DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
AKKERTJE
Toen Moeder
kwam „praten/'
FEUILLETON.
De foren waakt
Ons weekpraatje.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 27 Januari 1940
Een en Zestigste Jaargang' j N~ 4
Wanneer de Spanjaarden nog
eens naar ons landje kwamen en
Haarlem wilden veroveren, dan
weet ik een uitstekend vrouw-
mensch, om het geheele leger op
de vlucht te jagen.
U weet toch zeker, dat zooiets
al eens méér gebeurd is?
Nooit gehoord van Kenau Has
selaar? Ze stond boven op de
stadsmuren en vuurde de ontmoe
digde soldaten aan. Menig em
mertje kokend water en brandend
pek kieperde ze naar beneden
op een brutalen Spanjaard, die
het wagen durfde in haar nabij
heid de muur te beklimmen. Dat
gebeurde bij het beleg. De Hol-
landsche soldaten hielden vol en
zegevierden tenslotte.
Die Kenau moet wel een bui
tengewoon mensch geweest zijn.
Zoo heelemaal geen sulletje Aan
die vermaarde vaderlandsche
vrouw werd ik onlangs herin
nerd, toen ik stond tegenover
een moeder met haar kind.
Laat ik maar eerlijk bekennen
dat kind was in .één woord een
kruis in de school. En omdat er
vooralsnog geen wet bestaat, die
zegt, dat een leeraar gehoorzaam
moet zijn aan zijn schoolkinde
ren,. had ik den moed me niet
te schikken naar haar grilletjes
en onhebbelijkheidjes.
Zelfs ging ik zoover, dat ik
het durfde straffen. Stel je voor,
in 1939 een schoolkind straffen,
ik moet wel zoo half en half
buiten mijn eeuw hebben gestaan,
dat ik zooiets waagde.
Maar u zit natuurlijk te wach
ten op die Kenau Hasselaar.
Even geduld.
Het strafwerk werd niet ge
maakt...
Me moeder wil 't niet heb
ben zei het kind.
Waarop ik het min of meer
flauwe uitje verkocht, dat ze het
ook niet aan haar moeder moest
geven, maar aan mij.
Den dag daarop. Een „spijker
aan mijn doodskist", m'n „schoöl-
plaag", m'n „droomenverschrik-
ker" komt met 'n papiertje op
mij af.
Ik voelde een zekeren trots.
Ahaik had dus gewonnen
Het kind, dat mijn collega's nooit
hadden klein gekregen, dat was
mij onderdanig. Het papiertje
bevatte geen strafwerk, maar een
heel kort mededeelinkje, waar
geen woord Fransch bij was.
Memeer, Mijn dochter zal geen
straf maken. Anders kom ik eens
even met je praten, ik hoop, dat
dit voldoende is. Vrouw Kroot.
Zooals u ziet, een zeer duide
lijk briefje.
U begint Kenau Hasselaar al
te ruiken, nietwaar Die kordate
aanhef 1 Die korte, stevige zin
netjes 't Lijkt op het gestamp
van een paardenpoot.
Den ruiter zelf zag ik den vol
genden dag, toen ik het kind
dien avond had „schoolgehouden"
Daar stonden ze voor me,
Roman uit het Venraysche land
door Gerard Lemmens.
De hotla, de hoempa, de klowns, de
fietser die kunsten maakte op een
eenwielige fiets, de schreeuwende
direkteur voor de mikrofoon die maar
scheurde, de versterkte luidspreker die
van het gelach en gejoel der mensen,
die nog in de tent waren, een oorver
dovend meeslepend gebrul en gegier
van dol en genot maakte, de tekenin
gen met 2Woeng op de tentdoeken en
de planken, dat fascineerde Trui en
Lowies Ze keken naar Leviticus. Wel
ja, als dendieje zo galant wilt zijn 1 Het
is dol. En het is maar eenmaal kermis
in het jaar. Dat die maar steeds om
Leen blijft hangen I och kom, dat zal
wel zijn om die affaire met het kleed.
Toch een beste kerel Eerlijk, zo hadden
ze 'm toch niet gedacht en niet ver
wacht. Dat die Leen verdikkie ook niet
zo mee kon doen 1 Trui en Wies schok
kerden reeds, en tripten ervan, als ze
die buikenden onzin zagen en hoorden,
en Lena... die had verdorie nog toe
de kapel van Oostrum willen
moeder en kind. O, wat heeft het
beeld van „moeder en kind"
reeds vele kunstenaars geïnspi
reerd.
Wat zijn er heerlijke schilde
rijen gepenseeld, wat heeft de
poëzie een prachtige, ontroerende
verzen en wat teer en innig heeft
de muziek getoonzet over het
rijke onderwerp van „moeder en
kind."
Maar, eerlijk gezegd, ik geloof,
dat nooit een kunstenaar tot deze"
inspiratie was gebracht, als hij
in mijn plaats was geweest en
had aanschouwd Vrouw Kroot
en haar kind. Woedend flikker
den haar felle oogen. De lippen
maaiden vast de woorden, die ze
zou uitwerpen. En toen kwam
het. Vrouw Kroot stak van wal.
O, 't was een vloed, een Nia
gara, eén oceaan van woorden,
die buitelend en botsend neer-
bonkten op mijn arme lijf. Zelfs
de veer op haar hoedje was ge
woonweg razend. Die trilde van
edele drift.
Haar handen gooide ze in het
luchtruim en trok ze dan weer
lerug in haar zij. Juist, als kin
deren met een balletje aan een
elastiekje dat kunnen.
Ik trachtte haar te onderbreken
en vroeg, of ik het kir.d even in
een ander vertrek mocht laten,
omdat we beter alleen konden
praten.
Maar och, wat was ik naief.
„Me kind mag gerust hooren,
wat d'r moeder zegtEn denk
je soms, dat ze die straf zal
make
„Nooit, hoor je 't. Nooit. Denk
je, dadde we ons door zulke
halleve gare idioten laten bela
tafelen as jij We zalle je an
zien komme. Jij met je lef. Zeker
omdat je een boordje an hebt
Daarom maggie arme kinderen
maar slaan en trappen en...
Ik schudde heftig, ten teeken,
dat ik nooit geslagen had of
getrapt. Maar toen werd de woede
nog hooger. Schuim kwam op
haar lippen. Spatjes uit haar mond
stoven op m'n hoofd en kleed.
„Dat had ersnoddorie nog bij
motte kommeWat denke jullie
wel Luilakken, niksdoeners, dat
je bent! Effetjes zegge, dat twee
maal twee vier is en dan de
cente maar opstrijke. En maar
een fijn pakkie koope en dan
maar opsnije, meheer.... Maar ik
zeg nog eens: me dochter maakt
de straf niet
Ik knikte met een gezicht van
„dat moet ze".
„Wel, wel barste ze uit. Nou
maar, dan is 't de laatste keer,
dat je me dochter gezien heb.
Dan doe ik ze op een andere
school. Kijk ze nog eens goed
an, want je ziet ze niet meer."
Ik gevoelde geen aandrang aan
die uitnoodiging gevolg te geven
maar zei met een beminnelijk
lachje, dat dat de beste oplossing
was. Met telkens een stapje heb
ik het stelletje tenslotte de deur
uitgewerkt en kon niet nalaten bij
den uitgang nog even te zeggen:
„Nou juffrouw, als ze in Haar
lem nog eens een Kenau noodig
alleen. '11 Paar nette en flinke jongens,
joviaal ook. Wies stoot Trui aan, en
keek tersluiks vooral naar dien Ben
Pontini. Ze schuiven zich iets achter
uit. Wel ja, ons Leen hangt toch bij
dien Leviticus van Douwenaar.
Hier ook eens binnengaan vraagt
Leviticus.
Mensen, jongvolk en opgeschotenen
komen uit de tentze lachen, ze zijn
gefascineerd door hei spektakel binnen.
De hoempa, de luidspreker davert. De
direkteur kijkt vergenoegd. De klown
ranselt zich zelf af.
Ja-a, antwoordde Wies Er zat een
kleine aarzeling in 'r antwoord. Ze
keek maar even naar Leviticus, 'r Ogen
hingen vaster aan den jongen van de
Pontini's. En Trui had Toon van den
Langenbreedonk al gedag gezegd, en
Toon had gelachen.
Jij, Lena vroeg Leviticus.
We hebben al meer dan genoeg
geprofiteerd van uw egentleman-
schap, u is wel uit de schuld bij ons,
zei ze.
Daar praten we niet over. 't Is
kermis. Dan rolt het geld toch uit
ieders zak, geeft niet hoe en waar of
waarom. O zo. Dus, willen we
Och, mijnheer, het is wel aardig,
maar zooveel drukte 1 Vannacht zal de
hele kermis door m'n hoofd draaien
jenken. Maar, als de anderen wil
len.
Toon van den Langenbreekonk had
Leviticus aangekeken
Ben Pontini had Toon aangestoten,
gewezen op Trui en Wies Lieven,
naar de kapel van
gaan. Met 'r rozenkrans, en met mis- j Of Toon dat nóg niet had gezien 1 En
schien ook 'r novenenboekje. Om mis-1 Ben kwam bij. Hij groette allen. Dat
schien ook er te bidden als een soort1 kon ie doen, ook meneer van Douwe-
tegenprestatie ten goede voor Daar- i naar, want Ben had een zelfstandige
boven, voor wat in deze dagen wel mozaïk-affaire. En hij vroeg dan aan
allemaal bedreven werdja, evvel op Wies apartEen hele drukte, niet
ons dorp zou het toch wel niet mis- j En Toon was ook bijgekomen, en had
lopen. Allee... ook allen gegroeten dat kon Toon
Daar hebt ge dien zwarte van de 1 ook doen, want Toon was wel een
Pontini's. Ben. Met Toon van den jongen die vooruit wou nu hij In de drie
Langebreedonk. Ze lopen bij. Ze zijn i jaren van werkeloosheid die achter 'm
hebben, dan moet u beslist sol-
liciteeren."
„Is dat soms een scheldwoord?
gierde ze. Denk erom, schelden
dat kunnen we ookEn haar
vuist wiegelde voor mijn gezicht.
Ik legde haar uit, dat Kenau
eenmaal een heel leger soldaten
op de vlucht had gejaagd en
uitte de veronderstelling, dat zij,
vrouw Kroot, dat ook wel kon.
Toen stapte ze de stoep af.
o—
Ik heb me eens verdiept over
het probleem, wat voor 'n persoon
er eens uit dat bewuste kind zal
groeien. Onder zulk een leiding
met zoo gruwelijk weinig opvoe
ding zal het later, dunkt mij, een
mislukking worden. En dankt ze
aan haar moeder!
Dc Waarheid marcheert...
Maar voor het oogenblik is ze
nog gemaskerd.
Berlijnsche belangstelling in
neutrale persoonlijkheden.
De vorige week kreeg ik een
Duitsch propaganda-boekje toege
zonden, getiteld „De Waarheid
marcheert..." door W. Picht. In een
begeleidend schrijven stond vermeld,
dat de toezending geschiedde „op
verzoek van den schrij ver", De brief
verluidde voorts
„Hij heeft mij speciaal verzocht,
dit aan U toe te zenden met het
verzoek, zgn publicatie op eeni-
gerlei wijze in een Uwer over
zichten te willen vermelden.
„De schrijver heeft mjjn opge
dragen U te verzoeken, even-
tueele besprekingen rechtstreeks
te zenden aan zgn adres Dr.
Werner Picht, Ludendorfstrasse
39, Berlin W. 35."
Uit deze geciteerde regelen zal de
lezer allicht concludeeren, dat ik
minstens eeD goede kennis ben van
Dr. Werner Picht. Immers, boekje
en brief werden keurig per post
aan mgn persoonlijk adres, onder
vermelding van m^jn familienaam,
besteld. Ik ben me maar al te zeer
bewust, dat ik geen journalist van
wereldreputatie ben en dus lgkt er
geen andere conclusie mogeigk, dan
dat Dr. Picht te Berlijn en onder-
geteekende relaties met elkaar heb
ben, welke eens toevallig werden
gesloten.
Maar zóó is het niet. Toen ik
boekje en brief ontving, was het
voor het eerst van mijn leven, dat
ik den naam „Dr. Werner Picht"
onder de oogen kreeg eu tot bljjde
verrassing vond ik geen enkele aan
leiding. Er was en is me maar één
conclusie mogelijk, n.l. dat men te
Berlijn beschikt over de namen van
die persoonlijkheden in neutrale
landen, die in het openbaar blgk
geven van hun belangstelling in ae
internationale politiek. En ik heb er
zoo'n idee van, dat men zich in het
bijzonder geïnteresseerd voelt voor
de namen van hen, die van hun hart
geen smoorkuil wenschen te maken.
Hoe komt men te Berlijn aan die
adressen? Ik neem niet aan, dat
men er zich de luxe permiteert om
een leger van betaalde spionnen
achter het spoor te zetten van al
degenen, die in de neutrale landen
op de een of andere manier aan den
openbaren weg timmeren. Veeleer
geloof ik, dat er tegenwoordig overal,
in stad en dorp, judassen schuilen
onder de eigen volksgenooten, die
hun ziel veil hebben voor den over
weldiger, dien ze verwachten en
om diens gunsten te verwerven
lagen zijn onderwijzersdiploma had ge
haald en al een betrekking had in
Venlo. En hij had apart tot Leviticus
gezegdVan de kermis wordt door
allen genoten. Dat was algemeen en
kwasie geleerd en misschien wat onbe
holpen geweest, en daarom had ie
maar meteen z'n pakje sigaretten voor
de dag gehaald, Ben er een gepresen
teerd, zelf er een genomen, en toen
meneer Leviticus van Douwenaar een
gepresenteerd.
Rookt u ook, meneer
Graag, zei dezHij wilde niet
bedanken. Ik heb jammer genoeg geen
sigaretten bij me, ik moet ze nog even
halen.
Dat loog ie, wist Lena. Want straks
had ie nog zijn zilveren sigarettenkoker
opengeflapt en eentje gerookt.
En als men dampte, en op de podium
de dolle bombarie verging in een op
volle toeren draaiende uitnodiging om
al het wonderbare binnen te komen
zien, dat slechts op de Broadway en
in La Belle Ville Lumière én hier te
zien is, stelde Leviticus voorNou,
"n beste sigaret. En mag ik, omdat het
kermis is en omdat ik mij vandaag
ook als een dorpsjongen gevoel, u
allemaal eens trakteren op een entreetje
hier Eerste rang
Dat was zes maal veertig cent, 'n
rijksdaalder. Toon en Ben keken mekaar
eens aan. - 'n Dure sigaret die u
van mij in uw mond hebt, meneer, zei
Toon.
De eerste oogst, die binnen was,
viel nog niet genoeg mee voor het
illuster theater. De luidspreker barstte
opeens gruwelijk hard los de hoempa
daverde, de fratsenmaker komiekerde
en kafferde.
Oe en Lena wreef zich over 't
voorhoofd, wat een lawaai.
Zouden ze... Toen gaf Leviticus een
rijksdaalder, Leviticus die scherp en
tevreden keek, aan Ben Pontini, die
vooraan stond met Wies al aan de
hand, en hij zei- Hier, neemt u even
zich bereid toonen om te belasteren
of te verraden het milieu, waarin ze
met spijt verkeeren, omdat het te
groot is voor hun klein gedoe.
Men kan er verzekerd van zjjn
als de Duitschers ooit eens mochten
binnenvallen in ons land, dan zullen
ze het voor iedere stad en elk dorp
precies weten, met wie ze iets
naar het gevoelen der verraders
onder ons hebben af te rekenen.
—0—
En nu iets over „De Waarheid
marcheert..." Dr. Werner Picht zegt
in een voorwoord, dat de propaganda
'n sterk en krachtig wapen is in
den oorlog, maar er kan slechts
overtuiging van uitgaan, „wanneer
de massa des volks, tot welke zg
zich richt, ervan is doordrongen, dat
zij niet berust op een samenstel van
verdraaiing der feiten, doch op de
waarheid en de waarheid alléén.'
Ik ?ou willen zeggendan hebben
de Duitschers die volgens Dr.
Picht in hun oorlogsberichten de
waarheid spreken en niets dan de
waarheid veel vóór op de „geal
lieerden en de met hen sympathi-
seerende neutralen", die volgens
denzelfden schrijver zich schuldig
maken aan „vervalschingen en ver
draaiingen". De leugen zal zich zelf
wel straffen en het was niet noodig,
dat Dr. Picht in vele vellen druks
de waarheid nog eens van den laster
deed onderkennen.
Want daartoe dient zjjn boekje.
De schrijver gaat daarbg' op zeer
naïeve wg'ze te werk. Hg behandelt
de heele geschiedenis van de jongste
oorlogvoering in Polen en gaat dan
van dag tot dag na, wat de Duitsche
legerleiding in officieele communi-
qué's vaststelde wat hg dan zon
der meer als waarheid bestempelt
om daartegenover de afwg kende
zienswgzen te stellen, welke via
Poolsche, Fransche en Britsche radio
zenders of nieuwsbladen werden ge
wekt. Deze documentatie is de
eenige inhoud van het boekje, dat
66 bladzijden telt. De lectuur is zóó
droog en vervelend, omdat ze alle
maal oude kost is, welke we al lang
hebben genoten en verteerd, dat
geen lezer het verder zal brengen
dan tot de derde of vierde bladzgde.
Dr. Werner Picht deed vergeefsche
moeite. Ik kan hem verzekeren, dat
wg. in neutraal Nederland, heel goed
weten, hoezeer er in de oorlogsbe
richten, via radio en nieuwsbladen,
gelogen wordt. Al of niet opzetteigk.
Met Dr. Picht verschillen we slechts
in zooverre, dat we de Duitschers
niet van het oorlogs-leugenbedrgf
uitsluiten. Ik ga nog verder in zgn
richting en verzeker hem, dat we
het althans achteraf beseffen,
dat de Duitschers, gewagende van
hun prestaties over den veldtocht in
Polen, méér waar zgn geweest dan
hun verslagen tegenstanders. Het is
nu eenmaal zóóde overwinnaar
heeft niets te verzwggen, maar de
verliezer heeft een en ander te ver
doezelen, wil hg den psychischen
weerslag in het volk vermgden.
welke de gevolgen van de nederlaag
te noodlottiger zou maken.
De Duitschers hebben, voor wat de
oorlogvoering te land betreft, sedert
September 1939 nog niet veel reden
gehad om hun toevlucht te nemen
tot leugens. Maar in den vorigen
oorlog hadden ze daartoe dikwgis
aanleiding te over en toen hebben
ze de gelegenheid niet ongebruikt
laten voerbggaan.
Ik ben heusch geen anglophiel,
maar den Engelschen moet ik het
toegeven, dat zg hun verliezen met
open oogen durven bezien en ze in
klare taal durven erkennen. Geen
andere regeering geeft zooveel open
baarheid aan verliesigsten als de
Engelsche. Toen zeer onlangs de
Duitsche admiraliteit berichtte, dat
twee Britsche onderzeeërs in de Duit
sche Bocht verloren waren gegaan,
corrigeerde de Britsche admiraliteit
's anderen daags de mededeeling,
het waren er geen twee, zoo maakte
kaartjes, Leviticus stak vier vingers
op. Ben tikte legen z'n slaap. Hij be
greep. Natuurlijk, hij begreep. Wel ja
toe, en Wies is hem fsn Toon is bezet.
En Lena, die stille meid, die zou wel
niet van zoveel spektakel houden, Leen
is altijd wat stiller geweest dan 'r
zusters. Maar hoe kwam in godsnaam,
dat is niet gevloekt I die Leen aan dien
Leviticus van Douwenaar? en waren
iWies en Trui erbij?
Toon mét Trui stond al op de toe-
gangstrap, en Wies trok licht aan zijn
mouw. Vooruit!
Ge hebt wat hoofdpijn, geloof ik
zei Leviticus tot Lena. Dan moet ge
hier niet binnengaan. Of wilt ge toch
We zullen eens rond de kermis gaan.
Ja, van al die drukte en dat
lawaai... dat ben ik niet gewend.
Lena keek Trui en Wies na, met Toon
en Ben.
- Ze nemen vier kaartjes, lei Levi
ticus uit.
Het was goed, vond Lena. Boven
dien, Trui en Wies hadden nu wat ze
wensten, en ze zouden best en goed
kermis kunnen houden't is beiden
gegund. En Toon en Ben zijn beste
jongens, en degelijk zijn ze ook. Het
deed Lena goed.
Ze liepen de kermis over. De markt
bij de kerk, en het plein bij het post
kantoor.
Tot ze, aan 't eind, bij de circus
Curasona Beveranio kwamen.
Dat was groter van opzet dan de
tenten op de kermispleinen, het doek
spande strakker en hoger en breder,
en er stonden wagens omheen. Het
front lag echter in zicht als ge van
het kermisplein afkwaamt. Het front,
I waaraan ook boemba, reklame, en veel
licht, maar dat van degelijker soort
leek.
Het was hier daarom ook grootser
dan op de kermis zelf, ofschoon het
er toch mee een was. Het pakte u hier
meer. Er was ook volk genoeg hier.
Daar kwam al zo'n kunstenmaker te
ze bekend, maar drie.
En wanneer mogen we een eerigke
opgave verwachten van de Duit
sche admiraliteit over de eigen ver
liezen aan duikbooten Het verzwij
gen van de waarheid verschilt niet
veel van den leugen.
Met kinderlgke trots wgst Dr.
Werner Picht in zgn boekje op „de
nieuwe methode" van oorlogvoering,
door de Duitsche legerleidingen Polen
toegepast, de „bliksemoorlog",
welke verliep met „nimmer falende
juistheid der oorspronkelijk in kaart
gebrachte plannen". Waarom passen
de Duitschers deze methode niet
eveneens in het Westen toe
Ondergeteekende is ook in staat
om een bliksemoorlog te voeren met
een kleinen buurjongen en met niet
falende juistheid aan te geven, hoe
deze strgd zal verloopen. Maar als
ik een ruzie moet uitzoeken met
mgn grooten buurman, dan bigf ik
liever aan de eigen zgde van het
tuinhek en ik geloof. dat mgn buur
man in-dat geval evepzeer het liefst
aan zgn eigen kant zou big'ven.
Gelukkig probeert Dr. Werner
Picht de waarheid geen geweld aan
te doen door het fabeltje door te
vertellen, dat Duitschland zich he eft
moeten verwesen tegen de Poolsche
bedreiging. Neen, zegt de voornoem
de schrgver:
„Duitsche kolonisatledrang in Oos-
teigke richting is reeds meer dan
duizend jaar oud en de jongste
veldtocht van het Duitsche leger
is dan ook niet meer dan een der
vele „ontladingen", welke in den
loop der eeuwen hebben plaats ge
had."
Goed, ik wil aannemen, dat dit
„de" groote waarheid is, welke het
Duitsch-Poolsche conflict heeft ge
kenmerkt, maar deze waarheid is
door de officieele instanties te Berhjn
nooit gesteld
Dus: de aanval op Polen was een
ontlading van de Duitsche kolonisa-
tiedrang en we mogen alsBerlg'n
de kans er toe krggt nog meer
dergelgke ontladingen verwachten.
Misschien slaat de bliksem ook
nog wel eens naar het Westen in.
Als de waarheid, die Dr. Werner
Picht in de hlervoren gestelde rege
len schreef, eindelgk op marsch gaat,
in en buiten Duitschland, en als alle
bedreigde volkeren haar verstaan
om er hun consequenties uit te trek
ken, dan is het boekje toch niet voor
niets geschreven.
VENRAY, 27 Januari 1940
CASTENRAY. Zaterdag 20 en
Zondag 21 Januari werd alhier in
ons Parochiehuis door de meisjes
van de Kath. Actie een uitvoering
gegeven, welke ondanks het slechte
weer, toch in alle opzichten, ook
wat het aantal bezoekers betreft,
geslaagd mag heeten.
Wanneer wg 0113 in 't jongste
verleden nog eens een oogenblik
in den geest terugplaatsen naar dien
mooien Zondag van 24 December j.L,
toen nl. ongeveer alle daarvoor in
aanmerking komende meisjes van
Castenray en Klein Oirlo, na een
goed geslaagde vormingsweek, in
handen van onzen Zeereerw. Heer
Pastoor hunne plechtige doopbelof
ten hernieuwden, waarbg voor deze
aangelegenheid op uitdrukkeigken
wensch vaa Vader Bisschop een aan-
zienigk aantal kleine engelachtige
bruidjes met vlammende kaarsjes
aanwezig waren, konden velen onzer
hun ontroering niet verbergen en
beleefden op dat oogenblik een
moment, dat nimmer mag vergeten
worden en kon men zoodoende dan
ook niet anders getuigen, dan dat
bovengenoemde opvoering van het
spel genaamd „Het meisje uit de
achterbuurt" als een echt en groot
stuk levenswerk volkomen past in
voorschijn. De aan de gang zg'nde
voorstelling zou bekant afgelopen zijn;
d'r kwam nog een, en nog een, 'n
zwarte. Ze arrangeerden wat. Ze zullen
de reklamevoorbereidingen maken voor
de nieuwe voorstelling.
Het is hier rustiger, en toch is
hier ook de kermis, zei Lena
Ja, antwoordde Leviticus
VIII
Het was in de weken voor de kermis
op het stedelijk dorp en tot in de verre
omtrek bekend gemaakt, dat er een
circus zou komen, een grote en grootse
circus. De circus van wereldnaam en
wereldfaam, Curosano Beveranio.
Bonte plakkaten en dito bekendma
kingen hingen overal, in alle buurt
dorpen en op alle in het oog vallende
plaatsen uren in de omtrek. En de
dorpspersen de kranten die in het dorp
kwamen en er nogal lezers hadden,
slikten een geweldige behei aan furieus-
grote advertenties.
jongensdat moest wat zijn, die
circus. Wereldbekend, wereldbefaamd
Moest ge het aangekondigd program
ma lezen!
Wilde verscheurende Dieren
Vuurvreterij
Wonderbaarlijke Prestaties van
Heren zonder Hoofd
- Adembenemend Trapèze-werk
- First class Clownerie^ Grotesker,
dan ooit door de Marx Brothers, door
de Fraternelli's of door de Crucho's
vertoond
De Sprong des Doods!
Romantische Liefdespantomine
Sabelslikkerij
Zichtbare Werking van onzichtbare
Stralen
Dansen en Hoogspringen van
Dames zonder Benen
Echte Wild-West
Negers. Indianen. Arabieren. Chi
nezen. Papoeas. Hottentotten. Eskimo's.
Mongolen
kunt U het best tegengaan
met 'n "AKKERTJE", want
AKKERTJES verwijderen
uit het lichaam de stoffen,
diede aandoening veroor
zaken. De pijn valt weg
"AKKERTJES" oefenen bo
vendien een stimuleeren-
de werking uit zoowel op
gevoels- als bewegings
zenuwen. Verdrijven snel
de pijnen en doen U zich
direct prettiger gevoelen.
Eischt evenwel nadrukke
lijk "AKKERTJES" kenbaar
I aan het AKKER-merk: Uw
garantie voor snelle goede
werkingOnschadelijk.
tegen griep, hoofdpijn, koorts, kou
13 «tuks - 12 stuivers2 stuks - 2 stuivers
het kader van bovengenoemde vor
mingsweek. En al was deze uitvoe
ring naar de meening van onzen
geesteigken Herder, die het overigens
altg'd goed meent met zijn toever
trouwde kudde, wat al te ernstig en
dramatisch, toch kan men naar veler
bescheiden meening niet anders ge
tuigen, dan dat genoemd spel hun
diep getroffen heeft en bggevolg
voor de volle honderd procent ge
slaagd is, hetgeen dan ook alleen
kan bereikt worden door gverige
studie en wekenlange repetities te
volgen, die ook ditmaal weer ruim
schoots hunne vruchten hebben af
geworpen, waarbg het past een
eeresaluut te brengen voor de zware
prestaties aan die kranige club, die
allen zonder uitzondering onberispe-
Igk en vol toewijding hun toever
trouwde rol vervuld hebben in dat
groot stuk levenswerk.
Ten slotte mag hier een extra
woord van lof niet onthouden wor
den aan den heer H. Kuypers, die
in deze de aigeheele leiding heeft
gehad voor het welslagen van dit
mooie spel.
Een postbode te paard.
Dit ongewone schouwspel kon men
onlangs in Overloon beleven, waar
de postbode W. Loonen, bg het uit
voeren van zgn dienst van dit, voor
bem ongewone vervoermiddel ge
bruik maakte. Door de metershooge
sneeuw was het hem onmogeigk te
voet of per fiets overal te komen,
zoodat het paard hier weer uitkomst
moest brengen.
Aanpassen is maar de kunst.
OVERLOON In 't patronaat
alhier vergaderde de RK.J.B. onder
voorzitterschap van M. v. Mil.
De Secr bracht een duideigk en
overzichteigk jaar- en kasverslag
uit. De inkomsten waren f. 878,13,
terwgl de uitgaven op f. 775,75, zoo-
dat een batig saldo bleef van f. 102,38
W. Hendriks werd herkozen tot
bestuurslid. Besloten werd verder
om komend voorjaar een proefveld
aan te leggen van aardappelen en
wel van de voigende rassen: „Voran";
Alfa"; „Triumf" en „Industrie".
Verschillende leden gaven zich op
voor het volgen van een Retraite.
Voor deelname aan de bedevaart
naar den Bosch op 11 Febr. gaven
zich eveneens een groot leden op.
Verder gaf o.a. de technische ad
viseur een verslag over de resultaten
van den voederbietenbouw.
Het was 'n geslaagde vergadering,
En dan: de clou! het hoogtepunt!
het glansnummer Buffalo Macisto
de sterkste man uit de sterkste mannen
van heel de aardbodem. Japan inbe
grepen, de sterkste man die maar ooit
op aarde het levenslicht aanschouwde.
Goliath was er, wat betreft zijn kracht,
maar Klein Duimpje bijge weet wel,
Goliath uit de Bijbel. Buffalo Macisto,
die zich had aangeboden, geheel gra
tis om met het raketvliegtuig naar de
Maan en naar Planeet Mars mee te
gaan, om er de voorwereldlijke mon
sters en monstrueuze dieren te bekam
pen.
Buffalo Macisto, die pezen op zijn
armen had liggen als normale jongens
armen. Die sloeg met een vuistslag
een olifant buiten westen. Die meteen
duim een steen uit 'n muur wegschoof.
Die een auto over zich heen had laten
rijden, menssn uit Roermond hadden
het gezienen in Venlo, zo wist men,
had hij die auto bovendien ook noe
opgetild.
Het was geweldig bezienswaardig.
Lena was er ook eens even gaan zien.
En Kobes ook. En An En Tines met
Trees. En Ben. En Toon. En heer De
Welckevoirt de Roose, die zo prachtig
woonde, had zelfs met Negers en Chi
nezen gesproken, hij verstond ze
Circusbouwers en artisten Aangezien
de tijdsomstandigheden zo waren, dat
de circus in een twee drie opgebouwd
en weer afgebroken moest zijn (van
hieruit ging men Holland in, en ze
hadden in Maastricht, Heerlen, Venlo
en Roermond gestaan voor hier, en
voor twee weken zaten ze nog in
Luik waren de artisten hier meteen
noodgedwongen de circusbouwers.
Uitgenomen dan die mannen zonder
hoofd, meende Janus van 't Stipper-
teike, en de dames zonder benen 1
die kreegt ge niet te zien.
Maar wél Buffalo Macisto.
Wordt vervolgd.