TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
De Amerikaansche
presidentsverkiezing
FEUILLETON.
Mei Napoleon naar
Rusland en lerug.
Ons weekpraatje.
In Salomon's zoeklichten
Zaterdag 26 October 1940
Een en Zestigste Jaargang No 43
Twee merkwaardige Roosevelts
Franklin en Theodor»
Wilson verbood Theodoor om
ten oorlog te trekken.
De 5e November belooft een his
torische dag te worden, niet alleen
belangrijk voor het blnnenlandsch
bestuur der Ver. Staten, maar wel
licht ook van beslissende beteekenis
voor den loop van het wereldgebeu
ren.
Wordt Roosevelt herkozen - en de
weddenschappen daaromtrent notee-
ren in de Ver. Staten 4:1 dan
kan aanstonds een nog Bcherper voort
zetting worden verwacht van z$n in
terventionistische buitenlandsche po
litiek; behaalt zijn tegenstander Wll-
kie (republikein) de zege, dan is
het gevaar, dat da Ver. Staten open
lijk partij sullen kiezen la den oorlog,
sterk verminderd en zou er boven
dien dadelijk een periode van 4 5
maanden aanbreken, waarin elk initi
atief der Ver. Staten op het gebied
der bult. politiek zou zijn lamgelegd.
Want in geen geval zal er op 5
November of onmiddellijk daarna een
nieuwe president aan het bewind
komen.
De verkiezingen zijn zóó geregeld,
dat in elk der 48 staten (republieken)
van de Unie de kiezers gelegenheid
krijgen om hun politieke kleur te
bekennen. Een staat, die b.v. in
meerderheid democratisch stemt,
vaardigt enkel democratische kies
mannen afde officleele presidents
verkiezing volgt later en pas in
Maart van het volgende jaar vangt
de ambtsperiode van den gekozene
aan.
Toen vier jaar gelegen Roosevelt
voor een tweede ambtsperiode van
vier jaar werd gekozen (op 3 Nov.
1936) behaalden de democraten hun
grootste verkiezingsoverwinning
slechts 2 van de 48 staten spraken
zich voor den republikeinschen tegen,
candidaat Landon uitRoosevelt
verwierf 25 millloen van de 43 mil-
lioen stemmen, waarbij men dient te
bedenken, dat van de 18 millloen
stemmen, welke voor Roosevelt ver
loren gingen, er enkele mlllioenen op
kanslooze candldaten waren uitge
bracht.
Het is nauwelijks te verwachten,
dat een eventueels nieuwe overwin
ning van Roosevelt op 5 Nov. a.s,
wederom zoo groot zal kunnen zija,
want le staat het veleD Amerika
nen tegen, dat Roosevelt inging
tegen een constitutioneel gebruik,
hetwelk wil, dat een president niet
voor een derde achtereenvolgende
ambtsperiode een candidatuur aan
vaardt, 2e voelen de kiezers, dat het
thans bij de stembus gaat om oorlog
(doorinmenging) of vrede (gebaseerd
op zoo groot mogelijken materieelen
steun aan Engeland).
De twee Roosevelts (Theodoor
1901—1909) en Franklin Delano (1932
tot heden) vormen merkwaardige
figuren in de geschiedenis van de
presidenten van Amerika. De eerst
genoemde, een oom van den huldi
gen president, was republikein, de
andere is democraat. Deze laatste is
opgevoed ten huize van den eerste,
met wien hij vooral een sterke anti-
Duitsche gezindheid gemeen heeft.
Nadat Theodoor in 1909 door Taf t
was opgevolgd, stelde hij zich in
1912 weer candidaat, maar de groote
kapltaalbelangen in de republikein-
sche partij wenBchten Teodoor's
candidatuur niet en stelden opnieuw
Taft. Theodoor Roosevelt richtte
toen de „progressieve partij" op ten
behoeve van zijn candidatuur. Dat
had tengevolge, dat hij veel méér
stemmen kreeg dan Taft, maar het
waren de democraten, die van de
scheuring in de republikeinsche ge-
Lotgevallen van een
Belgischen soldaat.
24.
Bij eene kleine hut gekomen, zoo
vertelde mijn vriend Anselmus voort,
zag ik een oude vrouw, die een groote
ketel buiten bracht, hem tegen den
muur plaatste en terugkeerde in haar
woning. Uit den ketel stegen kleine
wolkjes op en ik hoorde in de nabij
heid het geknor van een zwijn. Het
vuile dier verwachtte zijn voer, in den
ketel lagen waarschijnlijk gekookte
bieten en misschien ook wel eenige
broodkorsten.
Wat een geluk voor mij, indien
ik een deel van die weinig aanlokke
lijke spijzen kon wegroovenl Dit var
kensvoer was noch lekker noch krach
tig, maar het zou mijn honger bedrie
gen en mij eenigszins verwarmen Een
oogenblik nadien zat ik bij den pot en
gebruikte al mijne macht om het deksel
weg te nemen. Dat ging niet vlug,
want ik was zoo zwak als een kind en
de schijf scheen vastgenageld.
Eindelijk toch was ik zoo geluk
kig, de lekkere bieten te bereiken. In
een, twee, drie, had ik mijn hoofd
deksel volgestampt en ging er met
mijn buit vandoor, toen het oude wijf
kwam buitenspringen, bemerkte wat er
gaande was en uit al hare macht
begon te roepen.
Ik bleef natuurlijk niet staan doch
liep zoo hard ik kon. De oude volgde
mij op de hielen en nog andere toover-
lederen profiteerden en hun candidaat
Wilson als overwinnaar uit de drie
hoaksverkiezing te voorschijn zagen
komen Wilson werd in 1916 herko
zen en was president gedurende
laatste oorlogsjaren.
Omstreeks 1916 oefende Theodoor
Roosevelt veel crltiek uit op de
houding der Ver. Staten ten aan
zien van deD oorlog in Europa hjj
was fel anti-Duitsch en voorstander
van een onmlddellijken steun aan de
geallieerden. Hij vormde zelf een
vrijwilligerscorps, maar Wilson gaf
hem geen verlof om ten oorlog te
trekken. Een jaar later kozen de
Ver. Staten nochtans partij.
Zooals we reeds zeidende huidige
president Franklin Roosevelt is ten
huize van zgn oom Theodoor Roose
velt groot gebracht. Hjj is geboren
op 30 Januari 1882 en thans dus 58
jaar oud. Hjj vestigde zich te New
York als advocaat, stortte zich in
de politiek, werd in 1913 onderstaats
secretaris van marine onder Wilson
en kreeg in 1921, dus op 39-jarigen
leeftgd, kinderverlamming. Deze
ziekte dwong hem om zich voor
enkele jaren uit het politieke leven
terug te trekken. Door zijn zeld
zame energie overwon hij de ergste
gevolgen der lichamelijke bezoeking,
maar nog altijd is hg een in
beenen verlamde. Dank zij bepaalde
steunsels kan hjj enkele stappen
doen en vermag hij een oogenblik te
staan, maar als hij b.v. in het Con
gres spreekt, zit hij in een speciaal
geconstrueerden hoogen stoelop
fotografiën lijkt hij dan toch een
staande, zij het aanleunende houding
te hebben.
Franklin Roosevelt werd in den
zomer van 1932 voor de democrati
sche partij tot president gekozen en
in 1936 met overweldigende meerdor-
heid herkozen. Zijn groote populari
teit onder de massa dankt hij aan
zjjn hardnekkigen strijd tegen de
„fiuanclal interests" en zijn maat
regelen ten behoeve van de arbeiders,
en landbouwende klassenNew Deal
Deze maatregelen hielden o.m. in
controle op de banken, loslaten van
den gouden standaard, beperking
der concurrentie ter bescherming
van loonen en arbeidersstanden. De
sociale staatsbemoeiing werd sterk
uitgebreid; er kwam o.m. een fede
rale regeling voor, werkloozen-onder-
steuning; groote kapitalen werden
gevoteerd voor openbare werken; de
industrieën werden gedwongen om
codes te aanvaarden, waarbij de kin
derarbeid ^werd verboden en de ar
beidstijd werd verkort (in het alge
meen tot 40 uur per week) minimum
loonen werden vastgesteld. Daar bij
deze regelingen de gezamenlijke on
dernemingen met de gezamenlijke
arbeiders moesten onderbandelen,
werd de positie der vakvereenigingen
versterkt.
Reeds op het einde van 1933 was
98 pet. der industrie op deze wijze
(door codes) georganiseerd. In 1935
werd de New Deal bedrèigd door
bepaalde uitspraken van het Hoog
gerechtshof; de „codes" werden on.
grondwettig verklaard, maar de be
palingen der codes werden door de
meeste staten overgenomen en deels
in arbeidscontracten door de indus
trieën zelf geregeld, zoodat de nieuwe
feitelijke verhoudingen niet veran
derden.
Ondanks de verbetering van den
socialen toestand der werkenden,
werd de algemeene economische si
tuatie des lands met het jaar slech
ter. Het millloenenleger der werk-
loozen groeide en eveneens het be-
grootlngstekort. De conservatieven
(republikeinen) wijten een en ander
aan de New Deal, de democraten aan
de algemeene economische ontwrich
ting van de wereld.
De buitenlandsche politiek der
Ver. Staten onder Franklin Roosevelt
mag onder onze lezers als voldoende
bekend worden verondersteld: ze hield
o.m. een sterke bemoeiing in met de
Zuid- en Centraal-Amerikaansche
aangelegenheden (Pan-Amerikaan-
heksen, op haar gehuil toegesteld,
volgden mij. Ik sloot den kostbaren
schat tegen mijn borst en beet in de
gloeiende bietenschiilen, alsof het heer
lijke taartjes waren, mijn handen en
mond verbrandend.
Het duurde niet lang of die hel-
sche wijven hadden mij bij den kraag.
De eene krabde mijn aangezicht tot
stukken, een oude trok mijn haren uit,
allen sloegen en stampten om het
hardst. Doch ik liet niet los en toen
mijn beulen, vermoeid van slaan en
roepen, mij "eindelijk vrij lieten gaan,
trok ik blijde weg en nooit deed de
rijkste smulbroer ter wereld een sma
kelijker maaltijd. Mag ik niet zeggen,
dat het lijden en de ellende mij zoo
diep hadden doen vallen als redelooze
dieren
Gij ziet het, voegde Anselmus er
na eene korte stilte bij, dat ik daar nu
uist niet op een kermis was. En toch
)ij hen, die mij sloegen, zag ik eenige
jonge meisjes, die mij aldus niet zou
den behandeld hebben, ware het niet
geweest, dat zij door boosaardige lieden
waren opgeruid.
Zij beelden zich in, antwoordde ik
dat zij een vaderlandslievend werk
verrichtten.
Ja, want terwijl zii mij mishandel
den, verweten ze mij de vernieling van
Moskou.
- Het is door die valsche beschul
diging, dat de Russische staatsmannen
de boeren en werklieden tegen ons
hebben opgehitst... Maar daarover zul
len wij later spreken; nu wacht ons
het ontbijt.
Dat mijn vriend met veel eetlust op
de spijzen aanviel, behoeft niet gezegd
te worden. Wanneer ik hem zei, dat
we naar allen schijn zouden gedwon
gen zijn nog verscheidene weken op
het kasteel door te brengen, werd hij
zeer ongerust.
Wat zullen we doen, zei hij, om
onze weldoeners voor zooveel goedheid
te vergelden
sche Congressen).
Ten aanzien van Europa werd aan.
vankelijk onthouding gepredikt, maar
geleidelijk werd de houding der Ver.
Staten er een van welwillende neu-
tealitelt jegens Engeland en de met
dit land direct of indirect verbonden
democratiën. Velen verwachten van
een herverkiezing van Roosevelt een
verdere bemoeiing met den Europee-
schen oorlog en optreden tegen de
Japansche penetratie in het Verre
Oosten.
Welk effect een ingrijpen der Ver-
Staten in de huidige internationale
geschillen zou kannen hebben De
vlootsterkten van de Ver. Staten,
Ed geland en Japan verhouden zich
als 5:5:3. De Ver. Staten en Enge
land tesamen zouden ter zee dus e9n
macht vormen van 103. Rekent men
bij de Japansche zeestrijdkrachten
die van Italië en Duitschland, dan
wordt de verhouding oDgeveer 10:4ya
De Engelsch-Amerikaansche vloot zou
dus ongetwijfeld de groote zeeën kun.
hen beheerschen.
Maar de Ver. Staten met een be
volklng van 125 millloen zielen (w.
12 millloen negers) hebben geen leger
van beteekenis, al hebben zij in den
vorlgen oorlog bewezen, dat ze een
leger, zoo noodlg, op echt-Amerikaan*
sche wijze uit den grond kunnen
stampan, Toen de Ver. Staten zich
in 1917 in den Europeeschen oorlog
mengden, bestond het leger uit
slechts 80.000 man en 150.000 man
van de nationale garde. Maar een
jaar later stonden er twee millloen
en tachtig duizend man in Frankrijk
en werden er nog vier millloen Ame
rikanen voor den oorlogsdlenst afge
richt.
Op het oogenblik staan de Ver.
Staten er gunstiger voor. De Dieuwe
wet op den dienstplicht voorziet voor
heden In de africhting van 1.400.000
man. Dezen kunnen de basis vormen
van een grooter millloenenleger, als
Roosevelt wordt herkozen en als de
Ver. Staten Inderdaad partij zouden
gaan kiezen ln den huldigen oorlog.
En als.... Engeland niet vernietigd
is, vóór een Amerlkaansch millloenen
leger zijn Invloed zou kunnen laten
geldenMd.
DE HUISVERLICHTtNG
TEN PLATTELANDE.
Ik heb altijd iets gevoeld voor de
bezwaren der achteraf wonende
plattelandsbevolking, welke volledig
haar deel moet bijdragen in de be
lasting, maar slechts weinig profi
teert van de geneugten, welke uit
de gemeenschapspot worden betaald.
Deze achterafwonenden missen een
behoorlijke verlichting van de wegen
ln hun wijk, ze kennen geen rlo.
leering, geen trottoirs, geen intensief
politietoezicht en de meesten missen
bovendien de gelegenheid om hun
perceelen te doen aansluiten bij de
waterleiding, het gas- en electrlcl-
teltsnet.
We geven toe, dat het vrijwel on
doenlijk is om aan de geopperde
bezwaren tegemoet te komen, want
als elke tak van overheidsbemoei
ing moest reiken tot het persoonlijk
belang van lederen gemeentenaar,
dan zou de zaak zoo duur worden,
dat ze niet te betalen was.
Toch moet elk gemeentebestuur
op uit zijn om zooveel mogelijk
ingezetenen te laten profiteeren van
de instellingen, welke ten bate der
gemeenschap en op dezer kosten,
worden Ingericht.
Wij voelen het b.v. niet geheel
billijk, dat stroomleverlngen door
een G.E.B. aan buurtschappen duur
der wordt berekend, wanneer de
afname ln die buurtschappen tegen
normaal tarief voor het bedrijf
precies loonend kan zijn.
In zoo'n geval mag o.I. worden
Wij zullen werken, antwoordde ik
Uitmuntend gedacht, doch wat
zullen wij werken?
Ge hebt wel gezien, dat hier een
groote hof is. Aan bezigheid zal het
ons niet ontbreken
Jammer, dat ik geen hovenier
ben van mijn vak.
Ge zult het worden. Ge kunt ook
hout zagen. In één woord, we zullen
onzen goeden wil toonen, en aan onze
weldoeners bewijzen, dat zij geen on
dankbaren verpleegd hebben.
Indien ik penseelen en kleuren
had, dan kon ik eenige kleine taferee
len schilderen.
AhMijn makker is een leerling
van Rubens 1 Wat gelukZoodra de
baron ons komt bezoeken, zal ik hem
alles vragen wat gij noodig hebt om
meesterstukken voort te brengen.
In afwachting zal ik eenige tee-
keningen maken voor onze kleine
vrienden van wie gij mij zooveel goeds
verteld hebt.
En in minder tijd dan noodig is om
het te vertellen, had hij eenige kluch
tige figuren op het papier gebracht.
Dan trokken wij in den tuin.
Tegen den middag kwam de baron
ons bezoeken. Wij hadden hard ge
werkt. Het zweet stroomde over ons
gezicht. De goede man berispte ons
en zei dat hij zou eindigen met ons
het werk te verbieden, indien wij aldus
bleven arbeiden.
Hij wilde ons eenige bezigheden
verschaffen, opdat wij den tijd zoo aan
genaam mogelijk zouden doorbrengen,
maar hij mocht geen voordeel trekken
uit ons werk, anders zou onze Lieve
Heer hem niets meer verschuldigd zijn.
Om te eindigen, zegde hij dat wij de
gelukkige aankomst~van mijn landge
noot moesten vieren en gaf ons twee
flesschen wijn en eenig suikergoed.
Dan vertrok hij zonder de kleine
teekeningen te vergeten, die hem har
telijk deden lachen. In vroegere jaren
bad hij zich ook met de schilderkunst
bedacht, dat de menschen, die ach
teraf wonen, ln het algemeen weinig
deelen ln de geneugten der gemeen-
schapszorgen, dewelke zij mede
helpen bekostigen.
Een en ander mag wel eens goed
worden overdacht ln dezen tfld, nu
de achteraf wonenden met zulke
extra groote moeilijkheden hebben
te kampen.
Ik denk hier vooral aan het vraag,
stuk der hulsverlichting. Velen dezer
menBChen beschikten in den nor
malen tijd slechts over petroleum
als bron hunner hulsverllchting, een
bron, welke als gevolg der oorlogs
omstandigheden vrijwel is opgedroogd
ZU krijgen of in het geheel geen
petroleum meer, of een hoeveelheid
welke absoluut ontoereikend Is.
Te erger is dat voor hen, daar ze
gedwongen worden om voor dag en
dauw, als de burgers warm in hun
bedden liggen, aan den arbeid te
gaan, teneinde hun voor de gemeen
schap zoo belangrijke taak te ver
richten.
Laat men ze daarom helpen zoo
veel als economisch maar eenigszins
te verantwoorden ls.
De gemeentebesturen moeten over
bezwaren weten heen te stappen
en niet schromen om dragelijke las
ten te aanvaarden, wanneer kleinere
buurtschappen door uitbreiding van
het net van gas of (en) electrlciteit
kunnen worden voorzien.
Zeker, ook dan zullen er nog ach.
teraf-wonenden overblijven, die niet
streeks kunnen worden geholpen,
maar met eenigen goeden wil kun
nen ook deze menschen de beschik
king over een bescheiden electrische
huisverlichting verwerven, wanneer
het G.E.B. zich daarvoor eenige
moeite getroost.
Het G.E.B. der gemeente Hooge-
veen toont zich terzake b.v. zeer
diligent en kan anderen gemeenten
ten voorbeeld strekken.
Voornoemd electrlclteitsbedrijf
stelt accumulatoren-batterijen van 6
volt beschikbaar. De batterijen zijn
van een capaciteit van 100 ampère
uren, zoodat een lamp, waarvan de
lichtsterkte overeenkomt met een
normale petroleumlamp, 50 uren op
zoo*n batterij kan branden, waarna
deze weer moet worden opgeladen.
Bij inlevering van de batterij voor
oplading zal als regel direct een
opgeladen exemplaar kunnen worden
meegenomen, zoodat men geen avond
zonder licht behoeft te zijn.
De lichtinstallatie, welke zeer
eenvoudig kan zjjn, moet daar in
Hoogeveen door een erkend in
stallateur worden aangelegd, die
tevens de weinige benoodigdheden,
ook de lampjes, kan leveren.
D9 batterij wordt voor den kosten-
den prijs beschikbaar gesteld, ver
hoogd met een klein bedrag als bij
drage in de kosten der rullbat-
terijen.
Het tarief voor oplading is zoo
laag mogelijk gesteld en dat kan
inderdaad uiterst miniem zijn, wan
neer deze distributie van draagbare
electrlciteit niet tot een winstobject
voor het bedrijf wordt gemaakt.
Waartoe o.i. juist in de huidige
omstandigheden, geen enkele aan
leiding bestaat.
We hopen, dat het Hoogeveensche
voorbeeld mogelijk wordt het
stelsel ook elders reeds ln toepas
sing gebracht navolging moge
vinden, in het belang van de nijvere
landbouwers, die, zonder petroleum,
in een al te duisteren hoek der sa-
„schele hoofdpijn" maken be
hoorlijk werken onmogelijk I
Neem een "AKKERTJE", even
liggen. Daarna weer frisch.
bezig gehouden en hij bezat nog enkele
kleine paneelen, een schildersezel en
penseelen. Verf zou hij wel krijgen bij
een zijner vrienden, die een paar uren
verder woonde.
Anselmus was de opgeruimdste
jongen van geheel de wereld. Eenige
glazen wijn deden hem zijn lijden ver
beten zoowel als de beproevingen, die
lem nog te wachten stonden.
Zijn aankomst op het kasteel was
voor mij een groot geluk. Nu was ik
niet meer geheele dagen alleen, de
vroolijke kwinkslagen van mijn vriend
verdreven dikwijls mijn droefheid, de
tijd scheen mij korter en ik onderwierp
mij met met meer gelatenheid aan mijn
lot.
Toch in weerwil der liefdevolle zor
gen met welke onze edelmoedige be
schermers ons omringden, gevoelde ik
wel dat het heimwee me meer en meer
ondermijnde en ik vreesde gevaarlijk
ziek te worden, indien ik mijn reis
langer moest uitstellen. Niets kan voor
den banneling het geliefde vaderland
vervangen.
Een onvoorzien voorval, dat op het
mnt stond de noodlottigste gevolgen
e hebben en dat het smartelijkste van
al mijne beproevingen was, kwam ons
vertrjk verhaasten.
VIII
NOG DE KOZAKKEN.
Achter de lente met hare geurige
bloemen en hare malsche weiden, was
de warme zomer zijn rijkdommen over
de aarde komen uitspreiden.
De akkers waren bedekt met gouden
korenvelden en dank aan onze vlijtige
zorgen had de tuin van den baron een
prachtig voorkomen gekregen.
Nooit, zeiden de goede heer en zijn
vrouw, hadden zij zooveel fruit en zoo'n
overvloed van groenten en bloemen
gezien, nooit konden zij zooveel voor
raad verzamelen voor den winter.
Zegen daalt neer op het hoofd van den rechtschapene;
Ongerechtigheid sluit den mond van den booswicht.
(Spr, 106).
Het is typeerend dat in ons spraak-1 Maar de rechtschapen mensch krjjgt
gebruik het spheervolle woord „zegen' telkens weer een stuwende prikkel,
steeds meer de beteekenis krijgt van
stoffeljjken voorspoed en vooruitgang
in zaken. Het bovenstoffelijke ls er
bgna af. Dat ls een smaadvolle ont
luistering. Ons denken schijnt steeds
vaster gekluisterd aan de stof. Zjjn
wij weer teruggegaan naar Salomon's
tjjd, toen aardsch geluk gehouden
werd voor een teeken van zegen,
tengevolge van rechtschapen levens,
wandel Is er niets van de volheid
der Openbaring blijven hangen in
onze christelijke mentaliteit Of is
die niet christelijk meer Is onze
levensopvatting zóó onchrlsteljjkt,
dat zjj natuurlijk geworden is De
encyclieken der laatste Pausen, niet
ln het minst „Summi Pontlficatus"
van Pius XII, wijzen daar zeer ern
stig op.
Z8gen heeft een hemelsche aureool:
het beteekent bijstand van boven,
succes bjj trouwe plichtsvervulling,
bovenal echter de serene rust van
een zuiver geweten.
Deze zegen daalt neer op het hoofd
van een rechtschapene. Hij krijgt bij
zijn moeilijke taak om zóó te blijven
om nog meer gelijkvormig te
worden aan den alleen Rechtschape-
handenvol genaden. Ja, het is
moeilijk rechtschapen te worden, nog
moeilijker het te blijven. Wij staan
o zoo gewillig gebogen naar het
kwaad. Het kwaad Ugt ons zoo goed.
Het gaat ons zoo gemakkelijk af.
Het is zoo natuurlijk. Du sublime
ridicule 11 n'y a qu'un pas. De
stap van de duizelingwekkende hoog
te van ons bovennatuurlijk leven
naar het diepe donkere dal van het
natuurlijke, waaruit wij met Godde
lijke moeite werden omhoog getrok
ken, wordt zoo gemakkelijk gezet.
De met bloemen begroeide afgronden
roepen ons naar beneden, waar dis
tels en doornen ons leven verstikken.
steun In den rug: zegen daalt
op hem neer. Rust en vrede blijven
zijn deel; het geluk, dat daaruit op
bloeit, zijn genot
De booswicht echter, is ten zeerste
gehandicapt door zjjn aanhoudende
ongerechtigheid. Alles spreekt bjj
hem van boosheid. Die boosheid sluit
hem zelfs den mond, als hjj iets tot
zijn verdediging wil Inbrengen. Niets
goeds kan er dus uit den booze
voort komen. Zjjn gedachten stollen
tot booze woorden, en krjjgen gestal
te in misdaden. Terwjjl een goed ge
aard mensch vrjjult kan sp reken,
zonder door slechts daden te worden
tegengesproken, hjj stelt er geen
klagen de misdaden den booswicht
voortdurend aan en kan hjj er niets
tegen in brengen. Hjj staat alleen:
hjj is een eenzame, de booswicht.
„Wee den eenzame
Iedereen wenscht een goed mensch
alle zegen toe: hjj is bemind bjj God
en de menschen. Den boosaardige
schuwt men als schurft. Alleen God
toont hem zooveel eerbied, dat Hjj
hem niet den grooten heiligen zegen
der bekeeripg schenkt, zonder de
vrjje medewerking van den booze.
Door deze welsprekende tegenstel
ling van zegen en inwendige fol
tering, spoort Salomon, onze wjjze
gids, ons aan tot een rechtschapen
levenswandel met zjjn aanlokkeljjken
zegen van vredige rust en sereen
geluk. Wekt hjj ln ons tevens een
scherpe afwijzing van de vurige
smeekbeden van ons vleesch, de
wereld en den booze tot ongerech
tigheid en een vlammend protest
tegen de voortdurende onrechtmatige
aanvallen op ons zegenvol Goddelijk
leven.
De Heer schenke U Zjjn zegen
S. L.
menie ving zjjn geraakt.
We noemden ln dit artikel met
name het gemeentelijk bedrijf van
Hoogeveen, opdat belanghebbenden
van elders zich misschien op de
hoogte willen stellen, hoe deze aan
gelegenheid precies kan worden ge
regeld.
Ingekomen en vertrokken
personen»
Van 11 tot 18 October
VERTROKKEN
A. van de Voort en gezin, bakker,
naar Hejjthuizen
P. Tromp en gezin, opperwacht
meester, naar Hoek van Holland
Lichttorenstraat 3a
M. Poels, zonder beroep, naar Swal-
men A 335 b
M. Ubblnk Wed. van Rrjswijck, naar
Grootebroek Hoofdstraat 88
C. Kouwenhoven en echtgen. naar
Zwolle Schoolstraat 31
P. Arts, zonder beroep, naar Hel
den Kanaalstraat 36
C. Tops, verpleegster, naar Meerlo
L. Loenen, bakker, naar Venlo
Dwarsstraat
M. van Els, dienstbode, naar Hel
mond Elkendreef 12
M. Pij is, zonder beroep, naar Roer
mond Steenweg 20
M. Kieuskens, zonder beroep, naar
Horst E 150
L. Rutten, bakker, naar Venlo
Parade
A. Arts, zonder beroep, naar Vier
lingsbeek
Th. Classens, dienstbode, naar
Stejjl Veerweg 6
Maar nog altijd geen tijdingen van
ons dierbaar vaderland. Onze weldoe
ners kwamen ons dikwijls bezoeken en
een paar uur in vertrouwelijke samen
spraken met ons doorbrengen.
Wij waren zoo gelukkig geweest als
men kon wenschen, indien de stilzwij
gendheid der goede harten, eiken keer
als wij iets wilden vernemen van de
Europeesche toestanden, ons niet be
droefd hadden. Maar wanneer wij spra
ken van Napoleon's toekomende veld
slagen wij noemden het zegepralen
wisten zij behendig het gesprek
van dit onderwerp af te keeren.
De baron was een gezworen vijand
der Russen. Zijn ouders waren in bal
lingschap gestorven; zij hadden deel
genomen aan al de samenzweringen,
welke de vrijmaking van Polen tot doel
hadden. Hij zelf wilde de eerste zijn
om de wapens te grijpen, zoodra er de
minste hoop zou bestaan het juk der
Russische beulen af te schudden.
De woorden van den braven edelman
deden ons veel goed. Doch het was
wel te zien, dat hij ons de ontmoedi
gende tijdingen verzweeg, zooals den
afval der Duitschen, de toebereidselen
welke de bondgenooten maakten om
den Corsikaanschen reus te verplet
teren, de misnoegdheid welke zich in
Frankrijk begon te doen gevoelen, den
netelachtigen toestand der Fransche
legers in Spanje en Italië en den
wensch door gansch Europa uitgedrukt
om de bloedige oorlogstooneelen een
einde te zien.
Hij dacht waarschijnlijk, dat het
beter was ons in de onwetendheid te
laten, dan ons door slechte tijdingen
te bedroeven.
Op zekeren dag echter, kwam hij met
een blijden glimlach op de lippen,
onze kamer binnen gestapt
Ik hoop, zei hij, dat ge weldra
uw vaderland zult terugzien. Men be
weert, dat de vredo binnen eenige
dagen zal geteekend worden.
Die vrede, antwoordde ik, schijnt
INGEKOMEN
H. v. Schrjndel en gezin, landbouwer
Ysselsteyn N 5a van Maashees
E. Arts, zonder beroep, Oostrum
C 33c van Vierlingsbeek
W. Hofmans, dienstknecht, Smak-
terweg 7 van Maashees
F. Vergeldt, verpleegster, St. Anna-
laan 5 van Maasbree
Ph. R. M. Vissers, idem, idem, van
Helmond
W. H. Vermeulen, arbeider Maas-
heescheweg 46 van Venlo
R. M. van Rhee, dienstbode Olrlo
E 39c van Deurne
F. J. Ariens, timmerman Maaa-
heesche weg 20 van Rotterdam
J. H. Kroezen, dienstbode Oostrum
E 39c van Deurne
Th. B. Thtesen, landbouwer, Olrlo
F 20 van Meerlo
J. W. van Rooij, dienstbode, Oos
trum D 1 van Eindhoven
C. J. Haf mans, z.b., Leunen K 6a
van Arcen
J. W. Haf mans, kapelaan, Leunen
K 6a van Arcen
L. C. P. Janssen, z.b., Patersstraat
35 van Grubbenvorst
M. J. G, Verheugen, z.b., Groote
straat 21 van Grubbenvorst
J. L, swinkels, landbouwer, Veulen
I 29 van Sevenum
C. M. Schwachofer, dienstbode,
Broekweg 17 van Maasbree
A. Th. M. Falke, z.b., Kamp B van
Maasbree
M. G. Janssen, dienstbode, Hoen
derstraat 34 van Venlo
A. van Herk, dienstbode, School
straat 36 van Gouderak
L. Heidens, landbouwer, Steegs-
broek I 19 van Arcen
W. Roosma, bouwkundig teekenaar,
Grootestraat 32 van Bergen L.
W. A. H. H. Olieslagers, kapelaan,
Groote Markt 5 van Vlodrop
mij voor dit oogenblik onmogelijk; de
vijand zal ons vernederende voorwaar
den willen opdringen, en de Keizer zal
weigeren die aan te nemen niettegen
staande het verlies van zijn groot leger.
Over eenigen tijd zal een congres
te Praag bijeengeroepen worden en
deze zullen aan uwen koppigen Napo
leon wel doen begrijpen, dat een
monark zijn volk kan gelukkig maken
zonder talrijke legerscharen van het
eene slagveld naar het andere te zenden
en zonder elk jaar een paar nieuwe
provinciën aan zijn staten te voegen.
Ik hoop ook, dat mijn vaderland in dit
congres een moedigen verdediger van
zijn rechten zal vinden en dat wij niet
lang meer Ruslands leenmannen zullen
b,.i!ven.! Welaan, schept moed Geloof
mij vrij, ik ben niet gelukkiger dan gij.
Het valt u pijnlijk te moeten leven ver
van uw vaderland, ver van allen welke
gij bemint... Is het aangenamer zijn
vaderland onderdrukt te zien, bestuurt
te worden door zijn vijanden, te moeten
buigen voor een monark die men haat?
Men moet zich kunnen onderwerpen,
met geduld betere dagen afwachten,
zijn vertrouwen stellen in de goddelijke
Voorzienigheid. Al de volkeren hebben
een walging voor den oorlog en de
overweldigers beginnen te begrijpen
dat de veroveringen niet altijd geluk
en welzijn verschaffen. Doch laat ons
gaan zitten en deze fJesch ledigen op
de gezondheid van allen die ons dier
baar zijn!
De baron was zoo welsprekend dat
hij ons eindelijke overtuigde, en wH
waren heelemaal getroost toen hH ons
verliet.
Mijn kamer was, dank zij den vlijtige
Anselmus, een echt museum geworden.
Overal hingen landschappen, geschied
kundige tafereelen, portretten, maar
vooral spotteekeningen.
Wordt vervolgd-