Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Alleen Boter
is boter
„VENRAY"
boter
Neutraliteit, geen
karakterloosheid.
Buitenland.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 2 Maart 1940
Een en Zestigste Jaargang No 9
PEEL EN MAAS
ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct
per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY
Telefoon 51 Giro 150652
Abonnementsprijs per kwartaal: voor Venray 65 ct
buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct
is zeer fijne boter
Ons volksbestaan zou zijn
verdediging niet waard zijn als
de volksrechten werden
miskend.
In sommige, gelukkig nog maar
zeer beperkte kringen, ontwikkelt
zich ten aanzien van den neutra-
liteitsplicht van het Nederland-
sche volk een opvatting; waar
mee het niet in orde is. Deze
opvatting steunt niet zuiver meer
op de beginselen van het recht,
maar op die van de opportuniteit,
in de praktijk valt het verschil
dat we hier aangaven, duidelijk
waar te nemen. In het Russisch-
Finsche geschil staat Nederland
formeel precies zoo neutraal als
in het geschil van de groote
Westersche democratiën met
Duitschland. Tegen de Russen
echter mag in openbare verga
deringen en in de pers net zoo
fel worden geageerd als men
wil, niemand die ('t onmach
tige communistische groepje in
ons land uitgezonderd) daaraan
aanstoot zal nemen of zich ver
ontrust betoont over schending
van onzen neutraliteitsplicht. Let
welik voel allerminst behoefte
om de Russen in dit artikel te
gaan verdedigen tegen Neder-
landsche agressie Ik heb groote
bewondering voor den met zoo
veel moed en offerbereidheid
betoonden vrijheidszin der Fin
nen en ik verafschuw het Rus
sische imperialisme en de com
munistische ideologie. Over den
Russièchen aar.val op den kleinen
nabuur heb ik me herhaaldelijk
even scherp uitgelaten als wie
ten onzent ook. Ik wil er slechts
de aandacht op vestigendat
magDaarmee schenden we
blijkbaar onzen neutraliteitsplicht
niet.
Maar als vele Nederlanders
telkens in woord en schrift op
komen tegen de weerzinwekken
de daden van onrecht, welke ter
zee worden begaan, wanneer
we van onze verontwaardiging
laten blijken, dat de Duitsche
duikbooten meer neutrale schepen
tot zinken brengen dan vaartuigen
van den vijand en daarbij moeten
vaststellen, dat vele honderden
zeevarenden uit de neutrale (en
kel de kleinelanden aan kou,
dood en ellende worden prijsge
geven wanneer we de her
haaldelijke schendingen door
Duitschland van Nederlandsch
en ander neutraal gebied brand
merken wanneer we onze zorg
te kennen geven over wat er van
ons land en onze vrijheid zou
worden, wanneer Duitschland
zegeviert, gelet op wat reeds
voor den oorlog en voor een
zege der wapenen van Oostenrijk,
Tsjecho-slowakije en Polen is
geworden, dan zijn er Neder
landers, die meenen, dat met
dergelijke oordeelvellingen aan
onze neutraliteitsplicht te kort
wordt gedaan.
Zij hebben het mis. Wanneer
neutraliteit zou beteekenen, dat
we geen oordeel mogen hebben,
althans niet mogen uiten, over
de politieke situatie in Europa,
over de wijze, waarop de oorlog
zich ontwikkelt en over de
methoden, waarmee de oorlog
voerenden tegenover elkaar èn
tegenover de neutralen optreden,
dan moet dat ook gelden ten
aanzien van het Russisch-Finsche
geschil.
Anders zou men van ons kun
nen zeggen, dat we pas neutraal
zijn en een karakterloos zwijgen
bewaren in gevallen, waarin we
bang zijn voor de consequen
ties van de uitgesproken meening
en dat we niet-neutraal zijn en
dapper met den mond, als het
volk en de regeering, welke we
veroordeelen... onze buren niet
zijn
Regeering en volk hebben ten
aanzien van de Nederlandsche
neutraliteit denzelfden plichtnl.
geen der oorlogvoerende partijen
op werkelijke wijze te steunen
of te bevoordeelen. Maar tegen
over ons zelve hebben we den
plicht van behoud en verdedi
ging onzer menschenrechten, 't
recht van oordeel en veroordeel,
het recht onzer vrije meenings-
uiting, al vereischen de om
standigheden het, dat we daar
van een bedachtzaam (maar geen
angstig of lafhartig) gebruik
maken.
Onze weermacht staat gereed
om onze nationale vrijheden, zoo
noodig, met de wapens in de
hand te verdedigen. Wanneer we
van plan zijn om in onze schulp
te kruipen, voor we worden aan
gevallen en we onze nationale
yrijheden prijsgeven, opdat men
maar geen geweld jegens ons
zal begaan, och, iaten we de
jongens dan maar liever naar
huis terugsturen. Of het Hitier
zal wezen, die zegt, dat we
onzen mond hebben dicht te
houden, of dat zulks ons door
eigen volksgenooten wordt ge
commandeerd, dat blijft me precies
gelijk.
In daden kunnen we, moeten
we neutraal zijn, in onze meening
en meeningsuiting moeten we
„waar" zijn en „objectief", maar
we kunnen daarin van geen on
verschilligheid laten blijken. Dat
zou karakterloosheid wezen.
In feite ben ik het voor een
keer eens met wat de heer Mus-
sert blijkens een verslag in „Volk
en Vaderland" op 3 Februari in
Amsterdam zeide
„Alleen wie zonder verstand
en hart is, zou in dezen tijd
een neutrale houding kunnen
aannemen.... De fascisten in
de geheele wereld zijn even
min neutraal als de demo-
cfaten".
Ik neem aan, dat de heer
Mussert hier enkel de geestes
houding van fascisten en de
mocraten bedoelt. In daden
moeten we ons natuurlijk aller
van inmenging onthouden. Spion-
nagediensten ten behoeve van
eer. der oorlogvoerenden zijn
natuurlijk uit den booze. Ook
het afschieten van lichtkogels
b.v. om daarmee aan een der
partijen iets kenbaar te maken
en het smokkelen van uniformen
voor duistere doeleinden, is zéér
verwerpelijk. Dat zal ook de heer
Mussert ongetwijfeld toegeven.
Maar wat ook verwerpelijk
moet worden geheeten, is het
herhaaldelijk en op eenzijdige
manier aan de justitie, meesten
tijds geheel te onpas, overbren
gen van klachten over vermeende
neutraliteitsschendingen in de
pers. Zij betreffen dan uitlatingen,
die objectief en gerechtvaardigd
daden van onrecht, in den oorlog
begaan, brandmerken. Het is een
der oorlogvoerende partijen, wel
ke zelf telkens aanleiding
geeft tot zulke uitlatingen. Achter
het doen van aanklachten blijkt
systeem te zitten. Natuurlijk
leiden ze tot niets, maar helaas
moet nu eenmaal automatisch
een voorioopig onderzoek volgen
op elk beklag dat wijzen en
dwazen meenen te moeten doen
De klagers rekenen op een
groeiende vrees van uitgevers en
schrijvers, als gevolg van de
incidentjes, door de klagers ge
wekt. Ziet, deze bedoeling, welke
achter zulk optreden voorzit,
is niet neutraal, want de
klagers pogen hier daadwerkelijk
de vrije meeningsuiting in de
pers te beïnvloeden of te beknot
ten, ten faveure van een vreemde,
oorlogvoerende mogendheid.
We vertrouwen, dat geen uit
gever en geen collega zich door
de gekenschetste methode van
sommige volksgenooten zal laten
beïnvloeden.
We moeten ons eerlijk onzijdig
stellen ten aanzien van de directe
belangen der oorlogvoerenden,
in dat opzicht zijn we Neder
land en de Nederlanders
neutraal en we hopen dat te
kunnen blijven. We gelooven
niet aan de volstrekte onoaat-
zuchtigheid van een der oorlog
voerende partijen, zij vechten,
elk voor zich, voor hun eigen
zaak. Maar ook als neutralen
kunnen we niet vergeten, dat de
zaak van den een ons meer kan
schaden dan de zaak van den
ander.
We kunnen niet vergeten, hoe
we ons hebben gevoeld, toen er
onrecht werd begaan jegens
Abessinië, Albanië en Tsjecho-
Slowakije. We kunnen niet ver
geten, dat toen Polen aan de
beurt scheen om te worden aan
gevallen en vernietigd, we hebben
gegloeid van verontwaardiging,
van afschuw en.... ook van vrees.
We hebben ons afgevraagd
wanneer zullen wij aan de beurt
zijn om door welke sterke
mogendheid dan ook te wor
den afgeslacht
We waren na München teleur
gesteld Iaten we het erken
nen omdat Engeland en Frank
rijk, Tsjecho-Slowakijë tot toe
geven, tot te grooten gebieds-
afstand, hadden bewogen, in
Augustus van het vorige jaar
beefden we van opwinding over
de mogelijkheid een mogelijk
heid, waarvoor we ons zelfs
schaamden dat Engeland en
Frankrijk ook Polen weer aan
zijn lot zouden overlaten.
Zij hebben dat niet gedaan.
En wij, zouden wij, nu het
zóó geloopen is, nu verder
moeten doen alsof de zaken ons
volstrekt niet aangaan en alsof
het ons niet kan schelen, wie
en met welke methodenzal
winnen
Laat ik dit artikel besluiten
met enkele regelen uit het Boek
der Openbaring, naar welke ik
onlangs in verband met de kwestie
onzer „onzijdig of afzijdig"-heid
verwezen vond
„Ik weet uwe werken, dat
gij noch koud zijt, noch heet,
Waart gij maar koud of heet.
Zoo dan, omdat gij lauw zijt
en noch heet, noch koud,
zal ik u uit mijnen mond
spuwen."
Openbaring 3 15—16,
Md.
DE ALGEMEENE
TOESTAND.
Hoezeer we ook te klagen mogen
hebben over de vaagheid, waarin de
taal van oorlog en vrede wordt ga-
schreven, al te duidelijk helaas
klinkt datgene ons in de ooren, wat
de Britten ons heoben te zeggen
over hun recht op controle der
neutrale scheepvaart
en wat de Duitschers ons aankon
digen, met magnetische mijnen en
torpedo's, over hun opvattingen van
een zee-oorlog
Uit Berlgn wordt een bericht ge
publiceerd, waarin de Duitsche
oorlogvoering het recht motiveert
om practisch elk neutraal schip
zonder waarschuwing te torpedeeren,
als een duikboot daar de kans toe
krijgt.
Een neutraal schip, dat op een
neutrale haven vaart, kan voor het
vertrek een „navycert" hebben be
komen van een Britschen consul,
nadat deze het schip en de vracht
op contrabande heeft laten onder
zoeken. Zulk een schip behoeft geen
Britsche controle-haven aan te doen.
Zulk schip, hebben de Duitschers
thans bekend gemaakt, torpedeeren
we, want hier is sprake van het zich
onderwerpen aan de Britsche controle
even goed als een schip, dat zich
naar een controle-haven laat ver
wijzen.
Practisch wil dat dus zeggen, dat
de Duitschers zich het recht voor
behouden om welk neutraal schip
ook, de torpedeeren, zoo niet om
de eene, dan toch om de andere
reden! Dit optreden wordt gerecht
vaardigd met de woorden we
citeeren letterlijk uit het Berlgnsche
bericht
„Wij willen de Britsche blok
kade op de een of andere wijze
breken
De Britsche blokkade moet wor
den gebroken door het breken van
de schepen der neutralen en het den
dood inzenden van nu reeds,
volgens Churchill's cijfers in het
Lagerhuis meer dan duizend zee
lieden uit neutrale landen
Worden we aldus van Duitsche
zijde „getorpedeerd", de Britten
houden niet af van ons te kapittelen
over vermeende dubbelzinnigheid.
Churchill heeft van de week in het
Lagerhuis zich ernstig
over de neutralen beklaagd,
dezen verwijtende meer drukte te
maken over Britsche verwijzingen
naar hun plicht, dan over het ver
nietigen (door Duitschland) van hun
schepen en het vermoorden van hun
zeelieden.
Hg zeide o.a.:
„Het schijnt dat Duitschland doende
is, overeenkomstig de leerstellingen
der neutrale staten, een partij voor-
deelen binnen te halen door alle
rechtsregelen te schenden en aan
slagen op neutralen te plegen, om
daarna nog een tweede partij te
winnen door, wanneer het Berlijn
past, van de neutralen de meest
strikte naleving te eischen van den
internationale code, welke hetzelf
in stukken heeft gescheurd.
Het is dus geenszins vreemd, dat
de Britsche regeering er genoeg van
krijgt! (Applaus).
„Wat mij betreft, ik verklaar rond
uit, dat, bij de interpretatie van de
rechtsregelen en conventies, die de
neutralen raken, menschelijkheid
meer dan juridische muggenzifterij
ons zou moeten leiden en te oordee-
len naar de „Altmark"-episode, welke
verleden week zoo veel genoegen
heeft verschaf!, schijnt dit niet alleen
de opvatting te zijn van de Britsche
natie, doch van de beschaafde wereld."
Naar ons gevoelen heeft de Lord
der Britsche Admiraliteit niet geheel
en al ongelijk. We putten ons uit in
juridische vertogen over de recht
matigheid der Britsche controle
(waarbij geen mensch en geen schip
geweld wordt gedaan) en we aan
vaarden, zij het met groote bitter
heid, de onrechtmatige en onmen-
schelijke
vernietiging van mensch en
schip
door Duitsche duikbooten, zonder dat
eenige protestactie daartegen leven
dig wordt gehouden. Deze houding
der neutralen is te verklaren, zij het
niet te verontschuldigen. Als we
onze protestactie tegen de Britsche
controle aanhouden, dan is het, om
dat we van de Britten ten aanzien
van onze rechten tenminste nog iets
verwachten. Dat de Duitschers ge
noegen zouden nemen met het
doodsoffer van 1000 zeelieden
der neutrale landen en nu verder,
ons onze rechten latende, zouden af
zien van verder geweld tegen de
neutrale scheepvaart, och, aan
zooveel menschelijk3 gelooven we
niet en daarom kunnen we geen
protestactie daartegen levendig hou
den.
Maar dat men in Londen genoeg
krijgt over het juridisch gejammer
der neutralen tegen de controle,
we vergoelijken het niet, maar we
begrijpen het.
Wat de oorlogvoering in 't Westen
betreft, is er ter zee en in de lucht,
maar ook op het land, een opmerke
lijke verhooging der activiteit waar
te nemen, een zoodanige, dat niet
weinigen zich op het oogenblik af
vragen, of de voorbereidingen wor
den getroffen voor het openen en
(of) weerstaan van een
groot voorjaarsoffensief,
dat dan, waarschijnlijk althans, van
Duitsche zijde zou moeten komen.
De Duitschers hebben er het meeste
belang bij om een spoedige over
winning te forceeren, de gealli
eerden hebben den tijd tot bondge
noot. Engeland b.v. gaat rustig,
maar vastberaden^ voort met het
uitbreiden van zijn vlootstrijdkrach-
ten. Churchill deelde bij de behan
deling van zijn begrooting van ma
rine mede, dat vijf slagschepen van
35000 ton in aanbouw zijn en een
aantal nieuwe anti-duikbootschepen,
die dezen zomer gereed zullen zijn.
Hij verklaarde, dat eind van het
vorige jaar zeker 35 Duitsche duik
booten, of de helft van de Duitsche
duikboot vloot, verloren waren gegaan
terwijl de laatste dagen zeker één
U-boot en vrij waarschijnlijk nog
twee tot zinken zijn gebracht.
Churchill erkende nu, dat 't slag
schip Nelson begin December door
een magnetische mijn was bescha
digd, doch binnenkort weer geheel
zal zg'n hersteld.
Om terug te komen op de teeke
nen, welke een groot voorjaarsof
fensief aanwijzen, zij allereerst mel
ding gemaakt van een hevige
activiteit in de lucht.
Britsche eskaders vlogen herhaal
delijk boven Weenen, Praag, Berlijn,
Bremen, Keulen en andere belang
rijke Duitsche steden, niet énkel om
biljetten uit te werpen, maar ook
om met lichtparachutes verkennin
gen uit te voeren.
Van den anderen kant vlogen de
Duitschers boven Schotland en na
derden hun verkenningstoestellen tot
kort bij Parijs.
Al deze vluchten over en weer,
werden des nachts uitgevoerd. Eén
Britsch toestel keerde niet weer;
twee Duitsche Heinkel-machines
werden aan de Engelsche Noordzee
kust neergehaald.
Ook te land, in het bijzonder aan
het Moezelfront practisch de
eenige plaats tusschen Maglnot- en
Siegfried-linie, waar een doorbraak
mogelijk zou zijn, omdat elders de
Rijn als natuurlijke hindernis de
kunstmatige verdediging onwrikbaar
maakt, is de levendigheid der ver-
kennlngsafdeelingen sterk toegeno
men en ook de activiteit der artil
lerie verhoogd. Achter het Duitsche
front heerscht een enorme drukte;
er hebben voortdurend troepenbewe
gingen plaats en zelfs wordt daar
cavalerie opgemerkt, een wapen, dat
enkel nog dienstbaar kan zijn bij een
achtervolging na een gelukte door
braakpoging.
In Finland
staan de zaken er voor het dappere
aangevallen volk niet al te goed
voor. Inderdaad zg'n de Russen bezig
om zich over een dam van lijken van
gevallen Roode soldaten een weg te
banen naar Viborg, welke stad
thans geheel door de burgerbevol
king is ontruimd, evenals alle plaat
sen in een straal van 25 K.M. om
deze stad, die thans is platgeschoten,
heen. Waarschijnlijk zullen de Finnen
Viborg binnenkort aan hun tegen
standers moeten laten. Territoriaal
beteekent de Russische vooruitgang
nog altijd bitter weinighij bedraagt
luttele kilometers op een smalle
landengte. Maar deze landengte
vormt de voornaamste toegang tot
het belangrijkste deel van Finland
en als die toegang (Mannerheimlinie)
is geforceerd, waar zullen de Finnen
dan nog tegen de geweldige over
macht kunnen standhouden
Op het oogenblik leidt de Russi
sche legerleiding ook een groot
offensief in het Noorden,
d.i. in het district van Petsamo.
Ook hier is een geweldige overmacht
ingezet en zijn de Finnen een 15-tal
kilometers teruggedrongen. Staat
dit offensief in verband met de aan
wezigheid van het Britsche eskader
in de buurt van de Finsche Noord
kust Blijkbaar willen de Russen
zich dekken in den rug (door ver
drijving der Finnen naar 't Zuiden)
voor het geval van een geallieerde
actie in de IJszee.
Intusschen lijden de Russen reus
achtige verliezen aan menschen en
materiaal. Volgens een officieele
Finsche mededeeling is het aantal
sedert het begin der vijandelijkheden
omlaag geschoten Russische vlieg
tuigen thans vijfhonderd.
VENRAY, 2 Maart 1940
PLECHTIGE INZEGENING
DER UX.O.-SCHOOL
Dinsdag 27 Februari zal als feest
en herinneringsdag ongetwijfeld met
extra letters in de annalen der U.L.O.-
School worden opgeteekend en wel
als dag van inzegening der U.L.O--
School.
Nadat des morgens door den H. E.
Heer Deken met assistentie der
Weleerw. Heeren Kapelaans Kupers
en Beg ten een plechtige Hoogmis,
waaronder alle leerlingen der school
ter H. Tafel naderden, was opgedra
gen, celebreerde de Z. E. Heer
Nieuwenhoven, Bisschoppelijk Inspec
teur voor het Lager Onderwgs een
plechtig lof, waarna Mgr. Dr. v. Gils,
voorganger van den Z. E. Heer
Nieuwenhoven, overging tot de eigen
lijke plechtigheden der inzegening.
Zoowel onder de H. Mis als in het
H. Lof en bij de plechtigheden op
school voerde een zangkoor gevormd
door de leerlingen onder leiding van
den Directeur der O.L.O.-School,
dhr. Reevis op verdienstelijke wgze
de liturgische gezangen uit.
Van onze schoone Parochiekerk
ging men na het Lof in processie
naar de nieuwe U.L.O.-School aan de
Mgr. Nolensstraat, alwaar Mgr. Dr.
v. Gils, de plechtige inzegening ver
richtte, in tegenwoordigheid van het
geheele Kerkbestuur, het College van
B. en W., meerdere onderwijs-autori-
teiten en belangstellende Ouders der
leerlingen.
Na afloop der inzegening nam het
eerst de H. E. Heer Deken Berden
het woord, die er zijn vreugde over
uitsprak, dat heden deze plechtige
inzegening der school plaats greep.
Venray, dat inrichtingen van onder
wijs voor de hoogere standen, Gym
nasia, en scholen voor Landbouw
onderwijs en Huishoudschool bezit,
heeft thans ook voor den Middenstand
een school. Rest alleen nog een school
voor onze vaklieden.
Deze U.L.O.-School beoogt vooral
de vorming onzer jongens op veten-
schappelijk gebied maar in niet min
dere mate de vorming hunner
karakters tot degelijke Katholieke
mannen, als dragers van ons H. Geloof,
waarin in de toekomst Kerk en
Maatschappg behoeften zullen heb
ben.
Gaarne brengt zijn H. E. dank aan
Mgr. Dr. v. Gils, die deze inzegening
beeft willen verrichten, aan den Heer
Widdershoven, Rijksinspecteur voor
het onderwgs, die zulk een groot
aandeel heeft in de tot standkoming
dezer school en steeds met al zijn
krachten in het werk was en gaarne
zijn deskundige adviezen verstrekte.
Vervolgens sprak Spreker zgn dank
uit aan den Bisschoppelijken Inspec
teur van het onderwgs, den Z. E.
Heer Nieuwenhoven, die onvermoeid
bg dit moeilgk werk heeft mee ge
holpen.
Ook aan het Kerkbestuur brengt
Spreker dank om daarna aan het
Gemeentebestuur, dat de kosten der
school heeft bestreden den dank over
te brengen.
Ook den Heer Directeur van Ge
meentewerken, dhr. van Schendel en
Aannemers Spee, die dit schoone
gebouw ontwierp en uitvoerden, wer
den gehuldigd
Hierna voerde de E. A. Heer Bur-
Mr. Janssen het woord, die bg deze
plechtige inzegening _en in gebruik
neming namens het Gemeentebestuur
gelukwenschen aanbood. In Juni 1938
nam de Raad spontaan het besluit
tot medewerking bij de stichting
dezer schcol en l September 1938
besloot de Raad eenparig over te
gaan tot de oprichting. Het gemeente
bestuur stond steeds zeer sympathiek
tegenover deze school en werkte
gaarne overeenkomstig de adviezen
van Inspecteur Widdershoven mede.
Vooral aan het Kerkbestuur biedt
Spreker zijn gelukwenschen aan,
speciaal aan oud-Burgemeester v. d.
Loo, die ais lid van het Kerkbestuur
zooveel arbeid in deze verzet heeft.
Vervolgens feliciteert Spreker de
leerlingen en hunne ouders met deze
school, waar onder uitstekende iei-
ding zoo vastberaden gewerkt zal
worden om de jongens te maken tot
degelijke mannen der toekomst, man
nen die met de kennis van hun
godsdienst op maatschappelijk gebied
hun gevormd karakter zullen toonen
tot heil van Kerk en Maatschappg.
Moge God3 zege overvloedig op deze
school rusten en reeds over l1/., jaar
onze eerste leerlingen in het "bezit
komen, van het zoo waardevolle
U.L. O.-diploma.
De Bisschoppelijke Inspecteur van
het onderwgs, de Z. E. Heer Nieu
wenhoven, voerde hierna het woord
en deed uitkomen, dat hg gaarne
gekomen was naar deze plechtigheid
en wees er op, dat in de mooie ge
beden der Kerk bij deze gelegenheid
zoo schoon zijn, als zij bidt voor
Leerlingen en Onderwijzers.
Ook Rijksinspecteur voor Onder
wijs, de heer Widdershoven, voerde
het woord en verklaarde zeer gaarne
gekomen te zijn, waardoor hij zijn
vreugde over de totstandkoming der
school kon uitspreken. Het Ulo-on
derwijs floreert hier. Spr. feliciteert
de jongens, dat zij onder zulk een
kundige leiding staan als de leer
krachten dezer school.
Hierna voerde de Directeur der
school, de heerRevis, het woord, die
deed uitkomen, dat hij met de mede-
leeraren bewust zijn van hun moei
lijke taak maar gaarne bereid zgn
hun beste krachten in te spannen,
voor de toch schoone taak der op
voeding der U.L.O. leerlingen. Gaarne
brengt hg dank aan de Autoriteiten,
die de middelen hebben verstrekt om
dit onderwgs met vrucht te kunnen
geven.
Tot slot voerde Mgr. Dr. v. Gils
het woord, om allen geluk te wen-
schen met de tot standkoming dezer
nieuwe school, die den toets der
vergelijking plansrijk doorstaan kan.
Van de geboden gelegenheid tot be
zichtiging der mooie school werd
dankbaar gebruik gemaakt en allen
roemden de mooie lichte klassen, de
practische indeeling van het gebouw
en herinnerden zich met eenige af
gunst de school, die zg in hun jeugd
bezochten, maar toch weer verheugd
over de betere leergelegenheid voor
hun kinderen.
Filmavond ten bate der
St* Vincentiusvereeniging
te Venray*
A.s. Maandag 4 Maart wordt in
Luxor-Theater ten bate der Sint
Vincentiusvereeniging vertoond de
beroemde film„DON BOSCO", wiens
leven en werken daarin tot een
schouwspel zijn verwerkt, dat de
bewondering, de achting en de liefde
van iederen bezoeke - afdwingen moet.
Wie dezen film bezoekt doet een
dubbel goed werk. Hij verheft zgn
ziel tot edele gedachten en brengt
een steentje aan tot stut en steun
van den armen medemensch. (Zie
verder advertentie!)
BEUGELBOND VENRAY.
Uitslag van de laatste ontmoetin
gen in deze competitie:
KLASSE A.
HeideVenray 4—4
VeulènYsselsteyn 7—1
KLASSE B
HeideVenray 4—4
VeulenYsselsteyn 7i
In klasse A is zooals al reeds
eerder te zien was de beugelclub
„Ons Genot" van de Heide winnaar
van den Wisseibeker en behaalde in
't totaal 17 punten.
Dit neemt echter niet weg, dat
Ysselsteyn in de twaalf wedstrijden
maar tien partgen minder won en in
't totaal 13 punten behaalde. Venray
dat maar 20 punten heeft, mag er
groot opgaan, dat ze nog 2 partgen
meer heeft gewonnen als Ysselsteyn
en dus maar 3 partgen minder als
de Heide. De jongste club van boven
genoemde bond heeft 't niet verder
kunnen brengen dan 3 punten. Vast
houden mannen van 't Veulen, ge hebt
vele jonge spelers, dus ligt de toe
komst voor U open:
In klasse B hebben Venray zoowel
als de Heide beide 17 punten. De
mannen van de Heide hebben 2 par
tijen meer gewonnen en zijn zoo
doende winnaar geworden van den
beker. Wanneer we terug zien op de
afgeJoopen competitie kunnen we
zeggen, dat die goed verloopen is.