TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS AKKERTJES FEUILLETON. De vondelinge Ons weekpraatje. Krakelingen Zaterdag 25 Januari 1941 Twee en Zestigste Jaargang No 4 Het kapitaal voor de Nederlandsche onderneming. Ieder, die wat geld heeft overge spaard, het maakt geen verschil of het veel is of weinig, heeft maar één wenschdit geld zoo veilig mogeljjk te bewaren. Er zijn lieden geweest en er zjjn er ook heden ten dage nog, die meenden, dat de veilig ste plaats waar men zjjn geld kon opbergen en dan vooral in klin kenden munt en niet in papier de linnenkast is. Dat men dan geen rente van zjjn geld maakte, liet den eigenaar onverschillig, voor hem was het belangrijker, dat hij zijn spaardulten dagelijks kon natellen indien hij dit wenschte, en hij, naar bij vermoedde, niet de minste risico liep. Met die rentederving berokkent hij op zijn hoogst nadeel aan zich zelf en niet aan anderen, maar, dat hij zijn duiten in de linnenkast stopt en niet naar een spaarbank brengt, Is sociaal minder te rechtvaardigen, Immers zoo'n spaarbank bestaat niet uit een linnenkast van formi dabele afmetingen om het geld der spaarders in op te bergen, neen, zij leent deze gelden op haar beurt weer uit aan hen, die credlet behoeven. Een landbouwer b.v., die een nieuwen stal wil laten bouwen en niet over voldoende geldmiddelen beschikt „neemt een hypotheek op zijn land" en krijgt die bij de spaarbank. Het gespaarde geid van den eenen komt dus door tusschenkomst van de spaarbank als credlet ten goede aan den ander, die het rendabel weet te maken. Daarom Is het een plicht van lederen Nederlauder, zijn spaar gelden niet in de kous te stoppen, doch aan zijn medeburgers ter be schikking te stellen. Haast even onnationaal als de linnenkast-spaarder, is de aartsgok ker hij is het andere uiterste. Geen risico is hem te groot, mits hij maar kapitaalwinst maakt of althans een hoog dividend op kan strijken. De financleele techniek om met weinig geld groote risico's te kunnen loopen, zoodat men Inderdaad groote winsten maakt, maar evenzeer groote verlie zen kan lijden, is vergevorderd. Het is daarbij merkwaardig, dat men deze speculanten veelal aantreft onder de kleinere spaarders, die bovendien niet het minste verstand hebben van de fondsen waarin zij speculeeren. Hun kennis houdt meestal op bij den naam van het fonds en den koers van de beurs- noteering. Het zijn lieden, die afgaan yjpj den „fijnen neus" van hun com- missionnair in effecten, of die een „tip" hebben gekregen aan de bor reltafel en dan Ineens overtuigd zijn, dat zij slapende rijk zullen worden. De meesten hunner zijn echter sla pende arm geworden, voorzoover zij althans geen slapelooze nachten hadden. Indien deze lieden nu maar in Nederlandsche fondsen gokten, zou het nog te aanvaarden zijn, maar neen, het zijn haast altijd buiten- landsche papleren, waarin zij hun geluk beproeven en hun geld verlie zen. Hun spaardulten stroomen dus naar het buitenland. Ook de grootere belegger achtte het nog niet zoo heel lang geleden veiliger om een deel van zijn ver mogen in Russen, Hongaren, Brazi lianen e.a. exotische effecten te be leggen, dan in Nederlandsche industrieele fondsen. De verliezen, die daarmede zijn geleden beloopen honderden millloenen guldens en ons nationaal vermogen is met een even groot bedrag verminderd. In dien tijd waren wij echter nog een rijk volk, dat zich dergelijke verliezen kon veroorlooven, zonder dat de gevolgen ervan in breeden kring werden gevoeld. Ook moet men het den belegger uit dien tijd niet al te kwalijk nemen, want de mogelijkheden om zijn geld in Neder land of Nederlandsch-Indlë uit te zetten, waren beperkt. Wat dus aldaar geen emplooi kon vinden, vloeide naar het buitenland. Was ons land toen ook reeds meer „in dustrieel Ingesteld" dan had men wel nieuwe beleggingsmogelijkheden in de Nederlandsche industrie ont gonnen, doch behalve bij eenlge families van groot-industrieelen, was de belangstelling voor het Neder landsche bedrijfsleven van de zijde van den belegger zeer gering. Gelukkig is daarin ia de laatste tientallen jaren een groote verbete ring gekomen, maar er zij a nog steeds lieden, die liever een gokje wagen in een onbekend Amerlkaant je dan in een Nederlandscb fonds, waar van balans enproduct voor ieder te zien rijm In de toekomst Is er echter in het geheel geen plaats meer voor af vloeiing van gok-kapltaal naar het buitenland. Wij zullen goed moeten beseffen, dat ons nationaal vermogen door dezen oorlog danig is geslonken. Het gevolg is, dat van minder kapi taal en dus van minder opbrengst evenveel menschen zullen moeten leven. Het zal dan ook niet te ont komen zjjn, dat eenerzijds het wel vaartsniveau zal dalen en dat ander zijds er minder over zal blijven om te sparen. Dit laatste nu Ia van ver gaande beteekenis, want dit houdt in, dat voor uitbreiding en vernieu wing van ons industrieel apparaat minder gelden beschikbaar zullen komen. Maar dan moet het ook uit zijn met het sparen in de linnenkast en het gokken in bultenlaodsche pa piertjes. Deze gelden moeten voor de Nederlandsche ondernemingen ter beschikking komen. Er zullen geen kapitalen meer mogen worden ver mist, want elke gespaarde gulden zal moeten worden aangewend om wat vernietigd is, weer op te bou wen. Laat men nu niet meenen, dat de schatkist maar moet worden aan gesproken voor de ontwikkeling en opbouw van de Nederlandsche in dustrie, want uiteindelijk moeten ook deze gelden door den Nederland- schen belastingbetaler worden bijeen gebracht. Men kan beter zelf zijn geld aan die Nederlandsche onder nemingen ter beschikking stellen, waarin men vertrouwen en belang stelling heeft, dan zulks door de tusschenkomst van de schatkist te laten doen. Hier zal een omschake ling van den Nederlandschen beleg gingsgeest noodlg zijn, een vernieu wing die door zoo velen, en onder hen ook door De Nederlandsche Unie wordt bepleit. De Nederlander is van huis uit spaarzaam, laat bij zijn spaarzaamheid in de toekomst op de juiste wijze aanwenden. 10 Ik had een leelijken droom gehad sprak Mireille. Je hebt goed gedaan roet mij wakker te maken. Van het begin af had ze tot Paula en Mad. Kerlan heel vertrouwelijk jij en jou gebruikt. Irene sprak ze aan met u, want bij haar kon het kind haar hartje niet geheel uitstorten. Paula was hiermee blij, daar ze jong gebleven was van hart. Het kleine metsje wilde maar altijd naar de groene weiden, welke de Scorff omringden hare schreden richten, maar Paula zei steeds: Een beetje geduld, als je sterk bent kun je loopen waar je wilt Maar ik ben sterk, mejuffrouw Wil ik het je bewijzen, dan klim ik in dien boom 1 O, wat een deugniet! Een klein meisje mag zoo iets niet doenweet je dat niet Het kind beet zich op de lippen, zij ging weg zonder te antwoorden, onder voorwendsel dat zij een bloem wilde plukken, welke ze daarna Paula kwam aanbieden. Op zekeren morgen werd Mireille vroeger wakker dan gewoonlijkhet begon te schemeren zij sprong uit het bed en ging naar het raam, dat op bevel van den dokter altijd open stond. In haar lange nachtpon, met de krulharen om haar lief gelaat, scheen zij een schoon engeltje dat met ge vouwen handen God in zijn werken aanbidt. Zij had inderdaad de gewoonte bare handen te vouwen, wanneer het UITVINDERS EN HUN VERANTWOORDELIJK HEID. Alle vooruitgang is nog geen verbetering. De lezer heeft natuurlijk wel eens het verhaal gehoord van kleine Jan, die op school de schuld placht te krijgen van a!le kattekwaad, dat er in de klas werd uitgevoerd. Op een moment, dat Jantje zat te soezen, vroeg de meester hem, wie het bus kruit had uitgevonden. Daar heb je het al weer dacht het kleine kereltje en in hullen uit barstende, riep hjj: „Ik heb 't heusch niet gedaan, meester Nou valt h$t in werkelijkheid ook niet mee om voor den uitvinder van het buskruit te worden gehouden, want dat plofbare goedje heeft maar een of ander hare bewondering wekte. En hoe zou zij dien morgen den heer lijken bloementuin niet bewonderd heb ben die aan hare voj.ten lag en een harmonie van kleuren ten toon spreidde. Mireille had een grenzelooze geest drift voor de natuur, alsof hare oogen, als twee donkere bloemen, zich in de schaduw van ruischende bosschen ge opend hadden. Toen ze nog heel klein was, en de wagen van Marcello in i et open veld stilhield, vloog zij weg om bloemen te plukken. Als ze dan moe was, zette zij zich op het gras onder de schaduw van een boom of een haag, en beschouwde met verrukking al de kleine wonderen welke haar omringden. Zij luisterde naar het gezang dar vogels, naar het gegons der bijenzij streelde het mos, en in de holte van haar handje schepte zij het water van de frissche bron om het te drinken. Wanneer zij terugkeerde werd zij be knord door Marcello, omdat zij de oefeningen niet had bijgewoond maar zij trok zich van die verwijten niets aan, omdat zij al dat schoons nog zoo levendig voor den geest had. Dan was er Juana nog altijd die een kus op hare wangen drukte en de bloemen in een vaasje zette, opdat zij langer van hunne kleuren en geuren kon genieten. Deze schoone morgen, waarop zij reeds zoo vroeg aan het venster stond, bekoorde haar, zooals vroeger de open vlakte, welke zij van uit het getralied venstertje van den wagen kon zien. Aan de bekoring kon zij geen weer stand bieden. In het kasteel was nog niemand op maar zij vroeg zich af of zij niet langs het klimop naast het balkon in den tuin kon komen Een gymnaste, zoo bij de hand als zij, kon zich toch niet laten weerhouden door een gesloten deur, wanneer het raam openstond op bevel van de faculteit. Zij kleedde zich bitter weinig zegen voor de menach- heid opgeleverd en integendeel door eeuwen heen ontzaglik veel leed, jammer en rouw over de wereld gebracht. Toch wa3 de uitvinder een brave monnik. Hjj sehjjnt geenszins te hebben voorzien, welk kwaadaardig gebruik de menschheld van zjjn vin ding zou maken; ontplofbare stoffen kunnen voor talrijke nuttige doel einden worden aangewend, maar helaas in de kraam van den oor- logsduivel zjjn ze het meeat van pas gebracht. De persoonljjkeverantwoordelijk heid van uitvinders voor de gevolgen van hun vinding, kan slechts een zeer betrekkeljjke worden geacht. De tjjd moet rjjp wezen voor be paalde ontdekkingen en dan worden ze ook gedaan, zoo niet door den een dan door den ander. Van vele belangrjjke vindingen wordt het au teurschap betwist: onderzoekingen op een bepaald doel gericht, lelden vaak op verschillende plaatsen en bjjoa tegeljjkertjjd tot bet beoogde resultaat. Dat ls begrjjpeljjk. Naarmate de wetenschap en techniek voortschrjj- den, worden de mogeljjkheden zicht baar om tot doelen te geraken, die voorheen onbereikbaar waren, Ik had deze inleiding noodig om den lezer eenlgszins mild te stem men jegens den jongen Haarlemmer, die een dezer dagen de...,. fietsradio uitvond Men moet hem niet te hard vallen de tijd was er rjjp voor. Had hjj het ding niet in elkaar geknutseld, dan zou een ander het hebben ge. daan.We hadden reeds het huis kamertoestel, dat de radio-golven uit den aether opvingwe kregen de verplaatsbare zend- en ontvang- installaties, speciale apparaten wer den geconstrueerd, welke men in auto's kon meenemen eu „dus" kon de vinding der fietsradlo niet uitbljj- ven. De bedoelde Haarlemmer heeft helaas de vele technische moeiljjk- heden kunnen overwinnen, welke aan de vinding nog in den weg etODden. Het toestelletje, dat hjj samenstelde, is uiterst klein, kan gemakkeljjk op het stuur worden "gemonteerd, de stroom wordt geleverd door een dynamo, op den fietsband aange dreven, de lampen kunnen niet los- schokken, op vernuftige wjjze Is het vraagstuk der aardleiding opgelost en wat voor den gebruiker het voornaamste schjjnt te zjjn - de Haarlemmer heeft het apparaat van een wonderbaarljjk krachtig geluids volume weten te voorzien. Het heet, dat de vinding in een behoefte tegemoet is gekomen. O, natuurlijkNiets is den mensch te dolalles begeert hjj, wat binnen zijn bereik is gekomen. Tot nu toe waren we er gelukkig om, dat de fiets het eenlge vervoermiddel was, dat geen gerulach maakte. Men schoof er onhoorbaar mee de natuur in, verstoorde het spel en het lied der vogels niet mee, het joeg geen wanklanken door de indrukwekkende geluidloosheid van een zoelen zomer avond.... Maar nu zjjn we ineens tot de conclusie gekomen we verna men zulks uit een enthousiast ge stemd dagbladartikel dat een fietstocht eentonig is, vervelend, geestdoodend en slaapwekkend. Daarom allemaal een fietsradio aanschaffen Een fietstocht wordt er een ge nieting doorwe stemmen af op een program, dat ons boeit, we voelen dan geen moeheid meer en we zjjn aan ons doel, voor we het weten. Ik zou er aan willen toevoegeD vóór we iets hebben gezien van al bet schoone, dat we rakelings passeerden misschien óók zonder iets te hebben gezien van het obstakel op onzen weg. In dat laatste geval komen we wel niet aan het doel, dat ons hadden gekozen, maar toch wel aan het einde van onzen levens weg en aan het slot van veel dwaas heid. Ik voorzie niet veel goeds van de uitvinding der fietsradlo. De fietsers behooren in het algemeen toch al niet tot de meest oplettende weg gebruikers en''wat moet er van ze worden, alsmede van de overige weggebruikers, alshun gedachten nog meer afgeleid gaan worden Wat een cacaphonle van geluiden zal er zich overal in het openbaar gaan ontwikkelen, als de fietsradlo populair wordtStel je voorlk fiets en heb afgestemd op Berljjnlk word achterhaald door een demo craat, die ik spreek van den komenden vredestjjd Londen heeft aangezetwe snauwen mekaar wat toe en worden onderwjjl tegemoet gereden door een communistischen wellusteling, die een Moskousche internationale door de lucht laat schallen... Natuurljjkj'volgt er een botsing en over ons heen komt een fietser te rollen, die naar een jasz- band aan het luisteren was, een andere, die genoot van het oogge tuige-verslag van een bokswedstrjjd een bedaagde juffrouw, die ge nietende was van een oratorium van om met hun verwanten in ons land te telefoneeren. Wat str jjdende part jjen uit oorloge- noodzaak meenen te moeten doen, vermogen we niet te beoordeelen, nog minder te becritlseeren. We begrjjpen het volkomen, dat de Dultsche regeering allereerst plichten heeft tegenover Dultsche volksgenooten en daarom ongerecht, vaardlgd geachte maatregelen tegen dezen, met gepaste tegenmaatrege len moet beantwoorden. Leed toe te brengen ls in oorlogstijd niet steeds te vermjjden, maar het toegebrachte leed te verzachten, ls een daad van menscheljjkheld, welke in alle om. standigheden kan worden bedreven. En zal worden^ gewaardeerd. De boer en de grond. Het stemt tot groote voldoening, dat ook in den huldigen oorlogstjjd sterk gejjverd wordt voor de ver meerdering van den cultuurgrond In ons land, waardoor meer boerenzo nen aan een eigen bedrjjf kunnen worden geholpen. Zoo wordt binnen Bach. En al deze klanken klinken kort ook de Bieschbosch voor dat door, terwjjl wjj liggen te kreunen doel Ingepolderd. Toch zal men zich moeten bezin- of te reutelen.... Ik moet er niet aan denken. Sinds de uitvinding van de fietsradio ben ik me gaan verheugen over de in voering der radio-belasting. Uit de opbrengst der belasting voor de fietsradlo's kunnen misschien een paar krankzinnigengestichten worden gebouwd. DIXL VAN JAN DE BAKKER. OORLOGSLEED. heel stil, kroop over het balkon en klom vlug langs het klimop naar be neden. Paula was door een lichte hoofdpijn de eerste uren van den nacht wakker gebleven en was op dat oogenblik in diepen slaap Met een paar sprongen was het meisje in het parkde zilveren stralen der opgaande zon spiegelde zich in het kleine meer. O, dat waler zien, waardoor de Scorff stroomde, dat water waarop de schaduwen van takken en groen en bloemen zich bewogen Ze had het al zoo dikwijls aan Paula ge vraagd, maar deze vreesde het kille water voor de herstellende, welke nog steeds een lichte koorts had. en niet tegenstaande de zoete woordjes en de smeekende traanljes weigerde zij En van morgen was ze er dicht bij, bij dat meer in het kleinzij kon er haar fijn schaduwbeeld in bewonderen I In het eerst bleef zh met gevouwen handen staan, prevelde haar morgen gebed en zag op naar den helderen blauwen hemel. Zij dacht er zelfs niet aan om God vergiffenis te vragen voor de ongehoorzaamheid aan haar, die zoo straks tevergeefs zou gaan zoeken, in vrees en angst, waar zij zich zou kun nen bevinden. Het kind had tot nu gedaan wat het wilde. Juana liet haar gaan en komen zooals zij verkoos, wanneer de meester er niet was, zij dacht dus niet dat zij kwaad deed. Zij zag een klein wit bootje, met lichte roeiriemen, dat aan een boom stam was vastgemaakt. Een toer in dat vaartuig op het heldere water had voor haar iets aanlokkelijks. Zenuwachtig maakte zij het touw los, ging in het bootje, nam de roeiriemen en was al gauw midden in den vijver. Op dit oogenblik had Mireille alles vergeten. Zij dacht aan niets anders, dan om van dezen heerlijken morgen te genieten, die alleen scheen aangebro ken voor haar. Er is voor de microfoon van het Algemeen Nederlandsch Persbureau, dat zich tegenwoordig behalve met berichtgeving ook met propaganda bezig houdt, heel wat gejammerd over het feit, dat de Ned. autori teiten geweigerd hebben om radio gesprekken toe te staan tusschen Nederland en zjjn overzeesche ge westen ter gelegenheid van Kerstmis en Nieuwjaar. Dat verbod, aldus de woordvoer der van het A.N.P., scheidde aldus ouders en kinderen van elkaar en onthield aan bezorgde gemoederen de vertroostende stemmen van ver wanten. Dat die gesprekken geen voort gang konden hebben dit jaar, is natuurljjk buitengewoon jammer. Dat de Ned. Indische autoriteiten ten deze schuldig zjjn, zou ik niet durven beweren of onderschrijven. Oorlog voert In vele opzichten tot bittere noodzakelijkheden. We weten niet welke verontschuldigingen men in Batavia zou kunnen aanvoeren en ik veroordeel niemand graag, als Ik zjjn verontschuldiging niet kan aan- hooren. Het feit zelve bljjft in tusschen jammer, heel jammer, ook al betreft het hier een verbreken van een con tact, dat eerst sinds enkele jaren tot de mogelijkheden behoorde. Oor log is verfoeilijk om zjjn gevolgen, gevolgen, welke maar al te dikwijls op de hoofden van onschuldlgen neerkomen. Onze gedachten gaan heel dikwijls met deernis uit naar al die families die door de buitengewone omstan- van dezen tijd vaneen gescheurd zijn, naar hen dus ook, die In Indië ver toeven en naar dezer verwanten In ons land. Eveneens naar de vaders of zoons, die ln Dultschland zijn geïnterneerd alt vergelding der in- terneering van Duitschers Id Indië. Deze in Dultschland vertoevende vaders en zodoq zijn óók Nederlan ders, Nederlanders, die hier familie hebben achtergelaten; Nerlanders, die persoonlijk geen schuld hebben aan wat men in Indië mocht doen of misdoen. We hopen, dat deze Nederlanders met Kerstmis en met Nieuwjaar wél in staat zijn gesteld Plotseling werd haar naam door een wanhopige stem uitgesprokenzij schrok beefde over al haie lede maten Paula zocht haar. Toen zij wakker werd, was zij opge staan en had zich eerst naar het bed van baar lieveling begeven, zooals zij gewoon was. Welke was haar schrik toen zij de legerstede ledig vond 1 Eene vreeselijke gedachte kwam in haar op, de kunstenmakers welke het kleine meisje verlaten hadden, waren terug gekomen, en nu zij genezen en weer gezond was, hadden zij haar wederom gestolen. Zij vloog naar beneden en riep Victoire, de keukenmeid, die juist naar den tuin wilde, toe Hebt ge Mireille niet gezien? Neen, mejuffrouw. Was de deur gesloten toen ge opstond Zooals gewoonlijk, mejuffrouw. Ik zelf ben het eerst naar buiten gegaan, daarna mejuffrouw Irene, welke naar de kerk is. Het kind is niet op zijn kamer, zeide Paula met angstige stem. Victoire schrok, richtte hare groote handen ten hemel, en wees hare mees teres daarna op een lange rank van klimop, die gebroken naar beneden hing. Daarlangs zijn de dieven gegaan die haar hebben meegenomen, zuchtte de bedroefde Paula. Onmogelijk, mejuffrouw, hoe zou den zij in den tuin gekomen zijn? Dat volk klautert over muren heen, al worden ze ook nog zoo goed bewaakt 1 Misschien is het kind alleen naar beneden gegaan. Ban je dan gek, Victoire! Hoe kan een klein meisje, dat nog lijdend is, zoo naar beneden klimmen Maar, mejuffrouw, indien zij de dochter van een kunstenmaker is, zal ze zonder twijfel wel toeren kunnen maken. nen op een afdoende oplossing van het grondvraagstuk voor den boer. We leven nier niet in Rusland of Canada met onbegrensde ontgin, ningsmogeljjkheden. Onze boerenstand is gezond en hjj breidt zich regelmatig sterk uit. We kunnen onmogelijk ln gelijke verhouding cultuurgrond blijven win nen. De boer van heden ls tevreden over de meerdere verzekerdheid, welke men hem schonk ten aanzien van het grondgebruik. Datls echter een voordeel, dat slechts hem en zijn opvolger ten goede komt. Er ls er blijft weinig toekomst voor de kin deren van den boer ln de Neder landsche boerenwereld. Zou men in boerenkringen niet ins sterk de emigratie en koloni satie en kolonisatie gaan voorbe reiden Dc reclame voor Winterhulp. Herhaaldelijk hebben we er op aan gedrongen, dat men de inzamelingen voor Winterhulp naar vermogen zal steunen. Er moet ontzaglijk veel nood worden gelenigd en de vorm der or ganisatie van deze hulpverleening doet niets af aan onzen plicht tot offeren. Als iemand in het water ligt en om hulp roept, gaat men toch ook niet staan discusssleeren over mooiste manier om te helpen, maar men helpt op de manier, welke zich voordoet. En anders Is men een kletsmajoor, laf en nutteloos. Omdat de extra-hulp voor nood lijdenden. ln dezen tjjd slechts vla Winterhulp kan worden geboden, daarom verheugen we ons over de intensieve propaganda, welke voor de inzamelingen worden gehouden. Van een onderdeel dezer propaganda echter, vreezen we een resultaat, dat tegengesteld ls aan de bedoelingen. Collectanten en gevers mogen gerust naar voren worden geschoven, opdat hun voorbeeld navolging zal wekken, maar de bedeelden houde men zoo veel mogelijk op den achtergrond. Het Ib voor vele armen al erg moei lijk om met de hun verstrekte bon nen van W. H. naar de winkels te moeten gaan, waar ze zich moeten legltlmeeren en dan naam en adres op de achterzijde der bonnen ver melden... Maar nu zagen we in de bladen ook al enkele keeren een foto afge drukt van de ultdeeling der bonnen Op een dezer foto's kwam een vrouw voor, die kennelijk haar best deed om niet op de kiek te komen. Deze vrouw openbaarde daarmee gevoelens welke lk me levendig kan Indenken. Wordt deze soort reclame voortgezet, dan zullen de brutalen weer eens de halve wereld verwerven, maar de stille armen zullen zich liever zon der spreken laten ondergaan. zijn dikwijls het gevolg van kouvatten. Goed trans pireeren en "AKKERTJES" nemen, helpt U altijd snel, goed en zeker ervan af! Door hun bijzondere sa menstelling bevorderen immers "AKKERTJES" niet alleen het transpireeren, maar verwijderen tevens de stoffen, die de aan doening veroorzaken. Zij werken direct pijnstillend. Opelk"AKKERTJE"staat't Akker-merk: Uw garantie! v Let U daarop vooral en j laat U toch géén waarde- looze namaak of imitaties aanpraten die niet helpen. tegen pijnen, hoofdpijn, koorts,kou 13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers Genoeg daarvan!... zeide Paula droogjes. De meening van de keukenmeid was misschien juist. Paula liep door het park en riep den naam van het kind. Dit roeide haastig voort om weer den oever te bereiken en mejuffrouw Paula gerust te stellen. Zij was boos op zich zelf omdat ze haar door die vroege verdwijning zooveel onrust ver oorzaakt had. Maar de stroom was nog al sterk en de kleine handen waren erg zwak om het bootje in de goede rich- ring te houden. Toen Paula haar bemerkte was het alsof de eene onrust de andere volgde. - Mijn God, riep zij uit, indien zij daar onder mijne oogen moest ster ven Het kind zelf werd bijna wanhopig. - Ik kan niet meer 1... stamelde het. Gelukkig kwam op dit kritiek oogen blik Willem aanloopen Hij had de kreten der twee vrouwen gehoord, sprong in het water en was weldra bij het bootje. Eenige oogenblikken later reikte hij de kleine over aan haar meesteres. Toen Mireille de bleekheid van haar weldoenster gewaar werd, zag zij in hoe schuldig zij waszij strekte, badend in tranen de armen naar haar uit. Hier bij dit meer, waar je bijna het leven gelaten hebt, zul je me be loven zoo iets nooit meer te doen. Ja, ik beloof het, nooit meer, nooit meer!... Maar ik had zoo graag het meer gezien, en het was zoo heer lijk toen de zon opkwam 1 Bij deze geestdrift die zij toonde, ofschoon het gevaar zoo groot was geweest, kon Paula een glimlach niet weerhouden. - Je lacht, mejuffrouw, zeide Mireille en klapte in de handen, dus ben je niet meer kwaad l De kleine roekelooze werd weer gauw te bed gebracht. Toen Paula droomend op het balkon leunde en dat eenigszins vernielde klimop beschouw de, zeide zij bij zich zelf Voor Boeren en Tuinders. Ongunstige vooruitzichten. Het ljjkt een moeilijke puzzle te worden voor de boeren en tuinders. Men verwacht, het volk verwacht, dat er meer dan gewone moeite ge daan zal worden om den Nederland schen bodem tot nog hooger produc tie te brengen, dan de Nederland sche boer en tuinder reeds kan. En dat was al niet weinig, meer dan in eenig ander land ter wereld. Gaarne zal ieder van de land- en tuinbou wers het z|jne doen om de productie van den bodem nog meer op te voeren, doch het moet ook kunnen. En het is de vraag, of het zal kun nen. Voor plantengroei Is planten- voedsel noodig. Dat zit, wat sommige stoffen aangaat, in den bodem als reserve dat wordt gegeven in den vorm van stalmest en van kunst mest. Stalmest Is er In geen geval meer dan in vorige jaren en kunstmest.... Dat ziet er niet zoo mooi uit. Stik stof gaat wel, dank zij de luchtstik- atoffen. Kali gaat ook. Maar de fosforzuurmeststoffen, die laten ons ln de steek. Super wordt niet meer gefabriceerd. En slakkenmeel, verre weg de grootste fosforzuurbron.., moet uit België komen. W|j gebrui ken daarvan per jaar zoo'n 400.000 ton. Nu beloofden ze ons begin December 20.000 ton. Dat is een twintigste deel. Wjj waren al bl|j met dat twintigste deel. Maar nu bl|jkt, dat het vervoer naar ons land zulke groote bezwaren biedt, mogen wjj al heel erg blij z|jn als zelfs dit beetje hier al vast maar eens binnen ls. Dat zijn dus geen gunstige voor uitzichten, Zjj, die gewoon waren met slak kenmeel te mesten, kunnen het dikwijls wel eens een keer zonder stellen. Deze fosforzuurmest leent zich nl. bijzonder voor voorraadvor- ming ln den grond en in tijden van gebrek als wjj doormaken, komt dat den geregelden slakkenmeelgebrui- kers goed te stade. Voor hen z|jn de vooruitzichten niet zoo ongunstig als voor anderen, maar toch, om van het land een verhoogde opbrengst van land- en tuinbouwproducten te krjjgen, daar ls zoodoende veel minder kan3 op, AGRICOLA. Is zij het kind van een kunsten maker Heeft hij het gestolen Wie zal mij den sluier over dat geheim op lichten HOOFDSTUK VII. TUSSCHEN TWEE GENEGENHEDEN. De streek van Mireille had geen slechte gevolgen gehad. Zij was thans volkomen genezen en zq kon volop van hare geliefde natuur in deze heer lijke Mei-maand genieten. Op nieuw was zij gaan roeien op het meertje in het witte bootje, maar nu vergezeld van Paula, en zij kon zich, zonder vrees voor gevaar, laten wiegelen op de kabbelende golfjes. Een anderen keer liep zij door de groene weiden of ging op het droge hooi liggen, dat een aangenamen geur verspreidde. Soms strekte zij haar wan delingen uit tot op de oevers van de Scorff, tot dicht bij den molen. Wat was die molen aardiggeheel wit, zag men hier en daar kleine venstertjes, omkranst met het loof van een wingerd. Hij lag niet zoo heel ver van het kasteel en de dames de Monts- corff kwamen meer in den molen dan op de boerderij, die door een bosch gescheiden, er verder van af lag. Hij was werkelijk schoon, die holle en schaduwrijke weg, die er heen leidde. Elk seizoen bracht hem nieuwe bloe men. De witte hagedoorn en de wilde gele rozelaar strooiden hun bloesems over het groene mos, de kamperfoelie hechtte zich! met haar fraaie en aan genaam geurende bloemen overal vast, waar zij slechts een geringen steun vond, en eindelijk de groote hulst met zijn schitterende bladeren, waariusschen roode bessen blonken Waarlijk, het was een prachtige weg. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1941 | | pagina 5