TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
ABDIJSIROOP
Priesters in het
Fransche leger.
FEUILLETON.
De foren waakf
Kleine winkeliers.
Ons weekpraatje.
Verdrijf die
Beklemming
vetstènAte
Zaterdag 30 December 1939
Zestigste Jaargang No 52
Ongeveer een derde der pries
ters uit de zielzorg weggerukt.
Frankrijk is een van de wei'
nige landen ter wereld, mis
schien zelf het eenige land.
waar de priesters ook in
vredestijd niet zijn vrijgesteld
van den dienstplicht.
En nu een nieuwe oorlog is
uitgebroken, zijn duizenden
priesters weggerukt uit de ziel'
zorg en zijn zij gedwongen om
de wapenen op te nemen.
Over de priesters in het
Fransche leger vertelt Paul
Lesourd in de „Revue des
Deux Mondes" ons het vol
gende:
Het is een privilege van den
geestelijken stand, dat zij geen
wapenen behoeft te dragen; het
ware echter juister cm te zeggen
behoefde te dragen.
Langen tijd is dit in Frankrijk
het geval geweest en zelfs de
groote Fransche revolutie heeft
het niet aangedurfd, om dit pri
vilege aan te raken.
Maar wat de revolutie niet
heeft gedaan, dat hebben de
anti-clericale Fransche wetten van
1889, 1906 en 1913 wel gedaan.
Om te trachten het aantal
priesterroepingen te verminderen
hebben de anti-clericale wetge
vers van die jaren de priesters,
kloosterlingen en toekomstige
priesters gedwongen, dienst te
nemen in het leger.
Het is echter een andere vraag
of hun eigenlijke opzet is gelukt.
Men wilde een invloed zien
uitgaan van het ruwe leven in
de kazerne op den priester, om
velen af te brengen van het
priesterschap.
Maar de vraag is gewettigd,
of het resultaat niet juist anders
om geweest is
j Is er van de priesters geen
weldoenden invloed uitgegaan op
het leven in de kazernes en aan
het front
Er is nog een voorzienigheid
en zij werkt met methodes, ge
lijk de H. Vader in Zijn schrijven
aan de gemobiliseerde geestelij
ken heeft aangeduid.
Hoeveel priesters zijn
onder de wapenen
Het is moeilijk te zeggen, hoe
veel priesters en kloosterlingen
in totaal in het Fransche leger
dienen, maar volgens de bereke
ningen is het ongeveer een derde
of minstens een vierde van alle
geestelijken in Frankrijk.
Van het Aartsbisdom Parijs
zijn 524 priesters van de 1400
onder de wapenen, dat is dus
meer dan een derde.
Van het bisdom Rijssel 480
van de 1380, ongeveer een derde
Van het bisdom Albi 100 van de
500, van het bisdom St. Claud
Roman uit het Venraysche land
door Gerard Lemmers.
4.
En An Timmermans, die joeksige. 'n
Goeiert, die meid, maar plattelands
schuchter, nee, geraffineerd misschien,
op haar manier. Hij had destijds wel
niet zo erg mooi gehandeld met de
familie Timmermans, toen de vader
stierf, doch zaken zijn eenmaal zaken.
En, in zoverre ook berekend, An had
een dienstbetrekking bij hen gehad, en
de twee iongens Timmermans hadden
ook vast werk in het gesticht gekre
gen en hadden ook eventueel op de
steenfabriek kunnen komen.
Och, ginds gaat ze al, de rei buigt
zich bij de straatwending. Laat 'm maar
niet verder aan An denken. De boeken
die ze nog van hem had, nou ja, die
kon ze houden ook, braver zou ze er
niet van worden, en goddank stond
zijn ox libris er niet in. Wat had ze
graag gelezen, toen ze hier was en
daarna nog 1 - Maar, après la cane le
cygne. Dat gaat zo. Chi lo sa?
V.
De processie is binnen.
In de kerk zijn de slotceremonies ge
houden.
Er is ditmaal nog een kernig woord
je gesproken door den pastoor-deken,
die in het eerste jaar hier is.
Beminde parochianen. Ook wij wen
sen u allen een prettig en genoegelijk
kermisfeest, maar gij moet niet verge
100 van de 300, van het Aarts
bisdom Lyon 370 van de 1439,
van het aartsbisdom Rouaan 240
van de 732, van het bisdom Ar
ras 280 van de 1000, van het
bisdom Chalons 100 van de 244
van het bisdom Limoges 53 van
de 350.
Van het seminarie voor het
bisdom Versailles zijn er van de
14 priester-professoren niet min
der dan 9 gemobiliseerd.
Onder deze priesters zijn vele
officieren.
In Parijs bekleedt de helft der
gemobiliseerde geestelijken den
rang van officier. Onder de gees
telijken vindt men o.m. luitenant
kolonel Abbé Michaud, professor
aan de Faculteit van het Kerke
lijk Recht in Lyon, men vindt er
kapiteins zooals de directeur van
het Stanislaus-college van Mon-
tréal en zooals Abbé Mounier
van het diocees Clermont. Men
vindt er officieren en soldaten....
Uit de stilte van het
klooster.
Minder nauwkeurig zijn de
gegevens te vinden over 't aan
tal kloosterlingen, dat in mili
tairen dienst moest treden.
Er zijn ongeveer 1000 Jezuiten
in Frankrijk. Voorts zijn 500 Ca-
pucijnen onder de wapenen, 200
Lazaristen, 150 Franciscanen, 178
Dominicanen.
Er zijn in het leger ook Trap
pisten en Karthuizers, die de
stilte van hun kloostercel hebben
moeten verlaten, om de wapenen
op te nemen.
Er zijn er gekomen uit kloos
ters in Engeland, België, Neder
land en Zwitserland en uit andere
landen.
Het waren kloosterlingen, die
het land moesten verlaten, om
dat zij kloosterling wilden wor
den, maar die het vaderland nu
terugroept, omdat men hen noo-
dig heeft.
Priesterwijdingen aan
het front.
Men weet niet, hoelang de
oorlog duren zal en daarom heb
ben verschillende priester-studen
ten, die reeds Subdiaken of
Diaken waren gewijd, de wijding
van het H. Priesterschap aan het
front ontvangen.
Ontroerend is de schildering
van een priesterwijding, zooals
Paul Lesourd ons die mededeelt.
Er is hier sprake van de pries
terwijding van een infanterie-
sergeant George Prache in een
geëvacueerd dorp in Lotharingen
op 24 September. De H. Wijding
werd toegediend door Mgr. Heintz
bisschop van Metz.
De kerk was gevuld met offi
cieren en soldaten. Toen naderde
het ontroerer.de oogenblik, dat
bij iedere priesterwijding terug
keert, wanneer de jonge priester
naar de communiebank gaat om
zijn ouders voor de eerste maal
in zijn leven den priesterzegen
te geven.
Maar er waren geen ouders
van den priester in dit geëva
cueerde dorp. Entoen met tranen
ten, dat üw kermisfeest toch óns jaar
feest is van de kerkwijding. Daarom
moet het een feest zijn van vreugde in
eer en deugd, Onze Lieve Heer wilt
dat op zijn tijd ook hebbenmaar het
mag geen feest worden van brassen,
van ondoordacht dansen, van wilde ver
makelijkheden en van wanklanken. Geen
feest dus in donkerte en van zinloos
heid, maar het moet blijven in de sfeer
van eer en eerlijkheid. Beminde pa
rochianen. Benedicat vos omnipotens
Deus, in nomine Patris, et Filii, et
Spiritus Sancti.
Amen.
Jukkel heeft al een glas bier ge
dronken na die loperij in de processie,
en staat weer bij de kerkuitgang of hij
Trees ziet.
Er komen mensen uit. Verbeeken en
Siruberkauten, Lemmensen enEsscher-
maeckersen, Scheve Peter en de Rooie,
en zo velen. Vrouw Bakkes en vrouw
Strijbos, Berta van witte Mreei Ketrieng
en Jannemie Haring, en zo velen.
Leentje Lieven en Tonie Berkens,
die ook naaister is, komen in hun
maagdenkleed uit de kerk ze hebben
voor hun eigen kleed gezorgdde
anderen gaan naar de zusterschool, zij
hebben het kleed ook daar gehaald.
Er komen maar meer mensen uit de
kerk.
An Timmermans, ze koekeloert rond
tussen het staande en gaande volk. Ze
ziet Leentje Lieven, ze groet haar.
Maar dan ziet ze Kobes Zoldaat uit de
kerk komen, met de vlaggehouder nog
om z'n buik, en Trees is bij hem,
Trees, die wat onwennig langs Kobes
doet.
Trees durft weinig tegen Kobes te
zeggen, en Kobes gebaart druk en
spreekt. An ziet het. Ja, als Tines
Jukkel er niet was 1 Opeens is Trees
in het gedrang van Kobes weggeraakt,
in de oogen ging depriester
naar de communiebank, plaatste
daar de portretten van zijn vader
en zijn moeder en zegende toen
deze portretten. Daarna defileer
den de officieren en manschap
pen voor hem, de kolonel voor
aan, om den zegen van den
nieuwen priester te ontvangen.
Men kan zich gemakkelijk
voorstellen, welk een onvergete-
lijken indruk deze plechtigheid
op alle omstanders moet hebben
gemaakt.
En dit geschiedde in een dorp
nabij de Maginot-linie.
Fransche aalmoezeniers.
Eeuwenlang heeft het Fransche
leger Aalmoezeniers gekend, maar
ook hun corps werd weggevaagd
door de anti-clericale wetten van
het eind van de negentiende
en het begin van de twintigste
eeuw. En toen in 1914 de groote
wereldoorlog begon, moest in
allerijl een nieuw corps aalmoe
zeniers gevormd worden.'
Nu is de zielzorg in het leger
goed georganiseerd, onder leiding
van Mgr. Sudour, Vicaris-Gene
raal van het Aarisdisdom Parijs.
Het landleger beschikt over
400 aalmoezeniers, de vloot over
49 en de luchtmacht over 26
aalmoezeniers.
Iedere cavalerie-divisie telt 2
aalmoezeniers, en iedere infan-
terie-divisie 3.
De aalmoezeniers worden be'
noemd door dejministers van
Oorlog, Marine en Luchtvaart,
maar zij worden gekozen door
de kerkelijke autoriteiten, zoodat
deze hierbij geheel de vrije hand
hebben, hetgeen een goede ver
houding is.
In den wereldoorlog van 1914
tot 1918 werden 30.000 priesters
en kloosterlingen uit de zielzorg
weggerukt en zij hebben hun
plicht gedaan.
5000 priesters zijn gesneuveld,
16.000 priesters werden wegens
hun dapperheid op de dagorde
vermeld, 10.000 priesters ont
vingen het oorlogskruis, 1600
militaire medailles werden aan
hen uitgereikt, 900 priesters wer
den begiftigd met het Legioen
van Eer.
De 12.000 priesters, die nu in
de laatste maanden van 1939
reeds onder de wapenen zijn,
zullen opnieuw hun plicht doen
hun plicht tegenover God en hun
plicht tegenover het vaderland.
Over „Prijsbederf in deidetail
handel" schrijft Dr. E. Tobi in
de Economisch-Statistische Be
richten:
De detailhandel, dus de win-
keliersstand, wordt ondermijnd
door prijsbederf, dat in tal van
branches reeds dusdanige om
vang heeft aangenomen, dat de
uitdrukking „moordende concur
rentie" geen overdrijving meer
bevat.
Zijn de klachten, welke men
want Kobes kan haar toch zo maar
niet aan de arm nemen om haar hij
zich te houden. 01 deed Trees het
met opzet Kobes laat zich met de
voortdrummende menigte meegaan. Hij
komt langs An.
Dag Kobes, zegt An.
Dag An, zegt Kobes. Maar Kobes.
met de vlaggehouder op z'n buik, gaat
door. Hij moet nog sigaren gaan halen,
en lust ook wel de pot bier die bij de
tractatie hoort. Maar daar ziet hij Leen
tje gaan, in heur maagdenkleed Heur
[eestkleed. Vlak voor hem. En hij haalt
haar in.
Dag Lena, zegt hij. Ge moet
zeker eerst uw kleed thuis brengen,
wat anders zou ik zeggen of ge niet
eens eerst even rond wou kijken wat
zo al op de kermis voor allerlei spul-
kramen staan, voordat ge uw Onze
Vader bidt voor uw middageten.
De kermis duurt anders nog lang
genoeg, Kobes, antwoordt Leentje. Ze
gaat door met Tonie Berkens, die even
van haat at was geraakt door het aan
spreken van Kobes. Ze heeit echter
even gekleurd. En Kobes heeft het ge
zien.
I Nou dan, zet Kobes door, maar
ge zult toch wel kermis gaan houden,
straks, of zo. Maar Leentje heeft
Tonie in 'r arm genomen, en ze staan
al gauw aan Tonie 'r deur in de Grote
straat. Ze praten er nog even, op de
stoep.
Meneer Arnold van Douwenaar is
De Zwaan binnengegaan. Straks doet
hij ook De Gouden.Leeuw even aan.
Om dan naar huis te gaan.
Vanuit de kafees klinkt al vertier.
Het kermisterrein bij de kerk stroomt
al vol, en men loopt ai door naar het
tweede terrein. De klapdoeken worden
er geheven, de sluitfronten der kramen
omhoog gestut, de tenten worden ge
opend. De zeilen rollen, die de behoor
lijke nonsens al de hele zondagmorgen
uit eerbied voor de processie hebben
hoort, gerechtvaardigd
Deze vraag stelt Dr. Tobi.
En hij geeft het antwoord aan
de hand van de cijfers, bijeen
gebracht door het Economisch
Instituut voor de Middenstand.
De vijfde statistiek voor het krui-
deniersbedrijf, loopend over de
jaren 1933 tot 1936, toonde aan,
dat het gemiddelde economisch
resultaat van hen, van wier on
dernemingen de cijfers waren
verzameld, doorloopend negatief
is.
o—
Wat dit beteekent verklaart de
schrijver: Onder economisch re
sultaat het instituut het verschil
tusschen bruto winst en de be
drijfskosten, bij deze laatste wordt
dan een post opgesteld voor ge-
waardeerd^'oon voor den onder
nemer en diens in de zaak mee
werkende huisgenooten. Ook
wordt rekening gehouden met een
kapitaal-belooning en wel 5 pet.
van het aanwezige eigen kapi
taal.
Hoe somber de toestand in 't
kruideniersbedrijf is, moge blijken
uit het feit, dat het geschatte
loon, dat de ondernemer gemid
deld uit zijn zaak haalt, 36 cent
per uur bedraagt.
Wanneer men dit uurloon'ver
gelijkt met de gegarandeerde uur-
loonen van geschoolde vakarbei
ders, dan verdienen bedoelde
ondernemers ongeveer 60 pet. van
de aibeiders, terwijl deze boven
dien nog zijn verzekerd tegen de
finantieele gevolgen van ongeval
len, ziekte, invaliditeit en ouder
dom en vaak enkele dagen va-
cantie met behoud van loon
genieten.
De patroon-kruidenier moet al
deze voordeelen ontberen en is
evenmin zeker van een „vast"
loon, ook al spant hij alle krach
ten in om aan de kost te komen.
Ook de oorzaken van het euvel
gaat Dr. Tobi na.
Hoofdzaak is z.i. de ongecon
troleerde toewas van onderne
mingen. Er zijn hier te lande
tusschen de 40.000 er, 50.000
kruideniers, waarbij niet minder
dan 20.000, die nog geen 10 kilo
kruidenierswaren per week om
zetten.
Vele duizenden volkomen on-
deskundigen werpen zich op den
kleinhandel. Ze leven „uit de
lade" en laten zich hun prijzen
dicteeren door den „concurrent
op den hoek" Van kostprijsbe
rekening hebben ze maar een
zeer vaag begrip.
o-
In een andere fniddenstands-
groep, die der slagers, grooten-
deels eveneens „kleine winkeliers"
is de toestand niet beter.
Er zijn ongeveer twaalfduizend
slagers in ons land en onder hen
tiert het prijsbederf even sterk
als bij de kruideniers.
Er is een goedwerkende pa
troons-organisatie, waarbij circa
de helft van de slagers is aan
gesloten. En die organisatie spant
verborgen. Men staat, men kijkt, men
gaat door, men koopt al wat, men
lacht aloch, ieder mens heeft op zijn
tijd wel eens behoefte eraan, om wat
dolle onzin te zien en er in alle be
hoorlijkheid mee om te gaan. Dat had
de pastoor daar krek in zi\n preekske
ook bedoeld.
Het paardenspel trekt de kinderen.
Er hinnikt een paard. De vliegende
ronde, de kettingkarroessel trekt de
groteren, zelfs meisjes en jongens die
al verkeren. Ze klimmen er in en ze
sjorren zich vast, daar is een ris vrien
dinnen die aanstekelijk giegelen en elk
'n kettingplankje grijpen, en hopla!
daar gaan ze, met de muziek van
Sarie Marijs, al hoger en hoger. Ze
liggen opzij van u, voor u, boven u.
Er zijn jongens, die naar de zwaaiende
benen van de meisjes kijken. De stoom-
karroessel bromt muzikaal, de keek-
walk begint te schudden met de jazz
van Al in een groen groen knollenland.
Aan de kleinere tentjes roept de fakir,
de klown. de snelfotograaf, de waar
zegger, de direkteur, schettert de
muzikant, knalpot de tonrijder De-
autokarroessel ruizeltop de platen
var. de aulorennerij sjoeft het en botst
men al.
Tientallen orgels tietoetaturelaren
door elkaar Hor' mein Lied, Violet-
taWe have no bananas to day
Daar bij die molen Sweetie went
away and she didn 't say where
Uue fois je t'aime Wen du denkst
das ausgerechnet du die Einzige bist
Ombra mai fu di vegelabile -
Vraag niet mijn jongen dat wat met
gaat - J'envie a l'envie, ma chèrie
Dat gaat naar den Bosch toe, zoete
lieve Gerrilje en daartussendoor en
daartussenin klinken de slagen van het
hoofd van jut, de bonsen van de smi|t-
tent, de knallen uit de schiettent.
De direkteur verkondigt uit een
to iter dat bij hem te zien is de dame
zonder kop, het zwemwonder zonder
zich in om zijn" leden voor te
lichten. Er is van dien kant een
boekhoudsysteem ontworpen met
kostprijsberekenings-methode en
assisteerende accountants.
Zonder voldoende succes.
War.t één buitenstaander, (die
de prijzen naar beneden gooit, is
voldoende, om al de goed be
doelde pogingen om hals te
brengen.
Dr. Tobi beperkt zich in zijn
artikel tot deze twee groepen van
„kleine winkeliets".
Dat wil zeker niet zeggen, dat
het in de andere beter is. En
dat in de kleine en middelgroote
industrie, dus de geheele mid
denstand, betere toestanden heer-
schen.
IS DE ZELFMOORDENAAR
EEN HELD?
EEN HEIDENSCHE
OPVATTING.
Toen Hitier eenigen tijd in Duitsch-
land aan het bewind was, ontstond
er oppositie tegen zijn beleid van de
zijde van een aantal zijner vrienden
en medewerkers. Deze menschen wer
den gevangen genomen, stuk voor
stuk in een kamer opgesloten en...
men liet ze daar aan zich zelf over,
nadat er op tafel een geladen revol
ver was neergelegd en achtergelaten.
Den anderen ochtend werd het lijk
uit de kamer verwijderd.
Het Duitsche vestzakslagschip
„Graf Spee" had dapper slag gele
verd tegen een vijandelijk eskader,
daarna moest de oorlogsbodem
wijken voor de overmacht en een
neutrale haven -binnenloopen. In het
vaderland daverden de toejuichingen:
de mannen van de „Graf Spee" had
den, zoo werd gezegd, ten volle hun
plicht gedaan.
Omdat de vijand inmiddels verster
king had gekregen, bleef er voor den
commandant van het schip nog
3lechts de keuze tusschen internee
ren of vechtend ondergaan. Hitier
telegrafeerde zij het in andere
bewoordingen de schuit zelf tot
zinken brengen.
Dat gebeurde. En bericht werd,
dat de commandant op zijn post was
gebleven en met het schip zijn graf
in de zee had gezocht en gevonden.
Wat een misverstand bleek te zijn.
De commandant had zoo goed als
ieder ander lid van de bemanning,
zich in veiligheid gesteld, toen de
bevolen taak was volbracht.
Waar hij groot gelijk in had. Als
een mensch ten volle heeft gedaan,
wat van hem wordt verlangd in
dit geval: gevochten tot het uiterste
en daarna „op bevel" den oorlogs
bodem tot zinken gebracht waar
om zou hij dan de doodstraf over
zich uitspreken en aan zich vol
trekken
Maar in Berlijn schijnt men het
noodig gevonden te hebben om den
commandant van de „Graf Spee"
er op te attendeeren, dat hij iets
vergeten had. En prompt heeft de
man zich toen een kogel door het
hoofd gejaagd, aldus volgens de
Duitsche ambassade te Rio de Janeiro
een nieuwe bladzijde toevoegende
aan de roemrijke geschiedenis der
Duitsche marine.
Wat een goddelooze dwaasheid
Wat 'n onzinnige heldenvereering
Men kan respect hebben voor de
menschen, die hun leven offeren voor
het leven en welzijn van anderen,
maar wien of wat heeft deze marine-
armen en benen, hij heeft er een fameus
kapitaal voor moeten neerdokken om
deze twee alhier te kunnen laten be
zien de potsenmaker burleskt en
zottebolt en roept de blaaspoepen ter
hulp om volk te trekken voor de
wereld-première, de eerste grote
wonder-voorstelling op deze kermis,
dat enkel en alleen om de goede in
druk en voor de reklame plaats zal
vinden en om het kwartje entreede
fakir zwiebelt met een glazen bol
waarin honderden kleuren leven, en
achter een doek draait 'n gramafoon
woestijnmuziekde waarzegger zwaait
met tientallen brieven en monkelt vooral
de dames toe, en dat doet ook de
snelfotograaf doch met foto's. De
muzikant ergens op het trottoir blaast
en poept en zijn helpster gaat met 't
bakje rond; endaar beginnen de mons
ters te donderen van de Dood in de
Ton. de motorkuip.
En boven het volkgewriemmel danst
en deint een plakkaat rond, waarop
massale spieren- en instrumenten- en
dierenfiguren circus Curasona Beve-
ranio, in dieprood, en in dik zwart
staat daar de naam overheen gepoot
van Buffalo Macisto, de sterkste man
ter wereld.
Leviticus lacht. Dorpskermis
Verdorie, de volgende keer heeft ie
toch zijn vriend Freek de Hoogh Sten
geland uitgenodigd, die zal er in op
gaan en als ze dan zo eens voor de
aardigheid wat ander gezelschap op
deze kermis introduceerden, dat was
ook nog een studie waard. Verdorie
jamaar het is toch wel interessant
hier
Zo'n paar dames, ge weet wel.
Maar dan komt Leentje voor hem,
en An op de achtergrond, en Suzan en
Laura doemen er bij, Daisy, Loekkie,
Nanette.
Leviticus heeft een nieuwe sigaret,
de zoveelste! opgestoken, heeft het
pakje bij zich gestokenhij is straks,
Ieder, die met 'n verwaar
loosde hoest is blijven door-
loopen kent dat gevoel van
beklemming op de borst, die
U het ademhalen bemoeilijkt.
Val die beklemming met suc
ces aan door middel van
Abdijsiroop. Ze maakt de
slijm op Uw borst los, zuivert
Uw luchtwegen zoodat het
beklemmende, pijnlijke ga-
voel bij het ademhalen ge
heel verdwijnt. Laat Akker's
Abdijsiroop, de bijzondere
kruiden-siroop, nu versterkt
met codeine" dat ook voor
U doen Begin vandaag,, dan
voelt Ge .U. morgen al beter
akker s
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma.
Flac. 90ct„ f 1.50, f2.40, f4.20. Alom verkrijgb.
commandant gered met den dooden
den kogel, dien hij zich door het
hoofd joeg
Het heeft zgn leven slechts ten
offer gebracht aan een fictie, een
zotte opvatting van eer, de sug
gestieve idee, dat een gezagvoerder
met zijn schip hoort onder te gaan,
onverschillig, of hij gefaald heeft
of niet.
In het Derde Rijk hebben de offi-
cieele instanties afgedaan met den
God der christenen en met Diens
leer. De figuur van den zich offeren
den Godmensch is een beeld van
onderworpenheid, ongeschikt voor
den zich bewusten Duitschen Über
mensch. En in zijn waanwijsheid en
hoovaardigheid schept deze zich een
eigen godheid en een cultus van
heidensche ongerijmdheid, eerecodes
volgende, die op niets steunen dan
op het wanbegrip van menscheljjke
oer-instincten.
Zij, die het Offer ter Verlossing
niet begrijpen of bet niet begrgpen
willen, eischen van elkaar het offer
der levensvernietiging op het altaar
der eigen inbeelding.
Het is met Duitschland als chris
telijke natie wel heel droevig gesteld,
dat het wordt geregeerd door men
schen, die van hun onderdanen als
als plicht tegenover vaderland en
Führer den zelfmoord eischen aan
voerende, dat men daarmee een ai
of niet aangedane smaad zou kun
nen worden gezoend.
Tot zulke heidensche ideeën en
practijken komt een volk, dat den
staat in het leven nummer één stelt,
een mensch als Führer daarnaast
gelijk, en God en godsdienst nog
slechts dulden, voor zoover deze
dienstbaar kunnen zjjn aan het
primaire.
Zou de offieieele verheerlijking van
den, waarschijnlijk bevolen, zelf
moord van kapitein Hans Langsdorff
toch niet sommigen in Duitschland,
die nog iets van den chris telij ken
eerbied voor het leven hebben be
houden, de oogen in beangstigende
verwondering hebben doen open
gaan
Zouden niet meerdere Duitschers
mèt de vrouw, aan wie de zelfmoor
denaar in zijn laatste uur schreef,
en mèt zgn ouders, zich afvragen:
waaróm, waaróm
Waarhéén stijgt de rook van zulk
onnoodig en onchristelijk offer
toen de kerkklokken de binnenkomst
van de processie luidden, eruit gegaan.
Even de kermis opgelopen, och ja.
Zo'n burleskerie, die iemand dol kan
maken, is toch wel eens aardig. Al is
zo'n kermis hem wat ongeacheveerd,
is toch wel eens aardig, ja, om u er
even in te dompelen. Ge hebt de kar-
roessels, de keekwalk, het autopark.
Als ge nu, waarom zou het met Leentje
niet kunnen
Kriemeneeltjedaar gaat ze bij de
Berkensen juist van de stoep. Hij ziet
het lange blauwe kleed. Een kleed tot
aan de grond. Ze is verrukkelijk, zo
van verre Het is om iemand gloeiend
te doen ergeren, dat ge nu om al dat
volk en door al dat volk geen haastige
stappen kunt gaan maken om dit kind
in te halen. Ze verwijdert zich snel, ze
gaat naar huis.
Leviticus denkt na... en als hij tot
besluit is gekomen om haar na te gaan
ziet hl haar niet meer in de drukke
straathet volk heeft haar opgenomen.
Wel Kobes Zoldaat, die leurder. En
dien wilt hij maar liever niet ontmoeten.
Die brutale rakker zou hem hier wel
eens zo ongegeneerd een jas kunnen
geven van je welste.
Om laatst, toen Leviticus hem liet
verbaliseren om houtroof uit zijn bos
sen, al was het mogelijk maar wat
sprokkelen van dor hout geweest. Om
het even. Er waren harde woorden ge
vallen op het kantongerecht, doch het
eind van 't liedje was toch vijf gulden
boete geweest voor Kobes Zoldaat, of
vijf dagen zitten. En Kobes wilde geen
vijf gulden missen, en was vijf dagen
gaan zitten. Als u een civiele vor
dering... was nog gezegd geworden
door de kantonrechter, en Kobes had
hem aangekeken, en Leviticus had ge
daan of hij even nadacht en dan zo
edelmoedig gezegdNee, daar zal
ik maar van af zien.
Wordt vervolgd.