n
Stem
ci:
bel op
FEUILLETON.
Deloren waakt
Buitenland.
Provinciaal Nieuws
Marktberichten.
Prac
aanm
Bloenl
en Lai
za
Wed. Ni
te verwachten is dat binnenkort wel nadere verzoeken bg den Raad
zullen worden ingediend.
De Heer VAN HAREN zegt, nu men toch algemeen over de wegen
aan het spreken is, daarover ook nog wel even een opmerking te willen
maken, n.l. in verband met het sneeuwruimen, waarvan volgens hem te
weinig werk gemaakt is. Hij zou willen, dat daarvoor ook een aparte
post op de begrooting kwam, dan kan althans niet meer gezegd worden,
dat er geen geld voor is.
De VOORZITTER zegt, dat op een dergelgken winter niet gerekend
kon worden. Het was zelfs niet genoeg te sprekeD van een ouderwet-
schen winter, beter kan men het noemen een extra ordinaire. Men moet
echter niet zeggen, dat hier niet veel sneeuw geruimd is, integendeel.
De Heer van Drjck zal dit kunnen beamen. Er is tenminste voorkomen,
dat verschillende gedeelten van de gemeente geïsoleerd werden, hetgeen
toch op verschillende andere plaatsen het geval is geweest. Ook zgn
alle verkeerswegen van eenige beteekenis steeds zoo goed mogelijk van
sneeuw vrg gehouden, zoodat het verkeer in onze gemeente zoo weinig
mogelijk hinder van den sneeuw heeft ondervonden.
De Heer VAN HAREN zegt, dat naar zgne meening voor zand
strooien ter voorkoming van gladheid behoorlijk gezorgd is, doch de
sneeuw is, vooral op de trottoirs in de kom, te lang blijven liggen.
De Heer REINTJES informeert hierna, of er geen aanvrage is bin
nengekomen van een zekeren Thijssen, om een voorschot ingevolge de
Landarbeiderswet. Spreker meent, dat het toch als een algemeen belang
is te beschouwen om het bouwen van landarbeiderswoningen te bevor
deren.
De VOORZITTER antwoordt, dat een dergelijk verzoek Inderdaad is
ingekomen, doch dat een bepaald voorstel van B. en W. in deze verga
dering nog niet kon worden gedaan; de zaak is in onderzoek.
De Heer PYLS vraagt, of er niet een verzoek om subsidie Is inge
komen van de K J.V. afdeeling Venray.
De VOORZITTER antwoordt, dat ook dit verzoek is binnengekomen,
doch dat Burgemeester en Wethouders hieromtrent bij verschillende
andere gemeenten nog nadere informatie's hebben ingewonnen, welke
echter nog niet binnen zijn; ook hier moest dus met een voorstel ge
wacht worden.
Op voorstel van den VOORZITTER gaat de Raad hierna over in be
sloten zitting.
Na heropening niets meer te behandelen zijnde en geen der leden
nog het woord verlangende, sluit de VOORZITTER de vergadering met
gebed.
Jeugdregistratie
te Venray.
Een groote hulp bij het vinden
eener positie.
Vele jongeren kunnen er van
profiteeren.
Door het gemeentebestuur van
Venray werd in enkele Limburgsche
dagbladen een advertentie geplaatst,
waarin gevraagd wordt een leider
eener in te stellen Jeugdregistratie
te Venray.
In de kosten zal het Rijk voor
een groot gedeelte bijdragen.
Zooals bekend zal, deze registratie
geschieden door de Arbeidsbeurs.
De Minister van Sociale Zaken dr.
van den Tempel, heeft zich eind
Januari met een schrijven tot 45
:gemeenten gewend waar wel een
arbeidsbeurs gevestigd was maar
nog geen bureau voor jeugdregistra
tie. Deze strekt zich uit tot jeug
dige personen van 14 tot 21 jaar.
De minister heeft zich door men
sehen uit de practjjk, die dagelijks
met de jeugd in aanraking komen
en haar nooden kennen, laten voor
lichten.
In zijn cbrijven aan de gemeen
tebesturen zegt de minister hiervan:
„Zeer veel jongeren hebben in
perioden van werkloosheid aan den
hier geschetsten arbeid deelgenomen.
Echter moet helaas worden vastge
steld, dat groote groepen jongeren
dit nog niet deden. Nu kon echter
de laatste jaren worden geconsta
teerd, dat in die gemeenten, alwaar
de zorg van gemeentewegen ten
behoeve van de hlerbedoelde jonger
en was samengetrokken in een bij
zondere instelling, n.l. een bureau
voor jeugdregistratie, het deelnemen
van de jongeren aan den genoemden
arbeid veel grooter werd dan voor
heen het geval was."
De minister zegt voorts, dat het
bureau voor jeugdregistratie gezien
moet worden als het centraal punt
in een gemeente, alwaar de belan
gen van de niet-schoolgaande jeugd
worden behartigd, in het bijzonder
voor het geval deze jeugd met
werkloosheid heeft te kampen.
„Door goede kennis omtrent Iedere
jongen man, die bij het bureau staat
ingeschreven, zal het mogelijk zijn,
mede door zoo mogelgk gebruik te
maken van voorzieningen op het
gebied van voorlichting bij beroeps
Roman uit het Venraysche land
door Gerard Lemmeiis.
17.
Och, wat weet gij feitelijk hiervan
af 1
Ik heb er nog nooit zoveul woor
den aan gespendeerd dan nou.
Gij verstaat dat verkeerd, gij kijkt
er anders tegenaan Met ow vrouwen-
verstand, dat gewoonlijk maar naar
ene kant ziet, en dat ge meeneemt
naar de keik en weet-ik-meer en dat
daar maar Iuisterd naar wat ze het
volk toebrauwen, komt ge onder de
invloed van degenen die een lijn trek
ken met het kapitaal.
Ik wil nie hebben, dat ge onze
pastoor en kapelaans....
Dat wil ik ook niet. Maar luister
eens ik mag en ik moet toch voor
mijn recht opkomen, en ook voor dat
der anderen. Daar moet altijd ene zijn
die er mee begint, die durft zal ik
maar zeggen. Nee, nee! ik weet al
wat ge wilt zeggen. Dat de anderen
goochemer zijn dan ik, dat ze hun
brood nog altijd dik verdienen. Ja,
zo iets hebt ge op 'n nest als hier
altijd. Maar dat wordt eenmaal anders.
Als ge maar geduld hebt. Wat modern
is, en waarin het moderne zich toch
eenmaal zal doorwerken, dringt toch
eens door. Ook tot op ons kafferdorp.
Nee, nee, spaart ow de moeite
maar. Gij bekeerd! mij toch niet meer.
Ik ben er nou te, hoe zal ik zeggen,
te nuchter voor geworden. Of feitelijk
ik ben bekeerd 1 maar niet zoals de
pastoor dat bedoelt.
keuze, dat de leiding van het bureau
den jongen man met raad en daad
ter zjjde staat, hem o.a. bij werk
loosheid aanraadt aan cursussen,
kampwerk e.d. deel te nemen.
Hierdoor wordt bereikt, dat be
trokkene niet alleen in tijden van
werkloosheid aan zinvollen arbeid
deelneemt, maar bovendien dat zgn
geschiktheid om in het vrije bedrijf
te worden geplaatst, wordt ver
groot.
Uit de verdere uiteenzetting blgkt
voorts, dat de minister ook het idee
van het z.g. „zakboekje" of „staat
van dienstboekje" van mr. Romme
heeft overgenomen.
Samenwerking
de werkgevers.
met
Er wordt voorts gewezen cp de
noodzakelijkheid om voortdurend
samen te werken met de werkgevers
De voordeelen, die op deze wijze
verkregen kunnen worden, moet men
niet gering achten.
Natuurlijk brengt een en ander
nieuwe kosten mee. Het Rijk draagt
voor de gemeenten in de kosten tot
ten minste 50 procent bij.
Hoe groot h< fi aantal jeugdige
werkloozen te Venray en omgeving
is, weet men nog niet, daar eerst
hun namen uit het bevolkingsregis
ter moeten worden gelicht. Hun
aantal zal wellicht niet groot zijn.
Het laat zich begrijpen, dat het van
groote waarde is om op elk wille
keurig moment van eiken Venray-
schen jongeman te kunnen weten of
hij werkend of werkloos is.
Alleen als men over alle gegevens
beschikt en bovendien nog weet het
genoten onderwijs, de genoten vak
opleiding, de behaalde diploma's,
kan men met kans op succes trach
ten voor de werkloozen arbeid te
vinden en voor de meer of minder
geschoolden een behoorlijke positie
te verwerven.
Een belangrijk uitvloeisel van een
goed georganiseerd bureau voor de
jeugdregistratie is, dat de mogelijk
heid tot plaatsing in het vrije be
drijf wordt vergroot. Zulks is in de
practjjk reeds bewezen.
Teneinde ook hier een zoo groot
mogelijk resultaat te kunnen berei
ken is het noodig, dat het bureau
voor de jeugdregistratie ingeschakeld
wordt bij de Arbeidsbeurs, waardoor
tevens de mogelijkheid bestaat om
een bijzondere bemiddeling voor
jongeren in het leven te roepen.
Hierdoor wordt ook bereikt, dat
voor aangelegenheden de arbeidsbe
middeling betreffende, weer nauw
Godgod, zuchtte Trees. Ze had
wat met Tines. Nooit nog hadden ze
zo tegen mekaren gesproken. Waar
moet dat naar toe En, och, dat was
nou nog niet het ergste, maar wel dat
wat Tines nu wou gaan doen. En dat
de uitkomst of het gevolg was van
zijn ideeën en die vervloekte leer. Krek
als de koffie uit de koffiepot En toch
zat er toch nog een goede grond in
Tines, dat wist ze, dat voelde ze. Maar
breng zijn goede grond maar eens
naar boven 1 Hoe deed Kobes toch
anders. Hij had ook tegenslag gehad,
en heeft het nog. Erger dan zullie.
Maar hoe slaat hij er zich door heen
Braaf is ie niet, nee, dat niet. Maar
hij weet nog wat zijn plichten zijn.
Kobesja. Hij kwam niet dikwijls. En
als ie eens 'n keer kwam, dan keek
hij haar altijd zo aan, ze wist niet hoe;
en dan zei hij altijdge zijt 'n brave
vrouw, Trees, 'n goeie vrouw. En hij
bleef nooit lang. En klasjeneerde nooit
met Tines over de allerhande zaken
van maatschappij en die santeboetiek.
Tines ging in de deurpost slaan, en
floot 'n heisaliedje, misschien wel met
opzet.
Godgod, zuchtte Trees nog 'n
keer. En dan ratelde ze opeens
Daar dan I als ge toch naar niets
meer wilt luisteren, dan zeg ik het
ow. Gij, met ow gepraat over de
moderniteit en de nieuwe dageraad,
gij breekt ons huiselijk leven ermee af
Gij maakt ons huiselijk en gelukkig
leven kapot. Kapot, ja. Dat geldt ook
voor onze kinders. Daar, nou weet ge
het.
Ho, ho, Trees. Ge moet me goed
begrijpen.
Of ik ow begrijp 1 Maar doe maar
wat ge wilt. Maar ik niet, ik niet Ik
eet niet van wat ge steelt, ik niet. En
ons Gerdake niet. en Sjefke niet, en
Toontje ook niet.
Nou goed, als ge eenmaal zo
koppig wilt zijn, als ge dat zelf wilt.
Ik 'denk anders, dat 't water wel op
kan worden samengewerkt met den
Rijksdienst der Werkloosheidsver
zekering en Arbeidsbemiddeling.
Er zijn thans reeds bureaux voor
jeugdregistratie gevestigd in de ge
meenten: Almelo, Amersfoort, Arn
hem, Breda, Dordrecht, Eindhoven,
Gouda, Haarlem, Heerenveen, Heer
len, Den Helder, Helmond, Den
Bosch, Leiden, Maastricht, Nijmegen,
Roosendaal, Venlo, Vlaardingen,
Wassenaar, Winschoten, Zeist en
Zutphen.
Werkwijze van het
bureau.
Een bureau voor jeugdregistratie
bestaat uit een leider, benevens voor
zooveel noodig uit een of meer as
sistenten. Het aantal hangt, voor de
hand liggend, af van "de grootte van
de gemeente. Wanneer het bureau
gaat werken,' worden de namen van
alle jongens van 14 tot en met 21 jaar
uit de bevolkingsregisters gelicht en
voor zoover zij niet schoolgaande
zijn, of .dit om andere reden niet
noodig is, persoon voor persoon naar
het bureau geroepen, alwaar de leider
of een van' zgn assistenten, niet van
achter een loket, doch aan een tafel
in het bureau met ieder van de jon
gens praat.
Van alle jongens wordt een z.g.
„staat van dienst" gemaakt. Deze
gegevens komen in een boekje te
staan, dat den jongen wordt uitge
reikt, terwgl de gegevens ook op 't
bureau voor de jeugdregistratie
worden bewaard. In het boekje wordt
volstaan met zakelijke gegevens, ter
wijl een beoordeling van de jonge
mannen er niet in wordt vermeld.
Er moet verder voortdurend wor
den samengewerkt met de werkge
vers, teneinde na te gaan welke
jonge mannen nog bg hen werken
Dit is noodig, omdat telkens per
2 maanden moet vaststaan of een
jonge man werkt en zoo ja waar,
dan wel of hij niet werkt.
Het resultaat van een dergelgk
systeem leidt er toe, dat wordt ver
kregen
a. een volledig overzicht van de
arbeidsmarkt van de jongeren van
14 tot en met 21 jaar;
b. dat de werkgevers beter in de
gelegenheid zijn betrouwbare inlich
tingen te krijgen bij sollicitaties van
jonge mannen;
c. dat aan jonge arbeiders voor
lichting wordt gegeven bij de keuze
van een beroep, in verband met hun
persoonlijken aanleg, doch ook in
verband met de kansen op de arbeids
markt
d. dat de jongeren voortdurend
worden herinnerd aan de mogelijk
heid welke voor hen bestaan om door
het volgen van cursussen e.d. hun
vakbekwaamheid te vergrooten
e. dat de werkelooze jongens wor
den gewezen op de verschillende
mogelijkheden, welke er voor hen
zfjn om in perloden van werkloos
heid niet doelloos rond te loopen
f. dat de jongeren er in sterkere
mate toe worden gebracht, zich bij
Arbeidsbeurs te laten inschrijven,
waardoor indien tevens een speciale
afdeeling voor arbeidsbemiddeling
voor hen bestaat, de plaatsingsmo
gelijkheid wordt vergroot.
DE ALGEMEENE
TOESTAND.
DE GEALLIEERDEN EN DE
NEUTRALEN.
Als men zich ongeduldig afvraagt,
wier „schuld" het is, dat de zoo ein
deloos, althans uitzichtloos lijkende
oorlog voortduurt, dan kan men
daarop kort en goed antwoorden:
van de geallieerden, dus van Enge
land en Frankrijk. Maar een derge
lijk antwoord zonder méér, zou niet
rechtvaardig wezen.
Het is inderdaad een feit, dat de
neutrale staten niets liever wenschen
dan onmiddellijk herstel van den
vrede. Zelfs de Russische regeering
heeft het de vorige week bij monde
van Molotof in den Oppersten Sovjet-
uw tong zal komen. En praat niet zo
over dat ik steel. Want dat is het niet.
Is het niet. Van zo ene, van het on
rechtvaardig kapitalisme steelt ge niet
Dat kan niet. Maar ik denk wel, dat ge
andere idees zult krijgen. Dat denk ik.
Kom Tines. Alles kan toch anders
geregeld worden. Alles kan toch ook
nog goed gemaakt worden. Ik zal uit
werken gaan. Ik krijg best een paar
werk- en washuizen, en ik ben er nog
sterk genoeg voor, goddank.
Gij Ge ligt, sakkernogtoe, de
eerste week al op bed. 't Mot met ow
gaan krek als met An En trouwens, al
kreegt ge ook werkhuizen, al waart
ge sterk genoegwaar laat ge ons
kinderen De man kindermeid speulen,
en de vrouw werkenjawel, maar hier
niet. Nee, Trees, hoor es. Wat geeft
het nou, als ik wat van een overdadig
grote hoop iets afneem
Niks aan die hoop, nee. Maar ge
kunt het vragen.
Tines lachte smalend.
Er zijn ook nog andere wugen. Ik
wil niks ervan, en de kinderen ook
niet.
Nou, zooals ge wilt. Mij goed.
Maar ik zal niet verhongeren.
Ik ga naar de politie.
Watte! Dat moet ge eens pro
beren. - Maar dat doet ge toch nie.
Tines pakte de deur vast. En wachtte
even nog.
Nou, ik ga. Adjuus. Tot straks
Ik heb potdorie veelsteveel woorden
hieraan verspild.
Tines verdween door het deurgat.
De deur viel smakkend dicht.
De deur werd weer opengedaan.
Genavend Trees.
Kobes
Ik dacht, ik zal nog eens even
komen aanlopen. Is Tines hier? Ge
ziet er niet goed uit, Trees. Toch nie
ziek
raad nog eens met nadruk verzekerd,
dat er geen volk is, dat stelselmati
ger voor den vrede jjvert dan het
Russische. En Duitschland Duitsch-
land smacht naar vrede
Dus... Inderdaad, vele neutralen
vragen zich af: „Waar vechten En
geland en Frankrijk voor Waarom
willen ook zij den vrede niet
Churchill, de eerste Lord der Brit-
sche admiraliteit, gaf op die vraag
dezer dagen een antwoord in een
radio-rede, door te zeggen: „Als wjj
den strgd zouden staken, zoudt ge
dat weldra ervaren".
Het is zeer zeker niet waar, dat
onder alle omstandigheden degenen,
die het hevigst den (oogenblikkeljj-
ken) vrede verlangen, het vrede-
llevendst zijn.
Als b.v. Rusland thans vrede
wenscht, dan is dat uit zucht om
de winst uit den aanval op Polen
en uit de diplomatieke samenwerking
(Baltische Staten en Finland) veilig
te stellen; een winst welke door een
geallieerde eindoverwinning in ge
vaar zou komen. Als kleine Euro-
peesche staten naar vrede verlangen
dan is dat voor een groot gedeelte
uit vrees dat ze in den oorlog zullen
worden betrokken. Dat de vrede,
thans gesloten, voor hen de ergste
bedreiging zou kunnen worden, is
iets, waaraan ze voor het moment
liefst maar niet denken.
Als Duitschland voor den vrede
gvert. is dat niet uit een verlangen
tot herstel van het recht, maar om
gedane veroveringen gesanctionneerd
en een veel grootere wereldmacht
erkend te krggen.
Italië tenslotte, wenscht vrede om
dezen te kunnen chanteeren en de
voordeelen (Tunis, Dziboeti, Suez,
Corsica) ervan^te'veroveren.
Engeland en Frankrijk wenschen
niet minder den vrede dan hun vg-
anden en dan de neutralen, maar
zg kunnen op hetoogenbllk van den
vrede niets verwachten en moeten
den oorlog voortzetten uit zelfbehoud
èn naar ze zeggen ter bescher
ming ook van het internationale
recht, met verminking waarvan ook
het lot der kleine neutrale staten
bezegeld zou zgn.
Als de Britten verzekeren, dat ze
óok voor het belang, zelfs het onaf
hankelijke bestaan van andere, kleine,
volkeren strgdeD, dan mag men
daarover de schouders ophalen, maar
zelfs wanneer men aanneemt, dat de
geallieerden enkel en alleen vechten
voor hun eigen zaak, dan zal het
toch moeilijk zijn om het te looche
nen, dat met de zaak der geallieer
den het belang van meerdere klei
nere volkeren nauw samenhangt.
En nu verdriet het den Britten meer
en meer, dat ze desondanks van die
volkeren zoo weinig medewerking
bekomen, ja, dat deze zelfs zoo
weinig begrip betoonen voor de klaar
blijkelijke verhouding van de belan
gen. De neutralen, zoo zei Churchill
in zijn hierboven bedoelde rede, heb
ben slechts zorg om hun neutraliteit
en zorg om den oorlog beindigd te
krggen, méér zoo vroeg hij
waarom duurt de oorlog
zoo lang De oorlog, zei Churchil,
had een zeer korte kunnen zijn,
wellicht had er in het geheel geen
oorlog behoeven te komen, indien
alle neutrale staten, die in funda
menteel opzicht onze overtuiging
deelen en openlijk of in het geheim
met ons sympathiseeren, zich aan
ééngesloten hadden op één teeken
en in één lijn.
Dat is niet gebeurd, vervolgde de
Lord der Britsche marine; we heb
ben er niet op gerekend en zgn dus
niet teleurgesteld. We vertrouwen
op God en op onze eigen wapens, die
we hebben getrokken voor een zaak,
die hoop op een betere harmonie der
menschheid in zich draagt.
MAar aldus nog steeds de Brit
sche minister, de kleine neutrale
staten van Europa staan niet alleen
niet actief aan onze zijde, maar ze
worden door Duitschland zelfs ge
dwongen om materialen te leveren,
welke dienen om den oorlog te kun
nen voortzetten en daarnaast worden
ze door Duitschland bedreigd om hun
rechtmatigen handel op Engeland en
Frankrijk op te geven.
En omdat de neutralen zich daarin
Kobes, wat zal ik zeggen. Ge
bent een goeie mens. Maar Tines is
nie hier. Alles is goed, ja ja. Ieder
mens heeft wat, en wij ook. Maar Tines
is niet hier, en nou heb ik toch maar
het liefste, dat gii... ge moogt mij dat
niet kwaad nemen, Kobes, daar kent
ge mij genoeg voor, waar?.., dat ge
maar niet lang bleeft.
Ja ja, Trees, ik weet het wel Ge
bent een brave vrouw, Treesge bent
een goeie vrouw.
'n Tas koffie heb ik wel klaar
staan. Wilt ge er ene
Dank ow, Trees. Ik ga maar. Ik
heb nog wat in het dorp te doen
Doe de groeten aan Japie van
tante Trees.
- En gij aan uw kindei s van ome
Kobes. Waar zijn ze
Ze zijn naar onzen Harrie, och ja,
ge weet wel, die brengt hun wel eens
wat mee van 't gesticht, waar Harrie
werkt. Ze zijn dalik hier, dat moeten
ze, voor 't donker.
Nou, dag Trees. En 't beste!
Dag Kobes. Ge komt wel eens
terug als het meer gelegen komt,
waar Kobes.
Kobes ging.
Evert aarzelde Trees nog hem na te
roepen, om 'm te vragen dat ie Tines
eens zou zoeken en nagaan. Doch ze
heeft 't maar niet gedaan.
Die Kobes... En Trees.
XX.
Bemind zij overal het Heilig Hart
zan Jezus! één stem, sonoor.
In de eeuwigheid van de eeuwen
Amen I de andere stemmen.
Daarmee eindigde men in de Juni
maand het rozenkransgebed, dat men
bij de van Douwenaars-Lejour gezame-
lijk met elkaar had gebeden. Dan gin
gen Grada, de dienstmeid, en Mina, 't
hulpmeisje en kindermeisje tegelijk,
naar boven. Ze konden er nog wat
doen voor hun eigen.
schikken zich misschien moeten
schikken.
kan de oorlog niet kort zijn*
Churchill herinnerde er aan, dat de
Britsche marine de neutrale scheep
vaart beschermt. Van de 800 neu
trale schepen, die in Britsch convooi
voeren, hebben de Duitschera er
slechts één kunnen vernietigen. Maar
Duitschland bedreigt de neutralen
om af te zien van Britsche bescher
ming en hun schepen prgs te geven
aan de brute willekeur van deDuit-
sche oorlogskrachten. Aldus werden
200 neutrale schepen tot heden tot
zinken gebracht en daarbij zijn circa
1000 neutralen vermoord
het is de taal van Churchil die
op deze schepen vreedzaam hun werk
verrichten. De Britsche marine doet,
wat ze kan, voor de slachtoffers. Een
dergelijke oorlogsvoering, vervolgde
hg, is niet toegepast sinds de onder
drukking der zeerooverij en het is
een monsterachtige macht, die de
neutralen, welke het meest hebben
geleden, en nog lijdsn, moeten voor
zien van de middelen voor een toe
komstige agressie. Dit is 'n macht
waarvoor zjj moeten buigen en tot
welker overwinning zg gedwongen
zgn bg te dragen, hoewel zij weten
dat de overwinning van die macht
hun eigen slavernij zou beteekenen.
Niet zonder bitterheid, welke uit
zijn betoog sprak, kwam Churchill
toen tot een bespreking van wat er
met het Nederlandsche visscherschip
„Protinus" is gebeurd. De „Protinus"
zonk volgens het relaas van de ge
redde bemanning, door een ontplof
fing (bom, mijn of torpedo) De op
varenden hadden nauwelijks tijd om
met hun elven In het reddingsbootje
te gaan. Drie dagen en drie nachten
dreven ze rond op zee; ze waren
totaal uitgeput. Toen naderde een
Duitsch vliegtuig, dat de inzittenden
op een welgericht mitrailleur-vuur
onthaalde, waardoor twee manneö
werden gedood. De overgeblevenen
voeren toen nóg drie dagen en drie
nachten rond, tot ze eindelijk door
een Britschen onderzeeër werden op
gepikt.
Churchill zei er het volgende van
op denzelfden dag, terwijl opvaren
den van een Engelsche duikboot acht
uitgeputte Nederlanders, die zes
dagen in een open boot hadden rond
gezwalkt, op brancards aan land
droegen, hebben de Nederlandsche
vliegers in naam van de strikte en
onpartijdige orthodoxie een Engelsch
vliegtuig, dat verdwaald was neer
geschoten. Ik maak den Nederlan
ders, onzen dapperen bondgenooten
uit vroeger dagen, geen verwgt:
Mijn sympathie gaat uit naar hen
in hun gevaren en hun benardheid,
terwijl zg met den tijger In één kooi
wonen.
Met een en ander uit Churchill's
rede aan te halen, hebben we geens
zins onze volledige instemming wil.
len betuigen met alles, wat de Lord
der Britsche admiraliteit heeft ten
berde gebracht, maar den lezer iets
nader willen brengen tot het Brit
sche inzicht, dat, ook al wordt het
niet door hem en ons gedeeld, min
stens begrip waard is. We kunnen
ons den gemoedstoestand der geal
lieerden zoo goed voorstellen, die
zéker gelóóven, ook voor onze be
langen op te komen in hun strijd en
zich onderwijl door de neutralen zien
tegengewerkt op grond van onzijdig-
heidsverplichtlngen, welker effecten
nadeelen zijn voor de geallieerden en
voordeelen voor hun tegenstanders.
Evenzoo worden de telkens her
haalde
betuigingen van vredeswil
der neutrale staten als hinderlijke
bemoeienissen te Londen en Parjjs ge
voeld, omdat ontijdige vredesacties
slechts Duitschland ten goede zou
den kunnen komen. In dat opzicht
is ook de reis van Roosevelt's afge
zant, Summer Welles, door Europa,
een onaangename surprise geweest
voor de geallieerden en het was dan
ook ongetwijfeld geen toeval, dat
den dag, waarop Summer Welles zijn
rapport uitbracht aan den president
der Ver. StateD, de
Opperste Oorlogsraad
der geallieerden te Londen bijeen
kwam en daar de Britsch-Fransche
samenwerking ten behoeve van de
voortzetting van den oorlog, het be
reiken van het oorlogsdoel en de
vestiging, van een vrede, welke nieuw
geweld uitsluit, opnieuw hebben be
zegeld en hechter nog dan te voren
hebben beklonken. Engelschen
Franschen hebben zich verbonden
om noch over een wapenstilstand
noch over vrede te onderhandelen
zonder volledig overleg met elkaar;
voor oorlog en vrede hebben ze zich
tot een onverbrekelijke samenwer
king verplicht. De onmiddellijke af
kondiging dezer besluiten was on
getwijfeld mede bedoeld als een
duidelijke vingerwijzing aan de re
geering der Ver. Staten om de
geallieerden niet met vredesacties te
hinderen, terwijl ze met inzet van
het voortbestaan hunner landen en
volkeren vochten voor een nieuwe
internationale orde, die vrijheid, recht
en vrede voor de toekomst zou ver
zekeren.
Meneer Arnold van Douwenaar keek
nog eens even in de krant, en mevrouw
Hanna rangeerde nog wat. Wat later
keek meneer eens op de pendule:half
negen door
Nou, moe wat dunkt u
O, dat het wel bedtijd is Allee,
Fré en gij ook Ton, naar boven I Nee,
Rietje, geen boek meer 1 Hebt ge 't
schoolwerk af? Goed En gij, wurmke,
moet gij ook al een boek hebben? ge
kunt 't nog niet eens lezen, Nelleke I
Allemaal maar netjes naar boven I Me
dunkt... kijk es, 't is bekant negen uur.
Half negen, moepieperde Rietje.
Maar toch antwoordde ze het koor
meewe gaan al, moe.
De jongens en jneisjes zeiden vader
en moeder welterusten, vader duim-
drukte een klein kruisteken op hun
voorhoofd, en gaf elk 'n tikje op de
wang. Dag bengelen en engelen 1
Moeder deed dat bovenze bracht
het viertal naar bed.
De tijd ging. De penduul wees negen,
tien, en toen half elf. Meneer had de
krant gelezen, nog wat korresponden?
tie in handen gehad, het jaarverslag
van de Harmonie ingekekenen me
vrouw had nog getelefoneerd naar de
zaken wat ze morgen te brengen had
den aan vlees en grutterswaren, ook
de krant even doorgekeken, 'n kopje
thee gezet voor hun beiden.
Met de slag van half elf keek ze
naar de penduul. Ze stond op, en pro
beerde of de naar buiten opengaande
serredeur wel dicht was j ze rammelde
licht.
Koba maakt altijd toch alles dicht,
zei hij.
-- Ja, ik weet 't wel. Maar ik dacht
zo, dat 't wat rammelde. En, Arnold I
hoort ge het. Jk geloof warempel, dat
het buiten hommeles wordt- Het waait.
En nog al f|ink, geloof ik.
Als de wind dan maar wat regen
meebrengt. Voor de boeren, voor de
tuinders, afijn bekant voor iedereen.
VENRAY, 6 April 1940
LUXOR THEATER.
Heden Zaterdag 8 uur en morgen
Zondag 5 en 8 uur vertoont Luxor
U„PILOOT X".
In de buurt van een vliegtuig
fabriek heeft men last van een ge
heimzinnigen vlieger, die er zich op
schgnt toe te leggen vliegtuigen
naar beneden te schieten. Het lgkt
wel krankzinnigenwerk en de direc
teur van de fabriek veronderstel:
dan ook, dat men te doen heeft met
een vlieger, die door den oorlog van
zinnen geraakt is en zgn moorddadig
bedrgf voortzet. Er wordt een uit
gebreide actie op touw gezet om den
geheimzinnigen vlieger te vinden en
men maakt daarbij ook gebruik van
vroegere oorlogvliegers. Het is een
spannend jachten en angstig ver
moeden, wat aan deze film een on
gekende spanning verleent.
Als tweede hoofdfilm vertoont
Luxor U: „HET LIED VAN DE
PRAIRIE".
Kranige cowboy's, die hun leven
wagen om de moordenaar van hun
vriend te vinden. Die met list en
moed zoeken naar hun groote vgand,
en hem elndelgk vinden. Dan breekt
het uur van vergelding aan en ook
de moordenaar krijgt zijn verdiende
loon.
Fred Lott en Louisse Small ineen
spannende film van liefde en verraad
in het wilde westen, met meeslepende
cowboy-liedjes. Een spannend ge
geven, snelle actie, adembenemende
spanning in een omgeving van ruwe
mannen en een romantische natuur.
Bij het kampvuur zingt de cowboy
zgn lied steeds gereed het naderende
gevaar onder de oogen te zien. Gaat
deze film zien.
Diefstal.
In den nacht van Vrgdag op Zater
dag werd ingebroken in den winkel
van de fam. van den Hoogenhof te
Merselo en werden een partij siga
retten, sigaren, chocolade en eenig
geld ontvreemd. De gemeente-politie
heeft de twee daders gearresteerd
en het ontvreemde teruggevonden.
De daders H. en V. van hier zgn op
transport gesteld naar Roermond.
VENLO. Op de Coöp. Veiling ver
eeniging van Maandag was de aan
voer 3.025.000 eieren
Kippeneieren van f 3 00 tot f 3.60
Kleine eieren van f 2.80 tot f 3.00
Eendeneieren van f 2 50 tot f 3.00
ROERMOND. Op de Coöp. Veiling-
vereeniging van Maandag was de
aanvoer 7.000.000 eieren.
Kippeneieren van f 3 00 tot f 3.60
Eendeneieren van f 2 80 tot f 3.00
Behalve voor ons, met de fabriek.
Maar allons, wat 't meest nodige is,
moge gebeuren. Trouwens, we hebben
op de fabriek in deze warme zomertijd
altijd zo'n beetje onze voorzorgsmaat
regelen genomen.
Mevrouw ging de kamer uit. Ze ging
alle deuren nog eens na proberen. De
achterdeur. De voordeur. De raam. De
serre. De keukendeur De vensters.
Ze kwam terug met: ja, Arnold, het
begint flink te waaien, buiten. En ik
zag geen sterren aan de hemel. Ik
geloof, dat we vannacht, eindelijk dan,
wel wat mee zullen krijgen. Kan het
ons kwaad, Arnold
O, op het werk. Nou ja, wel wat.
Maar we moeten daaraan maar niet
denken. God geve, dat we regen krij
gen. Het is zoo nodig. Maar, als we
regen krijgen, dan is de processie van
gisteren niet zonder uitwerking geble
ven, Hanna. Dat was nog eens een
spontane processie, nietl Kompleet
heel het dorp deed mee, ja. Alleen
zeg, Hanna, hadt ge dien Jukkel... nee,
ge zult hem wel niet hebben gezien,
maar ik zag hem nog krek wegduiken,
wegkruipen alshetware, toen we langs
het Holleweggetje kwamen. Krek of ie
bang was. Of ie de processie ont
vluchtte. Wat een vent, nietl Anders
zo'n ipond 1
Toch is 't een arme drommel En
ik geloof, dat hij jn wezen zo kwaad
wel niet kan zjjn.
Ja, wat zal ik daarop zeggen
Vroeger was Jukkel 'n beste kerel, en
'n goeie werker, tevree ook. Maar iets
raars heeft ie toef) wel altijd over zich
gehad. Maar toen, ge weet het. Nou,
organisatie i$ best. Zeer goed. Het
kan, zou ik zeggen, haast niet anders
meer, ze moet er zijn. Maar als we
dan bij mekaar zijn, staan er niet twee
onverzoenlijke partijen tegenover elkaar,
zoals Jukkel dat voor had.
Wordt vervolgd.
Iedereen wil na
tig en gezond 1
sche kauwen v£.:,
is hierby op ci
wijze behulpzai:
dert het de spij-
P.K. kauwen ster£::
dat drukkende ger^
Het schept nieuwT;'
de werkkracht.
bü de hand. 17.',
Veel genot voor1
AAAAAA
Mooier dan
onze n i e u
Junghans
hebben thai
keus in sal
gemodelleer
met melodie
natuurlijk;
baar! Jungl
Komt U ze
plichting ee
H.
Horlogerie
in alle maten n
Zelfde prgs als
Firma van
-ii
is toch v<
VEI
Wederom v
M. Hendri
Tel
Firma van del
De van ouds
steeds voorrad