TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Geen cultuurgrond
braak laten liggen.
Brandstof sparen en
de hooikist.
FEUILLETON.
Mei Napoleon naar
Rusland en ferug.
Ons weekpraatje.
Een stuk circusleven
Zaterdag 20 Juli 1940
Een en Zestigste Jaargang No 29
Straf optreden tegen nalatigen
De productiecommissaris voor
Limburg, ir. Dewez, deelt het
volgende mede:
Valt het in normale tijden reeds
ten zeerste at te keuren, gronden
die geschikt zijn om menschelijk
of dierlijk voedsel voort te bren
gen, braak te later, liggen, in
dezen tijd van dwingende nood
zaak om de bodemproductie tot
het uiterste op te voeren, is een
dergelijke handelwijze ontoelaat
baar. Gelukkig zijn het maar
enkelingen, die zich daaraan
schuldig maken.
Waar zachte drang in deze
het gewenschte effect niet schijnt
te hebben, zien wij ons genood
zaakt om krachtiger maatregelen
te gaan nemen om de braaklig
gende perceelen te doen ver
dwijnen.
Volgens art. 2 van de Bodem-
productiebeschikking 1939, no,
241 is het den gebruiksgerech-
iigde verboden den hem ais zoo
danig ter beschikking staanden
cultuurgrond braak te laten lig
gen.
Op grond van de mij verstrek
te bevoegdheden wordt door mij
bepaald, dat alle braakliggende
cultuurlanden, die krachtens hun
aard en bestemming daarvoor in
aanmerking komen, vóór 25 Juli
1940 zoodanig bewerkt moeten
zijn, dat zij voor het betelen met
een of ander cultuurgewas ge
schikt gemaakt zijn.
Uiterlijk 5 Augustus moet daar
na het betreffende perceel inge
zaaid of beplant zijn. Een en
ander moet uitgevoerd worden
zooals dit bij goed grondgebruik
past.
De Landbouwvoorlichtings-
dienst is gaarne bereid daarbij
de gewenschte voorlichting te
geven.
Nalatigheid in de uitvoering
van dit voorschrift zal ingevolge
de bepalingen der Bodempro-
ductiewet 1939 gestraft worden,
terwijl het wederom inschakelen
bij de bodemproductie van daar
voor in aanmerking komende
braakliggende perceelen zoo noo-
dig met behulp van den sterken
arm en op kosten van den na
latigen gebruiksgerechligde zal
geschieden.
De Voedingsraad schrijft ons
Onkruid vergaat niet. Deze
oude Nederlandsche zegswijze
zien wij in deze dagen opnieuw
bewaarheid aan de met merk
waardige kracht plotseling her
leefde populariteit van de hooi
kist. In een welhaast grijs ver
leden was de hooikist 't kenmerk
Lotgevallen van een
Belgischen soldaat.
10.
Hare oogen waren hemelwaarts ge
richt, zij aanriep deze van wien alleen
nog de redding te verwachten was.
Dit gezicht deed mij het gevaar ver
geten in welk wij verkeerden en ik ging
de arme vrouw eenige troostende
woorden toesturen, toen de korporaal
die aan mijne zijde stond, mij stillekens
zegdj
Ik geloof, sergeant, dat die schelm-
sche Kozakken ons niet durven aan
vallen zij maken veel gerucht en
schreeuwen als zwijnen die 't mes op
de keel voelen, maar zij naderen niet.
Inderdaad, in plaats van tegen onze
vierkant storm te loopen, hielden de
Kozakken zich bezig met eenige ge
kwetste soldaten te vervolgen. Konden
zij die ongelukkigen achterhalen, het
geen niet moeilijk was, omdat de arme
vluchtelingen op sommige plaatsen tot
aan de knieën in de sneeuw zakte, dan
doorstaken zij die met hun lansen en
trokken hun het laatste stukje kleeren
van het lijf.
Zouden wij niet wel doen onze
reis voort te zetten? vroeg een grena
dier.
Ik wil wel, antwoordde ik, doch
trekken wij vooruit in dicht gesloten
gelederen, opdat wij in staat zijn bij
het minste gevaar dat ons bedreigt op
nieuw het vierkant te vormen.
Wij stapten moedig vooruit.
De Kozakken, hun menschenjacht
van de zuinige huisvrouw, maar
haar gioote aanzien bereikte zij
toch pas, toen de brandstoffen-
schaarschte dwong tot een zuinig
omgaan met de beschikbare ver
warmingsmiddelen.
Sindsdien zonk zij snel in de
vergetelheid, waarin zij eigenlijk
thuis hoort, waarin zij eigenlijk
thuis, maar oude herinneringen
kunnen zich soms hardnekkig
handhaven en hieraan is het
ongetwijfeld toe te schrijven, dat
vele huisvrouwen, sedert ook ir.
onze volksgemeenschap opnieuw
een spaarzaam gebruik van brand
stoffen raadzaam is geworden,
aanstonds de hooikist in eere
hebben hersteld.
Nu zullen wij zeker van de
hooikist niet meer kwaad zeggen
dan haar toekomt.
Ook in de moderne keuken
kan zij, zij het op zeer beperkte
schaal, nog een nuttige rol ver
vullen. Maar toch is haar betee-
kenis veel en veel geringer ge
worden zoodat zij in werkelijkheid
niet de mate van belangstelling
verdient, die haar sinds enkele
maanden wederom te beurt is
gevallen.
Wat is het, dat de hooikist
van haar luister heeft beroofd
De totaal veranderde wijze van
koken, die de hedendaagsche
huisvrouw, geleid door een stre
ven om aan haar gezinsleden een
maximum voedingsrendement ie
verschaffen, in steeds ruimer mate
is gaan toepassen.
Wij koken tegenwoordig veel
korter dan weleer en daarmede
heeft de hooikist voor de berei
ding van een heele reeks van
spijzen eenvoudig uitgediend. In
drie punten kan men het belang
rijkste van de hedendaagsche
kooktechniek samenvatten.
a) Voor de bereiding van
aardappelen, groente of stamppot
heeft men niet meer dan een
half uur van noode. Zelfs het
vroeger zoo geliefde nastoven is
tegenwoordig vervallen. In plaats
daarvan wordt de groente of de
stamppot even vóór het opdienen
vermengd met wat boter of wat
vet, waardoor de geurigheid van
het gerecht verhoogd wordt.
Terwijl deze sterk bekorie be-
reidingsduur geen afbreuk doet
aan de verteerbaarhefd van de
spijzen, komt zij bovendien zeer
ten goede aar. den smaak en de
voedingswaarde.
b) Vroeger tiet men prei en
selderij uren lang in de soep
meekoken. Ook dat doen wij
niet meer. Tegenwoordig geldt
als algemeene gulden regel voor
de soepbereiding, dat de fijnver-
deelde groenten hoogstens 20
minuten voor het opdienen in de
pan worden gedaan. Aldus be
reide soep munt uit door een
frisschen smaak en verdient ook
uit een oogpunt van voedings
waarde de voorkeur.
c) Meer dan voorheen wordt
nu ook gebruik gemaakt van on
gekookte groente als onderdeel
van het middagmaal.
Men kan dit doen door een
voortzetlende, verdwenen achter den
hoek van een sparrenboschje. Het
scheen hun waarschijnlijk dat wij te
talrijk en te goed gewapend waren om
ons aan te vallen zij wilden misschien
ook wachten tot dat de ellende ons
machteloos zou hebben gemaakt. Die
barbaren gingen nu zegepralen zonder
het minste gevaar te toopen en zich
rijk stelen zonder moeite. Alles wat
maar eenige waarde had, namen zij
mede; zij dwongen de arme gekwetsten
hun alles af te staan wat zij bezaten,
tot hun kleeren en lijnwaad toe en
lieten hun slachtoffers dan half naakt
op den sneeuw liggen. Meer dan eens
zag ik zulke ongelukkigen die poogden
ons te volgen, maar dit was onmoge.
lijk, want de koude verstijfde hun lede
maten en zij legden zich eindelijk neer
om te sterven, hetgeen onder dit
moorddadig klimaat niet lang duurde.
Wij konden tot 's middags ongehin
derd voortstappen. De weg dien wij
volgden was deze langs welken de
overblijfselen van het groote leger
waren weggetrokken daaraan viel niet
te twijfelen, alhoewel de sneeuw die
aanhoudend viel het voetspoor onzer
wapenbroeders deed verdwijnen. Hier
zag men de overblijfselen van een
legervuurrondom lagen of zaten een
groot getal lijken die half onder den
sneeuw verdwenen, en wiens zicht ons
deed sidderen ofschoon wij eenigszins
gewoon waren aan dergelijke schouw
spelen
Een weinig verder lag een paard op
den rug, de vier beenen slijl omhoog
gestoken. De romp van het paard ver
dween onder de dikke sneeuwvlaag,
maar de vier poolen staken boven den
sneeuw gelijk de palen welke de graf
makers in den grond slaan om de
plaats aan te duiden waar een gedenk-
teeken moet ingericht of een kruis
moet geplant worden. Overal zagen
wij van hun affuiten geworpen kanonnen,
dan nog lijken van menschen en paar
den, gebroken bagagewagens en over-
ruimer gebruik te maken van als
sla bereide groente, waarin heel
wat verscheidenheid is tebrengen.
Ofwel men voegt terwille van de
vitamines en de smakelijkheid
aan een gekookt gerecht op het
laatste oogenblik wat rauwe fijn
gesneden groente toe. Dit kan
met name worden toegepast bij
bladgroenten (spinazie, andijvie,
raapstelen) en bij stamppot.
Wij laten het bij deze drie
voorbeelden, die zoo duidelijk
aantoonen, dat een goede kook
techniek er op uit is om den
kookduur zoo kort mogelijk te
houden. Gebruik van de hooikist
met als gevolg een verlenging
van den verhittingsduur tot on
geveer het drievoud van den
normalen tijd van bereiding, is
met een rationeele wijze van
koken niet meer te vereenigen.
Wie een hooikist heeft en
daarvan gebruik wil maken voor
spijzen, waarbij dit zonder be
zwaar kan geschieden, beperke
dit gebruik tot peulvruchten en
graanproducten.
Peulvruchten (bruine en witte
boonen, capucijners, groene erw
ten) kunnen veilig gedurende
langen tijd ingepakt blijven de
inwerking van de langdurige
hitte heeft op de vitamines van
peulvruchten weinig invloed.
Graanproducten (gort, rijst,
havermout) kunnen, in water ge
kookt, ook zonder bezwaar in
de hooikist gaar worden ge
maakt.
Men kan de hooikist voor deze
gevallen met evenveel succes en
heel wat goedkooper vervangen
door gebruik te maken van kran
tenpapier.
Voor de rest late men de hooi
kist ongemoeid. Uw verstandige
kookkunst heeft haar immers
overbodig gemaakt. Kook dus
kort en kook met weinig water.
Dit laatste om het verlies van
waardevolle oplosbare bestand-
deelen uit de aardappelen en de
groenten tot een minimum te be
perken.
Ziehier tenslotte eenige voor
schriften, die iedere huisvrouw
in acht dient te nemen
1. Aardappelen en groenten
(de laatste voor zoover het aan
hangende water niet reeds vol
doende nat geeft) steeds opzetten
met niet meer dan een bodempje
water.
2. Beginnen op een groot
vuur in een goed gesloten pan.
3. Zoodra het bodempje water
kookt nog gedurende hoogstens
een half uur de aardappelen of
de groente op de spaarbrander
gaar laten worden.
4. Bij het opdienen desge-
wenscht een kluitje boter of wat
vet toevoegen, maar zoo min
mogelijk roeren of stampen in
het gerecht.
voorkomt^ en ''W geneest'
—PIJNLIJKE VERB RAN DINGS
biijfselen van allen aard.
De goede God alleen weet of ik wel
ooit uit dit sneeuwland zal geraken.
Dit dacht ik bij mij zeiven toen wij aan
een uitgestrekt bosch kwamen.
Het gezicht van die dicht tegen
elkander wassende boomen, wiens tak
ken den sneeuw tegenhielden en ons
een min of meer veilige schuilplaats
beloofden, vervulde ons hart met blijd
schap. Hier toch zouden de Kozakken
ons niet gemakkelijk ontdekken, en op
drooge aarde tegen den snijdenden
wind beschermd, zouden wij eindelijk
eenige rust genieten.
Er werd dus besloten dat wij binnen
het bosch zouden dringen. Met alle
mogelijke omzichtigheid slopen wij
vooruit, ons van tijd tot tijd omkeeren-
de, ten einde ons te verzekeren dat
ons niemand volgde... Neen, niemand
had ons gezien, zelfs niet de arme
vluchtelingen die traagzaam voortsuk
kelden en den grooten weg volgden.
Wij zagen ze gaarne voorbijtrekken,
want wij hadden nog eenige levens
middelen en zij bezaten niets.
Wat maakt het lijden ons toch zelf
zuchtig 1
Nu zitten wij rond een goed vuur.
Mijn nicht en haar kindje hebben de
beste plaats. Eenige onzer gezellen
knorren wel omdat wij alles doen om
het lijden der moBdige vrouw te ver
zachten, maar neef Livinus, de korpo
raal en ik hebben vast besloten ons
niet te laten overrompelen, en. daar
wij goed gewapend zijn, geschiedt altijd
hetgeen wij wenschen. Voor ons zeiven
vragen wij geen voordeelen, maar die
vrouw en dit kindje zuilen beschermd
blijven, al moesten wij op onze gezel
len kappen gelijk op de Kozakken.
Terwijl elkeen zich warmde, dacht ik
aan de beste middelen om ons eenigen
mondvoorraad te verschaffen. Wij waren
een dertig man sterk, allen nog al be
hoorlijk gewapend en niet te slecht
gekleed. Het was echter moeilijk ge
weest vast te stellen tot welke regi-
Wie deze voorschrifien in acht
neemt, kookt voordeelig, smake
lijk en gezond
WE GAAN MET
VACANTIE.
MEER DAN OOIT IS DAT
NOOD1G.
Allen, die leiding geven aan en
belang hebben bjj het herstel der
normale economische verhoudingen,
herhalen den raad, om ook dit jaar
met vacantie te gaan.
Het algemeene economische belang
daarvan is duidelijk. Door den oor
log is er veel kapot gemaakt
opnieuw staan tienduizenden bloot
aan den geesel van werkloosheid en
zakelgke ruïne, wanneer ons volk
zich niet ontrukt aan de oorlogs-
depressie en haar gewoonten van
ontspanning niet hervat.
Er is een zekere tegenzin waar
te nemen tegen de vacantie-ldee.
Dat blijkt ook uit bepaalde com
mentaren uit de pers.
Sommige bladen nemen de aan
sporingen ten behoeve van vacantle-
tochten op, maar laten ze volgen
door vele klagelijke maar's. 't Is
goed praten, zoo zeggen ze, maar 't
hoofd van een mensch staat niet
naar zoo iets; de verkeersverbindin
gen zijn moeilijk; de treinen en bus
sen overvol en... men verlaat thans
niet graag zijn huis.
Men vreest het door een of ander
bombardement vernield terug te vin
den en waar men denkt heen te
gaan, daar is het ook niet veilig.
Wat dat laatste argument betref t:
becijfert men de risico's, dan zijn
deze uiterst gering. Enkel reeds het
autoverkeer vordert jaarlijks meer
aan doodeD dan er de vijf oor
logsdagen ongerekend door bom
bardementen uit de lucht in dezen
tijd, helaas, te betreuren zijn.
Zag men er daarom voorheen
tegenop om in een auto te stappen?
Het leven brengt in al zijn uitings
vormen risico's met zich mee ten
aanzien van den dood. Zeer zeker
behoeft niemand zich te beklagen,
als hij, teruggekeerd vaneen vacan-
tle-uitstapje, zijn huis in puin vindt,
hg heeft dan integendeel reden tot
verheugenis over de toevallige om
standigheid, dat hij elders vertoefde
toen het ongeluk zijn dak trof
Vacanties, zoo zegt de pessimist,
ontbinden tijdelijk het gezinsverband
en in de ure des gevaars hoort men
bij elkaar te zijn.
Gingen vader en moeder vroeger
dan -~ok geregeld met de kinderen
mee, wanneer die gingen zwemmen
of sportieve tochten ondernemen
Het gevaar, dat ze daarmee beliepen
de kinderen was percentsge
wijze zeker niet geringer, dan het
bommengevaar van heden.
De werkelijke reden van den tegen
zin is een andere dan die, welke
men opgeeft; ze is de onrust.
Men laat zich gaan en drijven op
de ontgoocheling van den geest,
door de Internationale gebeurtenis
sen gewekt. Velen hebben met hun
moed en vertrouwen op de toekomst
hun energie verloren; zij maken zich
en hun kinderen tot slachtoffers van
hun willoosheid.]
In werkelijkheid hebben zij en de
hunnen méér dan ooit tevoren een
vacantie noodig, d.i. een gelegenheid
om zich te ontspannen en zich daar
na frisch, vaardig en energiek te
hervinden in de veranderde en zich
hervormende maatschappij.
Daartoe moeten we voor eenige
dagen of weken ons losmaken van
de gedachten, welke sedert den fa
talen lOen Mei zijn geconcentreerd
op oorlog, bommen en andere narig
heid; we moeten niet blijven turen
op misrekeningen, welke we hebben
gemaakt, maar deze verscheuren en
menten wij behoorden Om slechts van
mij zelf te spreken, ik droeg een muts
gelijk de grenadieren, eene kurassiers-
broek en mijn jas van sergeant welke
ik tegen geen tuniek met gouden
schoud rplaten hadde verwisseld. Ik
had nog altijd mijn geweer, maar in
plaats van mijn sabel droeg ik een
officiersdegen, die ik onderweg had
gevonden
Mijn gezellen waren even zoo zon
derling gekleed als ik zelf. Men dekte
zich zoo goed mogelijk zonder te vragen
van waar de kleeren kwamen. Meer
dan eens heb ik soldaten ontmoet die
rokken droegen uit de verlaten wagens
der marketensters weggehaald.
Niemand van ons die niet wenschte
en hoopte het leger in te halen. Om
daarin te slagen moesten wij onze
krachten behouden en daartoe waren
er levensmiddelen noodigik bemerkte
dat meer toen een mijner gezellen zijn
laatste stuk beschuit uit den ransel
trok en het was hoog tijd om op buit
uit te gaan.
Ik sprak daar met mijn makkers over,
die allen van hetzelfde gevoelen waren,
dat dit zoo gauw mogelijk moest ge
schieden. Er werd besloten dat een
tiental mannen de omstreken zouden
onderzoeken, terwijl de anderen het
vuur moesten onderhouden en het
kleine kamp bewaken. Ik werd aange
steld om het bevel te voeren over de
kleine vrijbuitersbende.
Mijn nicht en haar man bleven bij
het vuurik omhelsde ze hartelijk en
kuste herhaalde malen de kleine Maria
en nam afscheid van hen met een be
droefd gemoedniemand kon immers
verzekeren dat wij elkaar nog zouden
wederzien.
Een oude ruiter, r'ie het best van ons
allen zijn kleeren en wapens had be
waard, trok. met ons mede al was hij
niet door het lot aangeduid. Hij stapte
aan mijn zijde, kalm en stijf alsof hij
zich op de wachtparade had gewaand.
De kleine korporaal ging vooruit; zijn
een nieuwe som opzetten naar de
gegevens van een nieuwen tfld.
En wat die verkeersbezwaren be
treft... Die zijn op zich zelf ook eens
iets anders, dan we vóór den lOen
Mei gewoon waren. Aanvaard die
moeilijkheden met begrip en zin tot
Inschikkelijkheid. De rust in het ge
kozen vacantieverbljjf zal naar ver
dubbelde waarde worden genoten,
wanneer ze inspanning en offers
heeft gekost.
In dit verband zouden we zelfs
willen radenals het mogelijk is,
tracht dan de verkeersmoeilijkheden
op een eigen, sportieve manier te
overwinnen.
Pak de fiets, wandel, marcheer en
zing daarbijDoor ontwenning weet
ge het niet meer, hoe prettig zoo'n
tocht is, met huisgenooten onder
elkaar en met vrienden en vriendin
nen erbij. Bivakkeer onderweg eens
bjj vrienden of familieleden of over
nacht In een klein landelijk hotel.
Vacantie vereischt noch luxe, noch
comfort, noch een ruime beurs. In
tegendeel, het ideëele doel van een
vacantie wordt het meest gediend
door soberte, door een levenswijze,
welke van de dageljjksche geheel
verschilt, ons terugvoert tot het
vertrouwen op eigen primitieve
kracht en vermogen, waarbij we ons
laten begiftigen door de rijkdommen
van cU natuur.
Zoo'n vacantie hebben we allen
noodig en niemand mist er de mid
delen voor. Vacantie nemen wil niet
zeggen, dat we zoover moeten weg
trekken als we komen kunnen.
Vacantie kunnen we ook kort bij
huis genieten, zelfs ln en om het
eigen huis. 't Gaat er maar over,
dat we eens anders doen dan gewoon
en over niets praten, wat ons dage
lijks pleegt te beroeren. Ga eens
visschen met de jongens, organiseer
op een mooien middag een plcnic-
partjj achter ln den tuin, maak een
paar flinke wandelingen langs echte
rustieke buitenwegen, volg het karre-
spoor van een boerenwagen en ont
dek de vogels en de interessante
planten, welker bestaan ge zelf niet
eens kendetga baden, zwemmen,
kano-varenkoop een ijsco aan het
karretje op de wegkruising, hon
derd manieren kunt ge bedenken,
waarop een echte gezonde vacantie
is te genieten zonder dat ze veel
geld kost.
Maar voor zoover ge van het
laatste nóg te missen hebtlaat het
in deze dagen eens rollen, opdat ge
aan de zwaartst getroffenen de
vreugde zult helpen verschaffen van
een eerlijk bestaan.
DE TRAGEDIE VAN DRIE
PAARDEN.
Een interessante geschiedenis.
J. van Doveren schrijft in de N.R.C.:
Bladeren we in het Interessante
en hoogst merkwaardige „Artisten-
lexikon" (uitgaaf 1891) van H. W.
Otto, den bekenden circuschroniqueur,
dan vinden we op pagina 76 onder
de artistennamen, die met een S.
beginnen: „SwindereD, baron Réné
de Marees van, dr. Jur. Schoolrijder,
geboren in Januari 1857 te Gronin
gen, als zoon van een advocaat, stu
deerde daar^rechten, reed hoogeschool
bjj Bourbonnel, Marianni en Pieran-
toni en stierf in 1889 in Alais (Frank
rijk aan tuberculose. Zijn door Alfred
d'Erry gedresseerde 3 Arabische
hengsten uit de stoeterij van Baron
von Maas In Rachny werden op zijn
verlangen doodgeschoton na zjj.n over
lijden".
Daaronder vinden we dan: „Swin-
deren-Janssen, Baronesse Anny de
wond was bijna genezen en hij was
zoo moedig als den moedigsten van
ons allen.
Na een uur lang stilzwijgend voort-
gereisd te hebben, kwamen wij aan
een kleine vlakte waar ons een aange
naam schouwspel wachtte. Wij zagen
een nette met stroo bedekte hofstede
in 't midden van een grooten moeshof.
Uit de schouw steeg een groote rook
wolk in de hoogte en het blijde ge-
kraai van een haan trof onze ooren.
Ik deed mijn mannen stilstaan. Wij
mochten niet samen naar de hoeve
trekken, waar men in ons niets anders
zou zien dan onmeedoogende vijanden.
De korporaal en twee soldaten, onder
de jongste uitgekozen, legden de
wapens neer en stapte alleen vooruit.
Wij strekten ons neer in de sneeuw
en er werd afgesproken, dat onze
makkers ons zouden roepen, zoodra
het ons zou toegelaten zijn binnen de
waning te dringen. Was er integendeel
gevaar, dan zouden de vooruitgezonden
vrienden ons verwittigen en wij moesten
een aanval wagen.
Wat er ook mocht voorvallen, wij
hadden levensmiddelen noodig en, met
goedheid of met geweld, de vijand zou
ze ons verschaffen.
Tien minuten, die ons verschrikkelijk
lang schenen, waren vervlogen en nog
werden wij niets gewaar. De schouw
bleef rooken, de haan kraaide immer
voort, maar onze vrienden gaven geen
teeken van leven. Een doodsche stilte
heerschte rondom ons en nog vervlo
gen een tiental minuten.
Ik begon te vreezen dat er een
ongeluk was voorgevallen en richtte
stillekens het hoofd op. Geen mensch
was rond de hofstede te zien.
De oude soldaat riep mij stillekens.
Mij dunkt, zegde hij. dat onze
mannen veel te lang wegblijven.
Inderdaad...
Zouden zij niet vermoord of ge
vangen genomen zijn?
Ik begin het te vreezen.
Marees van, Hoogeschoolrfldster, ge
boren op 24 September 1863 te Goes".
Het spreekt vanzelf, dat de nieuws
gierigheid na lezing van bovenstaan
de gegevens werd opgewekt en na
een nauwkeurig onderzoek in oude
papieren zjjn wij In staat de Interes
sante geschiedenis te vertellen van
het circusleven van Baron Réné de
van Swlnderen en van zijn echtge-
noote Anny Janssen uit Goes.
Vroeger, ln den klassieken tijd van
het circus, was het contact tusschen
het circus en den adel intensiever
dan thans, ook in Nederland. Een
der Interessantste figuren is boven
genoemde baronesse, die na het over
lijden van haar eersten man, den
baron, in 1891 in het huwelijk trad
met den bekenden circuschronlque
Sigzor Salterlno, die eigenlek Her
man Waldemar Otto heette en die
behalve de auteur van vele circus
romans en novellen, vele jaren de
verantwoordelijke redacteur was van
het tijdschrift „Der Artist." dat elke
week bij Llnz te Dusseldorp ver
scheen.
Dit tweede huwelijk vond plaats
ln 's-Heer-Abtskerke, waar we uit
den burgerlijken stand kunnen ver
nemen, dat Anna Pleternella, Ba
ronesse de Marees van Swinderen-
Janssen, uit het huls Alvarez, met
genoemden heer in het huwelijk trad.
Uit dit huwelijk werd het dochtertje
Margaretha Alvarez op 18 November
1892 geboren.
Juffrouw Anny Janssen behoorde
tot een oude Zeeuwsche patriciërs
familie, die een goede opvoeding had
genoten, waarbij ook vooral de paar
densport een rol had gespeeld. Zij
was een zeer goed rijdster, nam elke
hindernis, zooals we in Signor Do
mino's „Wandernde Künstler" (S.
Fischer Verlag, Berlijn 1991) lezen
en hield meer van paarden en hon
den dan van sieraden.
Bij wedstrijden ln het kunstschle-
ten voor dames behaalde zij herhaal
delijk de eerste prijzen. Op een dezer
tournooien aldus verder Signor
Domino maakte ze kennis met
den jeugdigen, rijken baron Réné de
Marees van Swlnderen, die een groot
landgoed bezat.
Ook deze was een hartstochtelijk
paardenliefhebber en sportsman: ren
nen en dergelijke kostbare bezigheden
namen al zjjn tijd in beslag, zoodat
hij weinig oog op zijn bezittingen
kon houden. Zjjn leven kostte veel
geld, wat tot gevolg had, dat hij,
nog eenige ongelukkige speculatiss
de maat hadden doen overloopen,
zijn goed verloor en arm was gewor
den, daar zijn vertoornde vader hem
niet meer op de been wilde helpen.
De zoon besloot, zich dan alleen
door het leven te slaan. Eigenlijk
was höt neit vreemd, dat de jonge
baron ertoe kwam van zijn gaven
als paardrijder gebruik te maken,
zich op het hoogeschoolrijden te
gaan toeleggen en in het romantische
circusleven een onderkomen te zoeken
Met het laatste geld, dat hem nog
restte, samengevoegd met de op
brengst van de sieraden van juffrouw
AnDy, kocht hij door tusschenkomst
van Signor Salterino, die reeds
langen tijd vriend met hem was, drie
prachtige schoolpaarden uit de
stoeterij van Baron von Maasz op
Derebeczin bij Rachny in Zuid-Rus
land, die gedresseerd waren door
den vermaarden dresseur Alfred
d'Erry, rijmeester van Keizerin
Eugenie. Hij nam lessen van een
bekenden schoolrijder en vond met
zijn prachtig paardenmaterlaal een
engagement bij het Italiaansche
circus Marianl onder den artisten-
naam „Monsieur Réné". Mejuffrouw
Anny,. die intusschen zijn echtgenoote
was geworden, reisde met hem mede
ln zijn nieuwe loopbaanook zij had
nog vele lessen in het schoolrijden
genomen, maar zou niet in het
openbaar optreden.
Maar het zou anders uitkomen.
Monsieur Réné had veel succes met
zijn nummer. Hij had echter zeer
zwakke longen en na een half jaar
Wij kunnen hier loch den heelen
dag niet blijven...
Dit is ook mijn meening. Wij
zullen nog tien minuten wachten, en
dan zullen wij onze makkers gaan op
zoeken.
En ze wreken... bromde hij.
Hij sprak nog, toen de korporaal
kwam aangeloopen.
Twee Russen, met bijlen gewapend
en een vrouw die huilde en tierde ah
een bezetene, volgden hem van nabij.
Blijf stil 1 gebood ik laat ze toj
in onze nabijheid komen en dan voor
uit met sabel en bajonet, doch geen
enkel schot lossen!
Onze vriend liep zoo hard hij kon,
ons met de oogen zoekende.
Eenige stappen nog en de Russen
gingen hem vermoorden, maar nu
sprongen wij recht, kapten en kerfden
en in enkele oogenklikken lagen de
twee vijanden zieltogend in de sneeuw
die zij met hun bloed kleurden. Alleen
de vrouw werd gespaard, doch stevig
gebonden en door dreigende teekens
gewaarschuwd dat een enkele nood
kreet haar het leven zou kosten. Dan
begaven wij ons allen tegelijk naar de
hofstede
Al gaande vertelde ons de korporaal
dat hij met zijn makkers in de keuken
der hoeve was gegaan, waar de oude
vrouw het middagmaal bereidde.
Eerst was deze verschrikt toen zij
de drie vreemdelingen 2ag, die de
samengevouwde handen naar haar uit
staken. Dan toonde zij hun een houten
bank en gaf hun een teeken dat zij
zich zouden neerzetten. Onze vrienden
waren uiterst verheugd over dit ont
haal en zij rekenden op een milde hulp,
toen eensklaps de deur geopend werd.
Wordt vervolgd.