TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Openbare Vergadering van den Raad
der Gemeente Venray»
Zaterdag 12 Juli 1941
Twee en Zestigste Jaargang No 28
sel
Offlcieele Notulen der
gehouden op ZATERDAG 28 JUNI 1941,
des namiddags 3 uur.
Voorzitter: Mr. A. H. M. Janssen, Burgemeester.
Secretaris: de Heer A. F. M. van Haaren.
Afwezig met kennisgeving de Heeren Th. G. Wintels, P. M.
H. Pubben en G. H. Reintjes.
Verder afwezig de Heeren P. J. Steeghs en Th. M. B. Camps
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en zegt
vervolgens, dat deze vergadering wegens omstandigheden op
Zaterdag moet plaats vinden. Zooals den Heeren bekend, moet
de regularisatie der gemeentebegrooting 1940 vóór 1 Juli a.s.
plaats hebben. Aanvankelijk was. de bedoeling de vergadering
Maandag a.s. te houden, doch wegens omstandigheden kon ook
dit niet doorgaan en was nog enkel beschikbaar de Zaterdag.
Het is echter bij uitzondering en Spreker kan verzekeren, dat
het ook uitzondering zal blijven.
De Heer MILLEN zegt, dat vroeger reeds besproken is en
ook toegezegd, dat de agenda's voortaan eerder zouden worden
uitgeschreven. Er is zelfs al eens gesproken van acht dagen te
voren. Kan hiermede geen rekening worden gehouden in den
vervolge
Dat kan zeer zeker, antwoordt de VOORZITTER, daar moet
de Secretarie dan maar rekening mee houden.
Vervolgens gaat de VOORZITTER over tot het trekken van
een nummer, wie in deze vergadering het eerst zijn stem moet
uitbrengen. Getrokken wordt No. 15, zoodat, aangezien slechts
10 leden aanwezig zijn, No. 1 der presentielijst, i.e. de Heer J.
H. Nelissen, dit bij eventueele stemmingen het eerst moet
doen.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 1 der
agenda: Notulen der openbare en die der besloten vergadering
van 30 April 1941.
Zonder hoofdelijke stemming besluit.de Raad deze notulen
ongewijzigd vast te stellen.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 2 der
agenda: Ingekomen stukken:
a. proces-verbaal van kasopname bij den Gemeente-Ontvan
ger 2e kwartaal 1941.
b. verslag N.V. Grontmij over het boekjaar 1940, betreffende
de ontginning en exploitatie van de gronden in het ontginnings
plan Venray—Zuid.
c. besluiten van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring Raads
besluiten dd. 30 April j.l., strekkende tot wijziging begrooting
1940 en 1941 en van de begrooting van baten en lasten van
het gemeentelijk gasbedrijf voor 1941.
d. alsvoren betreffende verpachting van de boerderij „de
'""Hazenhut".
e. alsvoren betreffende Raadsbesluit van 28 Februari 1941,
suJuKendo tot verkoop van diverse wegstrooken aan de provin
cie Limburg.
f. schrijven van den Secretaris-Generaal van het Departement
van Binnenlandsche Zaken (met schrijven van Gedeputeerde
Staten van Limburg), waaruit blijkt, dat tegen de door den Ge
meenteraad bij zijn besluit van 23 December 1940, no. 140/18,
toegekende verhooging der Ioonen van de op arbeidscontract
werkzaam zijnde werklieden bij gemeentewerken, gasbedrijf en
boschcultuur en tegen de nieuwe bij hetzelfde besluit vastgestel
de regeling van kindertoelagen geen bezwaar bestaat.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad deze stukken
voor kennisgeving aan'te nemen.
g. verzoekschriften van: 1. het R. K. Kerkbestuur tevens
Schoolbestuur der Parochie Pgtrus Banden. 2. het Zedelijk Lichaam
Ursula's Zusters. 3. het bestuur der R. K. Jongensschool van het
H. Hart te Leunen. 4. het R.K. Kerkbestuur van de Parochie
van de H. Oda te Ysselsteyn, om verhooging voor 1942 en vol
gende jaren van het bedrag per leerling, dat ingevolge Art. 55
bis der Lager Onderwijswet 1920 zal worden vastgesteld.
Wordt algemeen goedgevonden deze verzoeken in handen te
stellen van Burgemeester en Wethouders ter voorbereiding van
behandeling bij de begrooting 1942.
De VOORZITTER stelt daarna aan de orde punt 3 der
agenda: Verzoek R.K. Slagersvereeniging te Venray, om te be
palen, dat als uniforme sluitingstijd voor alle vleeschwinkels
deze gemeente worde vastgesteld de Maandagnamiddag vanaf 13
uur, tenzij deze dag valt in een week, waarin een erkende Chris
telijke feestdag voorkomt, alsmede de feestdagen van Maria ten
Hemelopneming en Allerheiligen, respectievelijk 15 Augustus en
1 November.
Dit punt maakte ook reeds onderwerp van bespreking uit
de vergadering van 30 April j.l. Zooals de Raad ziet, is de Sla
gersvereeniging aan den wensch van den Raad, om niet op
Maandagvoormiddag doch op Maandagnamiddag te sluiten, te
gemoet gekomen.
Burgemeester en Wethouders stellen den Raad voor het ver
zoek van de R.K. Slagersvereeniging in te willigen en de win
kelsluitingsverordening dezer gemeente te wijzigen in den geest
als bij hun voorstel van 30 April j.l., nader omschreven, mei
dien verstande echter, dat waar in dat voorstel sprake is van
„voormiddag" zal worden gelezen „namiddag".
Zonder hoofdelijke stemming vereenigt de Raad zich met dit
voorstel.
De Heer STEEGHS verschijnt ter vergadering.
Dan stelt de VOORZITTER aan de orde punt 4 der agenda:
Verzoek om toekenning subsidie van het Comité ter bestudeering
en bestrijding van insectenplagen in bosschen.
Gezien het nut hetwelk onze gemeente met haar uitgestrekt
boschbezit van deze instelling kan hebben, stellen Burgemeester
en Wethouders voor een subsidie van f 25.— per jaar te ver-
leenen.
Zonder hoofdelijke stemming vereenigt de Raad zich met dit
voorstel.
Hierna wordt behandeld punt 5 der agenda: Verzoek van het
Borgstellingsfonds voor Noordelijk Limburg om wederom voor
een tijdvak van 5 jaren, te rekenen van 1 Juli e.k. bij te dragen
tot de inkomsten van het Fonds en wel tot een bedrag van f 0.02
per inwoner.
Gezien het groote belang, hetwelk het Borgstellingsfonds voor
al voor den kleinen middenstand heeft, stellen Burgemeester en
Wethouders den Raad voor de gevraagde bijdrage van 2 ct. per
inwoner vanaf 1 Juli a.s. wederom voor den duur van 5 jaren
te verleenen. De gemeente Venray telt naar schatting op 1 Januari
1942 rond 15000 inwoners, zoodat voor het jaar 1942 de bijdrage
kan gesteld worden op f 300.—.
De Heer VAN BOVEN zegt, dat indertijd het Borgstellings
fonds is opgericht om hulp te verleenen aan den industrieelen
en handeldrijvenden middenstand. Dit was toen goed, maar is
thans niet meer zoo/noodig.Bovendien meent Spreker, dat het
Fonds niet gepresteerd heeft naar verhouding der bestede kos
ten. Hem is tenminste slechts één geval bekend van iemand, die
een aanvrage heeft ingediend, maar, dit kan hij verzekeren, die
doet het nooit meer. Als de Voorzitter kan aantoonen, dat hier
door het Fonds nuttig werk is verricht, kan Spreker er wellicht
anders over gaan denken.
De Heer ODENHOVEN is het hiermede eens: het is wel niet
zoo'n groot bedrag, maar over 5 jaren loopt het toch nogal op.
Spreker vraagt of het Fonds zooveel nut afwerpt, dat dit bedrag
wel verantwoord is.
De VOORZITTER zegt niet overtuigd te zijn, dat het niet
meer noodig is. De tijdsomstandigheden zijn toch niet beter ge
worden. Spreker zijn twee gevallen bekend, waarin hier geholpen
en deze menschen zijn ook goed geholpen. Dat hierbij flink
gecontroleerd is, spreekt vanzelf en is ook noodig. Als Venray
er minder van geprofiteerd heeft dan andere plaatsen, is dat
een bewijs, dat het hier minder noodig was en het hier dus den
middenstand beter gaat.
De Heer CAMPS verschijnt ter vergadering.
De Heer VAN BOVEN zegt, spijt te hebben er indertijd zijn
stem aan te hebben gegeven. Hij vindt het Fonds van nul en
geener waarde. Hier waren middenstanders, die met f 200
geholpen konden worden, maar later met de schop naar de Peel
moesten gaan werken, omdat ze niet geholpen werden. Er was
geen soepelheid. Zijn verwachtingen zijn niet vervuld en Spreker
is er dan ook voor die f 1500.— in den zak te houden, want
onze middenstand is er niet mee gebaat.
De VOORZITTER antwoordt, dat het niet gaat voor Venray
alleen. We moeten ook aan anderendenken. Juist de gemeenschap
moet geholpen worden, daar gaat het om. Spreker heeft geen
enkel motief om aan te nemen, dat het Borgstellingsfonds niet
goed werkt of willekeurig tewerk gaat. Juist de flinke controle
wijst hierop. Dit is wel niet altijd prettig, doch juist als er geen
goede controle was, zou Spreker er liever niets mee te maken
willen hebben.
De Heer PIJLS meent, dat de Heer van Boven het te donker
inziet. Hij zou willen adviseeren het voorstel van B. en W. aan
te nemen. Hier treedt voor eventueele hulp meer op den voor
grond de levensvatbaarheid der zaak. Daarbij kan men elders
nergens geld krijgen zonder onderpand.
De Heer MILLEN heeft ook gedacht aanvankelijk, dat het
niet meer noodig was, maar kan bij nader inzien en vooral met
het oog op de nog komende zwaardere tijden voor den midden
stand, wel met het voorstel van B. en W. meegaan.
De Heer ODENHOVEN zegt het thans ook anders te bekij
ken, vooral nu hij gehoord heeft, dat er hier ook menschen ge
holpen zijn, maar vraagt of het wel noodig is, dat wij ons voor
5 jaar binden.
Zeker, zegt de VOORZITTER.
De Heer VAN BOVEN vraagt, of wij later niet nog kunnen
aansluiten.
Dat zou niet fair zijn, antwoordt de VOORZITTER, om alleen
maar aan te sluiten als er grootere kans bestaat, om er direct
van te kunnen profiteeren.
De Heer VAN BOVEN blijft er bij, dat voor Venray te wei
nig gedaan is: hier zijn de puntjes te zeer op de i gezet. Natuur
lijk behoeft men niet alleen naar Venray te kijken en kan men
de gemeenschapsgedachte mee doen wegen. Wat Venray betreft,
is het Fonds al van heel weinig beteekenis gebleken. Spreker
zal echter geen stemming over het voorstel vragen.-
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna gunstig
op dit verzoek te beslissen.
Dan is aan de orde punt 6 der agenda
Verzoek van het Bestuur der R.K. bijzondere school te Casten-
ray om de noodige gelden beschikbaar te stellen voor het aan
schaffen der benoodigde toestellen en leermiddelen ten behoeve
van het onderwijs in lichamelijke oefening aan die school.
Burgemeester en Wethouders stellen voor in principe te be
sluiten de gevraagde medewerking te verleenen.
De desbetreffende stukken liggen voor de Heeren Raadsleden
ter inzage.
De VOORZITTER zegt, dat overleg ter zake met het School
bestuur en den Inspecteur van het L.O. is gepleegd en overeen
stemming is verkregen, waarna met algemeene stemmen wordt
besloten de gevraagde medewerking te verleenen en het school
bestuur' de noodige gelden ter beschikking te stellen.
Hierna komt in behandeling punt 7 der agenda
Verzoek van het Bestuur der R.K. bijzondere jongens- en
meisjesschool te Oirlo om de noodige gelden beschikbaar te
stellen voor het aanschaffen der benoodigde leermiddelen en voor
het huren van een lokaal van het Bondsgebouw ten behoeve van
het onderwijs in lichamelijke oefening aan die school.
Burgemeester en Wethouders stellen voor in principe te be
sluiten de gevraagde medewerking te verleenen.
De desbetreffende stukken zijn voor de Heeren Raadsleden ter
inzage gelegd.
Ook te dezer zake heeft overleg plaats gehad met het School
bestuur en den Inspcteur van het L.O. en is overeenstemming
verkregen, zegt de VOORZITTER, waarna met algemeene stem
men wordt besloten de gevraagde medewerking te verleenen en
het schoolbestuur de noodige gelden ter beschikking te stellen.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 8 der
agenda
Verzoek van het Bestuur der St. Ursula A en B school aan
den Maasheescheweg om de noodige gelden beschikbaar te stel
len voor het aanschaffen der benoodigde leermiddelen ten be
hoeve van het onderwijs in lichamelijke oefening aan die school.
Burgemeester en Wethouders stellen voor in principe te be
sluiten de gevraagde medewerking te verleenen.
De desbetreffende stukken zijn voor de Heeren Raadsleden ter
inzage gelegd.
De VOORZITTER zegt, dat overleg ter zake met het School
bestuur en den Inspecteur van het L.O. is gepleegd en over
eenstemming is verkregen, waarna met algemeene stemmen wordt
besloten het bedrag, benoodigd voor het aanschaffen der leer
middelen, ter beschikking van het Schoolbestuur te stellen.
Hierna komt in behandeling punt 9 der agenda
Verzoek van het Bestuur der R.K. Bijzondere Lagere School
te Venray-Heyde om "de noodige gelden beschikbaar te stellen
voor de aanschaffing van nieuwe schoolboeken tot een bedrag
van f 94.15.
Burgemeester en Wethouders stellen voor te besluiten mede
werking te verleenen en de noodige gelden beschikbaar te stellen.
Ook te dezer zake heeft overleg plaats gehad met het School
bestuur en den Inspecteur van het L.O. en is overeenstemming
verkregen, zegt de VOORZITTER, waarna met algemeene stem
men wordt besloten de gelden te verstrekken benoodigd voor de
aanschaffing van nieuwe schoolboeken tot een maximaal bedrag
van f 94.15.
Dan is aan de orde punt 10 der agenda
Verzoek van het Bestuur der R.K. bijzondere school te Merselo
om de noodige gelden tot een bedrag van f 164.85 beschikbaar
te stellen voor de aanschaffing van nieuwe schoolbanken.
Wegens sterke uitbreiding van het leerlingen-aantal is aan
schaffing van de in het verzoek genoemde schoolbanken noodig.
De Inspecteur van het L.O. heeft in deze gunstig voor het
schoolbestuur geadviseerd.
Burgemeester en Wethouders zijn van oordeel, dat de gemeente
in deze hare medewerking moet verleenen en stellen Uwen Raad
dan ook voor in principe daartoe te besluiten.
Wordt met algemeene stemmen goedgevonden aan het Bestuur
der Bijzondere Lagere School te Merselo ten behoeve harer
school de gelden te verstrekken, benoodigd voor de aanschaffing
van zes nieuwe schoolbanken, tot een maximaal bedrag van
f 164.85.
Dan komt in behandeling punt 11 der agenda
Verzoek van P. Spreeuwenberg, I 18 te Ysselsteyn om hem te
verkoopen een gedeelte, groot circa 1.45 H.A. van perceel
sectie H no. 2061.
Bedoelde grond is thans tot 1 November 1944 verpacht. Hoe
wel de Gemeente, volgens het pachtcontract gerechtigd is de
gronden te allen tijde terug te nemen, zijn Burgemeester en
Wethouders van oordeel, dat thans ook, afgezien hiervan, niet
tot verkoop van dezen grond moet worden overgegaan en stellen
derhalve voor op het verzoek niet in te gaan.
Wordt algemeen goedgevonden afwijzend op het verzoek te
beschikken.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 12 der
agenda
Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan het Rijk
voor 5 jaren en eventueel langer, ingaande 1 April 1941, te
verhuren een perceel boschgrond in het Vlakwater, groot circa
4 H.A., gedeelte van het perceel kadastraal bekend sectie D no.
3237, tegen een jaarlijkschen huurprijs van f 60.—.
Het terrein is bestemd voor den Nederlandschen Arbeidsdienst
(barakkenkamp). Situatieteekening en concept-voorwaarden liggen
voor de Heeren Raadsleden ter inzage.
Zonder hoofdelijke stemming vereenigt de Raad zich met dit
voorstel.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 13 der
agenda
Verzoek van de afdeeling Venray der Nederlandsche Vereeni-
ging tot bescherming van dieren om vrijstelling van de betaling
eener vergoeding voor den op het woonwagenkamp van gemeente
wege gebouwde paardenstal.
Deze paardenstal is in 1935 gebouwd op verzoek van ge
noemde afdeeling, welke toen heeft toegezegd gedurende 10
jaren een bedrag van f 15.— te zullen bijdragen in de kosten.
De kas der afdeeling laat echter blijkbaar thans niet toe aan die
verplichting, welke tot en met 1939 werd nagekomen, te voldoen
o.m. niet omdat zij de inkomsten, welke zij anders had van den
verkoop van den stalmest in 1940 heeft moeten derven, hetgeen
ook dit jaar en misschien ook nog volgende jaren het geval zal
zijn. Het komt daarom Burgemeester en Wethouders redelijk
voor, hierin in zooverre tegemoet te komen, dat de betaling van
bovengenoemde bijdrage tot nader wordt opgeschort en zij doen
Uwen Raad dus een daartoe strekkend voorstel.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad overeenkomstig
dit voorstel.
Hierna wordt behandeld punt 14 der agenda
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der
door den Gemeenteraad in zijne vergadering van 18 December
1940 vastgestelde verordening regelende den rang en de bezol
diging van de ambtenaren ter secretarie der gemeente.
Bij schrijven van 3 Mei 1941 werd ons vorengenoemde ver
ordening door Heeren Gedeputeerde Staten terug gezonden met
de opmerking, dat het naar hunne meening logischer zou zijn,
indien de maximum-jaarwedde voor den rang van klerk en de
minimum-jaarwedde voor den rang van adj.-commies aan elkaar
zouden aansluiten.
In dit verband komt het Burgemeester en Wethouders ge-
wenscht voor, deze aansluiting te zoeken in het omhoog brengen
van de maximum grens van den rang van klerk, aangezien het
voor adj.-commies gestelde minimum niet te hoog is en het ons
billijker voorkomt den rang van klerk een hoogere grens te ge
ven, dan de grens van adj.-commies te verlagen, te meer daar
het niet uitgesloten is te achten, dat voor sommige personen de
rang van klerk een eindrang is en alsdan, vooral indien het ge
huwde personen betreft, een maximum van f 1200.— niet te
hoog is.
Wij stellen Uwen Raad dan ook voor de verordening te wij
zigen in dien zin, dat de bezoldiging voor den rang van klerk
wordt gebracht op een minimum van f 600.— en een maximum
van f 1200.—, te bereiken met 6 tweejaarlijksche verhoogingen
van f 100.—
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad overeenkomstig
het voorstel.
Dan komt in behandeling punt 15 dar agenda:
Aanvrage der ambtenaren van politie om tegemoetkoming in
de aanschaffingskosten van nieuwe kleeding enz.
Zooals Uwen Raad bekend, zijn bij besluit van den Heer
Secretaris-Generaal van Binnenlandsche Zaken dd. 13Maartl941,
no. 9786, afd. B. B. Bur. O. O. en V., voorschriften
gegeven betreffende de kleeding der politie. Uiterlijk 1 Januari
a.s. moet de kleeding aan die voorschriften zijn aangepast. On-
noodig te zeggen, dat deze verandering voor onze agenten
groote kosten zal meebrengen. Weliswaar ontvangen zij jaarlijks
f 100.— kleedingtoelage, doch nog afgezien van het feit, dat dit
bedrag misschien reeds grootendeels voor onderhoud der klee
ding is besteed, zijn de kosten bij eerste aanschaffing, vooral
tengevolge van de prijsstijgingen, zoo hoog, dat zij genoemde
bijdrage aanmerkelijk zullen overtreffen.
Burgemeester en Wethouders zijn dan ook van oordeel, dat
den agenten in deze eene tegemoetkoming behoort te worden
gegeven en stellen den Raad voor de eerste aanschaffing van
gemeentewege te bekostigen naar het College zich voorstelt zal
met een bedrag van f 1500.— zeker wel kunnen worden vol
staan. Uiteraard wordt niet meer besteed dan strikt noodig is.
De Heer VAN BOVEN brengt dank aan B. en W. voor dit
voorstel. De politie heeft zwaren dienst en een klein salaris. Zij
vervullen trouw hun plicht en wij kunnen trotsch op hen zijn.