TWEEDE BLAD \AN PEEL EN MAAS
ABDIJSIROOP
FEUILLETON.
De vondelinge
Ons weekpraatje.
Provinciaal Nieuws
ül^aterdag 15 Februari 1941
Twee en Zestigste Jaargang No 7J
Eim
Heer Het Lybische
Jgeigi
oorlogsterrein*
i,
epara
Een onzer bqzondere mede-
A, werkers maakte in de maanden
welke onmiddellijk aan den
oorlog voorafgingen, een reis
door Noord.Afrika en daarbij
bezocht bjj o m. ook Porto Bar
st< dia, Tobrouck, Derna, Bengaal
bben ea Tripoli, plaatsen, welde men
nog dagelijks In de Italiaansche
communlqué's hoort vernoe-
men. Wat is het voor een land,
waar Britten en Italianen el
kaar zoo verbitterd bevechten
Onze medewerker geeft er een
antwoord op in een serie ar-
gpg tlkelen, waarvan we hieronder
het eerste laten volgen.
Porto Bar dia.? vroeg ik. Is dit
alist.»orto Bardia
ipil Ik herinnerde me niet, dat ik den
aam ooit tevoren had gehoord. We
raren in den afgeloopen nacht uit-
evaren uit Tobrouck, waar ik af-
cheid had genomen van mijn nieuwen
9 taliaanschen vriend, luitenant Ten
J 'etrl Enzo, van het 85 a Fanteria
Jefren, een woestijnplaatsje in de
-uurt van Tripoli. Hij had een groep
ailiciens, zoons van Italiaansche ko-
onisten, naar Tobrouck gebracht,
vaar ze twee jaren in garnizoen
g iouden komen. Hun tjjd is nog niet
^¥4m, maar waar zouden ze nu ver-
oeven, al die, werkelijk kranige
ongens
_j Naar Tobrouck gingen ookregel-
Prbatig geoefende manschappen, in
iet moederland afgericht. Al dit
ervoer geschiedde per schip, want
Schepoorwegen ontbreken in Lybië ge-
eel, uitgezonderd dan een kort
jjnt je van Zuara aan de Tunisische
tot Tripoli. Het verkeer te
ind kan slechts met kameelen over
m aravaanwegen worden onderhouden,
rie? is maar één behoorlijke landweg,
taarover motorverkeer mogelijk is:
n 5ie byna 2000 K.M. lange kustweg
an Tunis naar Egypte.
■En ook de verbindingen ter zee
|n allesbehalve schitterend. Ik be
ier het Lybische traject in de
aand Februari en dan gedurende
11e wintermaanden trouwens kan
e zee daar spoken o.m. de Golf
an Syrte staat bekend als een
chepenkerkhof. Slechts een tweetal
avena zijn van, voor een goede
utillage benoodlgde, kunstwerken
^—.oorzien, n.I. Tripoli en Bengasi,
óbrouk en Porto Bardia zijn behoor-
fjke natuurlijke havens, inhammen,
itlyelke door hoogten ter weerszijden
'■""Sgen stormen worden beschermd.
overige havens hebben als zoo-
ïiaig weinig beteekenie, ook
niet.
as wVoor verscheidene van die overige
yblsche havens heeft de Italiaan-
ïhe boot, waarop ik passage had,
^^ieerdere dagen achtereen, dansend
H> de golven, liggen wachten tot de
matandlgheden het mogelijk zouden
laken om met kleine barkassen
anaf de kust de lading te komen
issen of overgeven, maar in bijna
lie gevallen was het wachten te-
ergeefs.
Op het aandoen van Porto Bardia
ad ik niet gerekend. Toen we To-
rouck verlieten, zouden we zoo
leende ik in één ruk doorvaren
aar de Egyptische havenstad Alex-
adrlë en dus was ik verwonderd,
>en de Citta di Spezia zoo heet-
onze boot een smalle, rustige
aal binnenvoer en aan het spitse
Inde daarvan de trossen werden
Itgeworpen, die door enkele rappe
.besslniërs, in roeiboeten gezeten,
rerden opgevangen om ze vast te
jorren aan verankerde boelen. Van
en wal af werden een paar stoom-
arkassen in onze richting geBtuurd
a even later klommen Italiaansche
ouaniers en politiemannen aan boord
m reap, ons geld en goed, zoomede
- 13
Eenige oogenblikken later wandelde
!oger onder de oranjeboomen en door
unne bloeiende takken heen zag hij
e eerste sterren.
HOOFDSTUK II.
EEN TERUGBLIK OP HET
VERLEDEN.
Voordat hij een toevlucht kwam
oeken op dat heerlijke eiland Majorca,
m te trachten het overgroots lijden,
n het leed zonder rust te vergeten
n te doen voorbijgaan, woonde de
raaf Roger de Perbrac in de om-
treken van Bayonne. Hij resideerde op
;et oude familiekasleel met zijn gothieke
Drens en torentjes alwaar hij opge
roeid was, gekoesterd enbemind
oor zijne ouders, wier eenig kind hij
ras.
Hun fortuin stelde hem in staat vol-
'ens zijn smaak te leven, en hij verliet
en dikwijls om lange reizen te onder-
emen. Hij kwam terug vol geestdrift,
rant zijne dichterlijke natuur deed hem
jeer dan menig ander de natuurlijke
choonheden op prijs stellen van de
treken die hij bezocht en van de
'eden waar hij eenigen tijd verbleet
Gedurende die reizen maakte hij aan
rekeningen en schetsen om deze later
it te werken tot artikelen welke alle
'i ^schriften gaarne zouden hebben op-
nomen. De bekoorlijkheid en den
I, de getrouwheid der beschrijving
de kunst zijner teekeningen gaven
onze passen te inspecteeren bq* het
verlaten van het Italiaansch-Lyblsch
gebied.
Ja, dat is Porto Bardia, ver
zekerde men mij. En meteen kreeg
ik een kort geschiedenislesje.
Deze plaats had tot 1926 aan
Egypte behoord, maar In dat jaar
was ze, bij een Brltsch-Italiaansch-
Egyptisch accoord over grenswijzi
ging, aan Italië (Lybië) toegewezen.
Mijn Italiaansche vrienden hadden
nog schik over het buitenkansje,
want Bardia had een bruikbare
haven en de „stad", welke we, om
hoog kijkende langs hooge, stelle
rotsen, aan de Westzijde van de
baai zagen liggen wat leemen
huisjes van inboorlingen, de minaret
van een moskee en het torentje van
een nieuwe, door de Italianen ge
bouwde R.K. kerk, alles speelgoed
achtig klein op die hooge hoogte
de „stad" hadden ze door allerlei
vestingwerken tot een onneembaar
arendsnest gemaakt, een geduchte
grenswacht op de scheidingslijn van
het Egypti8ch-Lybisch woestijnge
bied.
We namen weldra plaats in een
kleine barkas en kliefden het heldere,
tot op den bodem doorzichtige water
van de baal, den bodem, waarop tal
van grq'ze eilandjes geteekend leken,
cementbezlnksels, ontstaan bij
het voortdurend lossen in de laatste
jaren en vooral in de laatste maan
den, van de zakken cement, waaruit
de betonnen verdedigingsgordels van
Bardia werden gegoten.
We gingen de „stad" bezoeken.
(Wordt vervolgd.)
GRIEP I
Aan den lezer in bed
Ik weet het: minstens de helft
van mijn lezers zullen dit artikel
genieten, terwijl ze met een gevoel
van diepe rampzaligheld in bed
liggen met aspirine en een hoest-
drankje naast zich op het nacht
kasje. Ze hebben uit verveling liggen
wachten op de krant, die ze nu
zullen lezen en herlezen, spellen en
herspellen, tot den burgerlrjken stand
en de dlstrlbutleberlchten toe. En
ze zullen jaloersch zijn op mij en
andere broeders van het journalis
tieke vak, omdat we klaarblijkelijk
de krant verscheen Immers niet
met groote witte vakken nog
gezond zijn en geen griep hebben,
geen gebons in het hoofd, geen
dwanggedachten, die je 's nachts
slapeloos houden, geen koude-huive-
r Id gen en geen transpiraties.
Iü wil U troosten, dierbare Iezers-
grieppatlënten, Ik weet, hoe ge me
benijdt en daarom wil ik U zeggen,
hoe ik U benijd. Gij voelt U onge
lukkig, omdat ge griep hebt,
welnu ik ben overtuigd van mijn
rampzaligheid, omdat ik geen griep
hebO, ik wil den hemel niet tarten,
volstrekt niet. Ik verafschuw de
griep, maar nog meer verafschuw
ik den tijd, die aan mijn griep voor
afgaat. We ontkomen er immers
toch niet aan. Ik althans zeker niet.
Alle mogelijke voorbehoedmiddelen
tegen griep heb ik geprobeerd ik
heb me des winters in wol gehuld,
elk tochtje vermedenals ik op reis
moest, slikte ik onderweg een buisje
vol norlttabletten Ingeen winter
avond kroop ik in bed zonder vooraf
mijn twee aspirientjes te hebben
ingenomenik heb heelemaal alleen
méér Aflukln-pillen geconsumeerd
dan alle Haagsche trambestuurders
bij elkaar; Ik heb nauwgezet alle
tekorten aan vltamlentjes wegge
werkt met cee cee-ceetjes, dee-dee-
deetjes en... Enfin,- ik stopte mijn
lichaam vol met complete vitamine-
alfabetten. Maar geen winterseizoen
ben ik zonder griep gebleven.
Een tijd geleden moest ik op reis,
naar Italië en naar Noord-Afrtka.
Vaak had ik gehoord, dat griep ont-
aan zijn werk eene werkelijke waarde.
Welk een genot voor hem, wanneer
hij teruggekeerd van de lange tochten
wederom rustig kon neerzitten aan den
huiselijk en haard, waar de graaf de
Perbrac, zijn vader, man van scherp ver
stand, rond en eerlijk karakter, en zijne
moeder, de zachte gravin Mathilde,
wifer voornaamheid gelijken tred hield
met hare goedheid, hem geduldighad-
den gewacht. Daar in het groote salon,
dat door een lange rij voorzaten met
smaak versierd was, antieke meubelen,
kunstjuweeltjes van allerlei soort, prach
tige schilderstukken der groote mees
ters, daar brachten zij de lange avon
den door met aangename gesprekken
afgewisseld door muziek, terwijl de
koude wind de groote kale boomen
geeselde.
Een vuur brandde in den grooten
haard, waarin men gemakkelijk een
grooten boomstomp kon plaatsen. De
gravin werkte bij het licht der lamp,
en luisterde tegelijkertijd naar den graaf
en Roger die bezig waren te praten
over de verschillende streken die zij op
hunne reizen hadden leeren kennen.
Terwijl ik naar U beiden luister, zeide
zij, reis ik in gedachten met U mede,
zoo levendig zijn Uwe beschrijvingen en
zij glimlachte hun toe.
Soms ook kwamen oude vrienden
uit den omtrek hen bezoeken, vooral
zij die evenals de bewoners van Per-
rac hun kasteelen, niettegenstaande den
winter, niet verlieten. Er werd dan door
de meesteres des huizes thee geschon
ken en onder aangename gesprekken
en geestige gezegden werd de avond
gesloten.
De winter ging aldus met deze ge
noegens van geest en hart snel voorbij.
Ook de armen werden door die edele
zielen niet vergeten. Zij zouden bang
geweest zijn van de goederen, die de
rijkdom hun gaf, te genieten, indien
ook niet de ongelukkigen in ruime mate
er in gedeeld hadden.
Gedurende den dag hield Roger zich
stond door een gebrek aan zon in
den winter. Ik kneep er tusschen
uit in half December, toen de zon
hier een poosje met vacantie leek
te zfjn gegaan. Op Nieuwjaarsdag
zat ik ergens op Corsica buiten op
een caféterras me te koesteren in
een stralende zon een paar weken
later genoot ik dagelqks mqn koffie
's morgens midden op het St. Pietera-
plein te Rome, in een zonnetje van
zomersche allures; ik lag te zonne
baden op het schip, dat me naar
Afrika voerde; in Tunis kreeg ik
het benauwd van de zon, maar ik
blééf in de zon, totdat ik met griep
zwaar ziek te bed kwam liggen.
Het bleek me bovendien, dat in
Tunis om dien tqd de griep veel-
vuldiger en kwaadaardiger heerschte
dan ik het in Nederland ooit heb
meegemaakt. Tunis, het zonnepara-
djjs! Ik weet nu, dat griep voor mq
niet te ontloopen is.
En begrqpt ge het nu, zieke lezer,
hoe lk te moede ben, nu ik in dit
seizoen nog geen griep heb gehad?
Als ik even onverwachts huiver,
grjjp ik de koortsthermometer en ik
jaag mqn huisgenooten de stulpen
op het igf, die me met dat ding in
mqn mond en met een doodelqke
bleekheid op mqn gezicht, in een
stoel weggedoken vinden. Een andere
keer voel ik „iets in mijn knokkels",
een zekere aanduiding zoo meen
Ik dan van griep. Is mijn maag
van streek en hebben mqn huisge
nooten me met grooten nadruk ver
zekerd, dat ze me heusch geen
clandestien geslacht varkensvleesch
hebben voorgezet dien middag, dan
concludeergriepAls ik 's morgens
aan mijn werk begin, werk, dat
dringend af moet, dan denk ikals
de griep me nou maar niet overvalt i
Voorwaar ik zeg Ugriep hebben
moge erg zijn, het is veel erger om
nog géén griep te hebben, terwjjl je
zeker weet, dat er niet aan te ont
komen is. Als lk maar zoover was
als U, zieke lezer, - een beetje aan
de beterende hand, zeker wetende,
dat het een geval van goedaardig
karakter was en dat je straks weer
tot het volgende seizoen zonder zorg
kunt zqn...
Zieke, griepende lezer, wees tevre
den met je lot. Neem braaf het
drankje in van den dokter, drink
een stevigen cognac, als ge er trek
In hebthet is allebei even goed.
Minstens zoo goed als de cee.cee-
ceetjes en dee-dee-deetjes, die als
voorbehoedmiddelen ook faalden.
Van griep geldt, wat de ouderwet-
sche menschen vroeger van de
iDfluenza zelden je moet het uit
vieren. Vier het dus uit, al of niet
alcoholvrq, wees gelukkig met je lot
van beterende grleppat'ënt en schenk
wat meelq aan ondergeteekende, die
zich hel&aB nog akelig gezond ge
voelt en zoo ongelukkig als de man,
die met een touw om zqn nek onder
de galg staat en niet weet, wanneer
de vloer onder hem zal wegzinken.
DIXI.
Voor Boeren en
Tuinders.
Zelfvoorziening van voedsel»
Het teeltplaD voor den akkerbouw,
zooals dat is voorgeschreven, heeft
begröpelflkerwtjs aller aandacht ge
trokken. Waar Import uitgesloten is,
moet men natuurlqk op zelfvoor
ziening bedacht zfln. Daarom mogen
geen andere gewassen verbouwd
worden dan die, welke onze bevol
king rechtstreeks ten goede komen.
Dat merkt men wel, als men delist
van gewassen, die alleen maar als
hoofdgewas verbouwd mogen worden,
nagaat. Dat is heelemaal berekend
op zelfvoorziening van voedsel voor
mensch en dier. Voor den mensch,
dat la rechtstreeks, voor het dier,
dat is zijdelings ook voor den mensch,
door het verschaffen van vleesch,
melk, zuivel en ook noodige trek-
bezig met letterkunde. Hij was een ge
trouwe medewerker van verschillende
tijdschriften, en zijne letterkundig en
wetenschappelijke artikelen werden zeer
op prijs gesteld. Ofschoon zijn tijd goed
verdeeld was, maakte hem toch het
begin der lente min of meer ongerust
hij wenschte anderen streken te zien.
En daar hij wist hoe zeer zijne tegen
woordigheid het goede ouderenhart
verblijdde, was het hem onmogelijk om
van vertrekken te spreken, niettegen
staande zijn groot verlangen om zijn
zwerftochten weer te beginnen.
Zijn moeder had hem met haar scherp
moederoog gauw doorschouwd en
sprak er met den graaf over.
Roger is dit kloosterleven, te eng
voor zijn vijfentwintig jaar, indien ik
mij niet vergis zou hij gaarne van
hemel en lucht veranderen.
De graaf streek zich met zijn hand
over het vooihoofd.
Hij zal terugkeeren als de zwaluwen
vertrekken, zeide zR lachenden wij
zullen den winter in volle vreugde
wederom samen kunnen doorbrengen.
Gij zijt de besle der moeders, Mathilde;
de vreugde van uw kind stelt gij boven
de uwe, want, beken het maar ronduit,
die afwezigheid stemt U steeds treurig.
Ik durf het niet ontkennenwie zou
geen spijt gevoelen wanneer zulk een
zoon afwezig is.
In de oogen van mevrouw de Perbrac
kon men lezen hoe trotsch zij op haar
zoon was.
Maar hij is nog zoo jong, hernam zij,
en ik begrijp gemakkelijk dat de smaak
voor reizen hem te pakken heeft. Dat
heeft hij van U, mijn beste vriend, want
alleen het huwelijk heeft U thuis kun
nen houden.
Ja, ge hebt gelijk, zooals altijd,
Mathilde. Wanneer Roger eenmaal de
vrouw gevonden heeft, die hij zich
droomt, zal hij, evenals ik, het ouder
lijke kasteel niet meer verlatenen ik
heb maar een enkele wensch dat zR,
evenals gij de engel moge zijn van den
kracht.
Nu is het teeltplan niet Ingrijpend
gewijzigd. De niet verboden hoofd
gewassen zqn zelfs met een viertal
uitgebreid.
Voor den groei der hoofdgewassen
moet natuurlijk door den verbouwer
alles wat maar mogelqk ia aange
wend worden. De productie opvoeren
tot ver boven het normale zal niet
gaan. Wg zijn afhankelqk van de
beschikbare hoeveelheden meststof
fen, die den groei beïnvloeden. Wel
kan men met zeer veel overleg te
werk gaande en dat hebben onze
boeren en tuinders wel geleerd
wat ons ter beschikking staat zoo
goed mogelqk benutten. En daarbij
zorgen wg, dat er zoo weinig moge
lijk verloren gaat.
Na het hoofdgewas late men alB
het ook maar eenigszlns kan en
het kan heel vaak wel een stop-
pelgewas volgen. Daarmede verkrqgt
men nog een waardevol voeder.
Daarop moeten wij nu al het oog
hebben. Daar voor I ..bewaren wij, als
het kan, lets van de beschikbare
stikstof. Daar kan men wonderen
mee doen. En gelukkig kan men wat
van deze meststof krqgen, al Is het
niet zooveel als men wel wenscht.
In den vorigen oorlog zaten wij er
leelqker voor. Nu helpen ons de zoo
gunstig werkende luchtstikstofmest-
stoffen. En wat wq daarvan krqgen,
moeten wq zoo geven, dat alles door
het gewas gebruikt kan worden en
dat niets verloren gaat. Daarom het
hoofdgewas wat geven, doch ook
voor het volgend stoppelgewas iets
bewaren.
Stikstof helpt eiwit vormen. Dat
weet men. En onze boeren en tuin
ders zijn pienter genoeg om het
gewas de kans te geven zooveel
mogelqk eiwit te vormen.
AGRICOLA.
VENRAY, 15 Februari 1941
Aanmeldingsplicht van personen
van geheel of gedeeltelijk
joodschen bloede.
De Burgemeester van Venray
brengt ter kennis van degenen, die
geheel of gedeeltelijk van joodschen
bloede zijn en zich ln de gemeente
Venray bevlndeD, dat zij zich ter
Secretarie moeten aanmelden. Deze
aanmelding moet geschieden door
inlevering of Inzending van een in
gevuld en onderteekend formulier
vóór 21 Februari as., bq welke in
levering of Inzending tegelqk moet
worden betaald een gulden leges.
De formulieren voor deze aanmel
ding zijjn kosteloos ter Socretarle
verkrijgbaar eiken dag van 9 tot 12
uur voormiddags.
Als geheel of gedeeltelijk van
joodschen hloede wordt beschouwd
dengene, die van ten minste één naar
ras vol joodschen grootouder stamt.
Een grootouder wordt zonder meer
als voljoodsch aangemerkt, wanneer
deze tot de joodsche kerkelijke ge
meenschap behoord heeft of behoort.
Hg die door zqn schuld niet aan
de op hem rustende verplichting tot
aanmelding voldoet, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste
vqf jaar.
Venray, 8 Februari 1941.
De Burgemeester voornoemd,
A. H. M. Janssen
LUXOR-THEATER
vertoont U deze week een avonturen
film van een adembenemend tempo.
Een film vol soldatenmoed en durf,
maar ook vol charme en humor.
„TRENK DE PANDOER"
Het avohturlersbloed van baron
von der Trenk (Hans Albers) speelt
hem partenHet drjjft hem naar
vreemde landen, doet hem strqden
in vreemde legers. Hq brengt het
huiselijken haard.
Perbrac had de fijne witte hand,
welke zijne echtgenoote hem toestak
gekust en zijne oogen waren vochtig.
En toen zij 's avonds bij elkander
waren, zeide de graaf, met een ge
dwongen vroolijke stem tot zijn zoon:
De zwaluwen zijn teruggekeerd, Roger
wanneer ben je van plan te vertrekken
Ja, ik denk er aan, antwoordde
ronduit de jonge man Wat me echter
tegen houdt, is onze scheiding. Ach
als U mee wilde gaan I
Een schaterend gelach was het ant
woord.
Denk je er werkelijk aan, jongen
Op onzen leeftijd onze woning en onze
gewoonten vaarwel zeggen, riep de
gravin uit I Neen, neen, vertrek gerust,
maak gebruik van de schoone dagen
die terugkeeren wij hebben het geheele
slechte seizoen om ons aan jou te ver
zadigen.
Roger vertrok, na zijn geliefde ouders
omhelsd te hebben, want hij wist dat
zij niets anders beoogden dan zijn vol
komen geluk.
Een verschrikkelijke tijding bereikte
hem in Griekenland toen hij bezig was
de monumenten van een grootsch ver
leden te bestudeeren. Een telegram,
ontzettend en kort, werd hem te
Athene gegeven, het luidde „Vader
stervend, kom onmiddellijk terug."
Roger werd bleek, alsof de koude
hand des doods ook hem had aange
raakt, en wanhopig riep hij uit
Mijn vader is doodIk zal hem
niet meer zien.
Hij viel neder in een stoeleen wel
doende tranenvloed verlichtte hemhn
maakte zich onmiddellijk gereed om te
vertrekken en kwam juist op tijd om
zijn vader nog eens te zien en te om-
werd"' V00rdat de Hikkist gesloten
Een hevige aandrang van bloed naar
het hoofd, tengevolge van een zware
kou die hij op jacht had opgedaan,
had den graaf in enkele uren wegge-
tenslotte tot Russisch majoor, doch
moet dan vluchten, aangezlen^hem
anders een llefdesaffaire met dè ge
liefde van vorst Solojew noodlottig
zou zqn geworden. Hij keert terug
op het landgoed van zqn vader. De
oude Trenk brengt zqn zoon spoedig
aan het versland, dat hq inplaats
van steeds vreemde heeren te dienen,
nu eens in den strijd moet gaan
voor zijn jonge bedreigde keizerin
Maria Theresia (Kathe Dorsch).
Kort daarop stellen vader en zoon
uit eigen middelen een Pandoeren-
regiment op de been. Aan het hoofd
van de troep gaat de jonge Trenk,
vechtend en overwinnend voor de
keizerin. Iedereen spreekt nog slechts
van Trenk, den Pandoer.
Als het gedecimeerde Pandoeren
regiment naar Weenen terugkeert,
om nieuwe ruiters te werven, komt
't tot ruzie en vechtpartqen tusschen
Trenk met zqn mannen, ruw ge
worden door 't vele oorlogvoeren, en
de opgepoetste cavaleristen van het
vaderland. Trenk zelf duelleert in
een herberg met officieren van de
dragonders en leert de beeldschoone
gravin St. Croix (Hilde Welssner)
kennen, een mysterieuze persoonlijk
heid met duistere werkzaamheden.
Tevens helpt hq de jonge prinses
Deinartsteln, (Sybille Schmitz), die
om politieke redenen met vorst
Solojew moet trouwen en zich in
haar wanhoop tot hem wendt, vluch
ten door haar als cornet in zqn
eigen regiment mee te laten trek-
keD, Dit alles echter tegen Maria
Theresia's plannen in
Nog éénmaal laat Maria Theresia
genade voor recht geldenTrenk
mag zqn uniform behouden en de
kleine prinses ziet in, dat zij ln het
belang van haar land Solojew's
vrouw moet worden. Op het verlo
vingsfeest ln kasteel Deinartsteln
ziet Trenk de geheimzinnige gravin
St. Croix terug en ontdekt, dat zq
met vorst Solojew ln verbinding
staat. Hq begrqpt, dat hier spionnen
aan 't werk zqn.
Zonder zich lang te bedenken,
ontvoert hq prinses Deinartsteln en
brengt haar weer in z'n regiment
onder. De keizerin looft een groote
belooning uit voor wie Trenk te
pakkeD krijgt, dood of levend. Dit
kan onzen held niet deren. Op z'n
eigen houtje gaat hq de sporen der
spionnen na tot in de voorposten
van het Oo3tenrqksche leger. Daar
loopt hq in de val... en wel ln de
armen van gravin St. Croix, die in
werkelijkheid de zuster van den
Franschen legercommandant Is. Hq
moet kiezen tusschen den dood of
generaal worden in het Fransche
leger. Hq kiest het laatste en komt
daardoor ln het Fransche hoofd
kwartier, weet de legerleiding een
rad voor de oogen te draalen, krijgt
de legerplannen in handen en bereikt
na een dolle vlucht zijn régiment.
Als overwinnaar komen Trenk en zqn
dappere Pandoeren uit den strijd.
Tot dank ontvangt hq van Maria
Theresia het gouden zwaard van de
Hongaarsche Kroon, terwijl hg zelf
prinses DelDartsein tot zqn vrouw
Een prach'film, die U tegeigkertqd
pakt en doet schaterlachen.
Beugelbond Venray.
Uitslag laatste Bengelwedstrqden:
Klasse A.
Ysselsteyn—Heide 4—4
VenrayVeulen 62
De stand in deze klasse is:
Heide 5 3 1 1 7 25—15
Ysselsteyn 4 2 2 0. 6 2111
Venray 4 2 11'5 1715
Veulen 5 0 0 5 0 931
Ofschooon Heide nog bovenaan
staat heeft Y aelsteyn zoowel als
Venray nog ka>-s om deze plaats te
bezetten.
Ysselsteyn, dat morgen Zondag een
bezoek brengt aan „Ons Genot" Heide,
zal er dus wel alle3 opzetten.
Venray zal 'c niet minder probee-
ren aan 't Veulen. Of het hen luk
ken zal weten we niet.
rukt. Hij was buiten kennis op het
kasteel gebracht en had slechts eenige
oogenblikken voor zijn dood het ver
stand terugontvangenhad nog de
hand gedrukt zijner echtgenoote en
van dm pastoor Coural, een oude
vriend, die hem de laatste H.- Sacra
menten had toegediend. Maar geen
enkel woord was over zijn saamge
trokken lippen gekomen.
Zoo groot zijne liefde was geweest
zoo groot was ook nu zijne wanhoop.
Hij deed zich bittere verwijten zijn
ouders verlaten te hebben, om aan zijn
zucht naar reizen te voldoen, en wel
in zulke mate dat zijn moeder voor
zijn verstand vreesde. Zij moestal hare
zachtheid, al haar teederheid, al haar
liefde te hulp roepen om den armen
jongen wederom tot rust te brengen.
Zij vergat haar eigen verdriet, dat toch
zoo groot was, en dacht er slechts aan
om de wanhoop uit de ziel van haar
zoon te verwijderen.
Ja vader heeft me tweemaal de hand
gedrukt, mijn beste jongen, zeide zij
liefdevol tot Roger, die met verwilder
de oogen in de sterfkamer rondstaarde.
De reden was, dat hij aan je dacht en
om mij op te dragen zqn laatste vaar
wel aan je over te brengen.
Neen, ik zal mij nooit kunnen
vergeven, hem te hebben verlaten,
terwijl hij nog slechts weinige dagen
te leven had.
Had je zulks kunnen voorzien Had
je dat oogenblik kunnen uitstellen? O,
neen, nietwaar! Onderwerp je daarom
aan den wil des Heeren, en maak me
niet ongelukkiger door de wanhoop
die mij het hart doet bloeden.
U kunt me wei over gezag aan
Gods wil preeken, lieve moederU
heeft altijd aan zijne zijde geleefd als
een liefhebbende en trouwe gade, maar
ik, zqn eenige zoon, heb hem verlaten
Een hevige zenuwcrisis wierp hem
ter neder.
De huisdokter schreef verandering
van lucht voor om hem tot rust te
Bijzoon 0U'
verouderde
hoest
is oppassen ge
boden. Bestrqdt
het chronisch
worden, gebruik
de beste samen
stelling, gebruik
ABDIJSIROOP.
Abdijsiroop is nu verstèrkt!
Abdijsiroop bevat van ouds
beproefde slijmoplossende
en borstversterkende genees
kruiden en nu bovendien de
„codeïne" de krachtigste,
hoestbedwingendc stof. Ab
dijsiroop lost daardoor de
slijm op, zuivert de luchtwe
gen, doet daardoor gemakke
lijker ademhalen en vermin
dert de pijn en de drukking
op Uw borst. De hoeststil-
lende stof ..codeïne" maakt
dat U aan het eind van den
dag niet uitgeput en ver
moeid zijt van 't langdurig
hoesten. Door Abdijsiroop te
nemen bevrijdt U zich hier
van snel en dan kunt U ook
weer vrij en diep ademhalen.
Begin dus vandaag nog met
Eenige der
20 kruiden
AKKER 'S
veStstènAte
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma.
Klasse B.
Ysselsteyn—Helde 35
Venray—Veulen 6—2
De stand ln deze klasse is:
Helde 5 5 0 0 10 29—11
Ysselsteyn g 4 1 2 1 4 16—16
Venray 4 2 0 2 4 13—19
Veulen 5 0 2 3 2 14—26
In deze Klasse is „Ons Genot"
verreweg de baas. Venray en Yssel
steyn Btaan voorlooplg even sterk.
Damclub „De Schuivers"
Ysselsteyn.
De stand op 4 Febr.:
M. Keysers 18 16 1 1 33
Jac. Janssen 18 15 0 3 30
W, Janssen 19 14 2 3 30
J. Claessen 18 12 0 6 24
Fr. Janssen 18 11 1 6 23
H. Arts 18 9 1 8 19
A. v. Asten 18 7 5 6 19
J. Kleuakens 17 7 2 4 16
A. Winnen 17 5 2 10 12
Leo v. Asten 18 6 0 12 12
G. Verheyeu 18 6 0 12 12
H. Janssen 19 5 2 12 12
J. Vergeldt 18 3 1 14 7
H. Claessen 18 1 1 16 3
Maximumprijzen voor
brandhout*
Bq een prgzenbeschikking voor
brandhout zqn maxlmumprgzen vast
gesteld en wel voor levering loco
bosch 2,5 cent per kilo en voor leve
ring franco-huis 4 cent per Kilo. Er
is nu op gewezen, dat niet alleen
het aanbieden van brandhout tegen
hooger prgzen, maar ook het koopen
boven deze prgzen strafbaar ls.
Het belang hiervan is niet alleen
groot voor de verbruikers van brand
hout, maar ook de verbruikers van
brandhout, maar ook voor de boeren.
Deze koopen elk jaar geriefhout, dat
thans vaak voor brandhout o.a. voor
vergassers weggaat, met het gevolg
dat zg soms nog maar moeiigk aan
het noodige geriefhout kunnen ko
men. Het is, naar wg in het „Volks
blad" lezen, voorgekomen dat een
beuk, die op de velling misschien 50
gulden zou hebben opgebracht, tot
brandhout gekloofd te verkoopen was
voor 700 gulden.
Geen wonder, dat de boschbezit-
ters dan liever brandhout dan gerief
hout van hun stammen maken. Dat
het geriefhout schaarsch ls, bleex
ook onlangs te Breda nog, waar zoo
veel liefhebberg voor tegen vastge
stelde prq'zen aangeboden kavels
bleek te bestaan, dat er om geloot
moest worden.
Hieruit bigkt wel duldeigk, van
hoeveel belang het ls. dat tenminste
aan de maxlmumprgzen voor brand
hout de hand gehouden wordt.
brengen.
Hij zal er nooit in toestemmen,
dokter, zeide de gravin.
Ik neem dit aan, mevrouwdaar
om zend ik U naar Nizza, om er te
blijven tot de winter voorbij is, onder
voorwendsel, dat gij thans warme luebt
eu zon noodig hebt.
En om zijne moeder van een wissen
dood te redden, indien zij dien kouden
winter te Perbrac moest doorbrengen,
stemde Roger er in toe met haar te
vertrekken. Toen de lente hen op bet
kasteel terugzag, had de tijd zijn werk
gedaan. Het leed was nog altijd groot,
maar de wanhoop was verdwenen, en
elk gevaar voor zijne gezondheid was
voorbij.
Hij had echter een duren eed ge
zworen zijn moeder nooit meer te ver
laten en hij hield woord. Niettegen
staande al haar aandringen, stemde hij
er nooit in toe haar alleen te laten;
steeds bleven ze samen op dat prach
tige eigendom waar alles hen herin
nerde aan den dierbaren overledene.
Elk oogenblik konden zij van hem
spreken, bij die voorwerpen welke hem
hadden toebehoord, en die zij ais
relikwiën beschouwden.
Mevr. de Perbrac had slechts één
verlangen, haar zoon in het huwelijk
te zien treden, opdat hij niet alleen
zou zijn, wanneer zij op haar beurt
door den dood zou weggerukt worden.
Maar al hare smeekingen waren ijdel.
Ik ken geen enkele jonge dame,
die in staat is mijn ideaal te verwezen
lijken, lieve moeder. En dan, waarom
een derde tusschen ons plaatsen? Zijn
onze' herinneringen voor ons dan niet
voldoende
Wordt vervolgd.,