TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
,on
Hoe kan men bij het
koken brandstof
besparen 1
FEUILLETON.
Nu het fruit van de
boomen valt.
Luchfbescli i
escherming
Binnenland.
Zaterdag 30ZAugustus|1941_
Twee en Zestigste Jaargang No 35
dt
Deskundige voorlichting
Het voorlichtingsbureau van den
Voedingsraad schrift
Iedereen la er op het oogenblik op
gespitst, zoo weinig mogelyk brand
stof te verbruiken.
Een groot deel van de ons ter be
schikking staande brandstof wordt
voor kookdoeleinden gebruikt. Ook
op dit terrein is een besparing van
brandstof zeer goed mogelijk, wan
neer men maar de juiste manier
van koken toepast en de maaltyaen
met overleg samenstelt. In vele ge
vallen bereikt men er tevens mee,
dat voedingsstoffen gespaard worden.
Wil men op een zuinige wyze
oken, dan zal men de volgende
punten in acht moeten nemen
1 Zet de pan midden op de vlam
of óp de electrlache kookplaat. Laat
geen vlammen om de paö spelen en
kies voor de electrische kookplaat
pannen, die precies op de plaat
passen. t
2 Zet de spijzen met zoo weinig
Pil mogelijk, liefst kokend water op.
Wanneer men een gerecht met te
veel water opzet, wordt de brand
stof, die noodig ls voor het verwar
men vaa het water, nutteloos ver
bruikt. Zoo kan men bladgroenten
met het aanhangende water opzetten,
1 Kg. aardappelen met een bodempje
water koken en vlsch In weinig
enei water stoven. De gerechten zijn niet
alleen veel smakelijker dan wanneer
zij afgekookt worden, maar zij be-
.«houden ook hun voedingswaarde.
Til 3. Breng de spijzen zoo vlug
mogelyk aan de kook.
4. Temper de vlammen, wanneer
le inhoud van de pan kookt. Schakel
Dij de electrische kookplaat den
ichakelaar bijtijds laag of uit.
Wanneer Iets kookt, blijft het
ivengoed op een lage als op een
ooge vlam of schakelstand aan de
;ook. Wanneer de spijzen te hard
:oken, bestaat er kans op aanbran-
[len.
5 Kook altijd met het deksel op
Ie pan.
i Uit een pan met slecht sluitend
jeksel of zonder deksel verdwijnen
warmte en ook de smaak en geur
loelloos in de ruimte.
Bovendien ontstaat er kans op
branden, doordat er te veel vocht
irdampt.
6. Stapel zoo mogelijk twee pan-
in op elkaarnadat de Inhoud van
pannen aan de kook gebracht Is.
deze manier kunnen twee ge-
;hten op één vlam of kookplaat
'ir worden.
Verwarm de spijzen niet langer
[in noodig is.
Zijn de spijzen eenmaal gaar, dan
-,i het nutteloos, ze nog langer te
srhltten. Men verspilt er brandstof
ïee en ook voedingstoffen. Zoo gaat
.v. vitamine C uit groenten bij
angdurige verhitting In waarde
.chterult. Stoof de groente dus niet
ya en houd bij het opzetten der
>8fl .pijzen rekening met den kooktijd
ggn het moment, waarop de gerechten
laar moeten zijn.
8. Maak voor de bereiding van
eulvruchten, rijst en gort in water
n voor het warm houden van water
nat'ebrulk vaQ brandstofbeapaarders,
'.ooals de hoolmand, de hoolklst en
•.ranten.
9. Maak het kooktoestel geregeld
ihoon.
Slecht onderhouden kooktoestellen
irbruiken niet alleen veel brand-
Iof, maar ook andere narigheden
innen er door ontstaanverstopte
avlammen slaan In en vuile petro-
-impitten gaan walmen.
10. Gebruik veel rauwe groente,
ef eens een stamppot met rauwe
~>ente of een stoofschotel.
ray-
en Misd
laad en recht
ienTwrond de Piasmolen.
aashee
ie
*3
iendrik volgde met zijn treurenden
starend in de verte zijn kind op
naar den oorlog,
zag hem vermoeid en uitgeput
ichen de andere soldaten hij zag,
hij niet meer kon hoe hij het
°fd liet hangen, hoe ze hem be
ften en uitlachen, en hem laffen
'llander scholden en stieten en schop-
vloog hij op en balde de
«sten in de richting der stad.
Daar was kleine Hendrik heen.
Hij stiet een verwensching uit, half
sscnen de tanden. Het bracht hem
Lm TBdte,Hkheid terug, en zijn blik
ent het kleine huisje aan den gelen
>g terug, waar de moeder treurde
zp kind en hij viel neer op de
nden" verborg het gelaat in beide
S Hendrik", fluisterde een
ente stem.
herhaalde ze.
■Wa ia er „ouw
.Niet zoo hard, Hendrik, de muren
°oren- Wilt ge me een groot
noegen doen?"
Als ik kan, zeer graag."
t U«av« als de kippen en de
nunhni hebt en boven over het
roakfen riïn ÏÏ®',.0® duiventiI klimt van
dan wacht mij daar, ik kan van
1 Sraanz°lder binnenkomen, ik
larb00dschap voor u, wilt ge
vrouw, en als het voor Theo
Wie zelf een tuin of tuintje bezit,
ondervindt eiken nazomer, hoe er
vooral na een fllnken storm heel wat
half rijp fruit onder de boomen kan
liggen.
Jammer, maar waardeloos ls dit
fruit geenszins. Van deze vruchten,
waarvan een gedeelte ook dikwijls
aangestoken ls, kan men heerlijke
jam, gelei enz. maken. Hieronder
volgen enkele recepten van den
Voedingsraad
Appelgelei
Hiervoor heeft men noodig onrijpe,
zure appels en suiker.
De appels wasschen, van de rotte
plekken ontdoen, in vieren snijden
(schil en klokhuis niet verwijderen)
en opzetten ln zooveel water, dat de
appels juist onder staan.
De appels ongeveer 20 minuten op
een zacht vuur tegen de kook aan
houden. Vervolgens de appels op een
doek laten uitlekken, zonder dat er
ln de vruchten geroerd wordt.
Het sap daarna meten, op een hal.
ven liter sap 500 gr. suiker nemen.
Nadat het sap even opgekookt Is,
deze hoeveelheid suiker bjj kleine
beetjes tegelijk toevoegen, onder
flinke roeren.
Daarna de nog dunne, vloeibare
gelei ln goed schoongemaakte jam
potjes doen. Deze zoo vlug mogelijk
afsluiten met vochtig perkament- of
cellophaanpapier.
De overgebleven vruchtmassa
zeven, suiker toevoegen en deze als
moes geven.
Jam van appels en peren
Van de afgevallen appels en peren
aangestoken en rotte plekjes ver
wijderen, de vruchten schilleD, in
vieren snijden en het klokhuis ver
wijderen. De partjes wegeD, goed
wasschen en opzetten met zooveel
water, dat de vruchten juist onder
staan. De vruchten tot twee derdén
van het volume Inkoken.
Drie kwart van het gewicht van
de vruchten aan suiker nemen en
dit toevoegen. De jam onder goed
roeren ongeveer 10 minuten Inkoken,
totdat ze goed van dikte is. De jam
ln de potjes doen en deze afsluiten,
zooals boven beschreven is.
Appelmoes
Van afgevallen, onrijpe, zure appels
kan men ook appelmoes maken om
te bewaren voor den winter. Het
beste is, dat men de appels hiervoor
niet schilt en ook het klokhuis inde
appels laat.
De appels ontdoen van de leelijke
plekken, wasschen en opzetten met
een bodempje water, vlug gaar koken
en daarna door een vergiet of zeef
wrijven. Het verkregen moes zonder
suiker ln glazen sterillseeren of ln
gewone flesschen doen, die evenals
voer het sterillseeren, zorgvuldig
schoongemaakt zijn. De flesschen
kurken en lakken.
Op dezelfde manier kan men ook
zure pruimen inmaken.
Zoetzuur
Van minder mooie niet aangesto
ken vruchten kan men zeergeschikt
zoetzuur maken, dat 's winters b.v.
bij stamppot heerlijk smaakt.
Zoetzuur van pruimen
500 gr. pruimen een halve liter
inmaakazijn 350 gr. suiker een
stukje pijpkaneel twee kruidnagels
(lnplaats van deze krulden, kan ook
een weinig surrogaat van deze krul
den gebruikt worden).
De pruimen wasschen, met een
roestvrije vork gaatjes in de schil
prikken, den azjjn met de krulden
en de suiker koken, het vocht na
afkoeling over de vruchten gieten
en deze zoo eenlge dagen laten
staan, onder af en toe roeren.
De vruchten daarna zoolang in
het vocht koken totdat ze juist
gaar zjjn (oppassen voor te gaar
worden), ze in een schoongemaakte
flesch en pot do8n en den azijn nog
even Inkoken tot een dunne stroop,
deze over de vruchten gieten en de
flesch of pot met een vochtig per
kament of cellophaanpapier af
sluiten. Op dezelfde wijze kan men
ook zoetzuur maken van bergamot
peren, tomaten, enz.
VERDUISTERING
De tijd van rogge maaien en ker
mis ls alweer een paar weken voorbij,
dan zegt men ln Venray dat de
winter voor de deur staat. Nu duurt
het nog wel even voor we de schaar-
sche kolen gaan tellen, welke we in
da kachel mogen doen, maar de
winter komt onherroepelijk. Deze
winter is onze tweede oorlogswinter
en zal heel wat zwaarder te dragen
zijn, dan de eerste. Deze winter is
de tweede verduisterlngswlnter. Ook
ln de maand Augustus en de vooraf
gaande hebben we moeten verduis
teren, maar tijdens de zomer zijnde
avonden zoo lang, dat velen geen
kunstlicht gebruiken en als de groote
lamp van Onze Lieve Heer uitgaat,
het ook hun tijd ls, het bed op te
zoeken.
Maar na half Augustus beginnen
de avonden reeds sterk te lengen, ls
de lamp en dus ook de verduistering
noodig. Velen zijn ln het verduisteren
wel wat slordig gewordeD, omdat
het toch haast niet noodig was.
Verder zijn door het gebruik in den
winter en het non actief ln den
zomer vele verduisteringsapparaten
min of meer ln het ongereede ge
raakt en worden nu zoo gebruikt.
Kijkt U de zaak eens grondig na
en zorgt dat het ln orde is. Er ls
reeds vaak over geschreven, maar er
moet steeds op gehamerd worden.
We moeten verduisteren van zons
ondergang tot zonsopgang, dus ook
in dat half uurtje na en voor het
verdwijnen en verschijnen der zon,
waarin we dus wel zonder licht
mogen fietsen, als we tenminste
banden hebben. In dat half uurtje
wordt veel gezondigd tegen de ver-
dulsterlngsmaatregelen. Het zijn wel
geen doodzonden, maar voorschrift
Is voorschrift een daar hebben we
ais bezet gebied aan te gehoor
zamen.
In dat half uurtje zondigen vele
middenstandera, welke nog gauw
eenige werkzaamheden ln winkel of
werkplaats uitvoeren, maar reeds
licht gebruiken. In dat half uurtje
zondigen vele particulieren, die dan
vast maar licht opmaken, zonder
verduistering, terwijl ze de gordijnen
niet sluiten, omdat het bulten nog
zoo licht Is. Wilt U van het daglicht
profiteeren, welnu schemer dan nog
wat langer, want er bestaat ook nog
een beruchte 75 procent.
En na dat half uurtje zondigen
velen, weliswaar ook maar licht,
maar ze doen het. Ze zondigen door
gordijnen, welke slecht sluiten, of
niet aan de zykant vastgezet zijn.
Ze zondigen door rolluiken, welke
slecht afgelaten zijn en lichtspleten
geven. Ze zondigen door het even
aanknippen van licht ln niet ver
duisterde kamers. Ze zondigen door
het openen van deuren bij het uit.
laten van bezoek. Ze zondigen door
buiten witte, ioplaats van blauwe
zaklantaarns te gebruiken. Ze zon-
dlgeD, o tegenspraak, door devotie-
lichtjes van Heilig Hart of Maria
beeld ln een kamer met open gor
dijnen te laten branden. Een dergelijk
lichtje ls ongeveer op driehonderd
meter zichtbaar.
Het zijn Bteeds kleinigheden, de
tijd van onwil ls voorbij, maar ook
op deze kleinigheden moet gelet
worden. Dit te meer, omdat we van
Zwijg, zwijg, denk aan de vier fran
sche spionnen, die wij in het huis heb
ben, en luid vervolgend riep zij, nadat
zij eenige stappen naar beneden ge
gaan was: „mij dunkt het wordt tijd
om voor kippen en eenden te zorgen."
„Goed, vrouw, zoo dadelijk als de
molen stil staat."
Vrouw Ella trad de laatste trappen
af en verdween ln de keuken.
In de keuken zag het er naar uit.
Geen vroolijk gesnap klonk u uit den
stal tegemoet, geen schetterend lied
kwam uit de molen of van de voor
plaats. Alles werkte in stilte, en wierp
in de keuken onheimelijk blikken naar
eene zijde.
Daar zaten aan tafel drie fransche
dragonders, die er waren alsdejheeren
des huizes, en optraden dat den baas
elk oogenblik het bloed naar het hoofd
schoot. Dan balde hij de vuist in den
zak, knarste op de tanden, en maakte
zich wat te doen in de schuur, in den
stal of in den molen.
Een was er als op schildwacht.
Waar gij hem niet dacht te ont
moeten, daar dook hij op eens op.
Meende je eens zeker vrij te zijn, dan
kon je er op rekenen, dat of wel van
achter een boom of een muur, de
Franschman opeens voor u stond.
Dat was een aanhoudend spionnee-
ren.
De baas noch de vrouw konden een
voet verzetten, of een volgde hen als
hun schaduw. Daarom was de vrouw
met den meelbak in de handen door
de achterdeur op de molentrap geko
men, om Hendrik te treffen.
De Franschen wisten als bij instinkt,
dat Theo niet ver van molen was.
Hoe ze daaraan kwamen, niemand
kon het verklaren, maar hun heele doen
en laten liet het duidelijk doorscheme
ren.
De gangen van alle huisbewoners
werden bespied en wanneer men meen
de dat de omtrek vrij was, dan stond
de brigadier aan het raam der groene
den winter eer meer, dan minder
vliegtuigen kunnen verwachten. Ook
ls te verwachten, dat er strengere
voorschriften komen -betreffende de
controle der verduistering door de
politie.
Het heele artikeltje samenvattend
In vijf woorden eindig Ik met VER
DUISTER, MAAR VERDUISTER
OOK GOED.
Hoofd LB.D.
A. BUWALDA.
HET VERZAMELEN
VAN AFVALSTOFFEN
EN OUDE MATE
RIALEN
ls thans in vollen gang regelmatig
gaan de ophaaldiensten de hulzen
langs, teneinde de huif-, keuken- en
Ievensmiddelenaf val, oud papier, enz.,
te verzamelen.
Menigeen zal zich afvragen, waar
voor deze afval nu kan dienenin
derdaad kunnen de oogen3chynlyk
waardelooze afvalstoffen heden ten
dage verwerkt worden tot waarde
volle grondstoffen en verbruiks-
artikelen.
Om eenige voorbeelden te noemen
pitten kunnen dienen als grondstof
voor olie, uit aardappelschillen kan
o.m. kurk worden vervaardigd, cel.
lulose kan o.m. uit aardappelloof
gewonnen worden, ln de lucht, het
zeewater, de planten bevinden zich
waardevolle stoffenzelfs vuilnis,
afvalwater, kolenasch, enz., kunnen
productief worden gemaakt. Merk
waardige, maar zeer belangrijke
dingen, die de vindingrijkheid der
menschen alle eer aandoen en eens
te meer den geweldigen vooruitgang
op wetenschappelijk, technisch en
economisch gebied bewijzen.
Al deze verbruiksmoge!(jkhedea
van afvalstoffen zijn nog te weinig
bekend. Daarom is het toe te juichen,
dat er een boek over deze materie
verschenen is. Daarin vindt men alles
samengevat, het geeft uit de praktijk
de meest sprekende beelden, hoe uit
schijnbaar waardelooze afvalstoffen
inderdaad schatten van groote
waarde vervaardigd worden, waaraan
vooral nu behoefte bestaat.
Het boek ia getiteld„Verborgen
Rijkdommen In het Waardelooze" en
geschreven door Dr. C. Ungewltter,
die Relchsbeauftragte für Chemie
en voorzitter van de Wlrtschafts-
gruppe Chemie is. De Nederlandsehe
bewerking 13 van Dr. M. H. Werther,
die er ook eenige gegevens en voor
beelden uit de Nederlandsehe in
dustrie inlaschte, ter verduidelijking,
wat ook hier te lande reeds gedaan
werd en wordt.
Wat te bereiken ls en hoe, lees
dat zelf, en Uw oogen zullen open
gaan met meer enthousiasme dan
tot dusver, zult ge afvalmaterialen
bewaren en ervoor zorgen, dat ze
daar komen, waar ze bshooren.
SCHAARSCHTE A^N
CARBID
Geheel onverwacht is een gebrek
aan azijnzuren ingetreden. Men heeft
n.l. niet meer genoeg carbid om
voldoende synthetische azijnzuren te
kunnen produceeren. Het gebrek
aan carbid is weer veroorzaakt door
grooten uitvoer naar Engeland.
Volgens de officieel© mededeellngen
vaD het Bureau of Commerce hebben
de V. S. in het eerste kwartaal van
dit jaar 17 7 millioan lbs carbid naar
Engeland verscheept, waarvan alleen
al in Maart bijoa 9 mlllioen, terwijl
de uitvoer ln geheel 1940 23 millloen
lbs bedroeg.
Wees spaarzaam met
gas én electriciteit I
kamer, die hij met een der dragonders
had ingenomen.
Baas en bazin deden hun best om
de klimmende onrust te verbergen, die
hun het hart verscheurde. Maar het
lukte hun maar ten halve. Een zaak
had vrouw E'la er bij gewonnen. Nooit
was baas Nand zoo vriendelijk en hui
selijk geweest als thans, en nooit was
hij zoo goedig met zijn dienstboden
omgegaan als in dezen tijd. Ook volgde
men hem op een wenk, een woord was
bijna te veel geweest.
In het huis was het erg droefgeestig
gesteld, zwarte Dries alleen, die als een
onheilspellende geest rondsloop, scheen
nog goed gemutst te zijn, hij floot en
zong bij zijn werk dat het een lust was.
Opvallend was het, dat men in het
kleine huisje van Hendrik aan den gelen
weg geen soldaten had gezonden
Wel was het onoogelijk en klein en
waren het ook maar eigenlijk twee ver
trekken, daar kleine Hendrik sliep op
een bovenkamertje van den zolder af
gedeeld.
Wie zou zich daar ook kunnen ver
bergen
De Franschen evenwel verloren het
kleine huisje niet uit het oog, en eens
dat de vrouw in den stal te doen had,
was een dragonder de trap opgeklau
terd en had boven inspectie gehouden.
Ook wisten zij dat de zoon in het
leger en de vader op de molen dienden.
Er was een groot net over het dorp
en omstreken gespannen waaruit men
met zekerheid meende, dat niemand
zich redden zou.
Langzaam daalde de avond over veld
en dal en het was een schoone avond.
Het woud straalde in zijn volle pracht
en de toppen der woudreuzen van het
dal prijkten in de heerlijkste kleuren,
vooral de hoogst opklimmende boomen,
bewegelijke gouden koepels gelijk in
doorbroken looferk gesneden, terwijl
ook lange gulden strepen vielen Inden
grooten vijver en op den gelen weg.
De groote vijver scheen als Ingesla
NIEUWE BESTUREN DER
GEMEENTEN.
Voorloopig nog geen
benoeming van Raadsleden.
Uit een brief, in opdracht van
den commissaris-generaal voor be.
stuur en justitie door den secreta
ris-generaal van blnnenlandsche za
ken gericht aan de burgemeesters
blijkt, dat het benoemen van raads
lieden der gemeente tot nader orde
achterwege dient te blyveD, aldus
lezen we In de Gemeentestem.
Uit dezen brief blijkt voorts nog
het volgende: De burgemeesters be-
hooren voorloopig niet over te gaan
tot het ontslaan van leden van den
gemeenteraad uit hun functies ln
bestuursorganen van privaatrechte
lijke lichamen, in welke 'n gemeente
deelneemt en in bestuursorganen van
rechtspersoonlijkheid bezittende li
chamen of commissies, Ingesteld ter
behartiging van de gemeenschappe
lijke belangen van twee of meer
gemeenten.
Tot nader order dienen In offi-
cieelen vorm ook geen vorderingen
te worden gericht tot particulieren
om den burgemeester in bepaalde
aangelegenheden, rakend het bestuur
van de gemeente, van raad te die
nen.
De zittende wethouders behooren
niet te worden ontslagen dan nadat
het toezicht houdende orgaan ter
zake zijn Instemming heeft betuigd.
Ontslagaanvragen van
burgemeesters.
Naar verluidt beeft mr. B. Berger
zijn ontslag als burgemeester van
Venlo aangevraagd.
Ook burgemeester M. Coenders te
SIttard heeft ontslag gevraagd.
GROENTEPRIJZEN»
Onderzoek naar haperingen in
het distributiesysteem*
Van bevoegde zijde werd by na
vraag ter persconferentie te 's Gra-
venhage verklaard, dat dadelijk na
dat de marktprijzen voor groente
officieel vastgesteld waren, een on
derzoek werd Ingesteld naar de ha
peringen, die er in de distributie
bleken te ontstaan.
Ia de eerste plaats leidde dit tot
den Indruk, dat de grossiers in
vele gevallen niet voldoende mede
werking betoonden. Mogelijk sluit
ook het veilingsysteem nog niet
geheel en wordt bulten de velling
om tegen hoogere prijzen verkocht
wat natuurlijk den winkelier en
ln laatste instantie de huisvrouw
ln het gedrang brengt.
Verder hebben de ongunstige
weersomstandigheden een rol ge
speeld; er kwam weinig groente
aan de markt en dit veroorzaakt
haperingen.
Het ergste is evenwel, dat som
migen met een zeer behoorijjke
winstmarge toch geen genoegen
nemen. Het moet ontoelaatbaar
genoemd worden, dat de groenten
tegen dergelijke hooge prijzen wor
den aangeboden als geschied ls.
Vooral de volksgroepen, die 't minst
draagkrachtig zijn, kunnen zoodoen
de niet aan groente'komen.
Het staat absoluut vast, dat als
ieder zich aan de royaal vastgestel
de winstmarges houdt, een ruime
winst voor lederen betrokkene mo
gelijk is. Zijn er klachten, men
brenge ze ter bevoegder plaatse,
doch kringen In de groentew6reld,
die objectief denken, verzekeren, dat
de richtprijzen behoorlijk zjjn.
En men moet er van uitgaan, dat
vooral thans In het groenteselzoen
ook de minst draagkrachtlgen onzer
bevolking in de gelegenheid moeten
zjjo, van de versche groenten te
profiteeren en men niet kan door
gaan met ridicule prijzen voor de
eenvoudigste groenten te vragen.
Intensieve prijscontrole.
De maatregelen, welke de gemach
pen en de gevederde bewoners hadden
lang reeds den langzamen terugtocht
naar den molen aangenomen. Soms
ruischte een lichte koelte door de tak
ken der struiken die neerhangend speel
den met de klare golven aan hun voet
en er dan ritselend doorheen streken,
terwijl een enkel waterhoentje zijn eigen
aardig geluid deed hooren.
Maar hoe droevig een waas ook
scheen te rusten op het landschap, het
was een lust het koor der nachtegalen
te hooren en op de molentrap gezeten
te luisteren naar het begeleidend rui-
schen van het water, dat aanhoudend
neerviel langs den molen, en plaste be
neden de raderen. Iets eigenaardigs had
het gezang, omdat de nachtegalen
boven den vijver altijd anders schenen
te zingen dan die in de onmiddellijke
omgeving van den molen. Wij noemden
zulks in onzen tijd de boven- en de be
neden-nachtegalen, en stonden soms
lang te luisteren met ingehouden adem
op de brug van den gelen weg en druk
was het gesprek en hevig de strijd,
want er waren voor- en tegenstanders,
en de lange Rotterdammer eindigde al
tijd met te zeggen jullie zijt allemaal
gek waarop in den regel niemand
iets meer te zeggen had en men naar
huis toog.
Maar hoe schoon ook de avond,
Hendrik was niet op de molentrap.
Hij was met zijn gewoonlijke kalmte
naar de kippen en eenden gegaan, had
alle behoorlijk verzorgd en in 't oog
gehouden, dat het vedervee ook voor
den nacht in veiligheid was, want aan
vossen was er geen gebrek.
Hij klom de ladder op, die naar het
duiventil leidde en hij was nog niet
boven aangeland, toen de ladder om
kantelde en eenigen afstand verder
tegen de molenmuur bleef staan.
Hendrik was op den zoogenaamden
duivenzolder.
„Wie heeft nu weer vergeten de ham
naar beneden te brengen voor het
avondeten morde de vrouw des hui
tigde voor depryzen heeft genomen,
om te komen tot lagere groente-en
fruitpryzen, gaan uiteraard verge
zeld van scherpe controle op de
voorgeschreven prflzen by de dui
zenden grossiers en handelaren over
het geheele land. In vrijwel alle
steden werden procesverbaal opge
maakt, zoowel wegens het vragen
van hooger prjjzen dan toelaatbaar
zyn als wegens het onvoldoende of
ln het geheel niet prezen van de
waren.
Zoo werd in Roermond een der
tigtal, ln Tilburg een veertigtal
processen verbaal opgemaakt. De
inspecties voor de prijsbeheersching
zjjn met de berechting dezer zaken
reeds begonnen.
In het rayon Amsterdam werden
b.v. al ongeveer 80 tuchtbeschikkln-
gen tegen grossiers en groothandel
gewezen.
De inspectie voor de pryzenbeheer-
schlng ln het ressort Arnhem be
boette reeds een honderdtal hande
laren, woonachtig ln Arnhem, Hen
gelo, Almelo, Ede, Zwolle en andere
plaatsen.
De Intensieve prijscontrole zal met
kracht worden voortgezet.
VERMOGENSBELASTING
In 't Verordeningenblad van 23
Augustus 1941 is gepubliceerd een
besluit van de secretarissen-generaal
van de departementen van Financiën
en van Blnnenlandsche Zaken betref
fende de vermogensbelasting en de
verdedigingsbelasting I.
Dit besluit behelst een wijziging
van het tarief der belasting en vooris
bepalingen betreffende den aftrek
voor ongehuwdeD, gehuwden en voor
kinderen.
Zooals bekend, liep het belasting
jaar vroeger van Met tot Mei. Het
is de bedoeling, met Ingang van
1 Januari 1942 het belastingjaar te
laten loopen van Januari tot Jan.
Daarom ls ln het onderhavige be-
Blult een overgangstijdvak van acht
maanden vastgesteld en wel van
1 Mei 1941 tot en met 31 Dec. 1941.
Wat het tarief betreft, is net vol
gende op te merken: vroeger was
van kracht de vermogens- en ver-
dedigingsbelastlng l, waarbij voor
verschillende plaatsen ln ons land
verschillende opcenten werden ge
heven voor de provincie, voor de
gemeente en voor het Gemeentfonds,
Dit oude tarief is nu vervangen
door één tarief, zonder opcenten, dat
geldt voor het geheele land. De be
lasting bedraagt thans f 5voor
elk geheel bedrag van f 1000,dat
ln het zuiver vermogen Inbegrepen.
Ten aanzien van binnen het Ryk wo
nende natuurlijke personen wordt
het ZUlvAr vermnerrn onhi».
derd voor ongehuwden met f 7500—
voor gehuwden met f 15000 en voor
leder kind, waarvoor de belasting
plichtige aanspraak heeft op kin
deraftrek met f 7500.
Dit besluit is in werking getreden
met terugwerkende kracht tot 1 Mei
1941.
Meisje overreden.
Op de Vierlingsbeeksche weg onder
Maashees had een ernstig ongeluk
plaats. Het 4jarig dochtertje van P.
K. kwam spelende achter een kar
vandaan, juist op het oogenblik dat
er een auto passeerde.
De kleine werd gegrepen en meer
dere meters meegesleurd. Ze werd
bewusteloos opgenomen en spoedig
een dokter gewaarschuwd.
Ze bleek belde beentjes te hebben
gebroken en werd naar het Zieken
huis te Venray vervoerd.
AAN VOEDSELVERGIFTI
GING OVERLEDEN
Negenjarig meisje te Horst
het slachtoffer
Bij twee dochtertjes van de familie
Haegens te Horst, resp. 8 en 9 jaar
oud, openbaarden zich dezer dagen
zes in de keuken.
„Neenneenblijf maar hier," en zij
wees de meiden terug, „ik zal zelf wel
even naar boven wippen, dat is het
gauwst gedaan, neen! licht heb ik niet
noodig, ik vind mijnen weg in het duis
ter wel."
En meteen was zij weg d3 zoldertrap
op en trok de deur achter zich dicht.
Rondtastend kwam zij boven en ging
eens op den zolder een smallen gang
door, die boven de keukentrap op den
kant aanging, waar vlak er naast de
duiventil was aangebracht.
De deur kon door een houten pin
afgesloten worden, welke er op hing en
van boven neervallend de deur afsloot
Zij liet hem afvallen, en ging toen
hard stappend op den vloer tot aan de
plaats, het spekzoldertje genoemd,
en hier het kleine laddertje op.
„Hendrik
„Zijt ge het vrouw?"
„Ja let wel op, en onthoud mijn
woorden. Gij moet voor Theo zorgen,
Toe kom dichterbij met uw oor, nog
dichter, zoo, niemand mag het weten
Gij zult hem dagelijks eten brengen,
als het maar eenigszins kan de oil
gelukkige fransche spionnen."
Zij luisterde naar den kant van de
trap.
„Ik meen dat ik er al een hoor
de deur gaat open in de keuken... Het
eten vindt ge bij uw eten, dat gij eiken
avond meeneemt voor uw vrouw naar
uw eigen huis en Theo... zult gij vin
den op het kleine eilandje achter in
den vijver."
Beneden hoorde men gedruisch in de
keuken.
In een wenk stond vrouw Ella met
de ham op de zoldertrap en stiet tegen
een dragonder aan haar klaarblijkelijk
nawilde, en door het dienstvolk zoo
lang was tegengehouden.
XIV*
THEO.
Toen het geheel avond geworden
was trad Hendrik in de keuken en vroeg
aan de eerste meid, waar zijn korf was.
Onder zijn korf werd het eten ver
staan, dat hij eiken avond mee naar
huis nam voor den volgenden dag en
dat voor zijn vrouw bestemd was.
De Franschen zaten in een hoek om
de tafel en waren bezig met hun avond
eten.
De bragadier wisselde ongemerkt een
blik met een der dragonders.
„Hier, Hendrik," sprak de vrouw, en
nu maak maar dat gij weg komt, want
het is over den lijd, en uw vrouw zou
wel mopperen over uw lang uitblijven."
„Dank u vrouw en dan maar vooruit,
als het toch al zoo laat is."
En Hendrik was de deur uit.
Het duurde niet lang of een der
dragonders stond op en stapte insge
lijks maar van den anderen kant, het
huis uit.
Zoo kon hij Hendrik den weg afsnij
den.
De brigadier scheen verder te eten,
maar in werkelijkheid verloor hij de
vrouw geen oogenblik uit het oog, en
haar klimmende ongerustheid ontging
hem niet.
Evenwel sloeg zij geen blik door het
raam, noch voor, noch achter, en ging
met kloppend hart voort, om het avond
eten te bezorgen voor de dienstboden.
De Franschen aten vooraf.
Ook toen, de dragonder met een
schijnbaar lang gezicht weer terug
kwam, gaf zij niet het minste teeken.
Hij ging weer aan tafel zitten en
zette zijn avondeten voort alsof er niets
geschied was.
Hendrik die het huis van voren ver
laten had, herinnerde zich in de molen
iets vergeten te hebben en klauterde
in allerijl de molentrap op, toen hij den
franschman op den weg zag verschijnen.
(Wordt vervolgd)