TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS AKKERTJES Ontmoetingen met de Sovjettroepen. FEUILLETON. Deloren waakl Krakelingen. Het nieuwe belastingbiljet. Voor Boeren en Tuinders Zaterdag 13 Januari"1940 Een en Zestigste Jaargang No 2 Russische soldaten, die nog nooit boter of worst hadden gezien. Ergens in Amsterdam is dezer dagen een gezelschap van vier Poolsche Jesuieten aangekomen na een maandenlangen tocht vol ontberingen en gevaren welke op 9 Sept. j.l. iis begonnen en die nog niet ten einde is, want de paters blijven niet in Nederland, doch hopen binnenkort weer te vertrekken naar Engeland. Twee hunner zijn reeds ver trokken naar Dublin, waar zij voorloopig in het Jesuietenkloos- ter aldaar gehuisvest zullen wor den. Met de beide anderen heeft de Maasbode een onderhoud gehad, waarin zij het een en ander hebben verteld over hun weder varen van de laatste maanden. De beide paters, wier namen wij, om voor de hand liggende redenen niet zullen noemen, be vonden zich bij het uitbreken van den oorlog in het Jesuiten- college van Lublin. Reeds den eersten September verschenen boven deze stad, die in normale omstandigheden, twee honderdduizend inwoners telt, maar die in de eerste week van September haar inwonertal plot seling, dank zij de enorme toe- strooming van vluchtelingen, zag stijgen tot een millioen, Duitsche vliegtuigen, die het voorzien had den op de groote vliegtuigen- fabriek ter plaatse en op een militaire bakkerij. Zij lieten de eerste bommen op de stad vallen, die aanvan kelijk geen groote schade aan richtten, doch die wel aan tien tallen menschen het leven hebben gekost. Het feit, dat deze bom bardementen zooveel slachtoffers onder de burgerbevolkinghebben gemaakt, wordt verklaard uit het feit, dat de menschen in de ver onderstelling verkeerden, dat zij met Poolsche vliegtuigen hadden te maken. De aanvallende vlieg tuigen waren namelijk met de Poolsche kleuren beschilderd. De volgende dagen herhaalden zich deze luchtaanvallen, gewoon lijk 's morgens om 8 uur. daarna omstreeks 11 uur, en tenslotte bij zonsondergang. Op 9 September werd ook des avonds om 9 uur een luchtaanval op de stad ondernomen door 46 Duitsche vliegtuigen, die de stad fel met bommen bestookten en tal van groote gebouwen ver woestten. De beide paters hadden een uur tevoren de stad verlaten en zich te voet op weg begeven naar de stad Pinsk in de pro vincie Polesië, waar de paters Jesuieten een ander klooster be zitten. Dit doel zouden zij echter Roman uil het Venraysche land door Gerard Lemmens. 5. Wat do mensen hier op dit gat wel allemaal van mij willen bazelen, kan me geen lor schelen dat is wat plat gezegd, maar ik meen het. Daarmee redt ge uw figuur niet, dat ge hier slaat. Bovendien, vader, wat is er van An Timmermans te zeggen Ze is een best meisje. Ik heb er eens na geke ken, ja, daar zal 't op uit draaien wat u mij wilt zeggen, afijn, wat doet het er toe, ze is daarom hier verdwenen met een goed getuigschrift en een maand extra loon. Maar overigens, ik heb er maling aan. Aan haar ook, als u dat wilt weten. Dat zegtge tegen mij, Viet. Maar waarom laat ge haar dan boeken lezen, als „De mooie Cubaanse", als „Parijs aan de haal" en dat soort. Zijn dat boeken voor een meisje van het dorp hier Het zijn zelfs geen boeken voor u of mij. Voor niemand. Leviticus zei niets. Ja, inderdaad, dat was gebeurd. Die had ze van hem ge had nadat ze hier weg was gegaan toen hij terugkwam en haar op de man af gevraagd had, waarom ze plots uit de dienst weg ging. Ze hadden mekaar, in verduiking, nog wel eens gezien, een halve maannacht gewan deld, ja, wat ai... nog 'n paar boeken gegeven ook, ze las zo graaf; wereldse boeken, zei ze altijd, waar de echte wereld in door kwam, van de grote stad, van andere mensen en jonkvolk. nooit bereiken, omdat de Rus sische troepen, reeds lang voordat de paters het doel van hun reis hadden kunnen bereiken, de stad hadden bezet. Tijdens het bombardement van 9 Sept. bevonden de vluchtelin gen zich op een aardappelveld in de nabijheid der stad, waar zij zich zoo lang schuil hielden tot het gevaar was geweken. Te voet vervolgden zij daarop met de weinige bagage, die zij hadden meegenomen en slechts het allernoodzakelijkste voor hun levensonderhoud bevatte, hun tocht door het door den oorlog geteisterde Poolsche land, waar de wegen vol waren met vluch telingen, die eveneens een heen komen zochten naar een veiliger streek. Op 170 kilometer afstand van Lublin, ir. het plaatsje Kowel vernamen de vluchtelingen, dat de Russen Polen waren binnen gerukt en de stad Pinsk hadden bezet. Noodgedwongen sloegen de paters daarom een andere rich ting in en richtten hun schreden hur. schreden naar Brest-Litowsk dat op driehonderd kilometer afstand gelegen is van Kowel. Zij hadden met het oog op een mogelijke ontmoeting met de Russische troepen, hun geestelijk gewaad afgelegd en zich in ci viel gestoken. Zij konden zich aansluiten bij een familie, die eveneens op de vlucht was geslagen. Op vijftig kilometer van Brest-Litowsk ont moetten zij voor de eerste maal een Russische tank-patrouille, die hen echter, evenals de vele dui zenden andere vluchtelingen, van wie er sommigen reeds ruim een maand onder weg waren, onge moeid liet. In Brest-Litowski vonden de paters gedurende twee dagen een onderkomen bij een katholieke familie. Er heerschte een betrek kelijke rust in de stad. Alleen was er schaarschte aan levens middelen en de menschen moes ten 's nachts om drie uur opstaan wilden zij kans hebben, een por tie zwart brood te bemachtigen. De Russische troepen gedroe gen zich de eerste dagen zeer correct tegenover de Polen, blijk baar hadden zij daartoe van hoogerhand het consigne gekre gen. Na een week echter begon nen de terechtstellingen van Poolsche militairen, politiebe ambten en ook wel geestelijken. De kerken bleven evenwel nog geopend. Met den trein vervolgden de paters hun zwaren en vermoeien- den tocht naar de grens. Zij bereikten op één dag het dorp Baranowizze bij de Russis- sche grens en kwamen den vol genden dag in Wilna aan. Ook deze stad was intusschen reeds door de Russische troepen bezet. Die Russen maakten over het algemeen een meer dan armzaligen- indruk. Teekenend voor de uitrusting van het Roode leger is bijvoor- Maar nou had hij toch niks meer met haar uit te staan. Trouwens, dat ging hem gemakkelijk. Hij zetle een streep, enaf. Doodgewoon af. Kort en bon dig af Zonder respijt en benijt. Hoor eens, vader, ik zal het u ronduit zeggen, ik heb haar inderdaad een paar boeken gegeven, ze was die aan 't lezen toen ze hier was, en, nou ja, ik heb ze haar gegeven dan kon ze die uit lezen. Die boeken interesseren me in zoverre nog, dat ik ze niet eens heb teruggevraagd. En. dat zeg ik u ook, voor zoverre interesseert mij die An Timmermans op het ogenblik ook nog. Dat is alles wat ik hierop kan zeggen, ik heb me wat met haar, nou ja... geflirt mag het niet heten, geamu seerd, nou ja, ook nog niet presies. Ik wil maar zeggen, Viet, dat ik dat uzelf en ons neerhalend en immers geheel doelloos gescharrel, en het is nog niet eens gescharrel, niet kan heb ben op ons dorp. Doelloos,, overbodig ook. Ik wii dan niet spreken van wat misschien enkel uw bedoelingen ermee zullen zijn. Ge bent niet zo als Arnoid, dat weet ik. Zoek als ge dat wilt een vrouw, ja, maar een die bij u en bij ons past. Ho la la, vader, en Leviticus blies de sigarettenrook vér van zich weg. Nou dan, en als ge dat niet wilt, dan weet ge dat er andere manieren zijn om u te amuseren. Er is niks in kontrarie gebeurd, vader. Maakt u zich heus maar niet ongerust. - Kan zijn. Maar dat mag ik u zeg- genelke eerlijke bedoeling wil ik respecteren. En ge moet uzelf blijven, in en met alles. Ook in uw omgang op ons dorp. Die van Timmermans is geen gezelschap voor u j en een dag- kapotmakerij mag het niet zijn. Afijn, laat ik over dat zwijgen, nu ge zelf zegt, dat dit kapittel voor u afgeloopen is Maar., ik hou u in alle ernst voor, vraag u: hebt ge iutussen weer beeld, dat van een groep sol daten van dertig man, er slechts twee waren, die dezelfde uniform droegen. Allen zonder uitzondering droe gen hun geweren aan touwen op den rug. Alléén de aanvoerders zaten goed in de kleeren. De soldaten waren even slecht ge kleed als gevoed. Voor vele soldaten was de Poolsche veldtocht een openba ring. Zij zagen daarbij namelijk voor de eerste maal van hun leven boter en vroegen verbaasd wat dat wel was. Een worst hadden zij evenmin ooit tevoren gezien. Uit de gesprekken van deze soldaten met de bevolking bleek trouwens, dat er onder de Rus sische manschappen groote onte vredenheid heerschte en dat de menschen langzamerhand begon nen te begrijpen, dat zij twintig jaar lang door hun machthebbers misleid waren geworden. Een officier van het roode leger, die van dit inzicht in een restaurant blijk gaf en er open lijk voor uitkwam, dat de ster op zijn helm hem in twintig jaar nooit eenig geluk had gebracht, werd op de plaats zelf door een spion neergeschoten. Het wemelde in Wilna trou wens van de spionnen en het was den inwoners niet geraden zich misprijzend over de Russen uit te laten, want degene, die zulks deed, verdween spoedig spoorloos van het tooneel. De Russische soldaten bedel den langs de huizen der burgers om wat eten. Ook vroegen zij meermalen om burgerkleeding en, zoodra zij die in handen hadden, deserteerden zij. In Wilna werd nog een ander staaltje van de ontberingen der Russen verteld. Een bolsjewistische vrouw, die met het leger was meegekomen, :ag in Wilna voor de eerste maal een nachthemd. Zij vond het zulk een fraai kleedingstuk, waarvan het gebruik haar overi gens niet heel duidelijk bleek te zijn, dat zij zich in nachthemd naar den schouwburg begaf. Achttien dagen, van 1 tot en met 17 October bleven de paters in Wilna. Daarna begaven ze zich wederom op weg. Zij vonden een gids, die hen door wouden en moerassen over de Lithausche grens voerden, waar de paters tot hun vreugde talrijke landge- nooten aantroffen. Het bleek, dat bijna iedereen in Litauen en zelfs in de hoofd stad Kaunas Poolsch sprak en verstond. In het college der Jesuieten te Kaunes vonden de vluchtelin gen tijdelijk onderdak. Twee maanden wachtten zij er op de visa, die hen in staat zouden stellen, veiliger oorden te be zoeken. Merkwaardig was, volgens de paters, de reactie der Poolsche grensprovincies op de komst der Russische troepen. De bevolking van deze pro- niet een ander komsa hier op 't dorp op het oog? Leviticus, dat wil ik niet hebben. Niet om uzelf, niet om Arnold en Hanna, niet om uw zusters, niet om mij, en om de eerlijkheid. Leviticus keek vader even scherp aan. Hij antwoordde niet. Bedoelde vader die Magdalena Lieven Nee, dat kon toch nog niet Kijk eens, Viet, jongen. Maak geen schandaal in het dorp, verwek geen opspraak, doe zulke dingen niet en nooit, en zeker niet hier. Leef vol gens je stand, en let op onze reputa tie. Denk aan de lessen en het voor houden van ons, van moeder, en denk ook eens na wat u allemaal al werd voorgehouden toen ge nog jonger waart Dat hebt ge nu nodig. Nee, ge bent niet zo als Arnold. Ik heb ook al eens met Marie José gesproken, doch haar karakter is goed, heus. Dus... ik ben zo'n beetje 'n, nou ja.het zwarte schaap. Ik zeg niks over u, wat ge zoudt zijn. Ik wil niets daaromtrent van u horen. Afijn, maar wat ik dan toch wilde zeggen, dat ishier bent ge op ons dorp, handel en wandel ernaar. Hier moet ge weten, wat ge te doen hebt. Knoop geen relatie aan met het vrouwvolk hier van het dorp, waarmee ge noch nooit... afijn, ge weet wel. Allee, drink nog maat eens uit. Dan is de fles leeg. Leviticus dronk het glas leeg, en pufte het sigarettestompje uit in de asbak. Dat zal ik u zeggen, vader. Maar ik wou toch dj kermis eens opgaan, straks. Als het anders niks is. Allee dan Ze zaten nog een poosje. Dan ging Leviticus zich aankleden. Hij palmde met z'n hand over z'n met crème ingesmeerde wangen, vingerde over het vinnig snee-snorretje, haalde 'n tikje haar weg van z'n wenkbrauwen, voelde de krul in z'n haar na. Zo. Dan vincies bestaat uit z.g. wit-Rus- sen, die zich stamverwant met het Russische volk gevoelen en trouwens ook tot de Grieksch katholieke kerk behooren. Boven dien bevonden zich in die streken, evenals trouwens in de groote steden, veel communisten, die de Russische bevrijders met vol doening begroetten. Na twee weken waren deze communisten echter volkomen van hun com munistische denkbeelden en sym pathieën bekeerd. De harde en bittere practijk van het commu nisme, dat wel onteigent, doch niets teruggeeft, had hen volko men ontgoocheld. Na twee maanden in Kaunas gewacht te hebben ontvingen de paters eindelijk het door hen be geerde visum. Het bleek echter verre van ge makkelijk ae reis te vervolgen De eenige verbinding met het buitenland bestond uit een twee maal per weekschen vliegdienst op Stockholm. Deze bleek echter reeds tot April te zijn volgeboekt met vluchtelingen. Met veel moei te gelukte het een groep van 20 vluchtelingen een extra vlieg tuig te charteren, dat hen den dertigsten December naar Stock holm vervoerde. Via Malmö en Kopenhagen zetten de paters ten slotte de reis naar Amsterdam voort, waar zij den vierden Ja nuari arriveerden in gezelschap van twee andere paters, die even eens uit Polen waren gevlucht, en die zij in Kaunas hadden ont moet. BRUINE BOONEN VOOR 'N ZIEKE. Voor hij ze krijgt, kan hij hersteld of... overleden zijn 1 Zooala bekend is hesft de Minister van Economische Zaken thans ver boden het vervoeren en afleveren van bruine boonen, witte boonen, capucijners en grauwe erwten aan den uiteindelijken verbruiker, dus aan den consument. Er is echter een regeling getroffen, dat zekere categorieën van verbrui kers zich deze producten zullen kun nen verschaffen. En dan heeft de Minister er op de eerste plaats voor gezorgd, dat bruine boonen kunnen worden ver strekt ten behoeve van zieken en daarmede gelgkgestelden. Het zal wel niet veel voorkomen, dat zieken bruine boonen moeten eten. Acht de behandelende geneesheer voor een patiënt bruine boonen noodig, dan geeft hjj daartoe een attest af. Met dit attest kan men naar het distributiebureau gaan, dat dan een verklaring medegeeft, welke onder teekend moet worden door den con troleerend geneesheer. De kosten van deze verklaringen zjjn voor rekening van den patiënt, als deze tenminste niet onvermogend is. Is hij onvermogend, wat uit een bewijs van onvermogen, afgegeven door den burgemeester zijner woon plaats, moet blijken, dan heeft hij jeen verklaring van den controlee rend geneeskundige noodig, doch is verklaring van den huisdochter voldoende. Is men dan (eindelijkin het be zit van de noodige doktersverklaring waste hij zich de handen. En keek eens wat hij wel zou aandoende das, de speld, de schoenen. Hij had op Lena 'r maagdenjurk ge trapt. Die was voorzeker smerig geworden. Misschien was ze wel gescheurd. Dat was zijn botte schuld geweest. Bot? Ja zeker. Bot, zonder er erg in te hebben. Dat wel. Maar, verdraaiddaarmee had hij zich toch nog een fraai aankno pingspunt verschaft. Gosjemikke ja. Men kon hem, allemaal en vader in cluis, wel vertellen dat hij ernst moest betrachten, en dat hij hier zijn de van Douwenaar-reputatie hoog had te hou den hield ie dat dan niet dat (en) dan gaat men weer naar het distributiekantoor, waar men dan de door de(n) dokter (doktoren) voorgeschreven bon(s) van... l pond bruine boonen kan bekomen voor den tijd van hoogstens een maand. Men heeft dan nog maar bons. Daarmede gaat de patiënt (aldus de Minister) naar den detaillist Heeft deze bruine boonen in voor raad dan kan hij daar zijn boontjes, naar gelang het aantal bons dat de patiënt bij zich heeft, koopen, Heeft de detaillist geen bruine boo nen in voorraad, dan kan de detail list de bon(s) toch innemen en daarmede eerst naar zijn grossier gaan. Hij krijgt dan het geleidebiljet van den bon van den grossier terug en de detaillist kan met deze geleide- bon zjjn bruine boonen aan den patiënt bezorgen. Heeft de grossier geen bruine boonen, dan moet hij zich wenden tot den Akkerbouwcentrale te 's Gra- venhage, die hem een voorschot van 10 K G. zal doen toekomen. De gros sier kan dan den winkelier gerieven en deze op z'jr. beurt den patiënt (als deze ze tenminste dan nog noodig heeft of intusschen niet ten gevolge van het ontberen der bruine boonen overleden is Gemobiliseerdeo en de fiscus In de laatste weken zjjn tal van Nederlanders verrast met een nieuw- model Inkomstenbelastingbiljet. Het is van klein formaat, doch het is een „verraderlijk" ding, dat men extra-aanslag in de Gemeentefonds belasting noemt. Er komt slechts één bedrag op voor, dat de som is van de extra 15 opcenten op de hoofdsom der Gemeentefondsbelas ting en die alleen voor het belasting jaar 19391940 zullen gelden. Voor 19401941, dat per 1 Mei aanstaande ingaat, kunnen wij ons voorbereiden op een extra-heffing van 50 opcenten op de hoofdsom, méér genoemd. De zuivere inkomsten van ongeveer 800 tot 950 gulden zijn van deze extra-belasting uitgesloten, zoodat hen de „verrassing" voorbij gaat. Het is te begrijpen, dat de enorme kosten, die de mobilisatie opeischt, tot bizondere regeeringsmaatregelen moet leiden, doch bij velen in den lande zal het belastingbiljet 1940 1941, zéér onaangename gevoelens verwekken. In de eerste plaats heeft bij de wet van 1938 per 1 April '38 reeds een verhooging met 10 opcen ten op de Hoofdsom der Rrjks-Ink. Belasting plaats gevonden, hetgeen wel niemand die een „behoorlijken" aanslag krijgt ontgaan zal zijn. De druk zal voor zéér velen^waar, wellicht veel te zwaar zijn, als daar bij in acht genomen wordt de prijs stijging van onze levensbenoodigd- heden, maar indien deze zorgen en moeilijkheden de eenigen zijn die de wereld-brand ons Nederlandsche volk in zijn algemeenheid aandoet, dan mogen wij ons nog gelukkig prijzen. Ons rest nog een tweetal vragen te beantwoorden van gemobiliseerde belastingplichtigen, die meenen, dat zij na hun inlijving niet meer belas tingplichtig zijn. Wij onderscheiden voor hen twee soorten van belastingen: Inkomsten en Personeele belasting Volgens art. 95 der wet op de Ink. belasting kunnen zijn per bezwaar schrift om vermindering verzoeken bij den Inspecteur van wien hun biljet uitging, indien hun inkomsten beneden het drievierde gedaald zijn van het inkomstenbedrag, waarnaar zij zjjn aangeslagen. Art 95 veronder stelt hierbij staking van beroep of bedrijf. Het militaire beroep of functie bevat evenwel ook een bron van meesleuren, om de kermisgekkigheid maar, dan kan ow dat gebeuren. Het kleed is naar de maan, 't is sunt Wat nog kan doen, is, er een schattig kleedje uit maken voor ons Fieke, Fieke van zus Nella. Truida schudde berustend, er is toch niks meer aan te doen. Dat is al weer geweest. Ik had het straks niet zo gezien, maar nu ik het kleed in m'n handen heb, nou, afijn. Maar toch moet nog zeggenhet is een prul van een kerel, die u zoo maar laat lopen, die doet of ie kiespijn heeft, die maar krek doet of ie van de brave familie zich verder niks van aan trekt. Afijn En als ge dan toch geen kermis houdt, dat zegt ge immers zelf, voegde Lena bovendien ook nog nonnetje wilde Lowies eraan toe, dan hebt ge de scha worden... kom I dan zou een verovering zoveel te snediger zijn. Kom, hij vond het kind werkelijk een damelaat 'm die Magdalena-bijgedachte van zich afzetten. Hij had er niks mee voor, niks nog van wat men minder mooi placht te heten Dan moeten er twee maal één wil ertoe zijn, niet? Leek Lena niet een aardig en een goed meisje Hij zou, wel ja, naar de Lievens toe stappen, het geval met de jurk ophalen, en er de gentleman spelen. En zien. Ja. VU. Gottegot, verzuchtte Truida diep, Lowies verzuchtte mee, de hele jurk is bedorven. Dat laat zich niet meer maken. Er is erop getrapt, het vuil is door en door, het weefsel is vernielden dan die scheur nog. - Hoe komt ge erbij? Ja, zuchtte Lena, hoe komt ge erbij 1 Als ze u vastpakken, onverwacht, dat gelooft ge toch en ge hebt zo een kleed aan, en als ze ow willen gedekt. Gelukkig, dat ik geen kleed kapot heb, en gelukkig ook, dat ik wel kermiszin heb. Ze zullen mij niet op m'n kleed trappen- Lena zei maar niets. Begin maar tegen zus Trui en Lowies. Kon zij er wat aan doen Wat spraken ze van een prul van een kerel 1 Die van Dou- wenaar. Leviticus. Een schone jonge ling, vond ze. Ze haalde hem in 'r ge dachten. Rijzig is ie, kijkt wel wat scherp uit z'n ogen voorkomend is ie, want hij stond er zelf straks even perpleks van dat 't gebeurdeen te wedden is het, of ie zelf wel gezien heeft wat ie verschandalizeerde aan haar kleed. Maar er is standenverschil. Hij is er zo ene. met wien ge wel eens zoudt willen praten en wat wandelen maar er is reputatie voor haar, en voor hemhet is allemaal heel mooi als ge dat met een enthousiaste eerlijkheid beziet, maar hoe gauw wordt 'n mens niet egoïstisch I het kan toch nooit iets worden tussen haar en hem. Ei, LenaEen wat denkt ge daar allemaal Ze heeft boog. kunt U het best tegengaan met 'n "AKKERTJE", want AKKERTJES verwijderen uit het lichaam de stoffen, diede aandoening veroor zaken. De pijn valt weg "AKKERTJES" oefenen bo vendien een stimuleeren- de werking uit zoowel op gevoels- als bewegings zenuwen. Verdrijven snel de pijnen en doen U zich direct prettiger gevoelen. Eischt evenwel nadrukke- lijk "AKKERTJES" kenbaar I aan het AKKER-merk: Uw garantie voor snelle goede werking! Onschadelijk. tegen griep, hoofdpijn, koorts, kou 13 «tuks - 12 stuivers2 stuks - 2 stuivers inkomsten, die voor de gemobillseer- den beschouwd wordt indien wij goed ingelicht zjjn als de opbrengst van op zich zelf staande werkzaam heden. Met deze bron heeft de bekende datum van 1 Mei niets te maken. Ten aanzien van deze opbrengst geldt eenvoudig hetgeen in het afge loopen jaar genoten of verloren werd. Het wil ons derhalve voorkomen, dat de Inspecteur zich op het stand- punt kan stellenEr is volgens art. 95 in verband met dienst plicht meer dan 1/4 vermindering van het normale inkomen, op grond waarvan hp den aanslag kan her zien, terwjjl hij, bij de vaststelling van den aanslag over het nieuwe belastingjaar, na kan gaan wat in het afgeloopen jaar de militaire functie, als op zich zelfstaande werk zaamheden, heeft opgebracht. Indien geen regeerings ofministe- rieele voorschriften in verband met deze kwestie uniformiteit brengen, zal men zich op vreemde beslissingen kunnen voorbereiden. Wat de Personeele Belasting aan gaat is de zaak eenvoudiger Zoo lang men een woning met meubilair ter zijner beschikking heeft, moet men daarvoor Personeele Belasting betalen, tenzjj de woning minder dan 10 dagen per jaar bewoond werd door het gezin of gezinsleden van den huurder. Boter en margarine. Er wordt reeds jaren lang een bittere strijd gevoerd tusschen boter en margarine. Een strjjd die feitelijk geboren is uit de groote populariteit, die de boter genoot en nog geniet het feit, dat velen den indertijd vrjj hoogen prijs niet konden betalen. Toen werd naar een surrogaat ge zocht en men vond deze in de mar garine. Wij herinneren ons nog wel de opkomst van deze margarine en de afkeer, die velen ervan hadden en nog wel hebben Maar door de En er kwamen kloostertinnen. En zt zag zusters wandelen ln een stille en stemmige tuin. Ze zag kaarsen bran den. Ze voelde een wind, dat is de adem van Jezus, die tegen de kaarse- vlammen blies. Ze zag een vlam voor al. En die vlam waggelde. Het kermisrumoer klonk door tot hier. Trui en Lowies gingen zich klaar maken. De anderen waren 't Kris was al naar z'n meisje. Moest zij thuis blijven Thuis blijven eensdeeis om zoge naamd de scha van het kleed eruit te slaan. Thuis blijven ja ook, omdat er een kloostergedachte in haar gevaren was Thuis blijven En met wie gingen Trui en Wies? Ze hadden nog gene. Ze zouden wel samen gaan Wel, kon zij dan niet meegaan, O, niet voor de hele namid dag en avond. Maar om zo de hele dag voort in huis te blijven zitten, nee, dat was dan toch ook niks. Of zou ze, ver van het kermisdolle, eens naar de kapel van Onze Lieve Vrouw wandelen, en er bidden. Er biddenze wist niet, wat ze nu te besluiten had Er spookte een jongeman doorheen, en het is weer een buigende kaarsevlam dat ze ziet de adem van het Jezuskind. Er werd gebeld. Lena wilde gaan zien. Maar Truida kwam, gekleed en wel, van de trappen, en liep meteen door naar de voordeur. Ze opende. Meneer van Douwenaar, sprak ze verbaasd. Mag ik binnenkomen, juffrouw. Ja, zooals u zegt, ik ben Leviticus van Douwenaar. Lena schrok. Leviticus. Het hossen. Heur kleed. Er waaide een maagdepalm voor heur verbeelding, jongeman. Een kaarsevlam, die Een kloostertinne. De kermis- zich zelve betrapt. Daar katedraaldedrukte. De bedevaartskapel van Ónze plots een kerk voer haar, die de figuur Lieve Vrouw, van Leviticus van Douwenaar wegYlakte. Wordt vervolgd

Peel en Maas | 1940 | | pagina 5