TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS ABDIJSIROOP Priesters in het Fransche leger. FEUILLETON. De foren waakf Kleine winkeliers. Ons weekpraatje. Verdrijf die Beklemming vetstènAte Zaterdag 30 December 1939 Zestigste Jaargang No 52 Ongeveer een derde der pries ters uit de zielzorg weggerukt. Frankrijk is een van de wei' nige landen ter wereld, mis schien zelf het eenige land. waar de priesters ook in vredestijd niet zijn vrijgesteld van den dienstplicht. En nu een nieuwe oorlog is uitgebroken, zijn duizenden priesters weggerukt uit de ziel' zorg en zijn zij gedwongen om de wapenen op te nemen. Over de priesters in het Fransche leger vertelt Paul Lesourd in de „Revue des Deux Mondes" ons het vol gende: Het is een privilege van den geestelijken stand, dat zij geen wapenen behoeft te dragen; het ware echter juister cm te zeggen behoefde te dragen. Langen tijd is dit in Frankrijk het geval geweest en zelfs de groote Fransche revolutie heeft het niet aangedurfd, om dit pri vilege aan te raken. Maar wat de revolutie niet heeft gedaan, dat hebben de anti-clericale Fransche wetten van 1889, 1906 en 1913 wel gedaan. Om te trachten het aantal priesterroepingen te verminderen hebben de anti-clericale wetge vers van die jaren de priesters, kloosterlingen en toekomstige priesters gedwongen, dienst te nemen in het leger. Het is echter een andere vraag of hun eigenlijke opzet is gelukt. Men wilde een invloed zien uitgaan van het ruwe leven in de kazerne op den priester, om velen af te brengen van het priesterschap. Maar de vraag is gewettigd, of het resultaat niet juist anders om geweest is j Is er van de priesters geen weldoenden invloed uitgegaan op het leven in de kazernes en aan het front Er is nog een voorzienigheid en zij werkt met methodes, ge lijk de H. Vader in Zijn schrijven aan de gemobiliseerde geestelij ken heeft aangeduid. Hoeveel priesters zijn onder de wapenen Het is moeilijk te zeggen, hoe veel priesters en kloosterlingen in totaal in het Fransche leger dienen, maar volgens de bereke ningen is het ongeveer een derde of minstens een vierde van alle geestelijken in Frankrijk. Van het Aartsbisdom Parijs zijn 524 priesters van de 1400 onder de wapenen, dat is dus meer dan een derde. Van het bisdom Rijssel 480 van de 1380, ongeveer een derde Van het bisdom Albi 100 van de 500, van het bisdom St. Claud Roman uit het Venraysche land door Gerard Lemmers. 4. En An Timmermans, die joeksige. 'n Goeiert, die meid, maar plattelands schuchter, nee, geraffineerd misschien, op haar manier. Hij had destijds wel niet zo erg mooi gehandeld met de familie Timmermans, toen de vader stierf, doch zaken zijn eenmaal zaken. En, in zoverre ook berekend, An had een dienstbetrekking bij hen gehad, en de twee iongens Timmermans hadden ook vast werk in het gesticht gekre gen en hadden ook eventueel op de steenfabriek kunnen komen. Och, ginds gaat ze al, de rei buigt zich bij de straatwending. Laat 'm maar niet verder aan An denken. De boeken die ze nog van hem had, nou ja, die kon ze houden ook, braver zou ze er niet van worden, en goddank stond zijn ox libris er niet in. Wat had ze graag gelezen, toen ze hier was en daarna nog 1 - Maar, après la cane le cygne. Dat gaat zo. Chi lo sa? V. De processie is binnen. In de kerk zijn de slotceremonies ge houden. Er is ditmaal nog een kernig woord je gesproken door den pastoor-deken, die in het eerste jaar hier is. Beminde parochianen. Ook wij wen sen u allen een prettig en genoegelijk kermisfeest, maar gij moet niet verge 100 van de 300, van het Aarts bisdom Lyon 370 van de 1439, van het aartsbisdom Rouaan 240 van de 732, van het bisdom Ar ras 280 van de 1000, van het bisdom Chalons 100 van de 244 van het bisdom Limoges 53 van de 350. Van het seminarie voor het bisdom Versailles zijn er van de 14 priester-professoren niet min der dan 9 gemobiliseerd. Onder deze priesters zijn vele officieren. In Parijs bekleedt de helft der gemobiliseerde geestelijken den rang van officier. Onder de gees telijken vindt men o.m. luitenant kolonel Abbé Michaud, professor aan de Faculteit van het Kerke lijk Recht in Lyon, men vindt er kapiteins zooals de directeur van het Stanislaus-college van Mon- tréal en zooals Abbé Mounier van het diocees Clermont. Men vindt er officieren en soldaten.... Uit de stilte van het klooster. Minder nauwkeurig zijn de gegevens te vinden over 't aan tal kloosterlingen, dat in mili tairen dienst moest treden. Er zijn ongeveer 1000 Jezuiten in Frankrijk. Voorts zijn 500 Ca- pucijnen onder de wapenen, 200 Lazaristen, 150 Franciscanen, 178 Dominicanen. Er zijn in het leger ook Trap pisten en Karthuizers, die de stilte van hun kloostercel hebben moeten verlaten, om de wapenen op te nemen. Er zijn er gekomen uit kloos ters in Engeland, België, Neder land en Zwitserland en uit andere landen. Het waren kloosterlingen, die het land moesten verlaten, om dat zij kloosterling wilden wor den, maar die het vaderland nu terugroept, omdat men hen noo- dig heeft. Priesterwijdingen aan het front. Men weet niet, hoelang de oorlog duren zal en daarom heb ben verschillende priester-studen ten, die reeds Subdiaken of Diaken waren gewijd, de wijding van het H. Priesterschap aan het front ontvangen. Ontroerend is de schildering van een priesterwijding, zooals Paul Lesourd ons die mededeelt. Er is hier sprake van de pries terwijding van een infanterie- sergeant George Prache in een geëvacueerd dorp in Lotharingen op 24 September. De H. Wijding werd toegediend door Mgr. Heintz bisschop van Metz. De kerk was gevuld met offi cieren en soldaten. Toen naderde het ontroerer.de oogenblik, dat bij iedere priesterwijding terug keert, wanneer de jonge priester naar de communiebank gaat om zijn ouders voor de eerste maal in zijn leven den priesterzegen te geven. Maar er waren geen ouders van den priester in dit geëva cueerde dorp. Entoen met tranen ten, dat üw kermisfeest toch óns jaar feest is van de kerkwijding. Daarom moet het een feest zijn van vreugde in eer en deugd, Onze Lieve Heer wilt dat op zijn tijd ook hebbenmaar het mag geen feest worden van brassen, van ondoordacht dansen, van wilde ver makelijkheden en van wanklanken. Geen feest dus in donkerte en van zinloos heid, maar het moet blijven in de sfeer van eer en eerlijkheid. Beminde pa rochianen. Benedicat vos omnipotens Deus, in nomine Patris, et Filii, et Spiritus Sancti. Amen. Jukkel heeft al een glas bier ge dronken na die loperij in de processie, en staat weer bij de kerkuitgang of hij Trees ziet. Er komen mensen uit. Verbeeken en Siruberkauten, Lemmensen enEsscher- maeckersen, Scheve Peter en de Rooie, en zo velen. Vrouw Bakkes en vrouw Strijbos, Berta van witte Mreei Ketrieng en Jannemie Haring, en zo velen. Leentje Lieven en Tonie Berkens, die ook naaister is, komen in hun maagdenkleed uit de kerk ze hebben voor hun eigen kleed gezorgdde anderen gaan naar de zusterschool, zij hebben het kleed ook daar gehaald. Er komen maar meer mensen uit de kerk. An Timmermans, ze koekeloert rond tussen het staande en gaande volk. Ze ziet Leentje Lieven, ze groet haar. Maar dan ziet ze Kobes Zoldaat uit de kerk komen, met de vlaggehouder nog om z'n buik, en Trees is bij hem, Trees, die wat onwennig langs Kobes doet. Trees durft weinig tegen Kobes te zeggen, en Kobes gebaart druk en spreekt. An ziet het. Ja, als Tines Jukkel er niet was 1 Opeens is Trees in het gedrang van Kobes weggeraakt, in de oogen ging depriester naar de communiebank, plaatste daar de portretten van zijn vader en zijn moeder en zegende toen deze portretten. Daarna defileer den de officieren en manschap pen voor hem, de kolonel voor aan, om den zegen van den nieuwen priester te ontvangen. Men kan zich gemakkelijk voorstellen, welk een onvergete- lijken indruk deze plechtigheid op alle omstanders moet hebben gemaakt. En dit geschiedde in een dorp nabij de Maginot-linie. Fransche aalmoezeniers. Eeuwenlang heeft het Fransche leger Aalmoezeniers gekend, maar ook hun corps werd weggevaagd door de anti-clericale wetten van het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. En toen in 1914 de groote wereldoorlog begon, moest in allerijl een nieuw corps aalmoe zeniers gevormd worden.' Nu is de zielzorg in het leger goed georganiseerd, onder leiding van Mgr. Sudour, Vicaris-Gene raal van het Aarisdisdom Parijs. Het landleger beschikt over 400 aalmoezeniers, de vloot over 49 en de luchtmacht over 26 aalmoezeniers. Iedere cavalerie-divisie telt 2 aalmoezeniers, en iedere infan- terie-divisie 3. De aalmoezeniers worden be' noemd door dejministers van Oorlog, Marine en Luchtvaart, maar zij worden gekozen door de kerkelijke autoriteiten, zoodat deze hierbij geheel de vrije hand hebben, hetgeen een goede ver houding is. In den wereldoorlog van 1914 tot 1918 werden 30.000 priesters en kloosterlingen uit de zielzorg weggerukt en zij hebben hun plicht gedaan. 5000 priesters zijn gesneuveld, 16.000 priesters werden wegens hun dapperheid op de dagorde vermeld, 10.000 priesters ont vingen het oorlogskruis, 1600 militaire medailles werden aan hen uitgereikt, 900 priesters wer den begiftigd met het Legioen van Eer. De 12.000 priesters, die nu in de laatste maanden van 1939 reeds onder de wapenen zijn, zullen opnieuw hun plicht doen hun plicht tegenover God en hun plicht tegenover het vaderland. Over „Prijsbederf in deidetail handel" schrijft Dr. E. Tobi in de Economisch-Statistische Be richten: De detailhandel, dus de win- keliersstand, wordt ondermijnd door prijsbederf, dat in tal van branches reeds dusdanige om vang heeft aangenomen, dat de uitdrukking „moordende concur rentie" geen overdrijving meer bevat. Zijn de klachten, welke men want Kobes kan haar toch zo maar niet aan de arm nemen om haar hij zich te houden. 01 deed Trees het met opzet Kobes laat zich met de voortdrummende menigte meegaan. Hij komt langs An. Dag Kobes, zegt An. Dag An, zegt Kobes. Maar Kobes. met de vlaggehouder op z'n buik, gaat door. Hij moet nog sigaren gaan halen, en lust ook wel de pot bier die bij de tractatie hoort. Maar daar ziet hij Leen tje gaan, in heur maagdenkleed Heur [eestkleed. Vlak voor hem. En hij haalt haar in. Dag Lena, zegt hij. Ge moet zeker eerst uw kleed thuis brengen, wat anders zou ik zeggen of ge niet eens eerst even rond wou kijken wat zo al op de kermis voor allerlei spul- kramen staan, voordat ge uw Onze Vader bidt voor uw middageten. De kermis duurt anders nog lang genoeg, Kobes, antwoordt Leentje. Ze gaat door met Tonie Berkens, die even van haat at was geraakt door het aan spreken van Kobes. Ze heeit echter even gekleurd. En Kobes heeft het ge zien. I Nou dan, zet Kobes door, maar ge zult toch wel kermis gaan houden, straks, of zo. Maar Leentje heeft Tonie in 'r arm genomen, en ze staan al gauw aan Tonie 'r deur in de Grote straat. Ze praten er nog even, op de stoep. Meneer Arnold van Douwenaar is De Zwaan binnengegaan. Straks doet hij ook De Gouden.Leeuw even aan. Om dan naar huis te gaan. Vanuit de kafees klinkt al vertier. Het kermisterrein bij de kerk stroomt al vol, en men loopt ai door naar het tweede terrein. De klapdoeken worden er geheven, de sluitfronten der kramen omhoog gestut, de tenten worden ge opend. De zeilen rollen, die de behoor lijke nonsens al de hele zondagmorgen uit eerbied voor de processie hebben hoort, gerechtvaardigd Deze vraag stelt Dr. Tobi. En hij geeft het antwoord aan de hand van de cijfers, bijeen gebracht door het Economisch Instituut voor de Middenstand. De vijfde statistiek voor het krui- deniersbedrijf, loopend over de jaren 1933 tot 1936, toonde aan, dat het gemiddelde economisch resultaat van hen, van wier on dernemingen de cijfers waren verzameld, doorloopend negatief is. o— Wat dit beteekent verklaart de schrijver: Onder economisch re sultaat het instituut het verschil tusschen bruto winst en de be drijfskosten, bij deze laatste wordt dan een post opgesteld voor ge- waardeerd^'oon voor den onder nemer en diens in de zaak mee werkende huisgenooten. Ook wordt rekening gehouden met een kapitaal-belooning en wel 5 pet. van het aanwezige eigen kapi taal. Hoe somber de toestand in 't kruideniersbedrijf is, moge blijken uit het feit, dat het geschatte loon, dat de ondernemer gemid deld uit zijn zaak haalt, 36 cent per uur bedraagt. Wanneer men dit uurloon'ver gelijkt met de gegarandeerde uur- loonen van geschoolde vakarbei ders, dan verdienen bedoelde ondernemers ongeveer 60 pet. van de aibeiders, terwijl deze boven dien nog zijn verzekerd tegen de finantieele gevolgen van ongeval len, ziekte, invaliditeit en ouder dom en vaak enkele dagen va- cantie met behoud van loon genieten. De patroon-kruidenier moet al deze voordeelen ontberen en is evenmin zeker van een „vast" loon, ook al spant hij alle krach ten in om aan de kost te komen. Ook de oorzaken van het euvel gaat Dr. Tobi na. Hoofdzaak is z.i. de ongecon troleerde toewas van onderne mingen. Er zijn hier te lande tusschen de 40.000 er, 50.000 kruideniers, waarbij niet minder dan 20.000, die nog geen 10 kilo kruidenierswaren per week om zetten. Vele duizenden volkomen on- deskundigen werpen zich op den kleinhandel. Ze leven „uit de lade" en laten zich hun prijzen dicteeren door den „concurrent op den hoek" Van kostprijsbe rekening hebben ze maar een zeer vaag begrip. o- In een andere fniddenstands- groep, die der slagers, grooten- deels eveneens „kleine winkeliers" is de toestand niet beter. Er zijn ongeveer twaalfduizend slagers in ons land en onder hen tiert het prijsbederf even sterk als bij de kruideniers. Er is een goedwerkende pa troons-organisatie, waarbij circa de helft van de slagers is aan gesloten. En die organisatie spant verborgen. Men staat, men kijkt, men gaat door, men koopt al wat, men lacht aloch, ieder mens heeft op zijn tijd wel eens behoefte eraan, om wat dolle onzin te zien en er in alle be hoorlijkheid mee om te gaan. Dat had de pastoor daar krek in zi\n preekske ook bedoeld. Het paardenspel trekt de kinderen. Er hinnikt een paard. De vliegende ronde, de kettingkarroessel trekt de groteren, zelfs meisjes en jongens die al verkeren. Ze klimmen er in en ze sjorren zich vast, daar is een ris vrien dinnen die aanstekelijk giegelen en elk 'n kettingplankje grijpen, en hopla! daar gaan ze, met de muziek van Sarie Marijs, al hoger en hoger. Ze liggen opzij van u, voor u, boven u. Er zijn jongens, die naar de zwaaiende benen van de meisjes kijken. De stoom- karroessel bromt muzikaal, de keek- walk begint te schudden met de jazz van Al in een groen groen knollenland. Aan de kleinere tentjes roept de fakir, de klown. de snelfotograaf, de waar zegger, de direkteur, schettert de muzikant, knalpot de tonrijder De- autokarroessel ruizeltop de platen var. de aulorennerij sjoeft het en botst men al. Tientallen orgels tietoetaturelaren door elkaar Hor' mein Lied, Violet- taWe have no bananas to day Daar bij die molen Sweetie went away and she didn 't say where Uue fois je t'aime Wen du denkst das ausgerechnet du die Einzige bist Ombra mai fu di vegelabile - Vraag niet mijn jongen dat wat met gaat - J'envie a l'envie, ma chèrie Dat gaat naar den Bosch toe, zoete lieve Gerrilje en daartussendoor en daartussenin klinken de slagen van het hoofd van jut, de bonsen van de smi|t- tent, de knallen uit de schiettent. De direkteur verkondigt uit een to iter dat bij hem te zien is de dame zonder kop, het zwemwonder zonder zich in om zijn" leden voor te lichten. Er is van dien kant een boekhoudsysteem ontworpen met kostprijsberekenings-methode en assisteerende accountants. Zonder voldoende succes. War.t één buitenstaander, (die de prijzen naar beneden gooit, is voldoende, om al de goed be doelde pogingen om hals te brengen. Dr. Tobi beperkt zich in zijn artikel tot deze twee groepen van „kleine winkeliets". Dat wil zeker niet zeggen, dat het in de andere beter is. En dat in de kleine en middelgroote industrie, dus de geheele mid denstand, betere toestanden heer- schen. IS DE ZELFMOORDENAAR EEN HELD? EEN HEIDENSCHE OPVATTING. Toen Hitier eenigen tijd in Duitsch- land aan het bewind was, ontstond er oppositie tegen zijn beleid van de zijde van een aantal zijner vrienden en medewerkers. Deze menschen wer den gevangen genomen, stuk voor stuk in een kamer opgesloten en... men liet ze daar aan zich zelf over, nadat er op tafel een geladen revol ver was neergelegd en achtergelaten. Den anderen ochtend werd het lijk uit de kamer verwijderd. Het Duitsche vestzakslagschip „Graf Spee" had dapper slag gele verd tegen een vijandelijk eskader, daarna moest de oorlogsbodem wijken voor de overmacht en een neutrale haven -binnenloopen. In het vaderland daverden de toejuichingen: de mannen van de „Graf Spee" had den, zoo werd gezegd, ten volle hun plicht gedaan. Omdat de vijand inmiddels verster king had gekregen, bleef er voor den commandant van het schip nog 3lechts de keuze tusschen internee ren of vechtend ondergaan. Hitier telegrafeerde zij het in andere bewoordingen de schuit zelf tot zinken brengen. Dat gebeurde. En bericht werd, dat de commandant op zijn post was gebleven en met het schip zijn graf in de zee had gezocht en gevonden. Wat een misverstand bleek te zijn. De commandant had zoo goed als ieder ander lid van de bemanning, zich in veiligheid gesteld, toen de bevolen taak was volbracht. Waar hij groot gelijk in had. Als een mensch ten volle heeft gedaan, wat van hem wordt verlangd in dit geval: gevochten tot het uiterste en daarna „op bevel" den oorlogs bodem tot zinken gebracht waar om zou hij dan de doodstraf over zich uitspreken en aan zich vol trekken Maar in Berlijn schijnt men het noodig gevonden te hebben om den commandant van de „Graf Spee" er op te attendeeren, dat hij iets vergeten had. En prompt heeft de man zich toen een kogel door het hoofd gejaagd, aldus volgens de Duitsche ambassade te Rio de Janeiro een nieuwe bladzijde toevoegende aan de roemrijke geschiedenis der Duitsche marine. Wat een goddelooze dwaasheid Wat 'n onzinnige heldenvereering Men kan respect hebben voor de menschen, die hun leven offeren voor het leven en welzijn van anderen, maar wien of wat heeft deze marine- armen en benen, hij heeft er een fameus kapitaal voor moeten neerdokken om deze twee alhier te kunnen laten be zien de potsenmaker burleskt en zottebolt en roept de blaaspoepen ter hulp om volk te trekken voor de wereld-première, de eerste grote wonder-voorstelling op deze kermis, dat enkel en alleen om de goede in druk en voor de reklame plaats zal vinden en om het kwartje entreede fakir zwiebelt met een glazen bol waarin honderden kleuren leven, en achter een doek draait 'n gramafoon woestijnmuziekde waarzegger zwaait met tientallen brieven en monkelt vooral de dames toe, en dat doet ook de snelfotograaf doch met foto's. De muzikant ergens op het trottoir blaast en poept en zijn helpster gaat met 't bakje rond; endaar beginnen de mons ters te donderen van de Dood in de Ton. de motorkuip. En boven het volkgewriemmel danst en deint een plakkaat rond, waarop massale spieren- en instrumenten- en dierenfiguren circus Curasona Beve- ranio, in dieprood, en in dik zwart staat daar de naam overheen gepoot van Buffalo Macisto, de sterkste man ter wereld. Leviticus lacht. Dorpskermis Verdorie, de volgende keer heeft ie toch zijn vriend Freek de Hoogh Sten geland uitgenodigd, die zal er in op gaan en als ze dan zo eens voor de aardigheid wat ander gezelschap op deze kermis introduceerden, dat was ook nog een studie waard. Verdorie jamaar het is toch wel interessant hier Zo'n paar dames, ge weet wel. Maar dan komt Leentje voor hem, en An op de achtergrond, en Suzan en Laura doemen er bij, Daisy, Loekkie, Nanette. Leviticus heeft een nieuwe sigaret, de zoveelste! opgestoken, heeft het pakje bij zich gestokenhij is straks, Ieder, die met 'n verwaar loosde hoest is blijven door- loopen kent dat gevoel van beklemming op de borst, die U het ademhalen bemoeilijkt. Val die beklemming met suc ces aan door middel van Abdijsiroop. Ze maakt de slijm op Uw borst los, zuivert Uw luchtwegen zoodat het beklemmende, pijnlijke ga- voel bij het ademhalen ge heel verdwijnt. Laat Akker's Abdijsiroop, de bijzondere kruiden-siroop, nu versterkt met codeine" dat ook voor U doen Begin vandaag,, dan voelt Ge .U. morgen al beter akker s tegen hoest, griep, bronchitis, asthma. Flac. 90ct„ f 1.50, f2.40, f4.20. Alom verkrijgb. commandant gered met den dooden den kogel, dien hij zich door het hoofd joeg Het heeft zgn leven slechts ten offer gebracht aan een fictie, een zotte opvatting van eer, de sug gestieve idee, dat een gezagvoerder met zijn schip hoort onder te gaan, onverschillig, of hij gefaald heeft of niet. In het Derde Rijk hebben de offi- cieele instanties afgedaan met den God der christenen en met Diens leer. De figuur van den zich offeren den Godmensch is een beeld van onderworpenheid, ongeschikt voor den zich bewusten Duitschen Über mensch. En in zijn waanwijsheid en hoovaardigheid schept deze zich een eigen godheid en een cultus van heidensche ongerijmdheid, eerecodes volgende, die op niets steunen dan op het wanbegrip van menscheljjke oer-instincten. Zij, die het Offer ter Verlossing niet begrijpen of bet niet begrgpen willen, eischen van elkaar het offer der levensvernietiging op het altaar der eigen inbeelding. Het is met Duitschland als chris telijke natie wel heel droevig gesteld, dat het wordt geregeerd door men schen, die van hun onderdanen als als plicht tegenover vaderland en Führer den zelfmoord eischen aan voerende, dat men daarmee een ai of niet aangedane smaad zou kun nen worden gezoend. Tot zulke heidensche ideeën en practijken komt een volk, dat den staat in het leven nummer één stelt, een mensch als Führer daarnaast gelijk, en God en godsdienst nog slechts dulden, voor zoover deze dienstbaar kunnen zjjn aan het primaire. Zou de offieieele verheerlijking van den, waarschijnlijk bevolen, zelf moord van kapitein Hans Langsdorff toch niet sommigen in Duitschland, die nog iets van den chris telij ken eerbied voor het leven hebben be houden, de oogen in beangstigende verwondering hebben doen open gaan Zouden niet meerdere Duitschers mèt de vrouw, aan wie de zelfmoor denaar in zijn laatste uur schreef, en mèt zgn ouders, zich afvragen: waaróm, waaróm Waarhéén stijgt de rook van zulk onnoodig en onchristelijk offer toen de kerkklokken de binnenkomst van de processie luidden, eruit gegaan. Even de kermis opgelopen, och ja. Zo'n burleskerie, die iemand dol kan maken, is toch wel eens aardig. Al is zo'n kermis hem wat ongeacheveerd, is toch wel eens aardig, ja, om u er even in te dompelen. Ge hebt de kar- roessels, de keekwalk, het autopark. Als ge nu, waarom zou het met Leentje niet kunnen Kriemeneeltjedaar gaat ze bij de Berkensen juist van de stoep. Hij ziet het lange blauwe kleed. Een kleed tot aan de grond. Ze is verrukkelijk, zo van verre Het is om iemand gloeiend te doen ergeren, dat ge nu om al dat volk en door al dat volk geen haastige stappen kunt gaan maken om dit kind in te halen. Ze verwijdert zich snel, ze gaat naar huis. Leviticus denkt na... en als hij tot besluit is gekomen om haar na te gaan ziet hl haar niet meer in de drukke straathet volk heeft haar opgenomen. Wel Kobes Zoldaat, die leurder. En dien wilt hij maar liever niet ontmoeten. Die brutale rakker zou hem hier wel eens zo ongegeneerd een jas kunnen geven van je welste. Om laatst, toen Leviticus hem liet verbaliseren om houtroof uit zijn bos sen, al was het mogelijk maar wat sprokkelen van dor hout geweest. Om het even. Er waren harde woorden ge vallen op het kantongerecht, doch het eind van 't liedje was toch vijf gulden boete geweest voor Kobes Zoldaat, of vijf dagen zitten. En Kobes wilde geen vijf gulden missen, en was vijf dagen gaan zitten. Als u een civiele vor dering... was nog gezegd geworden door de kantonrechter, en Kobes had hem aangekeken, en Leviticus had ge daan of hij even nadacht en dan zo edelmoedig gezegdNee, daar zal ik maar van af zien. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 5