TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS ,on Hoe kan men bij het koken brandstof besparen 1 FEUILLETON. Nu het fruit van de boomen valt. Luchfbescli i escherming Binnenland. Zaterdag 30ZAugustus|1941_ Twee en Zestigste Jaargang No 35 dt Deskundige voorlichting Het voorlichtingsbureau van den Voedingsraad schrift Iedereen la er op het oogenblik op gespitst, zoo weinig mogelyk brand stof te verbruiken. Een groot deel van de ons ter be schikking staande brandstof wordt voor kookdoeleinden gebruikt. Ook op dit terrein is een besparing van brandstof zeer goed mogelijk, wan neer men maar de juiste manier van koken toepast en de maaltyaen met overleg samenstelt. In vele ge vallen bereikt men er tevens mee, dat voedingsstoffen gespaard worden. Wil men op een zuinige wyze oken, dan zal men de volgende punten in acht moeten nemen 1 Zet de pan midden op de vlam of óp de electrlache kookplaat. Laat geen vlammen om de paö spelen en kies voor de electrische kookplaat pannen, die precies op de plaat passen. t 2 Zet de spijzen met zoo weinig Pil mogelijk, liefst kokend water op. Wanneer men een gerecht met te veel water opzet, wordt de brand stof, die noodig ls voor het verwar men vaa het water, nutteloos ver bruikt. Zoo kan men bladgroenten met het aanhangende water opzetten, 1 Kg. aardappelen met een bodempje water koken en vlsch In weinig enei water stoven. De gerechten zijn niet alleen veel smakelijker dan wanneer zij afgekookt worden, maar zij be- .«houden ook hun voedingswaarde. Til 3. Breng de spijzen zoo vlug mogelyk aan de kook. 4. Temper de vlammen, wanneer le inhoud van de pan kookt. Schakel Dij de electrische kookplaat den ichakelaar bijtijds laag of uit. Wanneer Iets kookt, blijft het ivengoed op een lage als op een ooge vlam of schakelstand aan de ;ook. Wanneer de spijzen te hard :oken, bestaat er kans op aanbran- [len. 5 Kook altijd met het deksel op Ie pan. i Uit een pan met slecht sluitend jeksel of zonder deksel verdwijnen warmte en ook de smaak en geur loelloos in de ruimte. Bovendien ontstaat er kans op branden, doordat er te veel vocht irdampt. 6. Stapel zoo mogelijk twee pan- in op elkaarnadat de Inhoud van pannen aan de kook gebracht Is. deze manier kunnen twee ge- ;hten op één vlam of kookplaat 'ir worden. Verwarm de spijzen niet langer [in noodig is. Zijn de spijzen eenmaal gaar, dan -,i het nutteloos, ze nog langer te srhltten. Men verspilt er brandstof ïee en ook voedingstoffen. Zoo gaat .v. vitamine C uit groenten bij angdurige verhitting In waarde .chterult. Stoof de groente dus niet ya en houd bij het opzetten der >8fl .pijzen rekening met den kooktijd ggn het moment, waarop de gerechten laar moeten zijn. 8. Maak voor de bereiding van eulvruchten, rijst en gort in water n voor het warm houden van water nat'ebrulk vaQ brandstofbeapaarders, '.ooals de hoolmand, de hoolklst en •.ranten. 9. Maak het kooktoestel geregeld ihoon. Slecht onderhouden kooktoestellen irbruiken niet alleen veel brand- Iof, maar ook andere narigheden innen er door ontstaanverstopte avlammen slaan In en vuile petro- -impitten gaan walmen. 10. Gebruik veel rauwe groente, ef eens een stamppot met rauwe ~>ente of een stoofschotel. ray- en Misd laad en recht ienTwrond de Piasmolen. aashee ie *3 iendrik volgde met zijn treurenden starend in de verte zijn kind op naar den oorlog, zag hem vermoeid en uitgeput ichen de andere soldaten hij zag, hij niet meer kon hoe hij het °fd liet hangen, hoe ze hem be ften en uitlachen, en hem laffen 'llander scholden en stieten en schop- vloog hij op en balde de «sten in de richting der stad. Daar was kleine Hendrik heen. Hij stiet een verwensching uit, half sscnen de tanden. Het bracht hem Lm TBdte,Hkheid terug, en zijn blik ent het kleine huisje aan den gelen >g terug, waar de moeder treurde zp kind en hij viel neer op de nden" verborg het gelaat in beide S Hendrik", fluisterde een ente stem. herhaalde ze. ■Wa ia er „ouw .Niet zoo hard, Hendrik, de muren °oren- Wilt ge me een groot noegen doen?" Als ik kan, zeer graag." t U«av« als de kippen en de nunhni hebt en boven over het roakfen riïn ÏÏ®',.0® duiventiI klimt van dan wacht mij daar, ik kan van 1 Sraanz°lder binnenkomen, ik larb00dschap voor u, wilt ge vrouw, en als het voor Theo Wie zelf een tuin of tuintje bezit, ondervindt eiken nazomer, hoe er vooral na een fllnken storm heel wat half rijp fruit onder de boomen kan liggen. Jammer, maar waardeloos ls dit fruit geenszins. Van deze vruchten, waarvan een gedeelte ook dikwijls aangestoken ls, kan men heerlijke jam, gelei enz. maken. Hieronder volgen enkele recepten van den Voedingsraad Appelgelei Hiervoor heeft men noodig onrijpe, zure appels en suiker. De appels wasschen, van de rotte plekken ontdoen, in vieren snijden (schil en klokhuis niet verwijderen) en opzetten ln zooveel water, dat de appels juist onder staan. De appels ongeveer 20 minuten op een zacht vuur tegen de kook aan houden. Vervolgens de appels op een doek laten uitlekken, zonder dat er ln de vruchten geroerd wordt. Het sap daarna meten, op een hal. ven liter sap 500 gr. suiker nemen. Nadat het sap even opgekookt Is, deze hoeveelheid suiker bjj kleine beetjes tegelijk toevoegen, onder flinke roeren. Daarna de nog dunne, vloeibare gelei ln goed schoongemaakte jam potjes doen. Deze zoo vlug mogelijk afsluiten met vochtig perkament- of cellophaanpapier. De overgebleven vruchtmassa zeven, suiker toevoegen en deze als moes geven. Jam van appels en peren Van de afgevallen appels en peren aangestoken en rotte plekjes ver wijderen, de vruchten schilleD, in vieren snijden en het klokhuis ver wijderen. De partjes wegeD, goed wasschen en opzetten met zooveel water, dat de vruchten juist onder staan. De vruchten tot twee derdén van het volume Inkoken. Drie kwart van het gewicht van de vruchten aan suiker nemen en dit toevoegen. De jam onder goed roeren ongeveer 10 minuten Inkoken, totdat ze goed van dikte is. De jam ln de potjes doen en deze afsluiten, zooals boven beschreven is. Appelmoes Van afgevallen, onrijpe, zure appels kan men ook appelmoes maken om te bewaren voor den winter. Het beste is, dat men de appels hiervoor niet schilt en ook het klokhuis inde appels laat. De appels ontdoen van de leelijke plekken, wasschen en opzetten met een bodempje water, vlug gaar koken en daarna door een vergiet of zeef wrijven. Het verkregen moes zonder suiker ln glazen sterillseeren of ln gewone flesschen doen, die evenals voer het sterillseeren, zorgvuldig schoongemaakt zijn. De flesschen kurken en lakken. Op dezelfde manier kan men ook zure pruimen inmaken. Zoetzuur Van minder mooie niet aangesto ken vruchten kan men zeergeschikt zoetzuur maken, dat 's winters b.v. bij stamppot heerlijk smaakt. Zoetzuur van pruimen 500 gr. pruimen een halve liter inmaakazijn 350 gr. suiker een stukje pijpkaneel twee kruidnagels (lnplaats van deze krulden, kan ook een weinig surrogaat van deze krul den gebruikt worden). De pruimen wasschen, met een roestvrije vork gaatjes in de schil prikken, den azjjn met de krulden en de suiker koken, het vocht na afkoeling over de vruchten gieten en deze zoo eenlge dagen laten staan, onder af en toe roeren. De vruchten daarna zoolang in het vocht koken totdat ze juist gaar zjjn (oppassen voor te gaar worden), ze in een schoongemaakte flesch en pot do8n en den azijn nog even Inkoken tot een dunne stroop, deze over de vruchten gieten en de flesch of pot met een vochtig per kament of cellophaanpapier af sluiten. Op dezelfde wijze kan men ook zoetzuur maken van bergamot peren, tomaten, enz. VERDUISTERING De tijd van rogge maaien en ker mis ls alweer een paar weken voorbij, dan zegt men ln Venray dat de winter voor de deur staat. Nu duurt het nog wel even voor we de schaar- sche kolen gaan tellen, welke we in da kachel mogen doen, maar de winter komt onherroepelijk. Deze winter is onze tweede oorlogswinter en zal heel wat zwaarder te dragen zijn, dan de eerste. Deze winter is de tweede verduisterlngswlnter. Ook ln de maand Augustus en de vooraf gaande hebben we moeten verduis teren, maar tijdens de zomer zijnde avonden zoo lang, dat velen geen kunstlicht gebruiken en als de groote lamp van Onze Lieve Heer uitgaat, het ook hun tijd ls, het bed op te zoeken. Maar na half Augustus beginnen de avonden reeds sterk te lengen, ls de lamp en dus ook de verduistering noodig. Velen zijn ln het verduisteren wel wat slordig gewordeD, omdat het toch haast niet noodig was. Verder zijn door het gebruik in den winter en het non actief ln den zomer vele verduisteringsapparaten min of meer ln het ongereede ge raakt en worden nu zoo gebruikt. Kijkt U de zaak eens grondig na en zorgt dat het ln orde is. Er ls reeds vaak over geschreven, maar er moet steeds op gehamerd worden. We moeten verduisteren van zons ondergang tot zonsopgang, dus ook in dat half uurtje na en voor het verdwijnen en verschijnen der zon, waarin we dus wel zonder licht mogen fietsen, als we tenminste banden hebben. In dat half uurtje wordt veel gezondigd tegen de ver- dulsterlngsmaatregelen. Het zijn wel geen doodzonden, maar voorschrift Is voorschrift een daar hebben we ais bezet gebied aan te gehoor zamen. In dat half uurtje zondigen vele middenstandera, welke nog gauw eenige werkzaamheden ln winkel of werkplaats uitvoeren, maar reeds licht gebruiken. In dat half uurtje zondigen vele particulieren, die dan vast maar licht opmaken, zonder verduistering, terwijl ze de gordijnen niet sluiten, omdat het bulten nog zoo licht Is. Wilt U van het daglicht profiteeren, welnu schemer dan nog wat langer, want er bestaat ook nog een beruchte 75 procent. En na dat half uurtje zondigen velen, weliswaar ook maar licht, maar ze doen het. Ze zondigen door gordijnen, welke slecht sluiten, of niet aan de zykant vastgezet zijn. Ze zondigen door rolluiken, welke slecht afgelaten zijn en lichtspleten geven. Ze zondigen door het even aanknippen van licht ln niet ver duisterde kamers. Ze zondigen door het openen van deuren bij het uit. laten van bezoek. Ze zondigen door buiten witte, ioplaats van blauwe zaklantaarns te gebruiken. Ze zon- dlgeD, o tegenspraak, door devotie- lichtjes van Heilig Hart of Maria beeld ln een kamer met open gor dijnen te laten branden. Een dergelijk lichtje ls ongeveer op driehonderd meter zichtbaar. Het zijn Bteeds kleinigheden, de tijd van onwil ls voorbij, maar ook op deze kleinigheden moet gelet worden. Dit te meer, omdat we van Zwijg, zwijg, denk aan de vier fran sche spionnen, die wij in het huis heb ben, en luid vervolgend riep zij, nadat zij eenige stappen naar beneden ge gaan was: „mij dunkt het wordt tijd om voor kippen en eenden te zorgen." „Goed, vrouw, zoo dadelijk als de molen stil staat." Vrouw Ella trad de laatste trappen af en verdween ln de keuken. In de keuken zag het er naar uit. Geen vroolijk gesnap klonk u uit den stal tegemoet, geen schetterend lied kwam uit de molen of van de voor plaats. Alles werkte in stilte, en wierp in de keuken onheimelijk blikken naar eene zijde. Daar zaten aan tafel drie fransche dragonders, die er waren alsdejheeren des huizes, en optraden dat den baas elk oogenblik het bloed naar het hoofd schoot. Dan balde hij de vuist in den zak, knarste op de tanden, en maakte zich wat te doen in de schuur, in den stal of in den molen. Een was er als op schildwacht. Waar gij hem niet dacht te ont moeten, daar dook hij op eens op. Meende je eens zeker vrij te zijn, dan kon je er op rekenen, dat of wel van achter een boom of een muur, de Franschman opeens voor u stond. Dat was een aanhoudend spionnee- ren. De baas noch de vrouw konden een voet verzetten, of een volgde hen als hun schaduw. Daarom was de vrouw met den meelbak in de handen door de achterdeur op de molentrap geko men, om Hendrik te treffen. De Franschen wisten als bij instinkt, dat Theo niet ver van molen was. Hoe ze daaraan kwamen, niemand kon het verklaren, maar hun heele doen en laten liet het duidelijk doorscheme ren. De gangen van alle huisbewoners werden bespied en wanneer men meen de dat de omtrek vrij was, dan stond de brigadier aan het raam der groene den winter eer meer, dan minder vliegtuigen kunnen verwachten. Ook ls te verwachten, dat er strengere voorschriften komen -betreffende de controle der verduistering door de politie. Het heele artikeltje samenvattend In vijf woorden eindig Ik met VER DUISTER, MAAR VERDUISTER OOK GOED. Hoofd LB.D. A. BUWALDA. HET VERZAMELEN VAN AFVALSTOFFEN EN OUDE MATE RIALEN ls thans in vollen gang regelmatig gaan de ophaaldiensten de hulzen langs, teneinde de huif-, keuken- en Ievensmiddelenaf val, oud papier, enz., te verzamelen. Menigeen zal zich afvragen, waar voor deze afval nu kan dienenin derdaad kunnen de oogen3chynlyk waardelooze afvalstoffen heden ten dage verwerkt worden tot waarde volle grondstoffen en verbruiks- artikelen. Om eenige voorbeelden te noemen pitten kunnen dienen als grondstof voor olie, uit aardappelschillen kan o.m. kurk worden vervaardigd, cel. lulose kan o.m. uit aardappelloof gewonnen worden, ln de lucht, het zeewater, de planten bevinden zich waardevolle stoffenzelfs vuilnis, afvalwater, kolenasch, enz., kunnen productief worden gemaakt. Merk waardige, maar zeer belangrijke dingen, die de vindingrijkheid der menschen alle eer aandoen en eens te meer den geweldigen vooruitgang op wetenschappelijk, technisch en economisch gebied bewijzen. Al deze verbruiksmoge!(jkhedea van afvalstoffen zijn nog te weinig bekend. Daarom is het toe te juichen, dat er een boek over deze materie verschenen is. Daarin vindt men alles samengevat, het geeft uit de praktijk de meest sprekende beelden, hoe uit schijnbaar waardelooze afvalstoffen inderdaad schatten van groote waarde vervaardigd worden, waaraan vooral nu behoefte bestaat. Het boek ia getiteld„Verborgen Rijkdommen In het Waardelooze" en geschreven door Dr. C. Ungewltter, die Relchsbeauftragte für Chemie en voorzitter van de Wlrtschafts- gruppe Chemie is. De Nederlandsehe bewerking 13 van Dr. M. H. Werther, die er ook eenige gegevens en voor beelden uit de Nederlandsehe in dustrie inlaschte, ter verduidelijking, wat ook hier te lande reeds gedaan werd en wordt. Wat te bereiken ls en hoe, lees dat zelf, en Uw oogen zullen open gaan met meer enthousiasme dan tot dusver, zult ge afvalmaterialen bewaren en ervoor zorgen, dat ze daar komen, waar ze bshooren. SCHAARSCHTE A^N CARBID Geheel onverwacht is een gebrek aan azijnzuren ingetreden. Men heeft n.l. niet meer genoeg carbid om voldoende synthetische azijnzuren te kunnen produceeren. Het gebrek aan carbid is weer veroorzaakt door grooten uitvoer naar Engeland. Volgens de officieel© mededeellngen vaD het Bureau of Commerce hebben de V. S. in het eerste kwartaal van dit jaar 17 7 millioan lbs carbid naar Engeland verscheept, waarvan alleen al in Maart bijoa 9 mlllioen, terwijl de uitvoer ln geheel 1940 23 millloen lbs bedroeg. Wees spaarzaam met gas én electriciteit I kamer, die hij met een der dragonders had ingenomen. Baas en bazin deden hun best om de klimmende onrust te verbergen, die hun het hart verscheurde. Maar het lukte hun maar ten halve. Een zaak had vrouw E'la er bij gewonnen. Nooit was baas Nand zoo vriendelijk en hui selijk geweest als thans, en nooit was hij zoo goedig met zijn dienstboden omgegaan als in dezen tijd. Ook volgde men hem op een wenk, een woord was bijna te veel geweest. In het huis was het erg droefgeestig gesteld, zwarte Dries alleen, die als een onheilspellende geest rondsloop, scheen nog goed gemutst te zijn, hij floot en zong bij zijn werk dat het een lust was. Opvallend was het, dat men in het kleine huisje van Hendrik aan den gelen weg geen soldaten had gezonden Wel was het onoogelijk en klein en waren het ook maar eigenlijk twee ver trekken, daar kleine Hendrik sliep op een bovenkamertje van den zolder af gedeeld. Wie zou zich daar ook kunnen ver bergen De Franschen evenwel verloren het kleine huisje niet uit het oog, en eens dat de vrouw in den stal te doen had, was een dragonder de trap opgeklau terd en had boven inspectie gehouden. Ook wisten zij dat de zoon in het leger en de vader op de molen dienden. Er was een groot net over het dorp en omstreken gespannen waaruit men met zekerheid meende, dat niemand zich redden zou. Langzaam daalde de avond over veld en dal en het was een schoone avond. Het woud straalde in zijn volle pracht en de toppen der woudreuzen van het dal prijkten in de heerlijkste kleuren, vooral de hoogst opklimmende boomen, bewegelijke gouden koepels gelijk in doorbroken looferk gesneden, terwijl ook lange gulden strepen vielen Inden grooten vijver en op den gelen weg. De groote vijver scheen als Ingesla NIEUWE BESTUREN DER GEMEENTEN. Voorloopig nog geen benoeming van Raadsleden. Uit een brief, in opdracht van den commissaris-generaal voor be. stuur en justitie door den secreta ris-generaal van blnnenlandsche za ken gericht aan de burgemeesters blijkt, dat het benoemen van raads lieden der gemeente tot nader orde achterwege dient te blyveD, aldus lezen we In de Gemeentestem. Uit dezen brief blijkt voorts nog het volgende: De burgemeesters be- hooren voorloopig niet over te gaan tot het ontslaan van leden van den gemeenteraad uit hun functies ln bestuursorganen van privaatrechte lijke lichamen, in welke 'n gemeente deelneemt en in bestuursorganen van rechtspersoonlijkheid bezittende li chamen of commissies, Ingesteld ter behartiging van de gemeenschappe lijke belangen van twee of meer gemeenten. Tot nader order dienen In offi- cieelen vorm ook geen vorderingen te worden gericht tot particulieren om den burgemeester in bepaalde aangelegenheden, rakend het bestuur van de gemeente, van raad te die nen. De zittende wethouders behooren niet te worden ontslagen dan nadat het toezicht houdende orgaan ter zake zijn Instemming heeft betuigd. Ontslagaanvragen van burgemeesters. Naar verluidt beeft mr. B. Berger zijn ontslag als burgemeester van Venlo aangevraagd. Ook burgemeester M. Coenders te SIttard heeft ontslag gevraagd. GROENTEPRIJZEN» Onderzoek naar haperingen in het distributiesysteem* Van bevoegde zijde werd by na vraag ter persconferentie te 's Gra- venhage verklaard, dat dadelijk na dat de marktprijzen voor groente officieel vastgesteld waren, een on derzoek werd Ingesteld naar de ha peringen, die er in de distributie bleken te ontstaan. Ia de eerste plaats leidde dit tot den Indruk, dat de grossiers in vele gevallen niet voldoende mede werking betoonden. Mogelijk sluit ook het veilingsysteem nog niet geheel en wordt bulten de velling om tegen hoogere prijzen verkocht wat natuurlijk den winkelier en ln laatste instantie de huisvrouw ln het gedrang brengt. Verder hebben de ongunstige weersomstandigheden een rol ge speeld; er kwam weinig groente aan de markt en dit veroorzaakt haperingen. Het ergste is evenwel, dat som migen met een zeer behoorijjke winstmarge toch geen genoegen nemen. Het moet ontoelaatbaar genoemd worden, dat de groenten tegen dergelijke hooge prijzen wor den aangeboden als geschied ls. Vooral de volksgroepen, die 't minst draagkrachtig zijn, kunnen zoodoen de niet aan groente'komen. Het staat absoluut vast, dat als ieder zich aan de royaal vastgestel de winstmarges houdt, een ruime winst voor lederen betrokkene mo gelijk is. Zijn er klachten, men brenge ze ter bevoegder plaatse, doch kringen In de groentew6reld, die objectief denken, verzekeren, dat de richtprijzen behoorlijk zjjn. En men moet er van uitgaan, dat vooral thans In het groenteselzoen ook de minst draagkrachtlgen onzer bevolking in de gelegenheid moeten zjjo, van de versche groenten te profiteeren en men niet kan door gaan met ridicule prijzen voor de eenvoudigste groenten te vragen. Intensieve prijscontrole. De maatregelen, welke de gemach pen en de gevederde bewoners hadden lang reeds den langzamen terugtocht naar den molen aangenomen. Soms ruischte een lichte koelte door de tak ken der struiken die neerhangend speel den met de klare golven aan hun voet en er dan ritselend doorheen streken, terwijl een enkel waterhoentje zijn eigen aardig geluid deed hooren. Maar hoe droevig een waas ook scheen te rusten op het landschap, het was een lust het koor der nachtegalen te hooren en op de molentrap gezeten te luisteren naar het begeleidend rui- schen van het water, dat aanhoudend neerviel langs den molen, en plaste be neden de raderen. Iets eigenaardigs had het gezang, omdat de nachtegalen boven den vijver altijd anders schenen te zingen dan die in de onmiddellijke omgeving van den molen. Wij noemden zulks in onzen tijd de boven- en de be neden-nachtegalen, en stonden soms lang te luisteren met ingehouden adem op de brug van den gelen weg en druk was het gesprek en hevig de strijd, want er waren voor- en tegenstanders, en de lange Rotterdammer eindigde al tijd met te zeggen jullie zijt allemaal gek waarop in den regel niemand iets meer te zeggen had en men naar huis toog. Maar hoe schoon ook de avond, Hendrik was niet op de molentrap. Hij was met zijn gewoonlijke kalmte naar de kippen en eenden gegaan, had alle behoorlijk verzorgd en in 't oog gehouden, dat het vedervee ook voor den nacht in veiligheid was, want aan vossen was er geen gebrek. Hij klom de ladder op, die naar het duiventil leidde en hij was nog niet boven aangeland, toen de ladder om kantelde en eenigen afstand verder tegen de molenmuur bleef staan. Hendrik was op den zoogenaamden duivenzolder. „Wie heeft nu weer vergeten de ham naar beneden te brengen voor het avondeten morde de vrouw des hui tigde voor depryzen heeft genomen, om te komen tot lagere groente-en fruitpryzen, gaan uiteraard verge zeld van scherpe controle op de voorgeschreven prflzen by de dui zenden grossiers en handelaren over het geheele land. In vrijwel alle steden werden procesverbaal opge maakt, zoowel wegens het vragen van hooger prjjzen dan toelaatbaar zyn als wegens het onvoldoende of ln het geheel niet prezen van de waren. Zoo werd in Roermond een der tigtal, ln Tilburg een veertigtal processen verbaal opgemaakt. De inspecties voor de prijsbeheersching zjjn met de berechting dezer zaken reeds begonnen. In het rayon Amsterdam werden b.v. al ongeveer 80 tuchtbeschikkln- gen tegen grossiers en groothandel gewezen. De inspectie voor de pryzenbeheer- schlng ln het ressort Arnhem be boette reeds een honderdtal hande laren, woonachtig ln Arnhem, Hen gelo, Almelo, Ede, Zwolle en andere plaatsen. De Intensieve prijscontrole zal met kracht worden voortgezet. VERMOGENSBELASTING In 't Verordeningenblad van 23 Augustus 1941 is gepubliceerd een besluit van de secretarissen-generaal van de departementen van Financiën en van Blnnenlandsche Zaken betref fende de vermogensbelasting en de verdedigingsbelasting I. Dit besluit behelst een wijziging van het tarief der belasting en vooris bepalingen betreffende den aftrek voor ongehuwdeD, gehuwden en voor kinderen. Zooals bekend, liep het belasting jaar vroeger van Met tot Mei. Het is de bedoeling, met Ingang van 1 Januari 1942 het belastingjaar te laten loopen van Januari tot Jan. Daarom ls ln het onderhavige be- Blult een overgangstijdvak van acht maanden vastgesteld en wel van 1 Mei 1941 tot en met 31 Dec. 1941. Wat het tarief betreft, is net vol gende op te merken: vroeger was van kracht de vermogens- en ver- dedigingsbelastlng l, waarbij voor verschillende plaatsen ln ons land verschillende opcenten werden ge heven voor de provincie, voor de gemeente en voor het Gemeentfonds, Dit oude tarief is nu vervangen door één tarief, zonder opcenten, dat geldt voor het geheele land. De be lasting bedraagt thans f 5voor elk geheel bedrag van f 1000,dat ln het zuiver vermogen Inbegrepen. Ten aanzien van binnen het Ryk wo nende natuurlijke personen wordt het ZUlvAr vermnerrn onhi». derd voor ongehuwden met f 7500— voor gehuwden met f 15000 en voor leder kind, waarvoor de belasting plichtige aanspraak heeft op kin deraftrek met f 7500. Dit besluit is in werking getreden met terugwerkende kracht tot 1 Mei 1941. Meisje overreden. Op de Vierlingsbeeksche weg onder Maashees had een ernstig ongeluk plaats. Het 4jarig dochtertje van P. K. kwam spelende achter een kar vandaan, juist op het oogenblik dat er een auto passeerde. De kleine werd gegrepen en meer dere meters meegesleurd. Ze werd bewusteloos opgenomen en spoedig een dokter gewaarschuwd. Ze bleek belde beentjes te hebben gebroken en werd naar het Zieken huis te Venray vervoerd. AAN VOEDSELVERGIFTI GING OVERLEDEN Negenjarig meisje te Horst het slachtoffer Bij twee dochtertjes van de familie Haegens te Horst, resp. 8 en 9 jaar oud, openbaarden zich dezer dagen zes in de keuken. „Neenneenblijf maar hier," en zij wees de meiden terug, „ik zal zelf wel even naar boven wippen, dat is het gauwst gedaan, neen! licht heb ik niet noodig, ik vind mijnen weg in het duis ter wel." En meteen was zij weg d3 zoldertrap op en trok de deur achter zich dicht. Rondtastend kwam zij boven en ging eens op den zolder een smallen gang door, die boven de keukentrap op den kant aanging, waar vlak er naast de duiventil was aangebracht. De deur kon door een houten pin afgesloten worden, welke er op hing en van boven neervallend de deur afsloot Zij liet hem afvallen, en ging toen hard stappend op den vloer tot aan de plaats, het spekzoldertje genoemd, en hier het kleine laddertje op. „Hendrik „Zijt ge het vrouw?" „Ja let wel op, en onthoud mijn woorden. Gij moet voor Theo zorgen, Toe kom dichterbij met uw oor, nog dichter, zoo, niemand mag het weten Gij zult hem dagelijks eten brengen, als het maar eenigszins kan de oil gelukkige fransche spionnen." Zij luisterde naar den kant van de trap. „Ik meen dat ik er al een hoor de deur gaat open in de keuken... Het eten vindt ge bij uw eten, dat gij eiken avond meeneemt voor uw vrouw naar uw eigen huis en Theo... zult gij vin den op het kleine eilandje achter in den vijver." Beneden hoorde men gedruisch in de keuken. In een wenk stond vrouw Ella met de ham op de zoldertrap en stiet tegen een dragonder aan haar klaarblijkelijk nawilde, en door het dienstvolk zoo lang was tegengehouden. XIV* THEO. Toen het geheel avond geworden was trad Hendrik in de keuken en vroeg aan de eerste meid, waar zijn korf was. Onder zijn korf werd het eten ver staan, dat hij eiken avond mee naar huis nam voor den volgenden dag en dat voor zijn vrouw bestemd was. De Franschen zaten in een hoek om de tafel en waren bezig met hun avond eten. De bragadier wisselde ongemerkt een blik met een der dragonders. „Hier, Hendrik," sprak de vrouw, en nu maak maar dat gij weg komt, want het is over den lijd, en uw vrouw zou wel mopperen over uw lang uitblijven." „Dank u vrouw en dan maar vooruit, als het toch al zoo laat is." En Hendrik was de deur uit. Het duurde niet lang of een der dragonders stond op en stapte insge lijks maar van den anderen kant, het huis uit. Zoo kon hij Hendrik den weg afsnij den. De brigadier scheen verder te eten, maar in werkelijkheid verloor hij de vrouw geen oogenblik uit het oog, en haar klimmende ongerustheid ontging hem niet. Evenwel sloeg zij geen blik door het raam, noch voor, noch achter, en ging met kloppend hart voort, om het avond eten te bezorgen voor de dienstboden. De Franschen aten vooraf. Ook toen, de dragonder met een schijnbaar lang gezicht weer terug kwam, gaf zij niet het minste teeken. Hij ging weer aan tafel zitten en zette zijn avondeten voort alsof er niets geschied was. Hendrik die het huis van voren ver laten had, herinnerde zich in de molen iets vergeten te hebben en klauterde in allerijl de molentrap op, toen hij den franschman op den weg zag verschijnen. (Wordt vervolgd)

Peel en Maas | 1941 | | pagina 5