TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS doetje goed.! De grens over en weer. FEUILLETON. De foren waakf Uit den Raad. Zaterdag 13 April 1940 Een en Zestigste Jaargang No 15 De nieuwe Duitsche grensbe palingen hebben voor plaatsen als Kerkrade en Vaals al heel bij zondere moeilijkheden. Deze twee toch loopen als be bouwde en bevolkte kom, letter lijk onmiddellijk tot aan de grens, in „betere tijden" was 't verkeer, 't onderlinge verkeer aan weers zijden, dan ook zeer ongedwon gen. Een stadje als Vaals bijv. om bij deze zuiderbuur te blijven leefde van een stad als Aken. Voor de Akenaars was deze Nederlandsche grensplaats een geliefd uitgaans- en ontspannings oord, waarvan de vele groote gebouwen en hotels nog getui gen. Aan dat floreerende contact is een einde gekomen, maar alle verkeer, ook voor de tegenwoor dige afsluiting, was nooit geheel van de baan. Een der tegenwoordige moei lijkheden blijkt uit het feit, dat inwoners van het Vaalser kwar tier, wat Duitsch gebied is, in Vaals ter ketke ging, in de kapel der Duitsche paters Redemptoris ten in Vaals dus van welke één, dus van Nederland uit, was belast door het Akensche diocees, met de zielzorg in het Vaalser kwartier. Practisch is dit nog zoo. De Duitsche kinderen van het Vaalser kwartier zouden zooals gewoonlijk ook dit jaar hun le H. Communie doen in Vaals, waartoe zij werden voorbereid door genoemden pater. Midden onder die voorbereiding kwam de grensafsluiting en de kinderen vierden nu de plechtigheid van hun eerste H. Communie bij de Capucijnenpaters in de kapel van het Akensche Friedhof. De Nederlandsche familie en vrienden en bekenden ondervon den hiervan dit keer de moei lijkheden van de grensafsluiting. Evenwel de Vaalsenaren of te Vaals woonachtigen, die bijtijds aanvroegen, hebben van de Duit- schers gelegenheid gekregen toch over de grens te gaan. De Msb. vernam nog, dat in het algemeen door de Duitsche autoriteiten alle moeite is gedaan om in Berlijn rekening te doen houden met de uitzonderlijke grenstoestanden aan dit deeltje van Nederland-Duitschland, maar er kon niet aan worden voldaan. Tot nu toe tenminste. Afgezien van dit laatste zij het gerucht vermeld, dat met Mei a.s. nieuwe en meer soepele bepa lingen van kracht zouden worden maar wij moeten dit gerucht laten voor wat het is. De ver wezenlijking lijkt vooralsnog zeer onwaarschijnlijk. Met dit alde grensafsluiting is en blijft voor velen lastig, zeer lastig. Ook voor tal van Duit- schers zelf. Men schikt zich er natuurlijk, moef zich wel schik ken, maar zal zielsblij zijn als Roman uit het Venraysche land door Gerard Lemmens. 18. In alles en met alles moet het van een verstandige en van een op bouwende strekking zijn. Geen afbre ken, geen stukslaan, en dan de stukke boel neergooien met een bizarre en hatende dreiging erbij, en er wijdbeens bij gaan staan, en zeggenziezo En op het werk ook geen dingen doen, die het werk schaden. Saboteren, als ik het zo wil noemen. Nee, dat niet. Afijn, zo is het met hem gegaan. Hij heeft zich ongetwijfeld laten drijven. Maar aanhang had ie zowat niet, we hebben het gezien. Zo is het met hem gegaan op het werk, en we zien het niet alleen op dit gebied. En... ge weet het, Jukkel is gebleken een eigen aardig, 'n werkelijk koppig iemand te zijn. Alles staat bij hem op een punt de werkgever, de heer, de priester is een verdoemelijk kapitalist of hand langer ervan. Maar kom, wat wijd ik me ntf daarover uit 1 Jukkel was on bruikbaar op het werk geworden, vol strekt onbruikbaar hij stond geheel onder geïmporteerde invloed, die de goede gang van zaken op het werk scha deed. Hij stuurde daarheen. Ik moest hem daarover onder handen nemen En ge weet, welke harde woorden en welke beledigende woor den daar zijn gevallen tegen mij. Ik moest hem opzeggen 1 en hij kwam dit voor, door zelf de boel neer te gooien. Hij wou de eer hebben, zeid'ie. Ach ja. Maar, zijn vrouw dan, en alles weer beter zou worden in alle opzichten voor beide kanten van weerszijden van de grens. Vrijdagavond hield de Gemeente raad van VenrayeeDe openbare ver gadering, onder voorzitterschap van Burgemeester Janssen. Afwezig waren de Heeren Nelis- sen en van Djjck, die beiden bericht van verhindering hadden ingezonden. 1. Notulen der openbare vergade ring van 16 Februari 1940 en die der besloten vergadering van den zelfden dag (deze laatste notulen liggen voor de Heeren Raadsleden ter inzage bjj den Secretaris). Worden zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. 2. Ingekomen stukken a. dankbetuiging voor verleend subsidie fanfare St. Catharina Leunen b. schrijven Ged. Staten betref fende ontvangst der door den Ge meenteraad in zijne vergadering van 16 Februari j.l. vastgestelde veror dening tot wijziging der algemeene politieverordening c. besluit van Ged. Staten tot goedkeuring raadsbesluit d.d. 16 Fe- bruari j.l. betreffende verhuring woning Kruisstraat 7 d. idem betreffende wijziging raadsbesluit van 12 Nov. 1937, Nr. 193/27, strekkende tot verkoop van een perceel grond aan H. Gooren te Venray. e. idem betreffende wijziging voor waarden verbonden aan den verkoop aan M. A. Geerets te Ysselsteyn van het perceel ontginningsgrond Sectie H Nr. 1945, groot 7.95 H.A. f. idem betreffende wijziging be grooting 1939. g. schrijven Ged. Staten van Lim burg betreffende vaststelling ge meenterekening over 1937 h. idem betreffende goedkeuring gemeentebegrooting en begrooting van het gemeentelijk gasbedrijf, beide voor het dienstjaar 1940. i. mededeeling van Z Ex. den Heer Minister van Sociale Zaken, dat het tarief van steunverleening der acht ste klasse en de daarbij geldende regeling betreffende de verstrekking eener overgangstoelage (bij huis huren boven f 2voortaan voor alle werkloozen alhier kan worden toegepast. Worden voor kennisgeving aange nomen. j. verzoek van de K.J.V. alhier, om toekenning eener subsidie. De Heer Pij Is wees op den minder sterken financieelen toestand dezer vereeniging, welke toch een sociaal nut heeft en zou in verband daar mede aan het verzoek willen vol doen. De Heer Guelen wees er op, dat ook de gemeente gebruik heeft ge maakt van het gebouw der K.J.V. en geprofiteerd heeft van de diensten dezer vereeniging Ook de Heer Millen bevestigt dit. De Voorzitter merkt op, dat B. en W. niet onsympathiek staan tegen over deze aanvrage, maar is bevreesd om een precedent te stellen. Wat moet de Raad doen bij een eventu- eele aanvrage van b.v. de Jonge Werkman en dergelijke. De eene wel subsidieeren en de andere niet, gaat toch niet op. De finantieele toestand der gemeente achten B. en W. niet rooskleurig, al zal men door het in willigen van dit verzoek niet dood gaan. Maar op de gevolgen van een subsidieering moet de Raad toch letten. De Heer van Boven verklaart zich accoord met B. en W. Hij acht het bovendien geen gebruik om in den loop van het jaar subsidies te ver- leenen. De Heer Guelen wijst nogmaals op de moeilijke omstandigheden der K.J.V. en zou daarom van dezen regel willen afwijken, hoewel hij zich verder met het standpunt van B. en W. kan vereenigen. De Heer Odenhoven roemt het mooie jeugdwerk der K.J.V. en zegt, dat een bedrag of bedragje verschil maakt. De Heer Millen zegt, dat bij het bezoek van Minister Romme de K.J.V. ook hare diensten verleend heeft in hun gebouw. De Heer Steeghs meent, dat de K.J.V. te Castenray er goed bijzit en wel niet met een subsidie-aanvrage komen zal, zoodat hij het gevaar van een precedent niet groot acht. De Voorzitter meent, dat wanneer de verleening van de gevraagde sub sidie gemotiveerd moet worden met de verleende diensten In 1938, de vergoeding aan den hoogen kant geacht mag worden. De Heer Arts stelt voor f 25.te geven, waarmede de Heer van Boven zich vereenigen kan, alhoewel hij blijft aansporen tot voorzichtigheid. Wethouder Pubben zou overeen komstig het voorstel van B. en W. willen wachten tot de aanstaande gemeentebegrooting. Hij spreekt zich uit voor steun aan sociale instel lingen. Het verzoek komt nu in stem ming. Met 8 stemmen voor en 5 tegen werd aangenomen f 50.sub sidie te verleenen. Tegen stemden de Heeren Janssen, Camps, Arts, Pub ben, van Boven. k. Verslag van den Vleeschkeu- ringsdienst over 1939. Wordt voor kennisgeving aange nomen. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om den leider van het distributie-kring-kantoor Venray (de heer J. B. A. Schaepman) aan te wijzen voor het als zoodanig inneo van ontvangsten en doen van uitga ven voor en uit de gemeentekas, den distributiedienst betreffende. De Heer van Haren vraagt of de gemeente ook voor dezen ambtenaar verzekerd is tegen eventueele te korten, waarop de Voorzitter zegt, dat de verzekering algemeen is en alle ambtenaren omvat. Het ver zekerd bedrag is f 60 000. Wordt goedgevonden. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling eener nieuwe verordening, regelende de rangen, het aantal, de samenstelling, de eischen van benoembaarheid en de bezoldiging van de ambtenaren der gemeentepolitie te Venray. De Heer Pij ls acht 1 hoofdagent en 3 agenten wel wat weinig voor een gemeente van 15000 zielen. Hij zag dit getal gaarne uitgebreid. Ook een motorfiets of auto kan de politie in een gemeente als Venray met zulke groote afstanden moeilijk ontberen. Bij brand bijv. vertrekt de auto-brandspuit en de politie komt achteraan gefietst. De Heer van Haren zegt, dat er practisch van de drie agenten er een niet geteld moet worden, daar deze meestal zijn tijd bezet heeft als bode ter secretarie. Een kleine wijziging stelt hij voor. Gaarne zag hij in de bezoldiging het woord „na" vervangen door 't woord „bij", dan zouden dienstjaren van elders meetellen bij de berekening van de bezoldiging. De Heer Odenhoven zou het getal polltie-ambtenaren niet uitbreiden. Ook terugwerkende kracht bij sala risbepaling acht hij niet gewenscht. De Heer Millen herinnert aan de toezegging, destijds bij een bespre king van een schrijven van den Po litiebond „St, Michael" gedaan. De Heer Pijls zou de terugwerken de kracht doen beginnen per 1 Jan. 1939. De Voorzitter merkt op, dat uit breiding van het politiepersoneel geld kost. Hij acht dit in een rus tige gemeente als deze ook niet noodig te meer waar hier ook een brigade Maréchaussee gevestigd is. Het beschikbaar stellen van een motor of auto is goed en wel, maar men moet aan de kosten denken. Bovendien heeft bij bijzondere ge legenheden de politie de beschikking over een auto. Het ontwerp dezer regeling is be reids door den Politiebond „St. Michael" goedgekeurd, zoodat de Voorzitter zich afvraagt of de Mi nister de door den Raad gewenschte verandering zal goedkeuren. Veran deren is eenvoudig genoeg, maar de consequenties ervan inzien, is minder gemakkelijk. Na een kleine wijziging ging de Raad met het voorstel van B. en W. accoord. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging en aan vulling van het Ambtenarenreglement dezer gemeente a. ten aanzien van de bepalingen betreffende overwerk b. ten aanzien van de bepalingen betreffende gelijktijdig genot van burgerlijke eD militaire belooning van gemobiliseerd overheidspersoneel Z.h.s. goedgekeurd. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de noodige gelden te voteeren voor de Inrichting en de exploitatie van een Bureau voor de Jeugdregistratie. Op een vraag van den Heer van Haren of de plannen der regeering vaststaan, antwoordt de Voorzitter bevestigend, waarna de Heer Oden hoven een couranten uitknipsel aan den Voorzitter geeft, waarin hij meende te moeten zien, dat de sub sidie van het Rijk minder hoog zou zijn. De Voorzitter zegt, dat de Raad aan zijn besluit de voorwaarde zou zou kunnen verbinden, dat de Rijks subsidie zoo hoog zijn zou als in het voorstel van B. en W. staat. De Heer Odenhoven zegt, dat het natuurlijk mooi zijn kan maar voor Venray ziet hij er als het ware geen heil in. Hij is bevreesd, dat de te benoemen Leider van het Bureau voor leege banken zal praten en waar schuwt daarom voor kosten maken. De Voorzitter wijst op de enorme beteekenis van het jeugd-vraagstuk. De jeugd moet aan het werk. De oude sleur gaat in onze dagen niet meer. Daarom is de leiding voor de jeugd noodig en zal gunstig resul taat niet uitblijven. De Heer Odenhoven blijft zwaar op de hand en vraagt; kunnen we, als er als het ware niets van terecht komt er weer mee uitscheiden De Heer Millen meent het pessi misme van den Heer Odenhoven te kunnen verklaren uit het kleine resultaat met- en de weinige voor- het werk der werkkampen destijds door de Werkliedenvereniging ter hand genomen, De Voorzitter wijst er op, dat de opzet nu nog maar de gemeente Ven ray betreft, doch op den duur zich ook over de naburige gemeenten zal uitstrekken en dan een rayon zal omvatten als de Districtsarbeids beurs. Als zoodanig is het ook een belang voor onze Gemeente. De Heer van Haren acht de tot stand koming van een Bureau voor Jeugdregistratie van groot belang voor de jeugd. De Voorzitter is ook van deze mee ning en zegt, dat de f 480.die dit plan aan de Gemeentekas kost ver antwoord, al zou de opzet mislukken. Hier gaat het niet alleen over de arbeidersjeugd maar over de jeugdige middenstanders ook, kortom de ge- heele jeugd in wier belang dit werk zeer zeker is. De Heer van Boven zegt, dat we blij moeten zijn, dat we een dergelijk bureau in onze gemeente krijgen. Ook de Heer Guelen juicht dit werk zeer toe en is het standpunt van B. en W. ten volle toegedaan. Z.h.s. werd dit voorstel hierna aan genomen. 7. Voorstel van B. en W. tot vaststelling van de vergoedingen voor de verschillende lagere scholen en de bijzondere jongensschool voor uitgebreid lager onderwijs over 1937, overeenkomstig het bepaalde in de artt. 101 en 103 der Lager-Onderwijs- wet 1920. Z.h.8. goedgekeurd. 8. Schrijven van de WoniDgver- eenlging „St. Oda" alhier, betreffende bouw van arbeiderswoningen, in ver band met de ingetreden verhooging van de bouwkosten. De Voorzitter deelt mede, dat In bedoeld schrijven gevraagd wordt om de som van f 5000.te verhoogen tot f 7000.wegens prijsstijging. Hg stelt voor dit schrijven ten spoe digste door te zenden naar den Mi nister. De Heer Odenhoven hoopt, dat men spoedig tot het bouwen kan over gaan, daar het woning tekort in Venray nijpender is dan elders. Ook de Heer van Haren spoort tot spoed in deze aan en wijst er op, dat er in het naburige Maashees veel meer woningen gesticht worden als bedoeld in de Landarbeiderswet dan in deze gemeente. De Heer Millen verklaart het wei nige effect dat de Landarbeiderswet hier sorteert, voorkomt uit het stand punt dat de3*ijds het gemeente bestuur innam tegenover gedane aanvrage. Hier werd geoordeeld dat hier feitelijk geen landarbeiders in de den zin der Landarbeiderswet waren. De Voorzitter hoopt, dat er zich thans nog gegadigden zullen aanmel den om een plaatsje in den zin dier Wet te krijgen. Ook wil hij er op wijzen, dat ook aan particulieren gelden verstrekt worden bij tweede hypotheek voor nieuwbouw of op ruiming van krotwoningen. Z.h.s. besloot de Raad vorenbedoeld schrijven door te zenden. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verbetering van den weg Venray-Wanssum. Meerdere Sprekers voerden bij dit punt het woord. De Heer Steeghs herinnerde aan het jarenlang getob met de wegenverbetering. En nu deze groote uitgave voor één weg. Wat zal er nu in de toekomst voor de bui tenwegen kunnen geschieden. Niets meer. Spreker betwijfelt min of meer de juistheid der becijfering der kos ten voor dezen weg. De Heer van Haren zag gaarne langs dezen weg een fietspad. De fietser zijn een gevaar op dezen weg. zijn kinderen. Ik heb waarachtig mede lijden met hen, Arnold. Kijk eens, Hanna, het is zijn eigen schuld dat het hem en z'n huishouden zo gaat. - Laat 't voor hem zijn eigen schuld zijnmaar dat zijn gezin 't zo moet treffen, vind ik wel jammer. Jukkel geeft niet bij Hij ziet niet in. Hij is eenmaal, wat we mogen zeggen verblind. Te koppig, te eigen dunkelijk, te trots om de vlag te strijken. Hij is nu kerkloos ook, en, wat ik met een vreemd woord moet noemenanarchistisch gezind. Maar dat nog daargelatenik kan mij voor hem toch niet in m'n plooien laten leggen. Waar bleef anders mijn prestige mijn recht mijn eigendomsbeschikking? Ziet ge, ik heb voor een deel willen toegeven, ik dacht aan ziin vrouw en kinderen, en ik wilde het ook nog doen voor de goede gang van zaken; maar dan had hij zich daarna te ge dragen. Ja ja, dat weet ik allemaal wel maar 2ijn vrouw dan, dat goed mens, en de kinderen, die arme wichten. Ge moest zo maar eens zien, of ge hem niet aan een of ander werk kunt zetten, is het niet op de fabriek, dan ergens anders, bij 'n andere misschien, of waar ie alleen kan werken. Ik heb ook al eens gedacht, van zijn vrouw 'n paar goede werkhuizen te verschaffen Weet ge wat we kunnen doen, Hanna? Waarachtig, het wordt goed buiten, vannacht valt er 'n fiksche bui, ik hoor al veraf rommelen- Laat. zonder dat er maar iemand, wie ook, er iets van af weet, hun, die vrouw Jukkel met 'r kinderen wat etensgerei bezorgen, 'n paar kilo boter, 'n zak aardappelen, 'n partij broden. Grada kan dat nog 't best toevertrouwd wor den sinds vader zaliger ons ontvallen is, en van ons een jaargeldje heeft, is zo iets wel iets voor haar. Ik zal dan eens verder zien. - Kom, mosder, we zullen ook maar naar boven gaan. Ja, zo heeft ieder huis zijn kruis. Maar wij leven toch goed en ge lukkig samen, niet? Doen we ook, ja ja, en hij pakte zijn vrouw eens. Vrouw Jukkel heeft dit, Zoldaat heeft dat, de Jansens heb ben weer wat anders, bij de van den Langebreedonks stierf gisteren hun enigst kindje, vier jaar was 't. En wij. hebben het met onze Viet. Die handelt en wandelt niet zoals het mag. Nou zit ie hier, dan spekuleert hij daar. Ik hoorde laatst nog, hoe hij de familie Zoldaat behandelt heeft. Zoldaat, door de ziekte van zijn vrouw achteruitge- boerd, had 'n kapitaaltje op z'n doening moeten nemen. Leviet kocht de hypo theek ophij gaf geld toe om de hypotheek te krijgen, verzekerde men me gisteren. Hij schijnt het alleen ge daan te hebben uit pure baldadigheid of wraak. Er was wat rente achter stallig, hij maande de nieuwe rente niet, en toen speelde Leviet opeens zijn liedjehij zei de hypotheek op, en godweet wat hij nog meer tegen de familie uitspookte, onderwijl An dood ziek lag. De doening kocht hij, en de familie zijn naar de Poeldijk moeten trekken, in zo'n hut van wat steen en wat plagge Weet ge wat, Hanna nou we 't over de Zoldaats hebben.... we moeten de wijkzuster eens naar hen laten informeren. Misschien kunnen we iets voor hen doen. Kom, maar nu gaan we naar boven. Ze namen wijwater. De eerste regendrop pletste toen dik tegen de serreruit. HannaGe weet toch zeker, dat het licht bij het Heilig Hartbeeld brandt vroeg hij toen ze boven waren Ja. Maar, hoe komt ge dat zo opeens te vragen Ja, 't brandt. Ik kijk er elke avond naar. Ja, hoe komt ik dat zo te vragen! Dat weet ik zelf niet. Misschien omdat ik er nu juist aan dacht. Ze baden hun drie weesgegroetjes, op de knieën voor het bed. En in bed schuddelde Hanna even 'r hoofd in de kussens en prakkezeer- de nog eraan, waarom Arnold haar dat zo gevraagd had, dat van het licht bij het Hartbeeld. Omdat hij anders er immers nooit om vroeg. In Jukkels woonst ontstak Trees, bij de biddende kinderen, 'n restje kaars En samen baden ze. Dat was lang niet meer gebeurd. Harrie had hen bij hem laten eten, nou 1 en daardoor wat later dan gewoon naar Trees teruggebracht. En nu baden ze, en Gerdake en Sjefke baden zo hel, opdat moeder het maar goed zouden horen hoe goed ze het al geleerd hadden op school. En Toontje, in 't bedje maar door de open deur rabawelde 't zijne mee. Buiten begon het te onweren. Als het hommelt, moeder, en we bidden dan goed. dan treft het weer licht ons niet, is 't nie. moeder? Nee, kinderen. Maar nou ook goed bidden. En voor Toontje mee want die is nog te klein om zelf te bidden. Kan vader ook niet bidden, moeder Ja.jawel, maar nu is vader uit. Hij bidt, als jullie al slapen. Hij... hij weet ge wat, kinders nu nog een Onze Vader voor vadertje. En samen baden ze. En nou ook een weesgegroetje voor ome Harrie, zei Gerdake, omdat wij er zo lekker hebben gegeten straks. XXI. Tines Jukkel wreef zich eens de handen. Zijn ogen genotenze moesten, dat voelde hijzelf, wel blinken in de duister nis. Daarom kon hij nu zeker ook zien in de duisternis, gelijk de katten. De duisternis, die donkerte die wapte, die scheen te leven. Maar bang, o 1 maar dat was hij niet. Hij wist immers zijn doel, zijn weg, en hij kende zijn nuchterheid. Hij dacht aan funest plan en aan bokkerijders van 'n voorbije eeuw. Aan 't verdoemlijk kapitalisme en aan zonde dacht hij nu niet. O, maar hij kwam nu wel, waar en wat ie in z'n kist had I. De lucht zat vol zwarts. Geen maan, geen sterren. De lucht zat dik en dicht. Massaal, en levend. Er was daar zwoeging, ruchtende zwoeging van slierende en bukkende wolken, die dicht over de aarde gin gen. Eisa! daar gaat er ene heen. Tines wilt hem kennen. Verdoemd, dat is z'n zwager, Kobes. Kobes Zoldaat, Zeker in het dorp moeten zijn. Nou. die ook nog een mooie tippel naar zijn hut daar achter op de Peeldijk. Waar zou ie z'n jongen hebben ge laten. Zeker bij z'n naaste buur, als ge daar in die peelhoek nog van naaste buren spreken kunt - Afijn, hij gaat daar, die Kobes Bonsjoer, en goede hacht. Eisa 1 daar ginds sikkelde, scherp, 't licht bliksem. De wind ging jagen. D'r stonden bomen langs de weg, waar Tines ging; en de wind woelde en «chrewde er in. De wind trok, en trok verder, en gierde nou al over het land, de huizen, over de aarde. Het span wolken boven Tines, ach ja, Tines voelde weer dat hij er nog was... dat zwol, d^t woelde, ge zaagt het niet, maar dat wulpte ook. En er vielen dik al enkele druppels. Ze kletsten open op Tines z'n hand en tegen z'n gezicht: ze ploften neer in het droge stof, op het droge land, op de warme makadam. Ver, ver weg nog grommelde de donder, dreigend als toetredende stappen. Regen kwam. De bui lag te baren in de luchten. Regen.... En de processie Allo. TinesWaaraan denkt ge. Die regen, de onweersbui was toch Het kauwen van WRIGLEY'S P.K. is goed voor Uw gezondheid; het kalmeert en voorkomt overspannen zenuwen. Behalve dat de verkwikkende P.K. na eiken maaltijd de zenuwen sterkt, bevordert het de spijsvertering en houdt het de t3nden schoon, gaaf en sterk. P.K. kauwen is een goede gewoonte voor jong en oud. Koopt vandaag nog enkele pakjes en houdt er steeds een paar bij de hand. h.t.s. Veel genot voor weinig geld: 5 cent, AAAAAAAAAAAAAA Zij rijden met 4 naast elkaar en kijken den automobilist aan of ze zeggen willen: rij me maar eens om, als je durft. De Heer Odenhoven spreekt als Steeghs met bezorgdheid over de buitenwegen, wier onderhoud er bij inschiet. Ook de Heer van Boven valt hem daarin bij, waarna ook de Heeren Pijls en Millen het woord voeren. De Heer van Schendel, Directeur der Gemeentewerken is thans ter vergadering aanwezig en geeft een nadere uiteenzetting der plannen voor dezen weg, waarna de Heer van Haren blijft vasthouden aan de nood zakelijkheid van een fietspad langs den weg. De Heer van Haren zegt, dat als wij de voorschriften, over den weg thuis krijgen en over zoo'n pad niet kunnen meeprateD er dan ook geen Raad noodig is. Terwijl de Heer Millen zelfs een tot standkoming van 2ulk een fietspad tot eisch wil stellen voorde goedkeuring van dit plan. De Heer van Schendel meent, dat de Povinciale Waterstaat zulk een pad wel zal goedvinden mits dit naast den weg komt, die zelf 8 meter breed moet blijven. De Voorzitter merkt op, dat voor dezen weg een ruime subsidie geno ten wordt door de gemeente en dat de subsidiegevers dus meepraten. Hij kan derhalve geen rijwielpad toe zeggen doch wil de autoriteiten daar wel over spreken. Spreker merkt aan het adres van den Heer Steeghs op, dat hier de volle waarheid gesproken wordt en dat er niet gepoogd wordt den Raad een rad voor de oogen te draaien of om den tuin te leiden. De Heer Steeghs veert recht bij de opmerking en zegtzeker, mijnheer de Voor zitter. De Raad meent, dat er eens met de autoriteiten over spreken niet ge noeg is en weer dreigen de discus sies hervat te worden, doch de Voor zitter zegt, dat dit punt nu lang en breed genoeg besproken Is, zoodat tot stemming kan worden overgegaan. Het voorstel wordt aangenomen met 11 tegen 2 stemmen. Tegen stem den de Heeren Odenhoven en van Boven. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der gemeentebegrooting 1940 in verband met bovenbedoelde besluiten. Z.h.s. goedgekeurd. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling opnieuw der verordening op de heffing van 75 opcenten op de Gemeentefonds belasting in de gemeente Venray. Wordt ter inzage neergelegd. Hierna deelt de Voorzitter mede, dat het zeer wenschelijk is een brand- gekomen! Daar kon g^en processie iets aan doen. Toevallig, ja natuurlijk toevallig! dat nou regen kwam na die regenprocessie. De geestelijken, reken maar van jes, die papen zouden het zeker uitkramen en uitkraaien als van een wonderbare gebedsverhoring. Toe maar Afijn, het was goed, die regen, dit weer, zulk ruchtend weer. Ver doemd ja, voor hem ook I Ge kont nu heel wat vrijer werken, ge behoefde minder bang te zijn. Omdat een on voorzichtig en onverhoopt geruchtje zich dan verloor in de ballegooi van wind en regen en dondergegrommel. Het was de eerste keer, dat ie op zulk een gedurfde tocht uitging. Maar klaar kwam hij. Als, ja, als het v>eer zich maar niet zó zette, dat het een vreselijk onweer gaf, zodat de mensen hier in het dorp opstonden en gingen bidden, van wegede bangigheid. Spren kelde z'n Trees vroeger, toen ze pas getrouwd waren en er 'n flinke schoer opkwam, alle kwaraers niet met wij water En stak men overal wel zowat, bij een zwaar onweer een gewijdo kaars aan Jongejonge nog toe. Als ge dat allemaal nu zo nuchter nagaat I Tines lachte. Hij was niet bang Ja, een beetje eigenaardig te moe nou ja; maar dat kon ie zich en voor iedereen wel begrijpen. Kijk, verder weg het land in, daar vlamde plots 'n lichtje op. O, zeker al zo'n moeder met 'n boel kinders, die allemaal even bang waren, al opgestaan waren, en nu rond de ontstoken kaars hun geloof, hahal gingen botvieren in een bidden afsme kend van den Onzichtbare dat Hij het naderend verschrikkelijk gevaar van hun huis en diens bewoners zou at- wenden. Wel ja Woonde Nella daar niet, de oudste van de Lievens Afijn, zo erg leek de bui nochtans niet te worden. De zware bui zou wel bij en langs de Maas blijven hangen, en ermee stroomafwaarts drijven. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1940 | | pagina 5