Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Alleen Boter is boter „VENRAY" boter Neutraliteit, geen karakterloosheid. Buitenland. Provinciaal Nieuws Zaterdag 2 Maart 1940 Een en Zestigste Jaargang No 9 PEEL EN MAAS ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 51 Giro 150652 Abonnementsprijs per kwartaal: voor Venray 65 ct buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct is zeer fijne boter Ons volksbestaan zou zijn verdediging niet waard zijn als de volksrechten werden miskend. In sommige, gelukkig nog maar zeer beperkte kringen, ontwikkelt zich ten aanzien van den neutra- liteitsplicht van het Nederland- sche volk een opvatting; waar mee het niet in orde is. Deze opvatting steunt niet zuiver meer op de beginselen van het recht, maar op die van de opportuniteit, in de praktijk valt het verschil dat we hier aangaven, duidelijk waar te nemen. In het Russisch- Finsche geschil staat Nederland formeel precies zoo neutraal als in het geschil van de groote Westersche democratiën met Duitschland. Tegen de Russen echter mag in openbare verga deringen en in de pers net zoo fel worden geageerd als men wil, niemand die ('t onmach tige communistische groepje in ons land uitgezonderd) daaraan aanstoot zal nemen of zich ver ontrust betoont over schending van onzen neutraliteitsplicht. Let welik voel allerminst behoefte om de Russen in dit artikel te gaan verdedigen tegen Neder- landsche agressie Ik heb groote bewondering voor den met zoo veel moed en offerbereidheid betoonden vrijheidszin der Fin nen en ik verafschuw het Rus sische imperialisme en de com munistische ideologie. Over den Russièchen aar.val op den kleinen nabuur heb ik me herhaaldelijk even scherp uitgelaten als wie ten onzent ook. Ik wil er slechts de aandacht op vestigendat magDaarmee schenden we blijkbaar onzen neutraliteitsplicht niet. Maar als vele Nederlanders telkens in woord en schrift op komen tegen de weerzinwekken de daden van onrecht, welke ter zee worden begaan, wanneer we van onze verontwaardiging laten blijken, dat de Duitsche duikbooten meer neutrale schepen tot zinken brengen dan vaartuigen van den vijand en daarbij moeten vaststellen, dat vele honderden zeevarenden uit de neutrale (en kel de kleinelanden aan kou, dood en ellende worden prijsge geven wanneer we de her haaldelijke schendingen door Duitschland van Nederlandsch en ander neutraal gebied brand merken wanneer we onze zorg te kennen geven over wat er van ons land en onze vrijheid zou worden, wanneer Duitschland zegeviert, gelet op wat reeds voor den oorlog en voor een zege der wapenen van Oostenrijk, Tsjecho-slowakije en Polen is geworden, dan zijn er Neder landers, die meenen, dat met dergelijke oordeelvellingen aan onze neutraliteitsplicht te kort wordt gedaan. Zij hebben het mis. Wanneer neutraliteit zou beteekenen, dat we geen oordeel mogen hebben, althans niet mogen uiten, over de politieke situatie in Europa, over de wijze, waarop de oorlog zich ontwikkelt en over de methoden, waarmee de oorlog voerenden tegenover elkaar èn tegenover de neutralen optreden, dan moet dat ook gelden ten aanzien van het Russisch-Finsche geschil. Anders zou men van ons kun nen zeggen, dat we pas neutraal zijn en een karakterloos zwijgen bewaren in gevallen, waarin we bang zijn voor de consequen ties van de uitgesproken meening en dat we niet-neutraal zijn en dapper met den mond, als het volk en de regeering, welke we veroordeelen... onze buren niet zijn Regeering en volk hebben ten aanzien van de Nederlandsche neutraliteit denzelfden plichtnl. geen der oorlogvoerende partijen op werkelijke wijze te steunen of te bevoordeelen. Maar tegen over ons zelve hebben we den plicht van behoud en verdedi ging onzer menschenrechten, 't recht van oordeel en veroordeel, het recht onzer vrije meenings- uiting, al vereischen de om standigheden het, dat we daar van een bedachtzaam (maar geen angstig of lafhartig) gebruik maken. Onze weermacht staat gereed om onze nationale vrijheden, zoo noodig, met de wapens in de hand te verdedigen. Wanneer we van plan zijn om in onze schulp te kruipen, voor we worden aan gevallen en we onze nationale yrijheden prijsgeven, opdat men maar geen geweld jegens ons zal begaan, och, iaten we de jongens dan maar liever naar huis terugsturen. Of het Hitier zal wezen, die zegt, dat we onzen mond hebben dicht te houden, of dat zulks ons door eigen volksgenooten wordt ge commandeerd, dat blijft me precies gelijk. In daden kunnen we, moeten we neutraal zijn, in onze meening en meeningsuiting moeten we „waar" zijn en „objectief", maar we kunnen daarin van geen on verschilligheid laten blijken. Dat zou karakterloosheid wezen. In feite ben ik het voor een keer eens met wat de heer Mus- sert blijkens een verslag in „Volk en Vaderland" op 3 Februari in Amsterdam zeide „Alleen wie zonder verstand en hart is, zou in dezen tijd een neutrale houding kunnen aannemen.... De fascisten in de geheele wereld zijn even min neutraal als de demo- cfaten". Ik neem aan, dat de heer Mussert hier enkel de geestes houding van fascisten en de mocraten bedoelt. In daden moeten we ons natuurlijk aller van inmenging onthouden. Spion- nagediensten ten behoeve van eer. der oorlogvoerenden zijn natuurlijk uit den booze. Ook het afschieten van lichtkogels b.v. om daarmee aan een der partijen iets kenbaar te maken en het smokkelen van uniformen voor duistere doeleinden, is zéér verwerpelijk. Dat zal ook de heer Mussert ongetwijfeld toegeven. Maar wat ook verwerpelijk moet worden geheeten, is het herhaaldelijk en op eenzijdige manier aan de justitie, meesten tijds geheel te onpas, overbren gen van klachten over vermeende neutraliteitsschendingen in de pers. Zij betreffen dan uitlatingen, die objectief en gerechtvaardigd daden van onrecht, in den oorlog begaan, brandmerken. Het is een der oorlogvoerende partijen, wel ke zelf telkens aanleiding geeft tot zulke uitlatingen. Achter het doen van aanklachten blijkt systeem te zitten. Natuurlijk leiden ze tot niets, maar helaas moet nu eenmaal automatisch een voorioopig onderzoek volgen op elk beklag dat wijzen en dwazen meenen te moeten doen De klagers rekenen op een groeiende vrees van uitgevers en schrijvers, als gevolg van de incidentjes, door de klagers ge wekt. Ziet, deze bedoeling, welke achter zulk optreden voorzit, is niet neutraal, want de klagers pogen hier daadwerkelijk de vrije meeningsuiting in de pers te beïnvloeden of te beknot ten, ten faveure van een vreemde, oorlogvoerende mogendheid. We vertrouwen, dat geen uit gever en geen collega zich door de gekenschetste methode van sommige volksgenooten zal laten beïnvloeden. We moeten ons eerlijk onzijdig stellen ten aanzien van de directe belangen der oorlogvoerenden, in dat opzicht zijn we Neder land en de Nederlanders neutraal en we hopen dat te kunnen blijven. We gelooven niet aan de volstrekte onoaat- zuchtigheid van een der oorlog voerende partijen, zij vechten, elk voor zich, voor hun eigen zaak. Maar ook als neutralen kunnen we niet vergeten, dat de zaak van den een ons meer kan schaden dan de zaak van den ander. We kunnen niet vergeten, hoe we ons hebben gevoeld, toen er onrecht werd begaan jegens Abessinië, Albanië en Tsjecho- Slowakije. We kunnen niet ver geten, dat toen Polen aan de beurt scheen om te worden aan gevallen en vernietigd, we hebben gegloeid van verontwaardiging, van afschuw en.... ook van vrees. We hebben ons afgevraagd wanneer zullen wij aan de beurt zijn om door welke sterke mogendheid dan ook te wor den afgeslacht We waren na München teleur gesteld Iaten we het erken nen omdat Engeland en Frank rijk, Tsjecho-Slowakijë tot toe geven, tot te grooten gebieds- afstand, hadden bewogen, in Augustus van het vorige jaar beefden we van opwinding over de mogelijkheid een mogelijk heid, waarvoor we ons zelfs schaamden dat Engeland en Frankrijk ook Polen weer aan zijn lot zouden overlaten. Zij hebben dat niet gedaan. En wij, zouden wij, nu het zóó geloopen is, nu verder moeten doen alsof de zaken ons volstrekt niet aangaan en alsof het ons niet kan schelen, wie en met welke methodenzal winnen Laat ik dit artikel besluiten met enkele regelen uit het Boek der Openbaring, naar welke ik onlangs in verband met de kwestie onzer „onzijdig of afzijdig"-heid verwezen vond „Ik weet uwe werken, dat gij noch koud zijt, noch heet, Waart gij maar koud of heet. Zoo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal ik u uit mijnen mond spuwen." Openbaring 3 15—16, Md. DE ALGEMEENE TOESTAND. Hoezeer we ook te klagen mogen hebben over de vaagheid, waarin de taal van oorlog en vrede wordt ga- schreven, al te duidelijk helaas klinkt datgene ons in de ooren, wat de Britten ons heoben te zeggen over hun recht op controle der neutrale scheepvaart en wat de Duitschers ons aankon digen, met magnetische mijnen en torpedo's, over hun opvattingen van een zee-oorlog Uit Berlgn wordt een bericht ge publiceerd, waarin de Duitsche oorlogvoering het recht motiveert om practisch elk neutraal schip zonder waarschuwing te torpedeeren, als een duikboot daar de kans toe krijgt. Een neutraal schip, dat op een neutrale haven vaart, kan voor het vertrek een „navycert" hebben be komen van een Britschen consul, nadat deze het schip en de vracht op contrabande heeft laten onder zoeken. Zulk een schip behoeft geen Britsche controle-haven aan te doen. Zulk schip, hebben de Duitschers thans bekend gemaakt, torpedeeren we, want hier is sprake van het zich onderwerpen aan de Britsche controle even goed als een schip, dat zich naar een controle-haven laat ver wijzen. Practisch wil dat dus zeggen, dat de Duitschers zich het recht voor behouden om welk neutraal schip ook, de torpedeeren, zoo niet om de eene, dan toch om de andere reden! Dit optreden wordt gerecht vaardigd met de woorden we citeeren letterlijk uit het Berlgnsche bericht „Wij willen de Britsche blok kade op de een of andere wijze breken De Britsche blokkade moet wor den gebroken door het breken van de schepen der neutralen en het den dood inzenden van nu reeds, volgens Churchill's cijfers in het Lagerhuis meer dan duizend zee lieden uit neutrale landen Worden we aldus van Duitsche zijde „getorpedeerd", de Britten houden niet af van ons te kapittelen over vermeende dubbelzinnigheid. Churchill heeft van de week in het Lagerhuis zich ernstig over de neutralen beklaagd, dezen verwijtende meer drukte te maken over Britsche verwijzingen naar hun plicht, dan over het ver nietigen (door Duitschland) van hun schepen en het vermoorden van hun zeelieden. Hg zeide o.a.: „Het schijnt dat Duitschland doende is, overeenkomstig de leerstellingen der neutrale staten, een partij voor- deelen binnen te halen door alle rechtsregelen te schenden en aan slagen op neutralen te plegen, om daarna nog een tweede partij te winnen door, wanneer het Berlijn past, van de neutralen de meest strikte naleving te eischen van den internationale code, welke hetzelf in stukken heeft gescheurd. Het is dus geenszins vreemd, dat de Britsche regeering er genoeg van krijgt! (Applaus). „Wat mij betreft, ik verklaar rond uit, dat, bij de interpretatie van de rechtsregelen en conventies, die de neutralen raken, menschelijkheid meer dan juridische muggenzifterij ons zou moeten leiden en te oordee- len naar de „Altmark"-episode, welke verleden week zoo veel genoegen heeft verschaf!, schijnt dit niet alleen de opvatting te zijn van de Britsche natie, doch van de beschaafde wereld." Naar ons gevoelen heeft de Lord der Britsche Admiraliteit niet geheel en al ongelijk. We putten ons uit in juridische vertogen over de recht matigheid der Britsche controle (waarbij geen mensch en geen schip geweld wordt gedaan) en we aan vaarden, zij het met groote bitter heid, de onrechtmatige en onmen- schelijke vernietiging van mensch en schip door Duitsche duikbooten, zonder dat eenige protestactie daartegen leven dig wordt gehouden. Deze houding der neutralen is te verklaren, zij het niet te verontschuldigen. Als we onze protestactie tegen de Britsche controle aanhouden, dan is het, om dat we van de Britten ten aanzien van onze rechten tenminste nog iets verwachten. Dat de Duitschers ge noegen zouden nemen met het doodsoffer van 1000 zeelieden der neutrale landen en nu verder, ons onze rechten latende, zouden af zien van verder geweld tegen de neutrale scheepvaart, och, aan zooveel menschelijk3 gelooven we niet en daarom kunnen we geen protestactie daartegen levendig hou den. Maar dat men in Londen genoeg krijgt over het juridisch gejammer der neutralen tegen de controle, we vergoelijken het niet, maar we begrijpen het. Wat de oorlogvoering in 't Westen betreft, is er ter zee en in de lucht, maar ook op het land, een opmerke lijke verhooging der activiteit waar te nemen, een zoodanige, dat niet weinigen zich op het oogenblik af vragen, of de voorbereidingen wor den getroffen voor het openen en (of) weerstaan van een groot voorjaarsoffensief, dat dan, waarschijnlijk althans, van Duitsche zijde zou moeten komen. De Duitschers hebben er het meeste belang bij om een spoedige over winning te forceeren, de gealli eerden hebben den tijd tot bondge noot. Engeland b.v. gaat rustig, maar vastberaden^ voort met het uitbreiden van zijn vlootstrijdkrach- ten. Churchill deelde bij de behan deling van zijn begrooting van ma rine mede, dat vijf slagschepen van 35000 ton in aanbouw zijn en een aantal nieuwe anti-duikbootschepen, die dezen zomer gereed zullen zijn. Hij verklaarde, dat eind van het vorige jaar zeker 35 Duitsche duik booten, of de helft van de Duitsche duikboot vloot, verloren waren gegaan terwijl de laatste dagen zeker één U-boot en vrij waarschijnlijk nog twee tot zinken zijn gebracht. Churchill erkende nu, dat 't slag schip Nelson begin December door een magnetische mijn was bescha digd, doch binnenkort weer geheel zal zg'n hersteld. Om terug te komen op de teeke nen, welke een groot voorjaarsof fensief aanwijzen, zij allereerst mel ding gemaakt van een hevige activiteit in de lucht. Britsche eskaders vlogen herhaal delijk boven Weenen, Praag, Berlijn, Bremen, Keulen en andere belang rijke Duitsche steden, niet énkel om biljetten uit te werpen, maar ook om met lichtparachutes verkennin gen uit te voeren. Van den anderen kant vlogen de Duitschers boven Schotland en na derden hun verkenningstoestellen tot kort bij Parijs. Al deze vluchten over en weer, werden des nachts uitgevoerd. Eén Britsch toestel keerde niet weer; twee Duitsche Heinkel-machines werden aan de Engelsche Noordzee kust neergehaald. Ook te land, in het bijzonder aan het Moezelfront practisch de eenige plaats tusschen Maglnot- en Siegfried-linie, waar een doorbraak mogelijk zou zijn, omdat elders de Rijn als natuurlijke hindernis de kunstmatige verdediging onwrikbaar maakt, is de levendigheid der ver- kennlngsafdeelingen sterk toegeno men en ook de activiteit der artil lerie verhoogd. Achter het Duitsche front heerscht een enorme drukte; er hebben voortdurend troepenbewe gingen plaats en zelfs wordt daar cavalerie opgemerkt, een wapen, dat enkel nog dienstbaar kan zijn bij een achtervolging na een gelukte door braakpoging. In Finland staan de zaken er voor het dappere aangevallen volk niet al te goed voor. Inderdaad zg'n de Russen bezig om zich over een dam van lijken van gevallen Roode soldaten een weg te banen naar Viborg, welke stad thans geheel door de burgerbevol king is ontruimd, evenals alle plaat sen in een straal van 25 K.M. om deze stad, die thans is platgeschoten, heen. Waarschijnlijk zullen de Finnen Viborg binnenkort aan hun tegen standers moeten laten. Territoriaal beteekent de Russische vooruitgang nog altijd bitter weinighij bedraagt luttele kilometers op een smalle landengte. Maar deze landengte vormt de voornaamste toegang tot het belangrijkste deel van Finland en als die toegang (Mannerheimlinie) is geforceerd, waar zullen de Finnen dan nog tegen de geweldige over macht kunnen standhouden Op het oogenblik leidt de Russi sche legerleiding ook een groot offensief in het Noorden, d.i. in het district van Petsamo. Ook hier is een geweldige overmacht ingezet en zijn de Finnen een 15-tal kilometers teruggedrongen. Staat dit offensief in verband met de aan wezigheid van het Britsche eskader in de buurt van de Finsche Noord kust Blijkbaar willen de Russen zich dekken in den rug (door ver drijving der Finnen naar 't Zuiden) voor het geval van een geallieerde actie in de IJszee. Intusschen lijden de Russen reus achtige verliezen aan menschen en materiaal. Volgens een officieele Finsche mededeeling is het aantal sedert het begin der vijandelijkheden omlaag geschoten Russische vlieg tuigen thans vijfhonderd. VENRAY, 2 Maart 1940 PLECHTIGE INZEGENING DER UX.O.-SCHOOL Dinsdag 27 Februari zal als feest en herinneringsdag ongetwijfeld met extra letters in de annalen der U.L.O.- School worden opgeteekend en wel als dag van inzegening der U.L.O-- School. Nadat des morgens door den H. E. Heer Deken met assistentie der Weleerw. Heeren Kapelaans Kupers en Beg ten een plechtige Hoogmis, waaronder alle leerlingen der school ter H. Tafel naderden, was opgedra gen, celebreerde de Z. E. Heer Nieuwenhoven, Bisschoppelijk Inspec teur voor het Lager Onderwgs een plechtig lof, waarna Mgr. Dr. v. Gils, voorganger van den Z. E. Heer Nieuwenhoven, overging tot de eigen lijke plechtigheden der inzegening. Zoowel onder de H. Mis als in het H. Lof en bij de plechtigheden op school voerde een zangkoor gevormd door de leerlingen onder leiding van den Directeur der O.L.O.-School, dhr. Reevis op verdienstelijke wgze de liturgische gezangen uit. Van onze schoone Parochiekerk ging men na het Lof in processie naar de nieuwe U.L.O.-School aan de Mgr. Nolensstraat, alwaar Mgr. Dr. v. Gils, de plechtige inzegening ver richtte, in tegenwoordigheid van het geheele Kerkbestuur, het College van B. en W., meerdere onderwijs-autori- teiten en belangstellende Ouders der leerlingen. Na afloop der inzegening nam het eerst de H. E. Heer Deken Berden het woord, die er zijn vreugde over uitsprak, dat heden deze plechtige inzegening der school plaats greep. Venray, dat inrichtingen van onder wijs voor de hoogere standen, Gym nasia, en scholen voor Landbouw onderwijs en Huishoudschool bezit, heeft thans ook voor den Middenstand een school. Rest alleen nog een school voor onze vaklieden. Deze U.L.O.-School beoogt vooral de vorming onzer jongens op veten- schappelijk gebied maar in niet min dere mate de vorming hunner karakters tot degelijke Katholieke mannen, als dragers van ons H. Geloof, waarin in de toekomst Kerk en Maatschappg behoeften zullen heb ben. Gaarne brengt zijn H. E. dank aan Mgr. Dr. v. Gils, die deze inzegening beeft willen verrichten, aan den Heer Widdershoven, Rijksinspecteur voor het onderwgs, die zulk een groot aandeel heeft in de tot standkoming dezer school en steeds met al zijn krachten in het werk was en gaarne zijn deskundige adviezen verstrekte. Vervolgens sprak Spreker zgn dank uit aan den Bisschoppelijken Inspec teur van het onderwgs, den Z. E. Heer Nieuwenhoven, die onvermoeid bg dit moeilgk werk heeft mee ge holpen. Ook aan het Kerkbestuur brengt Spreker dank om daarna aan het Gemeentebestuur, dat de kosten der school heeft bestreden den dank over te brengen. Ook den Heer Directeur van Ge meentewerken, dhr. van Schendel en Aannemers Spee, die dit schoone gebouw ontwierp en uitvoerden, wer den gehuldigd Hierna voerde de E. A. Heer Bur- Mr. Janssen het woord, die bg deze plechtige inzegening _en in gebruik neming namens het Gemeentebestuur gelukwenschen aanbood. In Juni 1938 nam de Raad spontaan het besluit tot medewerking bij de stichting dezer schcol en l September 1938 besloot de Raad eenparig over te gaan tot de oprichting. Het gemeente bestuur stond steeds zeer sympathiek tegenover deze school en werkte gaarne overeenkomstig de adviezen van Inspecteur Widdershoven mede. Vooral aan het Kerkbestuur biedt Spreker zijn gelukwenschen aan, speciaal aan oud-Burgemeester v. d. Loo, die ais lid van het Kerkbestuur zooveel arbeid in deze verzet heeft. Vervolgens feliciteert Spreker de leerlingen en hunne ouders met deze school, waar onder uitstekende iei- ding zoo vastberaden gewerkt zal worden om de jongens te maken tot degelijke mannen der toekomst, man nen die met de kennis van hun godsdienst op maatschappelijk gebied hun gevormd karakter zullen toonen tot heil van Kerk en Maatschappg. Moge God3 zege overvloedig op deze school rusten en reeds over l1/., jaar onze eerste leerlingen in het "bezit komen, van het zoo waardevolle U.L. O.-diploma. De Bisschoppelijke Inspecteur van het onderwgs, de Z. E. Heer Nieu wenhoven, voerde hierna het woord en deed uitkomen, dat hg gaarne gekomen was naar deze plechtigheid en wees er op, dat in de mooie ge beden der Kerk bij deze gelegenheid zoo schoon zijn, als zij bidt voor Leerlingen en Onderwijzers. Ook Rijksinspecteur voor Onder wijs, de heer Widdershoven, voerde het woord en verklaarde zeer gaarne gekomen te zijn, waardoor hij zijn vreugde over de totstandkoming der school kon uitspreken. Het Ulo-on derwijs floreert hier. Spr. feliciteert de jongens, dat zij onder zulk een kundige leiding staan als de leer krachten dezer school. Hierna voerde de Directeur der school, de heerRevis, het woord, die deed uitkomen, dat hij met de mede- leeraren bewust zijn van hun moei lijke taak maar gaarne bereid zgn hun beste krachten in te spannen, voor de toch schoone taak der op voeding der U.L.O. leerlingen. Gaarne brengt hg dank aan de Autoriteiten, die de middelen hebben verstrekt om dit onderwgs met vrucht te kunnen geven. Tot slot voerde Mgr. Dr. v. Gils het woord, om allen geluk te wen- schen met de tot standkoming dezer nieuwe school, die den toets der vergelijking plansrijk doorstaan kan. Van de geboden gelegenheid tot be zichtiging der mooie school werd dankbaar gebruik gemaakt en allen roemden de mooie lichte klassen, de practische indeeling van het gebouw en herinnerden zich met eenige af gunst de school, die zg in hun jeugd bezochten, maar toch weer verheugd over de betere leergelegenheid voor hun kinderen. Filmavond ten bate der St* Vincentiusvereeniging te Venray* A.s. Maandag 4 Maart wordt in Luxor-Theater ten bate der Sint Vincentiusvereeniging vertoond de beroemde film„DON BOSCO", wiens leven en werken daarin tot een schouwspel zijn verwerkt, dat de bewondering, de achting en de liefde van iederen bezoeke - afdwingen moet. Wie dezen film bezoekt doet een dubbel goed werk. Hij verheft zgn ziel tot edele gedachten en brengt een steentje aan tot stut en steun van den armen medemensch. (Zie verder advertentie!) BEUGELBOND VENRAY. Uitslag van de laatste ontmoetin gen in deze competitie: KLASSE A. HeideVenray 4—4 VeulènYsselsteyn 7—1 KLASSE B HeideVenray 4—4 VeulenYsselsteyn 7i In klasse A is zooals al reeds eerder te zien was de beugelclub „Ons Genot" van de Heide winnaar van den Wisseibeker en behaalde in 't totaal 17 punten. Dit neemt echter niet weg, dat Ysselsteyn in de twaalf wedstrijden maar tien partgen minder won en in 't totaal 13 punten behaalde. Venray dat maar 20 punten heeft, mag er groot opgaan, dat ze nog 2 partgen meer heeft gewonnen als Ysselsteyn en dus maar 3 partgen minder als de Heide. De jongste club van boven genoemde bond heeft 't niet verder kunnen brengen dan 3 punten. Vast houden mannen van 't Veulen, ge hebt vele jonge spelers, dus ligt de toe komst voor U open: In klasse B hebben Venray zoowel als de Heide beide 17 punten. De mannen van de Heide hebben 2 par tijen meer gewonnen en zijn zoo doende winnaar geworden van den beker. Wanneer we terug zien op de afgeJoopen competitie kunnen we zeggen, dat die goed verloopen is.

Peel en Maas | 1940 | | pagina 1