TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS AKKERTJES De Goede Week FEUILLETON. De vondelinge Teeltplan Akkerbouw 1941. De offerende wil Zaterdag 5 April 1941 Twee en Zestigste Jaargang No 14 WITTE DONDERDAG en GOEDE VRIJDAG met hun indrukwekkende ceremoniën der H* Kerk. Witte Donderdag. Met een gemengd gevoel van droefheid en vreugde herdenkt de Kerk op Witten Donderdag de instelling van 't Allerheiligste Sacrament. In 't witte kleed der vreugde treedt de dienstdoende Priester heden voor 't feestelijk gesmukte altaar, om, ter gedachtenis van Jezus' lijden en dood, dit Offer des Kruises op onbloedige wijze te hernieuwen. Terwijl de blijde tonen van 't „Gloria" gevoelens van dankbare vreugde wekken in de harten der geloovigen, dreunt het orgel, rinkelen de altaarschellen en ver konden de klokketonen wijd en zijd de blijdschap van 's Heeren volk. Doch als rouwde Haar deze luidruchtige uiting van niet te bedwingen vreugde zwijgen na dezen lofzang orgel, altaarschel len en klokken, ten teeken van stomme smart. In deze H. Mis consacreert de Priester twee groote hostieën. Eene van deze wordt bij de Communie in een kelk gelegd, en, na de H. Mis, in plechtige processie met licht en wierook naar een rijkgesmukt zij-altaar overgebracht en daar ter aanbid ding uitgesteld. Geheel ten onrechte wordt deze rustplaats het heilige Graf genoemd. Christus is immers niet op Donderdag, maar op Goeden Vrijdag gestorven en be graven. 't Is, om Jezus eerherstel te geven voor al de oneer, Hem aangedaan door de velen, die zijne wezenlijke tegenwoordig- heid in 't H. Sacrament des *'-1. Altaars durven loochenen, dat Jezus' getrouwen het zich ten plicht rekenen geruimen tijd in aanbidding door te brengen ,'oor den verborgen verlosser. Goede Vrijdag. Wel mag hij goed genoemd worden de dag, waarop de Hei land door zijn kruisdood ons het leven gaf. Toch wekte hij geen jubel in ons hart, iraar rouw, diepe rouw. Het is immers de sterfdag van onzen lieven Jezus, en onze zonden zijn de beulen van den menschgeworden God. Hoe droevig is het in onze kerken Geen klokketonen roepen ons naar 's Heeren huis. Somber zwijgend haasten zich de geloo vigen kerkwaarts, als gingen zij een groote doode ten grave dra gen. In de kerk stemt alles, alles tot droefheid. De altaren zijn van alles ontdaan. Op 't hoofdaltaar staat het tabernakel open. als ware de Heiland'en met Hem j het leven uit onze Heiligdommen gevloden. Het kruis, bedekt met het paarse boetekleed, rust tegen het geopende tabernakel. In 't kleed der rouwe treedt de priester voor 't altaar. Plat valt hij met de dienaren ter aarde neder en aanbidt in stilte den gekruisten God-Mensch. Na 't zingen van eenige pro fetieën en treurzangen wordt het lijdensverhaal gezongen volgens den H. Joannes, den oog- en oorgetuige van Jezus'bitter lijden en wreeden dood. Dan bidt de priester, in naam der Kerk, voor alle menschen op aarde. Voor allen toch is Jezus gestorven aan 't kruishout, voor allen bad Hij met stervenden mond. Dan volgt de indrukwekkende kruisvereerir.g. Staande aan de epistelzijde, gekeerd naar het volk, ontdekt de priester het kruis een weinig van boven, en zingt plechtig „Ziet het hout des kruises". „Waaraan heb heil der wereld gehangen heeft", vervolgen de dienaren van den priester, en in tonen, die ons dwingen op de knieën te vallen, zingt het koor: „Komt, laten wij aanbidden." Op de trappen staande gekeerd naar het volk, dat in ademlooze stilte deze plechtigheid gadeslaat, ontbloot de priester den rechter arm en het hoofd van den Ge kruiste, en noodigt op gelijke wijze ter aanbidding uit. Allen knielen neder en vereeren het Kruis, waaraan het Heil der wereld hing. In het midden des altaars ge komen, ontdekt de priester het geheele kruis en zingt ten derde male „Ziet het hout des kruises." „Waaraan het heil der wereld gehangen heeft," antwoorden de dienaren. „Komt, laten wij aanbidden herhaalt het koor. En ten derden male knielen allen neder vódr den Gekruiste op Golgotha. Dan daalt de priester met het ontbloote kruis de trappen af, legt het op een kussen^neder, ontdoet zich van zijn schoeiseler, drukt, na driemaal geknield te hebben, een warmen kus op de voeten van den Gekruiste. Op gelijke wijze komen ook de anderen den Heiland veree- n. Middelerwijl zingt het koor de treffendste treur- en smeekge beden. Dan gaat de priester naar de plaats waar Jezus rust er. brengt de H. Hostie over naar '(hoofd altaar, terwijl het koor het zege lied des kruises, het Vexilla Regis zingt. Niet om het hoogheilig Mis offer op te dragen, maar om, na eenige voorbereidende gebeden, de H. Hostie te nuttigen, bestijgt de priester het altaar. Op den dag waarop Jezus het bloedig Offer des Kruises vol trok, wordt het onbloedige niet opgedragen. 21 Maar toen zij zag dat de graaf niet geheel en al deelde in hare begees tering, werd zij stiller en scheen blijde toen Paula haar zeide: Breng je vader naar de roode kamer, Mireille. Is dat de zijne, mama? Ja I Paula kon niet verhinderen, dat ze kleurde bij dat zoete woord waarvan ze zoo veel hield. Was het geen bit terheid voor den graaf wanneer hij het kind dat hoorde zeggen, terwijl £e echte moeder nauwelijks in haar graf rustte Roger scheen het niet kwalijk te nemen. Roger haastte zich zijn vrienden al zijn indrukken mede te deelen. Kasteel de Montscorff, 28 Nov. 18... Ik heb haar teruggevonden, beste vrienden. Het is nutteloos, nietwaar, U mijne gevoelens uit te drukken, welke mijn hart vervullen, gij begrijpt deze. Ik heb mijn kleine Mireille terugge zien. Hare kinderlijke trekken zijn ge durende deze zes jaren niet veranderd en mijne armen hebben zich wijd ge opend om haar te ontvangen. O, welke oogenblikken 1 Wat hebben zij veel leed en wanhoop goed gemaakt. Ik wil U, volgens mijne belofte, alles van deze reis mededeelen In den wagen die me zoo alleen en verlaten naar Bretagne voerde, had ik mij in gebeeld dat de halsketen mijne dochter wellicht was ontnomen en aan een ander kind gegeven. Nadere uiteenzettingen ten aanzien van de be- palingen. Naar aanleiding van het feit, dat nog niet iedere landbouwer op de hoogte is van de bepalingen van het Teeltplan Akkerbouw 1941, heeft het A.N.P. zich met het Departement van Landbouw in verbinding ge steld. Van offlcleele zflde werd hierom trent het volgende medegedeeld Voorop dient te worden gesteld, dat in het teeltplan slechts sprake is van hoofdgewassen, de teelt van etoppelgewassen is geheel vrgge. laten. Uit den aard der zaak brengt dit mede, dat door de overheid geen garantie kan worden gegeven, dat stoppelgewasseD, welke in 1941 ge zaaid worden om eer3t in 1942 hun volle opbrengst te geven, zooals b.v. roode klaver, ook In 1942 in hun geheel zullen mogen worden aange houden. Dit hangt vanzelfsprekend af van de omstandigheden. Volgens het teeltplan 1941 kan men de gewassen onderscheiden in drie groepen De gewassen, waarvan de teelt verboden is. b. De gewassen, waarvan de teelt beperkt is. De gewasseD, waarvan de teelt onbeperkt ia toegestaan. Verboden gewassen, De verboden gewassen zijn: kar- wjj, blauw maaniaad, geleen bruine mosterd, spelt en evene. Beperkte teelt. De gewassen,"; waarvan de teelt beperkt is, xfln a. HAVER. De oppervlakte hier van is voor elk bedrfjf beperkt tot het gemiddelde ODpervlak, dat in de jarefa 1938 en 1939 met dit gewas was beteeld. Waarbij echter de op pervlakte niet grooter mag zijn dan 15 pet. van het totale bouwland (het gescheurde grasland inbegrepen). Wanneer iemand in 1938 b.v. heeft verbouwd 3 H A. haver en in 1939 4 H.Adan is het gemiddelde 31/, H.A. Heeft hfl in 1940 In totaal 20 H.A. bouwland (gescheurd grasland er b(j gerekend) bebouwd, dan zal hfi mogen verbouwen 15 pet. van 20 H A. of 3 H.A. haver. Voor bedrijven, waar normaal handelsgewassen als karwij, bruine of gele mosterd of blauwmaanraad werden geteeld, mag de oppervlakte welke in 1940 met deze gewassen beteeld was, medegerekend worden voor het bepalen van de oppervlakte haver in 1941. Echter mag hierdoor "de 15 pet. niet worden overschreden. Een be drijf b.v. met 40 H.A. bouwland, dat In 1938 en 1939 in doorsnee 4 H.A. haver verbouwde en in 1940 even eens 4 H,A. handelsgewassen ver bouwde, mag nu geen 8 H.A. haver verbouwen, doch slechts 15 pet. van 40 H.A. of 6 H.A. Op gescheurd grasland, waarvan vóór 21 Januari 1941 aan de L C O. opgave Is gedaan, mag echter vol gens een vroegere publicatie (27 September 1940) onbeperkt haver of bleten worden verbouwd. Hier voor is echter een vergunning noo- dlg van de LC.O. Werd echter na 21 Januari 1941 opgave gedaan, dan geldt de bepa ling, dat slechts de gemiddelde op pervlakte haver van 1938 en 1939 mag worden verbouwd, wanneer deze ten hoogste 15 pet. van het bouw land bedraagt. Het verbouwen van een grootere oppervlakte haver dan hierboven genoemd, mag slechts geschieden wanneer de verbouwer hiertoe een Maar nauwelijks had ik Mireille ge zien of mijne oogen en mijn hart deden mij mijne dwaling inzien. Ik ben het eerst naar het raadhuis van Kerentrich gegaan. De maire maakte mij duidelijk dat het gevonden kind niet bij «Mad. Kerlan';kon blijven, want zij had het bijna stervend aan den voet van het kruis opgenomen De verschikkelijke bloedarmoede verelschte vooral lucht en rust in een stille om geving. Zoo kwam het dat Dr. Coulan aan de dames Montscorff dachtzij bewonen een goed niet ver van Cleguer, een kleine gemeente in de buurt van Lorient. Zij hebben Mireille gaarne opgeno men en daar zou ik haar terugvinden. Toch wilde ik eerst Mad. Kerlan be zoeken die te Kerentrich woont, om haar mijne groote dankbaarheid te betuigen. Zij bewoont een klein vriendelijk huis waarin orde en smaak bijna volmaakt zijn. Ik werd er ontvangen door een lieve jonge vrouw. Nauwelijks had ik haar eenige vragen gesteld, of zij riep uit U is de vader van Mireille Waarom veronderstelt u dat? vroeg ik haar, een beetje angstig, want haar antwoord kon wellicht den twijfel dien ik nog had, doen verdwijnen. Het kind lijkt treffend op u, mijnheer! Vooral uwe oogen zoo lichtend en toch zoo donker zijn de hare. O madame, riep ik uit, u kunt u niet voorstellen hoe goed mij uwe woorden doen. Ik verhaalde mijne moeilijkheden. Hare kinderen kwamen vervolgens binnen, twee lieve kleinen, met lachen de oogen. Het deed me goed met hen te kun nen praten over degene welke zij nog hun zusje noemden. Zij zal bewijzen dat zij dezen titel verdient door voor ihun spaarpot te zorgen, j Ik nam afscheid van het goede vrouwtje, bedankte haar nogmaals uit geheel mijn hart en beloofde haar met Mireille terug te komen. Ik haastte mij naar Montscorff. Wel dra zag ik de torentjes van het kasteel door de naakte groote hoornen van het park. Ik stuurde den koetsier heen, en ging door een laan, welke aan beide zijden bezet was met prachtige magno lias. De lange bladeren van een schit terend goene kleur zijn goed bestand tegen de kou en verhoogen nog hun glans. Voor het kasteel waren bloemperken aangelegd, waarop chrysanthemums stonden die in prachtige kleuren hun schoonheid deden bewonderen. In het midden een fontein, die hare stralen in de zon deed schitteren. Deze woning met hare groenende balcons, hare bloemperken en het opspuitende water en het marmeren bassin deden mij denken aan ons domein. Een jong meisje, dat de gouvernante van Mireille bleek te zijn, deed open Toen ik den wensch te kennen had gegeven, dat ik de dames de Monts corff wilde spreken, leidde ze mij in een salon. Nauwelijks was ik daar of er ging een deur open - Mireille schitterend, schoon en gezond, stond voor mij 1 O mijne vrienden, hoe zal ik u be schrijven hoe ik op haar aanvloog Ik vergat alles, mijne komst in dat on bekende vertrek, de dames welke ik nauwelijks had gegroet, aan wte ik de reden van mijn komst nog niet had medegedeeld, ik riep den naam Mireille uit en opende mijn armen om dat zoo betreurd en nu teruggevonden kind aan mijn hart te drukken. Herinnerde zij zich den vader die „haar op zijn knieën Het springen ea zelf klein werd met zijn klein en lief kindje? Toen ik haar naam bijna schreeuwend had uitgesproken, vloog ze naar me toe, en zij lag in mijn ar men... teeltvergunning van de L.CO. heeft ontvangen. Wanneer méér haver Het is ons bekend, dat de beper king van'de haver vooral in de zand streken tengevolge zal hebben, dat niet de normale oppervlakte haver kan worden uitgezaaid. Hlerbjj mag de landbouwer niet vergeten, dat haver voor onze volksvoeding niet het meeBt aangewezen gewas is. Bovendien Is haver op deze gronden niet het eenige gewas, dat met kans op behoorlijk succes kan worden geteeld. Daarom zullen de plaatselijke pro ductiecommissarissen, die door de L.C.O. bjj de beoordeeling van een aanvrage om meer haver te mogen verbouwen worden gehoord, ook niet op de eerste plaats uitgaan van de in de vorige jaren verbouwde op pervlakte, maar slechts dan een grootere oppervlakte haver goed keuren, wanneer vaststaat, dat haver de eenige teelt is. welke met succes kan worden verbouwd. Groen voedergewassen. b. De groenvoedergewassen, waar onder hier zijn te verstaan mangels en voederbieten, koolrapen, land- bouwwortelen, gele wortelen, klaver lucerne en eventueel andere groen te oogsten gewassen, zooals groene mais, merg- en voederkool, kunst weiden e.a., zijn in hun geheel be perkt tot de oppervlakte, welke in 1940 met deze gewassen beteeld was. De landbouwer is binnen deze be perking vrjj in de keuze van de ge wassen. Wanneer hjj, om een voor beeld te noemen, in 1940 verbouwd heeft 50 a. mangels, 25 a. koolrapen, 1 h.a. klaver, 25 a. kunstweide, heeft hjj ook dit jaar recht op 2 ha. groenvoedergewassen. Hjj behoeft zich echter wat de afzonderlijke ge wassen betreft, niet te houden aan de oppervlakte van 1940, m.a.w. hjj Is vrij om b.v. zijn toegestane 2 h.a. geheel met voederbleten te telen of de voederbleten geheel weg te laten en 2 h.a. klaver aan te houden of op zijn 2 h.a. groenvoederge wassen te verbouwen, die hij het vorige jaar niet verbouwd heeft, b.v. groene mals, lucerne, landbouw- wortelen, of merg- en "voederkool. Bovendien kan hij deze'gewassen naar eigen keuze verbouwen op het oude bouwland, dan wel op het ge scheurde welland. Volgens de gegeven bepalingen zouden zuivere graslandbedrijven, die tot scheuren van grasland over gaan, geen recht hebben op den verbouw van groenvoedergewassen, daar zij die ook in vorige jaren niet verbouwden. Dit zou onbillijk zijn en daarom is bepaald, dat voor deze bedrijven kan toegestaan worden, dat een oppervlakte van ten hoogste 4 are, voor elke bij de December telling 1940 op het bedrijf aanwezige melk- of kalfkoe, mag worden be teeld met mangelwortel8, koolrapen (of andere groenvoedergewassen). Hierbij wordt rékening gehouden met de mogelijkheid ook op andere wijze (door inkuilen of drogen van grap, betere hoolwlnning enz.) het benoodigde veevoeder te winnen. Wanneer hierdoor mede Id het tekort wordt voorzien, wordt van zelfsprekend een kleinere opper vlakte toegewezen. Voor deze be drijven is eveneens een teeltvergun ning noodig. De plaats van de terechtstel ling op den Goeden Vrijdag lag aan den grooten weg naar Jeru salem. Vele vreemdelingen kwa men voorbijze zagen de toe- bij was. kon ik de verklaring van dit alles geven. Wat een edele gevoelens bezielen deze dames 1 Welke liefhebbende en genegen moeders heeft mijne dochter in haar gevonden 1 De oudste, mejuffrouw Irene, is on- geveer vijftig. Zij is wel nooit schoon geweest, zelfs niet in hare jeugd maar wat een voornaam uiterlijk, wat een Erjn voorkomen. Ik heb me afgevraagd hoe het komt dat zij niet in het huwelijk getreden is? Ik sia er verbaasd over dal zulke be koorlijkheid in dit kasteel is verborgen gebleven. Er moet wel een geheim zijn in dat leven dat uiterlijk zoo kalm is. Indien zij hadt kunnen zien hoe hare oogen grooter werden hoe klein hare lippen beelden toen ik van den terug keer van Mireille naar Peilrac sprak, dan zoudt ge, evenals ik, uw hart vast gehouden hebben bij de droefheid die op dat gelapt te lezen stond. En dat is wat mij op het oogenbiik hindert. Ik beloofde Mireille bij haar te iaten blijven tot Mei, omdat zij dan hare eerste H. Communie doet. Maar dan zal ik moeten vertrekken. Alleen die gedachte doet me pijn. Ik kan Mad. Kerlan voor al het goede dat zij aan mijne dochter gedaan heeft eenige vergoeding schenken doorvoor hare kinderen een huwelijksgift vast te leggen. Maar hoe zal ik haar, met hare zoo gevoelige natuur, mijne dankbaar heid toonen, zij die geen oogenbiik ge aarzeld heeft een onbekende vondelinge ais hare dochter aan te nemen Door haar de lievelinge weg Ie nemen... ik wil aan die scheiding niet meer den. ken, zij ontroert mij nu reeds op bui. (ongewone wijze. Ik zal dus eenige maanden in Bre lagne doorbrengen: ik zal te Pont Scorff gaan wonen: het kleine stadje een paar kilometer van het kasteel. Ik zal paar- schouwende menigte en daar boven drie levende menschen aan kruisen. Misschien hebben ze even verbaasd gestaan over de rustige waardigheid 'van Hem, die in het midden hing. Toen liepen ze verder, want ze wisten niet beter. Thans, negentienhonderd jaar na dien Goeden Vrijdag, ont moeten we Calvarië op alle wegen van ons leven. En... we weten wèl beter. Het kruis met de twee rechte balken zal eeuwig blijven staan, terwijl de wereld voorbij gaat. Het is het teeken van ons geloof, het bewijs van onze uit verkiezing tot den hemel. Het kruis is de stille getuige van ons huiselijk leven, het heeft de eere plaats in onze scholen, op vele plaatsen hangt het in onze fa brieken of staat het op de kruis punten van de wegen. Het kruisje hangt in het kinderwiegje, wordt op het voorhoofd geteekend, het zegent ons voedsel, we nemen het mee in de doodskist, het siert ons graf. Dit zelfde kruis van iwee rechte balken zal op het einde der tijden verschijnen op de wolken van den hemel, om alle stammen en talen en iedere ziel afzonderlijk te oor- deelen. Wanneer wij dan leven in de schaduw van het kruis, is het kruis dan voor ons een teeken van uitverkiezing of van veroor deeling? Komt, gaat opnieuw mee naar Calvarië komt en ziet. Komt alle kinderen van Abraham, komt naar Calvarië. Ziet op naar Jezus aan het kruis Onmenschelijk is Zijn ge laat verwrongen, zijn gestalte heeft niets menschelijks meer zonder gestalte of luister, waar we naar opzienzonder gratie, die ons behaagt. Veracht, en door de menschen verstooten, Man van smarten, met lijden bezocht: Voor wien wij ons het gelaat bedekken, Dien wij versmaden en verachlen. Wij willen niet bekennen, dat wij verbetering r.oodig hebben. Wij zijn tevreden met onszelf. Wij meenen, dat wijzelf degelijk en sterk genoeg zijn. Wij willen niet verder denken aan onze eigen zelfzucht. Onze ziel heeft geen verdere behoeften dan een paradijs van weelde, gemak, aan zien en eigenzinnigheid. Wij willen den ernst van onzen toe stand niet inzien. Zooals de Pharizeeën, die spotten met Jezus' lijden. Ze waren achteroverge slagen in den Olijihof door één enkel woord en nu roepen zij „Wanneer je onze bevrijder bent, red dan je zelf. Die kleinzielige menschen begrepen niet dat er hoogere dingen bestaan dan het redden van zichzelf. De mensch kan sterk zijn door het dragen van verantwoordelijkheid, door het gehoorzamen door het opof feren. Jezus leek zoo machteloos tegenover Zijn vijanden. zijn dikwijls het gevolg van kouvatten. Goed trans pireeren en "AKKERTJES" nemen, helpt U altijd snel, goed en zeker er van af! Door hun bijzondere sa menstelling bevorderen immers "AKKERTJES" niet alleen het transpireeren, maar verwijderen tevens de stoffen, die de aan doening veroorzaken. Zij werken direct pijnstillend. Op elk "AKKERTJE" staat'» Akker-merk: Uw garantie! Let U daarop vooral en laat U toch géén waarde- looze namaak of imitaties aanpraten die niet helpen. tegen pijnen,hoofdpijn,koorts,kou 13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers Nadat die eerste ontboezeming voor-den en rijtuigen laten komen om den afstand die mij van mijneMireille scheidt af te korten. Zij blijfi te Montscroff zooals ik aan mejuffrouw Paula beloofd heb. Omtrent de ontvoering van mijne lieve dochter te Peilrac, kan ik u noggeene bizonderheden mededeelen: Mireille zegt er volstrekt niets van. Misschien dat zulks later opgehelderd wordt. Daar slaat middernacht: ik ga dezen langen brief eindigen want ik moet er nog een klaar maken voor mijnheer der Rouilteau w en ik groote dankbaarheid verschuldigd ben, en dan een beetje gaan ruste. hoeveel nachten heb ik slapeloos do -gebracht I Al ben ik - seds treurig, het is toch niet meer z<»o erg als vroeger: een zonnestraal is in mijn duisteren nacht doorgedrongen n ik zegen dit ochtend licht dat de goede God in zijn onein dige goedheid «»p mijn ellendig leven wil doen schijnen O Marie, lieve bloem, al te vroeg geknakt, welk geluk zouden wij nu ge smaakt hebben... Beste vrienden, weldra zend ik nieuwe bijzonderheden. Wie zou gezegd hebben dat, bij het verlaten van uw schoon eiland als een wanhopige, ik in Frankrijk dat lieve kind zou terug vinden 1 Ik omhels uwe lieve kleintjes. Zeg hun welke lieve vriendin zij toekomend jaar te Peilrac zullen vinden. Mijn har telijkste groeten aan mevrouwen aanu. HOOFDSTUK II. EEN WEINIG OPHELDERING AAN EEN DONKEREN HEMEL. Eenige dagen na zijn aankomst op de Magnolias, had de graaf de Peilrac zich te Pont-Scorff gevestigd. Een huis uit Lorient had de groote en vroolijke woning rijk gemeubeld. Roger had met rijn kunstzigen smaak op alles een oog gehouden en geen kosten ontzien: moest hij de kleine weergevonden koningin En toch, Hij draagt ónze kwalen, En torscht onze smarten Maar wij beschouwen Hem als een melaatsche, Geslagen, vernederd door God. Wij, kinderen van Adam, voelen ook zoo dikwijls Gods opper heerschappij als een ondragelijke lastwe meenen vrij te zijn, wanneer we onze eigen driften volgen. Het eigen bestaan kan zelfs ooit drukkend zijn, de mede- mensch hindert ons eigen ik, het vleesch staat op. Nee, nee, we willen geen zonde, we willen niemand kwaad doen, maar toch... alles staat ons tegen. Wat zal ons redden Kleingeloovige, komt mee naar het kruis. Heb je nog tegenzin in het dienen van Qod, wanneer je Jezus ziet sterven, onder zooveel lijden? Om ónze zonden wordt Hij 'doorboord, Om ónze misdaden wordt Hij gebroken Op Hem rust de straf, ons ten heil, Door Zijn striemen komt óns genezing. Zeker, wij zijn allen ooit ver loren zonen geweest. Want door Adam's opstand waren wij allen als opstandelingen geworden tegen God. Maar aanstonds na de zonde kwam de goddelijke Vader ons reeds tegemoet. We mochten weer terug in het Vader huis. Niet langer zou God ons vreemd zijn, nee, wij worden be handeld als Zijn zoon. Als schapen doolden wij allen rond, En ieder van ons ging zijns weegs Maar Jahweh Iaat Hem ontmoeten Ons aller schuld. Het kruis moet ons allen een gevoel van opluchting geven, het kruis is onze bevrijding. Want Jezus is onze Middelaar. Maar om des te'inniger met het kruis vereenigd te worden, zullen wij niet in een woning die haar waardig was, ontvangen Mireille had hare kamer, waarvan zij gebruik kon maken, wanneer zij bij haar vader bleef middagmalen en het te laat zou zijn in deze korte dagen naar Montscroff terug te keeren. Hij had die kamer met meubelen en snuis terijen gesierd welke de vreugde zijn van een kind. Speelgoed ontbrak ér niet: het was al zoo lang geleden dat hij iets aan zijn klein mei6je had kun nen geven. Toen dan ook Mireille hare kamer den eersten keer zag, uitte zij een kreet van verwondering en richtte hare schreden terstond naar eene mooie pop welke in een Ieunstoeltje gezeten was, dicht bij een klein aardig wiegje. Hoe hartelijk bedankte zij haar vader 1 Het kind was nu in het zwart ge kleed en was naar Pont-Scorff geko men in gezelschap van hare gouver nante om er den dag door te brengen. Yvonne maakte van hare vrijheid gebruik om hare moeder te bezoeken, welke zich sedert haar vertrek zoo eenzaam gevoelde. Mireille ging de kamers bekijken, en stond verwonderd bij al de schoone zaken welke tot hunne versiering in niet geringe mate bijdroegen. Ook bloemen maakten het huls nog aange namer en levendiger. O vader, zeide 2ij, wat hebt ge alles mooi in orde gebracht! Mama die veel smaak heeft, zou het niet beter gedaan hebben. Het was de eerste keer zoete naam, die hem de eigenlijke moeder herin nerde,. Roger eenigszins bedroefde. Noem je mejuffrouw de Montscroff dus altijd zoo vroeg hij, terwijl een droevige trek op zijn gelaat verscheen. O ja, want zij heeft mij als dochter aangenomen.

Peel en Maas | 1941 | | pagina 5