TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
AKKERTJES
De Goede Week
FEUILLETON.
De vondelinge
Teeltplan
Akkerbouw 1941.
De offerende wil
Zaterdag 5 April 1941
Twee en Zestigste Jaargang No 14
WITTE DONDERDAG
en GOEDE VRIJDAG
met hun indrukwekkende
ceremoniën der H* Kerk.
Witte Donderdag.
Met een gemengd gevoel van
droefheid en vreugde herdenkt
de Kerk op Witten Donderdag
de instelling van 't Allerheiligste
Sacrament.
In 't witte kleed der vreugde
treedt de dienstdoende Priester
heden voor 't feestelijk gesmukte
altaar, om, ter gedachtenis van
Jezus' lijden en dood, dit Offer
des Kruises op onbloedige wijze
te hernieuwen.
Terwijl de blijde tonen van 't
„Gloria" gevoelens van dankbare
vreugde wekken in de harten der
geloovigen, dreunt het orgel,
rinkelen de altaarschellen en ver
konden de klokketonen wijd en
zijd de blijdschap van 's Heeren
volk. Doch als rouwde Haar deze
luidruchtige uiting van niet te
bedwingen vreugde zwijgen na
dezen lofzang orgel, altaarschel
len en klokken, ten teeken van
stomme smart.
In deze H. Mis consacreert de
Priester twee groote hostieën.
Eene van deze wordt bij de
Communie in een kelk gelegd,
en, na de H. Mis, in plechtige
processie met licht en wierook
naar een rijkgesmukt zij-altaar
overgebracht en daar ter aanbid
ding uitgesteld.
Geheel ten onrechte wordt
deze rustplaats het heilige Graf
genoemd. Christus is immers
niet op Donderdag, maar op
Goeden Vrijdag gestorven en be
graven.
't Is, om Jezus eerherstel te
geven voor al de oneer, Hem
aangedaan door de velen, die
zijne wezenlijke tegenwoordig-
heid in 't H. Sacrament des
*'-1. Altaars durven loochenen, dat
Jezus' getrouwen het zich ten
plicht rekenen geruimen tijd in
aanbidding door te brengen ,'oor
den verborgen verlosser.
Goede Vrijdag.
Wel mag hij goed genoemd
worden de dag, waarop de Hei
land door zijn kruisdood ons het
leven gaf. Toch wekte hij geen
jubel in ons hart, iraar rouw,
diepe rouw. Het is immers de
sterfdag van onzen lieven Jezus,
en onze zonden zijn de beulen
van den menschgeworden God.
Hoe droevig is het in onze
kerken Geen klokketonen roepen
ons naar 's Heeren huis. Somber
zwijgend haasten zich de geloo
vigen kerkwaarts, als gingen zij
een groote doode ten grave dra
gen.
In de kerk stemt alles, alles
tot droefheid. De altaren zijn van
alles ontdaan. Op 't hoofdaltaar
staat het tabernakel open. als
ware de Heiland'en met Hem
j het leven uit onze Heiligdommen
gevloden. Het kruis, bedekt met
het paarse boetekleed, rust tegen
het geopende tabernakel.
In 't kleed der rouwe treedt
de priester voor 't altaar. Plat
valt hij met de dienaren ter aarde
neder en aanbidt in stilte den
gekruisten God-Mensch.
Na 't zingen van eenige pro
fetieën en treurzangen wordt het
lijdensverhaal gezongen volgens
den H. Joannes, den oog- en
oorgetuige van Jezus'bitter lijden
en wreeden dood.
Dan bidt de priester, in naam
der Kerk, voor alle menschen op
aarde. Voor allen toch is Jezus
gestorven aan 't kruishout, voor
allen bad Hij met stervenden
mond.
Dan volgt de indrukwekkende
kruisvereerir.g.
Staande aan de epistelzijde,
gekeerd naar het volk, ontdekt
de priester het kruis een weinig
van boven, en zingt plechtig
„Ziet het hout des kruises".
„Waaraan heb heil der wereld
gehangen heeft", vervolgen de
dienaren van den priester, en in
tonen, die ons dwingen op de
knieën te vallen, zingt het koor:
„Komt, laten wij aanbidden."
Op de trappen staande gekeerd
naar het volk, dat in ademlooze
stilte deze plechtigheid gadeslaat,
ontbloot de priester den rechter
arm en het hoofd van den Ge
kruiste, en noodigt op gelijke
wijze ter aanbidding uit. Allen
knielen neder en vereeren het
Kruis, waaraan het Heil der wereld
hing.
In het midden des altaars ge
komen, ontdekt de priester het
geheele kruis en zingt ten derde
male „Ziet het hout des kruises."
„Waaraan het heil der wereld
gehangen heeft," antwoorden de
dienaren.
„Komt, laten wij aanbidden
herhaalt het koor. En ten derden
male knielen allen neder vódr
den Gekruiste op Golgotha.
Dan daalt de priester met het
ontbloote kruis de trappen af,
legt het op een kussen^neder,
ontdoet zich van zijn schoeiseler,
drukt, na driemaal geknield te
hebben, een warmen kus op de
voeten van den Gekruiste.
Op gelijke wijze komen ook
de anderen den Heiland veree-
n.
Middelerwijl zingt het koor de
treffendste treur- en smeekge
beden.
Dan gaat de priester naar de
plaats waar Jezus rust er. brengt
de H. Hostie over naar '(hoofd
altaar, terwijl het koor het zege
lied des kruises, het Vexilla
Regis zingt.
Niet om het hoogheilig Mis
offer op te dragen, maar om, na
eenige voorbereidende gebeden,
de H. Hostie te nuttigen, bestijgt
de priester het altaar.
Op den dag waarop Jezus het
bloedig Offer des Kruises vol
trok, wordt het onbloedige niet
opgedragen.
21
Maar toen zij zag dat de graaf niet
geheel en al deelde in hare begees
tering, werd zij stiller en scheen blijde
toen Paula haar zeide:
Breng je vader naar de roode
kamer, Mireille.
Is dat de zijne, mama?
Ja I
Paula kon niet verhinderen, dat ze
kleurde bij dat zoete woord waarvan
ze zoo veel hield. Was het geen bit
terheid voor den graaf wanneer hij het
kind dat hoorde zeggen, terwijl £e
echte moeder nauwelijks in haar graf
rustte
Roger scheen het niet kwalijk te
nemen.
Roger haastte zich zijn vrienden al
zijn indrukken mede te deelen.
Kasteel de Montscorff, 28 Nov. 18...
Ik heb haar teruggevonden, beste
vrienden. Het is nutteloos, nietwaar, U
mijne gevoelens uit te drukken, welke
mijn hart vervullen, gij begrijpt deze.
Ik heb mijn kleine Mireille terugge
zien. Hare kinderlijke trekken zijn ge
durende deze zes jaren niet veranderd
en mijne armen hebben zich wijd ge
opend om haar te ontvangen. O, welke
oogenblikken 1 Wat hebben zij veel
leed en wanhoop goed gemaakt.
Ik wil U, volgens mijne belofte, alles
van deze reis mededeelen In den
wagen die me zoo alleen en verlaten
naar Bretagne voerde, had ik mij in
gebeeld dat de halsketen mijne dochter
wellicht was ontnomen en aan een
ander kind gegeven.
Nadere uiteenzettingen
ten aanzien van de be-
palingen.
Naar aanleiding van het feit, dat
nog niet iedere landbouwer op de
hoogte is van de bepalingen van het
Teeltplan Akkerbouw 1941, heeft het
A.N.P. zich met het Departement
van Landbouw in verbinding ge
steld.
Van offlcleele zflde werd hierom
trent het volgende medegedeeld
Voorop dient te worden gesteld,
dat in het teeltplan slechts sprake
is van hoofdgewassen, de teelt van
etoppelgewassen is geheel vrgge.
laten. Uit den aard der zaak brengt
dit mede, dat door de overheid geen
garantie kan worden gegeven, dat
stoppelgewasseD, welke in 1941 ge
zaaid worden om eer3t in 1942 hun
volle opbrengst te geven, zooals b.v.
roode klaver, ook In 1942 in hun
geheel zullen mogen worden aange
houden. Dit hangt vanzelfsprekend
af van de omstandigheden.
Volgens het teeltplan 1941 kan
men de gewassen onderscheiden in
drie groepen
De gewassen, waarvan de teelt
verboden is.
b. De gewassen, waarvan de teelt
beperkt is.
De gewasseD, waarvan de teelt
onbeperkt ia toegestaan.
Verboden gewassen,
De verboden gewassen zijn: kar-
wjj, blauw maaniaad, geleen bruine
mosterd, spelt en evene.
Beperkte teelt.
De gewassen,"; waarvan de teelt
beperkt is, xfln
a. HAVER. De oppervlakte hier
van is voor elk bedrfjf beperkt tot
het gemiddelde ODpervlak, dat in de
jarefa 1938 en 1939 met dit gewas
was beteeld. Waarbij echter de op
pervlakte niet grooter mag zijn dan
15 pet. van het totale bouwland (het
gescheurde grasland inbegrepen).
Wanneer iemand in 1938 b.v. heeft
verbouwd 3 H A. haver en in 1939
4 H.Adan is het gemiddelde 31/,
H.A. Heeft hfl in 1940 In totaal 20
H.A. bouwland (gescheurd grasland
er b(j gerekend) bebouwd, dan zal
hfi mogen verbouwen 15 pet. van 20
H A. of 3 H.A. haver.
Voor bedrijven, waar normaal
handelsgewassen als karwij, bruine
of gele mosterd of blauwmaanraad
werden geteeld, mag de oppervlakte
welke in 1940 met deze gewassen
beteeld was, medegerekend worden
voor het bepalen van de oppervlakte
haver in 1941.
Echter mag hierdoor "de 15 pet.
niet worden overschreden. Een be
drijf b.v. met 40 H.A. bouwland, dat
In 1938 en 1939 in doorsnee 4 H.A.
haver verbouwde en in 1940 even
eens 4 H,A. handelsgewassen ver
bouwde, mag nu geen 8 H.A. haver
verbouwen, doch slechts 15 pet. van
40 H.A. of 6 H.A.
Op gescheurd grasland, waarvan
vóór 21 Januari 1941 aan de L C O.
opgave Is gedaan, mag echter vol
gens een vroegere publicatie (27
September 1940) onbeperkt haver
of bleten worden verbouwd. Hier
voor is echter een vergunning noo-
dlg van de LC.O.
Werd echter na 21 Januari 1941
opgave gedaan, dan geldt de bepa
ling, dat slechts de gemiddelde op
pervlakte haver van 1938 en 1939
mag worden verbouwd, wanneer deze
ten hoogste 15 pet. van het bouw
land bedraagt.
Het verbouwen van een grootere
oppervlakte haver dan hierboven
genoemd, mag slechts geschieden
wanneer de verbouwer hiertoe een
Maar nauwelijks had ik Mireille ge
zien of mijne oogen en mijn hart deden
mij mijne dwaling inzien.
Ik ben het eerst naar het raadhuis
van Kerentrich gegaan. De maire
maakte mij duidelijk dat het gevonden
kind niet bij «Mad. Kerlan';kon blijven,
want zij had het bijna stervend aan
den voet van het kruis opgenomen De
verschikkelijke bloedarmoede verelschte
vooral lucht en rust in een stille om
geving.
Zoo kwam het dat Dr. Coulan aan
de dames Montscorff dachtzij bewonen
een goed niet ver van Cleguer, een
kleine gemeente in de buurt van
Lorient.
Zij hebben Mireille gaarne opgeno
men en daar zou ik haar terugvinden.
Toch wilde ik eerst Mad. Kerlan be
zoeken die te Kerentrich woont, om
haar mijne groote dankbaarheid te
betuigen.
Zij bewoont een klein vriendelijk huis
waarin orde en smaak bijna volmaakt
zijn. Ik werd er ontvangen door een
lieve jonge vrouw. Nauwelijks had ik
haar eenige vragen gesteld, of zij riep
uit
U is de vader van Mireille
Waarom veronderstelt u dat? vroeg
ik haar, een beetje angstig, want haar
antwoord kon wellicht den twijfel dien
ik nog had, doen verdwijnen.
Het kind lijkt treffend op u, mijnheer!
Vooral uwe oogen zoo lichtend en
toch zoo donker zijn de hare.
O madame, riep ik uit, u kunt u
niet voorstellen hoe goed mij uwe
woorden doen.
Ik verhaalde mijne moeilijkheden.
Hare kinderen kwamen vervolgens
binnen, twee lieve kleinen, met lachen
de oogen.
Het deed me goed met hen te kun
nen praten over degene welke zij nog
hun zusje noemden. Zij zal bewijzen
dat zij dezen titel verdient door voor
ihun spaarpot te zorgen,
j Ik nam afscheid van het goede
vrouwtje, bedankte haar nogmaals uit
geheel mijn hart en beloofde haar met
Mireille terug te komen.
Ik haastte mij naar Montscorff. Wel
dra zag ik de torentjes van het kasteel
door de naakte groote hoornen van het
park. Ik stuurde den koetsier heen, en
ging door een laan, welke aan beide
zijden bezet was met prachtige magno
lias. De lange bladeren van een schit
terend goene kleur zijn goed bestand
tegen de kou en verhoogen nog hun
glans.
Voor het kasteel waren bloemperken
aangelegd, waarop chrysanthemums
stonden die in prachtige kleuren hun
schoonheid deden bewonderen. In het
midden een fontein, die hare stralen
in de zon deed schitteren. Deze woning
met hare groenende balcons, hare
bloemperken en het opspuitende water
en het marmeren bassin deden mij
denken aan ons domein.
Een jong meisje, dat de gouvernante
van Mireille bleek te zijn, deed open
Toen ik den wensch te kennen had
gegeven, dat ik de dames de Monts
corff wilde spreken, leidde ze mij in
een salon. Nauwelijks was ik daar of
er ging een deur open - Mireille
schitterend, schoon en gezond, stond
voor mij 1
O mijne vrienden, hoe zal ik u be
schrijven hoe ik op haar aanvloog Ik
vergat alles, mijne komst in dat on
bekende vertrek, de dames welke ik
nauwelijks had gegroet, aan wte ik de
reden van mijn komst nog niet had
medegedeeld, ik riep den naam Mireille
uit en opende mijn armen om dat zoo
betreurd en nu teruggevonden kind aan
mijn hart te drukken.
Herinnerde zij zich den vader die
„haar op zijn knieën Het springen ea
zelf klein werd met zijn klein en lief
kindje? Toen ik haar naam bijna
schreeuwend had uitgesproken, vloog
ze naar me toe, en zij lag in mijn ar
men...
teeltvergunning van de L.CO. heeft
ontvangen.
Wanneer méér haver
Het is ons bekend, dat de beper
king van'de haver vooral in de zand
streken tengevolge zal hebben, dat
niet de normale oppervlakte haver
kan worden uitgezaaid. Hlerbjj mag
de landbouwer niet vergeten, dat
haver voor onze volksvoeding niet
het meeBt aangewezen gewas is.
Bovendien Is haver op deze gronden
niet het eenige gewas, dat met kans
op behoorlijk succes kan worden
geteeld.
Daarom zullen de plaatselijke pro
ductiecommissarissen, die door de
L.C.O. bjj de beoordeeling van een
aanvrage om meer haver te mogen
verbouwen worden gehoord, ook niet
op de eerste plaats uitgaan van de
in de vorige jaren verbouwde op
pervlakte, maar slechts dan een
grootere oppervlakte haver goed
keuren, wanneer vaststaat, dat haver
de eenige teelt is. welke met succes
kan worden verbouwd.
Groen voedergewassen.
b. De groenvoedergewassen, waar
onder hier zijn te verstaan mangels
en voederbieten, koolrapen, land-
bouwwortelen, gele wortelen, klaver
lucerne en eventueel andere groen
te oogsten gewassen, zooals groene
mais, merg- en voederkool, kunst
weiden e.a., zijn in hun geheel be
perkt tot de oppervlakte, welke in
1940 met deze gewassen beteeld
was.
De landbouwer is binnen deze be
perking vrjj in de keuze van de ge
wassen. Wanneer hjj, om een voor
beeld te noemen, in 1940 verbouwd
heeft 50 a. mangels, 25 a. koolrapen,
1 h.a. klaver, 25 a. kunstweide, heeft
hjj ook dit jaar recht op 2 ha.
groenvoedergewassen. Hjj behoeft
zich echter wat de afzonderlijke ge
wassen betreft, niet te houden aan
de oppervlakte van 1940, m.a.w. hjj
Is vrij om b.v. zijn toegestane 2 h.a.
geheel met voederbleten te telen
of de voederbleten geheel weg te
laten en 2 h.a. klaver aan te houden
of op zijn 2 h.a. groenvoederge
wassen te verbouwen, die hij het
vorige jaar niet verbouwd heeft, b.v.
groene mals, lucerne, landbouw-
wortelen, of merg- en "voederkool.
Bovendien kan hij deze'gewassen
naar eigen keuze verbouwen op het
oude bouwland, dan wel op het ge
scheurde welland.
Volgens de gegeven bepalingen
zouden zuivere graslandbedrijven,
die tot scheuren van grasland over
gaan, geen recht hebben op den
verbouw van groenvoedergewassen,
daar zij die ook in vorige jaren niet
verbouwden. Dit zou onbillijk zijn
en daarom is bepaald, dat voor deze
bedrijven kan toegestaan worden,
dat een oppervlakte van ten hoogste
4 are, voor elke bij de December
telling 1940 op het bedrijf aanwezige
melk- of kalfkoe, mag worden be
teeld met mangelwortel8, koolrapen
(of andere groenvoedergewassen).
Hierbij wordt rékening gehouden
met de mogelijkheid ook op andere
wijze (door inkuilen of drogen van
grap, betere hoolwlnning enz.) het
benoodigde veevoeder te winnen.
Wanneer hierdoor mede Id het
tekort wordt voorzien, wordt van
zelfsprekend een kleinere opper
vlakte toegewezen. Voor deze be
drijven is eveneens een teeltvergun
ning noodig.
De plaats van de terechtstel
ling op den Goeden Vrijdag lag
aan den grooten weg naar Jeru
salem. Vele vreemdelingen kwa
men voorbijze zagen de toe-
bij was. kon ik de verklaring van dit
alles geven.
Wat een edele gevoelens bezielen
deze dames 1 Welke liefhebbende en
genegen moeders heeft mijne dochter
in haar gevonden 1
De oudste, mejuffrouw Irene, is on-
geveer vijftig. Zij is wel nooit schoon
geweest, zelfs niet in hare jeugd maar
wat een voornaam uiterlijk, wat een
Erjn voorkomen.
Ik heb me afgevraagd hoe het komt
dat zij niet in het huwelijk getreden is?
Ik sia er verbaasd over dal zulke be
koorlijkheid in dit kasteel is verborgen
gebleven.
Er moet wel een geheim zijn in dat
leven dat uiterlijk zoo kalm is.
Indien zij hadt kunnen zien hoe hare
oogen grooter werden hoe klein hare
lippen beelden toen ik van den terug
keer van Mireille naar Peilrac sprak,
dan zoudt ge, evenals ik, uw hart vast
gehouden hebben bij de droefheid die
op dat gelapt te lezen stond.
En dat is wat mij op het oogenbiik
hindert.
Ik beloofde Mireille bij haar te iaten
blijven tot Mei, omdat zij dan hare eerste
H. Communie doet. Maar dan zal ik
moeten vertrekken. Alleen die gedachte
doet me pijn.
Ik kan Mad. Kerlan voor al het goede
dat zij aan mijne dochter gedaan heeft
eenige vergoeding schenken doorvoor
hare kinderen een huwelijksgift vast te
leggen. Maar hoe zal ik haar, met hare
zoo gevoelige natuur, mijne dankbaar
heid toonen, zij die geen oogenbiik ge
aarzeld heeft een onbekende vondelinge
ais hare dochter aan te nemen Door
haar de lievelinge weg Ie nemen... ik
wil aan die scheiding niet meer den.
ken, zij ontroert mij nu reeds op bui.
(ongewone wijze.
Ik zal dus eenige maanden in Bre
lagne doorbrengen: ik zal te Pont Scorff
gaan wonen: het kleine stadje een paar
kilometer van het kasteel. Ik zal paar-
schouwende menigte en daar
boven drie levende menschen aan
kruisen. Misschien hebben ze
even verbaasd gestaan over de
rustige waardigheid 'van Hem,
die in het midden hing. Toen
liepen ze verder, want ze wisten
niet beter.
Thans, negentienhonderd jaar
na dien Goeden Vrijdag, ont
moeten we Calvarië op alle wegen
van ons leven. En... we weten
wèl beter. Het kruis met de twee
rechte balken zal eeuwig blijven
staan, terwijl de wereld voorbij
gaat. Het is het teeken van ons
geloof, het bewijs van onze uit
verkiezing tot den hemel. Het
kruis is de stille getuige van ons
huiselijk leven, het heeft de eere
plaats in onze scholen, op vele
plaatsen hangt het in onze fa
brieken of staat het op de kruis
punten van de wegen. Het kruisje
hangt in het kinderwiegje, wordt
op het voorhoofd geteekend, het
zegent ons voedsel, we nemen
het mee in de doodskist, het
siert ons graf. Dit zelfde kruis
van iwee rechte balken zal op
het einde der tijden verschijnen
op de wolken van den hemel,
om alle stammen en talen en
iedere ziel afzonderlijk te oor-
deelen.
Wanneer wij dan leven in de
schaduw van het kruis, is het
kruis dan voor ons een teeken
van uitverkiezing of van veroor
deeling? Komt, gaat opnieuw
mee naar Calvarië komt en ziet.
Komt alle kinderen van Abraham,
komt naar Calvarië.
Ziet op naar Jezus aan het
kruis Onmenschelijk is Zijn ge
laat verwrongen, zijn gestalte
heeft niets menschelijks meer
zonder gestalte of luister, waar
we naar opzienzonder gratie,
die ons behaagt.
Veracht, en door de menschen
verstooten,
Man van smarten, met lijden
bezocht:
Voor wien wij ons het gelaat
bedekken,
Dien wij versmaden en verachlen.
Wij willen niet bekennen, dat
wij verbetering r.oodig hebben.
Wij zijn tevreden met onszelf.
Wij meenen, dat wijzelf degelijk
en sterk genoeg zijn. Wij willen
niet verder denken aan onze
eigen zelfzucht. Onze ziel heeft
geen verdere behoeften dan een
paradijs van weelde, gemak, aan
zien en eigenzinnigheid. Wij
willen den ernst van onzen toe
stand niet inzien. Zooals de
Pharizeeën, die spotten met Jezus'
lijden. Ze waren achteroverge
slagen in den Olijihof door één
enkel woord en nu roepen zij
„Wanneer je onze bevrijder bent,
red dan je zelf. Die kleinzielige
menschen begrepen niet dat er
hoogere dingen bestaan dan het
redden van zichzelf. De mensch
kan sterk zijn door het dragen
van verantwoordelijkheid, door
het gehoorzamen door het opof
feren. Jezus leek zoo machteloos
tegenover Zijn vijanden.
zijn dikwijls het gevolg
van kouvatten. Goed trans
pireeren en "AKKERTJES"
nemen, helpt U altijd snel,
goed en zeker er van af!
Door hun bijzondere sa
menstelling bevorderen
immers "AKKERTJES" niet
alleen het transpireeren,
maar verwijderen tevens
de stoffen, die de aan
doening veroorzaken. Zij
werken direct pijnstillend.
Op elk "AKKERTJE" staat'»
Akker-merk: Uw garantie!
Let U daarop vooral en
laat U toch géén waarde-
looze namaak of imitaties
aanpraten die niet helpen.
tegen pijnen,hoofdpijn,koorts,kou
13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers
Nadat die eerste ontboezeming voor-den en rijtuigen laten komen om den
afstand die mij van mijneMireille
scheidt af te korten.
Zij blijfi te Montscroff zooals ik aan
mejuffrouw Paula beloofd heb.
Omtrent de ontvoering van mijne lieve
dochter te Peilrac, kan ik u noggeene
bizonderheden mededeelen: Mireille
zegt er volstrekt niets van. Misschien
dat zulks later opgehelderd wordt.
Daar slaat middernacht: ik ga dezen
langen brief eindigen want ik moet er
nog een klaar maken voor mijnheer der
Rouilteau w en ik groote dankbaarheid
verschuldigd ben, en dan een beetje
gaan ruste. hoeveel nachten heb ik
slapeloos do -gebracht I
Al ben ik - seds treurig, het is toch
niet meer z<»o erg als vroeger: een
zonnestraal is in mijn duisteren nacht
doorgedrongen n ik zegen dit ochtend
licht dat de goede God in zijn onein
dige goedheid «»p mijn ellendig leven
wil doen schijnen
O Marie, lieve bloem, al te vroeg
geknakt, welk geluk zouden wij nu ge
smaakt hebben...
Beste vrienden, weldra zend ik
nieuwe bijzonderheden. Wie zou gezegd
hebben dat, bij het verlaten van uw
schoon eiland als een wanhopige, ik
in Frankrijk dat lieve kind zou terug
vinden 1
Ik omhels uwe lieve kleintjes. Zeg
hun welke lieve vriendin zij toekomend
jaar te Peilrac zullen vinden. Mijn har
telijkste groeten aan mevrouwen aanu.
HOOFDSTUK II.
EEN WEINIG OPHELDERING AAN
EEN DONKEREN HEMEL.
Eenige dagen na zijn aankomst op
de Magnolias, had de graaf de Peilrac
zich te Pont-Scorff gevestigd. Een huis
uit Lorient had de groote en vroolijke
woning rijk gemeubeld. Roger had met
rijn kunstzigen smaak op alles een oog
gehouden en geen kosten ontzien: moest
hij de kleine weergevonden koningin
En toch, Hij draagt ónze kwalen,
En torscht onze smarten
Maar wij beschouwen Hem als
een melaatsche,
Geslagen, vernederd door God.
Wij, kinderen van Adam, voelen
ook zoo dikwijls Gods opper
heerschappij als een ondragelijke
lastwe meenen vrij te zijn,
wanneer we onze eigen driften
volgen. Het eigen bestaan kan
zelfs ooit drukkend zijn, de mede-
mensch hindert ons eigen ik, het
vleesch staat op. Nee, nee, we
willen geen zonde, we willen
niemand kwaad doen, maar toch...
alles staat ons tegen. Wat zal ons
redden Kleingeloovige, komt
mee naar het kruis. Heb je nog
tegenzin in het dienen van Qod,
wanneer je Jezus ziet sterven,
onder zooveel lijden?
Om ónze zonden wordt Hij
'doorboord,
Om ónze misdaden wordt Hij
gebroken
Op Hem rust de straf, ons ten
heil,
Door Zijn striemen komt óns
genezing.
Zeker, wij zijn allen ooit ver
loren zonen geweest. Want door
Adam's opstand waren wij allen
als opstandelingen geworden
tegen God. Maar aanstonds na
de zonde kwam de goddelijke
Vader ons reeds tegemoet. We
mochten weer terug in het Vader
huis. Niet langer zou God ons
vreemd zijn, nee, wij worden be
handeld als Zijn zoon.
Als schapen doolden wij allen
rond,
En ieder van ons ging zijns
weegs
Maar Jahweh Iaat Hem ontmoeten
Ons aller schuld.
Het kruis moet ons allen een
gevoel van opluchting geven, het
kruis is onze bevrijding. Want
Jezus is onze Middelaar. Maar
om des te'inniger met het kruis
vereenigd te worden, zullen wij
niet in een woning die haar waardig
was, ontvangen
Mireille had hare kamer, waarvan
zij gebruik kon maken, wanneer zij bij
haar vader bleef middagmalen en het
te laat zou zijn in deze korte dagen
naar Montscroff terug te keeren. Hij
had die kamer met meubelen en snuis
terijen gesierd welke de vreugde zijn
van een kind. Speelgoed ontbrak ér
niet: het was al zoo lang geleden dat
hij iets aan zijn klein mei6je had kun
nen geven.
Toen dan ook Mireille hare kamer
den eersten keer zag, uitte zij een kreet
van verwondering en richtte hare
schreden terstond naar eene mooie pop
welke in een Ieunstoeltje gezeten was,
dicht bij een klein aardig wiegje. Hoe
hartelijk bedankte zij haar vader 1
Het kind was nu in het zwart ge
kleed en was naar Pont-Scorff geko
men in gezelschap van hare gouver
nante om er den dag door te brengen.
Yvonne maakte van hare vrijheid
gebruik om hare moeder te bezoeken,
welke zich sedert haar vertrek zoo
eenzaam gevoelde.
Mireille ging de kamers bekijken, en
stond verwonderd bij al de schoone
zaken welke tot hunne versiering in
niet geringe mate bijdroegen. Ook
bloemen maakten het huls nog aange
namer en levendiger.
O vader, zeide 2ij, wat hebt ge alles
mooi in orde gebracht! Mama die veel
smaak heeft, zou het niet beter gedaan
hebben.
Het was de eerste keer zoete naam,
die hem de eigenlijke moeder herin
nerde,. Roger eenigszins bedroefde.
Noem je mejuffrouw de Montscroff
dus altijd zoo vroeg hij, terwijl een
droevige trek op zijn gelaat verscheen.
O ja, want zij heeft mij als dochter
aangenomen.