'Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Alleen Boter is boter „VENRAY' boter De dank van het vaderland. luchtbescherming Buitenland. Zaterdag 10 Februari 1940 Een en Zestigste Jaargang No 6 PEEL EN MAAS ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 51 Giro 150652 Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct is zeer fijne boter Een bedelstaf voor de weduwen der gevallenen. Er is wel eens overwogen... 't Is niet voor het eerst, dat ik thans schrijf over het lot van weduwen en weezen, die haar man nu hun vader verloren in den dienst van het land. De toe stand, welken ik gisp, is er een, welke niet enkel mij, maar vele duizenden goede volksger.ooten prengt. En als ik er over schrijf, dan doe ik dat niet om aan verantwoordelijke landsbestuur ders moeilijkheden te bereiden in een tijd, welke op zich zelf reeds vol genoeg is van zorgen en bezwaren, maar ik doe het uit een gevoel voor recht en omwille van het behoud van den goeden geest in ons volk, zonder denwelken alle moeite tot ver dediging van onze nationale goederen nutteloos zal zijn. Toen een aantal marine-sche pelingen het leven verloor bij het leggen en vegen van mijnen, is er door het Marine-Rampenfonds gebedeld voor de naoestaan- den. Door de radio werd er her haaldelijk een bewogen beroep op onze milddadigheid gedaan telkens opnieuw werd het den luisteraars voorgehoudengeeft spoedig, dan helpt ge dubbel Zeer velen heefl de blijkbare noodzaak van zuiken oproep zeer gedaan. Als de stand van zaken, door deze oproepen ge wekt, in strijd was met de waar heid, dan was het de plicht ge weest van de autoriteiten om verdere opwekkingen van dien aard te verhinderen, maar dat gebeurde niet. Zelf schreef ik in die dagen naar den Radioraad, vragende, of het er inderdaad zóó voorstond dat een openbaar beroep op de publieke liefdadigheid moest worden gedaan ten behoeve van hen, die voor de bescherming van de Nederlandsche belangen onder de wapenen waren geko men of.,, geroepen, ontboden dus, verplicht, ik hoorde er niets op. Ik zweeg, totdat onlangs in Groningen bij een militaire oefe ning met springstoffen vijf ge- mobiliseerden om het leven kwa men. Eenige dagen na die ge beurtenis critiseerde het Groning- sche dagblad „Ons Noorden" de zorgeloosheid der overheid jegens de achtergelaten betrekkingen. Een brief van rouwbeklag, saluut schoten boven hel graf, daar mee, zoo schreef „O. N." achtte de overheid zich van haar plicht gekweten. De nagelaten betrek kingen werden aan de publieke milddadigheid overgelaten. Toen schreef ik ten tweede male een artikel over het onder werp, dat talloozen zoozeer prengt. En eindelijk kwam er van de zijde eener militaire autoriteit eene korte, bitse reactie. „In tegenspraak met de waarheid heette het. En ter verdere expli catie volgde dan enkel een ver wijzing naar een bericht in de „Telegraaf". Op die manier dus krijgen we eindelijk iets te hooren van wat de overheid meent en weet over een zaak, welke breede lagen des volks beroert. Een verwijzing naar een bericht in de „Telegraaf"! Van dat bericht citeeren we thans De laatste dagen doet in een deel van de pers het bericht de ronde, dat nabestaanden van dienstplichtigen, die bij een ongeluk door den dienst veroorzaakt, om het leven kwamen, geheel onverzorgd achterblijven. Hetzelfde zou ook gelden voor dienstplichti gen, die in een eventueelen oorlog sneuvelden. Dit bericht is, naar men van officieele zijde (aan de Tel.) mededeelt onjuist. De nabe staanden van dienstplichtigen, in den dienst gedood, hebben recht op rijkspensioen. Dit is niet hoog, maar men moet daarbij in 't oog vatten, dat het maximum rijksweduwen- pensioen f 1400 bedraagt. De weduwen, ook van de hoogste rijksambtenaren, krijgen niet meer. De pensioengrondslag van een soldaat (marinier of matroos) en een korporaal is vastgesteld op f 700. Hiervan krijgt de weduwe 50 pet., dat is dus f 350. Voor elk kind wordt 10 pet. betaald, tot een maximum van 30 pet. Het pensioen kan dus maximaal f650 bedragen. Ook in de begrafeniskosten wordt bijgedragen. Elke wedu we van 'r, soldaat of korporaal, gesneuveld in oorlog of ver ongelukt in den dienst, heeft dus recht op dit bedrag. Aannemende, dat het alles zoo is als het hierboven staat ver meld, blijkt dus, dat er inder daad iets wordt gedaan voor de weduwen en weezen van hen, die in dienst van het land val len, maar juist waar uit de rege ling blijkt, dat de overheid den onderhoudsplicht van 't land tegenover de mobilisatie- en oorlogsslachtoffers erkent, valt het zoozeer op, dat ze dien plicht op volstrekt onvolkomen en on- afdoende wijze nakomt. Als een bijzonderheid wordt het n.b. ver meld, dat de staat zelfs „bij draagt in de kosten van de be grafenis". Stellen we het ons eens goed vooreen aantal militairen komt om bij de ontploffing van een grondmijn en... de staat draagt met eens zorg voor de teraarde bestelling van de stoffelijke resten maar „draagt in de kosten bij De weduwe ontvangt f350 per jaar, nog geen zeven gulden in de week, wat wil zeggen, dat ze als ze in de stad woont zoowat genoeg krijgt om haar huishuur door te betalen De staat geeft aan de nage laten betrekkingen een vergulden bedelsiaf, althans weinig méér. En dat wordt verdedigd met de opmerking, dat zelfs de weduwen van de hoogste rijks ambtenaren niet meer dan f 1400 pensioen ontvangen. Wat 'n ver gelijking Die hoogste rijksamb tenaren hebben bij hun leven een behoorlijk salaris gehad. De gemobiliseerde had een eigen, van den staat onafhankelijk be staan. Uit dat bestaan is hij door den staat weggerukt. Hem wordt de bescherming opgedragen van ons aller welzijn, het welzijn ook van de hooge ambtenaren of dier weduwen. En als de man bij zijn beschermingstaak omkomt, dan krijgt zijn weduwe te hooren, dat zij tevreden moet zijn met 7 gul den per week, omdat de wedu wen van hooge ambtenaren slechts viermaal zooveel ontvan gen Het ergste vinden we den in houd van de laatste, nog niet geciteerde regelen uit het van officieele zijde geinspireerde „Telegraaf'-bericht. Die regelen luiden Het pensioen is niet hoog en er is wel eens overwogen het alsnog te verhoogen. Bepaalde plannen in die richting zijn er echter nog niet. Niet hoog....! En daarom.... „is er wel eens overwogen het als nog te verhoogen". Maar er zijn „nog geen bepaalde plannen in die richting" 1 Als ze in Den Haag maar iets voelden van de mentaliteit van het volk, van de massa, die 'n instinctief, eerlijk gevoelen heeft voor recht.... Dan zouden ze zich haasten om de weduwen en weezen van voor ons heele volk gevallen mannen, weg te roepen van den stoep van het armhuis en aan Nederland een stuk nationale schande besparen. Als de oorlog er mocht komen, dan staan we allen in het aan gezicht van een afschuwelijken dood en zullen we allen ten volle onze plicht doen. Er zullen er dan zoovelen vallen, dat het on mogelijk zal zijn om de finan- cieele gevolgen daarvan voor de gezinnen volledig door den staat te laten ondervangen. Maar voor de mobilisatie slachtoffers kunnen we zorgen Dat kan aan publieke middelen in totaal niet méér vergen dan één dag mobilisatie ons kost. En dezen kleinen last te aanvaarden is wel het minste, wat een volk kan doen, dat door de plichts betrachting van de opgeroepen weermacht buiten den oorlog bleef, althans hoopt te blijven Md. De verduistering. Hoe gaan we nu onze woning, winkel of bedrijf verduisteren Het gaat dus om effectief ver duisteren en niet, om met een of ander listigheidje zich er aan trach ten te onttrekken. We moeten van de reeds eerder vermelde grondge- dachte uitgaan, dat in ruimten waar gewerkt moet worden, de normale verlichting bljjft branden. Voor een gewone woning is dit dus huiskamer, studeervertrek en keuken. In gangen, hallen, kelders, W.C.'s, bergplaatsen en op trappen kan de verlichtingssterkte verminderd wor den, misschien ook nog in bij- of waschkeukens. Het makkelijkste is de verduis tering, indien het huis beschikt over ouderwetsche blinden, rolluiken of jalouzieën. Kleine raampjes, zooals die in gangen, hallen, W.C.'s, kelders en alle koekoeken en tuimelramen bezitten meestal geen rolluiken en moeten dus afgeschermd worden. Beschikt men over goede gordijnen, dan kunnen deze, indien ze voldoen de over elkaar, over de zijkanten en hoog genoeg reiken, ruimschoots voldoende geacht worden. Gordijnen zijn lichtdicht, indien het silhouet der lamp niet meer van buiten op het gordijn te zien is. De zijkanten kan men het best met punaises vastzetten. Veelal zijn de gordijnen niet vol doende, dan kunnen combinatie's met jalouzieën of rolgordijnen ook vol doen. Lancaster, speciaal blauw en groen, weren veel licht. Enkel jalou- zie is niet voldoende. Mochten we er ook nog niet ko men, dan moeten we de lichtbron zelf afschermen, dus niet een zwak kere lamp Indraaien. Dit mag alleen maar, indien de gebruikte lichtbron te sterk is, wat echter zelden het geval zal zijn. In den handel zijn verschillende afschermkappen en monturen ver krijgbaar. Onder deze zijn goede en slechte. Vaak is het bezwaar, dat ze voor normaal werk te weinig licht doorlaten, dit geldt 't sterkste voor de monturen. Men kan zich ook zelf behelpen door een trechtervor mige koker van donker papier om de lamp te maken, indien er maar vooral voor gezorgd wordt, dat de lichtschijn op de gordijnen wegge nomen wordt. Ziet men deze schijn toch van buitenaf, dan is het papier te dun of de koker te klein. In alle ruimten, waar we niet scherp hoeven te zien, kunnen we om te beginnen veel zwakkere peren indraaien, wat bovendien nog be sparing geeft. Het minste wat men in gangen gebruikt is meestal een lamp van 30 Watt. Men kan heel goed verminderen tot 15 Watt. Er kan zelfs mee volstaan worden door een spaarlampje van 5 Watt te gebruiken. De dames zullen dac wel niet best zien of het hoeaje goed scheefstaat maar op straat ziet toch niemand het, omdat het daar Qok duister is. Is de verlichting nog te sterk, dan kan men weer afschermen met pa pier of een koker. Ook kan men lichtramen in hallen, W.C.'s, gangen, trappen, kelders en verder alle tuimelramen, koekoeken enz. afschermen met voor elk raam op maat gemaakte stukken karton of plaatjes triplex. Dit is absoluut afdoende, maar men moet ze echter elke avond plaatsen en 's morgens wegnemen. Deze methode is beter dan het afschermen van de lichtbron in de gang enz. zelf, want de kans bestaat dan, dat door het openen van een kamerdeur het licht via het gangraam toch weer van buiten af zichtbaar is. Vanzelfsprekend mogen bovenlichten en kijkraampjes in voor deuren niet vergeten worden. Een belangrijk punt is nu het be treden en verlaten van een huis, want ook dan mag geen lichtschijn naar buiten vallen. Heeft men de lamp afgeschermd, dan is de hoeveelheid Jicht bij ge opende voordeur toch nog te veel. Heeft men een tochtdeur in de gang, dan is het zeer eenvoudig. Het glas In die deur dekt men af en schroeft de lamp tusschen tocht- en voordeur eruit Na verlaten komt men dan in een donker portaal en kan zonder gevaar de voordeur ope nen. Dit is een z.g.n. lichtsJuis. Heeft men geen tochtdeur, dan kan men soms zoo'n lichtsluis maken door een paar oude dikke gordijnen op een paar latten of roeden op te hangen. Hoofd L-B.D. A. BUWALDA. DE ALGEMEENE TOESTAND. De as Berlijn—-Moskou» Het schijnt toch niet te willen boteren met de „vriendschappelijke" betrekkingen tusschen Berlijn en Moskou. Al zal men dat noch te Berlijn noch te Moskou op het oogenblik' willen toegeven. Het heeft er alles van weg, dat de Duitschers zich verraden gevoelen door hun nieuwe vrienden. Wat dan een lot zou zijn, hetwelk Hitier zich zelf voorspelde, toen hij in „Mein Kampf" over de waarde van overeenkomsten met de sovjets schreef. De zaken schijnen inderdaad zöö te staan: de Russen incasseerden aanstonds eeD belangrijk voorschot der Duitschers op het loon voor hun onzijdigheid in het conflict van Ber lijn met het Westen en sedert ze dat voorschot in den zak hebben of meenen te hebben, trekken ze zich niets meer aan van wat ze met Berlijn overeen kwamen te doen of na te laten. De Duitschers ontvangen van de Russen in geen enkelen vorm hulp daartegenover staat, volgens een nadrukkelijke verklaring, deze week door Moskou afgelegd, dat de Russen van de Duitschers geen enkelen steun hebben ontvangen en ook niet heb ben gevraagd. Hiervan is natuurlijk de politieke (diplomatieke) hulp "uitgesloten, welke Duitschland (o.m. in het Rus- sisch-Finsche geschil), zonder er om gevraagd te zijn, gedwongen was om aan Moskou te verleenen, wiide het zijn eigen spel niet bederven. Berlijn heeft tot nog toe n.l. steeds „sterkte" gezocht in het dreigement, dat het indien het dat wilde met den bevrienden Russischen kolos een militair verbond zou kunnen sluiten. Dat dreigement heeft zoo zoetjes aan alle beteekenis verloren, want wat de Russen doen of nalaten, is zoo blijkt het dagelijks meer na- deelig voor Berlijn dan voordeelig. Het leek er zeer onlangs op, dat Berlijn ten koste voor nieuwe be loften en voorschotten er in geslaagd was, om van Moskou bepaalde voor- deelen te verwerven, welke in den dringenden nood aan olie (benzine) zouden voorzien. Het heette, dat de Russen Duit. sche troepen hadden toegelaten in het door het Roode Leger bezette deel van Poolsch Galicië, welk gebied de verbinding vormt tusschen Duits land en het rijkste oliegebied van Europa: Roemenie. Deze Duitsche troepen zouden den vlotten door voer van de in Roemenie gekochte olievoorraden naar 't Rijk moeten verzekeren. Over die berichten is heel wat te doen geweest. Ze werden bevestigd en tegengesproken, volgehouden en weer ontkend. Moskou verzekerde tenslotte, dat er in Galicie enkel Duitsche beamb ten waren, die de evacuatie van de daar wonende rijksduitschers kwa men regelen. Inderdaad is nu ge bleken, dat deze evacuatie, welke circa 130.000 personen omvatte, is geschied. Maar van een vlotten doorvoer van Roemeensche olie is niets gebleken, integendeelBekend werd, dat de Russen de spoorlijnen ia Galicie op breken en ze op Russische breedte verleggen. De Russen hebben n.l. een geringere breedte van de spoor wegen dan overal elders in Europa, hetgeen ze en niet ten onrechte als een belangrijk defensief voor deel van hun land beschouwen, om dat eventueele aanvallers hun eigen spoormateriaal niet in Rusland kun nen gebruiken. Maar nu is er ook geen sprake meer van rechtstreekschen doorvoer van Roemeenschen petroleum over land naar Duitschland. In Italië spreekt men het thans openlijk uit, wat men in Berlijn weet maar niet openlijk durft te zeereen, n.l. dat Duitschland door Moskou bedrogen werd en dat de Russen hun eigen weg gaan, daarbij de belangen van Duitschland met voeten tredende. „Het is absurd" aldus de „Cor- riere Padano" het orgaan van den Italiaanschen maarschalk Balbo, gou verneur van Lybië „te denken dat Rusland in het diplomatiek duel tusschen de Duitschers en de geal lieerden tusschenbeide is gekomen, om het nationaal-socialistische Duits land te helpen, of eenvoudig om een deel van het Poolsche gebied te annexeeren, hetwelk zijn zucht van avontuur en verovering geenszins bevredigt. „Integendeel, men behoeft er niet aan te twijfelen, dat de actie van Moskou in de Baltische landen en speciaal in Finland, evenals zijn actie in de richtiDg van Zuid-Oost-Europa, gaat buiten de grenzen van de entente met Duitschland: reeds treedt Rus land zonder gewetenswroeging de Duitsche belangen zelf met voeten' De voortdurende Russische bedreigingen, de aanval op Finland, het agressieve optreden van de Moscivieten tegen de Scandinavische landen en tegen de Balkanstaten, in het bijzonder tegen Roemenie, dat alles kan Duitschland, naar men inBerlijD be gint in te zien slechts schaden, want Duitschland is te land veilig in het Westen, doch als Rusland aan de geallieerden de gelegenheid biedt om het oorlogsfront aanzienlijk te ver- grooten door een Finsch-Scandina- visch-Geallieerd front in het Noor den en een Balkaneesch-Italiaansch- Geallieerd front; in het Zuid-Oosten, dan zou de omsingeling volkomen zijn en zou Duitschland vanuit het Oosten zelfs militair kunnen worden bedreigd. Duitschland is daar kwetsbaar, zéér kwetsbaar, omdat zijn geheele grensgebied aldaar wordt bewoond door met geweld onderworpen vol keren. Herinnerende aan de geslaag de conferentie van Belgrado, zegt het voornoemde orgaan van maar schalk Balbo, dat het Russische program met betrekking tot Z.O. Europa thans wel geblokkeerd is „tengevolge van de actie waarin Italië een overwegende rol heeft ge speeld", maar dat wil niet zeggen, dat Stalin de onderbroken partij niet zal voortzetten. „Italië heeft duidelijk doen weten, dat het niet onverschil lig zcu blijven tegenover een bol- sjewistischen opmarsch in de rich ting van den Donau". Balbo's orgaan stelt tenslotte in bittere bewoordingen vast, dat Duitschland de gebeurtenissen van September slechts heeft verhaast, nadat het zich zeker had gesteld (naar men te Berlijn meende) van de houding van Moskou en dat Moskou „zonder voorafgaand overleg met Berlijn en zelfs tegen de belan gen van het ryk in". Het is met te verwonderen, dat men in Berlijn huiverig wordt om te begunstigen, dat Moskou gelegen heid schept om den oorlog in Europa aan nieuwe en uitgebreide fronten in het Noorden en Zuid-Oosten voort te zetten, waaraan voor Duitschland zoovele kwade kansen zijn verbonden. Het viel op, dat Berlijn van de week officieel deed tegenspreken, dac Duitschland de Russen op eenigerlei wijze tegen de Finnen helpt. Ook krijgen de geruchten over een Duitsche vredesbemiddeling tusschen Meskou en Helsinki, in het licht van al het vorenstaande, een zekere mate van aannemelijkheid, Volgens den BerHjnschen correspon dent van „Dagens Nyheter" zalVon Ribbentrop deze week een onderhoud hebben met Von Blücher, den Duit- schen gezant in Helsinki, en graaf Von der Schulenburg, den Duitschen ambassadeur te Moskou, die beiden naar Berlijn zijn ontboden. Alsdan zouden de middelen bestu deerd worden, een einde te maken aan den Russisch-Finschen oorlog. Voor het oogenblik echter, zoo voegt de correspondent hieraan toe, houdt Duitschland zich absoluut buiten het Russisch-Finsche conflict. Eén ding is zeker: als de oorlog in Finland nog langen tijd moet worden voortgezet, dan stijgen de kansen, dat de Scandinavische lan den in den strijd zullen worden be trokken en dat de oorlog in het Noorden een belangrijk onderdeel zal worden van het groote Europeesche conflict. Duitschland vreest inderdaad een verlenging van het front naar het Noorden en waarschijnlijk treden de Duitsche marine en de Duitsche luchtmacht daarom zoo onmenschelijk tegen de Scandinaviërs op. Men wil natuurlijk deneconomi- schen weerstand hunner landen ver lammen, voor de strijd openlijk aan vangt. Maar deze methode is op zich zelf weer geschikt om datgene te verhaasten, wat wordt gevreesd. In de Scandinavische landen groeit een vinnige, overigens zeer begrij pelijke reactie, op de Duitsche methode van oorlogvoering tegen de neutralen. Sinds het uitbreken van den oor logaldus bericht het Noorsche Telegraafagentschap, zijn ongeveer 40 Noorsche schepen verloren gegaan en 250 zeelieden zijn om het leven gekomen. Het laatste slachtoffer van den oorlog ter zee i3 de „Tempo", die Zaterdag op de Noordzee gebombar deerd en met machinegeweervuur bestookt is. Publiek en pers nemen met stij gende verontwaardiging kennis van elk nieuw geval van tot zinken brengen van een Noorsch schip. Te Oslo werd Zondagavond een indrukwekkende kerkdienst gehouden in de kerk der Drleëenheid, welke dienst was gewijd ter herden king van de Noorsche zeelieden, die het leven hebben verloren. De namen der omgekomen schepelingen uit Oslo werden voorgelezen. De dienst werd door den koning en de hoogste marine-autoriteiten bijgewoond. Ook Zweden heeft tengevolge van den strijd tegen de handelsschepen ernstige verliezen geleden. Sedert het begin van den oorlog zijn 30 Zweedsche schepen gezonken, terwijl 200 zeelieden het leven hebben ver loren, o Ten besluite een enkel woord over Nederland's positie. De aandacht der oorlogvoerenden is op het oogenblik zoozeer geconcentreerd op het Noor den en Zuidoosten van Europa, dat we veilig kunnen aannemen, dat ons voor het moment geen direct gevaar dreigt. Maar de omstandigheden kunnen zich onverwachts weer wij zigen. Daarop gelet, is het zoo bemoedi gend voor ons, dat de goede trouw der Belgen jegens ons volk zich keer op keer duidelijk openbaart en een belang rijke factor is geworden tot behoud van den vrede in onze lage landen. Duitsche verloven ingetrokken. De militaire verloven zrjn in Duitschland ingetrokken, meldde op 7 Febr. de Berlijnsche correspondent van de „Indépendance Beige». De oorlog in Finland In Finland zijn van de week, naar uit Helsinki wordt bericht, de zwaarste en bloedigste gevechten geleverd sinds het begin van den oorlog. Ze hadden plaats aan alle fronten, maar in het bizonder aan de Karelische landengte en benoor den het Ladoga-meer. De Russen zouden hun aanvallen hebben inge zet na een ontzagwekkende voorbe reiding der artillerie. De infanterie aanvallen werden voorafgegaan door het optreden van tanks, maar nergens hebben de Rus sen eenig voordeel behaalt en hun verliezen moeten zeer beduidend zijn. De Amerikaansche consul te Hel sinki seinde naar Washington, dat alle hospitalen in Finland volliggen met Finsche en Russische gewonden en dat onmiddelgk 25.000 bedden be- noodigd zijn voor de zieken en ge wonden onder de burgerbevolking. Bjj Rovianemi hebben de Russen groote eskaders bommenwerpers een parachutisten-patrouille neergelaten in een eenzaam gebied. Deze pa trouille had tot taak om den spoor weg op te blazen en het groote via duct in de Kemi-valleL De neerdaling der parachutisten was echter ontdekt door een luchtwacht. Een kleine troepenafdeeling werd den Russen tegemoet gezonden en in een bloe dig gevecht werden de meeste para chutisten neergelegd, terwijl de an deren zich gevangen gaven. Een bericht, dat de Finnen ten Noorden van het Ladoga-meer de 18e Roode divisie zouden hebben ver nietigd, wordt uit Helsinki weer sproken. Daar geeft men te kennen, dat twee bataljons, van de 18e divi sie deel uitmakende, bij Kitela ver slagen zg'n. Toch houden de berich ten aan, dat de 18e divisie der Rus sen geheel verspreid en „practisch afgesneden" is, doch dat het Finsche legerbestuur blijkbaar het succes volkomen wil maken alvorens de overwinning te berichten en bijzon derheden te vermelden. (V Dc Iersche terroristen In Engeland beleeft men weer allerlei moeilijkheden met een betrek kelijk kleine groep Iersche nationa listen, die sedert maanden reeds tot het plegen van daden van terreur (bomaanslagen) in Engeland zijn overgegaan, om daarmee de hereenl- ging van Noord- en Zuid-Ierland af te dwingen. De Britsche vertegen woordiging heeft onlangs aan de regeering de bevoegdheden verstrekt om tegen deze Iersche terroristen zeer krasse maatregelen te nemen. Bij een bomaanslag op 25 Augus tus te Coventry, werden vijf perso nen gedood en vijftig gewond. Van medeplichtigheid aan dezen aanslag werden verdacht de Ieren Peter Bar nes en James Richards. Zij werden ter dood veroordeeld en zijn Woens dag LI. in den vroegen morgen op gehangen. Vóór het zoover wa3 heeft zich over heel Ierland een beweging ont ketend voor gratie aan de ter dood veroordeelden. Petities werden naar Londen gezonden en... bedreigingen werden geuit. De Trade-Union be sloot om in geheel Ierland de alge- meene werkstaking af te kondigen, als het vonnis zou worden voltrok ken. Toen Dinsdag bekend werd, dat het gratie-verzoek was afgewezen, volgden hier en daar nieuwe bom aanslagen, in postkantoren, stations en zelfs op openbare pleinen in Londen. Er vielen wel gewonden, maar gelukkig geen dooden. Zooals gezegd, het vonnis is vol trokken en de regeering te Londen heeft zlqh dus niet laten intimidee-

Peel en Maas | 1940 | | pagina 1