Si. Oda-medailles
opgebracht, wanneer er de noodige
actie voor gevoerd wordt. Wij geven
voor alles, wij geven ontzaglijk veel.
Denken wij dan ook eens aan dezen
grooten, schoonen vorm van gebed,
van offer. Een offer tevens voor de
stoffelijke nooden van onze Gods
dienaren.
Deze wijze zal den Hemel een
groot, heilig geweld aandoen, zal
ons den toorn Gods helpen afwen
den, zal voor de arme, geteisterde
wereld van God weer den vrede ver
werven, den vrede ongetwijfeld zoo
als God dien ziet, n.l. een recht
vaardigen vrede.
Wie of welke vereenlging neemt
hier het initiatief
EEN KATHOLIEK.
Ingekomen en vertrokken
personen.
Van 7 tot 24 Juni
VERTROKKEN:
G. Houben Wed. Holtackers, zb.,
naar Kessel (L.)
J. M. Jans, verpleger, naar Reek
W. M. Geurtjens, verpleger, naar
Vlerllngsbeek Soetendaal 107
J. van Helden, verpleger, naar Vier-
lingebeek A 78
C. M. E. Bruns, zonder beroep, naar
Herwen en Aerdt C 72
W. J. M. Lampe, zonder beroep,
naar Renkum Utr. straatweg 33
M. A. E. Veldhuijse, zonder ber.,
naar Bussum Jacob Obrechtstr. 7
L. A. Lasance, zonder beroep, naar
Vessem Heike
Th. M. T. ten Doeschate, naar
Zwolle BloemeDdalstraat 5
C, P. J. Leeuwenberg, naar Am
sterdam Gerard Terborgstraat
J. H. G. Duijkers en gezin, land
bouwer, naar Maashees B 21
G. A. Janssen, landbouwer. Daar
Maashees B 21
J. G. de Mulder, landbouwer, naar
Maashees B 21
J. van Manen, verpleegster, naar
Arnhem, Plattenb. weg 65
m, Smeets, idem naar Maasbree,
Baarl. weg 112
M. Essink, zb. naar NijmegeD,
Berg en Dalsche weg 247
H. Ponjee, landbouwer, naar Ber
gen D 97
G. Berbers, dienstbode, naar Roer
mond, Stationsplein 17a
J. Kemperman, opzichter, naar
Meppel, Soembastr. 36
L. Frenken, z.b. naar Echt, Prins
Hendrikstraat 4
P. SDijders, z.b. naar Eindhoven,
Boschdftk 133
H. Rutten, bakker, naar Swolgen
C 76
Maastricht na dc capitulatie.
De oorlog heeft voor Maastricht
het gevolg gehad, dat het aantal
werkloozen sinds 10 Mei in minder
dan een week van rond 3000 tot on
geveer 5100 is gestegen, aldus lezen
wij in de Limburger Koerier. Het
blad schrijft vervolgens, dat deze
vermeerdering van het aantal werk
loozen voor een deel te wijten is
aan verschijnselen van voorbijgaan-
den aard2 b.v. de belemmering van
transportmogelijkheden. Anderzijds
zijn er echter factoren, die dreigen
de werkloosheid van een groot aantal
arbeiders over een langeren tijd vast
te leggen.
De aardewerk- en glasfabrieken
werken thans slechts een aantal uren
per week.
De papierindustrie begint zich
eenigermate te herstellen van de on
zekerheid van bedrijfsmogelijkheid,
al zijn ook hier de moeilijkheden van
productie en afzet opgestapeld.
Voor de mijnwerkers, de tabaks
bewerkers en de bouwvakarbeiders
staat de toestand er gunstiger voor,
omdat de mijnen.de tabaksfabrieken
en de woningbouw nu weer geregeld
kunnen doorwerken.
De stedelijke overheid heeft met
voortvarendheid plannen ontworpen
om de werkloosheid te bestrijden
door het aanpakken van werken in
het algemeen belang. De tijden zijn
ingrijpend gewijzigd, maar de om
standigheden zijn toch nog niet zóo
geworden, dat de plannen van Maas
tricht direct kunnen worden uitge
voerd.
De betreffende instanties zijn er
van overtuigd, dat de bouw van het
nieuwe ziekenhuis onverwijld en
krachtdadig moet worden voortgezet,
maar de goedkeuring uit Den Haag
om dit bouwwerk te mogen voort
zetten, is nu eenmaal vereischt.
Ook vérstrekkende plaDnen tot
woningbouw worden in snel tempo
doorgezet en aan Den Haag voor
gelegd.
Voor Maastricht is een afdoende
oplossing van het werkloosheids
vraagstuk een zaak van vitaal be
lang.
Marktberichten.
VENLO. Op de Coöp. Veiling ver
eeniging van Maandag was de aan
voer 2.898.000 eieren
Kippeneieren van f 3.00 tot f 4.
Kleine eieren van f 0 00 tot f 0.00
Eendeneieren van f 2.75 tot f 3.75
ROERMOND. Op de Coöp. Veiling-
vereeniging van Maandag was de
aanvoer 7.250.000 eieren.
Kippeneieren van f 3.20 tot f 3.50
Eendeneieren van f 0.tot f 0.
in zilver en verzilverd, bij
H. CAMPS, Horlogerie
Grootestraat.
OFFICIEELE NOTULEN van de
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente Venray.
Gehouden op Vrijdag 5 April 1940, n.m. 7 uur.
VOORZITTER: de Heer Mr. A. H. M. JANSSEN, Burgemeester.
SECRETARISde Heer A. F. M. VAN HAAREN.
Afwezigde Heeren van Djjck en Nelissen, beiden met kennisgeving.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en gaat vervolgens
over tot het trekken van een nummer. Getrokken wordt Nr. 13, zoodat
Nr. 13 der presentielijst i.e. de Heer van Haren, in deze vergadering bij
eventueele stemmingen het eerst zjjn stem moet uitbrengen.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 1 der agenda
„Notulen der openbare vergadering van 16 Februari 1940 en die der
besloten vergadering van denzelfden dag". Zonder hoofdelijke stemming
besluit de Raad deze notulen ongewijzigd vast te stellen.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 2 der agenda:
Ingekomen stukken:
a. Dankbetuiging voor verleend subsidie fanfare St. Catharina, Leunen;
b. schrjjven van Ged. Staten betreffende ontvangst der door den
Gemeenteraad In zijne vergadering van 16 Februari j.l. vastgestelde
verordening tot wijziging der algemeene politieverordening;
c. besluit van Ged. Staten tot goedkeuring raadsbesluit dd. 16 Februari
j.l. betreffende verhuring woning Kruisstraat 7;
d. idem betreffende wijziging raadsbesluit van 12 Nov. 1937, Nr. 193/27,
strekkende tot verkoop van een perceel grond aan H. Gooren te Venray.
i. idem betreffende wijziging voorwaarden verbonden aan den ver
koop aan M. A. Geerets te Ysselsteyn van het perceel ontglnningsgrond
Sectie H Nr. 1945, groot 7 95 H.A.
f. idem betreffende wijziging begrooting 1939.
g. schrijven Ged. Staten van Limburg betreffende vaststelling ge
meenterekening over 1937;
h. idem betreffende goedkeuring gemeentebegrooting en begrooting
van het gemeentelijk gasbedrijf, beide voor het dienstjaar 1940.
i. mededeellng van Z Ex. den Heer Minister van Sociale Zaken, dat
het tarief van steunregeling der achtste klasse en de daarbij geldende
regeliDg betreffende de verstrekking eener overgangstoelage (bij huis
huren boven f 2.voortaan voor alle werkloozen alhier kan worden
toegepast.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten deze stukken voor kennis
geving aan te nemen.
Vervolgens deelt de VOORZITTER mede, dat is ingekomen een ver
zoek van de K.J.V. om toekenning eener subsidie.
Burgemeester en Wethouders stellen voor, het verzoek van de KJ.V.
om subsidie aan te houden tot de behandeling van de gemeente
begrooting 1941 en dan te overwegen, of de financieele toestand der
gemeente deze nieuwe subsldieering toelaat.
De Heer PIJLS zou voor dit jaar toch nog een kleine subsidie toe
kennen, gezien de groote kosten, die dit gebouw voor de KJ.V. mee
brengt.
De Heer GUELEN is van oordeel, dat toekenning eener subsidie toch
wel alleszins gemotiveerd Is, daar de gemeente toch ook soms van het
gebouw gebruik maakt, en mede met het oog op het sociale doel der
vereenlging.
De Heer MILLEN zegt zich geheel met de beide vorige sprekers te
kunnen vereenigen.
De VOORZITTER wijst er op, dat Burgemeester en Wethouders de
K.J.V. ook een heel sympathieke vereenlging vinden. Dergelijke vereeni-
glngen bestaan echter ook op verschillende kerkdorpen dezer gemeente
en als men alle sociale vereenlglngen wil gaan subsidieeren zal dit een
groote uitgave worden voor de gemeente. Burgemeester en Wethouders
hebben, voornamelijk om geen precedent te scheppen, voorgesteld om
dit verzoek aan te houden, al zal de financieele toestand van dergelijke
vereenlglngen in de tegenwoordige tijdsomstandigheden wel nergens
rooskleurig zijn. Bij de behandeling van de begrootiDg voor 1941 kan
nu echter eens overwogen worden, om, zooals dat ook in andere gemeen
ten wel gebeurt, een subsidiepost uit te trekken voor het jeugdwerk in
het algemeen, terwijl de verdeeling daarvan dan kan worden overgelaten
aan de kerkelijke overheid.
De Heer VAN BOVEN zegt, zich goed met het voorstel van Burge
meester en Wethouders te kunnen vereenigen. Als er veel van derge
lijke verzoeken komen, wordt dat brj elkaar toch al weer gauw een
aardig bedrag.
De Heer GUELEN zegt het motief van B. en W. wel aan te voelen,
doch meent toch achter het verzoek van den Directeur van de K J.V.
te moeten staan, temeer waar toch ook in aanmerking mag worden
genomen, dat de Gemeente van het gebouw der K J.V. wel eens gebruik
maakt.
De Heer OUDENHOVEN zegt, zich met het voorstel van B. en W.
wel te kunnen vereenigen. Spreker voelt echter veel voor het mooie
werk der KJ.V. en zou daarom, ondanks dat misschien een klein pre
cedence zou worden geschept, het K.J.V.-huis ook wel eens voor ge
meente-doeleinden wordt gebruikt, toch een klein bedragje toekennen.
De Heer MILLEN wijst er nog op, dat de Gemeente van de lokalen
gebruik gemaakt heeft bij het bezoek van Minister Romme en meent,
dat de Gemeente In de tegenwoordige omstandigheden, nu het Patronaat
practisch geheel door militairen in beslag genomen is, nog wel vaker
van dat gebouw gebruik zal maken, daar zij practisch daarop nu is
aangewezen.
De Heer STEEGHS voelt er ook wel voor, om die vereenlging een
subsidie toe te kennen. De jeugdvereenigingen van de gehuchten zullen,
naar Sprekers meening, nog wel niet zoo direct om subsidie aankloppen.
De afd. Castenray bijv. staat er financieel goed voor en ook de afd
Merselo zal zich zelf wel kunnen bedruipen. Op de overige kerkdorpen
zijn zoodanige vereenigingen nog niet opgericht. Dat de moeilijkheden
voor dergelijke vereenlglngen in Venray-dorp groot zijn, kan Spreker
zich goed voorstellen.
De Heer REINTJES verklaart zich accoord met het voorstel van B.
en W. en meent, dat, als men meent de vereeniging te moeten steunen,
de aangewezen weg is daarom een vergoeding toe te kennen voor be
wezen diensten.
De Heer VAN HAREN vindt het Idee van den Heer Reintjes zeer
juist en stelt dan voor om een vergoeding toe te kennen van f 50.
Dit voorstel wordt gesteund door de Heeren Guelen, Mlllen en Pijls.
De VOORZITTER wijst er nog op, dat de vereenlging er een eer in
moest stellen, dat de ontvangst van Minister Romme in haar lokaal
heeft plaats gehad. Om daarvoor nu eene vergoeding te gaan toeken
nen van f 50.lijkt Spreker toch wel erg hoog en hij ontraadt dit dan
ook; tot welke consequenties zou dit l6iden De doelstelling van derge
lijke vereenigingen is trouwens ook het bewijzen van diensten en als
daarvan dan eens een enkele maal gebruik gemaakt wordt, behoeft
daarvoor geen vergoeding, althans geen hooge vergoeding toegekend te
worden.
De Heer ARTS zou f 25.— vergoeding geven.
De Heer VAN HAREN zegt, wel niet precies te weten, hoeveel maal
van die lokalen is gebruik gemaakt, maar hij veronderstelt, dat dit in
de toekomst ook nog wel vaker zal geschieden.
De Heer VAN BOVEN zegt daar niet eerder aan gedacht te hebben,
maar zooals de Heer Reintjes heeft voorgesteld, is nog niet zoo slecht,
Daar de Gemeente zelf echter ook met financieele moeilijkheden moet
kampen, lijkt Spreker een vergoeding van f 50.veel te hoog, doch met
het voorstel van den Heer Arts, om f 25.te geven, kan hij zich goed
vereenigen.
De Heer MILLEN zou, zooals de Heer van Haren heeft voorgesteld,
f 50.vergoeding geven, maar onder voorwaarde, dat de Gemeente ook
in 1940 van de zaai gebruik kan maken.
De Heer Wethouder PUBBEN merkt op, dat de Burgemeester het
voorstel van B. en W. zeer juist heeft verdedigd. Het is inderdaad
jammer, dat dit verzoek niet gedaan is vóór de behandeling der Gemeen
tebegrooting voor 1940. Ongetwijfeld zouden allen sympathiek er tegen
over gestaan hebben en zou al het mogelijke zijn gedaan om in deze
een bevredigende oplossing te krijgen. Naar Sprekers meening zullen
echter, als er eenmaal subsidie is toegekend, nog verschillende andere
vereenigingen komen aankloppen en zal Castenray ook niet achterblij
ven. B. en W. hadden daarom liever eerst de zaak in haar geheel eens
bezien.
Als verststrekkend voorstel brengt de VOORZITTER hierna het voor
stel vdn den Heer van Haren, om eene subsidie van f 50.toe te ken
nen, ln stemming.
Dit voorstel wordt hierna met 8 tegen 5 stemmen aangenomen. Vóór
stemden de Heeren van Haren, Claessens, Guelen, Millen, Reintjes,
Steeghs, Pijls en Odenhoven. Tegen stemden de Heeren Janssen, Camps,
Arts, Pubben en van Boven.
k. Het laatste ingekomen stuk „Verslag van den Vleeschkeurings-
dlenst over 1939" wordt hierna zonder hoofdelijke stemming voor ken
nisgeving aangenomen.
In verband met dit ingekomen stuk Informeert de Heer CLAESSENS
nog even hoe het staat met den ophaaldienst van de cadavers.
De VOORZITTER antwoordt, dat zoo spoedig mogelijk een aanbeste
ding gehouden zal worden, waarna hij dan onmiddellijk in werking zal
treden.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 3 der agenda: „Voor
stel van Burgemeester en Wethouders om den leider van den distri
butiekring kantoor Venray (den Heer J. B. A. Schaepman) aan te
wijzen voor het als zoodanig innen van ontvangsten en doen van uit
gaven voor en uit de gemeentekas, den distributiedienst betreffende",
Artt. 120 en 121 der Gemeentewet schrijven voor, dat de gemeente
ontvanger belast is met de invordering van alle Inkomsten en ontvang
sten der gemeente en dat door hem geschieden alle betaliDgen uit de
gemeentekas. Deze regel lijdt volgens art. 122 derzelfde wet uitzondering,
voorzoover de Raad onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, ter
zake van met name aangewezen inkomsten, ontvangsten en betalingen
andere regelen stelt. De bedoeling van B. en W. Is nu, dat dit laatste
zal geschieden ten aanzien van den dlstributedienst, die ook overigens
vrijwel geheel buiten de secretarie en de administratie der Gemeente
in strikten zin omgaat. In de gemeentebegrooting en -rekening komen
enkel de totalen der ontvangsten en uitgaven. De controle op het gelde
lijk beheer van den distributiedienst worde uitgeoefend door hetzelfde
bureau, dat de controle heeft op de administratie van den Gemeente
ontvanger, n.l. het Verificatiebureau der Vereenlging van Nederlandsche
gemeenten.
Waar het hier geheel afzonderlijk beheerde en afzonderlijk geadmini
streerde gelden betreft voor een geheel op zich zelf staanden dienst,
komt het gewenscht voor, ook de feitelijke ontvangsten en betalingen
aan de bemoeïng van den Gemeente-Ontvanger te onttrekken en ook
deze over te lateD aan den leider van den dienst, cjp wlen ook de ver
antwoordelijkheid voor de administratie en in beginsel ook die voor het
geheele beheer rust.
De Heer VAN HAREN vraagt, of hier ook gedacht is aan de ver
zekering, zooals die ook voor den Gemeente-ontvanger Is aangegaan.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze geldt voor alle ambtenaren,
die gemeentegelden onder zich hebben.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna overeenkomstig
bet voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 4 der agenda:
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling eener
nieuwe verordening, regelende de rangen, het aantal, de samenstelling,
de eischen van benoembaarheid en de bezoldiging van de ambtenaren
der Gemeente-politie te Venray."
De bestaande verordening terzake la van 23 ApriJ 1935 en Is slechts
tot 3 Mei 1940 door de Kroon goedgekeurd, zoodat zij moet worden
verlengd. Van de gelegenheid is nu gebruik gemaakt om naast eenige
technische wijzigingen en aanvullingen ook eene verbetering te brengen
in den kinderbijslag en in de dienstjarenregeling, welke thans met dien
van de Rijksambtenaren en de politie-ambtenaren in de meeste andere
gemeenten is in overeenstemming gebracht. Verder zijn de tot nu toe
ook voor de politie in het algemeen Ambtenarenreglement opgenomen
bepalingen, betreffende verhindering wegens ziekte of ongeval, overge
bracht naar deze verordeDiDg, terwijl ook de regeling omtrent eventueel
wachtgeld thans geheel in de verordening is uitgewerkt. Voor een
goede overzichtelijkheid wordt het beter geacht, de verordening in haar
geheel opnieuw vast te stellen.
De Heer PIJLS zou deze gelegenheid willen aangrijpen om wijzigiDg
te brengen in het aantal agenten. Naar Sprekers meening is in een
gemeente van ongeveer 15000 inwoDers een politiekorps bestaande uit
een hoofdagent en 3 agenten te klein. Eén agent moest er toch mins
tens bij komen, of de gemeente moest aan de agenten een motor ter
beschikking stellen, opdat zij zich sneller kunnen verplaatsen. Bij brand
en dergelijke gelegenheden duurt het gewoonlijk te lang voor er politie
aanwezig is.
De Heer VAN HAREN verklaart ook voor uitbreiding van het aantal
agenten te zijn, want practisch beschikt de gemeente toch slechts over
drie agenten, daar de vierde meestal belast is met bode-diensten, innen
markt geld enz.
Verder zou Spreker gaarne zien, dat bij de berekening van het aantal
dleostjaren niet enkel medetelt het aantal dienstjaren ,;na" het inwer
king treden dezer verordening elders doorgebracht, doch het aantal
dienstjaren „bij" het inwerking treden doorgebracht zou worden mede-
gerekend, Spreker meent, dat het toch billijk Is, dat ook Je ambtenaren,
die thans in functie zijn, daarvan mede kunnen profiteeren.
Voorts zag Spreker gaarne, dat den datum van inwerkingtreding in
plaats van op 1 Januari 1940 bepaald werd op 1 Januari 1939.
De Heer ODENHOVEN zegt, dat hij lijnrecht tegenover het voorstel
tot uitbreiding van het politiekorps staat en meent, dat daarmede ge
wacht moet worden tot het wettelijk wordt opgedrongen
Verder vindt Spreker, dat het heel redelijk is om de verordening te
maken met terugwerkende kracht tot 1 Januari 1940, maar om deze
datum te bepalen op 1 Januari 1939 vindt Spreker niet noodig.
De Heer MILLEN verklaart zich volkomen met het voorstel vatTden
Heer van Haren te kunnen vereenigen. In 1939 is reeds meermalen over
wijziging van het onderhavige reglement gesproken, en is door Burge
meester en Wethouders aan het lid Pijls ook toegezegd, dat het altijd
met terugwerkende kracht gemaakt kan worden.
De Heer PIJLS steunt eveneens het voorstel van Haren.
De VOORZITTER zet hierna uiteen, dat uitbreiding van het aantal
politieagenten niet zoo eenvoudig is. Hierover moet overleg gepleegd
worden met den Heer Commissaris der Koningin, ook moet de finan
cieele toestand der gemeente bij dergelijke voorstellen niet uit het oog
worden verloren. Behalve de gemeente politie werkt in deze gemeente
ook nog het wapen der Koninklijke Maréchaussee, waarvan veel steun
wordt ondervonden. In deze gemeente met haar rustige bevolking heeft
de afwikkeling van de politiezaken toch altijd nog een vlot verloop ge
had. Zou de Raad echter persé uitbreiding wenschen, dat zou Spreker
er toch voor zijn om dit aan te houden tot de behandeling van de
volgende begrooting. Wat het beschikbaar stellen van een motor betreft,
bij ektra groote drukte zooals met kermis of carnaval, heeft de politie
steeds de beschikking over een huurauto, doch overigens hebben we
gelukkig een rustige gemeente en daarbij een fllnken steun aan de
Marechaussée. Indien er eens Iets gebeurd waarbij snelle verplaatsing
noodig is, dan kan altijd een auto of motorrijwiel gehuurd worden.
Voorts merkt Spreker op, dat het ontwerp der verordening reeds is
ingezonden aan den Politiebond St. Michael en dat deze er zich mede
heeft vereenigd. Wanneer met het bepalen van den datum van inwer
kingtreding al te ver wordt teruggegaan vreest Spreker ook, dat dit
niet goedgekeurd zal worden. In vergelijking van het oude reglement
bevat dit nieuwe voorstel toch verschillende veel gunstiger bepalingen.
De verordening moet ter verkrijging der Koninklijke goedkeuring wor
den ingezonden bij het Departement van Binnenlandsche zaken en ln de
tegenwoordige tijdsomstandigheden worden alle veranderingen, waarmee
geld is gemoeid, zeer critisch beschouwd.
De Heer VAN HAREN zegt hierna nog geen antwoord op zijn vraag
betreffende wijziging van het woord „na" in „bij" te hebben verkregen.
Verder merkt hij op het voorstel tot uitbreiding van het politiekorps
juist mede te hebben gedaan, omdat hij meende, dat de Voorzitter per
soonlijk reeds vanaf zijn eerste komst in deze gemeente voor uitbreiding
van het politiekorps is geweest. En wijl nu een nieuwe verordening
wordt vastgesteld kan de wijziging toch beter nu tegelijk worden vast
gesteld dan dat dit later zou moeten gebeuren. Spreker zou daarom
willen voorstellen om in plaats van „3 agenten" te lezen „3 of meer
agenten", dan kan er desgewenscht steeds een agent meer benoemd
worden.
De VOORZITTER merkt op, dat, indien de redactie wordt „3 of meer'
het te benoemen aantal practisch onbeperkt wordt, hetgeen heel waar
schijnlijk geen goedkeuring zal kunnen verwerven.
De Heer VAN BOVEN atelt voor de redactie te wijzigen ln „minstens
3 doch hoogstens 4". Als bij de behandeling der volgende begrootiDg
'dan crediet wordt toegestaan voor een vierden agent is de zaak ineens
klaar.
De VOORZITTER merkt op, dat het makkelijk genoeg is om de
redactie te wijzigen, maar men kan nu nog moeilijk beoordeelen hoe
de toestand zich zal ontwikkelen. De hoofd-agent en een der agenten
naderen reeds den pensioengerechtigden leeftijd, zoodat men nog niet
weet hoe het na hun vervanging door jonge krachten zal gaan.
De Heer PIJLS vraagt hierna om een afdoende antwoord omtrent
het voorstel tot het veranderen van het woord „na" In „bij". Een onzer
agenten zou daarvan nog kunnen profiteeren.
De VOORZITTER antwoordt, dat als de redactie aldus veranderd
worde, de door nieuw benoemde agenten elders in soortgelijke betrek
king doorgebrachte dienstjaren niet ln aanmerking zouden komen. Het
zou dan maar enkel op de tegenwoordige agenten van toepassing zfin.
Heel eenvoudig is echter het artikel aldus te redlgeeren, dat onder alle
omstandigheden elders doorgebrachte dienstjaren bij de berekening
meetellen.
De Heer PIJLS meent, dat alle ambtenaren, die bij een ander korps
hebben gediend, recht hebben om medetelling van het aantal dienstjaren,
De Heer VAN BOVEN meent ook, dat dit niet meer dan billijk is.
De Heer CLAASSENS meent ook, dat dit billijk is, daar bij de aan
stelling toch altijd gelet wordt op gebleken bekwaamheid in vorige be
trekking en meent, dat bij de salarieerlng dus ook daarmede rekening
gehouden moet worden.
De Heer PIJLS stelt hierna voor, de woorden „na het Inwerking
treden dezer verordening" uit het betreffende artikel te schrappen, zoo
dat dus gelezen wordt „Het aantal dienstjaren, doorgebracht enz."
Dit door de Heeren van Haren en Mlllen gesteunde voorstel wordt
hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarna vervolgens
eveneens zonder hoofdelijke stemming de verordening in haar geheel
wordt vastgesteld, zooals voorgesteld door Burg«meeste
houders en geamendenteerd volgens het voorstel van dtn Heer
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde puat 5 de
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging en i
van het Ambtenarenreglement dezer gemeente:
a. ten aanzien van de bepalingen betreffende ovfrwerk#
b. ten aanzien van de bepalingen betreffende gelijktijdig
burgerlijke en militaire belooning van gemobiliseerd overhelde
Deze wijzigingen en aanvullingen worden voorgea"ïeiu op
van den Minister van Binnenlandsche Zaken, overgebracht do>
Gedeputeerde Staten, teneinde de regelingen op dit stuk ie
stemming te brengen met die voor de Rijksambtenaren.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna tot 8
dezer voorstellen overeenkomstig de bij de agenda gevoegd*
wijzigingen.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 6 deragem
stel van Burgemeester en Wethouders om de noodige gelden t
voor de inrichting en de exploitatie van een Bureau voor
registratie.
Bij schrijven van 29 Januari 1940, No. 30-2517-1, Afd. C.J.
heeft de Minister van Sociale Zaken zich tot het College van
geweDd, met het verzoek medewerking te willen verleenen, op
deze Gemeente bij de Arbeidsbeurs een bureau voor jeugdreg
het leven wordt geroepen.
In dit schrijven deelt de Minister van Sociale Zaken oa. x
hoewel de omvang van de werkloosheid onder de jonge mi
14 tot en met 21 jaar den laatsten tijd is verminderd, deze
van zoodanigen aard is, dat de Overheid verplicht is e- volle
aan te schenken. Juist thans, nu alle krachten moeien woi
spannen om de toekomst zoo sterk mogelijk tegemoet te kunni
dient In het bijzonder op de belaDgen van de werkloose jeug
den gelet.
Ontegenzeggelijk geschiedt op dit terrein re&a -doe
organisaties, niet het minst door die, welke zich bewxgeu ot
rein der z.g. vrije jeugdvorming. Echter kan dit en overeenkom
eerst ten volle van beteekenls zijn, wanneer het Rik en g
goede voorzieningen treffen ten behoeve van de niet-sdioolgai
geren (mannen) van 14 tot en met 21 jaar, dat zijn diB zij, dl<
van de werkloosheid kunnen ondervinden.
Zooals Uw (pollege ongetwijfeld bekend is, bestaan deze voox
o.m. In cursussen, kampwerk en centrale werkplaatsen.
Zeer veel jongeren hebben in perioden van werkloosheid aan
geschetsten arbeid deelgenomen. Echter moet helaas worden va
dat groote groepen jongeren dit nog niet deden. Nu kon
laatste jaren worden geconstateerd, dat In die gemeenten, i
zorg van gemeentewege ten behoeve van de hierbedoelde jong
samengetrokken in een bijzondere instelling, n.l. een bureau v<
registratie, het deelnemen van de jongeren aan den gmoemd
veel grooter werd dan voorheen het geval was.
Het bureau voor de jsugdregistra'ie moet worden gecien ali
trale punt in een gemeente, alwaar de belangen van de üet-schi
jeugd moeten worden behartigd, in het bijzonder voer het g
jeugd met werkloosheid heeft te kampen. Door goede kennis
iederen jongen man, die bij het bureau staat irjgescbre'en, zal
gelijk gebruik te maken van voorzieningen op het gebild van
ting bij beroepskeuze, dat de leiding van het bureau den jot
met raad en daad ler zijde staat, hem oa. bij werkloosheid
aan cursussen, kampwerk e.d. deel te nemen. Hierdocr word
dat betrokkene niet alleen ln tijden van werklooshed aan
arbeid deelneemt, maar bovendien dat zijn geschiktheid om ln
bedrijf te worden geplaatst, wordt vergroot.
Een belangrijk uitvloeisel van een goed georganiserd bui
jeugdregistratie, is, dat de mogelijkheid tot plaatslxg in h
wordt vergroot. Zulks is in de praktijk reeds bevrezo. Ten<
hier een zoo groot mogelijk resultaat te kunnen bereik®, is b
dat het bureau voor de jeugdregistratie ingeschakeld vordt b
beidsbeurs, waardoor tevens de mogelijkheid bestaat on een b
bemiddeling voor jongeren in het leven te roepen. Hieidoor vt
bereikt, dat voor aangelegenheden de arbeidsbemlddelng be
weer nauw kan worden samengewerkt met den Rijksdenst d
loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling.
Een bureau voor jeugdregistratie bestaat uit een leidc, bene
zooveel noodig uit één of meer assistenten.
Het aantal hangt, voor de hand liggend, af van dc groott
gemeente. Wanneer het bureau gaat werken, worde» de ne
alle jongens van 14 tot en met 21 jaar uit de bevolkiDgregiste
en voor zoover zij niet schoolgaande zijn, of dit om antere red
noodig is, persoon voor persoon naar het bureau gerospen, a
leider of een van zijn assistenten niet van achter een loket,
een tafel in het bureau, met ieder van de jongens f;::"-..
Van alle jongens wordt een z.g. „staat V"YA&nst'r gemftJ
gegevens komen in een boekje te staan, dat 5en jongen vordt u
terwijl de gegevens ook op het bureau voor de jeugdreglstrati
bewaard. In het boekje wordt, ik moge hierop met nadruk wi
staan met zakelijke gegevens, terwijl een beoordeeling omtrent
mannen er niet in wordt vermeld.
Er moet verder voortdurend worden samengewerkt met d(
vers, teneinde na te gaan welke jonge mannen nog bij her
Dit is noodig, omdat telkens per 2 maanden moet vast stac
jonge man werkt en, zoo ja, waar, dan wel of hij niet werkt.
Het resultaat van een dergelijk systeem leidt ertoe, dat w
kregen:
een volledig overzicht van de arbeidsmarkt van de jong
14 tot en met 21 jaar;
b. dat de werkgevers beter ln de gelegenheid zijn betrouw
lichtingen te krijgen bij sollicitaties van jonge manneD;
c. dat aan de jonge arbeiders voorlichting wordt gegeven hi
van een beroep, in verband met hun persoonlijken aanlq*, dcc
ln verband met de kansen op de arbeidsmarkt.
d. dat de jongeren voortdurend worden herinnerd aan de
heden, welke voor hen bestaan om door het volgen vai curst
hun vakbekwaamheid te vergrooten;
e. dat werklooze jongens worden gewezen op de vnrschill
gelijkheden, welke er voor hen zijn om in perioden vin wer
niet doelloos rond te loopen;
f. dat jongeren er ln sterkere mate toe worden gebracht z
Arbeidsbeurs te laten inschrijven, waardoor, indien tevms een
afdeeling voor arbeidsbemiddeling voor hen bestaat, de jlaatsii
lijkheid wordt vergroot.
In verschillende gemeenten werd reeds een bureau voerjeuge
tie gevestigd In de kosten van dit Bureau draagt het Rrjk bij
objectief percentage van het Werkiooshelds-subsidiefoids, di
Gemeente Venray, gerekend naar de laatste jaren, voorruli
Volgens de begrooting, die als bijlage hieraan is toegevoeg
de kosten voor 1940 plus minus f 2300— bedragen, wasrvan i
der Rijksbijdrage voor rekening der Gemeente blijft, plui minui
Burgemeester en Wethouders zijn oordeel, dat door deGemei
medewerking moet worden verleend om tot de oprichtirg van
gelijk bureau ook in onze Gemeente te komen en zij stëlen U*
dan ook voor, te besluiten tot instelling van een Bureai voox
registratie in deze Gemeente en tot het verleenen van een ere
dit doel van f 2300*en B. en W. te machtigen om elle bes
nemen, welke bij de invoering der Jeugdregistratie xoodig
blijken te zijn.
De Heer VAN HAREN vraagt, of Burgemeester en Wa^houd
tuigd zijn, dat het Rijk zijn aanbod gestand doet.
De VOORZITTER antwoordt ja, dit Is absoluut zeker; hetR
er zelf op aan.
De Heer VAN BOVEN zegt, gisteravond ln de k*ant g
hebben, dat dit nog niet zoo absoluut zeker is.
De Heer ODENHOVEN heeft dit ook gelezen en cverhax
Voorzitter het betreffende krantenbericht. Spreker meeat, dat
die zaak Dog niet goed zit en vreest, dat de gemeenten met d
ken peren zullen blijven zitten.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeeter en TVethoi
tuur lijk geen enkele uitgaaf zullen doen zonder dat zij tevore
Rijk een definitieve subsidie-toezegging zullen hebben ontvangt
De Heer VAN BOVEN zou dan willen, dat de Raad besloi
stelling van dit jeugd-registratie-bureau onder voorwaaide, da
definitieve subsidie-toezegging zal plaats hebben.
De Heer ODENHOVEN zegt te vreezen, dat dit bureau voo
niet tot zijn recht zal komen. De Venraysche jongens zijn
niet naar het kampwerk te krijgen, maar ais ze b.v. op een ste
kunnen gaan werken zijn ze direct bereid. Spreker ziet er als
en getogen Venrayer dan ook niet veel heil in. Als hetbureai
jaar aan het draaien is, zal de leider nog voor leege bank
Ondanks het goede doel, vreest Spreker, dat het voor Venra
gooid geld is.
De VOORZITTER merkt op, dat het niet de bedoeling van h
Is om de jeugd van het werk af te houden, doch juko^W he
sporen om werk te accepteeren. Spreker meent, dat het voo
juist wel geschikt Is.
De Heer ODENHOVEN herhaalt, dat hij vreest, dat de le
werk zal hebben.
De VOORZITTER antwoordt, dat juist als de V-e^rays^tflfe
zooals de heer Odenhoven haar schetst, de leider werk ta over
gen om de jonge mannen op het goede spoor te brengen.
[(Slot