n Stem ci: bel op FEUILLETON. Deloren waakt Buitenland. Provinciaal Nieuws Marktberichten. Prac aanm Bloenl en Lai za Wed. Ni te verwachten is dat binnenkort wel nadere verzoeken bg den Raad zullen worden ingediend. De Heer VAN HAREN zegt, nu men toch algemeen over de wegen aan het spreken is, daarover ook nog wel even een opmerking te willen maken, n.l. in verband met het sneeuwruimen, waarvan volgens hem te weinig werk gemaakt is. Hij zou willen, dat daarvoor ook een aparte post op de begrooting kwam, dan kan althans niet meer gezegd worden, dat er geen geld voor is. De VOORZITTER zegt, dat op een dergelgken winter niet gerekend kon worden. Het was zelfs niet genoeg te sprekeD van een ouderwet- schen winter, beter kan men het noemen een extra ordinaire. Men moet echter niet zeggen, dat hier niet veel sneeuw geruimd is, integendeel. De Heer van Drjck zal dit kunnen beamen. Er is tenminste voorkomen, dat verschillende gedeelten van de gemeente geïsoleerd werden, hetgeen toch op verschillende andere plaatsen het geval is geweest. Ook zgn alle verkeerswegen van eenige beteekenis steeds zoo goed mogelijk van sneeuw vrg gehouden, zoodat het verkeer in onze gemeente zoo weinig mogelijk hinder van den sneeuw heeft ondervonden. De Heer VAN HAREN zegt, dat naar zgne meening voor zand strooien ter voorkoming van gladheid behoorlijk gezorgd is, doch de sneeuw is, vooral op de trottoirs in de kom, te lang blijven liggen. De Heer REINTJES informeert hierna, of er geen aanvrage is bin nengekomen van een zekeren Thijssen, om een voorschot ingevolge de Landarbeiderswet. Spreker meent, dat het toch als een algemeen belang is te beschouwen om het bouwen van landarbeiderswoningen te bevor deren. De VOORZITTER antwoordt, dat een dergelijk verzoek Inderdaad is ingekomen, doch dat een bepaald voorstel van B. en W. in deze verga dering nog niet kon worden gedaan; de zaak is in onderzoek. De Heer PYLS vraagt, of er niet een verzoek om subsidie Is inge komen van de K J.V. afdeeling Venray. De VOORZITTER antwoordt, dat ook dit verzoek is binnengekomen, doch dat Burgemeester en Wethouders hieromtrent bij verschillende andere gemeenten nog nadere informatie's hebben ingewonnen, welke echter nog niet binnen zijn; ook hier moest dus met een voorstel ge wacht worden. Op voorstel van den VOORZITTER gaat de Raad hierna over in be sloten zitting. Na heropening niets meer te behandelen zijnde en geen der leden nog het woord verlangende, sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed. Jeugdregistratie te Venray. Een groote hulp bij het vinden eener positie. Vele jongeren kunnen er van profiteeren. Door het gemeentebestuur van Venray werd in enkele Limburgsche dagbladen een advertentie geplaatst, waarin gevraagd wordt een leider eener in te stellen Jeugdregistratie te Venray. In de kosten zal het Rijk voor een groot gedeelte bijdragen. Zooals bekend zal, deze registratie geschieden door de Arbeidsbeurs. De Minister van Sociale Zaken dr. van den Tempel, heeft zich eind Januari met een schrijven tot 45 :gemeenten gewend waar wel een arbeidsbeurs gevestigd was maar nog geen bureau voor jeugdregistra tie. Deze strekt zich uit tot jeug dige personen van 14 tot 21 jaar. De minister heeft zich door men sehen uit de practjjk, die dagelijks met de jeugd in aanraking komen en haar nooden kennen, laten voor lichten. In zijn cbrijven aan de gemeen tebesturen zegt de minister hiervan: „Zeer veel jongeren hebben in perioden van werkloosheid aan den hier geschetsten arbeid deelgenomen. Echter moet helaas worden vastge steld, dat groote groepen jongeren dit nog niet deden. Nu kon echter de laatste jaren worden geconsta teerd, dat in die gemeenten, alwaar de zorg van gemeentewegen ten behoeve van de hlerbedoelde jonger en was samengetrokken in een bij zondere instelling, n.l. een bureau voor jeugdregistratie, het deelnemen van de jongeren aan den genoemden arbeid veel grooter werd dan voor heen het geval was." De minister zegt voorts, dat het bureau voor jeugdregistratie gezien moet worden als het centraal punt in een gemeente, alwaar de belan gen van de niet-schoolgaande jeugd worden behartigd, in het bijzonder voor het geval deze jeugd met werkloosheid heeft te kampen. „Door goede kennis omtrent Iedere jongen man, die bij het bureau staat ingeschreven, zal het mogelijk zijn, mede door zoo mogelgk gebruik te maken van voorzieningen op het gebied van voorlichting bij beroeps Roman uit het Venraysche land door Gerard Lemmeiis. 17. Och, wat weet gij feitelijk hiervan af 1 Ik heb er nog nooit zoveul woor den aan gespendeerd dan nou. Gij verstaat dat verkeerd, gij kijkt er anders tegenaan Met ow vrouwen- verstand, dat gewoonlijk maar naar ene kant ziet, en dat ge meeneemt naar de keik en weet-ik-meer en dat daar maar Iuisterd naar wat ze het volk toebrauwen, komt ge onder de invloed van degenen die een lijn trek ken met het kapitaal. Ik wil nie hebben, dat ge onze pastoor en kapelaans.... Dat wil ik ook niet. Maar luister eens ik mag en ik moet toch voor mijn recht opkomen, en ook voor dat der anderen. Daar moet altijd ene zijn die er mee begint, die durft zal ik maar zeggen. Nee, nee! ik weet al wat ge wilt zeggen. Dat de anderen goochemer zijn dan ik, dat ze hun brood nog altijd dik verdienen. Ja, zo iets hebt ge op 'n nest als hier altijd. Maar dat wordt eenmaal anders. Als ge maar geduld hebt. Wat modern is, en waarin het moderne zich toch eenmaal zal doorwerken, dringt toch eens door. Ook tot op ons kafferdorp. Nee, nee, spaart ow de moeite maar. Gij bekeerd! mij toch niet meer. Ik ben er nou te, hoe zal ik zeggen, te nuchter voor geworden. Of feitelijk ik ben bekeerd 1 maar niet zoals de pastoor dat bedoelt. keuze, dat de leiding van het bureau den jongen man met raad en daad ter zjjde staat, hem o.a. bij werk loosheid aanraadt aan cursussen, kampwerk e.d. deel te nemen. Hierdoor wordt bereikt, dat be trokkene niet alleen in tijden van werkloosheid aan zinvollen arbeid deelneemt, maar bovendien dat zgn geschiktheid om in het vrije bedrijf te worden geplaatst, wordt ver groot. Uit de verdere uiteenzetting blgkt voorts, dat de minister ook het idee van het z.g. „zakboekje" of „staat van dienstboekje" van mr. Romme heeft overgenomen. Samenwerking de werkgevers. met Er wordt voorts gewezen cp de noodzakelijkheid om voortdurend samen te werken met de werkgevers De voordeelen, die op deze wijze verkregen kunnen worden, moet men niet gering achten. Natuurlijk brengt een en ander nieuwe kosten mee. Het Rijk draagt voor de gemeenten in de kosten tot ten minste 50 procent bij. Hoe groot h< fi aantal jeugdige werkloozen te Venray en omgeving is, weet men nog niet, daar eerst hun namen uit het bevolkingsregis ter moeten worden gelicht. Hun aantal zal wellicht niet groot zijn. Het laat zich begrijpen, dat het van groote waarde is om op elk wille keurig moment van eiken Venray- schen jongeman te kunnen weten of hij werkend of werkloos is. Alleen als men over alle gegevens beschikt en bovendien nog weet het genoten onderwijs, de genoten vak opleiding, de behaalde diploma's, kan men met kans op succes trach ten voor de werkloozen arbeid te vinden en voor de meer of minder geschoolden een behoorlijke positie te verwerven. Een belangrijk uitvloeisel van een goed georganiseerd bureau voor de jeugdregistratie is, dat de mogelijk heid tot plaatsing in het vrije be drijf wordt vergroot. Zulks is in de practjjk reeds bewezen. Teneinde ook hier een zoo groot mogelijk resultaat te kunnen berei ken is het noodig, dat het bureau voor de jeugdregistratie ingeschakeld wordt bij de Arbeidsbeurs, waardoor tevens de mogelijkheid bestaat om een bijzondere bemiddeling voor jongeren in het leven te roepen. Hierdoor wordt ook bereikt, dat voor aangelegenheden de arbeidsbe middeling betreffende, weer nauw Godgod, zuchtte Trees. Ze had wat met Tines. Nooit nog hadden ze zo tegen mekaren gesproken. Waar moet dat naar toe En, och, dat was nou nog niet het ergste, maar wel dat wat Tines nu wou gaan doen. En dat de uitkomst of het gevolg was van zijn ideeën en die vervloekte leer. Krek als de koffie uit de koffiepot En toch zat er toch nog een goede grond in Tines, dat wist ze, dat voelde ze. Maar breng zijn goede grond maar eens naar boven 1 Hoe deed Kobes toch anders. Hij had ook tegenslag gehad, en heeft het nog. Erger dan zullie. Maar hoe slaat hij er zich door heen Braaf is ie niet, nee, dat niet. Maar hij weet nog wat zijn plichten zijn. Kobesja. Hij kwam niet dikwijls. En als ie eens 'n keer kwam, dan keek hij haar altijd zo aan, ze wist niet hoe; en dan zei hij altijdge zijt 'n brave vrouw, Trees, 'n goeie vrouw. En hij bleef nooit lang. En klasjeneerde nooit met Tines over de allerhande zaken van maatschappij en die santeboetiek. Tines ging in de deurpost slaan, en floot 'n heisaliedje, misschien wel met opzet. Godgod, zuchtte Trees nog 'n keer. En dan ratelde ze opeens Daar dan I als ge toch naar niets meer wilt luisteren, dan zeg ik het ow. Gij, met ow gepraat over de moderniteit en de nieuwe dageraad, gij breekt ons huiselijk leven ermee af Gij maakt ons huiselijk en gelukkig leven kapot. Kapot, ja. Dat geldt ook voor onze kinders. Daar, nou weet ge het. Ho, ho, Trees. Ge moet me goed begrijpen. Of ik ow begrijp 1 Maar doe maar wat ge wilt. Maar ik niet, ik niet Ik eet niet van wat ge steelt, ik niet. En ons Gerdake niet. en Sjefke niet, en Toontje ook niet. Nou goed, als ge eenmaal zo koppig wilt zijn, als ge dat zelf wilt. Ik 'denk anders, dat 't water wel op kan worden samengewerkt met den Rijksdienst der Werkloosheidsver zekering en Arbeidsbemiddeling. Er zijn thans reeds bureaux voor jeugdregistratie gevestigd in de ge meenten: Almelo, Amersfoort, Arn hem, Breda, Dordrecht, Eindhoven, Gouda, Haarlem, Heerenveen, Heer len, Den Helder, Helmond, Den Bosch, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Roosendaal, Venlo, Vlaardingen, Wassenaar, Winschoten, Zeist en Zutphen. Werkwijze van het bureau. Een bureau voor jeugdregistratie bestaat uit een leider, benevens voor zooveel noodig uit een of meer as sistenten. Het aantal hangt, voor de hand liggend, af van "de grootte van de gemeente. Wanneer het bureau gaat werken,' worden de namen van alle jongens van 14 tot en met 21 jaar uit de bevolkingsregisters gelicht en voor zoover zij niet schoolgaande zijn, of .dit om andere reden niet noodig is, persoon voor persoon naar het bureau geroepen, alwaar de leider of een van' zgn assistenten, niet van achter een loket, doch aan een tafel in het bureau met ieder van de jon gens praat. Van alle jongens wordt een z.g. „staat van dienst" gemaakt. Deze gegevens komen in een boekje te staan, dat den jongen wordt uitge reikt, terwgl de gegevens ook op 't bureau voor de jeugdregistratie worden bewaard. In het boekje wordt volstaan met zakelijke gegevens, ter wijl een beoordeling van de jonge mannen er niet in wordt vermeld. Er moet verder voortdurend wor den samengewerkt met de werkge vers, teneinde na te gaan welke jonge mannen nog bg hen werken Dit is noodig, omdat telkens per 2 maanden moet vaststaan of een jonge man werkt en zoo ja waar, dan wel of hij niet werkt. Het resultaat van een dergelgk systeem leidt er toe, dat wordt ver kregen a. een volledig overzicht van de arbeidsmarkt van de jongeren van 14 tot en met 21 jaar; b. dat de werkgevers beter in de gelegenheid zijn betrouwbare inlich tingen te krijgen bij sollicitaties van jonge mannen; c. dat aan jonge arbeiders voor lichting wordt gegeven bij de keuze van een beroep, in verband met hun persoonlijken aanleg, doch ook in verband met de kansen op de arbeids markt d. dat de jongeren voortdurend worden herinnerd aan de mogelijk heid welke voor hen bestaan om door het volgen van cursussen e.d. hun vakbekwaamheid te vergrooten e. dat de werkelooze jongens wor den gewezen op de verschillende mogelijkheden, welke er voor hen zfjn om in perloden van werkloos heid niet doelloos rond te loopen f. dat de jongeren er in sterkere mate toe worden gebracht, zich bij Arbeidsbeurs te laten inschrijven, waardoor indien tevens een speciale afdeeling voor arbeidsbemiddeling voor hen bestaat, de plaatsingsmo gelijkheid wordt vergroot. DE ALGEMEENE TOESTAND. DE GEALLIEERDEN EN DE NEUTRALEN. Als men zich ongeduldig afvraagt, wier „schuld" het is, dat de zoo ein deloos, althans uitzichtloos lijkende oorlog voortduurt, dan kan men daarop kort en goed antwoorden: van de geallieerden, dus van Enge land en Frankrijk. Maar een derge lijk antwoord zonder méér, zou niet rechtvaardig wezen. Het is inderdaad een feit, dat de neutrale staten niets liever wenschen dan onmiddellijk herstel van den vrede. Zelfs de Russische regeering heeft het de vorige week bij monde van Molotof in den Oppersten Sovjet- uw tong zal komen. En praat niet zo over dat ik steel. Want dat is het niet. Is het niet. Van zo ene, van het on rechtvaardig kapitalisme steelt ge niet Dat kan niet. Maar ik denk wel, dat ge andere idees zult krijgen. Dat denk ik. Kom Tines. Alles kan toch anders geregeld worden. Alles kan toch ook nog goed gemaakt worden. Ik zal uit werken gaan. Ik krijg best een paar werk- en washuizen, en ik ben er nog sterk genoeg voor, goddank. Gij Ge ligt, sakkernogtoe, de eerste week al op bed. 't Mot met ow gaan krek als met An En trouwens, al kreegt ge ook werkhuizen, al waart ge sterk genoegwaar laat ge ons kinderen De man kindermeid speulen, en de vrouw werkenjawel, maar hier niet. Nee, Trees, hoor es. Wat geeft het nou, als ik wat van een overdadig grote hoop iets afneem Niks aan die hoop, nee. Maar ge kunt het vragen. Tines lachte smalend. Er zijn ook nog andere wugen. Ik wil niks ervan, en de kinderen ook niet. Nou, zooals ge wilt. Mij goed. Maar ik zal niet verhongeren. Ik ga naar de politie. Watte! Dat moet ge eens pro beren. - Maar dat doet ge toch nie. Tines pakte de deur vast. En wachtte even nog. Nou, ik ga. Adjuus. Tot straks Ik heb potdorie veelsteveel woorden hieraan verspild. Tines verdween door het deurgat. De deur viel smakkend dicht. De deur werd weer opengedaan. Genavend Trees. Kobes Ik dacht, ik zal nog eens even komen aanlopen. Is Tines hier? Ge ziet er niet goed uit, Trees. Toch nie ziek raad nog eens met nadruk verzekerd, dat er geen volk is, dat stelselmati ger voor den vrede jjvert dan het Russische. En Duitschland Duitsch- land smacht naar vrede Dus... Inderdaad, vele neutralen vragen zich af: „Waar vechten En geland en Frankrijk voor Waarom willen ook zij den vrede niet Churchill, de eerste Lord der Brit- sche admiraliteit, gaf op die vraag dezer dagen een antwoord in een radio-rede, door te zeggen: „Als wjj den strgd zouden staken, zoudt ge dat weldra ervaren". Het is zeer zeker niet waar, dat onder alle omstandigheden degenen, die het hevigst den (oogenblikkeljj- ken) vrede verlangen, het vrede- llevendst zijn. Als b.v. Rusland thans vrede wenscht, dan is dat uit zucht om de winst uit den aanval op Polen en uit de diplomatieke samenwerking (Baltische Staten en Finland) veilig te stellen; een winst welke door een geallieerde eindoverwinning in ge vaar zou komen. Als kleine Euro- peesche staten naar vrede verlangen dan is dat voor een groot gedeelte uit vrees dat ze in den oorlog zullen worden betrokken. Dat de vrede, thans gesloten, voor hen de ergste bedreiging zou kunnen worden, is iets, waaraan ze voor het moment liefst maar niet denken. Als Duitschland voor den vrede gvert. is dat niet uit een verlangen tot herstel van het recht, maar om gedane veroveringen gesanctionneerd en een veel grootere wereldmacht erkend te krggen. Italië tenslotte, wenscht vrede om dezen te kunnen chanteeren en de voordeelen (Tunis, Dziboeti, Suez, Corsica) ervan^te'veroveren. Engeland en Frankrijk wenschen niet minder den vrede dan hun vg- anden en dan de neutralen, maar zg kunnen op hetoogenbllk van den vrede niets verwachten en moeten den oorlog voortzetten uit zelfbehoud èn naar ze zeggen ter bescher ming ook van het internationale recht, met verminking waarvan ook het lot der kleine neutrale staten bezegeld zou zgn. Als de Britten verzekeren, dat ze óok voor het belang, zelfs het onaf hankelijke bestaan van andere, kleine, volkeren strgdeD, dan mag men daarover de schouders ophalen, maar zelfs wanneer men aanneemt, dat de geallieerden enkel en alleen vechten voor hun eigen zaak, dan zal het toch moeilijk zijn om het te looche nen, dat met de zaak der geallieer den het belang van meerdere klei nere volkeren nauw samenhangt. En nu verdriet het den Britten meer en meer, dat ze desondanks van die volkeren zoo weinig medewerking bekomen, ja, dat deze zelfs zoo weinig begrip betoonen voor de klaar blijkelijke verhouding van de belan gen. De neutralen, zoo zei Churchill in zijn hierboven bedoelde rede, heb ben slechts zorg om hun neutraliteit en zorg om den oorlog beindigd te krggen, méér zoo vroeg hij waarom duurt de oorlog zoo lang De oorlog, zei Churchil, had een zeer korte kunnen zijn, wellicht had er in het geheel geen oorlog behoeven te komen, indien alle neutrale staten, die in funda menteel opzicht onze overtuiging deelen en openlijk of in het geheim met ons sympathiseeren, zich aan ééngesloten hadden op één teeken en in één lijn. Dat is niet gebeurd, vervolgde de Lord der Britsche marine; we heb ben er niet op gerekend en zgn dus niet teleurgesteld. We vertrouwen op God en op onze eigen wapens, die we hebben getrokken voor een zaak, die hoop op een betere harmonie der menschheid in zich draagt. MAar aldus nog steeds de Brit sche minister, de kleine neutrale staten van Europa staan niet alleen niet actief aan onze zijde, maar ze worden door Duitschland zelfs ge dwongen om materialen te leveren, welke dienen om den oorlog te kun nen voortzetten en daarnaast worden ze door Duitschland bedreigd om hun rechtmatigen handel op Engeland en Frankrijk op te geven. En omdat de neutralen zich daarin Kobes, wat zal ik zeggen. Ge bent een goeie mens. Maar Tines is nie hier. Alles is goed, ja ja. Ieder mens heeft wat, en wij ook. Maar Tines is niet hier, en nou heb ik toch maar het liefste, dat gii... ge moogt mij dat niet kwaad nemen, Kobes, daar kent ge mij genoeg voor, waar?.., dat ge maar niet lang bleeft. Ja ja, Trees, ik weet het wel Ge bent een brave vrouw, Treesge bent een goeie vrouw. 'n Tas koffie heb ik wel klaar staan. Wilt ge er ene Dank ow, Trees. Ik ga maar. Ik heb nog wat in het dorp te doen Doe de groeten aan Japie van tante Trees. - En gij aan uw kindei s van ome Kobes. Waar zijn ze Ze zijn naar onzen Harrie, och ja, ge weet wel, die brengt hun wel eens wat mee van 't gesticht, waar Harrie werkt. Ze zijn dalik hier, dat moeten ze, voor 't donker. Nou, dag Trees. En 't beste! Dag Kobes. Ge komt wel eens terug als het meer gelegen komt, waar Kobes. Kobes ging. Evert aarzelde Trees nog hem na te roepen, om 'm te vragen dat ie Tines eens zou zoeken en nagaan. Doch ze heeft 't maar niet gedaan. Die Kobes... En Trees. XX. Bemind zij overal het Heilig Hart zan Jezus! één stem, sonoor. In de eeuwigheid van de eeuwen Amen I de andere stemmen. Daarmee eindigde men in de Juni maand het rozenkransgebed, dat men bij de van Douwenaars-Lejour gezame- lijk met elkaar had gebeden. Dan gin gen Grada, de dienstmeid, en Mina, 't hulpmeisje en kindermeisje tegelijk, naar boven. Ze konden er nog wat doen voor hun eigen. schikken zich misschien moeten schikken. kan de oorlog niet kort zijn* Churchill herinnerde er aan, dat de Britsche marine de neutrale scheep vaart beschermt. Van de 800 neu trale schepen, die in Britsch convooi voeren, hebben de Duitschera er slechts één kunnen vernietigen. Maar Duitschland bedreigt de neutralen om af te zien van Britsche bescher ming en hun schepen prgs te geven aan de brute willekeur van deDuit- sche oorlogskrachten. Aldus werden 200 neutrale schepen tot heden tot zinken gebracht en daarbij zijn circa 1000 neutralen vermoord het is de taal van Churchil die op deze schepen vreedzaam hun werk verrichten. De Britsche marine doet, wat ze kan, voor de slachtoffers. Een dergelijke oorlogsvoering, vervolgde hg, is niet toegepast sinds de onder drukking der zeerooverij en het is een monsterachtige macht, die de neutralen, welke het meest hebben geleden, en nog lijdsn, moeten voor zien van de middelen voor een toe komstige agressie. Dit is 'n macht waarvoor zjj moeten buigen en tot welker overwinning zg gedwongen zgn bg te dragen, hoewel zij weten dat de overwinning van die macht hun eigen slavernij zou beteekenen. Niet zonder bitterheid, welke uit zijn betoog sprak, kwam Churchill toen tot een bespreking van wat er met het Nederlandsche visscherschip „Protinus" is gebeurd. De „Protinus" zonk volgens het relaas van de ge redde bemanning, door een ontplof fing (bom, mijn of torpedo) De op varenden hadden nauwelijks tijd om met hun elven In het reddingsbootje te gaan. Drie dagen en drie nachten dreven ze rond op zee; ze waren totaal uitgeput. Toen naderde een Duitsch vliegtuig, dat de inzittenden op een welgericht mitrailleur-vuur onthaalde, waardoor twee manneö werden gedood. De overgeblevenen voeren toen nóg drie dagen en drie nachten rond, tot ze eindelijk door een Britschen onderzeeër werden op gepikt. Churchill zei er het volgende van op denzelfden dag, terwijl opvaren den van een Engelsche duikboot acht uitgeputte Nederlanders, die zes dagen in een open boot hadden rond gezwalkt, op brancards aan land droegen, hebben de Nederlandsche vliegers in naam van de strikte en onpartijdige orthodoxie een Engelsch vliegtuig, dat verdwaald was neer geschoten. Ik maak den Nederlan ders, onzen dapperen bondgenooten uit vroeger dagen, geen verwgt: Mijn sympathie gaat uit naar hen in hun gevaren en hun benardheid, terwijl zg met den tijger In één kooi wonen. Met een en ander uit Churchill's rede aan te halen, hebben we geens zins onze volledige instemming wil. len betuigen met alles, wat de Lord der Britsche admiraliteit heeft ten berde gebracht, maar den lezer iets nader willen brengen tot het Brit sche inzicht, dat, ook al wordt het niet door hem en ons gedeeld, min stens begrip waard is. We kunnen ons den gemoedstoestand der geal lieerden zoo goed voorstellen, die zéker gelóóven, ook voor onze be langen op te komen in hun strijd en zich onderwijl door de neutralen zien tegengewerkt op grond van onzijdig- heidsverplichtlngen, welker effecten nadeelen zijn voor de geallieerden en voordeelen voor hun tegenstanders. Evenzoo worden de telkens her haalde betuigingen van vredeswil der neutrale staten als hinderlijke bemoeienissen te Londen en Parjjs ge voeld, omdat ontijdige vredesacties slechts Duitschland ten goede zou den kunnen komen. In dat opzicht is ook de reis van Roosevelt's afge zant, Summer Welles, door Europa, een onaangename surprise geweest voor de geallieerden en het was dan ook ongetwijfeld geen toeval, dat den dag, waarop Summer Welles zijn rapport uitbracht aan den president der Ver. StateD, de Opperste Oorlogsraad der geallieerden te Londen bijeen kwam en daar de Britsch-Fransche samenwerking ten behoeve van de voortzetting van den oorlog, het be reiken van het oorlogsdoel en de vestiging, van een vrede, welke nieuw geweld uitsluit, opnieuw hebben be zegeld en hechter nog dan te voren hebben beklonken. Engelschen Franschen hebben zich verbonden om noch over een wapenstilstand noch over vrede te onderhandelen zonder volledig overleg met elkaar; voor oorlog en vrede hebben ze zich tot een onverbrekelijke samenwer king verplicht. De onmiddellijke af kondiging dezer besluiten was on getwijfeld mede bedoeld als een duidelijke vingerwijzing aan de re geering der Ver. Staten om de geallieerden niet met vredesacties te hinderen, terwijl ze met inzet van het voortbestaan hunner landen en volkeren vochten voor een nieuwe internationale orde, die vrijheid, recht en vrede voor de toekomst zou ver zekeren. Meneer Arnold van Douwenaar keek nog eens even in de krant, en mevrouw Hanna rangeerde nog wat. Wat later keek meneer eens op de pendule:half negen door Nou, moe wat dunkt u O, dat het wel bedtijd is Allee, Fré en gij ook Ton, naar boven I Nee, Rietje, geen boek meer 1 Hebt ge 't schoolwerk af? Goed En gij, wurmke, moet gij ook al een boek hebben? ge kunt 't nog niet eens lezen, Nelleke I Allemaal maar netjes naar boven I Me dunkt... kijk es, 't is bekant negen uur. Half negen, moepieperde Rietje. Maar toch antwoordde ze het koor meewe gaan al, moe. De jongens en jneisjes zeiden vader en moeder welterusten, vader duim- drukte een klein kruisteken op hun voorhoofd, en gaf elk 'n tikje op de wang. Dag bengelen en engelen 1 Moeder deed dat bovenze bracht het viertal naar bed. De tijd ging. De penduul wees negen, tien, en toen half elf. Meneer had de krant gelezen, nog wat korresponden? tie in handen gehad, het jaarverslag van de Harmonie ingekekenen me vrouw had nog getelefoneerd naar de zaken wat ze morgen te brengen had den aan vlees en grutterswaren, ook de krant even doorgekeken, 'n kopje thee gezet voor hun beiden. Met de slag van half elf keek ze naar de penduul. Ze stond op, en pro beerde of de naar buiten opengaande serredeur wel dicht was j ze rammelde licht. Koba maakt altijd toch alles dicht, zei hij. -- Ja, ik weet 't wel. Maar ik dacht zo, dat 't wat rammelde. En, Arnold I hoort ge het. Jk geloof warempel, dat het buiten hommeles wordt- Het waait. En nog al f|ink, geloof ik. Als de wind dan maar wat regen meebrengt. Voor de boeren, voor de tuinders, afijn bekant voor iedereen. VENRAY, 6 April 1940 LUXOR THEATER. Heden Zaterdag 8 uur en morgen Zondag 5 en 8 uur vertoont Luxor U„PILOOT X". In de buurt van een vliegtuig fabriek heeft men last van een ge heimzinnigen vlieger, die er zich op schgnt toe te leggen vliegtuigen naar beneden te schieten. Het lgkt wel krankzinnigenwerk en de direc teur van de fabriek veronderstel: dan ook, dat men te doen heeft met een vlieger, die door den oorlog van zinnen geraakt is en zgn moorddadig bedrgf voortzet. Er wordt een uit gebreide actie op touw gezet om den geheimzinnigen vlieger te vinden en men maakt daarbij ook gebruik van vroegere oorlogvliegers. Het is een spannend jachten en angstig ver moeden, wat aan deze film een on gekende spanning verleent. Als tweede hoofdfilm vertoont Luxor U: „HET LIED VAN DE PRAIRIE". Kranige cowboy's, die hun leven wagen om de moordenaar van hun vriend te vinden. Die met list en moed zoeken naar hun groote vgand, en hem elndelgk vinden. Dan breekt het uur van vergelding aan en ook de moordenaar krijgt zijn verdiende loon. Fred Lott en Louisse Small ineen spannende film van liefde en verraad in het wilde westen, met meeslepende cowboy-liedjes. Een spannend ge geven, snelle actie, adembenemende spanning in een omgeving van ruwe mannen en een romantische natuur. Bij het kampvuur zingt de cowboy zgn lied steeds gereed het naderende gevaar onder de oogen te zien. Gaat deze film zien. Diefstal. In den nacht van Vrgdag op Zater dag werd ingebroken in den winkel van de fam. van den Hoogenhof te Merselo en werden een partij siga retten, sigaren, chocolade en eenig geld ontvreemd. De gemeente-politie heeft de twee daders gearresteerd en het ontvreemde teruggevonden. De daders H. en V. van hier zgn op transport gesteld naar Roermond. VENLO. Op de Coöp. Veiling ver eeniging van Maandag was de aan voer 3.025.000 eieren Kippeneieren van f 3 00 tot f 3.60 Kleine eieren van f 2.80 tot f 3.00 Eendeneieren van f 2 50 tot f 3.00 ROERMOND. Op de Coöp. Veiling- vereeniging van Maandag was de aanvoer 7.000.000 eieren. Kippeneieren van f 3 00 tot f 3.60 Eendeneieren van f 2 80 tot f 3.00 Behalve voor ons, met de fabriek. Maar allons, wat 't meest nodige is, moge gebeuren. Trouwens, we hebben op de fabriek in deze warme zomertijd altijd zo'n beetje onze voorzorgsmaat regelen genomen. Mevrouw ging de kamer uit. Ze ging alle deuren nog eens na proberen. De achterdeur. De voordeur. De raam. De serre. De keukendeur De vensters. Ze kwam terug met: ja, Arnold, het begint flink te waaien, buiten. En ik zag geen sterren aan de hemel. Ik geloof, dat we vannacht, eindelijk dan, wel wat mee zullen krijgen. Kan het ons kwaad, Arnold O, op het werk. Nou ja, wel wat. Maar we moeten daaraan maar niet denken. God geve, dat we regen krij gen. Het is zoo nodig. Maar, als we regen krijgen, dan is de processie van gisteren niet zonder uitwerking geble ven, Hanna. Dat was nog eens een spontane processie, nietl Kompleet heel het dorp deed mee, ja. Alleen zeg, Hanna, hadt ge dien Jukkel... nee, ge zult hem wel niet hebben gezien, maar ik zag hem nog krek wegduiken, wegkruipen alshetware, toen we langs het Holleweggetje kwamen. Krek of ie bang was. Of ie de processie ont vluchtte. Wat een vent, nietl Anders zo'n ipond 1 Toch is 't een arme drommel En ik geloof, dat hij jn wezen zo kwaad wel niet kan zjjn. Ja, wat zal ik daarop zeggen Vroeger was Jukkel 'n beste kerel, en 'n goeie werker, tevree ook. Maar iets raars heeft ie toef) wel altijd over zich gehad. Maar toen, ge weet het. Nou, organisatie i$ best. Zeer goed. Het kan, zou ik zeggen, haast niet anders meer, ze moet er zijn. Maar als we dan bij mekaar zijn, staan er niet twee onverzoenlijke partijen tegenover elkaar, zoals Jukkel dat voor had. Wordt vervolgd. Iedereen wil na tig en gezond 1 sche kauwen v£.:, is hierby op ci wijze behulpzai: dert het de spij- P.K. kauwen ster£:: dat drukkende ger^ Het schept nieuwT;' de werkkracht. bü de hand. 17.', Veel genot voor1 AAAAAA Mooier dan onze n i e u Junghans hebben thai keus in sal gemodelleer met melodie natuurlijk; baar! Jungl Komt U ze plichting ee H. Horlogerie in alle maten n Zelfde prgs als Firma van -ii is toch v< VEI Wederom v M. Hendri Tel Firma van del De van ouds steeds voorrad

Peel en Maas | 1940 | | pagina 8