TWFF.DF BI.AD VAN PEEL EN MAAS
Stelling nemen tegen
het bolsjewisme,
Voor de vrouwen.
Bloed en bodem.
Ooft is gezond.
Zaterdag 9 Augustus 1941
Twee en Zestigste Jaargang No 32
HERIJK van maten
en gewichten.
Burgemeester en Wethouders van
Venray maken bjj deze bekend, dat
dit jaar voor den herijk der maten
en gewichten zal zitting gehouden
worden te Venray in het Patronaat
PatersBtraat 28:
op 11 Aug. a.s. van 14—18 uur
voor hen, wier geslachte (firma) naam
begint met een der letters: A, B en
C (waaronder de coöperaties);
op 12 Aug. a.s. van 9—12 en 13—
16 uur voor hen, wier geslachts (fir
ma) naam begint met een der letters:
D, E, F, G, H, I, K, N;
op 13 Aug. a.s. van 9—12 en 13—
16 uur voor hen, wier gcslacntsinr-
majnaam begint met een der letters:
L, M, O. P, Q. R. s' T' U;_
OD 14 Aug. a.», van 9—12 uur
voo? hon, wier geslachte (firma) naam
begint met een der letters: V, W, X
Y en Z
Aan belanghebbenden wordt in
herinnering gebracht:
le. dat de maten en gewichten
schoon, droog en roestvrij moeten
worden aangeboden om onderzocht
te kunnen worden; dat qzeren maten
van binnen en van bulten geverfd
dienen te zjjn, koperen gewichten
afgewasschen en ook de gaten ge
reinigd; dat tjzeren gewichten niet
gepotlood mogen zqn, doch roestvrij
moeten zijn gemaakt en daarna in
gewreven met gekookte lijnolie;
2e. dat de maten en gewichten
vóór 1 October 1941 gestempeld
moeten zijn met de letter n en dat
er, bij verzuim of verhindering om
van de zitting gebruik te maken,
nog gelegenheid bestaat maten en
gewichten te laten herijken (her-
keuren) aaa het ijkkantoor te Maas
tricht, St. ServaasklooBter no? 41,
den eersten en derden Vrijdag der
maand van 9—12.30 en van 14 30—
17 uur met uitzondering van feest,
dagen en op 14 Aug. a.s. in plaats
van op 15 Aug. a.s.
3e. dat de maten en gewichten,
welke zijn gestempeld met het af-
keurlngsmerk, niet in wlnkels"enz.
mogen worden teruggebracht;
4e. dat ten bate van 's Rijks
schatkist betaald moet worden voor
het onderzoek der maten engewich.
ten (keurloon) en voor het justeeren
der gewichten (justeerloon) en
5e. dat de milligramgewichten niet
op de zitting, maar alleen aan" het
ijkkantoor onderzocht kunnen wor
den. (De gezegelde enveloppe, afge
geven bij de vorige verificatie moet
met de gewichten franco per post
worden opgezonden," terwijl een post-
bewijs tot een bedrag, overeenkomen
de met de som van 10 cent voor elk
gewicht^ moet zijn ingesloten. Dit
bedrag kan ook op postrekening no.
152451 van Ijkkantoor Maastricht
worden gestort.)
Venray, 30 Juli 1941
Burgemeester en Wethouders van
Venray,
A. H. M. JANSSEN
De Secretaris,
VAN HAAREN
EEN DURE PLICHT
VOOR ALLEN.
„Het bolsjewisme wil de
wereldheerschappij in een rijk
van geestelijke woestenij: het
wil het geesteselement in de
menschheid verwoesten en 't
geloof den levenden grond'
slag en adem van den gods
dienst, vermoorden."
FEUILLETON.
Misdaad en reclif
rond de Piasmolen.
10
En Meertens dan, die hem ook al
langs een zijpad uit het lbosch heeft
zien komen, en die opmerkte dat hij
zoo zonderling uitzag
In de kerk was hij niet, niemand
heeft hem daar gezien te huis was
hij ook niet voeg daarbij de wond
aan zijn hoofd, zijn opvallende geseg
den, onze ontvangst vandaag
kan er dan nog een twijfel bij U op
komen
Het .spijt me voor Theoik denk dat
hl slechts het werktuig is geweest en
dat de trotsche baas van de Plasmoien
at achter zit. Het gerecht ziet er ech
ter niet naar. Theo Is negentien jaar
weldra en hij zal er voor moeten
hrommen.
„Hij zweeg en een oogenblik gingen
2h stilzwijgend naast elkander de weg
°P het dorp aan.
En, hervatte de rechter, wij moe-
tjm eens hooren, wat de dochter der
bldensen vertellen zal als zo bijkomt,
the ligt ook ter neer, getroffen als
thao, tegelijkertijd, door dezelfde
ontploffing. Raadselachtig.
Het
gerecht zal geduld moeten heb
ben. Reeds heb ik zoowat overal laten
onderzoeken of de molenaar soms
ergens kruit heeft gekocht. Het scbljnt
van ntet,
H'i nam zijn stok met zilveren knop
in de hand en sloeg eenige keeren
recht voor zich uit, alsot bij menschen
ot aaken neervelde, die hij alleen in de
verbeelding zag kneep de dikke
De intense anti-bolsjewistische
propaganda, welke momenteel
wordt gevoerd, is natuurlijk mede
afhankelijk van de ontwikkeling
der internationale verhoudingen,
doch men moet niet veronderstel
len, dat dit de eerste keer is,
dat tegen het communisme stel
ling genomen wordt.
Van vele zijden wees men reeds
jaren op de geweldige gevaren,
die boven Europa zweefden en
onophoudelijk bestreed men in
woord en geschrift dit verderfe
lijke systeem.
Wij katholieken hebben in deze
bestrijding immer een werkzaam
aandeel gehad. En het kon ook
moeilijk anders, want de totale
bedreiging die het bolsjewisme
in zich besloten houdt, dwingt
ons natuur-noodzakelijk tot een
zoo krachtig mogelijke afwijzing,
principieel en onder alle omstan
digheden.
Wij behoeven daarom slechts
even te wijzen op de encycliek
van Pius XI roemrijker gedach
tenis over het godlooze commu
nisme.
Men heeft het bolsjewisme
eens „het mysterie der boosheid'
genoemd en 't is dan ook vol
strekt niet overdreven als men
beweert, dat het geluk, de be
schaving, de cultuur, de hoogste
waarde van den mensch door
dit stelsel bedreigd worden.
Nu we deze bewering onder
de loupe willen nemen, maken
we gemakshalve een onderschei
ding in drieën.
1. Het streven naar de wereld
macht is tot op het huidige mo
ment voor de Sovjets een levend
ideaal geweest.
In zijn boek „Bloed over Euro
pa" geeft Harold French ons een
duidelijk beeld van de commu
nistische activiteit op dit gebied
en van het instrument, dat Stalin
zich met dit doel verschafte, zegt
hij o.a.:
„Met z'n onmiskenbaar revo-
lutionnair en organisatorisch ge
nie heeft Stalin ook hier de
grootste perfectie weten te be
reiken, zoodat de communistische
derde internationale, organisato
risch bezien, een macht vormt,
slechts door die der internatio
nale vrijmetselarij geëvenaard
wordt".
2. Naast dit politieke gevaar
bestaat er nog een grooterhet
bolsjewisme streeft naar de stich
ting van het rijk der geestelijke
woestenij.
Iwan de Kologrinof toonde in
een korte, meesterlijke analyse
dit overtuigend aan. Zoo zegt hij:
„Dit is de kern van het stre
ven van het bolsjewisme: het
geesteselement in de menschheid
verwoesten. Vóór alles en boven
alles wil het bolsjewisme den
geest dooden en de lagere dier
lijke sfeer in het menschdom
ontbreidelen en tot heerschappij
brengen".
3. „En daarmee gaat noodza
kelijk samen" vervolgt deschrij-
lippen op elkaar, twee teekenen, dat
hij een soort van orakelspreuk ging
verkondigen.
Arme Theo 1 wordt het hem be
wezen, en daar twijfel ik niet aan, dan
heeft de eigen vader den eigen zoon
voor geheel zijn leven ongelukkig ge
maakt
Toen zweeg hij weer een poos.
Dat komt er van, wanneer men
zijn hart door nijd laat verteren en dan
alles meer dan genoeg hebben en
daarbij maar één kind, en een kind,
zoo'e puike jongen als Theo. Het gaat
zijn begrip te boven.
En de dikke stok ging gonzend door
de lucht en de onzichtbare vijanden
werden aanhoudend vermorzeld tot
gruis.
Dat stond vast.
Wij kunnen de zaak niet laten
zitten, indien wij het ook zouden wil
len. Het volk is te zeer opgewonden,
ledereen is verontwaardigd tegen den
Plasmoienbaas. En hij en zijn vrouw,
«ij zagen er beiden niet zeer onschuldig
uit vanmorgen.
Zoo pratend waren ze toch door de
tuinheggen en bijna tusschen de eerste
huizen van het dorp gekomen.
Hier zag het er vriendelijk uit.
Overal stonden de lui te zamen te
praten. Op alle hoeken en aan alle
huizen.
Wat dat zijn mag? vroeg de
schrijver.
Dat kan toch niet over het mo
lentje zijn, liet de rechter er op volgen.
Maar hij hoefde niet lang in het on
zekere te blijven. Uit alle gezichten
sprak de grootste bezorgdheid, kwel
lende angst.
Men zag elkander verschrikt aan.
Met een soort van algemeene versla
genheid. Nauwelijks werd men de aan
komenden gewaar, of men stormde op
hen aan.
Nietwaar, heer rechter, dat is
niet zoo, mijn jongen behoeft toch niet
te dienen 1 De goede God moge ons
ver, „het geweten te verkrachten
en tot zwijgen te brengen; hoo-
ger eer- en plichtsgevoel te
smoren; het geloof, den levenden
grondslag en adem van den
godsdienst, te vermoorden".
De waanzinnige strijd tegen
het christendom is de duivelsche
consequentie uit deze levensop
vattingen en na alles wat wij in
den loop der jaren vernomen
hebben over de menschonteeren-
de vervolgingen is het niet noo
dig hieraan nog woorden te ver
spillen.
Wij willen enkel nog wijzen
op officieele uitlatingen ais deze:
„Godsdienst en communisme
zijn onvereenigbaar, zoowel theo
retisch als practisch" (A.B.Cvan
het communisme blz. 264).
„De strijd tegen den gods
dienst is de strijd voor het so
cialisme". (Kernspreuk van den
Bond der strijdende Godloozen).
Zoo is het duidelijk (afgezien
nog van de materiale ellenden,
die het sovjet-paradijs vertoont)
dat het voor ons katholieken een
duren plicht is tegen het com
munisme stelling te nemen en
stelling te blijven nemen.
OPGEWEKT DOOR HET
LEVEN 1
Optimisten zijn levenskunstenaars,
die lederen dag weer beginnen zon
der zich het hoofd te brek9n met
zorgen, die wellicht nooit op komen
dagen. „Oppervlakkige" menschen
zjjn het, volgens de pessimisten, die
dezen levensmoed niet begrijpen kun
nen. lederen dag brengt den pessi-
mistlschen mensch nieuwe zorgen
en doet hem opzien tegen allerlei
moeilijkheden, die wellicht nooit ko
men zullen. Nooit geniet de pessimist
van het heden en is reeds weer be
zorgd voor de toekomst.
Onder de pessimistische menschen
bevinden zich ook vele vrouwen, die
steeds bevreesd zijn voor mogelijk
onheil, voor ziekte en allerlei andere
narigheden. Onzinnig zijn al die on
gegronde zorgen, die een vrouw met
geestkracht moet weten te overwin
nen. Den ieder kan in zijn „gees
telijke" hulsapotheek de middelen
vinden, die noodig zijn om pessimis
tische gedachten meester te worden,
De middelen hiervoor zijn: zoeken
naar levensvreugde, dapper bestrij
den van zwartgallige gedachten en
vertrouwen op het goede, dat de
toekomst In zich verborgen houdt.
Ten slotte is er nog een andere
medicijn, die zwartgallige afleidt en
dat is werken. Hebben we niet ge.
noeg werk in onze eigen omgeving,
dan valt er nog zooveel In het be
lang van anderen te doen.
Wie kent ze in haar omgeving, die
hulsmoeders, die steeds weer met
moed bergen werk verzetten, omdat
de Inkomsten klein en het gezin
groot is en die overgelukkig zouden
zijn, indien de een of andere goede
geest haar eens door bergen naai
en stopwerk heen zou helpen Werk
Is er genoeg te vinden, wanneer wij
slechts met open oogen om ons heen
zien en niets is er dat de gedachten
meer in andere banen leidt danwer
ken, werken!
Levensvreugde en vertrouwen wor
den ons niet als een godsgeschenk
in den schoot geworpen, wij moeten
er vaak voor strijden, soms zelfs met
taaie volharding om hen deelachtig
te worden; zelfcritiek en discipline
bewaren
Het was een arme vrouw die sprak.
O neenmijn arme jongenmijn
brave jongenmijn goede kinderen I
en wat zullen wij wel aanvangen als
ze onder dienst zijn, wie zal voor ons
zorgen In den ouden dag 1 Q, wat zijn
we ongelukkig!
Twee zijn er reeds weggetrokken en
koijien niet weer. God weet waar zij
liggen in den vreemde, zonder dat
iemand komt om te bidden op hun
graf. Op hun graf, waar men ze zoo
maar heeft ingeschard, als de heide
nen, als de Turken. O, die keizer, ik
vervloek hem met al de tranen van
mijn hart, met al den haat mijner ziel.
Ik had vier zoons twee zijn er weg
en nu zou men mij die twee anderen
ook nog komen weghalen.... Dat nooit I
Ik zal ze verdedigen als een leeuwin
hare jongen. Laat ze komen 1
Zoo spraken en schreeuwden en
weenden en treurden de vrouwen
dooreen.
Maar wat is er toch? bracht de
rechter er eindelijk tusschen.
Wat is er?
Maarten komt zoo even van de stad
en hij verhaalt dat alle jongelui, en tot
de getrouwden toe, zullen weg moeten
en dienst nemen en naar Rusland
trekken, in den oorlog voor den
keizer.
Wat I naar Rusland bracht de
rechter met moeite uit, en dacht aan
zijn August, die ook den leeftijd had,
en hij zag hem reeds in de verte op
de sneeuwvelden van het ijs- en sneeuw-
land neerliggen met een kogel in de
borst op de roodgekleurde sneeuw,
het bleeke gelaat naar de maan ge
keerd, die zoo koud aan den vlam-
menden hemel stond.
Ook hij had een zoon verloren op de
bloedige slagvelden van dien tijd. Zijn
Frits, zijn arme Frits, die was gevallen
in den krijg aan den oever van den
Donau, en nu zou hij misschien in zijn
ouderdom een verlatene zijn. Gust!
zjjn onmisbaar. De trage mensch
kan volBtaan met eentonige gelijk
vormigheid en saaie gelijkmatigheid
in zijn dagelijksche leven doch voor
vitale en flinke vrouwen ls de tred
molen, waarin een sleurleven onB doet
rondgaan, niet te dragen. Zulke
vrouwen haken naar afwisseling. Zij
zullen van het leven het beste trach
ten te maken wat er van te maken
is en zullen de gave hebben om het
niet steeds van den donkersten kant
te bezien in de lichtpunten die zij
zoeken te vinden.
Dergelijke moeders zullen ook haar
kinderen leeren met open oogen door
het leven te gaan, hen wijzen op de
schoonheid der natuur, die steeds
weer een bron van kracht is, waar
uit in oogenblikken van ontmoedi
ging of teleurstelling geput kan
worden.
Opgewekte moeders zijneen zegen
voor baar gezin, niet alleen, wanneer
de kinderen jong zijn en nog leiding
behoeven, doch ook de volwassen
zoons en dochters, die reeds lang 't
ouderlijk huls verlaten hebben, er
varen er de nawerking van.
Vrouwen, die de ware levensvreug
de, zelfs in donkere tijden weten te
behouden, bezitten een schat, die
met geen goud te betalen is.
Het houdt haar gezond en krach
tig en ls het beste middel om
jong en frlsch te blijven. Vrees voor
het leven en voor alle mogelijke
zorgen is een ziekte, die doorarbeid
en zelfzucht bestreden moet worden.
Voor den pesslmlstlschen mensch
geldt dan ook het bekende versje,
dat wij hieronder afdrukken en dat
hij van bulten zou moeten leeren
omdat hij er nieuwe kracht uit kan
putten.
Een mensch lijdt dikwijls 't meeat
Door 't lijden, dat hij vreest,
Doch dat nooit op zal dagen.
Zoo heeft hij méér te dragen,
Dan God te dragen geeft.
Het leed dat is, drukt niet zoo zwaar,
Als vrees voor allerlei gevaar.
En komt het eens in huis,
Dan helpt God altijd weer,
En geeft Hij kracht naar kruis.
Men kent het gezegde van den
Limburger, die „anderhalven dag" in
Dultschland geweest zijnde, bij het
aanschouwen van de maan consta
teerde: „hier gibt es nurein Schlet-
mönchen, bei uns gibt 6B eln Maon
wie eln Kuchenpan..." Er zijn zoo
van die menschen, die het schoone
en goede van eigen land niet zien
en het vreemde altijd mooier en
beter vinden, die hun geboortegrond
verloochenen of er met een soort
van minachting op neerzien.
Zoo was het ook met Mina, waar
van ik U ga vertellen.
Mina was een meld van melk en
bloed. Een echt strulsch boerén-
vrommes. Zij groeide om het zoo
maar eens te zeggen tusschen de
koelen en varkens op. De koelen
kenden haar en zij kende de koeien.
Zy rook naar den verschen, malschen
grond, waar zij het levenslicht had
aanschouwd en in de boerderij van
haar vader was opgegroeid.
Zij leefde tevreden, om haar heen
de verre, pure luchten van hetLim-
burgsche land en den geur van mest
hooi en stroo. Maar boer Peters had
naast Mina nog een dozijn andere
monden en mondjes open te houden.
De tijd was niet meer zoo goed en
pa rijp beraad en langdurig praten
werd besloten, dat Mina de oud
ste naar de stad in betrekking
zou gaan.
Mina was standvastig, een dege
lijke, eerlijke meid en zij zou de ver
leidingen van een groote plaats
zeker weerstaan. Daar twijfelde Ml.
na's vader geen oogenblik aan. En
zijn laatste, zijn eenige zoon, ook hem
schoot wal in de oogen bij dat bloe
dige visioen.
Komt, vrienden, het zal misschien
zoo erg niet zijn, laten wij niet over
drijven. Maarten zal het erger maken
dan het wel is. Wij willen afwachten
en raad houden, overleggen wat te
doen is.
En bidden, liet er ernstig een
tamelijk zware stem op volgen.
Allen keerden zich om.
Mijnheer de pastoor, fluisterde
men.
Ja, kinderenbidden tot den God
der legerscharen, tot den God van
ouders en kinderen, om uitkomst in
den nood.
De stem werd uiterst droevig.
Ja, de tijding is niets dan waar
heid, mijnheer de rechter, ook ik heb
ze ontvangen. De oorlog is verklaard
aan Rusland en keizer Napoleon wil
aan den keizer van Rusland den vrede
voorschrijven in zijn eigen hoofdstad.
Alle strijdbare mannen zullen op
geroepen en een ontzaglijk leger zal
weldra uitgerust worden. Laten wij
bidden en op God vertrouwen 1 Hij zal
ons niet verlaten, ook niet In dezen
nood.
En allen stonden om den grijsaard,
die de oogen ten hemel had gericht
als bad hij reeds voor zijn kinderen.
Het was een eigenaardige verschij
ning die grijze priester, zooals bij daar
stond in het midden der ireurende
dorpelingen, zijne kinderen, zooals hij
ze noemde.
Hij had nooit een andere plaats ge
had.
Bijna vijftig jaar had hQ in hun mid
den geleefd, allen een voorbeeld, allen
een raadsman, een trooster, een wel
doener.
Bij alle wiegen, bij alle graven had
hij zegenend gestaan. In elk huis was
hij binnengekomen als een Godsge
zant, om hen te beloeren, te vermanen,
hun tranen ook te drogen, allen een
zoo nam Mina op zekeren dag af
scheid van baar ouders, broers en
zusters, van de beesten en het land,
om in de groote stad een nieuw,
vreemd leven te beginnen.
De eerste maanden was alles even
onwezenlijk, druk en onwennig. Ze
dacht veel aan huls en aan haar
klein geboorteplaatsje. Temidden van
het gejacht en het gewemel van het
stadsverkeer, kon zij soms heel stil
worden en voelde zij een soort
helmwee. Maar ook vond zij het wel
prettig als mevrouw haar op het
eind van de maand haar salaris ter
hand stelde en zij een postwissel
naar huis kon sturen.
Allengs veranderde in het bóeren-
zieltje echter het een en ander. De
dochters van Mevrouw bezochten de
bioscoop en de dancings en deden,
thuisgekomen, in het bijzijn van Mina
enthousiaste verhalen over het ge-
notene. Aanvankelijk trok Mina zich
daar weinig van aan, maar langza
merhand verlangde ze ook wel eens
naar de filmhelden en de „eenige"
bands, waarover de dochters van
Mevrouw zoo pochten. Van den
eersten gang naar de bioscoop kwam
een tweede, werden het geregelde
bezoeken, weldra lokte de dancing.
Zoo kwam ongemerkt, het eerste
vleugje poeder op Mina's gezicht en
gloeide schuchter wat rouge op haar
lippen. Mina werd coquet en wed
ijverde op het laatste in élégance
met haar vrouwelijke huisgenooten.
Zij kreeg al de kunstmatige en nuf
fige allures van de stedelingen.
De behoefte om naar huls te gaan
verminderde en zoo was het thans
een half jaar geleden, dat zij het
ouderlijk huis weer eenB betrad.
Boer Peter en zijn vrouw keken
elkaar eens aan. de koelen werden
bij het zien van Mina onrustig en de
varkens dachten er het hunne van.
Nee voelden ze dat is onze
Mina niet.
Slechts met tegenzin gaf Mina
gevolg aan de ultnoodiging van haar
vader om eens het land te gaan
bezichtigen.
Wat is dat, vader, vroeg ze wat
uit de hoogte, wat daar ligt?
Da's 'n achup,
Wat zegt u
Dat ls 'n spade, zei de vader,
verbolgen-sarcastisch om zooveel
stadsche lucht, zooveel gemaaktheid
van zijn dochter.
Was Mina haar afkomst zoo ver
geten
De boer schudde het hoofd en
peinsde....
Ze liepen nog even verder waar
een hark met de tanden omhoog op
den grond lag.
Wat is dat voor een ding
vroeg Mia weer, wezend op het ge
tande tuingereedschap. Maar op 't
zelfde moment trapte ze op de tan
den van de hark en sloeg haar het
hout onzacht tegen het achterhoofd.
Opeens verdween het vleugje poe
der van haar gezicht, Het het stad
sche vernisje los, was zij weer de
boerendochter, want met pijnlijke
zekerheid schold ze in onvervalscht
dialect:
Verrekte griesel
DE GEZONDE WERKING
EENIGE FRUITSOORTEN.
Fruit geldt tegenwoordig als
een krachtig voedingsmiddel En
dat terwijl fruit toch voor 78 tot
90 pet. uit water bestaat.
Alle vruchten bevatten naat
verhouding veel vitaminen en
daarom moet men het meeste
fruit rauw eten.
Men behoeft zich daarom nog
niet eens zoo erg bezorgd te
vader in den Heer.
Niemand had ooit tevergeefs aan de
deur geklopt van dat lage maar nogal
groote huis, met die kleine tuin er
voor en die heele groote er achter.
En 's avonds laat kwam er dan nog
dikwijls bezoek op de pastorie.
In die tamelijk groote zitkamer langs
den tuin, met die schoone rozen om
het raam, zijn vreugde en zijn trots -
want hij hield zoo van bloemen van
bloemen en kinderen, placht hij te
zeggen en dan voegde hij er bij
kinderen zijn bloemen der menschen
en de kinderen hadden hem zoo lief.
Daar werd wat leed geklaagd, wat
raad gevraagd.
Men kende zoo goed den weg over
het kerkhof langs de school tusschen
de heggen door tot aan de pastorie.
Want vijanden had hij niet de edele,
goede, onbaatzuchtige man. Hij leefde
voor anderen en vergat zich zeiven,
steeds gereed, bij dag en nacht.
Het was roerend hem te zien een
bode des vredes, een man der naas
tenliefde, een apostel voor allen.
De gemeente was ook niet ondank
baar. Men vereerde, men beminde hem
om strijd, kinderen en grijsaards, oud
en jong, rijk en arm.
Zijn woord wees de einbeslissingen
en men gehoorzaamde hem gaarne.
Dat was de almacht der liefde.
De kinderen omstuwden hem werke
lijk op straat. Voor allen had hij een
woord, een vriendelijk woord, een
vraag die van belangstelling getuigde
voor hen en hun huisgezin.
HQ had ze bijna allen gedoopt en
opgeleid en gezegend ten allen tijde,
aller vader.
Daar stond hij nu in hun midden.
Niet te groot was hij, ook niet klein,
een blozend gelaat met sneeuwwit haar
gekroond en lichtend diepe oogen
onder de witte wenkbrauwen langs het
hooge voorhoofd. Er sprak geest en
vernuft uit die trekken. Die man had
zich klein gemaakt om der kleinen
maken. De mensch heeft gedu
rende zijn geheele leven 1 kwart
liter vitamine noodig. Als men
daarom zorgt fruit en groenten
te eten, is het vrijwel uitgesloten
dat men zijn lichaam in dat op
zicht le kort doef.
De verschillende fruitsoorten
werken geheel verschillend op
ons lichaam. Men bespeurt een
weldoende",werking als^een fruit-
soort, zooals b.v. pruimen, op de
darmen werken.
Spijsvertering en bloedcircula
tie staan ten nauwste met elkaar
in verbinding, want 't bloed
krijgt nieuwen toevoer van energie
uit de spijsverteering en geeft de
opgenomen stoffen aan de zenu
wen door en natuurlijk ook aan
de andere cellen en weefsels.
Appelen bevatten een groote
hoeveelheid ijzer. Bij een kuur
ter genezing van bloedarmoede
bewijzen ze dan ook zeer goede
diensten.
Omdat ze ook veel zuurstoffen
bevatten wordt de werkzaam
heid van de longen, vooral bij
asthma, verlicht en bevorderd.
Appelen zijn ook goed voor
de zenuwen en voeden milt en
hersenen. Dan nog kan men den
appel beschouwen als het meest
natuurlijke en gezonde slaapmid
del, dat geen nadeelige gevolgen
heeft.
Peren zijn eveneens zeer voed
zaam en geven het lichaam kalk
voor het onderhouden van het
beenderengestel. Zij oefenen ook
een gunstigen invloed op de
nieren uit.
Perziken en abrikozen werken
gunstig op de longen en de gal,
omdat ze de lever prikkelen tot
een overvloedige gaiafscheiding.
Men moet nooit de schil verwij
deren, alleen maar schoonmaken.
Ook zijn deze fruitsoorten zenuw
sterkend.
Druiven werken bloedzuiverend
en reinigen ook longen en inge
wanden. Men moet de schillen
steeds mede opeten.
Tomaten zijn wel geen fruit,
maar moeten toch als zoodanig
gegeten worden. Zij werken zeer
gunstig op nieren en milt en zijn
in hooge mate bloedzuiverend.
Tenslotte zouden we nog ok
kernoten en amandelen kunnen
noemen. Dikwijls echter veroor
zaken deze noten een heeschheid
van stembanden, vooral als men
de vruchten niet geheel rijp heeft
gebruikt. Walnoten-olie is zeer
aan te bevelen als zenuwsterkend
middel.
Men kan dus verschillende fruit
soorten te baat nemen om een
kuur te houden en daardoor zijn
gezondheid te verbeteren. Men
schen, die veel met de hersenen
moeten werken, moeten absoluut
veel fruit eten. Zij zullen daar
door een grooter weerstands
vermogen krijgen.
Wees spaarzaam met
gas en electriciteit 1
wille, uit liefde tot Ood.
Hij droeg een ntet hooge hoed met
broeden rand en een soort van lange
priesterjas met een rij knoopen, korte
broek en lage schoenen met zilveren
gespen.
De geheele gestalte had iets eer
biedwaardigs. Zijn deugden en welda
den hadden een soort van krans om
zijn persoon gaweven, een soort van
heiügenschijn.
Hen stille gtlmiach speelde steeds
om zijn ietwat volle lippen.
Ook nu nog, al eindigde hij in de
hoeken met een droevigen trek.
Ja, kinderen, bidden willen wij.
De goede God beproeft ons. Ook ik
vrees voor veel leed. God alleen kan
ons helpen. Bidt alten met mij, dat
Hij ons moge sparen.
En daarmede ging hij heen, het hoofd
gebogen op de borst.
De dorpelingen traden langzaam
bunhuizen binnen met menigen diepen
zucht en menige traan, en 's avonds
kon men uit alle huizen bij het bidden
van den rozenkrans, die machtige stem
des gebeds hooren. Van ongeluk en
oorlog, verlos ons, Heer! Voor pest,
hongersnood en oorlog, spaar ons.
Heerl
Als een onheilspellende onweerswolk
legde zich het treurige nieuws over
het dorp, log en zwaar. De vreugde
was uitgestorven.
Menige moeder ging met een zwaar
hart ter ruste, na eerst nog eens aan
het bed van den zoon, den lieveling,
te hebben gestaan, om een laatsten
kus op aijn voorhoofd te drukken en
van uit de hall geopende deur, met de
lamp in de hoogte, om het licht op
den slaper te laten vallen, een laatsten
langen blik op haar kind te werpen.
Arme moeders!
XII.
DE FRANSCHEN.
Maarten, de bode, had de waarheid
gezegd, de Franschen zouden komen.
En spoedig ook, (Wordl vervolgd.)