TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS AKKSRTJt Het Lybische oorlogsterrein. FEUILLETON. De vondelinge Voor Boeren en Tuinders. in Salomon s zoeklichten Provinciaal Nieuws Zaterdag 22 Februari 1941 Twee en Zestigste Jaargang No 8 ii. De Een bezoek aan Bardia. bevolking van Lybië een staal kaart van rassen en kleuren. Ongeveer half zooveel Joden als Europeanen. Maarschalk Balbo was een humaan be. stuurder. Hoe de Italiaaa- sche macht In Lybië werd ge vestigd. Dat ik de „stad" Bardia heb be zocht, ben ik eigenlijk pas te weten gekomen uit de Britsche overwln- nlngsbericht.en. In den oorlog degra deert een stad tot een onbeteeke- nend dorp, als ze onder den druk der tegenpartij móet worden ont ruimd en een vüli dorp wordt een stad in de oogen van wie het ver meesterden. In werkelijkheid is Bardia een onnoemelijk gat, welke kwalificatie natuurlijk niets afdoet aan de mili taire beteekenls dezer grensveste en de groote doelmatigheid der haven, Heel. Bardia telt nauwelijks twee duizend inwonersde kern der bevol king wordt gevormd door Egyptische Arabieren, die in akelige leeman hutten hulzen, te midden van hun kameelen, ezels en geiten. Gewoonlijk liggen de leemen kotten in groepjes bijeen rond een binnenplaats, waar menschen en dieren het grootste deel van den dag en ook gedurende de meeste intens-warme nachten, tesamen zijndeze binnenplaatsen sijn zeer onwelriekend. Op soortgelijke wijze maar ook wel in barakken en tenten wonen in Bardia (en elders in Lybië) voorts vele Abessinlërs, die door de Italia nen als arbeidskrachten zijn geïm porteerd. De verschillende Arabische volken munten niet bepaald uit door arbeidslust, maar zij kennen onder- llngen naijver, voortspruitende uit tegenstellingen van ras en godsdienst Vandaar dat Abessinlërs in Lybië, waar ze vreemd tegenover de in- heemsche bevolking staan, te waar- deeren arbeidskrachten blijken, zoo goed als de Lybiërs in Abesslnië Door de plaats zwerven voorts nogal wat Bedouïnen (nomaden), die belang hebben bij den trek langs de karavaanwegenvooral des Donder dags, in de uren tegen zonsondergang, komt er heel wat van dat volkje uit de woestijn opzetten om des Vrijdags (den Mohammedaanschen „Zondag") gezamenlijk hun gebeden te kunnen doen. Ze slaan dan aan den buiten kant van de stad hun rommelige tenten op en scheppen aldus tesamen en met hun kameelen, een roeze- moesig, rookerig en kwalijk geurend kampement. Zóó ls Bardia, - uitgezonderd dan een kleine wijk, welke kort aan den rand van de stelle rots is gebouwd, welke de westzijde van de baai be schermt deze wijk dient tot woon oord van de kleine kolonie Italianen burgerlijke en militaire ambtena ren welke in deze onherbergzame woestijnplaats hun moeilijke taak verrichten zonder ander liefs dan de gedachte aan het verlof, dat ze eens in de twee jaren genieten. Overigens moeten ze elkaar maar bezighouden en is de eenlge afwisseling in hun eentonig bestaan het bezoek nu en dan van vrieDden, die ze zich maak ten onder de militairen, welke tot de bezetting behooren van de rondom Bardia in twee gordels gelegen en breed-uit met prikkeldraad versperde betonnen „pillendoozen", of wel in iort Capuzzo, ruim 20 K.M. de woestijn in, aan de Egyptlsch-Lybi- sche grens. Men moet erkennen, dat de Itali- nen zich niet onverschillig hebben betoond ten aanzien van het lot der 14 Maar Indien ik zou sterven, Roger Hij liet haar niet uitspreken. Indien dat gebeurde, geliefde moeder, zou God in Zijne algoedheid mij U niet laten overlevenwij zouden samen heengaan om ons bij de onzen te voegen. En nog eens deed de tijd zijn werk. De jonge graaf nam wederom de pen ophij begon weer te schrijven en als Mevr. de Peilrac soms van huwelijk sprak, toonde hij zich niet meer zoo weigerachtig om dit voorstel te over wegen. «flVanneer ik het gedroomde jonge meisje zal ontmoet hebben moeder, zal ik haar terstond aan u voorstellen. Maak een beetje haast, mijn jongen, binnenkort zal je achtentwintig zijn, en ik verlang ten zeerste dat dit kasteel opgevroolijkt wordt door het gelach van blonde kindertjes, die God je zal schenken. De jonge man glimlachte en voegde er bij: Hebt U maar vertrouwen in nij 1" HOOFDSTUK III. GEDURENDE HET ONWEER. Om zijn werkzaamheden nog uit te breiden, had Roger besloten om een herbarium aan te leggen van bloemen uit dj vlakten der Pyreneën. r* 'herbarium, met smaak en kennis gema«kt, was nu reeds aardig voor zien van zeldzame planten en mooie inboorlingen. Ze richtten zich In hoofdzaak tot de jeugd, voor welke scholen werden opgericht. Men tracht de lnlandsche kinderen ook te orga- niseeren in fascistische jeugdorgani saties en het is eigenlijk een grappig gezicht om de jongens, die zich daartoe lieten overhalen en geen andere kleeding gewend waren dan enkel een soort hemd of nog minder parmantig te zien rondstappen in hun mooie uniform, met hun zwarte snoeten en bloote beenen en -voeten. Maar zoo mooi zijn ze enkel, als er een oefening moet worden gehouden; zoo gauw deze is afgeloopen, gaat het mooie pakje uit en hullen de knapen zich weer in hun zoo-goed- als-nlets. Ik kreeg overigens niet den indruk, dat de volwassen inlandsche bevol king veel op had met de fascistische jeugdbeweging. De inheemsehen van Lybië vormen een nogal bont en voor een belangrijk deel zelfs zwart samenstel van volkeren en rassen, Arabieren, Berbers, Bedouïnen, nergers (Soedaneezen en Senegalee- zen) en Abessinlërs. In de twee voornaamste steden des lands, Tripoll en Bengasi, wonen bovendien vele joden. In heel Lybië wonen naast circa 40 000 Europeanen ongeveer 20 000 Joden. Hun posPIe is er anders dan in Europa; ze zijn eigenlijk inheemsehenin de steden wonen ze meerendeels tesamen in Joodsche wijken, maar hun kleeding en beschaving zijn uEuropeesch". De Joden in Lybië hadden veel respect voor maarschalk Balbo, den onlangs In den oorlog omgekomen Gouverneur. Hij behandelde hen, naar het Joodsche getuigenis, zeer humaan en volgens verscheidene Lybische Joden, met wie ik sprak, zou Balbo op den eisch daartoe van Rome, vierkant geweigerd hebben om de Itallaansche racistische wetgeving in het Lybische generaal gouverne ment toe te passen. Wat daarvan waar is, kan ik natuurlijk niet zeg gen. Om den tegenzin der Lybiërs tegen het Itallaansche fascisme te begrij pen, herinnere men zich, dat Lybië eerst in 1911 door de Italianen op Turkije werd veroverd, dat de Lybiërs tijdens den vorigen wereld oorlog de bezetters tot aan de kust terugdreven en dat eerst in 1930 het verzet der oases Fezzan en Koe- fra werd gebroken. Onder de Turken genoten de Lybische stammen een groote mate van zelfstandigheid. Naar de regelen eener goede volg orde had ik nu eerst wat van mijn bezoek aan Tobrouck moeten ver tellen, maar dat moet nog maar even wachten, nu zoo veler aandacht gericht Is op Bengasi, de hoofdstad van Clrenaica, waar de Eogelschen zjjn binnengevallen. De Britten deden dat van de landzijde, ik viel (ongeveer In de letterlijke beteeke nls des woords) Bengasi van de zee zijde binnen. 't Was op mijn reis met de reeds eerder genoemde Cltta dl Spezla, een passagiersschip, dat tevens voor goederenvervoer was ingericht en In de vóóroorlogsche wintermaanden haast enkel voor vracht- en troepen transport werd gebezigd. Het was voor mij een mooie gelegenheid om aldus enkele kleine plaatsen in Lybië aan te doeD, welke anders onbereik baar zouden zijn. Bijna overal aan de kust dezer Italiaansche kolonie waar een paar huizen bijeenstonden, moest de Cltta dl Spezla vracht afleveren, een bezigheid, welke als ze lukte telkens een paar dagen tijds zou vergen. Maar het lukt in de wintermaanden zelden om van zee uit in verbinding te komen met de Noord-Afrikaansche kustplaatsjes. „Zand, zand, zandNiets dan zandriepen mijn Italiaansche medepassagiers militairen en beambten telkens smalend, terwijl ze me de eentonige zandduinen wezen, welke de woestijn van de zee bloemen. Hij zou ze rangschikken volgens de plaatsen, waar ze groeiden en de jaargetijden, waarop ze hier of daar te voorschijn kwamen. Het zou een plantenkundige aardrijkskunde worden van de streek die hij bewoonde. Mevrouw de Peilrac had met ge noegen deze nuttige en tegelijkertijd aangename afleiding gezien met vreug de stond zij aan haar zoon toe groote tochten te maken die hem nieuwe kracht en moed gaven. Zij spoorde hem zelfs daartoe aan en verzocht hem voor haar die eenvoudige planten mee le brengen, welke zij kon gebruiken om genees middelen te maken en die geschikt waren de kleine ongesteldheden van de armen en ongelukkigen, die zij bezocht, te genezen. Ik heb salie noodig voor mijn aftreksels, en romaryn die een roede balsem zal zijn om wonden of cneuzingen te genezenik hoop dat je een en ander zult meebrengen. U kunt er op rekenen moeder 1 De jonge man ging's morgens vroeg op 't pad. Wat genoot bij in die heer lijke velden, waar de bloemen nog prijkten vol paarlen van den nacht, welke de zon nog niet had opgelost. Naar gelang het jaargetijde, was hij gekleed in linnen of fluweellange slobkousen omsloten zijn krachtige beeneneen Baskische muts dekte zijn weelderig hoofdhaar, opgeruimdheid in zijn oogen en om zijn mondzoo had de jonge graaf een deftig grootsch voorkomen, wanneer hij, de botaniseer trommel op zijn rug, den alpenstok in zijn hand, zich op weg begaf, gevolgd door Topaze, zijn mooien hond met intelligenten kop, wiens witte huid be zaaid was met zwarte vlekjes. En gedurende uren en uren, die hem erg kort schenen, verzamelde hij met onvermoeibaar geduld planten en bloe men zijn vreugde steeg ten top wan neer hij zich beloond zag door de ontdekking van een of andere zeldzame plant. Bij zijn terugkeer in den avond, toonde schelden. Tientallen, honderden kilo meters kan men varen, zonder dat de kust een ander beeld geeft dan golvende zandvlakten, zonder een sprietje groen, zonder een boom, zonder huizen, zonder menschen en zonder vogels. „Ons gunnen ze slechts woestijnen zeiden de Italianen op bittere wjjze. Eenigen hunner waren in Abes- sinlë geweest en ook daar had slechts ontgoocheling hun gewacht. Van de gedachte rgkdommen in den Abes- sijnschen bodem bleek niet veel wezenlijks. Ontginning zou in elk geval schatten gelds kosten en geld zoo zelden mijn medepassagiers had Italië niet. In Londen zat men te wachten, zoo verzekerden ze me, dat men de Britten in Abesslnië noodig zou hebben voor de exploratie van het land, maar dat wachten zou tever geefs zgn. De Italianen wilden slechts steunen op eigen arbeidsvermogen, ook al was het zeker, dat het op die wijze nog tientallen jaren zou duren, eer er winst kwam te vloeien uit het nieuwe bezit. „Italië is arm, de koloniën zijn grootendeels woestij nen de nationale aspiraties zullen (daarom) niet zijn verwezenlijkt voor we Tunis hebben." Aldus mijn zegslieden. Maar daarover later. Ik was in Tripoli scheep gegaan naar Bengasi en de Cltta di Spezia zou er acht dagen over doeD, als alles goed ging. Op het laatste mo ment wilde ik mijn passagebillet nog verruilen voor een op het zuster schip, de Cltta del Mllano, welke een dag later vertrok, maar de reis naar Bengasi in twee dagen zou volbrengen. Maar dat ging niet meer. De Cltta dl Spezla zat al heel gauw In een stevlgen storm. Homs en een paar andere plaatsjes, welke we zouden aandoen, moesten we voorbijvaren, daar er toch geen kans was om verbinding te krijgen met het land. Voor Miserauta echter hadden we een uitgebreide lading cement en ijzer in spoedorders voor militaire werken aldaar en radiotelegrafiach kreeg de commandant order om te wachten, tot het weer de lossing zou toelaten. We gingen ettelijke kilometers uit de kust te anker en daar werden we geschud, één dag, twee dagen, als in een cakewalk, tot alle passagiers en militairen zich als vaatdoeken in hun kool hadden neergesmakt. Mgn eenige genoegen van deze reis was de ervaring, dat ik ook onder de ergste omstandigheden onvatbaar bleek voor zeeziekte. Na twee dagen werd de storm een cycloon, waarvan volgens radio- telegrafische berichten, de kern zich op Sicilië bevond. We moesten de ankers lichten en een toevlucht zoeken op de open zee. Daar hebben we nog drie dagen rondgezwalkt in het meest booze weerhet schip rees en dook telkens zoo hoog en diep, dat de schroef vaak draaide in de lucht, een onaangenaam en eenigszlns beangstigend geluid vooral in den nacht. Tenslotte be sloot de kapitein om te trachten de haven van Bengasi te bereiken. Nou, dat is gelukt, met alle hens aan dek en een stortvloed van Italiaansche schietgebedjes als olie op de kokende golven. De bootslui kregen de Cltta di Spezia keurig gemeerd aan den langen betonnen dam, die er de strooming breekt. Wg lagen aan de eene zijde van dien dam, aan den anderen kant lag de Gicta del Mllano, die twee uren tevoren was blnnengeloopen, maar naar het uiteinde van den dam was gezogen, waar ze nu met zwaren slagzij tegenaan lag. Men was nog bezig de laatste opvarenden langs kabels aan land te trekkenacht militairen waren gedood onder een verschoven lading. De Citta di Spezia was acht dagen over tQd, de Mllano 11 dagen. Over stad en haven den volgenden keer nader. Wordt vervolgd. hij zijn aanwinst aan zijn moeder, die blijde was hem zoo opgeruimd te zien. Dan spoedde hij zich naar den grooten toren, waar hij zijn planten in de pers zette. Op zekeren dag in Mei, toen hij zich tamelijk ver van het kasteel verwijderd had, en hij een vlakte ontdekte, welke hij nog niet onderzocht had, werd hij verrast door een schrikkelijk onweer, zooals die in deze bergachtige streken plotseling uitbarsten. De donder rolde zonder onderbreking, de bliksem was meer dan eens dicht bij hem ingeslagen en had prachtige boomen die hun machtige kruinen nog pas ten hemel verhieven, als speelgoed vernietigd. De hond liep vol angst, met han genden kop en den staart tusschen zijn pooten. dicht bij zijn meester; tever- geefsch trachtte Roger hem gerust te stellenhij rilde over heel zijn lichaam bij elke uitbarsting. De regen begon te vallen, eerst enkele dikke druppelendan gaat het alsof er een wolkbreuk had plaats ge had. Wij zullen een onderdak moeten zoeken, Topaze, riep de graaf uithet zou niet zoo heel aangenaam zijn tot op de huid nat te worden. Hij ging vlug voort en bereikte einde lijk een laan van espenboomen welke naar een aardig kasteeltje leidde. Hij haastte zich het open hek door, stak het grasperk, waarin bloembedjes als met zoovele sterren bezaaid, over en bereikte het bordes van het gebouw op het oogenblik dat de regen met nog grooter massa's uit den hemel viel. De slag die Roger met den klopper op de deur toebracht, was niet malsch. Een dienstmeisje van ongeveer vijftien jaar opende met bevende hand de deur; de angst stond in haar oogen en werd nog vergroot door haar rooden zak doek, dien zij om haar zwarte haren geknoopt had. Ik zou gaarne den bezitter dezer woning spreken, zeide de graaf. j Geen twee vliegen in een klap. Wat is het toch jammer, dat wij met de fosforzuurmeststoffen zoo In de put zitten. Van de voornaamste foaforzuurbron, tevens de voornaam ste kalkbron voor den vaderland- schen cultuurbodem, het slakken- meel, zal nog wel een ietsje, een 20 000 ton tot ons komen (terwgl wij dit schrijven moet van dit Ietsje al iets onderweg zijn) doch wat zegt zoo'n beetje tegenover het verbruik in normale jaren, toen het zoo om en bg de 400 000 ton bedroeg of 70 pet. van ons geheele fosforzuur- gebrulk. Daarnaast staat het feit, dai ook geen superfosfaat meer ge leverd kan worden, dan het heel kleine beetje, dat nog voorradig is. De fabricage staat stop. Daarvan gebruikte men in de laatste jaren ongeveer 170.000 ton of ca. 30 pet. van het fosforzuurgebruik in ons land. Nu dreigt niet alleen het gevaar, dat de bodem te weinig, fosfor zuur krijgt, doch ook dat men tot allerlei min of meer gevaarlijke experimen ten zal overgaan om dit tekort aan te vullen. Wat het eerste gevaar aangaat, dit is, zooals wij reed3 in een vorig artikel opmerkten, niet zoozeer te duchten voor gronden, die voorheen flink met slakkenmeel bemest werden en daardoor een reserve hebben gevormd, waarbjj het fosforzuur zich niet behoefde te hechten aan gzer en alluminium, waarvan het moeilijk is los te maken, doch aan de kalk, die een belangrijk deel van het slakkenmeel uitmaakt. Maar, waar dit niet het geval was en men kalk zal geven (wat door sommigen aangeraden wordt) in de verwachting dat de gzer- en alluml- niumfosfaten over zullen gaan in voor planten opneembare fosfaten, daar zal men bedrogen uitkomen. Ea zeker geen twee vliegen in één klap slaan, zooals men zich voor stelde te zullen doen. Integendeel, hij zal zich op den duur zelf slaan, want als de bodem reeds in een goeden kalktoestand verkeert, kan door verdere kalkgiften het als reserve nog aanwezige fosforzuur zich sterker binden en zich voor de planten moeilijker opneembaar maken. En waar niet voldoende op neembare fosfaten aanwezig zjjn, zal kalk geen losmakende en beslist geen vervangende plaats innemen, zooals enkelen zichzelf en anderen trachten wgs te maken. Het fosforzuurvraagstuk is thans wel eeD belangrijk vraagstuk. Hetls te hopen, dat voor een volgend sei zoen er weer voldoende slakkenmeel te krijgen zal zgn. Wg kunnen er nu eenmaal niet zonder AGRICOLA. Voor den dwaze is kwaaddoen een genot; Voor een man van Inzicht het betrachten van wgsheld. (Spr. 10:23). VENRAY, 22 Februari 1941 Damclub „De Schuivers" Ysselsteyn. De stand Is als volgt: M. Keysers 20 18 1 1 37 Jac. Janssen 21 18 0 3 37 W. Janssen 22 17 2 3 33 Fr. Janssen 22 14 1 7 29 J. Claessen 21 12 0 9 24 J. Kleuskens 20 9 2 9 20 Ant. v. Asten 19 7 5 7 19 H. Arts 21 9 1 11 19 H. Janssen 22 7 4 11 17 A. Winnen 21 6 2 13 14 L. v. Asten 21 7« 0 14 14 G. Verheijea 21 6 1 14 13 J. Vergeldt 20 4 1 15 9 H. Claessen 21 2 1 18 5 Hij is niet hier, stamelde het meisje. Een vreeselijke donderslag deed haar wankelenzij stiet een angstkreet uit, en de jonge man maakte yan dit oogenblik gebruik om met.Topaze de vestibule binnen te treden en de deur dicht te doen. Wees maar niet bang, kind, zei hij: er is volstrekt geen gevaar. Ben je alleen in dit kasteel Neen, mejuffrouw is in het salon; maar zij is zoo bang als ik. Het jonge meisje stopte zich de ooren dicht en verborg zich achter een groo ten palm. Een jonge dame, bleek en blond, wier schoonheid nog verhoogd werd door haar rozekleed, lichte het deurvoor hangsel van de hal op. In hare groote blauwe oogen lag een even groote angst als in die van haar dienstmeisje. Roger boog zeer eerbiedig en bood zijne verontschuldigingen aan dat hij zonder zich te geneeren was binnen gekomen. Dit onweer is er de oorzaak van mejuffrouw. U is van harte welkom op „de Es penboomen", antwoordde zij hem met klankvolle stem, temeer omdat wH heelemaal alleen zijn, hit meisje en ik. En de donder jaagt ons angst aan Een verschrikkelijk gekraak wierp de beide meisjes op een canapé: zij waren heelemaal in de war en de dame des huizes riep uit: Mijn God! heb medelijden met ons!. Dat is het einde, mejuffrouw, zeide de graaf: het onweer trekt af: de regen heeft de lucht vrijgemaakt van de elec- triciteit, die U beangstigt. Gave God, dat U waarheid sprak Werkelijk werd na eenige doffe don derslagen alles rustig. Slechts de regen kletterde nog tegen de ruiten aan. Wil U in het salon komen, mijnheer, zeide de jonge dame. Zij had zich weer geheel hersteld: alleen de bleeke kleur verraadde nog even den angst dien zij uitgestaan had Goed verstaanDe meesten doen geen kwaad. Dat doen alleen kwaad willigen, die ieder weldenkend mensch- verafschuwt en schuwt. Maar velen en het ls geen minderheid, doen kwaad omdat zij in die handellDg hun genot zien. De bevrediging van een of andere hartstocht, waarvan zg veel houden en die zij vertroetelen, is voor hun een genot. Zg zeggen er dan vaak bg „ja maar lk wil geen kwaaddoen, geen denken aan". Zij weten niet vol doende hoe onmogelgk het is in zulk een handeling genot van kwaad (zonde) te scheiden. Hetzelfde zou zijn als men van Iemand een fiets meeneemt, niet om die fiets te stelen maar om er mee naar je werk te gaan en je plichten te vervullen. Deze menschen doen het kwaad om het genot, het geluk dat er in die kwade handeling ligt. Zg verwisselen schgn met werkelijkheid. Zij lacen zich beet nemen door de glans en de schittering, het uiterlgke en aantrek kelijke, terwijl zg moesten bedenken dat er van binnen verrotting en bederf schuilt. Er zit geen diepgang In deze menschen. Zg zgn oppervlak kig, zij denken niet na: zijn onnaden kend. Zij begrgpen den zin niet van het leven: zgn lichtzinnig. Zg werken met slagwoorden, waar- In veel waarheid zit, maar die in hun mond verkracht worden. Wgst men hun op de ernst van het leven; op het gewicht van de christelijke hu welijksbeleving; het herstel van chris telijke gebruiken in het gezin; de noodzakelijkheid van een reine ver- keering voor een gelukkig huwelijk enz., dan hebben zij een slagwoord klaar, hun afweergeschut tegen de ernstige waarheden: Kom, kom, niet zoo somber; wat ben jij zwaar op de hand; je bent maar eens jong; O.L H. is geeD muggenzifter., Allemaal waar Maar O.L.H. Iaat ook niet met zich sollen, dat is óók waar. Hij loont het goede en straft het kwade. Daar kom je niet langs, probeer dat nooit Ook is het waar dat het leven geen fuifpartij, geen pleziertochtje Ia. Je kunt het leven niet doorboemelen en dan ook nog het Paradijs binnen rol len. Het leven is iets zeer ernstig, juist omdat het maar één kans is om gelukkig te worden. Is die kans ver speeld, dan is de pret voor goed Ingekomen en vertrokken personen» Van 7 tot 14 Febr. INGEKOMEN A. A. van den Borst, arbeider Willemstraat 6 van Sevelen Dl. A. H. Arts, zonder beroep, St. Oda- straat 5 van Eindhoven F. B. M. Tangelder, leeraar, Sta tionsweg 2 van Arnhem E. C. A. M. Nocrduijn, zonder ber., Grootestraat 29 van Lochem N. Leeflang, stucadoor, Hofstraat 2a van Rotterdam l. a. Ritzen, verpleegster, van Born (l J. F. H. Voesten, bediende, Hoen derstraat 21 van Hoensbroek VERTROKKEN I. F. Gomman e, verpleegster, naar Maastricht Bru ioelscheweg 212 A. H. Lenssen. arbeider, naar Arcen Kerkstraat C. M. Schachofer, dienstbode, naar Deurne Jhvr. L. F. de Wgkerslooth de Weerdesteyn, verpleegster, naar Nij megen Bijleveld 70 A. M. van Moorse!, dienstbode, naar Deurne L 133 O, ik ben hier heel goed, mejuffrouw, mijn toilet is niet erg presentabel En hij wierp een verlegen blik op zijn natte kleederen. Ik ben werkelijk beschaamd, dat ik genoodzaakt ben mij aldus aan U voor te stellen. fe Hij boog en zeide Ik ben de graaf de Peilrac, ik be woon met mijn moeder het kasteel van dien naam, en ik ben van morgen ver trokken om in deze streken planten te zoeken. Mijn naam is Marie Horman, ant woordde zij met een glimlach ik woon hier bij mijn voogd, mijnheer Kalmas. Nu ze zich aan elkander hadden voorgesteld, gingen de twee jonge lieden zitten, praatten heel opgeruimd, want het onweer prikkelde de zenuwen van mej. Horman niet meer. Roger toonde de aanwinst voor zijn herbarium, noemde ze met hun naam en Marie was erg in haar schik dat zij er ook eenige kende. Op een woord, maar zacht door hare meesteres ingefluisterd verliet het dienstmeisje het salon. Spoedig kwam zij terug met een blad waarop een flesch wijn met twee glazen, en een schaal gebak. De jongelui, die beiden een goeden eetlust hadden, gebruikten opgewekt het vieruurtje en amuseerden zich uit stekend. Roger was nog nooit zoo gelukkig geweest, sedert de droefheid zijn huis was binnengekomen. Hij beschouwde Marie en voelde dat zijn hart zich liet vangen door haar zachte schoonheid en door haar betooverde lieftalligheid, zijn hart dat nooit had lief gehad en dat eindelijk het ideaal vond, dat hij bijna wanhoopte ooit te ontdekken. Sedert een half uur had het opge houden te regenen en toch was hij nog altijd in deze gastvrije zaal, met die eenvoudige en toch zoo aardige meubelen, bij dat jonge lieve meisje dat zich op niets liet voorstaan. Zij liet voorbij en zul je somber zitten te snikken op de ruïne van je levens geluk. Neem het liever hier wat ernstiger om het dan beter te hebben dan nu. Juist de oppervlakkig menach streeft en 3nakt zoo naar geluk en genot. Zorg dan dat je het voor immer krijgt en in overvloed. Zoek je geluk niet in dingen buiten je zelf. Je maakt dan je geluk afhankelijk vaa dingen, die je zeker vroeg of laat ontvallen en dan zit je ongelukkig te kg ken. Richt een paradijs op in het rtjk van je ziel, 3amen met je God. Dan zul je rustig worden en vol tevreden heid zgn. Daarin ligt het geluk hier op aarde. En het is een schoon en heerlijk geluk, een bron van diepe reine levensvreugde. Boor die aan Dan zul je minder droeve morgens hebben en minder vaak roodgeschrei de oogen. Dan hoef je er niet alles op te zetten: je gedachten, je ver langens, je gezondheid zelfs, je eer en goede naam, om een achijngeluk, wat minutengenot na te jagen. Nu jaag je achter het genot en wat geluk ls in je oogen als een vlinder naar het licht. Hg valt ver schroeid neer. Kom tot inkeer. Tot bezinning Tot verdieping. Kom tot nadenken. Een man met Inzicht in het ver gankelijke en glansende van het schijnbaar genotvolle en gelukkige, laat zich niet beet nemen. Zgn ver langens gaan uit boven het stoffelijke en zinnelijke en dat stempelt hem tot 'n idealistisch menBCh. Z'n vreugde is het goed te leven om schoon te sterven en dan ook volop te genie ten van het Algoede en de heerlijke Schoonheid Gods. Hij heeft het beste deel van dit leven verkozen. Hij grijpt de kans aan om gelukkig te worden, wel wetend, dat je het hier toch niet kunt zijn. Hij is ernstig en toch opgewekt en vol moed, om dat zooveel hem wacht. Hg tilt de dingen naar hun gewicht: zgn ze zwaar dan wegen zij bij hem zwaar, zijn ze licht dan wegen ze niet veel. Hij kent het gewicht en de waarde der dingen. Hij overschat ze niet, maar hij onderschat ze ook niet. Hij heeft nagedacht: hij ls een naden kend, een wijs man. Tevreden en vol vreugde om het geluk, dat hem tegenlacht. S.L. zijn dikwijls het gevolg van kouvatten. Goed trans pireeren en "AKKERTJES" nemen, helpt U altijd snel, goed en zeker er van af! Door hun bijzondere sa menstelling bevorderen immers "AKKERTJES" niet alleen het transpireeren, maar verwijderen tevens de stoffen, die de aan doening veroorzaken. Zij werken direct pijnstillend. Op elk "AKKERTJE" stact't Akker-merk: Uw garantie! v Let U daarop vooral en j laat U toch géén waarde- looze namaak of imitaties aanpraten die niet helpen. tegen pijnen,hoofdpijn,koorts,kou 13 stuks - 12 stuivers: 2 stuks - 2 stuivers hem raden, wat zij dacht en voelde evenals hij in dat gesprek over de natuur, die zij bewonderde evenals hij. Hij was dan ook uiterst blij toen zij een rijtuig hoorde, en hem zeide Daar is mijn voogd, ik zal U aan hem voorstellen. Zoo kon hij haar nog wel terugzien. De heer Kalmas was een grijsaard zijn dik haar was wit als sneeuw en uit zijn oogen blonk niets dan goed heid. Hij dankte Roger dat hij zijn pleegkind had gerust gesteld. Marie is zoo zenuwachtig, zeide hij, dat zij er ziek van had kunnen worden. Stelt U in mijn plaats, beste vriend zeide zij, ietwat pruilend. U waart met Vincent weggegaande keukenmeid was naar het dorp, en wij waren alleen hier gebleven En het was toch niet geruststellend den donder zoo ver schrikkelijk te hooren rollen en die b iksemschichten de lucht te zien door- klieven. Die moet zeker wel op ver schillende plaatsen zijn ingeslagen. Ik heb hem driemaal zien inslaan voor dat ik hier aankwam, zeide Roger. En ik eveneens van uit het kasteel van mijn vriend, waar de regen mij op hield, voegde de heer Kalmas er bij, ®n wen te£©n mijn zin, dat verzeker ik U. Ik dacht wel zeker aan je eenzaam- neia, en ik vreesde maar al te zeer voor je angst, want Lore is zoo dapper als jij. Hij lachte luidkeels en de anderen met hem. ,.£n. ik vonl) i° W8er> terwijl ie vroolijk keuvelt en koekjes eet. Wij moesten ons wel versterken na zulke ongerustheid, zeide zij lachend. Wq zullen nu een glas drinken op het einde van het onweer, indien U will. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1941 | | pagina 5