van het
dorp en dreunden van den gelen weg
uit. Zij bleef stokstijf staan. Alle bloed
verdween uit haar gelaat. De handen
beelden. Zij zetle de schotel, die zij
droeg, op tafel en moest zich vasthou
den Knechten eii meiden zagen allen
naar buiten.
Dat was het heele detachement dra-
gronders, en te paard, wat die kwamen
doen? De vier ingekwartierden traden
hun tegemoet.
„Gij gaat niet mee," beval de officier,
,het bosch om den vijver wordt afge
zet 1 Niemand verlaat het huis, die het
toch doet, wordt onbarmhartig neer
geschoten. Opgepast dus 1"
Nand stond bij zijn vrouw en hield
ze staande. Zonder hem ware zij neer
gezonken, zij zag niet meer, alles ging
raar dooreen, wolken zweefden voor
hare blikken, zij was aan den grond
genageld.
„Gereed? gij blijft hier, gij kent
dat volk," sprak hij verachtelijk, „voor
uit nu, het is tijd, anders is de vogel
nog gevlogen."
Meteen waren ze weg en het zand
sloeg op van de hoeven der paarden,
die voor de helft langs den gelen weg
links, voor de helft rechts uitsloegen,
en weldra zaagt ge links en rechts de
helmen of kolbaks met de wapperende
paardenstaarten opduiken uit het groen.
Nand wilde naar het raam.
„Hier blijven, hierl" luidde het nor
den bg het kiemen ontwikkelden
enzym ln opgeloste, vloeibare mout
suiker en dextrine. Dit proces vol
trekt zich in de malschketels bg
langzaam opgevoerde verwarming.
De moutpap passeert dan de filter
pers, waar het draf „borstel"
genaamd achterblijft, als kracht
voeder voor het vee zeer gezocht,
terwijl een heldere vloeistof, de
„wort", naar de brouwketels stroomt
om daar met hop gedurende ander
half tot twee uur te worden opge
kookt. Zoowei de samenstelling van
het water als de soort van de hop
bepalen kwaliteit en aroom van het
wordende bier.
Hop ls de onrijpe katjes van de
hopplant, die ln Zuld-Duitschland,
Bohemen, Engeland en ook in het
Zuiden van ons land aan staken
wordt gekweekt. De katjes worden
ln Augustus geoogst en in droog
schuren opgeslagen. De gedroogde
hopbloesem wordt met het gerstenat
meegekookt sn staat daarbij aroma
tische stoffen af, die het bier den
karakteristieken, pittig-bitteren
smaak verleenen. Door het koken
bereikt men tevens een algeheele
sterilisatie van het wort. Want zoo
als boven reeds vermeld, ls bier een
zeer gevoelig product, dat de groot
ste reinheid eischt bg de behandeling
om infectie en daermee oDgewensch-
te bijsmaakjes te voorkomen.
Dit blijkt opnieuw bij de volgende
phase der bereidinghet afkoelen
van het kokend-heete wort, hoog in
de brouwerij, waar zich het kool
schip bevindt, een reusachtige platte
kooperen bak van bijna honderd
vlerkante meter oppervlakte. Hier
wordt lucht over het gerstenat ge
blazen, maar deze lucht, hoe frisch
zij in den bulten ook mag schijnen,
ls tevoren door reusachtige filters
van stofdeeltjes en kiemen gezuiverd.
Ook alle apparaten, die verder ge
bruikt worden, zijn met ontsmet
tingsmiddelen behandeld. Heeft het
wort in het koolschip de voor gistiDg
noodzakelijke hoeveelheid zuurstof
geabsorbeerd, dan passeert het nog
verdere koelinstallaties om tenslotte
de geëmailleerde glstkuipen te be
reiken in den grooten glstkelder. Al
naar het gewenschte biertype wordt
in de glstkuipen een bepaald kwan
tum en soort gist toegevoegd, welke
In het wort een zoo ideale voedings
oplossing vindt, dat zij zich snel
vermeerdert en de tijdens het brouw-
proces gevormde moutextract tot
alcohol en koolzuur vergist. Dit
proces duurt gewoonlijk acht tot
tien dagen. Het wort is daarmee
bier geworden.
Op de hoofdingang volgt de na-
gisting in den lagerkelder, waar het
bier ln geëmailleerde stalen legtanks
gedurende tien tot twaalf weken
blijft bewaard. De legtanks staan ln
dubbele rijen boven elkander opge
steld. Tezamen kunnen zij honderd
duizenden liters gerstenat bevatten.
Is het bier voldoende gerijpt, dan
stroomt het naar de vatenvullerg,
waar de automatisch gereinigde en
inwendig van een schuttend laagje
brouwerspek voorziene eikenhouten
vaten worden gevuld voor transport
en consumptie.
De laatste Indruk op den rond
gang door 't bedrijf Is wel de beste:
't Kelderke. Nog in den ban van
heel die mysterieuze wording, den
groei en het rijpen van dien wonder
lijk levenden drank, wordt men bin
nen geleid, zes, zeven treden onder
den grond, In een laag overwelfde
ruimte met zware balken en blnteo,
met stijlvolle tafels en stoelen en
banken laags den wand. Llmburg
sche kunstenaar als Joz. Wlelders,
de architect, Henri Schoonbrood, de
glazenier, Harry Kooien, de schilder,
hebben hier een sfeer geschapen, die
wel bijzonder geëigend is om den
bezoeker In stemming te brengen.
Die hem doet beseffen, dat goed
drinken een Bchoone kunst is, die
met lust en Juister moet worden
gediend. En daartoe behoeft men
geen zwelgkeel te zijn, die zich de
sche bevel, en korte karabijnen kruis
ten zich voor de deur.
Ella stond recht.
Zij wilde niet naar buiten, al had ze
't ook kunnen doen. Hoe moederliefde
ook haar hart staalde, dat ging hare
krachten te boven, getuige te kunnen
zijn van die vreeselijke jacht op dat
menschelijk wild, het edelste, het kost
baarste van haar op de heele wereld.
Opeens roept zo op hartverscheuren-
den toon: „laat ons bidden 1 bidden
voor..." ze dorst den naam niet uit
spreken.
En neervallend op de knieëen hief ze
den rozenkrans aan; Nand knielde
naast haar en de dienstboden baden
mede.
En daar stonden de Franschen, on
bewegelijk als de beelden, voor de deu
ren van de groote keuken.
Niemand immers mocht in noch uit
Maar ook zij schenen wondergetrof-
fen door hetgeen om hen geschiedde.
Meer dan eens wendde de brigadier
het hoofd op.
Weende hij
Wischte hij niet iets af uit zijn oog
Dacht hij aan zijn moeder misschien
Buiten was de jacht in vollen gang.
Vreeselijk 1
Wie heeft dien grooten jachthond,
den lieveling van Theo, losgelaten?
Ziet, hoe hij rondloopt, kwispelstaar
tend en jankend.
De officier volgt hem, verliest hem
niet uit het oog, geen oogenblik.
Daar staat het schoone dier, op den
oever van den kant van berg en bosch.
Hij strekt de fijne snuit over het
water van het zwanenland en ruikt.
„Alzoo toch mompelt de luitenant,
en zijn mond vertrekt zich tot een boos-
aardigen grijns.
Daar gaat Bello te water en recht op
het eilandje aan.
„Trouw dier, gij gaat uw meester
verraden 1"
Boven op den molen aan een klein
raampje verscheen een afschuwelijk1
kreuken uit den bulk driDkthet
schuimend glas heffen en leegen
naar oud-vaderlandschen trant eert
den man. Als kenner zal hjj het
diep aroom omzichtig genieten, toch
ook onstuimig ln het verslaan van
zoo'n echten bokkenrgdersdorst, die
uit den reuk van het Llmburgsche
land neerslaat in de keel.
Tenslotteeen goed glas bier ls
eten en drinken tegelgk Het bevat
verschillende voedingsstoffen in een
vorm, welke het gemakkelgk op
neembaar maakt voor het mensche-
lgk organisme. En het is een drank,
die gewonnen uit eigen bodem, een
dosis levensmoed bevat, welke matig
aangewend den geest versterkt en
het hart verkwikt. Zoo mag dus de
glazenier Henri Schoonbrood In het
glas-ln-lood-venster van Brand's
„Kelderke" terecht het bier verheer-
lgken, waar hg zgn tafereel verdui
delijkt met de spreuk:
„Kaart, kous en kan,
maakt menig arm man.
Maar die het recht gebruik
van deze drie ooit namen,
behoefden nimmer zien
voor eenlg mensch te Bchamen".
Th.
ZAAIZAADONTSMET
TING VAN GROOT
BELANG
Reeds jaren lang houdt onze land
bouwwetenschap zich Intensief bezig
met de bestudeering van vele, voor
de praktijk belangrijke vraagstukken.
Vele problemen betreffende bodem
bewerking, bemesting, het kweeken
van nieuwe rassen, de bestrijding
van plantenziekten e.a. zgn reeds tot
oplossing gebracht en daardoor is
de productie verhoogd, zijn de pro
ductiekosten verlaagd, is de boer en
tuinder In hun door verschillende
omstandigheden zwaren strijd om
het bestaan gesteund.
Wat nu de bestrijding van planten
ziekten betreft, ls er ln den loop der
jaren veel verbeterd en veel veran
derd.
Steeds wordt er door de landbouw-
voorlichtingsdienst op de bestrijding
van plantenziekten gewezen door
het ontsmetten van het zaaizaad,
Want wordt zonder meer besmet
zaaizaad uitgezaaid, dan klemt het
niet of er ontwikkelen zich zwakke,
zieke klemplanten, die spoedig af
sterven, of er groeien planten op,
die aanvankelijk normaal gezond
lijken, doch later ziekteverschijnselen
vertoonen en geen of geringen oogst
opleveren.
Sinds jaren wordt ontsmet met
Gernalsan, een oud bekend middelen
wjj vragen ons af, hoeveel ls hiervan
al niet geprofiteerd. Maar waarom
dan niet allen In vele streken
wordt reeds voor 100 pet. van het
zaalzaad ontsmet, en dat zgn meestal
de gebieden, waarin men gewoon ls
een groote opbrengst te behalen.
Op de lichte gronden wordt de
ontsmetting nog te veel nagelaten,
meestal uit gemakzucht of onge
woonte, dan om de kosten. Laat me
nu ook ln die streken eens gaan
bedenken, dat iedere kilo bespaard
zaad een kilo broodgraan meer uit
maakt ten dienste van de voedsel
voorziening, en dat 5 kg. uitgespaard
graan per H.A. de ontsmetting reeds
bekostigd. Terwijl meestal gemakke
lijk 15 kilo en meer door ontsmet
ting uitgespaard kan worden.
Directe winst dus op eenvoudige
wijze verkregen Wij besluiten dan
ook met de opmerking, dit jaar wordt
iedere korrel graan ontsmet uitge
zaaid.
TTZi/ri/iarclt'f
Ze/tiiiivtaG&tt&n
maken U weldodi^kolnr 8uisje75ct.
leelijk gelaat met een soort van Iriumf
in de oogen.
Dat was zwarte Dries I
Hij wreef de handen in elkaar als
genoot hij van zijn werk.
Dat was een idéé 1 dien hond los te
laten. Die gevreesde hond bromde al
tijd op me, hij wou me bijten en die
femelachtige Theo, maar dat kan niet
baten, die een door den ander... Maar
wat is dat...
Theo weg, ja hij is het - het heele
kleine bootje zijn bootje zat nog
onder het loof der boomen en heesters
over den afgrond heen naar den
hoek hij kan toch niet weg, aan het
dwarspad staat een wachtpost.
Hi, hil wacht maar manneke er
door komt gij niet neen dat kan
niet - daar vallen twee schoten. Ezels,
gij schiet slecht. Theo is in het hout
gesprongen, niet getroffen, daar gaat
hij. Maar, houdt op, houdt toch op, is
die Franschman gek? Zijn soldaten te
paard in het water te jagen en nog
wel daar in den afgrond, daar verzinkt
alles, ook zij zullen verzinken, daar
kunnen de paarden niet meer zwemmen
iets grijpt ze met de pooten en trekt
ze omlaag, wat weet ik niet, de duivel
zeggen ze, de waterduivel...
Hl! hil maar onder gaan doet er al
les, kijk, kijk, de eerste is er al in, wat
hij spartelt, wat hij vloekt, jammer dat
ik dat niet hooren kan, vloeken kunnen
ze, die Franschen, dat moet gezegd
zijn, twee, drie, vier, nog een, vijf, zijn
ze stapel gek, wie loopt zoo blind in
zijn ongeluk, daar moet ge Franschman
voor zijn, zes, zeven, nu ook de lui
tenant nog, dat ontbrak er nog aan.l
neen, hij komt terug hij waagt het
niet, - of hij gelijk heeft, ziet een&hoe
ze zinken, die zilveren hoeden met hun
paardenharen pluimen, neen, neen,
neen, redding is hier niet, ,gij moet er
aan, het is maar een plaats, Theo kenl
ze wel, daar is verleden jaar nog Witte
Diik ondergegaan, en wij konden hem
met helpen, voor onze oogen zonk hij
DE VERGIFTIGDE VLA
TE EINDHOVEN.
Het gerechtshof te 's-Hertogen-
bosch behandelde ln hooger beroep
de bekende straf zaak wegens poging
tot vergiftiging tegen Ja. Ca. F. te
Eindhoven.
Zg was door de Bossche rechtbank
veroordeeld tot een gevangenisstraf
van een jaar. Zooals men ztch herin
neren zal, had zg ln een potje met
jam een hoeveelheid Rodent, een stof
door welker gebruik fosforvarglftl-
ging ontstaat, gemengd en dit naar
een bakker gebracht met het ver
zoek, het voor haar te verwerken ln
een vla, die daarna bezorgd moest
aan pension Toonders—Donkers. Hier
hield n.l. 'de zuster van verdachte
verblgf, die wegens oneenigheid over
de keuze van haar verloofde thuis
weggeloopen was. Verdachte be
weerde, dat zg gehoopt had, door
haar daad te bewerken, dat haar
zuster ziek werd.
Zij zou dan thuis komen en, aldaar
verpleegd, zou zij wel tot andere ge
dachten te brengen zgn. Verschillen
de personen hadden een kleine hoe
veelheid van de vla génuttlgd, docb
de smaak was verdacht, zoodat zij
er terstond mee ophielden; boven
dien was de hoeveelheid vergif te
gering, om bg het verdoelen over ver
schillende personen vergiftigings
verschijnselen van doodelfiken aard
te verwekkeD.
Bfj de personen, die zich te goed
gedaan hadden aan het onsmakelijke
gebak, had zich Blechts onpasselijk
heid voorgedaan.
Verdachte beweerde ook, dat zg
heelemaal niet de bedoeling had ge
had, andere personen dan haar zus
ter te vergiftigen, hoewel zij toch
wel op haar tien vingers had kun
nen uitrekenen, dat er meerderen van
de vla zouden eten. H9t psychiatrisch
rapport dat over verdachte was uit
gebracht opende echter inderdaad
de mogelijkheid voor de juistheid van
die verklaring.
Zoowel verdachte als de officier
van Justitie hadden hooger beroep
aangeteekend. Het meisje perslteerde
bjj haar verklaringen, zooals ze die
voor de rechtbank heeft afgelegd.
De advocaat-generaal, mr. van Ar-
kel, elschte tegen verdachte een ge
vangenisstraf van een jaar en zes
maanden met aftrek van voorarrest.
Geteisterd Rotterdam.
Rotterdam, dat ln de oorlogsdagen
het zwaarst getroffen werd van alle
ln het oorlogsgebied liggende steden
van ons land, heeft sindsdien ook
minder dan andere plaatsen gelegen
heid gekregen om weer wat op ver
haal te komen. Met groote of klei
nere tusschenpoozen druppelen of
regenen er bommen, nu hier, dan
daar, op de moedige havenstad, waar
toch alle krachten worden Ingespan
nen om tot een zoo snel mogelijken
wederopbouw te geraken.
Dezer dagen heeft het A.N.P. nu
een bijzonder zwaren aanval moeten
melden, welke tientallen slachtoffers
onder de reeds zoo zwaar beproefde
en energieke burgerbevolking heeft
gemaakt.
Het moge doorgaans „onvermijde
lijk heeten, dat bj de burgerbevol
king het hart te verantwoorden krijgt
oorlogshandelingen, waarbij dit on
vermijdelijke nevengevolg door de
wijze van optreden van den aanvaller
niet zooveel mogelijk wordt beperkt,
maar zelfs lichtvaardig wordt ver
groot, kunnen slechts verontwaardi
ging wekken b j allen, die ook ln den
oorlog het gevoel bezitten voor mo
raliteit en menschelgkheld willen
hoog houden.
Naar het A N.P. berichtte, was dit
bj den jongsten Engelschen aanval
te Rotterdam het geval. Deze aan
val zou n.l. van de stratosfeer uit
naar omlaag, alsof hem Iemand met de
beenen trok, nog hoor ik hem om hulp
roepen en kermen, brrr... nog zie ik
zijn oogen draaien en toen plomp, het
water gorgelde als in een trechter,
eenige kringetjes en alles was uit, aar
dig dat water... Maar kijk die luite
nant eens, hij kent zijn taak, die kerel.
Neen, Theoken, gij komt er toch niet
door, onmogelijk, waar schiet die lui
tenant nu op aan, wat doen zij aan
dien kant. Hendrik... (spottend) brave
Hendrik, ik wou dat de Franschen u
ook kregen, dan was alles op eens wel.
Zwarte Dries keek naar buiten, alsof
zijn oogen uit het hoofd moesten. Zijn
leelijk hoofd stak heel buiten de ope
ning, zijn mond stond open, zijn adem
oeg koortsachtig, zijn geheel lijf scheen
in spanning te verkeeren.
Daar klinkt een kreet als een triomf
kreet tot Zwarten Dries omhoog. Zij
hebben hem zeker, mompelde hij, zich
in de handen wrijvende.
Hij had gelijk.
Zij hadden hem.
Theo was gevangen.
En op hetzelfde oogenblik bijna schal
de er uit de huizing van den molen
een kreet zoo snijdend, zoo smartvol,
dat hij door elk hart heen moest snij
den.
Maar zwarte Dries had geen hart,
XVI.
DE GEVANGENE.
Het was zoo.
Theo was gevangen.
Bello, de trouwe Bello, Theo's lieve
ling, kon niet genoeg tegen zijn jeug
digen meester opspringen. Hij likte hem
de handen, tot zijn gelaat toe.
En hij had hem eigenlijk verraden.
Theo glimlachte zoo droevig en ween
de tegelijkertijd, tegen wil en dank.
ln het gezicht der Franschen had bij
jeen spier vertrokken, ook toen men
lem knevelde met touwen, en al deed
ondernomen zijn, terwijl „de bewe
ring als zou men Instrumenten be
zitten, om vanuit genoemde enorme
hoogte toch nog ztfn doel te kunnen
vinden, door deskundige militaire
kringen zonder meer belachelijk
wordt genoemd». Wg zgn geen mili
taire deskundigen en weten ook niet
of de militaire deskundigen het allen
op dit punt eens zfln, maar zg, die
beweren, dat zulke Instrumenten wèl
bestaan, hebben daarvan bg den
aanval op Rotterdam met zoo-nood
lottige gevolgen voor de burgerbe
volking allerminst het bewijs gele
verd.
De bevolking van de geteisterde
havenstad heeft het recht, dat met
den scherpsten nadruk vast te stel
len.
Doodelijk ongeluk bij het
dorschen.
Te NIeuw-Scheemda vond bij het
dorschen op de boerderij van den
heer N. Chr. Ranken een ernstig on
geluk plaats. Bij zgn werk aan de
dorschmachlne, geraakte de 29-jarige
gehuwde arbeider R. Wlsslng uit
Westerlee tusschen de riemen van
de machine en werd eenige malen
mee rondgesleurd, vóór men de ma
chine kon stoppen. Ernstig gewond
werd hg naar het Academisch zie
kenhuis te Groningen vervoerd, waar
hij Is overleden.
VERZAMELT
ONKRUIDZADEN
Het federatief Comité voor Vogel
bescherming in Nederland (COVAVO)
verzoekt opname van het volgende
Wjj zullen in den a s. winter niet
over de gewone zaden voor vogel-
voederlng kunnen beschikken. Daar
om ls het raadzaam, onkruidzaden
te verzamelen, welke door vink-
achtlge en sommige andere vogels
met graagte worden gegeten. In
aanmerking komen o.a. zaden van
DISTELS (wanneer de bloem
hoofd jes pluizig worden);
BRANDNETELS (wanneer de
zaadtoppen bruin worden);
WEEGBREE (de aren te plukken)
GRASSEN (voor zoover nog aan
wezig)
MELDE SOORTEN (Atriplex),
overal op bouw- en tuingrond en
braakliggend terrein te vinden;
GANZEVOET-SOORTEN (Cheno-
podlum), als voren. Tot dit geslacht
behooren o.a. ook bieten, spinazie en
het loogkruid.
BEUKENOTEN zjjn eind Septem
ber rgp. Goed droog bewaren, daar
ze anders schimmelen,
EIKELS kunnen we bewaren voor
de eenden.
LIJSTERBESSEN (Augustus) en
VLIERBESSEN (Sept.-Oct.) bewa
ren we ln trossen op een koele
plaats, liefst ln een kelder. Spreeu
wen en lijsters, die ze nu niet noodlg
hebben, zullen ons er straks dank
baar voor zgn.
De bessen van meidoorn, hulst,
duindoorn, Geldersche roos enz. laten
we waar ze groeien, evenals de zaden
van berken, elzen en dennen.
Wie ZONNEBLOEMEN in zijn tuin
heeft, verzamelt natuurlijk zorgvul
dig het waardevolle zaad. En indien
PINDA'S nog te krijgen zijn, zal men
goed doen een weinig te reserveeren
voor de meezen, boomklevera en
bonte spechten.
Ten slotte nog deze raad: Wees
zuinig met Uw voorraad en voeder
niet wanneer dit niet bepaald noodlg
is. Dus alleen bij vorst, sneeuw, jjzel
of aanhoudenden regen. Ook de
laatste is een ernstige handicap voor
de kleine vogels.
VENRAY, 13 Sept. 1941
Politierechtbank Roermond.
N. G. 42 jaar Rotterdam, thans
gedetineerd, verdacht van diefstal
hem zijn hand erg pijn, want een schot
dat men nauwelijks gehoord had in het
bosch, had even zijn linkerhand ge
raakt. Zij bloedde.
Dat had de officier gedaan. Woedend
om het verlies van zijn soldaten, die in
den „afgrond" verdronken waren, schoot
hij zoo maar het woud in, in de rich
ting van den vluchteling, dezen achter
en.
En hij had hem rakelings getroffen.
Maar toen Bello hem liefkoosde,
toen had hij geweend.
Dacht hij aan huis
Dacht hij aan zijn armen vader?
In de keuken was vrouw Ella neer
gezonken.
Zij was het, welke dien gil uitgestoo-
ten had, toen het triomfgejuich der
Franschen haar deden begrijpen dat
Theo gevangen was.
De soldaten die in de keuken op
wacht hadden gestaan, traden buiten
de deur en zagen naar den boschweg
Van daar moesten ze komen.
Van daar kwamen ze, een droevige
stoet. B
In het midden der soldaten ging
Theo, met de handen gebonden en de
uiteinden der koorden door twee dra
gonders vastgebonden, terwijl de ande
ren de wapenen in de vuist hadden.
Die arme Theo, wat een gevaarlijke
vijand was hij toch geworden, de edele
jongen, hij kon niet goed genoeg be
waakt worden.
Hij zag er ontdaan uit, maar hoe fier
en onbuigzaam droeg hij hoofd, hoe
flikkerden zijn oogen, hoe onbevreesd
zag hij rond naar alle zijden.
De dienstboden echter, hoe nieuws
gierig ook om de uitkomst te zien,
stonden om haar meesteres, die lang
zaam bijgekomen was en met half ver
stomde blikken om zich heen zag.
Zij wist niet goed meer wat er ge
beurd was.
(Wordt vervolgd)