TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Geen cultuurgrond braak laten liggen. Brandstof sparen en de hooikist. FEUILLETON. Mei Napoleon naar Rusland en ferug. Ons weekpraatje. Een stuk circusleven Zaterdag 20 Juli 1940 Een en Zestigste Jaargang No 29 Straf optreden tegen nalatigen De productiecommissaris voor Limburg, ir. Dewez, deelt het volgende mede: Valt het in normale tijden reeds ten zeerste at te keuren, gronden die geschikt zijn om menschelijk of dierlijk voedsel voort te bren gen, braak te later, liggen, in dezen tijd van dwingende nood zaak om de bodemproductie tot het uiterste op te voeren, is een dergelijke handelwijze ontoelaat baar. Gelukkig zijn het maar enkelingen, die zich daaraan schuldig maken. Waar zachte drang in deze het gewenschte effect niet schijnt te hebben, zien wij ons genood zaakt om krachtiger maatregelen te gaan nemen om de braaklig gende perceelen te doen ver dwijnen. Volgens art. 2 van de Bodem- productiebeschikking 1939, no, 241 is het den gebruiksgerech- iigde verboden den hem ais zoo danig ter beschikking staanden cultuurgrond braak te laten lig gen. Op grond van de mij verstrek te bevoegdheden wordt door mij bepaald, dat alle braakliggende cultuurlanden, die krachtens hun aard en bestemming daarvoor in aanmerking komen, vóór 25 Juli 1940 zoodanig bewerkt moeten zijn, dat zij voor het betelen met een of ander cultuurgewas ge schikt gemaakt zijn. Uiterlijk 5 Augustus moet daar na het betreffende perceel inge zaaid of beplant zijn. Een en ander moet uitgevoerd worden zooals dit bij goed grondgebruik past. De Landbouwvoorlichtings- dienst is gaarne bereid daarbij de gewenschte voorlichting te geven. Nalatigheid in de uitvoering van dit voorschrift zal ingevolge de bepalingen der Bodempro- ductiewet 1939 gestraft worden, terwijl het wederom inschakelen bij de bodemproductie van daar voor in aanmerking komende braakliggende perceelen zoo noo- dig met behulp van den sterken arm en op kosten van den na latigen gebruiksgerechligde zal geschieden. De Voedingsraad schrijft ons Onkruid vergaat niet. Deze oude Nederlandsche zegswijze zien wij in deze dagen opnieuw bewaarheid aan de met merk waardige kracht plotseling her leefde populariteit van de hooi kist. In een welhaast grijs ver leden was de hooikist 't kenmerk Lotgevallen van een Belgischen soldaat. 10. Hare oogen waren hemelwaarts ge richt, zij aanriep deze van wien alleen nog de redding te verwachten was. Dit gezicht deed mij het gevaar ver geten in welk wij verkeerden en ik ging de arme vrouw eenige troostende woorden toesturen, toen de korporaal die aan mijne zijde stond, mij stillekens zegdj Ik geloof, sergeant, dat die schelm- sche Kozakken ons niet durven aan vallen zij maken veel gerucht en schreeuwen als zwijnen die 't mes op de keel voelen, maar zij naderen niet. Inderdaad, in plaats van tegen onze vierkant storm te loopen, hielden de Kozakken zich bezig met eenige ge kwetste soldaten te vervolgen. Konden zij die ongelukkigen achterhalen, het geen niet moeilijk was, omdat de arme vluchtelingen op sommige plaatsen tot aan de knieën in de sneeuw zakte, dan doorstaken zij die met hun lansen en trokken hun het laatste stukje kleeren van het lijf. Zouden wij niet wel doen onze reis voort te zetten? vroeg een grena dier. Ik wil wel, antwoordde ik, doch trekken wij vooruit in dicht gesloten gelederen, opdat wij in staat zijn bij het minste gevaar dat ons bedreigt op nieuw het vierkant te vormen. Wij stapten moedig vooruit. De Kozakken, hun menschenjacht van de zuinige huisvrouw, maar haar gioote aanzien bereikte zij toch pas, toen de brandstoffen- schaarschte dwong tot een zuinig omgaan met de beschikbare ver warmingsmiddelen. Sindsdien zonk zij snel in de vergetelheid, waarin zij eigenlijk thuis hoort, waarin zij eigenlijk thuis, maar oude herinneringen kunnen zich soms hardnekkig handhaven en hieraan is het ongetwijfeld toe te schrijven, dat vele huisvrouwen, sedert ook ir. onze volksgemeenschap opnieuw een spaarzaam gebruik van brand stoffen raadzaam is geworden, aanstonds de hooikist in eere hebben hersteld. Nu zullen wij zeker van de hooikist niet meer kwaad zeggen dan haar toekomt. Ook in de moderne keuken kan zij, zij het op zeer beperkte schaal, nog een nuttige rol ver vullen. Maar toch is haar betee- kenis veel en veel geringer ge worden zoodat zij in werkelijkheid niet de mate van belangstelling verdient, die haar sinds enkele maanden wederom te beurt is gevallen. Wat is het, dat de hooikist van haar luister heeft beroofd De totaal veranderde wijze van koken, die de hedendaagsche huisvrouw, geleid door een stre ven om aan haar gezinsleden een maximum voedingsrendement ie verschaffen, in steeds ruimer mate is gaan toepassen. Wij koken tegenwoordig veel korter dan weleer en daarmede heeft de hooikist voor de berei ding van een heele reeks van spijzen eenvoudig uitgediend. In drie punten kan men het belang rijkste van de hedendaagsche kooktechniek samenvatten. a) Voor de bereiding van aardappelen, groente of stamppot heeft men niet meer dan een half uur van noode. Zelfs het vroeger zoo geliefde nastoven is tegenwoordig vervallen. In plaats daarvan wordt de groente of de stamppot even vóór het opdienen vermengd met wat boter of wat vet, waardoor de geurigheid van het gerecht verhoogd wordt. Terwijl deze sterk bekorie be- reidingsduur geen afbreuk doet aan de verteerbaarhefd van de spijzen, komt zij bovendien zeer ten goede aar. den smaak en de voedingswaarde. b) Vroeger tiet men prei en selderij uren lang in de soep meekoken. Ook dat doen wij niet meer. Tegenwoordig geldt als algemeene gulden regel voor de soepbereiding, dat de fijnver- deelde groenten hoogstens 20 minuten voor het opdienen in de pan worden gedaan. Aldus be reide soep munt uit door een frisschen smaak en verdient ook uit een oogpunt van voedings waarde de voorkeur. c) Meer dan voorheen wordt nu ook gebruik gemaakt van on gekookte groente als onderdeel van het middagmaal. Men kan dit doen door een voortzetlende, verdwenen achter den hoek van een sparrenboschje. Het scheen hun waarschijnlijk dat wij te talrijk en te goed gewapend waren om ons aan te vallen zij wilden misschien ook wachten tot dat de ellende ons machteloos zou hebben gemaakt. Die barbaren gingen nu zegepralen zonder het minste gevaar te toopen en zich rijk stelen zonder moeite. Alles wat maar eenige waarde had, namen zij mede; zij dwongen de arme gekwetsten hun alles af te staan wat zij bezaten, tot hun kleeren en lijnwaad toe en lieten hun slachtoffers dan half naakt op den sneeuw liggen. Meer dan eens zag ik zulke ongelukkigen die poogden ons te volgen, maar dit was onmoge. lijk, want de koude verstijfde hun lede maten en zij legden zich eindelijk neer om te sterven, hetgeen onder dit moorddadig klimaat niet lang duurde. Wij konden tot 's middags ongehin derd voortstappen. De weg dien wij volgden was deze langs welken de overblijfselen van het groote leger waren weggetrokken daaraan viel niet te twijfelen, alhoewel de sneeuw die aanhoudend viel het voetspoor onzer wapenbroeders deed verdwijnen. Hier zag men de overblijfselen van een legervuurrondom lagen of zaten een groot getal lijken die half onder den sneeuw verdwenen, en wiens zicht ons deed sidderen ofschoon wij eenigszins gewoon waren aan dergelijke schouw spelen Een weinig verder lag een paard op den rug, de vier beenen slijl omhoog gestoken. De romp van het paard ver dween onder de dikke sneeuwvlaag, maar de vier poolen staken boven den sneeuw gelijk de palen welke de graf makers in den grond slaan om de plaats aan te duiden waar een gedenk- teeken moet ingericht of een kruis moet geplant worden. Overal zagen wij van hun affuiten geworpen kanonnen, dan nog lijken van menschen en paar den, gebroken bagagewagens en over- ruimer gebruik te maken van als sla bereide groente, waarin heel wat verscheidenheid is tebrengen. Ofwel men voegt terwille van de vitamines en de smakelijkheid aan een gekookt gerecht op het laatste oogenblik wat rauwe fijn gesneden groente toe. Dit kan met name worden toegepast bij bladgroenten (spinazie, andijvie, raapstelen) en bij stamppot. Wij laten het bij deze drie voorbeelden, die zoo duidelijk aantoonen, dat een goede kook techniek er op uit is om den kookduur zoo kort mogelijk te houden. Gebruik van de hooikist met als gevolg een verlenging van den verhittingsduur tot on geveer het drievoud van den normalen tijd van bereiding, is met een rationeele wijze van koken niet meer te vereenigen. Wie een hooikist heeft en daarvan gebruik wil maken voor spijzen, waarbij dit zonder be zwaar kan geschieden, beperke dit gebruik tot peulvruchten en graanproducten. Peulvruchten (bruine en witte boonen, capucijners, groene erw ten) kunnen veilig gedurende langen tijd ingepakt blijven de inwerking van de langdurige hitte heeft op de vitamines van peulvruchten weinig invloed. Graanproducten (gort, rijst, havermout) kunnen, in water ge kookt, ook zonder bezwaar in de hooikist gaar worden ge maakt. Men kan de hooikist voor deze gevallen met evenveel succes en heel wat goedkooper vervangen door gebruik te maken van kran tenpapier. Voor de rest late men de hooi kist ongemoeid. Uw verstandige kookkunst heeft haar immers overbodig gemaakt. Kook dus kort en kook met weinig water. Dit laatste om het verlies van waardevolle oplosbare bestand- deelen uit de aardappelen en de groenten tot een minimum te be perken. Ziehier tenslotte eenige voor schriften, die iedere huisvrouw in acht dient te nemen 1. Aardappelen en groenten (de laatste voor zoover het aan hangende water niet reeds vol doende nat geeft) steeds opzetten met niet meer dan een bodempje water. 2. Beginnen op een groot vuur in een goed gesloten pan. 3. Zoodra het bodempje water kookt nog gedurende hoogstens een half uur de aardappelen of de groente op de spaarbrander gaar laten worden. 4. Bij het opdienen desge- wenscht een kluitje boter of wat vet toevoegen, maar zoo min mogelijk roeren of stampen in het gerecht. voorkomt^ en ''W geneest' —PIJNLIJKE VERB RAN DINGS biijfselen van allen aard. De goede God alleen weet of ik wel ooit uit dit sneeuwland zal geraken. Dit dacht ik bij mij zeiven toen wij aan een uitgestrekt bosch kwamen. Het gezicht van die dicht tegen elkander wassende boomen, wiens tak ken den sneeuw tegenhielden en ons een min of meer veilige schuilplaats beloofden, vervulde ons hart met blijd schap. Hier toch zouden de Kozakken ons niet gemakkelijk ontdekken, en op drooge aarde tegen den snijdenden wind beschermd, zouden wij eindelijk eenige rust genieten. Er werd dus besloten dat wij binnen het bosch zouden dringen. Met alle mogelijke omzichtigheid slopen wij vooruit, ons van tijd tot tijd omkeeren- de, ten einde ons te verzekeren dat ons niemand volgde... Neen, niemand had ons gezien, zelfs niet de arme vluchtelingen die traagzaam voortsuk kelden en den grooten weg volgden. Wij zagen ze gaarne voorbijtrekken, want wij hadden nog eenige levens middelen en zij bezaten niets. Wat maakt het lijden ons toch zelf zuchtig 1 Nu zitten wij rond een goed vuur. Mijn nicht en haar kindje hebben de beste plaats. Eenige onzer gezellen knorren wel omdat wij alles doen om het lijden der moBdige vrouw te ver zachten, maar neef Livinus, de korpo raal en ik hebben vast besloten ons niet te laten overrompelen, en. daar wij goed gewapend zijn, geschiedt altijd hetgeen wij wenschen. Voor ons zeiven vragen wij geen voordeelen, maar die vrouw en dit kindje zuilen beschermd blijven, al moesten wij op onze gezel len kappen gelijk op de Kozakken. Terwijl elkeen zich warmde, dacht ik aan de beste middelen om ons eenigen mondvoorraad te verschaffen. Wij waren een dertig man sterk, allen nog al be hoorlijk gewapend en niet te slecht gekleed. Het was echter moeilijk ge weest vast te stellen tot welke regi- Wie deze voorschrifien in acht neemt, kookt voordeelig, smake lijk en gezond WE GAAN MET VACANTIE. MEER DAN OOIT IS DAT NOOD1G. Allen, die leiding geven aan en belang hebben bjj het herstel der normale economische verhoudingen, herhalen den raad, om ook dit jaar met vacantie te gaan. Het algemeene economische belang daarvan is duidelijk. Door den oor log is er veel kapot gemaakt opnieuw staan tienduizenden bloot aan den geesel van werkloosheid en zakelgke ruïne, wanneer ons volk zich niet ontrukt aan de oorlogs- depressie en haar gewoonten van ontspanning niet hervat. Er is een zekere tegenzin waar te nemen tegen de vacantie-ldee. Dat blijkt ook uit bepaalde com mentaren uit de pers. Sommige bladen nemen de aan sporingen ten behoeve van vacantle- tochten op, maar laten ze volgen door vele klagelijke maar's. 't Is goed praten, zoo zeggen ze, maar 't hoofd van een mensch staat niet naar zoo iets; de verkeersverbindin gen zijn moeilijk; de treinen en bus sen overvol en... men verlaat thans niet graag zijn huis. Men vreest het door een of ander bombardement vernield terug te vin den en waar men denkt heen te gaan, daar is het ook niet veilig. Wat dat laatste argument betref t: becijfert men de risico's, dan zijn deze uiterst gering. Enkel reeds het autoverkeer vordert jaarlijks meer aan doodeD dan er de vijf oor logsdagen ongerekend door bom bardementen uit de lucht in dezen tijd, helaas, te betreuren zijn. Zag men er daarom voorheen tegenop om in een auto te stappen? Het leven brengt in al zijn uitings vormen risico's met zich mee ten aanzien van den dood. Zeer zeker behoeft niemand zich te beklagen, als hij, teruggekeerd vaneen vacan- tle-uitstapje, zijn huis in puin vindt, hg heeft dan integendeel reden tot verheugenis over de toevallige om standigheid, dat hij elders vertoefde toen het ongeluk zijn dak trof Vacanties, zoo zegt de pessimist, ontbinden tijdelijk het gezinsverband en in de ure des gevaars hoort men bij elkaar te zijn. Gingen vader en moeder vroeger dan -~ok geregeld met de kinderen mee, wanneer die gingen zwemmen of sportieve tochten ondernemen Het gevaar, dat ze daarmee beliepen de kinderen was percentsge wijze zeker niet geringer, dan het bommengevaar van heden. De werkelijke reden van den tegen zin is een andere dan die, welke men opgeeft; ze is de onrust. Men laat zich gaan en drijven op de ontgoocheling van den geest, door de Internationale gebeurtenis sen gewekt. Velen hebben met hun moed en vertrouwen op de toekomst hun energie verloren; zij maken zich en hun kinderen tot slachtoffers van hun willoosheid.] In werkelijkheid hebben zij en de hunnen méér dan ooit tevoren een vacantie noodig, d.i. een gelegenheid om zich te ontspannen en zich daar na frisch, vaardig en energiek te hervinden in de veranderde en zich hervormende maatschappij. Daartoe moeten we voor eenige dagen of weken ons losmaken van de gedachten, welke sedert den fa talen lOen Mei zijn geconcentreerd op oorlog, bommen en andere narig heid; we moeten niet blijven turen op misrekeningen, welke we hebben gemaakt, maar deze verscheuren en menten wij behoorden Om slechts van mij zelf te spreken, ik droeg een muts gelijk de grenadieren, eene kurassiers- broek en mijn jas van sergeant welke ik tegen geen tuniek met gouden schoud rplaten hadde verwisseld. Ik had nog altijd mijn geweer, maar in plaats van mijn sabel droeg ik een officiersdegen, die ik onderweg had gevonden Mijn gezellen waren even zoo zon derling gekleed als ik zelf. Men dekte zich zoo goed mogelijk zonder te vragen van waar de kleeren kwamen. Meer dan eens heb ik soldaten ontmoet die rokken droegen uit de verlaten wagens der marketensters weggehaald. Niemand van ons die niet wenschte en hoopte het leger in te halen. Om daarin te slagen moesten wij onze krachten behouden en daartoe waren er levensmiddelen noodigik bemerkte dat meer toen een mijner gezellen zijn laatste stuk beschuit uit den ransel trok en het was hoog tijd om op buit uit te gaan. Ik sprak daar met mijn makkers over, die allen van hetzelfde gevoelen waren, dat dit zoo gauw mogelijk moest ge schieden. Er werd besloten dat een tiental mannen de omstreken zouden onderzoeken, terwijl de anderen het vuur moesten onderhouden en het kleine kamp bewaken. Ik werd aange steld om het bevel te voeren over de kleine vrijbuitersbende. Mijn nicht en haar man bleven bij het vuurik omhelsde ze hartelijk en kuste herhaalde malen de kleine Maria en nam afscheid van hen met een be droefd gemoedniemand kon immers verzekeren dat wij elkaar nog zouden wederzien. Een oude ruiter, r'ie het best van ons allen zijn kleeren en wapens had be waard, trok. met ons mede al was hij niet door het lot aangeduid. Hij stapte aan mijn zijde, kalm en stijf alsof hij zich op de wachtparade had gewaand. De kleine korporaal ging vooruit; zijn een nieuwe som opzetten naar de gegevens van een nieuwen tfld. En wat die verkeersbezwaren be treft... Die zijn op zich zelf ook eens iets anders, dan we vóór den lOen Mei gewoon waren. Aanvaard die moeilijkheden met begrip en zin tot Inschikkelijkheid. De rust in het ge kozen vacantieverbljjf zal naar ver dubbelde waarde worden genoten, wanneer ze inspanning en offers heeft gekost. In dit verband zouden we zelfs willen radenals het mogelijk is, tracht dan de verkeersmoeilijkheden op een eigen, sportieve manier te overwinnen. Pak de fiets, wandel, marcheer en zing daarbijDoor ontwenning weet ge het niet meer, hoe prettig zoo'n tocht is, met huisgenooten onder elkaar en met vrienden en vriendin nen erbij. Bivakkeer onderweg eens bjj vrienden of familieleden of over nacht In een klein landelijk hotel. Vacantie vereischt noch luxe, noch comfort, noch een ruime beurs. In tegendeel, het ideëele doel van een vacantie wordt het meest gediend door soberte, door een levenswijze, welke van de dageljjksche geheel verschilt, ons terugvoert tot het vertrouwen op eigen primitieve kracht en vermogen, waarbij we ons laten begiftigen door de rijkdommen van cU natuur. Zoo'n vacantie hebben we allen noodig en niemand mist er de mid delen voor. Vacantie nemen wil niet zeggen, dat we zoover moeten weg trekken als we komen kunnen. Vacantie kunnen we ook kort bij huis genieten, zelfs ln en om het eigen huis. 't Gaat er maar over, dat we eens anders doen dan gewoon en over niets praten, wat ons dage lijks pleegt te beroeren. Ga eens visschen met de jongens, organiseer op een mooien middag een plcnic- partjj achter ln den tuin, maak een paar flinke wandelingen langs echte rustieke buitenwegen, volg het karre- spoor van een boerenwagen en ont dek de vogels en de interessante planten, welker bestaan ge zelf niet eens kendetga baden, zwemmen, kano-varenkoop een ijsco aan het karretje op de wegkruising, hon derd manieren kunt ge bedenken, waarop een echte gezonde vacantie is te genieten zonder dat ze veel geld kost. Maar voor zoover ge van het laatste nóg te missen hebtlaat het in deze dagen eens rollen, opdat ge aan de zwaartst getroffenen de vreugde zult helpen verschaffen van een eerlijk bestaan. DE TRAGEDIE VAN DRIE PAARDEN. Een interessante geschiedenis. J. van Doveren schrijft in de N.R.C.: Bladeren we in het Interessante en hoogst merkwaardige „Artisten- lexikon" (uitgaaf 1891) van H. W. Otto, den bekenden circuschroniqueur, dan vinden we op pagina 76 onder de artistennamen, die met een S. beginnen: „SwindereD, baron Réné de Marees van, dr. Jur. Schoolrijder, geboren in Januari 1857 te Gronin gen, als zoon van een advocaat, stu deerde daar^rechten, reed hoogeschool bjj Bourbonnel, Marianni en Pieran- toni en stierf in 1889 in Alais (Frank rijk aan tuberculose. Zijn door Alfred d'Erry gedresseerde 3 Arabische hengsten uit de stoeterij van Baron von Maas In Rachny werden op zijn verlangen doodgeschoton na zjj.n over lijden". Daaronder vinden we dan: „Swin- deren-Janssen, Baronesse Anny de wond was bijna genezen en hij was zoo moedig als den moedigsten van ons allen. Na een uur lang stilzwijgend voort- gereisd te hebben, kwamen wij aan een kleine vlakte waar ons een aange naam schouwspel wachtte. Wij zagen een nette met stroo bedekte hofstede in 't midden van een grooten moeshof. Uit de schouw steeg een groote rook wolk in de hoogte en het blijde ge- kraai van een haan trof onze ooren. Ik deed mijn mannen stilstaan. Wij mochten niet samen naar de hoeve trekken, waar men in ons niets anders zou zien dan onmeedoogende vijanden. De korporaal en twee soldaten, onder de jongste uitgekozen, legden de wapens neer en stapte alleen vooruit. Wij strekten ons neer in de sneeuw en er werd afgesproken, dat onze makkers ons zouden roepen, zoodra het ons zou toegelaten zijn binnen de waning te dringen. Was er integendeel gevaar, dan zouden de vooruitgezonden vrienden ons verwittigen en wij moesten een aanval wagen. Wat er ook mocht voorvallen, wij hadden levensmiddelen noodig en, met goedheid of met geweld, de vijand zou ze ons verschaffen. Tien minuten, die ons verschrikkelijk lang schenen, waren vervlogen en nog werden wij niets gewaar. De schouw bleef rooken, de haan kraaide immer voort, maar onze vrienden gaven geen teeken van leven. Een doodsche stilte heerschte rondom ons en nog vervlo gen een tiental minuten. Ik begon te vreezen dat er een ongeluk was voorgevallen en richtte stillekens het hoofd op. Geen mensch was rond de hofstede te zien. De oude soldaat riep mij stillekens. Mij dunkt, zegde hij. dat onze mannen veel te lang wegblijven. Inderdaad... Zouden zij niet vermoord of ge vangen genomen zijn? Ik begin het te vreezen. Marees van, Hoogeschoolrfldster, ge boren op 24 September 1863 te Goes". Het spreekt vanzelf, dat de nieuws gierigheid na lezing van bovenstaan de gegevens werd opgewekt en na een nauwkeurig onderzoek in oude papieren zjjn wij In staat de Interes sante geschiedenis te vertellen van het circusleven van Baron Réné de van Swlnderen en van zijn echtge- noote Anny Janssen uit Goes. Vroeger, ln den klassieken tijd van het circus, was het contact tusschen het circus en den adel intensiever dan thans, ook in Nederland. Een der Interessantste figuren is boven genoemde baronesse, die na het over lijden van haar eersten man, den baron, in 1891 in het huwelijk trad met den bekenden circuschronlque Sigzor Salterlno, die eigenlek Her man Waldemar Otto heette en die behalve de auteur van vele circus romans en novellen, vele jaren de verantwoordelijke redacteur was van het tijdschrift „Der Artist." dat elke week bij Llnz te Dusseldorp ver scheen. Dit tweede huwelijk vond plaats ln 's-Heer-Abtskerke, waar we uit den burgerlijken stand kunnen ver nemen, dat Anna Pleternella, Ba ronesse de Marees van Swinderen- Janssen, uit het huls Alvarez, met genoemden heer in het huwelijk trad. Uit dit huwelijk werd het dochtertje Margaretha Alvarez op 18 November 1892 geboren. Juffrouw Anny Janssen behoorde tot een oude Zeeuwsche patriciërs familie, die een goede opvoeding had genoten, waarbij ook vooral de paar densport een rol had gespeeld. Zij was een zeer goed rijdster, nam elke hindernis, zooals we in Signor Do mino's „Wandernde Künstler" (S. Fischer Verlag, Berlijn 1991) lezen en hield meer van paarden en hon den dan van sieraden. Bij wedstrijden ln het kunstschle- ten voor dames behaalde zij herhaal delijk de eerste prijzen. Op een dezer tournooien aldus verder Signor Domino maakte ze kennis met den jeugdigen, rijken baron Réné de Marees van Swlnderen, die een groot landgoed bezat. Ook deze was een hartstochtelijk paardenliefhebber en sportsman: ren nen en dergelijke kostbare bezigheden namen al zjjn tijd in beslag, zoodat hij weinig oog op zijn bezittingen kon houden. Zjjn leven kostte veel geld, wat tot gevolg had, dat hij, nog eenige ongelukkige speculatiss de maat hadden doen overloopen, zijn goed verloor en arm was gewor den, daar zijn vertoornde vader hem niet meer op de been wilde helpen. De zoon besloot, zich dan alleen door het leven te slaan. Eigenlijk was höt neit vreemd, dat de jonge baron ertoe kwam van zijn gaven als paardrijder gebruik te maken, zich op het hoogeschoolrijden te gaan toeleggen en in het romantische circusleven een onderkomen te zoeken Met het laatste geld, dat hem nog restte, samengevoegd met de op brengst van de sieraden van juffrouw AnDy, kocht hij door tusschenkomst van Signor Salterino, die reeds langen tijd vriend met hem was, drie prachtige schoolpaarden uit de stoeterij van Baron von Maasz op Derebeczin bij Rachny in Zuid-Rus land, die gedresseerd waren door den vermaarden dresseur Alfred d'Erry, rijmeester van Keizerin Eugenie. Hij nam lessen van een bekenden schoolrijder en vond met zijn prachtig paardenmaterlaal een engagement bij het Italiaansche circus Marianl onder den artisten- naam „Monsieur Réné". Mejuffrouw Anny,. die intusschen zijn echtgenoote was geworden, reisde met hem mede ln zijn nieuwe loopbaanook zij had nog vele lessen in het schoolrijden genomen, maar zou niet in het openbaar optreden. Maar het zou anders uitkomen. Monsieur Réné had veel succes met zijn nummer. Hij had echter zeer zwakke longen en na een half jaar Wij kunnen hier loch den heelen dag niet blijven... Dit is ook mijn meening. Wij zullen nog tien minuten wachten, en dan zullen wij onze makkers gaan op zoeken. En ze wreken... bromde hij. Hij sprak nog, toen de korporaal kwam aangeloopen. Twee Russen, met bijlen gewapend en een vrouw die huilde en tierde ah een bezetene, volgden hem van nabij. Blijf stil 1 gebood ik laat ze toj in onze nabijheid komen en dan voor uit met sabel en bajonet, doch geen enkel schot lossen! Onze vriend liep zoo hard hij kon, ons met de oogen zoekende. Eenige stappen nog en de Russen gingen hem vermoorden, maar nu sprongen wij recht, kapten en kerfden en in enkele oogenklikken lagen de twee vijanden zieltogend in de sneeuw die zij met hun bloed kleurden. Alleen de vrouw werd gespaard, doch stevig gebonden en door dreigende teekens gewaarschuwd dat een enkele nood kreet haar het leven zou kosten. Dan begaven wij ons allen tegelijk naar de hofstede Al gaande vertelde ons de korporaal dat hij met zijn makkers in de keuken der hoeve was gegaan, waar de oude vrouw het middagmaal bereidde. Eerst was deze verschrikt toen zij de drie vreemdelingen 2ag, die de samengevouwde handen naar haar uit staken. Dan toonde zij hun een houten bank en gaf hun een teeken dat zij zich zouden neerzetten. Onze vrienden waren uiterst verheugd over dit ont haal en zij rekenden op een milde hulp, toen eensklaps de deur geopend werd. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1940 | | pagina 5