TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Algemeene
Voorschriften.
FEUILLETON.
Mei Napoleon naar
Rusland en ferug.
Zaterdag 1 Juni 1940
Een en Zestigste Jaargang No 22
1. Oproep aan de bevolking
van Nederland.
Het door Dultsche troepen bezette
Nederlandsch gebied wordt onder
het Duitsche militaire bestuur ge
plaatst. De Legerbevelhebbers zullen
de maatregelen, noodig voorde vei
ligheid der troepen en voor de be-
stendiging van rust en orde uitvaar
digen. De troepen zgn gehouden d<
bevolking, voor zooverre zij zich
vreedzaam toont, in alle opzichten
te ontzien en haar eigendom te eer
biedigen.
In geval van loyale samenwerking
der Duitsche overheden zullen de
openbare besturen op hun post ge
laten worden. Van het gezond ver
stand en het inzicht der bevolking
verwacht ik, dat zg alle onbezonnen
handelingen, elke soort van sabotage,
van ljjdzamen of feitelgken weerstand
aan de Duitsche Weermacht zal na
laten.
Alle verordeningen van het Duit
sche militaire bestuur moeten stipt
en onvoorwaardelijk worden opge
volgd. Het zou de Duitsche weer
macht spijten, Indien zij zich. ge
dwongen door vijandelijke handelin.
gen van onverantwoordelijke elemen
ten der burgerbevolking zou genood
zaakt zien.
Dat ieder aan zijn arbeid en op
zijn post blijven Dan dient hij niet
alleen zijn eigen belang, maar ook
de belangen van zijn volk en van
zijn vaderland.
De Opperbevelhebber van het
Duitsche Leger.
(17 Mei avondbladen)
2.
De opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht beveelt, dat van hetalge-
geheele door- het militaire gezag
gelegde tapverbod moet worden af
weken voor het tappen van bier ten
behoeve van officieren en soldaten
der Duitsche Weermacht, derhalve
niet ten behoeve van Duitsche bur
gers. 1)
Verder dat alle personen, wier in
bewaringstelling onder den staat
van beleg door het militaire gezag
werd gelast, onmiddellijk uit deze
in bewaringstelling moeten worden
ontslagen.
De O.L.Z. draagt mede langs
dezen weg aan alle troepencom
mandanten op alle in hun gebied
van Nederlandsche zijde gemaakte
versperringen te doen opruimen en
de vernielingen van de kleinere ob
jecten zoo goed mogelijk te herstel
len.
De O.L.Z. maakt bekend, dat het
voor neutrale schepen uitdrukkelijk
verboden is om van hun radlozend-
installatles gebruik te maken binnen
de Nederlandsche territoriale wateren
Overtreding van dit verbod zal zeer
streng gestraft worden.
De O.L.Z. draagt aan de autori
teiten, die voor den aanvang van
den oorlog belast waren met het
verzegelen van radio-installatie van
neutrale schepen, totdat de Duitsche
autoriteiten dezen maatregel hebben
overgenomen.
De O.L.Z. bericht aan alle burge
meesters, dat zij onmiddellijk moeten
overgaan tot het opstellen in hun
ouden vorm en op hun oude plaats
van alle wegwijzers, naam- en ver
keersregelingsborden. De A.N.W.B
deelt in verband met vorenvermeld
bevel mede, dat de burgemeesters
zich voor zoover noodig kunnen
W6nden tot den wegendienst van
Lotgevallen van een
Belgischen soldaat.
(Vervolg van Eerste Blad)
Napoleon hechtte minder prijs aan
het legerkorps van Davoust, maar dit
stond onder het bevel van een wakker
krijgsman.
Die ijzeren soldaten, sedert lang aan
de vermoeienissen en de gevaren van
het oorlogsleven gewoon, waren de
kern van het groote leger. De officieren
die allen onder hun dapperen generaal
hunne graden gewonnen hadden en
zoowel als hij, sedert meer dan zes
jaren van Frankrijk verwijderd, kenden
geen ander vaderland meer dan de
banier onder welke zij streden
Het was dan ook op hen, dat Napo
leon rekende voor den beslissenden
slag.
Vierhonderd duizend man, waaron
der tachtig duizend ruiters, gingen
door Napoleon zelf aangevoerd, over
de Niëmen trekken. Eene achterwacht
van twee honderd duizend man zou de
leemte aanvullen door de kogels en
kanonballen van den vijand gemaakt
en de gemeenschap met Frankrijk vrij
houden.
Achttienhonderd kanonnen, zonder
twee belegeringsperken te rekenen,
volgden het leger en zouden bloedige
straten in 's vijands gelederen boren.
Napoleon rekende veel op zijn grof
geschut, want hij had de Russen in
Eylau aan 't werk gezien en hij zegde
dat het niet genoeg was zulke vijanden
dood te schieten, maar dat men ze
nog moest omver stooten.
Hij wilde ook zijne soldaten sparen
en den vijand van verre beschieten.
Doch die voorzorg zelf was hem
noodlottig; bij al die kanonnen behoor-
dien bond.
De O.L.Z. maakt bekend, dat alle
burger- en militaire postduiven on
verwijld moeten worden gedood. 2)
De Inspecteur der Rrjksveldwacht
maakt bekend, in aansluiting aan de
bekendmaking betreffende het in
leveren van wapens door het perso
neel der Rijksveldwacht, dat onbe
zoldigde Rijksveldwachters, die niet
behooren tot de gemeentepolitie, al
hun wapenen moeten inleveren. 3)
1) Zie ook No. 3
2) Zie ook No. 8
3) Zie ook No. 7
(16 Mei avondbladen)
3.
De Duitsche militaire bevelhebber
in Holland maakt bekend:
Onder onmiddellgke opheffing van
alle andersluidende beslissingen, tot
nu toe genomen, wordt bepaald, dat
de burgerbevolking ook na het in
treden van de duisternis haar volle
bewegingsvrijheid behoudt.
Voor restaurants, koffiehuizen en
café's gelden nog steeds dezelfde
beperkingen die reeds van kracht
waren voor het tijdstip waarop
Holland in oorlog was.
Dit beteekend dus, dat restaurants
en dergelijke weer tot het gebruike
lijke sluitingsuur geopend mogen
zijn en dat ook het verkoopsverbod
voor alcoholische dranken weer
wordt opgeheven.
Slechts de uitvoering van verduis-
terlngsmaatregelingeD, welke reeds
Woensdag 15 Mei waren aangekon
digd, blijven van kracht tot nadere
intrekking. Hierbij spreekt het van
zelf, dat van de burgerbevolking
wordt verwacht, dat zij in het al
gemeen in haar optreden een bijzon
dere reserve aan den dag legt, wel
ke geheel in overeenstemming is
met het vertrouwen, dat de Duit
sche militaire autoriteiten in haar
stellen en daarom alles vermijdt,
hetgeen het thans bereikte herstel
van normale verhoudingen nog ach
teraf min of meer twijfelachtig zou
maken.
(Ochtendbladen 17 Mei)
4.
Verordening over het invoeren van
het Duitsche strafrecht en van de
strafrechterlijke bepalingen in de
door de Duitsche troepen bezette
gebieden van België, Holland en
Luxemburg.
Bij machtiging van den Opperbe
velhebber van het Duitsche leger
bepalen Wjj als volgt;
1. Inzooverre een handeling, die
volgens het Duitsche Recht strafbaar
is, aan het oordeel van krijgsraden
of bijzondere rechtbanken onderwor
pen wordt, geldt het Duitsche straf
recht.
2 Het reizen uit de door de
Duitsche troepen bezette gebieden
van Nederland, België of Luxemburg
kan slechts toegestaan worden door
de plaatselijk verantwoordelijke Orts-
óf Feldkommandanten.
Dieper ingrijpende landsrechterlijke
beperkingen blijven geldig.
3. Elk verkeer van onbevoegden
met krggs. of burgerlijke gevange
nen, die zich in de macht en onder
de hoede van de Duitsche weermacht
of beambten bevinden wordt gestraft.
4. Samenscholingen op straten of
openbare pleinen, het beleggen, hou
den van, of deelnemen aan openbare
vergaderingen of optochten, het
verspreiden of drukken van vlug
schriften, zal gestraft worden. Uit
zonderingen hierop kunnen door den
ter plaatse verantwoordelijken be
velhebber toegelaten worden.
5. Wie het werk neerlegt, met de
bedoeling hierdoor de belangen der
Duitsche bezatting te schaden, wie
anderen dwingt het werk te staken
of hen bij het werken tracht te hin
deren, zal gestraft worden.
6. Wie in dagbladen of tjjdschrif-
de eene overgroote massa krijgsge-
tulg, dat in weinige dagen alie wegen
onbruikbaar maakte.
Een groot aantal paarden bezweken
gedurende de reis; alhoewel er over
vloedige levensmiddelen in Dantzig,
Elbing en Braunsberg verzameld waren
deed de hongersnood zich weldra ge
voelen.
De soldaten begonnen uit de ge
lederen te loopen om eenigen buit te
zoeken en plunderden zoowel bij vrien
den als bij vijanden. En nauwelijks was
het leger over de Niëmen, of de wan
orde heerschte in zijne rangen en werd
gedurig grooter ter oorzake der ver
moeienissen. der ontberingen en der
ziekten.
Het Russische leger, zes honderd
duizend man, was in zes korpsen ver
deeld."
Hier eindig ik mijne aanhalingen.
Mijne lezers weten heel goed, dat
Napoleon verslagen werd niet door
Rusland, niet door de legerbenden van
den Czaar, maar door „Generaal de
Winter", door de onstuimige sneeuw
vlagen, door de onverdragelijke koude,
door de ellende en het gebrek, of
beter nog, door de Voorzienigheid, die
den schuldige wilde straffen.
De Russische generaals, overtuigd
dat zij door Napoleon onvermijdelijk
moesten verslagen worden, indien zij
zich in 't vlakke veld lieten overvallen,
weken gedurig achteruit, verbrandden
en verwoestten alles op hunnen door
tocht en lieten niets achter zich dan
puinen en ellende.
Zoo kwam het groote leger in Mos
kou en daar begonnen de lotgevallen,
welke ik voorgenomen heb om te
vertellen.
Anderen hebben geschreven hoe het
groote leger uit Rusland terugkeerde:
Ik wil enkel verhalen, wat een arme
Belgische soldaat ginder verre heeft
geleden, of beter ik laat hem het
woord.
IV
DE EERSTE BEPROEVINGEN.
Nooit werd een veldtocht met meer
ten berichten openbaar maakt, die
voor het Duitsche Rijk schadelijk
kunnen zgn of wier openbaarmaking
door het militair bestuur verboden
is, wordt gestraft.
7. Wie naar niet-Duitsche radio-
uitzendingen luistert, hetzij in het
openbaar hetzij gemeenschappelijk,
of wie de mogelijkheid hiertoe schept
wordt gestraft. Uitzonderingen hier
op maken de niet-Duitsche zenders,
die door het Duitsche militaire be
tuur door openbare bekendmaking
toegelaten zijn.
8. Wie radioberichten, of welke
berichten dan ook varspredit, welke
een vijandelijk karakter tegenover
Duitschland dragen, wordt gestraft.
9. Deze verordening treedt tege
lijk met haar afkondiging in werking
De Opperbevelhebber der Legergroep
(Avondbladen 17 Mei 1940)
5.
Bij machtiging van den Opper
bevelhebber van het Duitsche leger
maak ik bekend
I. De Duitsche Weermacht waar
borgt den inwoners volledige veilig
heid van persoon en eigendom. Wie
zich rustig en vreedzaam gedraagt,
heeft niets te vrezen.
H. Gewelddaden en sabotage
worden met de zwaarste straffen
bedreigd. Als sabotage wordt ook
beschouwdelke beschadiging of
vernietiging van oogstproducten,
voorraden of aanplantingen, die voor
het bezettende leger van belang zgn,
evenals het afscheuren en beschadi
gen van plakaten en bekendmakin
gen. Onder bijzondere bescherming
van de Duitsche Weermacht staan
gas-, water- en electriciteitswerken,
spoorwegen en sluizen evenals kunst
werken.
III. De inlevering van wapens en
munitie is door bgzondere bekend
making bevolen. Voor herinnerings
wapens, buiten gebruik, Is deze ver
ordening niet van kracht. Jacht
geweren moeten onder opgave van
naam, beroep en woonplaats van den
eigenaar worden ingeleverd bg den
burgemeester, die voor de bewaring
verantwoordelijk is.
IV. Door het krggsgerecht wordt
gestraft
I. Elke ondersteuning van niet-
Duitsche militairen in het bezette
gebied.
2. Iedere hulp, verleend aan bur
gers, die het bezette gebied willen
ontvluchten.
3. Elke inlichting, verschaft aan
personen of instellingen buiten het
bezette gebied, welke de Duitsche
Weermacht of het Rijk zou kunnen
schaden.
4. Elk verkeer met krijgsgevan
genen.
5. Elke beleediging van personen,
welk tot de Duitsche Weermacht
behooren en van de Duitsche Weer
macht als dusdanig.
6. Samenscholingen op de straat1
het verspreiden van vlugschriften,
het beleggen van openbare vergade
ringen en optochten, welke niet
tevoren door de Duitsche legerleiding
toegelaten zrjn, evenals elke andere
betooging, welke tegen Duitschland
is gericht.
7. Opruiing tot staking, het moed
willig neerleggen van den arbeid,
werkstaking en het verhinderen van
werkwillige elementen.
V. De Staats- en Gemeente
besturen, politie en scholen zjjn ver
plicht, op normale wgze verder te
werken. Hiermede wordt de eigen
bevolking gediend. De leiders dezer
instellingen zgn voor loyale houding
ten overstaan van de bezettende
macht verantwoordelijk. De perso
nen aangesteld in openbare dienst
zullen hun wedde verder genieten.
VI. Alle ngverheidslnstellingen,
handelszaken en banken moeten in
het belang der bevolking openge
vertrouwen ondernomen. Ik zag den
keizer toen wij over de Niëmen trok
ken. Op zijn aangezicht was niet alleen
geestdrift, maar zelfs vroolijkheid te
lezen. Hij floot blijde deuntjes en wij,
betooverd door zijn voorbeeld, wij
hieven vreugdekreten aan, die in de
verte weergalmden en de Kozakken,
die vooruit gezonden waren om ons
wat bezigheid te leveren, met schrik
vervulden.
Er was wel hier en daar een jonge
soldaat, wiens hart opzwol van wee
moed, wanneer hij aan 't vaderlijk huis
en aan teerbeminde afwezigen dacht,
maar het getal van die mistroostigen
was zeer klein en zij werden gedurig
aangemoedigd door deze welke reeds
het vuur hadden gezien.
Men beloofde hun zooveel vermaken,
men deed hun het leven van den
krijgsman op veroverden grond op een
zoo bekoorlijke wijze voor de oogen
blinken, dat zij welhaast alle verdriet
van zich wierpen en lustig met ons
meezongen.
Ja, ik mag het zeggen, er was
geestdrift en strijdzucht. Toen wij dan
Frankrijk verlieten, werden wij overal
met gelukwenschen en vreugdekreten
begroet Wij waren er fier op deel uit
te maken van dit groote leger, dat
zoo schoon en zoo goed ingericht
scheen te zijn.
In Duitschland bevonden wij ons,
tenminste in schijn, in 't midden van
een volk, op wiens genegenheid wij
mochten rekenen. De koning van Prui
sen, en ontelbare andere kleine ko
ninkjes, die een rijk hebben nauwelijks
zoo groot als een onzer steden, trok
ken met ons mede.
De Polen verwachten ons met open
armen... Waren wij hunne verlossers
niet
Wie zou ooit gedacht hebben, dat
een zoo machtig leger ging verslagen
worden en dat wij, zoo kloek, zoo
moedig, zoo vol vertrouwen, het ge
vaar zouden loopen van honger, van
koude en ellende om te komen.
Ah indien wij geen andere hinder
palen hadden ontmoet, dan eenige
regimenten, hoe goed gewapend en
hoe dapper de vijanden ook mochten
wezen, toch hadden wij zegepralend
houden worden. De sluiting dezer,
zonder geldige reden, wordt gestraft.
VII. In het belang van een ge
ordende en gelijkmatige bevoorrading
der bevolking is het hamsteren van
waren of van artikelen voor het
dagelgks gebruik (elke overmatige
bevoorrading) streng verboden. Elke
handeling in strijd met dit verbod
wordt als sabotage beschouwd en
gestraft. Het voor de dagelrjksche
levensbehoeften van de burgerbevol
king noodige verkeer, bijzonder ook
het marktverkeer, zal, in zoo verre
de militaire verhoudingen het toe
laten, niet verhinderd worden. Pro
ducenten en handelaars van levens-
behoeften zijn verplicht, hun bedrijf
als voorheen uit te oefenen en hun
waren aan de verbruikers af te
leveren en aan huls te brengen,
voorzoover dit gebruikelijk was.
VHI. De verhooging van prijzen
en vergoedingen van eiken aard
evenals van loonen over het peil, op
den dag der bezetting vastgesteld,
Is verboden in zooverre geen uit
zonderingen uitdrukkelijk toegelaten
zijn.
IX. De wisselkoers wordt als
volgt vastgesteld
Voor Rijksnederland 1 Gulden is
1.50 Reichsmark.
Voor België1 Belga is 0.50 Reichs
mark.
Voor Luxemburg: 1 Luxemburg-
sche Frank is 0.10 Reichsmark.
De toepassing van een andere
wisselkoers wordt gestraft.
Duitsche evenals inheemsche geld
waarden moeten aangenomen wor
den. Men wordt gewaarschuwd, niet
andere Duitsche geldsoorten in ont
vangst te nemen, aangezien deze,
daar zij uit Duitschland gesmokkeld
zijn niet omgewisseld kunnen wor
den, en daarom geen waarde hebben.
X. De weermacht en de personen
daartoe behoorende, zullen hun in-
koopen contant betalen. Dit geldt
eveneens voor incidenteel door de
burgerbevolking geleverde arbeid.
Slechts bij bedragen, hooger dan 500
Reichsmark, of een daarmee gelijk
staand bedrag, zal de betaling door
de Duitsche militaire overheden ge
schieden op vertoon van bescheiden
door de Duitsche Weermacht afge
leverd.
De Opperbevelhebber der
Legergroep.
Verordening betreffende het be
zit van wapens in het bezette ge
bied.
1. Alle vuurwapens en munitie,
handgranaten, explosieve stoffen, en
leder ander oorlogstuig moeten af
geleverd worden. De aflevering moet
binnen 24 uur op het dichtsbijzgnde
Duitsche veld- of plaatselijk com
mando gebeuren, voor zooverre ter
plaatse niets anders bepaald is. De
burgemeesters worden verantwoor
delijk gesteld voor de stipte uitvoe
ring van dit bevel. De Bevelhebbers
der Duitsche troepen hebben het
recht uitzonderingen toe te laten.
2. Wie vuurwapens, handgranaten,
munitie, explosievestoffen of ander
oorlogstuig bezit, in tegenstelling met
deze verordening, wordt met den
dood of dwangarbeid, in gevallen van
minder gewicht met gevangenisstraf
gestraft
3. Wie op eenigerlei wijze In het
bezette gebied geweld tegen het
Duitsche leger gebruikt, wordt met
den dood gestraft.
De Opperbevelhebber van het
Duitsche leger.
7. Het Nederlandsche Opperbevel
deelt mede:
Naar aanleiding van met het Duit
sche opperbevel gemaakte overeen
komsten wordt bepaald, dat het aan
de rijkspolitie marechaussee en rrjks
veldwacht) toegestaan is, dat zij
voor bewakingsdoeleinden en het
handhaven van orde en rust, ook
vooruilgestapt lot in het hart van Rus
land, en aan den Czaar onze wetten
voorgeschreven.
Maar de Russen, slimmer dan men
wel zou denken en ziende dat Napo
leon van al de Europeesche vorsten
zijne bondgenooten had gemaakt,
sloten een verbond met „Generaal de
Winter", die vooral in Rusland mach
tiger is dan de talrijkste legers.
Nauwelijks waren wij over de Niëmen,
of wij leden gebrek aan alles. De
vijand, in plaats van ons af te wachten
week gedurig achteruit, geen enkel
huis achterlatende, waar wij ons kon
den uitrusten, noch de minste hoop
ergens levensmiddelen te vinden.
De inwoners, vooraleer hunne huizen
te verlaten, staken ze in brand en
verborgen of vernielden de eetwaren
die zij op hunne vlucht niet konden
met zich nemen.
De „popen" of Russische priesters,
die al de kerken vernielden, gaven het
voorbeeld aan het volk, in wiens hart
meer dan de vaderlandsliefde een on-
verzoenlijken haat heerschtte tegen al
de leden van het groote leger.
Wij vonden op onzen doortocht niets
anders dan vernielde steden, rookende
puinhoopen, uitgestrekte velden zonder
het minste groen, sombere wouden,
waarin zich vijanden verborgen, die
steeds voor onze oogen verborgen
bleven, maar die velen onzer wapen
broeders onder hunne kogels deden
vallen.
Eiken avond, wanneer wij ons be
reidden om zoo goed mogelijk op dien
ongastvrijen grond den nacht door te
brengen, zeiden wij met moed en wan
hoop: „Morgen zal de vijand ons wel
afwachten om slag te leveren, want
wij hebben zijne voorposten gezien.
Maar den volgenden dag was het
wederom hetzelfde spel
Nauwelijks zagen wij nu en dan
eenige Kozakken, die ons van verre
uitdaagden, of de laatste afdeelingen
van een leger, dat als zending had ons
niet tegen te houden, maar ons ge
durig dieper en dieper te lokken in
dit verwenschte land, waar zoovele
dapperen onder sneeuw en ijs moesten
begraven worden.
Zoo kwamen wij aan de Wilna.
verder mogen worden bewapend met
pistolen. Voor de gemeentepolitie
gelden dienovereenkomstige bepalin
gen.
(Ochtendbladen 19 Mei 1940)
8. Een commissie, bestaande uit
de heeren Van Vloodorp, Draaisma
en Hornstra, Prinsengracht 407,
Amsterdam (C) is met den Duitschen
militairen opperbevelhebber overeen
gekomen, dat geen postduiven meer
gedood behoeven te worden. Elke
houder van postduiven is evenwel
verplicht de duiven niet uit te laten
vliegen. In de tweede plaats is hg
verplicht om alle duiven welke zich
op zijn hok bevinden, te registreeren.
De lgst moet in het hok worden op
gehangen en een afschrift ervan
dient te worden Ingezonden aan den
heer Hornstra, Prinsengracht 407.
Overtredingen hebben tengevolge,
dat alle duiven onvoorwaardelijk wor
den gedood en dat de eigenaars zul
len worden gestraft volgens de Duit
sche militaire wetten. Duiven met
buitenlandsche ringen moeten ge
dood worden.
(Ochtendbladen 19 Mei 1940)
Betalingsverkeer.
In opdracht van het commando
van de Duitsche legergroep, wordt
het volgende bekendgemaakt
9. Op aanwijzing van de officiëele
Nederlandsche Instanties zijn de
plaatselijk aanwezige voorraden be
talingsmiddelen in groote hoeveelhe
den centraal naar den Haag terug
getrokken. Door deze maatregel is
een aanzienlijk gebrek aan betalings
middelen in het bezette gebied ont
staan, dat het economische leven in
gevaar brengt.
De in Nederland bevelvoerende
legergroep heeft vanaf den eersten
dag alle van haar afhankelijke maat
regelen genomen om het betalings
verkeer weer op gang te brengen
en het voor de bevolking ontstane
gebrek te verminderen. Tot dit doel
heeft zg tot nu toe reeds op verzoek
vaD het gemeentebestuur betalings
middelen (Reichskredltkassenscheine)
als leening ter beschikking gesteld.
De legergroep verwacht, dat de be
volking de in haar belang genomen
maatregelen op elke wijze onder
steunt. Elk hamsteren van betalings
middelen zal opnieuw stremmingen
in het betalingsverkeer met zich
meebrengen en is daarom onder alle
omstandigheden te vermijden. Daar
aan de Nederlandsche autoriteiten
principieel het beheer over de open
bare financiën wordt gelaten, wordt
van hen verwacht, dat zg de aan
wezige betalingsmiddelen vla de
banken of op andere wijze aanstonds
in omloop zullen brengen.
De banken moeten hunnerzijds de
op hen tot dusverre rustende functies
op het gebied van het betalingsver
keer aanstonds weder op zich nemen.
De legergroep wijst er verder op.
dat naast de gulden alleen de Reichs
kredltkassenscheine wettelijk betaal
middel in den zin van de verorde
ning van den opperbevelhebber van
het leger van 10 Mei 1940 is. Slechts
voor de Reichskredltkassenscheine
geldt de door deze verordening vast
gestelde valuta-verhouding 1 gulden
is Rm. 150^
De bevolking wordt gewaarschuwd
andere betalingsmiddelen, in het
bijzonder Reichsmark-biljetten niet
aan te nemen.
Het inwisselen van Reichsmark-
biljetten In Reichskredltkassen
scheine is voor de bevolking in het
bezette gebied verboden. Een zoo
danige inwisseling geschiedt ook niet
door de commando's te velde en de
plaatselijke commando's.
Volgens de voorlooplge deviezen-
verordening van 10 Mei 1940 is het
o.a. verboden Reichsmark-geldsoorten
uit het naar het Reichsgebied bezette
Het groote leger was reeds eenigs-
zins gesmolten Goed een vierde deel
der soldaten was achteruit gebleven
en meer dan dertig duizend stroopers
hadden zich stillekens verwijderd, om
stelende en roovende, wederom over
de Niëmen te trekken en vandaar weer
te keeren naar hun vaderland.
Ik moet hier bijvoegen, dat het ver
trek van die dertig duizend slechte
soldaten veeleer een geluk dan een
onheil was. Want al degenen, die ons
verlieten, waren vreemdelingen, als
Italianen, Spanjaards, Duitschers, Hol
landers en Portugeezen, of achterblij
vers, die sinds lang het voornemen
hadden gemaakt, bij de eerste gelegen
heid het hazenpad te kiezen.
Met gedwongen soldaten kan men
niet veel goeds aanvangen.
Terzelfder tijd trok het Russisch leger
gedurig achteruit, alles vernielende en
vooral vermijdende ons wapens of wat
krijgsbehoeften achter te laten.
Napoleon, die gerekend had op den
voorraad door den vijand vergaard,
was gedwongen in Wilna magazijnen
te stichten, want wij vonden daar zelfs
geen stukje droog brood.
Dit alles deed ons veel tijd verliezen.
De honger begon ons te kwellen en
men betaalde ongelooflijke sommen
voor een stukje beschuit of een pakje
bloem. Ah dit zal ik nooit vergeten
Het was in Wilna, dat ik voor den
eersten keer in mijn leven een beetje
voedsel stal om den hongerdood te
ontgaan....
Eiken dag trokken er eenige afdee-
gen vooruit om de zeldzame huizen
uit te plunderen, welke de vijand ge
ëerbiedigd had.
Bij hunne terugkomst werden dan de
levensmiddelen gedeeld. Daags na de
aankomst in Wilna had mijne kompag-
nie zich in drie groote kamers van
een verlaten herberg gevestigd. Na
tevergeefs in al de hoeken en kanten,
op zolc ers en in kelders gezocht te
hebben of er nergens niets te vinden
was om mijn honger te stillen, at ik
treurig een stukje beschuit, wat geen
ons woog en dronk daarbij een glas
slecht water.
Die schelmsche Russen verzuimden
niets van hetgeen ons kon tergen,
gebied of naar het buitenland mede
te nemen of te verzenden. Dit geldt
in de eerste plaats ook voor Relchs-
kreditkassenscheine. Voor zoover het
in een enkel geval aan personen bg
uitzondering wordt toegestaan geld
bedragen naar het Reichsgebied mede
te nemen, moeten deze personen
Reichskredltkassenscheine bg de
Duitsche douane-grenskantoren tegen
Reichsmarkbiljetten inwisselen.
De legergroep wijst er opnieuw op,
dat troepenonderdeelen en afzonder
lijke tot de weermacht behoorende
personen geen Reichsmark-biljetten
naar het bezette gebied en geen
Reichskredltkasse nschelne bg het
vertrek uit (het bezette gebied mo
gen medenemen. Aaanwezige bedra
gen moeten bg de Duitsche douane-
grenskantoren tegen de toegelaten
geldsoorten worden ingewisseld.
(Ochtendbladen 18 Mei 1940)
Het noodgeld ingetrokken»
Het Departement van Binnenland-
sche Zaken maakt in overleg met de
Duitschen bevelhebber in Nederland
aan alle gemeentebesturen bekend,
dat de machtiging tot uitgifte van
noodgeld is ingetrokken.
(Avondbladen 18 Mei 1940)
Opgave van verwoestingen
van bedrijven.
Namens den Opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht wordt in over
leg met den Duitschen militairen
bevelhebber in Nederland aan te
directeuren van de provinciale en
gemeentelijke electriciteits-, gas- en
waterleidingsbedrijven, hieronder be
grepen de particuliere waterleidings
bedrijven, alsmede aan de troepen
commandanten, het verzoek gericht,
zoo spoedig mogelijk een globale
opgave van beschadigingen en ver
woestingen van hun bedrijven te
doen toekomen aan den directeur-
generaal der electriciteitsvoorzie-
ning departement van Waterstaat,
Binnenhof 20, 's Gravenhage
(Ochtendbladen 18 Mei 1940)
VOLKSGEZONDHEID.
De directeur-generaal van de
volksgezondheid maakt bekend:
1. Alle diensten en instellingen
op het gebied van volksgezondheid
werken zooveel mogelijk door.
2. Het is dringend noodzakelijk
de hand te houden aan de verplich
ting tot aangiften van besmettelijke
ziekten.
3. Deze aangiften moet voor-
loopig geschieden in alle gevallen
waarin vermoeden van besmettelijke
ziekte bestaat, welke aangifte nader
moet worden bevestigd, indien de
ziekte is vastgesteld.
4. Gevallen van besmettelijke
ziekte in de provincie Overgsel
moeten tot nader bencht ter kennis
worden gebracht van den genees
kundigen Inspecteur van de volks
gezondheid te Groningen,
5. De inspecteurs van de volks
gezondheid moeten zoo spoedig
mogelijk aan den betrokken hoofd
inspecteur kennis geven van alle
feiten en omstandigheden, waaruit
gevaar voor de volksgezondheid kan
voortvloeien.
6. Van alle storingen in de drink
watervoorziening moet door de
burgemeesters onmiddellijk kennis
worden gegeven zoowel aan den
betrokken pharmaceutisch inspecteur
van de volksgezondheid als zoo
mogelijk aan het rijksbureau voor
drinkwatervoorziening.
7. De keuringsdiensten van waren
moeten zooveel mogelijk toezicht
uitoefenen ter voorkoming van het
gebruik van ondeugdelijke levens
middelen.
8. De vleeschkeuring blijft intact.
Voor destructie van cadavers en
afgekeurd vleesch moet zorg worden
gedragen. Voor het geval destruc-
toren tijdelijk het materiaal niet
kunnen verwerken, kan dit begraven
worden op algemeene aanwijzingen,
te geven door de veterinair inspec
teurs van de volksgezondheid.
9. Op het rijksinstituut voor de
volksgezondheid vinden de werk
zaamheden geheel op normale wijze
plaats, zoodat alle aanvragen tot
dit instituut op de gewone wijze
kunnen worden gedaan.
10. Alle instellingen op het ge
bied van volksgezondheid moeten
van moeilijkheden bij de uitoefening
van den dienst zoo spoedig mogelijk
aan den betrokken Inspecteur van
de volksgezondheid kennis geven.
Ochtendbladen 19 Mei 1940.
Distributie prijsopdrijving enz.
15. Verordening over het verbod
betreffende verhooging der prijzen.
Bij machtiging van den Opper
bevelhebber van de Duitsche Weer
macht verordenen wij als volgt
Par. 1. De op het oogenblik der
bezetting geldende prijzen en ver
goedingen voor alle noodzakelijke
artikelen, voor de geheele landbouw-,
zoowel als voor de nijverheids voort
brengselen, evenzeer voor het goe
derenverkeer van eiken aard in de
door het Duitsche leger bezette ge-
vooraleer hunne huizen te verlaten
wanneer zij, gelijk het in Wilna en in
de omstreken gebeurde, den tijd niet
hadden om ze in brand te steken, dan
sneden zij de koorden der waterputten
af en wierpen in die putten allerlei
vuilnis.
Hoe dikwijls is het mij niet voorge
vallen, dat ik mijnen dorst moest laven
rr.et eenige teugen stinkend water, dat
ik opslorpte uit een wagenspoor of
uit den hoefslag onzer paarden.
Maar dit alles was slechts een begin
van ons bitter lijden. Wij waren nog
talrijk, goed gekleed, voorzien van
nieuwe schoenen met dikke zolen, wij
rekenden nog op den zegepraal.
Morgen, overmorgen, binnen enkele
uren misschien, zouden wij eten vinden,
klaar water. De hoop doet leven, ik
had geduld
Wordt vervolgd.