'Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Alleen Boter
is boter
„VENRAY'
boter
De dank van het
vaderland.
luchtbescherming
Buitenland.
Zaterdag 10 Februari 1940
Een en Zestigste Jaargang No 6
PEEL EN MAAS
ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct
per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY
Telefoon 51 Giro 150652
Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct
buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct
is zeer fijne boter
Een bedelstaf voor de weduwen
der gevallenen.
Er is wel eens overwogen...
't Is niet voor het eerst, dat
ik thans schrijf over het lot van
weduwen en weezen, die haar
man nu hun vader verloren in
den dienst van het land. De toe
stand, welken ik gisp, is er een,
welke niet enkel mij, maar vele
duizenden goede volksger.ooten
prengt. En als ik er over schrijf,
dan doe ik dat niet om aan
verantwoordelijke landsbestuur
ders moeilijkheden te bereiden
in een tijd, welke op zich zelf
reeds vol genoeg is van zorgen
en bezwaren, maar ik doe het
uit een gevoel voor recht en
omwille van het behoud van den
goeden geest in ons volk, zonder
denwelken alle moeite tot ver
dediging van onze nationale
goederen nutteloos zal zijn.
Toen een aantal marine-sche
pelingen het leven verloor bij het
leggen en vegen van mijnen, is
er door het Marine-Rampenfonds
gebedeld voor de naoestaan-
den. Door de radio werd er her
haaldelijk een bewogen beroep
op onze milddadigheid gedaan
telkens opnieuw werd het den
luisteraars voorgehoudengeeft
spoedig, dan helpt ge dubbel
Zeer velen heefl de blijkbare
noodzaak van zuiken oproep
zeer gedaan. Als de stand van
zaken, door deze oproepen ge
wekt, in strijd was met de waar
heid, dan was het de plicht ge
weest van de autoriteiten om
verdere opwekkingen van dien
aard te verhinderen, maar dat
gebeurde niet.
Zelf schreef ik in die dagen
naar den Radioraad, vragende, of
het er inderdaad zóó voorstond
dat een openbaar beroep op de
publieke liefdadigheid moest
worden gedaan ten behoeve van
hen, die voor de bescherming
van de Nederlandsche belangen
onder de wapenen waren geko
men of.,, geroepen, ontboden
dus, verplicht, ik hoorde er
niets op.
Ik zweeg, totdat onlangs in
Groningen bij een militaire oefe
ning met springstoffen vijf ge-
mobiliseerden om het leven kwa
men. Eenige dagen na die ge
beurtenis critiseerde het Groning-
sche dagblad „Ons Noorden" de
zorgeloosheid der overheid jegens
de achtergelaten betrekkingen.
Een brief van rouwbeklag, saluut
schoten boven hel graf, daar
mee, zoo schreef „O. N." achtte
de overheid zich van haar plicht
gekweten. De nagelaten betrek
kingen werden aan de publieke
milddadigheid overgelaten.
Toen schreef ik ten tweede
male een artikel over het onder
werp, dat talloozen zoozeer
prengt.
En eindelijk kwam er van de
zijde eener militaire autoriteit
eene korte, bitse reactie. „In
tegenspraak met de waarheid
heette het. En ter verdere expli
catie volgde dan enkel een ver
wijzing naar een bericht in de
„Telegraaf".
Op die manier dus krijgen
we eindelijk iets te hooren van
wat de overheid meent en weet
over een zaak, welke breede
lagen des volks beroert. Een
verwijzing naar een bericht in de
„Telegraaf"! Van dat bericht
citeeren we thans
De laatste dagen doet in een
deel van de pers het bericht
de ronde, dat nabestaanden
van dienstplichtigen, die bij
een ongeluk door den dienst
veroorzaakt, om het leven
kwamen, geheel onverzorgd
achterblijven. Hetzelfde zou
ook gelden voor dienstplichti
gen, die in een eventueelen
oorlog sneuvelden.
Dit bericht is, naar men van
officieele zijde (aan de Tel.)
mededeelt onjuist. De nabe
staanden van dienstplichtigen,
in den dienst gedood, hebben
recht op rijkspensioen. Dit is
niet hoog, maar men moet
daarbij in 't oog vatten, dat
het maximum rijksweduwen-
pensioen f 1400 bedraagt. De
weduwen, ook van de hoogste
rijksambtenaren, krijgen niet
meer.
De pensioengrondslag van een
soldaat (marinier of matroos)
en een korporaal is vastgesteld
op f 700. Hiervan krijgt de
weduwe 50 pet., dat is dus
f 350. Voor elk kind wordt 10
pet. betaald, tot een maximum
van 30 pet. Het pensioen kan
dus maximaal f650 bedragen.
Ook in de begrafeniskosten
wordt bijgedragen. Elke wedu
we van 'r, soldaat of korporaal,
gesneuveld in oorlog of ver
ongelukt in den dienst, heeft
dus recht op dit bedrag.
Aannemende, dat het alles zoo
is als het hierboven staat ver
meld, blijkt dus, dat er inder
daad iets wordt gedaan voor de
weduwen en weezen van hen,
die in dienst van het land val
len, maar juist waar uit de rege
ling blijkt, dat de overheid den
onderhoudsplicht van 't land
tegenover de mobilisatie- en
oorlogsslachtoffers erkent, valt
het zoozeer op, dat ze dien plicht
op volstrekt onvolkomen en on-
afdoende wijze nakomt. Als een
bijzonderheid wordt het n.b. ver
meld, dat de staat zelfs „bij
draagt in de kosten van de be
grafenis".
Stellen we het ons eens goed
vooreen aantal militairen komt
om bij de ontploffing van een
grondmijn en... de staat draagt
met eens zorg voor de teraarde
bestelling van de stoffelijke resten
maar „draagt in de kosten bij
De weduwe ontvangt f350 per
jaar, nog geen zeven gulden in
de week, wat wil zeggen, dat ze
als ze in de stad woont
zoowat genoeg krijgt om haar
huishuur door te betalen
De staat geeft aan de nage
laten betrekkingen een vergulden
bedelsiaf, althans weinig méér.
En dat wordt verdedigd met
de opmerking, dat zelfs de
weduwen van de hoogste rijks
ambtenaren niet meer dan f 1400
pensioen ontvangen. Wat 'n ver
gelijking Die hoogste rijksamb
tenaren hebben bij hun leven
een behoorlijk salaris gehad. De
gemobiliseerde had een eigen,
van den staat onafhankelijk be
staan. Uit dat bestaan is hij door
den staat weggerukt. Hem wordt
de bescherming opgedragen van
ons aller welzijn, het welzijn ook
van de hooge ambtenaren of dier
weduwen. En als de man bij zijn
beschermingstaak omkomt, dan
krijgt zijn weduwe te hooren, dat
zij tevreden moet zijn met 7 gul
den per week, omdat de wedu
wen van hooge ambtenaren
slechts viermaal zooveel ontvan
gen
Het ergste vinden we den in
houd van de laatste, nog niet
geciteerde regelen uit het van
officieele zijde geinspireerde
„Telegraaf'-bericht. Die regelen
luiden
Het pensioen is niet hoog en
er is wel eens overwogen het
alsnog te verhoogen. Bepaalde
plannen in die richting zijn er
echter nog niet.
Niet hoog....! En daarom.... „is
er wel eens overwogen het als
nog te verhoogen". Maar er zijn
„nog geen bepaalde plannen in
die richting" 1
Als ze in Den Haag maar
iets voelden van de mentaliteit
van het volk, van de massa, die
'n instinctief, eerlijk gevoelen
heeft voor recht.... Dan zouden
ze zich haasten om de weduwen
en weezen van voor ons heele
volk gevallen mannen, weg te
roepen van den stoep van het
armhuis en aan Nederland een
stuk nationale schande besparen.
Als de oorlog er mocht komen,
dan staan we allen in het aan
gezicht van een afschuwelijken
dood en zullen we allen ten volle
onze plicht doen. Er zullen er
dan zoovelen vallen, dat het on
mogelijk zal zijn om de finan-
cieele gevolgen daarvan voor de
gezinnen volledig door den staat
te laten ondervangen.
Maar voor de mobilisatie
slachtoffers kunnen we zorgen
Dat kan aan publieke middelen
in totaal niet méér vergen dan
één dag mobilisatie ons kost. En
dezen kleinen last te aanvaarden
is wel het minste, wat een volk
kan doen, dat door de plichts
betrachting van de opgeroepen
weermacht buiten den oorlog
bleef, althans hoopt te blijven
Md.
De verduistering.
Hoe gaan we nu onze woning,
winkel of bedrijf verduisteren
Het gaat dus om effectief ver
duisteren en niet, om met een of
ander listigheidje zich er aan trach
ten te onttrekken. We moeten van
de reeds eerder vermelde grondge-
dachte uitgaan, dat in ruimten waar
gewerkt moet worden, de normale
verlichting bljjft branden.
Voor een gewone woning is dit dus
huiskamer, studeervertrek en keuken.
In gangen, hallen, kelders, W.C.'s,
bergplaatsen en op trappen kan de
verlichtingssterkte verminderd wor
den, misschien ook nog in bij- of
waschkeukens.
Het makkelijkste is de verduis
tering, indien het huis beschikt over
ouderwetsche blinden, rolluiken of
jalouzieën. Kleine raampjes, zooals
die in gangen, hallen, W.C.'s, kelders
en alle koekoeken en tuimelramen
bezitten meestal geen rolluiken en
moeten dus afgeschermd worden.
Beschikt men over goede gordijnen,
dan kunnen deze, indien ze voldoen
de over elkaar, over de zijkanten en
hoog genoeg reiken, ruimschoots
voldoende geacht worden. Gordijnen
zijn lichtdicht, indien het silhouet
der lamp niet meer van buiten op
het gordijn te zien is. De zijkanten
kan men het best met punaises
vastzetten.
Veelal zijn de gordijnen niet vol
doende, dan kunnen combinatie's met
jalouzieën of rolgordijnen ook vol
doen. Lancaster, speciaal blauw en
groen, weren veel licht. Enkel jalou-
zie is niet voldoende.
Mochten we er ook nog niet ko
men, dan moeten we de lichtbron
zelf afschermen, dus niet een zwak
kere lamp Indraaien. Dit mag alleen
maar, indien de gebruikte lichtbron
te sterk is, wat echter zelden het
geval zal zijn.
In den handel zijn verschillende
afschermkappen en monturen ver
krijgbaar. Onder deze zijn goede en
slechte. Vaak is het bezwaar, dat
ze voor normaal werk te weinig
licht doorlaten, dit geldt 't sterkste
voor de monturen. Men kan zich ook
zelf behelpen door een trechtervor
mige koker van donker papier om
de lamp te maken, indien er maar
vooral voor gezorgd wordt, dat de
lichtschijn op de gordijnen wegge
nomen wordt. Ziet men deze schijn
toch van buitenaf, dan is het papier
te dun of de koker te klein.
In alle ruimten, waar we niet
scherp hoeven te zien, kunnen we
om te beginnen veel zwakkere peren
indraaien, wat bovendien nog be
sparing geeft. Het minste wat men
in gangen gebruikt is meestal een
lamp van 30 Watt. Men kan heel
goed verminderen tot 15 Watt. Er
kan zelfs mee volstaan worden door
een spaarlampje van 5 Watt te
gebruiken.
De dames zullen dac wel niet best
zien of het hoeaje goed scheefstaat
maar op straat ziet toch niemand
het, omdat het daar Qok duister is.
Is de verlichting nog te sterk, dan
kan men weer afschermen met pa
pier of een koker.
Ook kan men lichtramen in hallen,
W.C.'s, gangen, trappen, kelders en
verder alle tuimelramen, koekoeken
enz. afschermen met voor elk raam
op maat gemaakte stukken karton
of plaatjes triplex. Dit is absoluut
afdoende, maar men moet ze echter
elke avond plaatsen en 's morgens
wegnemen. Deze methode is beter
dan het afschermen van de lichtbron
in de gang enz. zelf, want de kans
bestaat dan, dat door het openen
van een kamerdeur het licht via het
gangraam toch weer van buiten af
zichtbaar is. Vanzelfsprekend mogen
bovenlichten en kijkraampjes in voor
deuren niet vergeten worden.
Een belangrijk punt is nu het be
treden en verlaten van een huis,
want ook dan mag geen lichtschijn
naar buiten vallen.
Heeft men de lamp afgeschermd,
dan is de hoeveelheid Jicht bij ge
opende voordeur toch nog te veel.
Heeft men een tochtdeur in de
gang, dan is het zeer eenvoudig. Het
glas In die deur dekt men af en
schroeft de lamp tusschen tocht- en
voordeur eruit Na verlaten komt
men dan in een donker portaal en
kan zonder gevaar de voordeur ope
nen. Dit is een z.g.n. lichtsJuis.
Heeft men geen tochtdeur, dan
kan men soms zoo'n lichtsluis maken
door een paar oude dikke gordijnen
op een paar latten of roeden op te
hangen.
Hoofd L-B.D.
A. BUWALDA.
DE ALGEMEENE
TOESTAND.
De as Berlijn—-Moskou»
Het schijnt toch niet te willen
boteren met de „vriendschappelijke"
betrekkingen tusschen Berlijn en
Moskou. Al zal men dat noch te
Berlijn noch te Moskou op het
oogenblik' willen toegeven.
Het heeft er alles van weg, dat
de Duitschers zich verraden gevoelen
door hun nieuwe vrienden. Wat dan
een lot zou zijn, hetwelk Hitier
zich zelf voorspelde, toen hij in
„Mein Kampf" over de waarde van
overeenkomsten met de sovjets
schreef.
De zaken schijnen inderdaad zöö
te staan: de Russen incasseerden
aanstonds eeD belangrijk voorschot
der Duitschers op het loon voor hun
onzijdigheid in het conflict van Ber
lijn met het Westen en sedert ze dat
voorschot in den zak hebben of
meenen te hebben, trekken ze zich
niets meer aan van wat ze met
Berlijn overeen kwamen te doen of
na te laten.
De Duitschers ontvangen van de
Russen in geen enkelen vorm hulp
daartegenover staat, volgens een
nadrukkelijke verklaring, deze week
door Moskou afgelegd, dat de Russen
van de Duitschers geen enkelen steun
hebben ontvangen en ook niet heb
ben gevraagd.
Hiervan is natuurlijk de politieke
(diplomatieke) hulp "uitgesloten,
welke Duitschland (o.m. in het Rus-
sisch-Finsche geschil), zonder er om
gevraagd te zijn, gedwongen was om
aan Moskou te verleenen, wiide het
zijn eigen spel niet bederven.
Berlijn heeft tot nog toe n.l. steeds
„sterkte" gezocht in het dreigement,
dat het indien het dat wilde
met den bevrienden Russischen kolos
een militair verbond zou kunnen
sluiten.
Dat dreigement heeft zoo zoetjes
aan alle beteekenis verloren, want
wat de Russen doen of nalaten, is
zoo blijkt het dagelijks meer na-
deelig voor Berlijn dan voordeelig.
Het leek er zeer onlangs op, dat
Berlijn ten koste voor nieuwe be
loften en voorschotten er in geslaagd
was, om van Moskou bepaalde voor-
deelen te verwerven, welke in den
dringenden nood aan olie (benzine)
zouden voorzien.
Het heette, dat de Russen Duit.
sche troepen hadden toegelaten in
het door het Roode Leger bezette
deel van Poolsch Galicië, welk gebied
de verbinding vormt tusschen Duits
land en het rijkste oliegebied van
Europa: Roemenie. Deze Duitsche
troepen zouden den vlotten door
voer van de in Roemenie gekochte
olievoorraden naar 't Rijk moeten
verzekeren.
Over die berichten is heel wat te
doen geweest. Ze werden bevestigd
en tegengesproken, volgehouden en
weer ontkend.
Moskou verzekerde tenslotte, dat
er in Galicie enkel Duitsche beamb
ten waren, die de evacuatie van de
daar wonende rijksduitschers kwa
men regelen. Inderdaad is nu ge
bleken, dat deze evacuatie, welke
circa 130.000 personen omvatte, is
geschied.
Maar van een vlotten doorvoer van
Roemeensche olie is niets gebleken,
integendeelBekend werd, dat de
Russen de spoorlijnen ia Galicie op
breken en ze op Russische breedte
verleggen. De Russen hebben n.l.
een geringere breedte van de spoor
wegen dan overal elders in Europa,
hetgeen ze en niet ten onrechte
als een belangrijk defensief voor
deel van hun land beschouwen, om
dat eventueele aanvallers hun eigen
spoormateriaal niet in Rusland kun
nen gebruiken.
Maar nu is er ook geen sprake
meer van rechtstreekschen doorvoer
van Roemeenschen petroleum over
land naar Duitschland.
In Italië spreekt men het thans
openlijk uit, wat men in Berlijn weet
maar niet openlijk durft te zeereen,
n.l. dat
Duitschland door Moskou
bedrogen
werd en dat de Russen hun eigen
weg gaan, daarbij de belangen van
Duitschland met voeten tredende.
„Het is absurd" aldus de „Cor-
riere Padano" het orgaan van den
Italiaanschen maarschalk Balbo, gou
verneur van Lybië „te denken
dat Rusland in het diplomatiek duel
tusschen de Duitschers en de geal
lieerden tusschenbeide is gekomen,
om het nationaal-socialistische Duits
land te helpen, of eenvoudig om een
deel van het Poolsche gebied te
annexeeren, hetwelk zijn zucht van
avontuur en verovering geenszins
bevredigt.
„Integendeel, men behoeft er niet
aan te twijfelen, dat de actie van
Moskou in de Baltische landen en
speciaal in Finland, evenals zijn actie
in de richtiDg van Zuid-Oost-Europa,
gaat buiten de grenzen van de entente
met Duitschland: reeds treedt Rus
land zonder gewetenswroeging de
Duitsche belangen zelf met voeten'
De voortdurende
Russische bedreigingen,
de aanval op Finland, het agressieve
optreden van de Moscivieten tegen
de Scandinavische landen en tegen
de Balkanstaten, in het bijzonder
tegen Roemenie, dat alles kan
Duitschland, naar men inBerlijD be
gint in te zien slechts schaden, want
Duitschland is te land veilig in het
Westen, doch als Rusland aan de
geallieerden de gelegenheid biedt om
het oorlogsfront aanzienlijk te ver-
grooten door een Finsch-Scandina-
visch-Geallieerd front in het Noor
den en een Balkaneesch-Italiaansch-
Geallieerd front; in het Zuid-Oosten,
dan zou de omsingeling volkomen
zijn en zou Duitschland vanuit het
Oosten zelfs militair kunnen worden
bedreigd.
Duitschland is daar kwetsbaar,
zéér kwetsbaar, omdat zijn geheele
grensgebied aldaar wordt bewoond
door met geweld onderworpen vol
keren. Herinnerende aan de geslaag
de conferentie van Belgrado, zegt
het voornoemde orgaan van maar
schalk Balbo, dat het Russische
program met betrekking tot Z.O.
Europa thans wel geblokkeerd is
„tengevolge van de actie waarin
Italië een overwegende rol heeft ge
speeld", maar dat wil niet zeggen,
dat Stalin de onderbroken partij niet
zal voortzetten. „Italië heeft duidelijk
doen weten, dat het niet onverschil
lig zcu blijven tegenover een bol-
sjewistischen opmarsch in de rich
ting van den Donau".
Balbo's orgaan stelt tenslotte in
bittere bewoordingen vast, dat
Duitschland de gebeurtenissen van
September slechts heeft verhaast,
nadat het zich zeker had gesteld
(naar men te Berlijn meende) van
de houding van Moskou en dat
Moskou „zonder voorafgaand overleg
met Berlijn en zelfs tegen de belan
gen van het ryk in".
Het is met te verwonderen, dat
men in Berlijn huiverig wordt om
te begunstigen, dat Moskou gelegen
heid schept om den oorlog in Europa
aan nieuwe en uitgebreide fronten
in het Noorden en Zuid-Oosten
voort te zetten, waaraan voor
Duitschland zoovele kwade kansen
zijn verbonden.
Het viel op, dat Berlijn van de
week officieel deed tegenspreken, dac
Duitschland de Russen op eenigerlei
wijze tegen de Finnen helpt. Ook
krijgen de geruchten over een
Duitsche vredesbemiddeling
tusschen Meskou en Helsinki, in het
licht van al het vorenstaande, een
zekere mate van aannemelijkheid,
Volgens den BerHjnschen correspon
dent van „Dagens Nyheter" zalVon
Ribbentrop deze week een onderhoud
hebben met Von Blücher, den Duit-
schen gezant in Helsinki, en graaf
Von der Schulenburg, den Duitschen
ambassadeur te Moskou, die beiden
naar Berlijn zijn ontboden.
Alsdan zouden de middelen bestu
deerd worden, een einde te maken
aan den Russisch-Finschen oorlog.
Voor het oogenblik echter, zoo
voegt de correspondent hieraan toe,
houdt Duitschland zich absoluut
buiten het Russisch-Finsche conflict.
Eén ding is zeker: als de oorlog
in Finland nog langen tijd moet
worden voortgezet, dan stijgen de
kansen, dat de Scandinavische lan
den in den strijd zullen worden be
trokken en dat de oorlog in het
Noorden een belangrijk onderdeel zal
worden van het groote Europeesche
conflict.
Duitschland vreest inderdaad een
verlenging van het front naar het
Noorden en waarschijnlijk treden de
Duitsche marine en de Duitsche
luchtmacht daarom zoo
onmenschelijk tegen de
Scandinaviërs
op. Men wil natuurlijk deneconomi-
schen weerstand hunner landen ver
lammen, voor de strijd openlijk aan
vangt. Maar deze methode is op
zich zelf weer geschikt om datgene
te verhaasten, wat wordt gevreesd.
In de Scandinavische landen groeit
een vinnige, overigens zeer begrij
pelijke reactie, op de Duitsche
methode van oorlogvoering tegen de
neutralen.
Sinds het uitbreken van den oor
logaldus bericht het Noorsche
Telegraafagentschap, zijn ongeveer
40 Noorsche schepen verloren
gegaan en 250 zeelieden zijn om het
leven gekomen.
Het laatste slachtoffer van den
oorlog ter zee i3 de „Tempo", die
Zaterdag op de Noordzee gebombar
deerd en met machinegeweervuur
bestookt is.
Publiek en pers nemen met stij
gende verontwaardiging kennis van
elk nieuw geval van tot zinken
brengen van een Noorsch schip.
Te Oslo werd Zondagavond een
indrukwekkende kerkdienst
gehouden in de kerk der Drleëenheid,
welke dienst was gewijd ter herden
king van de Noorsche zeelieden, die
het leven hebben verloren. De namen
der omgekomen schepelingen uit
Oslo werden voorgelezen.
De dienst werd door den koning
en de hoogste marine-autoriteiten
bijgewoond.
Ook Zweden heeft tengevolge van
den strijd tegen de handelsschepen
ernstige verliezen geleden. Sedert
het begin van den oorlog zijn 30
Zweedsche schepen gezonken, terwijl
200 zeelieden het leven hebben ver
loren,
o
Ten besluite een enkel woord over
Nederland's positie. De aandacht der
oorlogvoerenden is op het oogenblik
zoozeer geconcentreerd op het Noor
den en Zuidoosten van Europa, dat
we veilig kunnen aannemen, dat ons
voor het moment geen direct gevaar
dreigt. Maar de omstandigheden
kunnen zich onverwachts weer wij
zigen.
Daarop gelet, is het zoo bemoedi
gend voor ons, dat
de goede trouw der Belgen
jegens ons volk zich keer op keer
duidelijk openbaart en een belang
rijke factor is geworden tot behoud
van den vrede in onze lage landen.
Duitsche verloven ingetrokken.
De militaire verloven zrjn in
Duitschland ingetrokken, meldde op
7 Febr. de Berlijnsche correspondent
van de „Indépendance Beige».
De oorlog in Finland
In Finland zijn van de week, naar
uit Helsinki wordt bericht, de
zwaarste en bloedigste gevechten
geleverd sinds het begin van den
oorlog. Ze hadden plaats aan alle
fronten, maar in het bizonder aan
de Karelische landengte en benoor
den het Ladoga-meer. De Russen
zouden hun aanvallen hebben inge
zet na een ontzagwekkende voorbe
reiding der artillerie.
De infanterie aanvallen werden
voorafgegaan door het optreden van
tanks, maar nergens hebben de Rus
sen eenig voordeel behaalt en hun
verliezen moeten zeer beduidend zijn.
De Amerikaansche consul te Hel
sinki seinde naar Washington, dat
alle hospitalen in Finland volliggen
met Finsche en Russische gewonden
en dat onmiddelgk 25.000 bedden be-
noodigd zijn voor de zieken en ge
wonden onder de burgerbevolking.
Bjj Rovianemi hebben de Russen
groote eskaders bommenwerpers een
parachutisten-patrouille neergelaten
in een eenzaam gebied. Deze pa
trouille had tot taak om den spoor
weg op te blazen en het groote via
duct in de Kemi-valleL De neerdaling
der parachutisten was echter ontdekt
door een luchtwacht. Een kleine
troepenafdeeling werd den Russen
tegemoet gezonden en in een bloe
dig gevecht werden de meeste para
chutisten neergelegd, terwijl de an
deren zich gevangen gaven.
Een bericht, dat de Finnen ten
Noorden van het Ladoga-meer de
18e Roode divisie zouden hebben ver
nietigd, wordt uit Helsinki weer
sproken. Daar geeft men te kennen,
dat twee bataljons, van de 18e divi
sie deel uitmakende, bij Kitela ver
slagen zg'n. Toch houden de berich
ten aan, dat de 18e divisie der Rus
sen geheel verspreid en „practisch
afgesneden" is, doch dat het Finsche
legerbestuur blijkbaar het succes
volkomen wil maken alvorens de
overwinning te berichten en bijzon
derheden te vermelden.
(V Dc Iersche terroristen
In Engeland beleeft men weer
allerlei moeilijkheden met een betrek
kelijk kleine groep Iersche nationa
listen, die sedert maanden reeds tot
het plegen van daden van terreur
(bomaanslagen) in Engeland zijn
overgegaan, om daarmee de hereenl-
ging van Noord- en Zuid-Ierland af
te dwingen. De Britsche vertegen
woordiging heeft onlangs aan de
regeering de bevoegdheden verstrekt
om tegen deze Iersche terroristen
zeer krasse maatregelen te nemen.
Bij een bomaanslag op 25 Augus
tus te Coventry, werden vijf perso
nen gedood en vijftig gewond. Van
medeplichtigheid aan dezen aanslag
werden verdacht de Ieren Peter Bar
nes en James Richards. Zij werden
ter dood veroordeeld en zijn Woens
dag LI. in den vroegen morgen op
gehangen.
Vóór het zoover wa3 heeft zich
over heel Ierland een beweging ont
ketend voor gratie aan de ter dood
veroordeelden. Petities werden naar
Londen gezonden en... bedreigingen
werden geuit. De Trade-Union be
sloot om in geheel Ierland de alge-
meene werkstaking af te kondigen,
als het vonnis zou worden voltrok
ken. Toen Dinsdag bekend werd, dat
het gratie-verzoek was afgewezen,
volgden hier en daar nieuwe bom
aanslagen, in postkantoren, stations
en zelfs op openbare pleinen in
Londen. Er vielen wel gewonden,
maar gelukkig geen dooden.
Zooals gezegd, het vonnis is vol
trokken en de regeering te Londen
heeft zlqh dus niet laten intimidee-