TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Retraite voor
Meisjes.
FEUILLETON.
Mei Napoleon naar
Rusland en (erug.
Binnenland.
Krakelingen
Provinciaal Nieuws
In Salomon's zoeklichten
Zaterdag 19 October 1940
Ben en Zestigste Jaargang No 42
Over eenlgen tgd we weten de
datum nog niet, maar het Is omtrent
het einde van October, zal er
voor Venray en omstreken 'n mels-
iesretralte gegeven worden In Roer
mond. Ondanks het onbekende van
de datum, maken wq er toch reeds
meldlDg van, want er moet tqdlg
over gesproken worden. Zij is van
te groot belang om in een oogen-
bllk te kunnen zeggenik ga, en
zeker niet Ik ga niet. Integendeel,
de oude echt katholieke geest moge
In de gezinnen nog overal heerschen,
waarin men altijd hoorde zeggen
ik wilde du ook wel eens op retraite
kunnen gaan, gelqk die of die.
Ging men vroeger naar zoo'n
retraitehuis 'n gewichtige Zondag-
sche reis ondernemen om het reeds
mooie geloofsleven te onderhouden
en nog warmer te maken, nu is de
noodzakelijkheid nog veel grooter,
nu meer dan ooit de redding van
dat geloofsleven en genadeleven op
't spel staat.
Zoo'n retraitehuis is een sterke
burcht van vrede, waar men 'ns
veilig drie dagen bulten ruzie zit en
bulten dagelijksche onaangename
verwikkelingen.
't Is een vluchtheuvel voor dui-
zende menschen geweest, waarop ze
'n oogenblik gepoosd hebben om zich
te bezinnen en zich af te vrageD,
waar moet ik naar toe en hoe bereik
ik veilig in deze drukte zonder on
gelukken mijn doel.
't Was voor duizenden menschen
'n herstellingsoord van de ziekte der
zondige gewoonten naar frisch leven
en geestelijke gezondheid.
Hat is de plaats, waar ook duizen
den ernstig als hun leven reeds
was nog verdieping hebben ge
vonden, nieuwe Idealen hebben op
gedaan, 'n levensroeping hebben
gezocht en gevonden.
Het is nog voor ieder, die met
goede bedoelingen er naar toe ging,
'n Pinksterzaal geweest van ge
naden, waar men leerde bidden en
gelooven, zoodat er ook niemand
is. tenzij met hooge uitzondering, of
hij kwam beter terug dan hq ging.
Er kunnen moellqkheden in den
weg staan om zich drie dagen vrq
te maken, maar gewoonlqk is er
slechts de moellqkheid vanik heb
geen zin. De eenvoudige geestelqke
behoeften kunnen de zin naar we
relds uitgaan, naar het bezig zqn
met zaken en 't leven van nieuwtjes
niet meer enkele dagen opzq zetten,
men is niet meer zoo geestelqk ge
willig, men geeft nog plaats aan
het geestelqk leven in zooverre de
rest het toelaat. Dat is de omge
keerde orde.
Daarom is een meer dan gewone
aansporing noodlg om op retraite
te gaan, maar eenmaal op retraite
zult U die zuiver katholieke richting
aan uw leven weer gaan geven.
Men zegt wel eens, dat men in
deze tqd niet op reis moet gaan,
maar moet bedenken, dat de tocht
naar Roermond van drie dagen, niet
zoo gevaarlqk is dan de sleur door
het leven naar gemakzucht, opper
vlakkigheid en onverschilligheid in
het geloof. Integendeel't i3 een
verschil van tqd en eeuwigheid.
Wg mogen alle belanghebbenden
vragen er ernstig over na te denken.
Ouders laten hun verantwoording
spreken en hun gezag over hun
kinderen gelden. Overheid, als plaats
vervangende vader en moeder, voelen
die zelfde verantwoording en geven
gaarne dezelfde aansporing. En de
meisjes zelf allen boven de 17
jaar denken eens aan het groote
nut, wat ze met een retraite voor
hun leven kunnen doen. Waardeer
de gelegenheid, welke wij nog heb
ben.
U zult er 'n keer over worden
aangesproken. Ontnuchter dan geen
vaderlqk gezag en geen moederlqke
Lotgevallen van een
Belgischen soldaat.
23.
Is uw landgenoot wel geheel al
leen vroeg de baron.
Geheel alleen, zeide ik
En heeft niemand gezien, dat gij
met dien vreemdeling in gesprek waari?
Niemand.
Welnu, ga uw „kasteel" bereiden
om uwen vriend te ontvangen. Ik zal
hem gaan opzoeken en hem bij u bren
gen, zoo gauw dit zonder gevaar kan
geschieden.
Vol blijdschap liep ik naar mijne
schuilplaats en zette brood, bier en
kaas op tafel. Voor den armen jongen
die mijn gezel kon worden, kon ik
niets beter wenschen. Toen ik alles in
orde had, stapte ik naar buiten en
wandelde met koortsige gejaagdheid
heen en weer door de lommerijke pa
den, die zich voor de deur van mijn
huisje uitstrekten.
Wie was de vreemdeling, die tot mij
kwam Zou hij een goede vriend wor
den, die mij den tijd aangenaam zou
doen doorbrengen, die mijne balling
schap zou verzachten
Alle soldaten van het groote leger
waren geen welopgevoede lieden. Zou
de nieuwe gast zich tegenover den
edelmoedigen baron dankbaar toonen
voor den dienst die hem bewezen werd?
Tot nu toe hadden mijne edele be
schermers zich de rechtzinnige vrien
den en bewonderaars van de Fransche
zorg, geen verantwoording van over
heid en geen ijver van 'n propagan
dist. Dan heeft U er reeds ernstig
over nagedacht, dan laat U zich ge
willig nog eens in de goede richting
beprateD, dan zult U zich zeker er
voor gewacht hebben er onverschil
lig over te spreken integendeel,
U zult elkaar hebben aangespoord
om met een flinke groep te gaan.
Weest eikaars steun in het goede.
VAN JAN DE BAKKER.
Een geluk in den donker.
Heel gemakkelqk kan iemand een
ongeluk In den donker overkomen,
maar mq bezorgde de duisternis een
gelukje en daarom wou ik er eens
melding van maken. Tastend zocht
ik een dezer avonden mijn weg door
een laan, toen er iets zwaars tegen
me opbotste, dat „pardon" zei. En
ik antwoordde„Goeden avoDdIk
vroeg voorts belangstellend, of het
„Iets", dat tegen me opgebotst was,
zich niet zeer had gedaan. Dat was
gelukkig niet het geval, waarop we
gezamenlqk en eendrachtig onze
verwenBChingen formuleerden aan
het adres van de machten der duis
ternis. Alvorens verder te gaan,
zocht en vond ik de haüd van mqn
lotgenoot, welke hand ik voorzichtig
op den bovenkant van een tuinhek
lei, daarbij den raad gevende om
verder dat hek tot leiddraad te laten
dienenmqn lotgenoot zou dan
minstens vqf'ig meter ver veilig
kunnen voortgaan. Waarop we elkan
der goeden avond en welterusten
wenschten.
Den volgenden morgen kwam ik
mijn vroegeren vriend Jansen tegen,
dien ik nooit meer aankqk vanwege...
Enfin, dat doet er niet toe. Jansen
glimlachte vriendelqk. Zoo'n loeder!
dacht ik. Maar Jansen kwam boven
dien met een uitgestoken hand op
me af en toen raakte ik heelemaal
in de war. Echt kwaad ben ik eigen-
Jqk nooit op hem geweest, maar ik
heb de minste niet willen zqn om
het weer goed met hem te maken.
„Ik dank je nog wel zei Jansen
voor je hulp gisterenavond. Dat
was erg aardig van je en ik ben
goed thuisgekomen, hoor. Mies vond
het ook erg leuk, dat alles nou weer
In orde is tusschen ons". Ik zette
eerst verbaasde oogen op, toen be
greep ik, wat er gebeurd was enne...
Nou ja, we zqn nu weer vrienden
als vanouds en onze vrouwen hebben
gisteren de bonnetjes met elkaar
geruild, welke ze missen konden.
OntmoetiDgen met onbekenden in
den doDker kunnen derhalve gemak
kelqk tot het licht eener hernieuwde
vriendschap leiden, maar het kan
ook anders uitkomen. Zoo verzeker
de me althans een andere kennis van
me, die al een jaar en langer iemand
met succes had weten te ontloopeD,
die hem een geducht pak slaag had
beloofd. Tot hq onlangs op een ver
duisterde avond recht in de armen
van iemand terecht kwam, die hem
uit zqn „pardon"-geIuid herkende en
daardoor de gelegenheid bekwam om
een oude rekening te vereffenen.
Deze keDnis waagt zich nu 's avonds
niet meer buiten, alvorens, komende
uit de verlichte kamer, in den don
keren gang vqf minuten met ge
sloten oogen te hebben gestaan. Dan
schqnt men buiten beter te kunnen
zien. Hetgeen mag worden verstaan
en toegepast door iedereen, die het
schuwt om te water of tegen een
muur aan te loopen, dan wel in de
handen te vallen van iemand, voor
wlen hq op den dag gaarne een
buurtje omloopt.
DeytedecfajidscheTandfiasta,
Verwijdert bruinen Landaanslag,
natie getoond: zou de soldaat die nu
de gastvrijheid ontving, die bewonder
ing niet in misprijzen doen veranderen
Ik dacht aan dit alles, toen ik den
armen soldaat zag aankomen. Hij was
schier naakt en de vermoeienis, het
lijden en de ellende hadden hem zoo
danig uitgeput, dat ik hem niet kon
aanzien zonder tranen van medelijden
te storten.
Niemand kon beter begrijpen dan ik
wat hij leed en geleden had. Had ik
mij niet ook eens in denzelfden staat
bevonden, had ik ook niet de hand
uitgestoken om een stukje brood te
vragen, had ik ook niet meer dan eens
gezegd: eenige uren nog en de dood
zal een einde gemaakt hebben aan
mijn bitter leven.
De baron, wetende, dat ik alles bij
de hand had wat noodig was om den
armen martelaar te helpen en te iroos-
ten, liet ons alleen.
Alles wat ik geleden had, kwam mij
in 't geheugen toen ik zag hoe gretig
mijn nieuwe vriend de spijzen verslond
welke ik hem voorzette Terwijl hij at,
bezorgde ik hem warm water, waarin
hij ziine met bloed bedekte voeten zou
wasschen. Dan gaf ik hem zuiver lijn
waad en warme kleeren, die ik aan de
edelmoedigheid van den baron te dan
ken had. De sukkelaar zei gedurend
dat hij in den hemel was en hij hield
niet op mij te bedanken.
Maar ge zijt me hoegenaamd
niets schuldig, zei ik.
Jawel, antwoordde hij. Zonder u
zou ik den moed niet gehad hebben
een aalmoes te vragen aan de inwo
ners van dit kasteel.
De Polen, bijzonder de edellieden
weigeren nooit de Fransche vluchte-
lingen bij te staan.
Ik geloof, dat gij een al te goede
gedachte van hen hebt; in alle geval
i mag ik verzekeren, dat twee soldaten,
I die met mij reisden, op een Poolsch
j kasteel, eenige uren van hier, een aal
moes gingen vragen en niet meer zijn
DE GEVAREN VAN
KOLENDAMP.
Stook niet met een te hoog
brandstofbed.
De meeste vergiftigingen ontstaan
bq vulkachels en z.g. salamanders
(wq denken vooral aan de hooge
kacheltjes in gebruik bq schippers
en zeer klein behulsden), maar toch
ook veel bq haarden.
Het is bekend, dat bq een vulling
brandstoffen tot op zekere hoogte
in het vuur koolzuur wordt gevormd
en daarboven, en daar gaat het nu
juist om in de practqk, kolendamp
of koolmonoxyde.
Als we dus zeggenJaat uw schoor
steen vegen, dan zijt we er nog niet,
omdat een kachel ook wel op zuinig
gezet moet worden, en de kolendamp
kan wel eens niet geheel door den
schoorsteen worden opgenomen.
Een belangrijke practische raad
geving lqkt ons dan ookgooit u
niet te veel brandstof op de kachel.
De grens tot hoever koolzuur wordt
ontwikkeld ligt bq een anthraciet in
de afmeting 20/30 op ongeveer 14 a
15 cm. boven het rooster, bq gebruik
van een grootere afmeting iets
hooger. Daarbq komt, dat we veel
zuiniger stoken (bq een juist gebruik
van het mechaniek voor het tempe
ren), omdat kolendamp een brand
baar gas is, dat -wq dus eigenlqk in
het geheel niet mogen produceeren.
Als wij dus niet hooger stoken dan
een hoogte van 15 cm., maken wq
koolzuur en krqgen we alle warmte
vrq en gooien niets weg.
Men gooie de haarden en kachels
niet meer vol, doch kgke een keertje
meer op een dag naar de kachel.
Een Ossenaar doodgestoken*
In den nacht van Zaterdag op
Zondag deed de heer Legen te Oss
een verschrikkelqke ontdekking. Om
streeks middernacht hq keerde
van den lucht beschermingsdienst
huiswaarts vond hg op de stoep
van een café een man liggen, wiens
kleeren met bloed waren bedekt. Bq
nader onderzoek bleek de man dood
te zqn. De heer Leqen herkende in
hem zqn buurman M. den Brok.
De vinder deed aaDgifte bq de
politie en ook werd een medicus ge
waarschuwd. Deze constateerde dat
De Brok overleden was tengevolge
van een messteek in zqn hart.
Op verzoek van den burgemeester
van Oss heeft de recherche te Eind
hoven een man aangehouden ver
dacht van den Zaterdag te Oss
gepleegden moord. De man is ter
beschikkiog van de Ossche politie
gesteld.
VENRAY, 19 Oct. 1940
LUXOR-THEATER
vertoont deze week„PARADIJS
DER VRIJGEZELLEN."
Wie de film beschouwt als een
middel tot verademing in kommer
vollen tqd zal deze rolprent weten
te waardeereo. Heinz Rühmann, Jozef
Sieber en Hans Brausewetter zqn er
de drie hoofdpersonen in. Zq hebben
als vrqgezelien een verbond gesloten
en een burcht gebouwd, waar het
den vrouwen verboden Is er binnen
te treden. Zq verdedigen hun vrq-
gezellenvrqheid met man en macht,
maar zq delven het onderspit.
Vrouwenoogen zqn sterker dan
mannenmoed. En vrouwenoogen
worden als sterke wapens aange
voerd in de belegering van den burcht
der drie mannen, die dachten, dat
zq vrouwenhaters waren. Zg verliezen
den strqd stuk voor stuk en ten
teruggekomen.
Gelooft gij, dat zij aan de Rus
sen overgeleverd werden
Ik weet het niet Ik hoorde alleen
hun noodkreten en voor hen niets
kunnende doen, ben ik er maar van
door gegaan.
Wees verzekerd, dat dit kasteel
door geen Polen bewoond was. Gij
weet misschien, dat de Russen overal
kleine afdeelingen lichte ruiterij rond
zenden om de Fransche vluchtelingen
te verzamelen en de Poolsche edelen
te bewaken. Twijfel er geenszins aan,
het zijn Kozakken maar geen Polen,
die uwe vrienden vermoord hebben -
Maar gij zijt waarschijnlijk zeer ver
moeid...
Inderdaad
Dit verwondert mij in 't geheel
niet; ziehier een goed bed. slaap gerust
wij zijn hier in veiligheid. Morgen zul
len wij den tijd hebben, om onze lot
gevallen te vertellen; wij zullen ook te
samen werken en ik hoop, dat de
weken of de maanden, die wij hier nog
moeten doorbrengen, vooraleer naar
ons vaderland terug te keeren, ons niet
te lang zullen schijnen. Hoe is uw
naam
Anselmus Duvivier.
En ik heet Karei CMorgen
zullen wij beter kennis maken. In alle
geval, ik hoop dat wij goede vrienden
zullen worden.
Dit beloof ik u, zeide Anselmus,
en twee minuten nadien sliep hij zoo
vast dat geen donderslag hem zou
ontwaakt hebben. Hij had waarschijn
lijk een groot achteruit in te halen.
Vooraleer de oogen te sluiten, had
hij het kruisteeken gemaakt.
't Is een goed christen, dacht ik, wij
zullen elkander wel verstaan.
Ik keerde terug naar den tuin waar
ik nog 't een en 't ander te doen had,
de baron kwam eenigen tijd met mij
praten, hetgeen hij bijna dagelijks deed.
Toen de avond gekomen was. begaf ik
mij ter ruste, God dankende, die mij,
slotte komen zg er maar ridderlqk
voor uit. De witte vlag der overgave
wordt geheschen en het slot is.
enfin, het is te raden
Het is Interessant den vermake-
Iqken Btrqd van het dwaze drietal
op den voet te volgen. Natuurlqk
zullen wq het verhaal niet naver
tellen dat zou zonde zqn. Maar wel
mogen wq verklappen, dat de hoofd
personen een ambtenaar van den
burgerlqken stand is, die roerende
toespraken nopens het huwelqks-
geluk houdt, maar het zelf niet
kan vinden. Immers tot twee keer
toe stapt hg naar den rechter om
zgn eigen huwelqk te laten ontbin
den. Dat gaat niet als men zoo'n
baan heeft! Daarom zegt zgn chef:
„Beloof mq nu nooit meer te trou
wen anders ga je de laan uit." Hq
belooft het plechtig, maar... Er
komen duizend en een dingen tus-
schenbelde. Hq beleeft de dolste
avonturen met en zonder zqn beide
vrienden, evenals hq oud-marine-
mannen, die eerzaam burger zqn
geworden. Het is een soort uitbun
dige eenzaamheid, die hoog noodig
ingetoomd moet worden. Dat gebeurt
dan ook. Hoe? Wel, dat is nu juist
het verhaal van de film.
Wie belang stelt in het leven van
deze drie gezellen betrede hun para-
dqs en maken al de avonturen mee.
Men kan er zich een avond kostelqk
mee amuseeren.
Benoemingen Bisdom Roermond
Z. H. Exc. Mgr. Dr. J. H. G. Lem-
mens, bisschop van Roermond, heeft
op zqn verzoek èervol ontslag ver
leend als pastoor te Asselt aan den
weleerw. heer J. H. Pinckers,
en heeft benoemd tot pastoor te
Asselt den weleerw. heer A. J. N.
Müller,
en tot kapelaan te Baesel den
weleerw. heer F. J. van der Haghen.
WINTERZORGEN.
Iedereen heeft ze. De een zit met
zorg voor zgn kolenvoorraad, een
ander voor zqn aardappelen, weer
een ander voor het graag gewilde
varken. De zorg voor den tuin blqft
altqd voornaam, vooral nu, bg het
ingaan van den winter.
Ons gazon moet zgn laatste beurt
nog eens krqgen Maak het goed
kaal en houd de dorre bladeren weg,
anders hebt u veel last van mollen
en lqdt het veel van de vorst. Hoe
kaler, hoe beter; dat geldt niet
alleen voor het gazon, maar dat
geldt ook voor de weilanden. Jam
mer genoeg big ven die op veel plaat
sen nog altqd rauw liggen, met
heele plekken korter of langer dood
gras, waarin het ongedierte over
wintert, en waar zich in de lente
heel wat zwakke teere scheutjes
ontwikkelen.
Onze asperges beginnen af te
rgpen. Snqd het loof een eindje in
den grond af ais het afgestorven is.
Laat je te veel van die harde sten
gels staan, dan heb je er bq het
steken weer veel last van. Sla op
de koppen van de bedden een paal
tje in den grond, anders weet je in
de lente weer niet waar je de rug
gen op moet zetten. Het dorre loof
kun je 't best verbranden. Heel dik-
wqls blqven de asperge kevertjes of
larven over In het loof, daarvoor is
dat.
De andqvle staat zoo schitterend
en is zoo'n lekkere groente, dat we
met vrees den winter zien komen.
Een nachtvorst je, daar weten we
wel raad op, dan stoppen we ze
onder met wat zakken of boonen
rangen of overgieten ze 's morgens
met flink wat water. Willen we er
ook later nog van pofiteeren, dan
moeten we ze op een drooge plaats
inkuilen. Met één hand houden we
de bos dicht en zetten hem met de
wortel omhoog in een voor. Wat
grond er tegen, dan de volgende enz.
Staat de heele voor vol, dan schep
pen we meer grond er op. Inmaken
met zout of steriliseeren doet ons
zoowel als mijn nieuwen vriend, zoo
zichtbaar beschermde.
VII.
MIJN VRIEND ANSELMUS
De zon bad nauwelijks haar eerste
stralen over de aarde gezonden toen
ik reeds ik den tuin wandelde. Wat
zou Anselmus mij vertellen Misschien
had hij tijding uit Frankrijk, misschien
had hij een mijner vrienden ontmoet.
Wanneer men zich ver van het vader
land bevindt, dan is men gelukkig een
vriendenhand te mogen drukken, zijne
gedachten, zijn hoop, zijn lijden te
kunnen uitstorten in een goed hart,
dat die gedachten, die hoop en dit
lijden begrijpt.
Ik ging bij het bed van mijn vriend.
De arme jongen sliep nog altijd,
maar hij wendde zich om in zijn bed
als had hij op de pijnbank gelegen.
Men had hem te goed verzorgd en hij
kon zich aan die zachte matras niet
gewennen na verscheidene weken geen
andere rustplaats te hebben gekend
dan de koude aarde.
Van tijd tot tijd hoorde ik hem kla
gen: „Mishandel mij niet langer, sla
mij liever dood en stel een einde aan
mijn lijden 1 Dan scheen hij zich te
verdedigen tegen een onzichtbare
vijand- Al die folteringen had ik door
staan en ik begreep wat mijn arme
vriend moest lijden.
Diep ontroerd keerde ik terug in
den tuin.
De zon vergulde de toppen der
hoornen en de scherpe torentjes van
het oude kasteel. De vogelen zongen
lustig hun morgenlied en op den ouden
eik ronkten weer de tortelduiven wier
nest ik geroofd had. Waren de arme
vogels getroost, of riepen zij hun jon
gen, wiens afwezigheid zij betreurden
Ik was onbarmhartig geweest voor
die zachtmoedige woudbewoners. God
stort in 't hart der vogelen zoowel als
Wie in den Zomer voorraad opdoet, is wqs
Wie In den oogsttqd slaapt, wordt beschaamd.
(Spr. 10:5).
In den spiedende stralenbundel van
zoeklicht 4, zagen wq de heerlqke
vruchten van een vlqtig leven en,
in schrqnend contrast daarmee, de
sombere gevolgen der vadsigheid.
Thans schqnt Salomon's stralende
wqsheid op den tgd, waarin men
vooral moet werken. Niet Iedere tgd
is daar even geschikt voor. Salomon
is echter te wqs, om alleen maar
de weerseizoenen te bedoelen, alsof
men in den Winter en de Lente zou
mogen luieren. Onze voorlichter
geeft vooral de levensselzoenen aan.
En daarvan is de Zomer en de Herfst
de tgd van werken.
De Zomer van het leven! Dat is
de rqpende jeugd, die de speelsche
zorgelooze jaren van de parelende
Lente op heeft. Nu is de tqd aange
broken van zaaien, van wieden, van
besproeien. Nu moet er gewerkt
worden in de brandende zon van het
steeds schooner openbloelend Ideaal.
Dat is de leeftqd van onze jongens
en meisjes, waarin wqsheid, kennis
en deugd moeten worden veroverd.
Wqsheidhet ideaal moet ont
plooid worden en aan de werkelqk-
heid worden getoetst. Het oordeel
moet gebaseerd worden en van het
„je moet" „Ik wil" worden gemaakt.
Het karakter, de peisoonlqkheid
moet worden opgebouwd. Een taak
die verantwoordelqkheid eischt. Aan
den slag, jongens en meisjes
Kennisdie vereischt wordt voor
een ambacht, voor een inteilectueele
positie, voor een beschaafd mensch.
Kennis is noodig voor Iedere mensch.
Kennis adelt, als het geen stukwerk
is. Wie alleen maar studeert voor
een diploma, maakt de studie tot
een beul en folteraar van de zonnige
jeugd en verlaagd zqn kennis tot
een betaalmiddel.
Deugd zq maakt den mensch tot
Godgelqkvormig maakt den mensch
dus tot een Uebermensch in den
goeden zin van het woord. Zulk een
mensch beheerscht, wordt niet be-
heerschtzulk een mensch leeft,
wordt niet geleefd.
Met zulk een voorraad, opgedaan
in den Zomer van hun leven, zullen
onze jongens en meisjes in den
Herfst van hun leven rqk zqn. Rqk
aan tact, omdat zq wgsheld hebben
beoefendrqk aan kennis, omdat zg
met verstand en liefde hebben ge
studeerd rqk aan energie, omdat
zq zich in deugden getraind hebben.
Bg den opbouwdienst van de nieuwe
Maatschappelqke orde, worden deze
rqkgevormde mannen en vrouwen
gezocht. Zq worden makkelqk ge
plaatst, spoedig vooruit geschoven.
Maar vooralzg verheffen hun mil-
lieu, verdelen hun omgeving, voeden
op die met hen omgaan. Hun kennis
verlicht, hun wqsheid leidt, hun deugd
heft anderen omhoog. Deze menschen
«gn een oorzaak van bigdschap.
Waar zq zqn is de lucht blauw, daar
schqnt de zon.
Jongens en meisjeswat een
IdeaalZulke mannen, zulke vrouwen
te worden. Smeedt het qzer nu het
heet is. Ploegde braakliggende akker
van je leven om tot een vruchtbaar
akkerland en zaait. Zaait een wensch
en ge oogst een daad. Zaait een
daad en ge oogst een gewoonte.
Zaait een gewoonte en ge oogst een
karakter. Zaait een karakter en ge
oogst een persoonlqkheid. En dat is
je ideaal, nietwaar Speelt pootaan
Alle hends aan dekWordt dictator
over je wenschen, over jé daden,
over je gewoonten, over je zelf!
Wie in jullie leeftgd slaapt, suft,
luiert, die zal straks beschaamd
worden. Ais men straks mannen en
vrouwen zoekt, zal men U voorbq-
gaan, als onbruikbaar. Je domheid
zal men bespotten, jou zelf zal men
schuwen. Nergens ben je geschikt
voor, omdat je je nergens voor hebt
bekwaamd. Sloof van een vrouw
Stakker van een manS. L.
nog lang van deze fqne groente
profiteered Zw. H.
20 October Missie-Zondag.
Ieder jaar mobiliseert onze Moeder
de H. Kerk al haar kinderen over
de geheele wereld tot een algemeen
en eendachtig beroep op Gods goed
heid, wqsheid en kracht, opdat Zqn
Kontnkrqk zich uitbreide onder de
volken, die Hem nog niet kennen
de Algemeene Missie-Zondag.
Deze valt dit jaar op 20 October.
Dat de omstandigheden, waarin de
wereld verkeert dit beroep op Gods
hulp buitengewoon noodlg maken,
behoeft geen betoog. Tegenover de
1200 millloen, die de Blqde Boodschap
van het Evangelie nog moeten ver-
nemeD waren de krachten en mid
delen, waarover de H. Kerk beschikt,
toch reeds menschelqkerwqs gespro
ken zeer onvoldoende. Wat beteeke-
nen zq dan, nu de samenhang dier
krachten zóó is verstoord en hun
arbeid zóó wordt belemmerd.
Gelukkig, dat Gods kracht door
menschelqke verwarringen niet
wordt gehinderd, maar zich juist bq
onze zwakheid zoo gaarne in volko
menheid openbaartDat biedt ons
de gelegenheid om over de wereld-
ontreddering heen onze missionaris
sen krachtig te helpen
Door ons gebed, door onze H. Mis
offers, door onze H. Communie, door
onze verstervingen kan en moet
dus den arbeid van onze minslo-
narissen worden gebracht tot een
nooit-vermoede vruchtbaarheid
Aan ons dan de plicht door onze
geestelqke hulp mee te helpen, dat
deze dagen van beproeving verkort
in 't hart der menschen een gevoelen
dat niemand kan uitleggen. De zwakke
tortelduif bemint haar jongen, berooft
zich van het noodige om ze te ver
zorgen en trotseert de grootste gevaren
om ze te verdedigen. Het zien van dat
lieve koppel maakte mij droefgeestig.
En dan dacht ikNapoleon heeft
ontelbare ouders van hun kinderen be
roofd, en de tranen van duizende
moeders roepen Gods wraak over zijn
hoofd. Wat moet hij denken, wanneer
hij langs zijn weg die verwoeste steden
ziet, die puinhoopen welke den weg
bedekken, die in rouw gedompelde
families, die ontmoedigde soldaten, die
weenende grijsaards, die hun zonen
terugvragen.
Ach I dacht ik, vervloekt zij de oor
log 1 De mensch zou hier op aarde
gelukkig kunnen zijn indien hij zijn
evennaasten beminde, hem hielp, hem
ondersteunde en bijstond in de beproe
vingen 1 Maar die zoete overeenkomst,
die troostvolle eendracht schijnt onmo
gelijk te zijn
Zoowel de machtigste vorst als de
nederigste ambachtsman schijnt zijn
aandeel te klein te vinden en iedereen
wil wat van zijn buurmans goed In
palmen. De koning begeert een pro
vincie, de edelman een nieuwe titel, de
burger eenige duimen grond of een
handvol geld. Waar vind men nog de
ware broederlijkheid?... Zijn er op
aarde niets anders dan baatzuchtigen
Dan hoop ik toch een uitzondering te
maken op den algemeenen regel. Wan
neer ik aan mijn ouders denk, dan
klopt mijn hart van liefdevraag ik
een weinig geluk voor mij, ik vraag
het ook voor de anderen. Was ieder
een met zulke gevoelens bezield, dan
zou er nooit oorlog gevoerd worden
tusschen de volkeren, dan zou er nooit
twist noch tweedracht bestaan in de
huisgezinnen...
Zoo droomde ik hardop, en de zon
stond reeds hoog aan den hemel, toen
ik terugkeerde in het tuinhuisje.
worden, dat de kracht onzer geloofs
boden wordt verhoogd, dat de in
vloed van hun prediking wordt ver
diept, dat het voorbeeld van de pas
gewonnen geloovigen hun woorden
versterkt, dat het aantal en de
werkkracht van hun inlandsche hel
pers, vooral van de Inlandsche Bis
schoppen en Priesters, aangroeit!
Diep doordrongen van dit groot-
sche doel maken wq allen, zonder
uitzondering, den komenden Missie
zondag tot een dag van gebed en
van aalmoesen wq geven die aal
moes zóó, dat hq een offer is, dat
ons iets kost, opdat ook deze stoffe-
ïgke bqdrage bevrucht wordt door
zqn geestelqke waarde.
Dan zal deze Missie Zondag al zgn
voorgangers overtreffen door het
sterke geloof, door het klnderlqk-
bllnd vertrouwen, door de edelmoedige
liefde, waarmede hg alom gevierd
wordt.
Ingekomen en vertrokken
personen*
Van 4 tot 11 October
VERTROKKEN
H. M. F. Berbers, dienstbode, naar
Venlo, Keulschepoort 16
S. J. L. Th. Pouwels, idem, naar
Roermond, Markt
Th. C. Stevens, idem, naar Venlo.
Keulschepoort 14
J. A. D. Barents, Idem, n. Weeze
M. L Hermans, bakker, naar
Horst G 82.
Anselmus zat neergeknield bij zqn
bed. Hq was den Heer veel dankbaar
heid verschuldigd, en ik zelte mij
slillekens in een hoek neer om hem
niet te storen. Was het niet voor hem
zoowel als voor mij een onuitsprekelijk
geluk die schuilplaats gevonden te
hebben, die voor ons als een vrucht
bare oase was in 't midden der
woestijn
Hebt gij goed geslapen, vroeg ik
eindelijk, toen mijn vriend zich oprichtte.
Allerbest, antwoordde hij
Gij hebt niet stil gelegen.
Dit is niet te verwonderen, ik
heb den heelen nacht gedroomd. Die
verduivelde Kozakken houden zich niet
tevreden men mij te mishandelen wan
neer zij mij op hun weg tegenkomen,
zij komen mij nog pijnigen terwijl ik
slaap.
Gij hebt dus, zoowel als ik, veel
geleden
Ongelooflijk veel. Sedert den
vreeselijken dag toen wij Moskou ver
lieten tot op het oogenblik dat gij mij
den liefdadigen heer hebt aanbevolen,
dacht ik meer dan honderdmaal dat
mijn laatste uur gekomen was.
Heeft de honger u dikwijls ge
kweld H
Daarvan kan ik niet spreken
zonder het angstzweet op mfin voor
hoofd te voelen Ik zal u slechts een
enkel feit vertellen. Op zekeren dag,
dacht ik dat ik ging sterven van hon
ger en vermoeienis en ik besloot het
woud te verlaten waarin ik mij sedert
lang verborgen hield en tot in een
klein dorp te dringen. Dit was mij vrij
willig aan de grootste gevaren bloot
stellen, want ik wist, dat de boeren
het als een plicht en een verdienstelijk
werk beschouwen de Fransche krijgs
gevangenen te vermoorden. Maar ik
had in drie dagen niets meer te eten
gehad en de krachten onl braken mij
om mijne reis voort te zetten.
Wordt vervolgd.