TWEEDE BLAD VAN PEEL EW MAAS Krakelingen FEUILLETON. Mei Napoleon naar Rusland en (erug. In Salomon s zoeklichten Zaterdag 21 September 1940 Een en Zestigste Jaargang No 38 KIESWET. Stemmen bij volmacht. Burgemeester en Wethouders van Venray vestigen de aandacht op het bjj de wet van 21 Juni 1928 inge- lascht artikel 4a der Kieswet, luiden de als volgt: „De kiezer is, met inachtneming van het in deze wet bepaalde, be voegd bij volmacht te Btemmen, in dien zgn beroep of werkzaamheden medebrengen, dat hij herhaaldelijk of althans gedurende het gedeelte van het jaar, waarin de stemming gewoonlijk valt, werkzaam pleegt te zijn bulten de gemeente op weiker kiezerslijst hij voorkomt, mits zijne afwezigheid indien hij gedurende het tijdvak of tijdvakken, waarin hij aldus werkzaam is, een of meerma len in die gemeente terugkomt, als regel telkens langer dan drie dagen duurt. Mede is met inachtneming van het in deze wet bepaalde, bevoegd bg volmacht te stemmen do vrouw, welke gehuwd met een kiezer, die voldoet aan de in het vorige lid gestelde voorwaarden, met haar man in verband met diens beroep of werkzaamheden, afwezig pleegt te zijn." Bij het gewijzigde artikel 7 der Kieswet is bepaald, dat meD, ten einde op de kiezerslijst te worden aaogewezea als bevoegd om bij vol macht te stemmen, een daartoe strekkend met redenen omkleed verzoekschrift aan het Gemeente bestuur moet indient in het laatste kwartaal van het voorafgaande jaar. Voor de kiezerslijst 1941/1942 (d.i. de lijst, welke op 22 Februari 1941 wordt vastgesteld en geldig Is van 1 April 1941 tot en met 31 Maart 1942) zullen dergelijke verzoekschrif ten dus moeten worden ingediend tusschen 1 October en 1 Januari a.s. Formulieren voor deze verzoek schriften zijn vanaf 15 September tot en met 31 December a.s. koste loos verkrijgbaar ter gemeente-secre tarie, alwaar tevens nadere inlich tingen worden verstrekt. Venray, 12 September 1940 Burgemeester en Wethouders van Venray, A. H. M. JANSSEN De Secretaris, VAN HAAREN van JAN DE BAKKER. Eer is teer. De „gemengde berichten" in de krant geven soms aardige lectuur. Ook het verhaal van de Amsterdam- sche dame, die gemeend had haar taschje kwijt te zijn, zal wel zijn weergegeven als een moppig staaltje van gedachteloosheid van sommige menschen. Maar ik kreeg vooral een bitter gevoel door de lezing van dat stukje. Vergeetachtigheid iB te exu- seereD, zoolang men er slechts per soonlijk de dupe van wordt; worden anderen het slachtoffer van eigen vergeetachtigheid, dan is dat heele- maal niet in den haak. Zoo stonden de zaken in het ge val der vergeetachtige Amsterdam- sche dame. Ze had Iets gekocht bij een bloe- menkoopman en een poosje, nadat ze weg was van dien wagen, miste ze haar taschje, waarin een bedrag van f 200, eenige distributiebeschei den en wat kostbare bescheiden. Fiuks volgde aangifte bij de politie, want het vermoeden was dat ze het taschje op den wagen van den man had laten liggen. De Amsterdamsche politie was dadelijk zeer actief en wist den koopman op te snorren, maar van het verdwenen taschje wist de man niets. Waarschijnlijk heeft de politie het Lotgevallen van een Belgischen soldaat. 19. Nu was ons land een Fransche bezitiing geworden Men wilde mij dringen de wapens te dragen en voor de verdrukkers v. n mijn vaderland te Strijden Daarvan wilde ik niet houren, en vluchtte in de bosschen. Op zekeren dag doodde ik een gendarm, dia mij wilde aanhouden en den v errader, die hem voor .leidsman diende. Dan werd het mij onmogelijk langer in mijn land te blijven; ik ging vluchten en eenige dagen later was ik een Pruisisch soldaat. Korten tijd na dien vernam ik, dat de koning, die ik nu diende, zich Frankrijks bondgenoot had gemaakt; dan liep ik weg en kwam naar Rusland.. Nu kent gij mijne geschiedenis Uw keizer is verslagen, binnen eenige dagen zal geheel Euro pa tegen hem opstaan en*toekomende zomer zullen onze paarden het gras eten uwer wandelplaatsen. Die woorden bedroefden mij. In weerwil mijner ongelukken, was ik Frankrijk getrouw gebleven en kon niet aannemen, dat dit land door den vijand zou overrompeld worden. Van den anderen kant begreep ik, hoe bitter mijn redder geleden had vooraleer tot den vijand over te loopen en ik durfde hem noch verontschuldigen, noch be strijden. Mijn gedachte radend, haastte hij zich te zeggen: Laat ons daaraan niet meer den ken; het is te hopen, dat de keizer hare van den man gedacht, totdat een poosje later de telefoon op het bureau ging en een verheugde dame mededeelde, dat het verlorene weer terecht was: ze had het taschje thuis op de tafel laten liggen en het dus heelemaal niet mee gehad Terecht mag hier de vraag wor den gesteld, of de dame zich ook naar den bloemenkoopman heeft ge haast om dezen haar excuses aan te bieden. Het verhaal in de krant gewaagt er niet van. Want zulk soort vergeetachtigheid, welke ge richt is op het gedenken aan de booze neigingen van den (armen) medemenech en het gemakkelijk ver geten van de eigen tekortkomingen, als slordigheid b.v., is een leelijk euvel. Ik weet niet, of de gedupeerds bloemenkoopman óók geoeigd is om dadelijk het slechtste te veronder stellen van zijn medemensch. Anders is hij zich misschien gaan afvragen, of... de bovenbedoelde dame de bloe metjes niet vergeten heeft te betalen, toen ze wegging. Immers, ze had toch haar tasch met geld thuis laten liggen Het kwade gerucht. In aansluiting op het vorenstaande zou een stukje passen, dat we inde Prov. Zeeuwsche Courant vonden en over het kwade gerucht handelt, dat zoo gemakkelijk in omloop wordt gebracht en vooral in onze dagen welig tiert. We zijn allemaal in dezen tjjd pro-dlt of pro-dat en dat leidt er gemakkelijk toe, dat we gemakkelijk het kwade gelooven en verbreiden, wat van hem of haar, die anti-dit of anti-dat is, wordt gezegd. Men hoede zich voor deze hebbe lijkheid, want nog eenseer is teer. Het kwade gerucht is nooit nijdi ger van aard dan juist nu, omdat j het fluisterend en dus met de noodige geheimzinnigheid omgeven, wordt voortgestuwd. Terwijl de een den laster vertelt aan den ander, wordt de waarschuwing er bij gegeven maar pas op, mondje dichtEr zijn Immers zooveel verraders! Wat is er zoeter bezigheid voor den mensch dan een geheim fluisterend door te geven...? Aldus worden heel wat reputaties geknakt in deze dagen Als de oorlog eens ten einde is, zullen we allemaal onze beurt hebben gehad en dan zal de een den ander wantrouwend aan zien en hem, ten onrechte, ln Btilte verachten. TAFELSCHUIMERS Lieden met een ruim geweten, die zich aan hun verplichtingen in café en restaurant trachten te onttrek ken, komen in alle landen voor. Som migen ervaren het als bij zonder tra gisch, dat de dorst in omgekeerde rede staat tot den inhoud van de beurs. In Duitschland maakt de rech ter geen omslag met deze heeren. Zoo'n oplichter, wiens zonde tot voor kort met een echrobbeering geëindigd zou zijn, moest ze met twee jaar tuchthuis bezuren. Een verslaggever van de West- deutscher Beobachter is eens gaan hooren bjj houders en kellners van koffie- en eethuizen, of die misbruiken daar ook voorkomen. Zij hebben het geleerd gezichten te lezen. Menschen- kennis en algemeene ondervinding waarschuwen hen tegen vreemdelin gen, die, eerst alleen, bij een vrolijk gezelschap aanschuiven en goede sier met hen makeD. Zulke klanten „vergeten" dikwijls het geld. Bedotterij uit a' moede, uit werke lijke honger of dorst komt tegen woordig niet meer voor. En in een tijd van registreerkassa's is het be zwaarlijk vol te houden, met een bankbiljet, eerst opzichtig getoond, betaald te hebben, als het vervolgens tersluiks weer in den zak gleed. Een bekende truc Is, zich te goed te doen, te eindigen met een meegebrachte van Rusland en zijn bondgenooten liever vrede maken met Napoleon dan eenen nieuwen veldtocht te beginnen Wat er ook moge voorvallen, indien ik ooit naar België terugkeer, 2al ik u wel weten te vinden..Nu wordt het tijd, dat ik u vaarwel zeg; mijn gezel is een goede jongen, maar hij zou kun nen ongeduldig worden, indien ik hem langer deed wachten. Bovendien zal ons regiment weldra door het dorp trekken en ik zou niet gaarne te laat komen Vaarwel en dat de Hemel u bescherme 1 lk wilde antwoorden, maar de ont roering ontnam mij de spmak Moed geschept, mijn beste vriend, sprak de Kozak, mij nog eens de hand drukkende. Moed en geduld indien gij uw vaderland wilt terugzien. Wees I voorzichtig en houd altijd een oog in 't zeil De weg, die we nu volgen, komt uit aan de groote baan, die naar de Poolsche grenzen leidt. Wijk nooit ver van die baan f, maar houd u j toch in het woud, om alle slechte j ontmoetingen te vermijden Ga dan altijd rechtuit, totdat gij aan eene rivier zult komen, we ke Polen van Rusland scheidt. Eens over dit water, zijt gij I nog wel niet in vrijheid, maar het erg- ste is toch voorbij.. Vaarwel I Ik besproeide met tranen van dank- baarheid de hand die hij mij toerei i. te i en stapte treurig voort De Kozak iiep 1 mij terug. Hebt gij geld vroeg hij. Neen... Dit was wel te denken.. Gij zult het wel noodig hebben. Gelukkig bezit ik nog eenige roebels. En hij reikte mij zijne beurs. Neen I riep ik, dit ware misbruik maken van uw goedheid, en ik zou er mijn geheel leven lang spijt over gevoelen. Gij moet het aannemen, zeide mijn redder, want gij weet niet hoeveel waarde het voor u kan hebben. Zoo gij blijft weigeren, om u te bewijzen vlieg in het eten te leggen en zich zoo op te winden, dat de chef het geraden acht, den klant „zonder meer" te laten vertrekken. Men mocht er anders eens last mee krg- gen! Voorts zijn er de gasten, die van ouds hun verplichtingen nakwa men, op een goeden dag gerant of kellner een kleinigheid te leen vra gen en sindsdien het lokaal mjjden zonder de schuld af te doen. Het slot is geljjk dat te Pargs ge schiedde, ten tijde dat er af en toe luchtalarm gemaakt werdterstond bg het toedienen van spgs en drank betalen om het degenen onmogelijk te maken uit te kngpeD, die slechts hierop wachten om het genoegen te smaken voor niets gelaafd en gevoed te zijn. Gemeenteraad Maashees-Overloon Woensdag 11 Sept. nam. 4nur Het lid Franssen was met kennis geving afwezig. 1. NOTULEN; Deze werden onver anderd vastgesteld. 2. INGEKOMEN STUKKEN; De volgende raadsbesluiten werden door Ged. Staten goedgekeurd: Het wederverhuren van gemeente- boerderijen aan Beunen, Thoonen en Lange, en der gemeentewoningen aan H. Hendriks en H. Metselaars. Verder werd nog goedgekeurd het verpachten van verschillende per- ceelen grond aan diverse huurders, De verkoop van grond aan J. Gerrits werd eveneens goedgekeurd. Al deze iogekomen stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Ingeko men is verder een brief van den Commissaris der Provincie, houdende een opmerking inzake de nieuw vast gestelde verordening veldwachters. De aanmerking betreft de aanvangs- wedde en de gratificaties. De Raad gaat met deze wijzigingen accoord, evenals met de nieuwe instructies voor den directeur en het personeel van den Keuiingdienst voor Waren te Nijmegen. De volgende subsidie aanvragen kwamen binnenConsultatiebureau te Vierlingebeek, de Provinciale Noord-Brabantsche bond van het Wit- Gele Kruis en de Noord BrabantBche R.K. Blindenzorgvereen. De Voorzitter stelt voor om deze aanvragen aaD te houden tot bij de begrooting 1941. De Raad besluit adhaesie te be tuigen aan de motie van den Raad te Boxmeer, inzake de oprichting eener streek-ambachtsschool aldaar. In de kosten van oprichting wordt door het Rjjk bijgedragen 70 pet, door de gemeente Boxmeer 20 pet. en 10 pet. door belanghebbenden. Blijkens schrijven van den Com missaris bestaat het voornemen tot reorganisatie van het bouw-, woniDg- en weistand-toezicht. op basis van een gemeenschappelijke regeling. Op voorstel van B. en W. wordt besloten de beslissing inzake al of niet toe treding tot deze regeling aan te houden, in verband met het feit, dat binnenkort onze gemeente zal ge annexeerd worden. 3. Aanvraag aankoop grond. Van A. v.d. Wegst te Overloon is een aanvraag ingekomen om een per ceel gemeentegrond te koopen in het Schaartven. De Voorzitter zegt, dat dit niet mogelijk is, daar deze grond in huur is bij W. Jeuken. Hij kan echter een ander stuk koopen bjj Wejjmans. B. en W. zullen met aanvrager overleggen. Aan M. Lemmen te Overloon zal een perceel grond worden verkocht nabjj M. Hendriks, Peelkant, aan f 3 50 p8r are. Gerrits is van meening om voor een beginneling de prjjs niet te hoog ie stellen. De Raad kan zich dan ook ver dat ik het gemakkelijk kan missen, zal ik het ver van mij wegwerpen Daar was niets tegen in te brengen; ik nam het beursje en verborg het met zorg in mijn binnenzak. Nog eens drukten wij elkander de hand, en nu voor goed op weg Ik zou niet kunnen zeggen hoe pijnlijk mij nu de eenzaamheid viel. De Kozak zag er ook weemoedig uit toen hij zich omkeerde om dorpswaarts te stappen en het scheen mij toe dat hij geweld deed om zijn ontroering te verbergen. Het is zoo gemakkelijk niet een land te vergeten waar men geboren is en waar men de schoonste jaren zijns levens heeft doorgebracht. Ik draaide het hoofd om. Mijn wel doener slapte altijd voort met gebogen hoofd, als iemand die in diepe gedach- i ten verzonken is... of die tranen stort. Lang bleef ik staan, hopende dat hij nog eens zou omzien en mij een laat- sten groet zou toezend'.n. Hij verdween zonder mii die vertroosting te gunnen. Wal ging er om in dit verbitterd ge moed Nooit heb ik dien edelmoedigen man weergezien. Langen tijd nadien hoorde ik vertellen dat een Russische soldaat, die in 1815 deel maakte van die schrik- verspreidende legerkorpsen der „geal- i lieerden" het huis van een inwoner van B in brand stak en verklaarde, dat j hij aldus handelde om zich te wreken. Hij sprak goed Vlaamsch, doch niemand heeft mij zijn naam kunnen zeggen. Was het mijn redder Meer dan eens heb ik den Heer ge smeekt dat hij hem de genade zou verleenen aan zijn wraakzuchtige ge dachten te verzaken. In het woud waar ik nu doortrok, lag niet te veel sneeuw. Vier uren lang stapte ik moedig vooruit en legde tamelijk veel weg af. Zonder het klein paadje te volgen, hield ik het altijd goed in 't oog en ik zag van tijd tot tijd ln 't rond om mij te verzekeren eenigen met f 3 per are. 4. Verpachting van grond. De raad besluit verder grond te verpachten aan P. J. Peeters en G. H. Swinkelste Overloon groot 2.56 87 H.A. a f 30. per HA., elk de helft. J. G. Verhoeven en W. Beckers een stuk grond groot 2 50.00 H.A. elk de helft voor f 35.per H.A. L. J. van Kempen, Overloon, een stuk grond groot 2 H.A., afkomstig van de boerderg van H. v. Schgndel k f 30.— per H.A. Wat de verpachting van een per ceel grond groot 1.1816 H.A. tegen f 35.per H.A. aan A. Klaassente Overloon betreft, deze pachtprijs is te hoog gebleken ln verband met de mindere kwaliteit van grond. B. en W. worden gemachtigd om ln over leg met pachter een lagere prjjs vast te stellen. 5. Wgziging heffing Couponbelas ting. B. en W. stellen aan den raad voor om gebruik te maken van de be voegdheid bjj de rentebetaling de verschuldigde couponbelasting af te houden. Zulks in verband met de wjjziging der wet tot heffing van een couponbelasting. Wordt goedge keurd. 6. Vaststelling staat van oninbare en nog te verhalen posten. De raad gaat over deze vaststel, ling in geheime zittlDg. 7. Voorloopige vaststelling der gemeenterekening dienstjaar 1939. Do voorzitter zegt, dat de ge meente-rekening met de daarbjj be- hoorende bescheiden gedurende 14 dagen voor eenieder ter Inzage heeft gelegen. De raad onderzocht vervolgens de rekening post voor po3t, waarbjj de noodige toelichting wordt verstrekt. Het lid Jans zegt, dat 't hem voor komt, dat de salarissen der ambte naren te laag zjjn en zou deze eeDlgzins willen opvoeren. De Voorzitter zegt dit in een vol gende vergadering te willen bespre ken. De Voorzitter verklaart waarom het batig saldo dezer rekening slechts f 83.61 bedraagt. Dit vindt zjjn oorzaak in de volgende uitgaven boven de aanvankeljjk geraamde be- grootlDgsposten: Luchtbescherming f 700; onderhoud wegen f 1400; onderhoud gemeente eigendommen f 1000; subsidie arm besturen f 1000 en terugbetaling financieels verhouding f 575. De rekening wordt voorloopig vastgesteld als volgt; Gewone dienst. Inkomsten f 88415 03 uitgaven f 88331.42. Batig saldo f 88.61. Kapitaaldien8t. Inkomsten f 14077.69 uitgaven f 36867 80. NadeeUg saldo f 22790.11. De rekening van het Burgerljjk Armbestuur wordt als volgt vast. gesteld: voor Maashees met een batig saldo van f 6131 en voor Overloon met een nadeelig saldo van f 122.41. Rondvraag. Bonants dringt aan op verkoop van boomen. De Voorzitter zegt hierover reeds ln onderhandeling te zjjn getreden. Op een vraag van Bonants aan gaande verkoop van een strook grond aan Fr. KerBten. Halte Holthees, zegt de Voorzitter, dat B. en W. ter plaatse zullen gaan zien. Bonants stelt vervolgens voor om aan M. J. van Abel voor den bouw zjjner landarbeiders woning in plaats van aan den Venraysche weg een perceel ie verkoopen aan den Vier- lingsbeeksche weg, nu de gemeente daarover nog te beschikken heeft. De voorwerker woont aan den Vier- lmgsbeeksche weg veel beter, terwjjl de grond aan de Venraysche weg slecht is. Weth. Crooymans is van meening, Onrechtvaardig verkregen schatten brengen geen zegen maar rechtvaardigheid redt van den dood. (Spr. 10: 2). In de tegenstelling schuilt de diep zinnige wjjsheld. Het resultaat van de onrecht vaardigheid is precies het tegen overgestelde van dat der rechtvaar digheid. De volksmond zegt„on rechtvaardig verkregen goed gedjjt niet". Het brengt geen geluk aan. Misschien wel luxe en confort en z.g. vreugde, maar niet de ware innerljjke vreugde, die immer, van binnenuit komt. Vreugde, die niets met lol, niets met lawaai, niets met bedwelming of verdooving gemeen heeft. De vreugde der wereld, ge kocht met geld, houdt niet van stilte. Zjj baart droeve morgens en rood geschreide oogen. De ware vreugde bloeit in de stilte van èen tevreden hart. Zjj kan een mensch niet ont stolen worden door armoe, tegen slag, laster, kwaadspreken, onrecht vaardigheden. Deze vreugde kan evengoed genoten worden ln een hooischelf met een kale boterham en lauwe koffie, als in het weelderig restaurant met kaviaar en champagne Mogelijk nog beter en intenser. Dit van binnenuit opgebouwde geluk kunnen onrechtvaardig verkregen goederen nimmer schenken. Integen deel. Vruchten van de onrechtvaar digheid zijn onrust en wroeging. Een onrechtvaardig mensch is jachtwild van den tyran hebzucht, die met zijn knoet zwaait en met zjjn zweep jaagt tot in den dood. Onrechtvaardigheid is een der kenmerken van dezen tjjd; een wrange vrucht van het liberalisme. De on- rechtvaardigen hebben een eigen moraal gemaaktde z.g. zaken- moraal: je bent wel gedwoDgen. Een nieuwe vorm van onrecht vaardigheid is het leven op kosten van het geld, dat de leverancier dat me geen gevaar dreigde. Nu begon mij de honger te kwellen Ik at een weinig beschuit met spek en zette mij wederom op weg. Toen de avond kwam, vond ik nergens een schuilplaats en daar ik liever door reisde, dan in de sneeuw te gaan lig gen, bleef ik doorgaan, recht door, tot middernacht. Toen zag ik een kleine, bouwvallige woning, waarin naast een groote hoop stroo, een klein bankje stond. Het was waarschijnlijk een jagershut. Ik sloot de deur zoo goed mogelijk en kroop in het stroo. Ik begin te gelooven, dacht ik, dat Onze Lieve Heer mij uit dit treurige land wil redden Morgen avond, indien de Kozak goed gerekend heeft en vooral geen al te groote hinderpalen in den weg slaan, zal ik over de Pool sche grenzen zijn, eenige dagen daar na kom ik in Oostenrijk en bevind mij in 't midden van vrienden en bondge nooten. Weldra sliep ik in en droomde, dat ik in mijn geboortedorp terugkwam. IV. IN POLEN. Ik sliep niet lang. De begeerte om zoo spoedig mogelijk een streek te verlaten, waar elke inwoner het als een roemwaardige daad aanzag een vijand te mishandelen of te dooden, dreef mij vooruit. Na vijf of zes uur goed gestapt te hebben, kwam ik aan den grooten weg waarvan mijn vriend gesproken had, omdat hij het waarschijnlijk zelf niet wist, dat er hier nu en dan kleine groepjes Kozakken verschenen, die alles zorgvuldig doorzochten, gelijk de jagers die op klopjacht zijn. Doch in plaats van het wild zochten zij arme Fransche soldaten, die zij uitplunder- i den en dan half naakt op den bevroren sneeuw lieten liggen. dat die kwaliteit van gronden geen gewicht in de schaal leggen, maar wenscht hierover niets meer te zeg gen, dit heeft h\j destjjds reeds ge daan. De voorzitter zegt, dat de raad indertgd anders heeft beslist, doch deze beslissing kan herzien worden. Het voorstel vaD Bonants wordt vervolgens ln stemming gebracht en aangenomen met 5 tegen 1 stem. De koopprijs werd bepaald op f 8 per are. Hierna sluiting met gebed. Ingekomen en vertrokken personen* Van 6 tot 13 September INGEKOMEN M. Ortmeger, kloosterzuster, Olrlo E 19b van Maasbree G Tenhagen, idem, Overloonsche weg 2 van Tegelen J. W. Heesen en gezin, chauffeur, Langeweg 22 van Boxmeer W. de Jonge en gezin, restaurateur Kamp A van 'sHage J. M. C. Peeters, z.b., Heuvelstraat 3 van Tilburg G. H. Schwachöfer, dienstbode, Broekweg 17 van Venlo P. J. A. van Rgr, landarbeider, Smakterweg 5a van Bergen (L J. J. de Graaf, marechaussee, Langstraat 39 van Lelden F. A. Toonen, id., id., van 'sHage L. J. H. M. Loenen, bakker, Hen- seniusstraat 6 van Venlo C. Punselie, marechaussee, Lang straat 39 van Rotterdam P. H. van Leuven, dienstbode, Olrlo E 36 van Meerlo H. M. G. ArtB, idem, Hoenderstr. 25 van Arnhem moest hebben. Onnoodlg uitstel van afbetaling, omdat men zich eerst up to date wil kleeden, aardig wil wonen, een uitstapje maakt, aan alles mee doen en als er wat overschiet ook nog de bakker, de slager, de kruide nier, de loodgieter, de manufacturier enz. wel wil betalen. En hun wissels En hun zaak Hun personeel Hun gezin Hun uitstapje Kent gij hun zorgen Onrechtvaardig zijn zij, die carrière maken door ander en Bllnkschte wip pen, met of zonder kruiwagens. Deze worden pienter genoemd, gladde lui. Hun schatten zullen hen niet redden. Hun sluwe vlucht langs het Leven, kan niet verhLnderen, dat zij eens het Leven zullen ontmoeten en zij zullen ervaren dat Hg een correcte Boekhouder is. Hij maakt 's menschen balans op. Gelukkig De rechtvaardigen, die het veel moeilijker hadden en vaak voor suk kels en tobbers werden gehouden, zullen sluiten met een batig saldo Alles te goedhet Laven. Dan zul len zij genieten van het Leven Zelf. De onrechtvaardlgen, die schijnbaar van het leven genoten hebben, wat ze konden, zullen van Het Leven nooit génieten. In de bergrede de bloemlezing van het Evangelie Btaat een ver pletterende vermorzeling voor de hebzuchtigefa, die onrechtvaardigheid niet schuwen „Zalig (d.w.z. geluk kig in waren zin) zijn de armen van geest". Die onthecht zijn aan het stoffelijke, hebben tijd en liefde over voor het geestelijke en zjj zullen zich daaraan hechten en omhoog heffen als een klimopsteeds vaster, steeds hooger, tot bij Vader thuis. S. L, In groot gevaar van een verkeerde richting te nemen, verwijderde ik me tamelijk ver van de groote baan. Het scheen mij overigens, dat als ik niel rechts of links afweek, ik onvermijde lijk aan de rivier moest komen. De nacht verraste mij echter midden in het woud. Ditmaal vond ik geen hut, schuur of stal, waar ik den kou den, snijdenden wind kon ontvluchten. ln treurige gedachten verzonken, at ik de helft der levensmiddelen, die ik nog bezat en strekte mij dan uit op het koude sneeuwbed Wat schrikkelijke nacht I Het geblaf van een hond of' het ge hinnik van een paard vervulde mij met vrees; dan beefde ik van angst, als ik dacht dat tijdens mijn slaap de wolven mij op het lijf konden vallen en ver slinden. Ik kiom in een boom; doch weldra dwong de koude mij naar be neden te komen en omdat ik veen koorden om mij vast le binden en al slapende kon ik vallen en mijn nek breken. Het beste wat mij te doen stond was den heelen nacht te waken. Ik leunde met den rug tegen den stam van een zwaren eik en sloeg met de armen om mij een weinig te verwar men. Ontelbare sterren blonken aan den blauwen hemel en zaaiden over het witte sneeuwveld millioenen diamanten. Dit alles verblindde mij en deed mijn oogen schemeren. Mijn hoofd begon te draaien en een soort van koorts over viel mij. Weldra zag ik niets meer dan vuur èn licht en lag zelf als wegge smolten in die brandende massa. Een zachte warmte doortrok mijn lichaam en, aan den voet van een boom neerglijdende, sliep ik in. Wat een zoete droom, of beter, wat troostend verschijnsel komt mij nu ver kwikken 1 De glinsterende zomerzon verschijnt aan het Oosten en zendt haar gouden stralen over de aarde. Wat een licht en wat aangename warmtel M. Ch. Ciaassens, landarbeider, Oude Oostrumscheweg 42 van Seve- len Dl. J. J. M. Janssen, apoth. ass. Paters- Straat 35 van Hilversum M. F. Thlesen, landbouwer, Olrlo F 20 van Meerlo J. Kockelkoran, meteraflezer, Hen- seniusstraat 19 van Horst H. G. Op 't Broek, marechaussee, Langstraat 39 van Roermond E Staal, id., ld., van Amersfoort Ch. J. Rutten, z.b., Paterslaan 1 van Maastricht F. A. van Haren, vertegenwoordi ger, Grootestraat 35 van Nijmegen H. F. A. Haffmans, ambtenaar distributie, Groote Markt 11 van Broekhulzen G. Th, M. Rongen, dienstbod©, Heijde I 5 van Maashees Th. J. van Rooij, orderwjjzer, Oos trum D 1 van Heesch M. J. Brophy, kloosterzuster, Eindstraat 10 van Kerkrade P. C. M. de Rugter, Pater, Leun- scheweg 1 van Weert M. A. Weiten, kloosterzuster, Overloonsche weg 2 van Tegelen N. P. Nielen, Pater, Leunscheweg 1 van Heerlen. VERTROKKEN M. Gerdelmann, kloosterzuster, naar Eist J. L. Swinkels, landbouwer, naar Sevenum F 77 M. M. A. Volleberg, dienstbode, naar Venlo A. P. J. Verhegeo, z.b., naar Zun- dert P. L. F. Emonds, 11, naar Nijmegen Langeveldatraat 16 W. A. Hendriks, dienstbode, naar Vught, Eikenlaan 1 G. C. J. Beiten, kapelaan, naar Nijmegen, v. Slichtenhorststraat 91 W. F. M. C. Randag, Pater, naar Baexem J. H. M. Merks, broeder, naar Lelden, Haagweg B. J. M. Kotte, idem. naar Katwjjk Th. J. C. Starrenburg, id., naar ld. t\ J. Huihoven, Pater, naar Woer den, Wilhelminaweg 13 Ik zie een groote malsche weide, waar schoone vette koeien en huppelende schapen grazen. Het groene tapijt waar zij overloopen is met witte en geele bloempjes besprankeld en met lommer rijke fruitboomen beplant. Witte hagedoornen bestrooien den weg met de blanke sneeuw hunner geurige t.loemen en daarginder, in dien struik, zit een nachtegaal wiens wel luidende gezangen mijn ooren streelen. Hoe schoon is die moeshof daar Hij is in kunstig afgeteekende bedden ver deeld en langs de paadjes staan veel kleurige bloemen die het oog verblijden, Bloemen, overal prachtige en welrie kende bloemen, overal zoetluidende ge zangen. Vreugde voor de oogen, vreug de voor de ooren, vreugde voor het hart Hoe schoon is voofal de kleine hoeve die in dit groene nest als verdeken staat 1 Ah ik herken ze wel 1 Daar wonen mijn oudets daar ben ik geboren. Een dikke rookwolk komt uit de schouw en klimt zachtjes omhoog. Op het dak zitten witte duiven, die elkander ronkend vervolgen. Dit alles herleeft in mijn geheugen en staat mij helder voor de oogen. lk zie mijne ouders, mijn zusters en broeder. Allen zijn welvarend en ge zond en komen mij met uitgestrekte armen tegemoet En ik ontwaak 1... Ik ben met mijn gezicht op den hard bevroren grond gevallen en het bloed stroomt uit mijn neus. Maar goed. want na eenigen tijd zou opstaan niet meer gegaan zijn, daar mijn lichaam reeds half verstijfd was. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1940 | | pagina 7